Waterwijs magazine 2025

Page 1


Foto voorkant Waterwijs magazine: Tico Michels (Brabant Water), Anne Mathilde Hummelen (KWR) en Arjan Driesprong (Oasen).

Inhoud

We bedanken alle mensen die deze uitgave van Waterwijs magazine mogelijk hebben gemaakt van harte voor hun medewerking.

Vormgeving: WarmGrijs

Fotografie: Ivar Pel, Butino, Bas Adriaans, KWR Dit magazine is gedrukt op houtvrij offset papier bij Libertas Pascal, de duurzame drukkerij uit Utrecht ©2025 KWR We hebben ons uiterste best gedaan zorgvuldig om te gaan met tekst en beeld. Mocht er iets zijn, waar u op wilt reageren, dan horen wij dat graag. U kunt uw reactie naar een van de programmamanagers sturen of

De drinkwatersector kan je verrassen. We gaan vaak voor veilig, voor de vertrouwde paden. Met een ernstige blik zeggen we dan: we hebben grote zorgen en uitdagingen, en we willen wel het beste voor onze klant. Dus geen experimenten graag!

Maar schijn bedriegt. Het borrelt in de sector. En het beste voorbeeld daarvan is dat we samen met de jonge generatie nieuwe taal ontwikkelen. We spreken van een ‘Waterlener’ * die water na gebruik weer netjes terugbrengt naar de bron. We willen waterleners zijn, in plaats van ‘Bronverschillig’. *

Dat is toch prachtig. Taal doet ertoe. En een goede woordkeuze verbreedt je blik en maakt je alert op je omgeving en sensitief voor het verschil tussen goede en betere keuzes. Daarmee worden we Waterwijzer en slaan we met vertrouwen andere paden in.

“De drinkwatersector kan je verrassen”

Bij de start van het nieuwe Waterwijsprogramma van de drinkwatersector bij KWR, kwam er vorig jaar een prachtig magazine uit met verhalen over alle kennis die we met elkaar ontwikkelen. Voor je ligt nu de tweede editie. Het thema is ‘van kennis naar doen’.

We willen graag vertellen hoe we onze kennis en creativiteit toepassen. In de praktijk, bij waterbedrijven die innovatieve kansen zien. Maar ook in gesprek met beleidsmakers, over hoe onze strategische visie verankerd wordt in de samenwerking met overheden en andere sectoren.

We hopen dat de verhalen je inspireren om mee te doen en mee te denken. Door bijvoorbeeld onze taalschat verder te verrijken. Of door ons te inspireren met jouw voorbeelden van betere keuzes. Want ‘Waterzorg’ * is een opdracht voor ons allemaal!

Jan Gooijer

Manager Business Development & Innovatie, Vitens en voorzitter Coördinerend Overleg Waterwijs

* Zie de nieuwe watertaalwoorden op pagina 40 en 41.

Innoveren doe je samen

Voor de drinkwaterbedrijven speelt innovatie een steeds belangrijkere rol in hun strategie. Zeker nu in de afgelopen jaren steeds nieuwe kennisvragen opduiken over watertekorten, opkomende stoffen en andere maatschappelijke uitdagingen. We gingen in gesprek over innoveren in Waterwijs-verband.

Arjan Driesprong (Oasen), Anne Mathilde Hummelen (KWR) en Tico Michels (Brabant Water)
“Wat wij binnen Waterwijs doen, is voor veel meer partijen interessant dan alleen voor de drinkwaterbedrijven.”
— Anne Mathilde Hummelen (KWR)

Een ecosysteem van kennis, praktijk en technologie

Natuurlijk moet innoveren geen doel op zich zijn, vindt Arjan Driesprong, directeur van Oasen. “Als innovatie is gekoppeld aan vraagstukken uit ons primaire proces, zoals het verwijderen van PFAS, is dat bijzonder zinvol. Dat wordt ook van ons verwacht.” Een veranderende wereld, veranderingen in het water zelf, de mensen, de systemen en de technologie; het zijn allemaal aanleidingen voor innovatie om op in te spelen. De opsomming komt van Tico Michels, innovatiemanager bij Brabant Water. “Als je niet innoveert, ben je niet aantrekkelijk voor nieuwe medewerkers. Of de autoriteit komt naar je toe en zegt: je hebt de boel niet op orde. Bovendien hebben we als drinkwatersector een rol in het stimuleren van technologieontwikkeling. Genoeg redenen om altijd vooruit te blijven kijken. Samen met technologiebedrijven en onderzoeksinstellingen vormen we een ecosysteem dat onze sector steeds beter maakt.”

Innovatie door de hele organisatie heen

Waar innovatie in de organisatie is belegd verschilt van geval tot geval, lichten Arjan en Tico toe. Bij een relatief klein drinkwaterbedrijf zoals Oasen, is er geen aparte afdeling of een innovatiemanager. “Innovatie zit bij ons door de hele organisatie heen, omdat het aan alles raakt”,

zegt Arjan. “Zet je het apart, dan moeten die mensen heel dicht op de business zitten. Anders leidt het tot niets.” Het belang dat innovatie niet van één persoon is, wordt onderstreept door Tico. Hij is weliswaar de enige innovatiemanager bij het grotere Brabant Water, maar heeft hierin een plek náást de organisatie. Dit betekent dat hij voor het hele bedrijf met innovatie bezig is, met linking pins overal dwars doorheen: collega’s die voor verbinding zorgen. Tico: “Mijn functie bestaat nu drie jaar. Dit geeft aan hoe nieuw het is. Deze ontwikkeling wordt ingegeven door de urgentie van alles wat op ons afkomt. We passen onze strategie hierop aan. Door innovatie te koppelen aan de richting die je als organisatie op wilt, ontdek je of je klaar bent voor de toekomst.”

Een boost geven aan kennisontwikkeling

Toch vallen kanttekeningen te plaatsen bij samenwerken en innovatie, vertelt Anne Mathilde Hummelen, programmamanager Waterwijs en programmadirecteur TKI Watertechnologie. “Binnen TKI Watertechnologie werken we met kennispartijen, bedrijven en eindgebruikers”, vertelt zij. “Bij zulke projecten zie je vaak dat innovaties starten vanuit een kleine kern; een ondernemend persoon die een idee verder wil brengen. Als je bij zo’n innovatie wilt samenwerken met ieder-

een, denk ik niet dat het werkt. Dat is te ingewikkeld.” Vanwege haar positie binnen TKI zit Anne regelmatig aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat. Daar ziet zij juist ook de wens om in groter verband kennisvragen te programmeren. “Wat wij binnen Waterwijs doen, is voor veel meer partijen interessant dan alleen voor de drinkwaterbedrijven”, vindt zij. “Ook voor de waterschappen. Ook voor de nationale overheid. En ook voor andere sectoren dan de watersector. Opdrachtgevers zouden voor zichzelf de ruimte moeten creëren om samen te werken met kennispartijen buiten hun vaste kring. Voor mijn gevoel zit er meer potentie in het effectiever werken aan onze kennisontwikkeling. Als we beter zouden delen wat iedereen doet, kunnen we die kennisontwikkeling een boost geven.”

Sterke schouders als koplopers

Voortbordurend op de verschillen tussen grotere en kleinere drinkwaterbedrijven binnen Waterwijs, zijn Arjan en Tico het erover eens dat de sterkere schouders koplopers in innovatie mogen zijn. “Bij Oasen hebben we een tijdlang veel geïnvesteerd in membraantechnologie”, vertelt Arjan. “Maar met driehonderd medewerkers blijven we kleine spelers. Daarom geloof ik dat je het samen moet

doen. Dat je met elkaar de vraagstukken aanlevert en dat de grotere bedrijven opstaan en zeggen: wij hebben de slagkracht om dit op te pakken. Het zou heel jammer zijn als je elkaar hierin beconcurreert of de kennis niet deelt.” Ook Tico ziet dat iedereen te maken heeft met de eigen mogelijkheden en grenzen. Innovatie en onderzoek zijn belangrijk, maar andere opgaven ook. “Bij Brabant Water werken duizend mensen”, zegt hij. “In verhouding zijn wij meer in de gelegenheid om innovaties uit te testen. Bovendien gaat dit in bepaalde gevallen ook vaak sneller, dan wanneer je het samen doet. Zo hebben wij in de toepassing van de digitale tweeling van het leidingnet het

“Vanwege onze enorme opgaven moéten we samenwerken, noodzakelijkerwijs geldt dat ook voor onderzoek en kennisuitwisseling.”
— Arjan Driesprong (Oasen)

voortouw genomen. Dit is een digitale kopie van ons 20.000 kilometer lange leidingnet en helpt ons om slimmer en sneller in te spelen op uitdagingen. Wel vind ik dat collega-bedrijven zoveel mogelijk moeten meekijken en niet achteroverleunen. We kunnen veel van elkaar leren. Iedereen heeft hierin een eigen rol.”

Nieuw hoofdstuk

Eigenlijk is de drinkwatersector bezig een nieuw hoofdstuk te schrijven in de meer dan honderdjarige geschiedenis, blijkt uit het gesprek met de experts. Het hoofdstuk met de titel: opereren en innoveren in een steeds complexere omgeving. “Vanwege onze enorme opgaven moéten we samenwerken, noodzakelijkerwijs geldt dat ook voor onderzoek en kennisuitwisseling”, vindt Arjan. “Tot een jaar of tien geleden konden we heel goed op onze eigen winkel passen. Maar we bevinden ons nu in een heel nieuw domein. Het gaat om nieuwe zuiveringen, nieuwe winningen, woonwijken die wel of niet kunnen worden aangesloten. Ik heb vraagstukken zoals: wat doen waterschappen met hun zuivering? Hoe gaan zij om met Europese richtlijnen voor stedelijk afvalwater? We kunnen niet langer alleen op onze eigen kennis en materialen leunen.” Ook Tico merkt dat drinkwateropgaven steeds meer samen met de omgeving worden opgepakt. “Daarom zie je bijvoorbeeld dat de belangstelling voor het programma Water in de Circulaire Economie flink groeit”, zegt hij. “Want hierin zijn externe partijen aangehaakt.”

Het anders durven doen

Innovatie in de drinkwatersector brengt nog wel de nodige uitdaging met zich mee. Een drinkwaterbedrijf is in de kern een beheersorganisatie, gericht op het voorkomen van risico’s en Waterwijs helpt om vanuit onderzoek inzichtelijk te maken waar problemen en oplossingen zitten voor de langere termijn. “We werken als drinkwatersector doorlopend aan het verbeteren van onze processen”, vertelt Tico. “Dat is logisch, want de drinkwaterkwaliteit moet gegarandeerd blijven. Maar innoveren is meer dan verbeteren, het is vernieuwen. Je komt met andere

technologieën, andere systemen. Mensen moeten anders gaan denken en werken. Ze moeten uit de huidige werkwijze komen en durven om het gewoon anders te gaan doen. Dat vraagt om een nieuw soort DNA. Drinkwaterbedrijven hebben een heel mooie positie. We kunnen echt maatschappelijke impact maken. Als we

naar innovatie leren kijken als die ene druppel water die we steeds opnieuw kunnen inzetten, vraagt dit dat we uit onze comfortzone stappen. Wat ik ons toewens, is een florerend onderzoeks- en innovatie-ecosysteem. Als de mensheid naar de maan kan reizen, moet dit ook mogelijk zijn.” <<

“Door innovatie te koppelen aan de richting die je als organisatie op wilt, ontdek je of je klaar bent voor de toekomst.”
— Tico Michels (Brabant Water)

We willen een integrale manier van denken en werken tussen de oren krijgen van waterbeherend Nederland

Voor vraagstukken rond zoetwaterbeschikbaarheid moet meer de verbinding worden gelegd tussen watersysteem en waterketen. Dat vindt KWR-onderzoeker en Chief Science Officer Ruud Bartholomeus. “De regionale zoetwatervoorziening vraagt om een overkoepelende insteek.”

Samenspel

Binnen het Waterwijs-onderzoeksprogramma Water in de Circulaire Economie (WiCE, zie kadertekst) buigen meerdere projecten zich over oplossingsrichtingen voor een wezenlijk andere omgang met water, waarin waterketen en

watersysteem als één systeem worden gezien. De aanzet hiervoor was een Verkennend Onderzoek naar waterhergebruik voor de regionale zoetwatervoorziening, vertelt Ruud. “De droge zomer van 2018 en de jaren daarna brachten deze ontwikkelingen rond zoetwaterbeschik-

baarheid in een stroomversnelling. Intussen biedt WiCE een goede onderzoeksomgeving voor integraliteit. De interactie tussen het hydrologische watersysteem en menselijk gebruik is namelijk altijd sectoroverstijgend. Wat een oplossing is voor de één, werkt door op de ander.

Ruud Bartholomeus (KWR)

Behalve drinkwaterbedrijven hebben we te maken met waterschappen, provincies, overheid, landbouw en natuur. Dit jaar is een vervolg gestart van het eerdere project Samen voor balans in watervraag en -aanbod. Hierin willen we systeemdenken tussen de oren krijgen om zo de doorwerking van maatregelen en kansen en knelpunten tijdig in beeld te hebben.”

Logische stap

De systeembenadering omschrijft Ruud als een logische stap in de watertransitie. “Er verschenen diverse oproepen om handen en voeten aan die ommekeer te geven. Zo kwam de Unie van Waterschappen, samen met Vewin, met een oproep voor de watertransitie in Water verbindt. En de rijksoverheid publiceerde de Kamerbrief Water en Bodem Sturend.

Vanuit KWR waren we al langer bezig met onderzoek naar waterhergebruik, bijvoorbeeld voor toepassingen in de landbouw en industrie. Allemaal trajecten waar we nu op voortbouwen.”

Alleen

ga je sneller, samen kom je verder

Binnen het eerder genoemde vervolg op Samen voor balans in watervraag en -aanbod ligt de focus op samen doen en samen leren, met ondersteuning van watersysteemmodelleren, vertelt Ruud. Het gaat om het faciliteren van gesprekken en besluitvorming rond de zoetwatervoorziening. De tool die hierbij wordt ingezet, is de Watersysteemverkenner. Een simulatietool die eerder in WiCE-verband in de steigers is gezet, het rekenhart is voor de Serious Game AquaLudens, en nu verder wordt ontwikkeld. Ruud: “Vergeleken met voorgaande modelontwikkeling die vooral nog achter het bureau plaatsvond, is het nu tijd om de tool toe te passen in interactie met stakeholders. Drie praktische cases staan centraal, verdeeld over Noord-, Midden- en Zuid-Nederland. Drinkwaterbedrijven en waterschappen zijn aangehaakt, net als

het Deltaprogramma Zoetwater en de Rabobank. Werken in zo’n breed samenwerkingsverband is nodig om de kennisontwikkeling rond waterhergebruik, watersysteem en waterketen verder vorm te geven. Natuurlijk moet je vanuit de onderzoeksopzet met al die partijen rekening houden. En de ontwikkeling van de tool zal misschien wat minder vlot gaan. Maar je vergroot wel de betrokkenheid en toepasbaarheid. ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’; met dat motto sta je sterk om toepassingen te vinden in de praktijk.”

Watersysteemverkenner

Gevraagd naar de oorsprong van het idee over de Watersysteemverkenner, haalt Ruud een anekdote aan. “Ooit vertelde iemand van een waterschap dat hij behoefte had aan meer inzicht in de gevolgen van verschillende keuzes in de waterverdeling. Hij stelde zich een soort mengpaneeltje voor, met knoppen die je omhoog en omlaag kunt schuiven. Zodat je ziet wat de ene ingreep voor effect heeft op de andere. Zet je bijvoorbeeld gezuiverd restwater in voor irrigatie in de landbouw, dan blijft er minder over voor het op peil houden van waterlopen en hiermee voor de aquatische natuur. Maar er hoeft ook minder grondwater te worden onttrokken. Onder welke omstandigheden is dit een goede oplossing en wanneer zorgt het juist voor problemen? Zo’n handreiking vanuit de praktijk is een prachtig aanknopingspunt voor de ontwikkeling van een relatief eenvoudig watersysteemmodel, zoals de Watersysteemverkenner. De komende tijd gaan we de Watersysteemverkenner doorontwikkelen, zodat het voor verschillende gebiedskarakteristieken toepasbaar is en verschillende oplossingsrichtingen kan doorrekenen. De kunst is om het model ingewikkeld genoeg te maken zodat het inzetbaar is voor verschillende interacties tussen watersysteem en waterketen, terwijl het ook eenvoudig genoeg is voor uiteenlopende gebruikers om de door-

werking van maatregelen te begrijpen. Onder die randvoorwaarden moet het bijdragen aan begripsvorming rond de vraag hoe een bepaalde keuze leidt tot bepaalde consequenties.”

Praktisch belang

Als onderzoeker ziet Ruud de Watersysteemverkenner uiteraard als toepassing voor onderzoeksdoeleinden. Maar direct daaropvolgend noemt hij het praktische belang. “Doel is dat het model werkt als aanjager van co-creatieprocessen. Hoe mooi zou het zijn als heel waterbeherend Nederland, van hydroloog tot bestuurder, het systeemdenken zich eigen maakt. En als we vanuit de kennis en methoden die we gaandeweg ontwikkelen, het samenwerkingsproces kunnen ondersteunen. Die uitkomst vind ik belangrijker dan de tools die eruit voortkomen. Wanneer deze aanpak ertoe leidt dat waterpartners daadwerkelijk aan de slag gaan met concrete maatregelen die het watersysteem en de waterketen met elkaar verbinden – en daarbij zorgvuldig hebben nagedacht over wat wel en niet werkt – is wat mij betreft de missie geslaagd.” <<

Water in de Circulaire Economie (WiCE)

WiCE is een onderzoeksprogramma binnen Waterwijs, gericht op het ondersteunen van transitieopgaven voor waterbeschikbaarheid, klimaat, energievoorziening en de circulaire economie. Voor een gezonde planeet en welvaart nu en in de toekomst is een systeemverandering nodig. In WiCE werken de waterbedrijven en KWR met partners in en om de waterketen samen aan praktijkgerichte transitievraagstukken op het snijvlak van water, energie, grondstoffen en klimaat. Hoe dat gaat, is te lezen in het online-magazine ROND Water op kwrwater.nl.

Praktijk ontmoet Waterwijs

Op de praktijkdag stonden twee vragen centraal. De watertransitie als prikkelende ambitie: hoe kunnen we Waterwijskennis inzetten voor de watertransitie? En hoe kunnen we deze kennis naar de dagelijkse praktijk van drinkwaterbedrijven vertalen? We presenteerden het Kennisdossier Watertransitie, de Waterwijs Praktijkprijs reikte twee prijzen uit en het GRROW-lab ontwikkelde een nieuwe 'watertaal'.

PraktijkprijsWaterwijs2025

Tijdens de Waterwijsweek zijn de Waterwijs Praktijkprijzen uitgereikt voor de beste toepassing van Waterwijs-onderzoek in de drinkwaterpraktijk. Eén prijs van de vakjury en één van het publiek.

De winnaar van de vakjury prijs 2025 is Gondwana, het softwareplatform voor optimalisatie van drinkwaterdistributiesystemen. De winnaars ontvingen de prijs uit handen van de vakjury. Daarnaast is er flink gestemd voor de Waterwijs Praktijkprijs publieksprijs. Aqua Ludens, de serious game voor samenwerking in de waterketen, kon op de meeste stemmen rekenen. De game is ingericht om dialoog over de watertransitie tussen waterpartners en andere sectoren te ondersteunen. André van Toly vertelde dat hij zich door het spel

Gondwana, winnaar Waterwijs Praktijkprijs vakjury 2025

V.l.n.r. Peter van Thienen (KWR) – Bram Hillebrand (KWR) – Ina Vertommen (KWR) – Karel van Laarhoven (KWR) – Joost Louter (Waternet) – Sarah Aalbers (Dunea) – Djordje Mitrovic (KWR)

Aqua Ludens, winnaar Waterwijs

V.l.n.r.

Joep van den Broeke (KWR)

De Waterwijs Praktijkprijs is bedoeld voor een oplossing die echt een verschil maakt in de wereld van drinkwater. De prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een team van drinkwaterprofessionals en onderzoekers dat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek uit het Waterwijsonderzoeksprogramma succesvol omgezet heeft naar implementatie in de praktijk, met duidelijke impact voor de gebruikers. Of het nu gaat om een beter model voor het voorspellen of oplossen van problemen, een technologie die waterkwaliteit verbetert, of een manier om drinkwaterverbruik te verminderen – wat telt is de succesvolle invoering, uitrol, opschaling of toepassing, die bijdraagt aan vernieuwing in de drinkwatersector. En daarmee de toekomst van schoon, toegankelijk drinkwater helpt veilig stellen.

Praktijkprijs publieksprijs 2025
André van Toly (waterbedrijf Groningen), Nicolien van Aalderen (KWR), Arjen Kok (WLN), Sija Stofberg (KWR),

te spelen ineens veel beter kon verplaatsen in de positie van een boer. Wat zijn belangen zijn, waar hij tegenaan loopt. “Je leert elkaars realiteit zien,” zei hij. Zo werd een spel een manier om verschillende werelden met elkaar te verbinden.

En hoewel er altijd maar plaats is voor twee winnaars, lieten alle inzendingen mooie uitwerkingen zien van hoe onderzoek naar de praktijk gebracht is. De les die beide winnaars dit jaar benadrukten is dat een succesvolle implementatie van kennis niet alleen tijd en inzet, maar ook volharding en doorzettingsvermogen vraagt van zowel onderzoekers als gebruikers!

De vakjury, bestond deze editie uit Henk Brink (WMD), Han Vervaeren (De Watergroep), Geert-Jan Cath (Vitens), Anne Mathilde Hummelen en Milou Dingemans (beide KWR). Henk Brink verwoordde de kern van de weg van onderzoek naar praktijk treffend bij de prijsuitreiking: “Innovatie is 10% inspiratie en 90% transpiratie.”

Op de pagina’s hierna laten we zes projecten zien die geselecteerd zijn voor de Waterwijs Praktijkprijs.

Jury Waterwijs Praktijkprijs v.l.n.r. Anne Mathilde Hummelen (KWR), Han Vervaeren (De Watergroep), Henk Brink (WMD), Milou Dingemans (KWR), Geert-Jan Cath (Vitens)

Het begint met mooie ontmoetingen

De eerste Waterwijsweek van juni 2025 stond in het teken van ontmoeten. Drie dagen met drie verschillende thema’s: Beleid ontmoet Waterwijs, Praktijk ontmoet Waterwijs en Science meets Waterwijs. Veel mensen ontmoetten elkaar en raakten met elkaar in gesprek. Dat gebeurde op een zonovergoten Waterkwartier bij KWR in Nieuwegein.

Het werd tijdens deze week opnieuw duidelijk hoe belangrijk het is om naar elkaar te luisteren en elkaars taal te spreken. En om doelgericht samen te werken om Waterwijskennis steeds verder te brengen zodat het echt landt in de praktijk van de drinkwaterbedrijven.

Deze Waterwijsweek liet zien dat ontmoeten een eerste voorwaarde is om vervolgstappen te kunnen zetten richting succesvolle implementaties. En daar doen we het voor!

Van ontmoeten naar doen

Wat heb je aan kennis als niemand ermee aan de slag kan? Als het niet gedeeld, besproken, begrepen en toegepast wordt? Deze vraag hield me bezig toen ik besloot om het biologisch onderzoek te verlaten en me te specialiseren in wetenschapscommunicatie. Want hoe mooi en waardevol onderzoek ook is: het komt pas tot leven als het buiten het lab of rapport zijn weg vindt. Door mensen die de theorie gebruiken om samen tot nieuwe inzichten te komen, oplossingen te zoeken en keuzes te maken. De vertaalslag van kennis naar doen begint tenslotte niet achter een bureau, maar in gesprek. In een ontmoeting met anderen.

Dat is precies waar de Waterwijsweek om draaide: ontmoeten. Op 12 juni kwamen waterprofessionals samen tijdens de Praktijk ontmoet Waterwijs-middag om samen te verkennen hoe we kennis daadwerkelijk verder kunnen brengen richting toepassing. Niet enkel via de presentaties of tentoongestelde factsheets - al bieden die een goede basismaar juist ook in de gesprekken daartussen: aan statafels, tijdens casussen of gewoon bij een kop koffie.

Zoals bij Aqua Ludens, de serious game die de publieksprijs van de Waterwijs Praktijkprijs won. De game is ingericht om dialoog over de watertransitie tussen waterpartners en andere sectoren te ondersteunen. André van Toly vertelde dat hij zich door het spel te spelen ineens veel beter kon verplaatsen in de positie van een boer. Wat zijn belangen zijn, waar hij tegenaan loopt. “Je leert elkaars realiteit zien,” zei hij. Zo werd een spel een manier om verschillende werelden met elkaar te verbinden. Ook Gondwana, winnaar van de vakjuryprijs, liet zien wat er nodig is om kennis echt te laten landen: geen dichtgetimmerd eindproduct, maar een flexibel Zwitsers zakmes dat alleen kan ontstaan in co-creatie met de praktijk.

Henk Brink verwoordde het treffend bij de prijsuitreiking: “Innovatie is 10% inspiratie en 90% transpiratie.” Oftewel: implementeren kost tijd, inspanning en samenwerking. Maar die samenwerking is nodig om theorie om te zetten in gereedschap. Dát is ontmoeten - elkaar vinden in een gedeelde opgave.

En misschien is dat ook wel de kern van de watertransitie: een gezamenlijke opgave die vraagt om actie, maar die begint bij iets heel menselijks - elkaar écht ontmoeten.

Auteur: Lisanne van Hoek (KWR)

Gondwana voor optimalisatie van de distributie van drinkwater

Drinkwaterbedrijven staan voor complexe ontwerpvragen rond hun leidingnet. Hoe zorg je voor een toekomstbestendige structuur? Welke leidingen moeten wanneer vervangen worden? Waar plaats je sensoren, drukmetingen en afsluiters om het netwerk optimaal te monitoren en te beheren? Binnen Waterwijs is onderzocht hoe deze vraagstukken sneller en slimmer aangepakt kunnen worden met behulp van numerieke optimalisatie – wiskundige methoden die helpen om snel tot de best mogelijke oplossingen te komen. Uit dit onderzoek is Gondwana ontstaan: een flexibele tool waarmee ontwerpvragen kunnen worden geformuleerd op basis van specifieke uitgangspunten, doelen en randvoorwaarden. De tool genereert vervolgens een overzicht van optimale ontwerpopties voor het leidingnet, zodat professionals direct inzicht hebben in de beste keuzes voor hun situatie. Gondwana is ontwikkeld als een soort ‘Zwitsers zakmes’ voor drinkwaterbedrijven: breed inzetbaar, maar altijd afgestemd op de eigen praktijk.

De kracht van Gondwana zit niet alleen in de technologie, maar ook in de samenwerking. De experts bij de drinkwaterbedrijven zijn eerst ‘in de leer gegaan’ bij KWR-onderzoekers in workshops om de mogelijkheden en werking van de tool goed te leren

kennen. Daarna gingen ze in hun eigen organisatie aan de slag, waarbij collega’s van verschillende afdelingen samenwerkten en actief ondersteund werden door KWR-onderzoekers. Deze aanpak heeft ervoor gezorgd dat Gondwana niet op de plank blijft liggen, maar daadwerkelijk wordt toegepast in de dagelijkse praktijk.

Hoewel het werk ‘onder de grond’ gebeurt en dus voor het grote publiek onzichtbaar blijft, is deze toepassing van grote waarde vanwege de aanzienlijke financiële impact voor de drinkwatersector. De tool is al op diverse plekken aan het werk. Brabant Water zette Gondwana in om een druksensornetwerk te ontwerpen. Dunea gebruikte de tool voor het bepalen van DMAs (District Metered Areas) in Den Haag. PWN paste Gondwana toe voor de inrichting van hun eigen DMAs. Waternet ontwierp er een toekomstbestendige streefstructuur mee. De Watergroep ontwikkelde een zelfreinigende streefstructuur en Evides gebruikte Gondwana voor het bepalen van optimale afsluitersecties. In totaal hebben inmiddels negen drinkwaterbedrijven de tool succesvol ingezet voor (uiteenlopende) toepassingen.

Gondwana is de winnaar van de jury Waterwijs Praktijkprijs 2025.

Spelenderwijs werken aan de watertransitie met Aqua Ludens

Voor een duurzaam ingerichte zoetwatervoorziening in Groningen is een watertransitie nodig: een nieuwe manier om de beschikbaarheid van zoetwater beter af te stemmen op uiteenlopende functies zoals drinkwater, industrie, landbouw en natuur. Dat vraagt om goede samenwerking en begrip tussen alle betrokken partijen. Om deze dialoog te stimuleren, is de serious game Aqua Ludens ontwikkeld: een combinatie van een bordspel en een digitaal watersysteemmodel waarmee de complexiteit en onderlinge afhankelijkheden binnen het watersysteem zichtbaar worden.

In Aqua Ludens kruipen deelnemers in de rol van verschillende stakeholders en worden ze uitgedaagd om keuzes te maken die het gehele watersysteem beïnvloeden. Het spel helpt spelers elkaars belangen te begrijpen, laat zien hoe lastig het is om deze te verenigen en benadrukt het belang van gezamenlijke doelen in de watertransitie. Om zo op een realistische manier inzicht te krijgen in de gevolgen van besluiten en de noodzaak van samenwerking.

Waterbedrijf Groningen (WBG) en WLN waren opdrachtgever. Zij waren betrokken bij de uitvoering van het project met actieve stakeholders uit de regio. Er is brede maatschappelijke interesse voor Aqua Ludens vanuit gemeenten, waterschappen, vertegenwoordigers van industrie, landbouw, natuurorganisaties en adviesbureaus. Al meer dan 70 deelnemers namen deel aan speelsessies in Groningen en daarbuiten.

De game is een effectief middel om wederzijds begrip te vergroten en bruggen te slaan tussen sectoren. Op verzoek van WBG en andere regionale partners is een team onder leiding van WLN gevormd dat zelfstandig speelsessies organiseert. Zo blijft het spel ook na afronding van het project bijdragen aan bewustwording en samenwerking in de regio.

Dat was dan ook een belangrijk onderdeel van de aanpak: het trainen van een regionaal team in spelbegeleiding. KWR verzorgde deze training en maakte het spelmateriaal beschikbaar voor alle projectpartners. Hierdoor kan de serious game nu ook zonder externe begeleiding worden toegepast, wat de kans op langdurige impact vergroot.

Het spel weet op een toegankelijke manier een complex vraagstuk tastbaar te maken en brengt mensen uit zeer verschillende werelden bij elkaar. Met deze creatieve, interactieve en verbindende aanpak won Aqua Ludens de publieksprijs van de Waterwijs Prakijkprijs 2025.

Sneller inzicht in microbiologische waterkwaliteit met RT-PCR

Intestinale enterococcen zijn een belangrijke parameter bij het waarborgen van microbiologisch veilig drinkwater. De huidige wettelijke analysemethode is gebaseerd op een gestandaardiseerde kweek, maar die heeft één groot nadeel: het duurt relatief lang voordat de resultaten beschikbaar zijn. In de praktijk kan dat vertraging opleveren bij het beoordelen van waterkwaliteit, bijvoorbeeld na werkzaamheden of bij calamiteiten zoals leidingbreuken.

Binnen verschillende Waterwijs projecten is daarom gewerkt aan een snellere detectiemethode. Het resultaat is de RT-PCR intestinale enterococcen: een analyse die op basis van genetisch materiaal binnen vier uur de aanwezigheid van deze bacteriën kan aantonen. Daarmee kunnen

drinkwaterbedrijven veel sneller beoordelen of het water microbiologisch veilig is.

De ontwikkeling en validatie van deze sneltest was een samenwerking tussen de drinkwaterlaboratoria en KWR. Met gezamenlijke inspanning is een betrouwbare methode ontwikkeld én gevalideerd, inclusief interlaboratoriumonderzoek. De aanvraag bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om de RT-PCR methode als officieel alternatief voor de kweekanalyse te erkennen, was ook een gezamenlijke actie.

Sinds 2024 beschouwt ILT de RT-PCR intestinale enterococcen als gelijkwaardig aan de wettelijke kweekmethode. Dit betekent dat alle Nederlandse drinkwaterbedrijven deze snelle methode nu kunnen inzetten

voor de monitoring, bijvoorbeeld bij het controleren van monsters na reparaties in het distributienet. In de praktijk maken vrijwel alle drinkwaterbedrijven hier inmiddels gebruik van.

Naast de praktische voordelen heeft deze samenwerking ook geleid tot een brede kennisuitwisseling over moleculaire diagnostiek. Hierdoor nemen Nederland en Vlaanderen internationaal een vooraanstaande positie in op het gebied van de toepassing van deze technologie in de drinkwatersector.

Transformatief Omgevingsmanagement

De uitdagingen waar de drinkwatersector voor staat - zoals klimaatverandering, toenemende druk op de fysieke ruimte en de energietransitie - vragen om een nieuwe manier van samenwerken met de omgeving. Het project Transformatief Omgevingsmanagement bracht de verschillende benaderingen van omgevingsmanagement in kaart. Daarbij is een nieuwe oriëntatie voorgesteld: transformatief omgevingsmanagement.

Deze benadering draait om fundamentele verandering in het maatschappelijk belang. Niet langer staat alleen de vraag centraal wat een waterbedrijf nodig heeft, maar vooral wat een gebied als geheel vraagt. Denk aan het slim koppelen van water- en energietransitie of het vinden van een nieuwe balans tussen landbouw, natuur en woningbouw.

De rol van de omgevingsmanager verandert mee. Hij of zij bouwt netwerken, ontwikkelt ideeën, legitimeert keuzes en organiseert middelen. Essentieel daarbij is het vermogen om uit te zoomen naar het grote geheel en weer in te zoomen op een concreet project. Zo bereidt deze aanpak zowel de drinkwatersector als de samenleving voor op de toekomst.

Uit een verkenning blijkt dat waterbedrijven hier al mee aan de slag zijn. Vitens heeft de aanpak omarmd, verder uitgewerkt en vastgelegd in de visie op omgevingsmanagement, die nu als strategisch kader dient voor projecten en programma’s. Ook andere waterbedrijven onderzoeken hoe zij deze werkwijze kunnen toepassen.

Eenvoudige en effectieve monitoring van waterkwaliteit met HPLC-UV screening

De kwaliteit van het oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de productie van drinkwater staat voortdurend onder druk. Regelmatige monitoring op organische microverontreinigingenzowel bekende als onbekende - is daarom essentieel. HPLC-UV screening biedt hiervoor een betrouwbare en relatief goedkope oplossing. Deze methode, die vloeistofchromatografie koppelt aan UV-detectie, wordt sinds de jaren negentig toegepast door Nederlandse drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat.

Rijkswaterstaat gebruikt de techniek om continu de kwaliteit van het Rijn- en Maaswater te bewaken zodra het Nederland binnenstroomt. Daarnaast wordt de screening ingezet voor de kwaliteitsbewaking van het ingenomen Maaswater voor drinkwaterproductie op verschillende productielocaties, maar ook om nieuwe chemische bedreigingen op te sporen. Zo maakte deze techniek het in 2015 mogelijk om de stof pyrazool in de Maas te detecteren – iets dat zonder deze analyse niet was gelukt.

KWR, Evides, WML en Rijkswaterstaat werken samen aan de harmonisatie van de methode. Een belangrijke stap hierin is de standaardisatie van UV-spectra en de ontwikkeling van de KWR Retentietijd Index (KRetI). Deze innovaties maken dat resultaten uit verschillende laboratoria goed met elkaar te vergelijken en uit te wisselen zijn.

KWR speelt een centrale rol in dit proces en beheert de stoffendatabase, organiseert ringonderzoeken, biedt ondersteuning via een helpdesk en ontwikkelt en onderhoudt de database software HPLCUV2R voor dataverwerking en -uitwisseling. Sinds 2021 is er een webpagina beschikbaar waar deelnemers meetgegevens kunnen bekijken en visualiseren. De recent ontwikkelde HPLC-UV2R shiny app maakt het mogelijk om de identiteit van stoffen snel te achterhalen. Deze wordt inmiddels gebruikt door vijf laboratoria: Aqualab Zuid, RWS Lobith/Bimmen, RWS Eijsden, RWS Lelystad en KWR zelf.

De kennis en techniek worden momenteel toegepast bij WML, Evides en Aqualab Zuid, en zijn ontwikkeld binnen Waterwijs. Dankzij de voortdurende samenwerking en verbeteringen blijft de HPLC-UV screening een onmisbaar instrument voor de drinkwatersector om te voldoen aan de wettelijke verplichting om zowel bron als afgeleverd water te monitoren.

Realistische keuring en duurzamer watermeterbeheer

Watermeters vormen de basis voor een eerlijke registratie van waterverbruik en zorgen ervoor dat klanten kunnen vertrouwen op een correcte factuur. Tot nu toe worden watermeters gekeurd op een aantal vaste volumestromen (debieten, in m³/h) volgens Europese richtlijnen. Deze standaardvolumestromen (debieten) komen echter maar beperkt overeen met het werkelijke gebruik in huishoudens. Daardoor bestaat het risico dat meters onnodig worden afgekeurd, terwijl ze in de praktijk prima functioneren.

Het project Gewogen Miswijzing ontwikkelde een methode die beter aansluit bij het dagelijkse drinkwatergebruik. Naast de bestaande teststromen worden nu ook metingen gedaan bij drie aanvullende debieten die representatief zijn voor het daadwerkelijke verbruik. Aan elk van deze debieten wordt een weegfactor gekoppeld, gebaseerd op gemiddeld huishoudelijk gebruik. Hierdoor ontstaat een realistischer beeld van de afwijking van de meter: afwijkingen bij zeer lage volumestromen -

die nauwelijks invloed hebben op de jaarrekening - wegen bijvoorbeeld minder zwaar mee.

De methode is onderbouwd met metingen in huishoudens en gevalideerd met behulp van SIMDEUM (SIMulation of water Demand, and End-Use Model). Dit model koppelt menselijk gedrag, statistieken over waterverbruik en technische specificaties van installaties, waardoor nauwkeurig inzicht ontstaat in de werkelijke vraag.

Watermeters blijven langer goedgekeurd, waardoor kosten dalen en de levensduur toeneemt. Deze aanpak opent de deur naar innovatie, bijvoorbeeld met digitale of composiet watermeters. Ook versterkt het de betrouwbaarheid van metingen, voorkomt het onnodige afschrijvingen en zorgt het voor een duurzamer gebruik van materialen. Het resultaat: een toekomstbestendig en duurzaam watermeterbeheer.

De theorie verder brengen in de praktijk

Zodra Waterwijsonderzoek is afgerond, ontwikkel je de resultaten verder in de praktijk. Dat is hoe implementatie bij distributie werkt, vertellen de leden van de themagroep Distributie tijdens een vraaggesprek over de succesvolle implementatie van Gondwana, winnaar van de Waterwijs Praktijkprijs 2025.

Themavoorzitter Joost Louter (Waternet) en themacoördinator Karel van Laarhoven (KWR)

Ontwerpen voor de ruggengraat van ons drinkwatersysteem

Het leidingnet vormt de ruggengraat van ons drinkwatersysteem. In een snel veranderende wereld moeten waterkwaliteit, leveringszekerheid en betaalbaarheid van drinkwater overeind blijven staan. Hoe draagt Waterwijs hieraan bij? Gondwana is een veelgenoemd voorbeeld bij de leden van de themagroep Distributie. Deze KWR-tool ontving in 2025 de Waterwijs Praktijkprijs voor de waardevolle bijdrage aan het ontwerpen van leidingnetten. “Ik denk dat het succes komt doordat we de onderzoekstool vanuit de praktijk weer een stap verder hebben kunnen brengen”, vertelt Joost Louter van Waternet, voorzitter van de themagroep. “We stoeiden met een hydraulisch vraagstuk en hadden het vertrouwen dat Gondwana - met wat aanpassingen - ons hierbij kon helpen.” Ook voor Matthijs Rietveld, werkzaam bij PWN, was Gondwana goed toe te passen in de praktijk. “Wij wilden uitzoeken wat de beste posities zijn voor flowmeters in het leidingnet. Die zoektocht kan je ook handmatig doen, maar Gondwana maakt het veel efficiënter.”

Het kost gewoon tijd en aandacht

De weg van Gondwana laat zien hoe belangrijk het is om voortschrijdende inzichten met elkaar te delen. Joost: “Drinkwaterbedrijven die nog niet zulke goede ervaringen met eerdere versies van Gondwana hadden, hoorden op een themagroepdag dat de tool op grond van praktijkvragen verder was ontwikkeld. Dat stimuleerde hen om het toch te gaan gebruiken.” Ook KWR-onderzoeker en themacoördinator Karel van Laarhoven benadrukt hoe essentieel nauwe contacten zijn tussen onderzoek en praktijk. “Zodra een onderzoek is afgerond, is de uitkomst nog niet pasklaar voor de echte wereld. Minstens zo belangrijk is dat de echte wereld ook niet meteen klaarstaat om de resultaten op te nemen in de dage-

lijkse gang van zaken. Het kost gewoon tijd en aandacht om resultaten over en weer aan te scherpen en toe te passen.”

Route naar de praktijk

De themagroepleden brengen nog veel meer voorbeelden van implementatie op distributiegebied naar voren. Van bodemtemperatuurstudies die hun bijdrage hebben geleverd aan recent beleid in de ondergrond tot spreadsheets die al sinds jaar en dag een rol spelen in onderhoudsplanningen. Roel Diemel van Brabant Water noemt het gebruik van CT-scans om de leidingconditie te bepalen: “Ik voorzie dat we met deze techniek delen van leidingen kunnen uitnemen om te besluiten welk onderhoud wanneer nodig is. Ook kunnen we de CT-scans gebruiken voor het valideren van sensoren voor in-line leidinginspectie, zodat we hierop kunnen vertrouwen terwijl de leidingen op hun plek blijven liggen.” Over de verspreiding van de Waterwijskennis binnen het drinkwaterbedrijf zegt Roel: “Het gaat er niet om dat alle monteurs precies op de hoogte zijn van de onderzoeksresultaten, maar wel dat je als themagroeplid ervoor zorgt dat die kennis landt in uitvoerbare werkopdrachten. Natuurlijk moet je aanpassingen aan werkwijzen wel intern toelichten. Waar het om draait, is onderzoek de juiste plek geven in de besluitvorming.”

Wat betekenen de resultaten nou voor ons?

Het blijkt dat leden van de themagroep Distributie hun verbindende rol richting hun eigen organisatie verschillend invullen. Het spectrum gaat van breed gestructureerd tot persoonsgebonden. Zo werkt Waternet met een periodiek intern overleg waarin opgeleverde rapporten worden besproken en beoordeeld. Joost: “We kijken dan naar: wat betekenen de resultaten nou voor ons? Hoe brengen we dit verder richting beleid of bedrijfsvoering?”

Bij PWN is het jaarlijkse technische rapport over het leidingnet een van de plek-

“Waar het om draait, is onderzoek de juiste plek geven in de besluitvorming.”
— Roel Diemel (Brabant Water)

ken waar alles bij elkaar komt. “Hierin staan onder meer alle distributie gerelateerde onderzoeksprojecten waaraan we hebben meegedaan”, zegt Matthijs. “Inclusief de implementatie. Zo zorgen we ervoor dat kennis in de praktijk terechtkomt.” Eelco Trietsch van Vitens geeft een andere richting aan. “Wij werken met kennishouders voor verschillende domeinen. Voor zover die mensen niet in een projectgroep zitten, probeer ik de rapporten op de juiste plek in de organisatie te krijgen. Het is vervolgens aan de mensen zelf om vorm te geven aan wat ze daarmee doen.” Maurice van de Roer licht de werkwijze bij Dunea toe. “Rapporten bespreken we binnen ons team en sturen we door naar relevante collega’s. Je kunt wel allerlei procedures bedenken, maar het is heel erg afhankelijk van de persoon of een onderzoeksresultaat echt wordt opgepikt.”

Implementeren en inspireren

Langs de route van onderzoek naar implementatie ontstaan ook interessante zijpaden, vertelt Karel. Het gedachtegoed kan op onverwachte plekken opduiken. “Gondwana is daarvan een mooi voorbeeld. Er zijn adviseurs die zeggen: dat kunnen wij veel beter, een geautomatiseerd ontwerp voor streefstructuren maken. Dat vind ik prachtig. Of het nu gaat om de toepassing van ons precieze onderzoek, of om de inspiratie die eruit voortkomt, we werken met zijn allen ergens naartoe.” <<

Beleid ontmoet Waterwijs

De blik vooruit richten en met elkaar bespreken hoe onderzoeksresultaten bijdragen aan de beleidsuitdagingen; dat was het thema van de Beleid ontmoet Waterwijs-dag. Dwarsverbanden tussen de grote maatschappelijke opgaven, waterbeleidsagenda’s, de kennisvragen voor de toekomst en duurzaamheidstransities waren de onderwerpen waar beleidsmakers en onderzoekers hun tanden in zetten. Een dag waar de strategische visie van de waterbedrijven op de veranderende omgeving aan bod kwam, net zo goed als het belang van sociaalwetenschappelijk Waterwijs onderzoek.

De kern van onderzoeksresultaten vertalen naar beleid

Als partner binnen Waterwijs gebruikt Vewin – de Vereniging van waterbedrijven in Nederland – de onderzoeksresultaten van Waterwijs in het lobbywerk voor de sector op Nederlands en Europees niveau. We gaan in dit interview met Arjen Frentz (Vewin) en Jos Frijns (KWR) dieper in op de raakvlakken tussen onderzoek en beleid.

Jos Frijns (KWR)

De kern van wat we al weten

Onderdeel van Waterwijs is het Beleidsonderbouwend Onderzoek. Hierin komt bestaand onderzoek op een toegankelijke manier samen. Wetenschappelijke resultaten worden vertaald naar beleidsdossiers. Daarmee kan Vewin werken aan de juiste belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding in Den Haag en Brussel. “De kennis van KWR is bijzonder goed bruikbaar op de raakvlakken tussen beleid en onderzoek”, zegt Arjen Frentz, manager beleid bij Vewin. “We kunnen ons advies ermee onderbouwen.” Jos Frijns, teammanager Resilience Management & Governance bij KWR, vult aan: “Binnen het Beleidsonderbouwend Onderzoek vragen we niet van onze onderzoekers om nieuw onderzoek te doen, maar om tot de kern te komen van wat we al weten. En om dit in begrijpelijke taal weer te geven. Dat is soms best een uitdaging.”

Heldere taal en afbeeldingen in factsheets

Een succesvol voorbeeld waar onderzoek en beleid elkaar vinden, weet Arjen

“Die impact, dat is waar we het uiteindelijk allemaal voor doen.”
— Jos Frijns (KWR)

meteen te noemen: de Kaderrichtlijn Water (KRW). “Deze Europese richtlijn is heel belangrijk voor het beschermen van drinkwaterbronnen. Het gaat over een veelvoud aan dingen die vaak ingewikkeld zijn om te duiden. Wat betekent bijvoorbeeld te veel nitraat in het grondwater voor de drinkwatervoorziening? Samen met KWR zijn we daarom begonnen met het ontwikkelen van factsheets die deze materie inzichtelijk maken. Zo zijn er bijvoorbeeld KRW-factsheets over opkomende stoffen, bestrijdingsmiddelen en nitraat. Zo’n factsheet bestaat uit een paar A4’tjes met heldere taal en inzichtelijke afbeeldingen. Ze zijn te vinden op de website van Vewin. En ze werken heel goed om richting de politiek en andere stakeholders te laten zien waarop wij onze standpunten voor de sector baseren.”

De leden bepalen mede de koers

Jaarlijks maken Vewin en KWR een lijst met onderzoeksvragen voor het Beleidsonderbouwend Onderzoek. Een lijst die niet in een ivoren toren wordt bedacht, maar die vanuit de sector wordt aangedragen, legt Arjen uit. “Vewin is een vereniging, en onze leden – de drinkwaterbedrijven – bepalen mede de koers. In stuurgroepen en commissies bespreken we verschillende beleidsonderwerpen en welke posities we als sector kunnen

innemen richting het beleid. Daarbij komt ook aan de orde welke inhoudelijke kennis we voor deze trajecten nodig hebben. Denk aan thema’s zoals waterkwaliteit, bodem en energie. Het blijft niet bij het raadplegen van de stuurgroepen over de vraagstelling, de resultaten worden ook bij de stuurgroep gepresenteerd, vaak met een advies erbij. Want we willen er natuurlijk wel voor zorgen dat al die kennis verder wordt gebracht en geïmplementeerd wordt.”

Onafhankelijk onderzoek

De resultaten van het Beleidsonderbouwend Onderzoek worden niet rechtstreeks richting het bevoegd gezag gestuurd, benadrukt Jos. “Het wetenschappelijk deel van het onderzoek moet onafhankelijk zijn. Dat is heel belangrijk. Daarom is het goed dat Vewin de eigen oplegnotitie schrijft bij de onderzoeksresultaten: een aanvullend document dat wordt gebruikt in de beleidsbeïnvloeding. Ik vind dat de juiste rolverdeling. Tegen mijn KWR-collega’s zeg ik altijd: als onderzoekers moeten wij niet op de stoel van Vewin gaan zitten. Wij geven geen aanbevelingen richting het beleid.” Hoe het met die scheidslijn werkt, maakt Arjen concreet aan de hand van een voorbeeld. “Neem de KRW-factsheets die ik eerder noemde. Wanneer er eentje klaar is, plaatst Vewin een nieuwsbericht op de website met daarin ons standpunt.

Arjen Frentz (Vewin)

Beleid ontmoet Waterwijs!

De ontmoeting tussen beleid en Waterwijs stond centraal op de eerste dag van de Waterwijsweek in het Waterwijskwartier. Als KWR-onderzoeker werk ik aan vraagstukken rond drinkwaterbesparing en waterhergebruik. Wat deze dag voor mij onderstreepte is dat innovatie in de watersector om meer draait dan technologie en innovatie. Dat is slechts één puzzelstuk, naast motivatie, inspanning en gedrevenheid en niet te vergeten: de beleidskaders waarbinnen we werken.

Durk Krol van Water Europe -het netwerk van professionals en organisaties die een Water-Smart Society in Europa als doel hebben- gaf een inkijk in de EU Water Resilience Strategy. Een mooi kader voor de Nederlandse overheid. Geert Koskamp (Ministerie van IenW) benoemde vervolgens een belangrijke (nationale) uitdaging: hoe zorgen we dat we niet alleen waterwijs, maar ook bodemwijs zijn?

Innovatie is nodig om de uitdagingen in de drinkwatersector het hoofd te bieden. Dit vraagt om durf, zeker in de (drink)watersector die van nature risicomijdend is. Tico Michels (Brabant Water) illustreerde dit met zijn ervaringen als innovatiemanager: “Het piept en kraakt in het watersysteem, en dat vraagt om aanpassing, samenwerking en innovaties.” Maar nog niet voor alles is een oplossing gevonden. Zo is bij het stimuleren van waterbewust gedrag heel belangrijk om te begrijpen waarom mensen doen wat ze doen. Hoe overbrug je de kloof tussen intentie en actie? Eline Steenhuisen (Ministerie van IenW) constateerde dat “het gouden ei voor gedragsverandering dat succesvol is op de lange termijn nog niet gevonden is.” Daar ligt dus nog een flinke opgave.

Een paneldiscussie maakte ook weer duidelijk hoe complex het speelveld is waarmee de drinkwaterbedrijven te maken hebben en hoe belangrijk kennis hierbij is. Arjan Driesprong (Oasen) benadrukte het belang van feitelijke kennis om de gestelde beleidsdoelen zoals 100 liter per persoon per dag te realiseren: waar zitten de uitdagingen en welke oplossingen zijn mogelijk? Anne Mathilde Hummelen (KWR) concludeerde dat naast die feitelijke kennis, innovatie van groot belang is om al die uitdagingen het hoofd te bieden, maar voegde daar gelijk aan toe dat innovatie vraagt om een lange adem.

Wat mij bijzonder aansprak bij deze eerste dag van de Waterwijsweek, was de openheid waarmee mensen hun uitdagingen deelden. Ontmoeten is geen bijzaak, het is de kern van vooruitgang. Alleen door samen te werken komen we tot een waterwijze samenleving.

Auteur:

Ruben van den Berg (KWR)

Vervolg pagina 25

Bijvoorbeeld dat PFAS moet verdwijnen uit ons watersysteem en dat de lozingen hiervan moeten stoppen. We linken hierin naar de factsheet over opkomende stoffen, waarin de feiten staan. Voor ons is die communicatie in het verloop van onze lobbytrajecten heel belangrijk. Er is veel behoefte aan kennis, daar staat niet iedereen bij stil. Vooral in de politiek, waar mensen komen en gaan. Het werkt heel goed om dit samen met KWR te doen. Het is een echte coproductie.”

Er is veel behoefte aan kennis, daar staat niet iedereen bij stil.
— Arjan Frentz (Vewin)

Impact maken, daar doen we het voor

Dat het Beleidsonderbouwend Onderzoek is ingebed in Waterwijs, vinden zowel Arjen als Jos hoogstnoodzakelijk. Arjen: “Het is goed om je te realiseren dat de drinkwatervoorziening samenhangt met allerlei systemen. We hebben te maken met zo’n beetje alle ministeries en met alle gelederen binnen de Europese Commissie. Daarom lopen we tegen uiteenlopende vraagstukken aan. Bij al die dossiers kunnen we gewoonweg niet zonder de feiten.” Vanuit wetenschappelijk oogpunt zorgt het Beleidsonderbouwend Onderzoek ervoor dat onderzoeksopbrengsten worden vertaald naar beleidsrelevantie. “Daar ben ik heel blij mee”, zegt Jos. “Want binnen Waterwijs werken we met en voor de drinkwatersector, zodat het resultaat ook ergens landt. Het slechtste wat kan gebeuren, is dat een rapport in een lade verdwijnt. Samen met de drinkwaterbedrijven besteden we daarom veel aandacht aan die doorvertaling. Het Beleidsonderbouwend Onderzoek vormt daarin een puzzelstukje. Niet alleen omdat de resultaten in dit geval door Vewin worden gebruikt, maar ook om onze onderzoekers bewust te maken dat zij hun opbrengsten zo verwoorden dat ze bruikbaar zijn voor bepaalde doeleinden in de buitenwereld. Die impact, dat is waar we het uiteindelijk allemaal voor doen.” <<

Praktische toepassingen zijn de sleutel voor het verder brengen van onderzoeksresultaten naar de praktijk

Themavoorzitter Arjen ter Braak (Waternet) en themacoördinator Sabrina Keinemans (KWR)
Hoe krijg je het voor elkaar om Waterwijskennis te laten landen daar waar het hoort: op de werkvloer van de drinkwaterpraktijk? We vragen het leden van de themagroep Klant.

Schat aan informatie

Binnen Waterwijs richt het onderzoek van het thema Klant zich op het begrijpen van de mens achter de watermeter. Arjen ter Braak van Waternet is voorzitter van de themagroep Klant en roemt KWR vanwege de enorme bibliotheek met een schat aan informatie. "Voor de communicatie met klanten kijken we ook naar de verschillende onderzoeksrapporten die daar bij kunnen helpen. Zeker als het gaat om drinkwaterkwaliteit en risicoperceptie kan onderzoek daar goed aan bijdragen. In 2024 is onderzoek gedaan naar dit onderwerp. De aandachtspunten uit dit onderzoek nemen we mee om onze communicatie te verbeteren."

Uitdaging om met elke klant contact te krijgen

Inge Warga, werkzaam bij Oasen, is nu twee jaar lid van de themagroep Klant. Niet heel lang dus, maar zij weet wel direct een project te noemen waarover ze erg enthousiast is. “We zitten in de afrondingsfase van De diverse drinkwaterklant dat gaat over digitale inclusie van onze klanten. Dit project heeft ons diverse handvatten gegeven die helpen bij het identificeren van handelingsperspectieven en hoe we die moeten toepassen. Samen met KWR en met collega’s van andere drinkwaterbedrijven keken we bijvoorbeeld naar de vraag: welke klanten vormen de grootste uitdaging om contact mee te krijgen? Door dit met elkaar te doen, breng je theorie naar praktijk. Die insteek hebben we echt nodig. Zo hebben we gaandeweg een andere wending aan het onderzoek kunnen geven om dichter bij de inzichten te komen die we kunnen toepassen.”

Klanten een duwtje in de goede richting geven

Ook Annemiek Admiraal van PWN is enthousiast over de resultaten van klantonderzoek binnen Waterwijs. Zij haalt een voorbeeld aan waarbij wetenschappelijke inzichten en getoetste technieken zijn gebruikt om te onderzoeken hoe, en in hoeverre, het waterbespaargedrag van klanten kan worden beïnvloed. “Samen met KWR hebben we gewerkt aan een ‘waterbespaarkit’, met daarin nudges die klanten net dat duwtje in de rug kunnen geven zodat ze bewuster omgaan met water. Denk aan een sticker voor op de spaarknop van het toilet. We delen die stickers uit op scholen wanneer we die bezoeken, en ook op festivals waar we aan deelnemen. Op de toiletten bij ons op kantoor kom je die stickers natuurlijk ook tegen. Korter douchen maken we aantrekkelijker met het motto ‘douche een liedje’, waarbij het liedje de tijdsduur van het douchen markeert. Deze tips gebruiken we in onze social media campagnes. Mooi toch, hoe zoiets praktisch voortkomt uit wat met onderzoek begon?”

Onderzoek laten landen op de werkvloer

Toch landen onderzoeksresultaten niet vanzelf op de werkvloer, vertelt Annemiek verder. “Eerlijk gezegd ervaar ik dat als de allergrootste uitdaging. Soms voelt het alsof ik de trechter ben waardoor alles de organisatie moet inkomen. Als ik het niet deel, gebeurt er niks. Maar het onderzoek dat we hier doen is niet van mij, het is van iedereen. Zodra een onderzoeksrapport uitkomt, maak ik een presentatie waarmee ik collega’s informeer. Vooral voor de afdeling communicatie is de informatie interessant. Omdat wij zowel extern als intern op B1-taalniveau communiceren, betekent dit wel een behoorlijke vertaalslag maken van het wetenschappelijke rapport dat uit het onderzoek komt.” De mate waarin themagroepleden aansluiting binnen de eigen organisatie vinden, hangt voor een groot deel af van de praktische aard van het onderzoek, vult Inge aan. “Als ik een vraag uitzet over een onderwerp dat ver van de mensen afstaat, krijg ik nagenoeg geen reactie. Maar komt een ervaringsdeskundige spreken over

“De toepassingen horen thuis bij de drinkwaterbedrijven zelf.”
— Sabrina Keinemans (KWR)

een aansprekend thema, dan is iedereen meteen enthousiast. Een concrete toepassing is de sleutel om collega’s in de meewerkstand te zetten.”

Van onderzoek naar praktijk vraagt een actieve houding

Het vraagt dus van themagroepleden een actieve houding om te helpen bij de vertaalslag van onderzoek naar praktijk. Themagroepcoördinator Sabrina Keinemans (KWR) denkt dat het heel waardevol is om binnen de themagroep hierin samen te werken. “De toepassingen horen thuis bij de drinkwaterbedrijven zelf”, vindt zij.

“Soms zit dit bij een project ingebakken, bijvoorbeeld door middel van co-creatie. Over het algemeen zou ik wat betreft verspreiding van kennis graag nog intensie-

“De aandachtspunten uit onderzoek nemen we mee om onze communicatie te verbeteren.”
— Arjen ter Braak (Waternet)

ver willen optrekken met de themagroepleden, bijvoorbeeld door ook samen te schrijven aan ideeën over implementatie. Dit jaar starten we voor het eerst met het werken in een cyclus, waarin die vertaling expliciet een plek krijgt: van projectplan-

nen bedenken, via keuzes maken en uitwisselen van resultaten tussen projectgroepen naar kennisdisseminatie. Ik ben benieuwd wat dat gaat brengen.” <<

Science meets Waterwijs

Onderzoekers uit de waterpraktijk en de academische wereld verkenden het onderzoeksecosysteem voor drinkwater op deze dag. Contact maken, dwarsverbanden vinden en zoeken naar slimme manieren om impactvolle kennis te co-creëren voor drinkwateronderzoek. In sessies van verschillende onderzoeksthema's ontmoetten het academisch perspectief en Waterwijs elkaar. En we zagen hoe we gezamenlijk kunnen bijgedragen aan maatschappelijke uitdagingen en transities. Vanwege het internationale karakter spraken we Engels.

Wetenschappelijke kwaliteitsborging bij KWR

De Wetenschapsraad van KWR waarborgt de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek van KWR, dus ook binnen Waterwijs. De leden van de Wetenschapsraad zijn de principal

scientists van KWR voor verschillende vakgebieden, onderzoekers die verbonden zijn aan verschillende universiteiten en hogescholen. Dankzij deze samenwerkingen is er structurele kennis-

uitwisseling tussen KWR en andere onderzoeksinstellingen.

Ieder lid is verantwoordelijk voor de borging van de wetenschappelijke resultaten,

Ruud Bartholomeus (KWR) en Milou Dingemans (KWR)

maar volgt ook de kennisontwikkeling en strategische aandachtspunten voor zijn of haar vakgebied. Samen dragen de leden bij aan de onderzoeksvisie van KWR en zorgen voor de realisatie daarvan. Ook stimuleren ze samenwerking tussen expertises voor een integraal perspectief en toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten in de praktijk en in de maatschappij.

De Wetenschapsraad bestaat uit vijftien leden. Ruud Bartholomeus en Milou Dingemans zijn Chief Science Officer bij KWR en vanuit die rol voorzitter van de Wetenschapsraad.

“Elke vijf jaar organiseren we een onafhankelijke peer review van ons onderzoek.”

Naast de interne Wetenschapsraad is er een externe Wetenschappelijke Adviesraad met internationaal gerenommeerde experts uit relevante onderzoeksgebieden. Deze raad adviseert KWR over de inhoud van het onderzoek en de implementatie van kennis.

Elke vijf jaar wordt een peer review uitgevoerd op het onderzoek van KWR door een onafhankelijke commissie van vooraanstaande wetenschappers. De commissie evalueert de wetenschappelijke kwaliteit van KWR en de mate waarin het interdisciplinaire onderzoek bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.

Science Meets Waterwijs: Samenkomen om de uitdagingen van de watersector aan te pakken

Op 13 juni, tijdens de Waterwijsweek, bracht de “Science Meets Waterwijs”-dag KWR-onderzoekers, praktijkmensen van waterbedrijven en de academische wereld bij elkaar om inzichten en ideeën uit te wisselen en om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk. Prof. Marijke Huysmans, Vrije Universiteit Brussel, vatte de urgentie van het moment goed samen: “Als we echt zo snel willen zijn als klimaatverandering, dan moeten we verder gaan dan pilots en innovaties naar de standaardpraktijk brengen.” Maar hoe doen we dat?

Tijdens de dag verkenden de deelnemers hoe ze over sectorale en disciplinaire grenzen heen kunnen werken om impactvolle oplossingen mogelijk te maken. Zo hielden Stefania Munaretto (KWR), Lisa Andrews (KWR) en Jan Gooijer (Vitens) een interactieve sessie over het overbruggen van wetenschap naar praktijk en beleid. Ze reflecteerden op de verschillende rollen die actoren in de watersector innemen bij het maken van deze brug, van uitvoerder tot wetenschapper en van knowledge broker tot integrator. Dit hielp de deelnemers na te denken over hun eigen rol in deze onderneming - waarbij zelfs één deelnemer later deelde dat ze zich nu realiseert dat ze een knowledge broker is maar nog nooit eerder op die manier over haar rol had nagedacht!

De dag stond ook in het teken van interessante presentaties van KWR-onderzoekers die waterbedrijven en anderen zouden kunnen inspireren over hoe ze systeemdenken en een veerkrachtige watertoekomst kunnen omarmen. Caro Mooren presenteerde haar promotieonderzoek binnen het NEXOGENESIS EU project, dat zich richt op beleidscoherentie in de water-energie-voedsel-ecosysteem (WEFE) nexus. Dit is een nieuwe manier om beleidsvorming in samenwerkingsverbanden te benaderen. Meteen daarna was ze in staat om met vertegenwoordigers van waterbedrijven te discussiëren over de mogelijke toepassing ervan in de praktijk om de transities in de Nederlandse watersector te ondersteunen.

Elkaar ontmoeten gaat dus niet alleen over het uitwisselen van ideeën, maar ook over het opbouwen van vaardigheden en het verkennen van nieuwe concepten. Het evenement benadrukte het groeiende belang van knowledge brokers: personen die onderzoek verbinden met de praktijk en het beleid, en die helpen bij het vertalen van complexe wetenschap naar bruikbare strategieën. Deze verbinders zijn van vitaal belang om kennis om te zetten in impact.

"Science Meets Waterwijs" was meer dan een showcase, het was een platform voor kennisuitwisseling dat bijdraagt aan een meer toekomstgerichte watersector. Alleen door elkaar over silo's, sectoren en perspectieven heen te ontmoeten, kunnen we de uitdagingen die voor ons liggen echt aangaan. En ook, zoals CEO Mariëlle van der Zouwen zei: “Samenwerken is hartstikke leuk!”

Auteurs: Caro Mooren (KWR) Lisa Andrews (KWR)

De watertransitie ondersteunen en versnellen

In Waterwijs is veel kennis ontwikkeld die waardevol is en gebruikt kan worden bij het werken aan de watertransitie. In het Kennisdossier Watertransitie en drinkwater koppelen we deze kennis over de watertransitie aan praktijkcasussen. Zo kunnen drinkwaterprofessionals en KWR-onderzoekers van elkaar leren en wordt de kennis beter beschikbaar voor de praktijk.

Wat is de watertransitie?

Watertransitie en drinkwater

Ons watersysteem staat onder druk door droogte, snelle afvoer van water, toenemend watergebruik, vervuiling en verzilting. We moeten anders met water omgaan om het systeem beter bestand te maken tegen klimaatverandering en om genoeg schoon water beschikbaar te houden voor natuur, drinkwater, industrie en landbouw. Dit wordt de watertransitie genoemd.

De watertransitie vraagt om andere keuzes in de inrichting van het land, zodat er voldoende en schoon water beschikbaar blijft. Om de drinkwatervoorziening in de toekomst veilig te stellen is het ook belangrijk zuiniger om te gaan met (drink)water en het beschikbare water te hergebruiken. De grote uitdaging is om handelingsperspectieven te ontwikkelen die helpen deze verandering in het bestuurlijke en fysieke watersysteem vorm te geven, waarbij de waarde van water voorop staat.

Water verbindt

In 2021 hebben Vewin en de Unie van Waterschappen een gezamenlijke visie op de watertransitie gepresenteerd. Deze visie (‘Water verbindt’) is gericht op de realisatie van een klimaatrobuust watersysteem via vier pijlers:

1. Water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting

2. Water beter vasthouden en verdelen

3. Zuinig omgaan met water

4. Waterkwaliteit verbeteren en vervuiling voorkomen

FACTSHEET

Kennisdossier Watertransitie

Water en bodem sturend?

In 2022 werd de ambitie voor een watertransitie op nationaal niveau uitgesproken in de Kamerbrief Water en Bodem Sturend’. Met deze Kamerbrief werd het kabinet geadviseerd water en bodem als leidend principe in de ruimtelijke ordening op te nemen.

In 2024 is deze ambitie aangepast naar ‘rekening houden met’ water en bodem. Hiermee lijkt de ervaren urgentie voor de watertransitie in de landelijke politiek af te nemen.

Unie van Waterschappen en Vewin pleiten voor een Nationale Watertransitie in de visie ‘Water verbindt’.

Watertransitie en drinkwater

Ons watersysteem staat onder druk door droogte, snelle afvoer van water, toenemend watergebruik, vervuiling en verzilting. We moeten anders met water omgaan om het systeem beter bestand te maken tegen klimaatverandering en om genoeg schoon water beschikbaar te houden voor natuur, drinkwater, industrie en landbouw. Dit wordt de watertransitie genoemd.

De watertransitie vraagt om slimme keuzes in de inrichting van het land, zodat er voldoende en schoon water beschikbaar blijft. Om de drinkwatervoorziening in de toekomst veilig te stellen is het ook belangrijk zuiniger om te gaan met (drink)water en het beschikbare water te hergebruiken. De grote uitdaging is om handelingsperspectieven te ontwikkelen die helpen deze verandering in het bestuurlijke en fysieke watersysteem vorm te geven, waarbij de waarde van water voorop staat.

Kennisdossier Watertransitie en drinkwater

Het doel van het project is om de impact van Waterwijs-kennis op de watertransitie te vergroten en daarmee de watertransitie te ondersteunen en te versnellen. De opbrengsten worden gebundeld in het Kennisdossier Watertransitie, en bestaan uit drie onderdelen:

1. Kennis in kaart: factsheets met beschikbare kennis rondom de opgaven in de watertransitie gekoppeld aan een overzicht van KWR-experts en een lijst met relevante Waterwijs-rapporten;

2. Waarden in de watertransitie: oplossingsrichtingen aan de hand van voorbeeldcasussen met waardenafwegingen;

3. Impact in actie: beschrijving van handelingsperspectieven voor het realiseren van de watertransitie.

Ga naar het Kennisdossier Watertransitie

Kennis in kaart

In de eerste fase van het kennisdossier is de beschikbare kennis in kaart gebracht in factsheets over belangrijke onderwerpen, waarin de opgaven en mogelijke oplossingen zijn weergegeven op basis van onderzoeksresultaten uit Waterwijs.

• Wat is de watertransitie?

• Drinkwaterbesparing

• Waterbewuste technologie in huis

• Bron- en ketenaanpak

• Ruimte voor drinkwater

• Drinkwater in het landschap

• Nieuwe afwegingen in het watersysteem

Elke factsheet verwijst naar een aantal relevante rapporten. Het Kennisdossier Watertransitie vullen we aan met oplossingsrichtingen en handelingsperspectieven voor de (drink)watersector die bijdragen aan de watertransitie. Er worden regelmatig nieuwe referenties toegevoegd van relevante Waterwijs-opbrengsten.

Coördinerend Overleg KWR Waterwijs

1. Jan Gooijer (Vitens)

2. Alex van der Helm (Waternet)

3. Willem van Pol (WML)

4. Jolijn van Engelenburg (KWR)

5. Henk Brink (WMD)

6. Arjen Frentz (Vewin)

7. Vincent de Graaff (Oasen)

8. Anne Mathilde Hummelen (KWR)

9. Bram Martijn (Dunea)

10. Gerlof Steen (PWN)

11. Tico Michels (Brabant Water)

12. Mark Schaap (Waterbedrijf Groningen)

13. Milou Dingemans (KWR)

14. Bert van der Wal (Evides)

15. Joop Mentink (WMD, excursieleider)

Han Vervaeren (De Watergroep) ontbreekt op de foto.

Het Coördinerend Overleg is in opdracht van de drinkwaterdirecteuren verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het Waterwijs-onderzoeksprogramma.

“We hebben in Nederland een sterke drinkwatersector die, net als in het verleden, ook nu voor grote uitdagingen staat. Ik zie die toekomst met vertrouwen tegemoet. Mede doordat ik al decennialang gestaag inzichten uit ons collectief onderzoek, nu Waterwijs, terug zie vloeien naar de drinkwaterbedrijven. Zo blijven we vanuit een stabiele basis gezamenlijk kennis ontwikkelen en innoveren vanuit een stevige verbinding met de dagelijkse praktijk.”

Alex van der Helm (Waternet)

Hoe moet de toekomstige watersector eruitzien?

In het GRROW*-lab denken we hierover na met de mensen die een actieve rol kunnen spelen in de ontwikkelingen in de Nederlandse en Vlaamse watersector: waterprofessionals en -onderzoekers jonger dan 35 jaar.

De drinkwatervoorziening in Nederland en Vlaanderen kan nu worden beschouwd als zeer betrouwbaar en veilig, maar het besef groeit dat de uitdagingen groter worden, bijvoorbeeld rondom klimaatverandering en verstedelijking. Om op de lange termijn te kunnen blijven voorzien in drinkwater, moeten drinkwaterbedrijven hun huidige praktijk heroverwegen. Het heroverwegen en aanpassen van complexe systemen zoals drinkwaterinfrastructuur is een stevige uitdaging, zowel op technisch als institutioneel niveau. Zo zijn de kosten van de infrastructuur vaak verankerd in de toekomst en zijn deze structuren ont-

worpen om decennialang te behouden en bestendigen. Hierdoor is het fundamenteel heroverwegen van de systeeminrichting vaak zowel bestuurlijk als technisch lastig.

Jonge drinkwaterprofessionals

Het GRROW-lab is in 2022/2023 gestart als een verkennend onderzoek binnen Waterwijs. De in dat eerste onderzoek ontwikkelde methodiek leverde zulke interessante opbrengsten op dat er in 2024-2025 een GRROW-lab georganiseerd is en er inmiddels gewerkt wordt aan een derde editie voor 2026-2027.

*Generational and Radical Rethinking of the Watersector

Om met een frisse blik naar de toekomst te kunnen kijken, richt GRROW zich vooral op de jongste generatie in de drinkwatersector. Waarbij deze generatie eerst in gesprek gaat met drinkwaterprofessionals uit andere generaties over de uitgangspunten waar ons huidige denken over (drink)water op gebaseerd is. Vervolgens ontcijferen we op welke uitgangspunten of paradigma’s ons huidige denken over (drink)water is gebaseerd. Door deze uitgangspunten samen met jonge onderzoekers en drinkwaterprofessionals te heroverwegen en te waarderen, kunnen we bepalen welke elementen we willen koesteren en behouden en welke in de toekomst moeten worden herijkt. Met deze aanpak

GRROW-lab 2026-2027

verbinden we jonge professionals niet alleen met elkaar, maar ook met de toekomst van de sector. We gebruiken hiervoor de GRROW-methodiek, lees er meer over op kwrwater.nl/grrow.

In het GRROW-lab 2026-2027 gaan we ons richten op de hele watersector: alle waterprofessionals kunnen meedoen! Ook nodigen we jonge én ervaren waterprofessionals om mee te doen aan het project. Het onderwerp zal zijn ‘Samenwerken over grenzen’. Geïnteresseerd? Meld je alvast aan via grrow@kwrwater.nl

Een nieuwe taal voor water

Denk jij wel eens na over jouw relatie met water? En, hoe water zich zou voelen in die relatie?

Nieuwe woorden voor water, zoals waterzorg, bronverschillig en waterlener, zijn ontwikkeld in het GRROW-lab; een programma van KWR waarin jonge waterprofessionals onderzoeken welke paradigma’s ons denken over (drink)water sturen, en of die heroverweging verdienen. In de afgelopen GRROW-cyclus stond de relatie tussen mens en water centraal.

In dertig intergenerationele dialogen gingen jonge professionals in gesprek met ervaren collega’s om te onderzoeken welke woorden we gebruiken voor water, en welke waarden daarin verscholen liggen. Uit een analyse van die woorden bleek dat we in de watersector vaak functioneel over water spreken: in termen van oorsprong (oppervlaktewater), toepassing (drinkwater) of bestemming (afvalwater). Verbondenheid met water, afhankelijkheid van water, of verantwoordelijkheid vóór water klinken nauwelijks door in onze taal.

In het GRROW-lab werd verkend hoe die taal eruit zou kunnen zien als andere waarden het vertrekpunt vormen. Om dat te onderzoeken, kropen GRROW-deelnemers, Coördinerend Overleg leden en DDW-bezoekers in de rol van mens of water, gingen met elkaar op date, en later zelfs in relatietherapie. In deze speelse setting ontstonden open gesprekken over zorg, controle, waardering en wederkerigheid.

Op basis van deze sessies werden ontwerpprincipes geformuleerd voor een duurzamere relatie. Hieruit ontstonden nieuwe woorden, die vervolgens in de praktijk werden getest. Dat leidde tot reflectieve gesprekken over betekenis en toepassing. Met een associatiespel werden de woorden verder geladen met beelden, emoties en toekomstscenario’s. Beeldmaker Manon Bijkerk maakte op basis daarvan visuele interpretaties, te vinden in het GRROW-woordenboek.

Tijdens het eindsymposium formuleerden jonge en ervaren waterprofessionals uit verscheidene organisaties een persoonlijk voornemen op groeipapier: iets wat zij, geïnspireerd door de nieuwe woorden, vanaf nu anders willen doen in hun werk én in hun relatie tot water. Zo werd taal letterlijk een zaadje voor verandering.

In 2026 start een nieuwe editie van GRROW. Interesse of ideeën? Mail naar grrow@kwrwater.nl.

Auteur:

Katja Barendse (KWR)

Kijk voor het hele GRROW woordenboek voor de Nederlandse watertaal op kwrwater.nl/grrow

Bronverschillig

bron•ver•schil•lig (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1. Zonder aandacht voor de waarde en de oorsprong van (de bron) van natuurlijke elementen, zoals water.

2. Onverschillig tegenover het belang, de bescherming en/of het behoud van natuurlijke bronnen, zoals waterbronnen.

Een bronverschillige houding leidt vaak tot vervuiling en verkwisting van water.

De bronverschilligheid van sommige industrieën heeft geleid tot ernstige milieuschade.

Etymologie: Samenstelling van bron (oorsprong, waterbron) + verschillig (afgeleid van verschillen in de betekenis

Waterlener

wa•ter•len•er (zelfstandig naamwoord, de; m/v) wa•ter len•en (leende, heeft geleend)

1. Een persoon die water tijdelijk gebruikt en in dezelfde of vergelijkbare staat teruggeeft aan de oorspronkelijke bron of aquatheek.

De boerin belooft als waterlener om het water dat zij gebruikt voor haar gewassen in goede conditie terug te geven.

Etymologie: Samenstelling van water (Oergermaans watar, ‘vloeistof, levensbron’) + lener (uit het Oudnederlands lenon of lênian, tijdelijk verkrijgen of gebruiken met de verplichting tot teruggeven. De uitgang -er duidt een persoon aan die iets doet, in dit geval: iemand die ‘leent’).

Waterzorg

wa•ter•zorg (zelfstandig naamwoord, de; o)

1. Beleid met betrekking tot het zorg dragen voor water.

2. Activiteiten die zijn gericht op het zorg dragen voor de gezondheid en het welzijn van water, met oog voor ecologische en menselijke behoeften.

Iedere dag zetten mensen zich in de watersector in voor goede waterzorg.

Etymologie: Samenstelling van water (Oergermaans watar, “vloeistof, levensbron”) + zorg (uit het Middelnederlands sorghe, “zorg, aandacht”).

Met elkaar begrijpen hoe het op je eigen zuivering werkt

Bas Wols (KWR) en Anthonie Hogendoorn (Evides)
Het collectieve werken binnen Waterwijs betekent vaak dat projectresultaten nog moeten worden vertaald naar de eigen drinkwaterpraktijk. Zeker voor de zuivering. Toch heeft zo’n brede blik een meerwaarde, vertellen ervaringsdeskundigen.

De opkomst van chemische stoffen in het water

Binnen de themagroep Zuivering draaien alle onderzoeksvragen om de behoefte aan meer begrip over een brede waaier aan zuiveringsprocessen, zodat dit beter en efficiënter kan. Om urgente vraagstukken vanuit de drinkwaterbedrijven aan te geven, schetst themavoorzitter Anthonie Hogendoorn van Evides een historisch perspectief. “Alle drinkwaterbedrijven bestaan nu zo’n anderhalve eeuw. Rond die tijd ontdekte men dat mensen ziek werden door het drinken van besmet water. De centrale drinkwatervoorziening kwam van de grond, waarbij chloor langdurig als desinfectiemiddel is gebruikt. Intussen zijn we van chloor afgestapt en hebben we met andere technieken de desinfectie goed in de vingers. Ik zie daar nog weinig uitdagingen, behalve dat we rekening moeten houden met klimaatverandering en de opwarming van het drinkwater. Waar het nu vooral om gaat, is de opkomst van chemische stoffen, met name in oppervlaktewater. Daar ligt onze grootste kennisbehoefte.”

Zuiveringsprocessen voorspellen met AquaPriori

Bas Wols, KWR-onderzoeker en coördinator van de themagroep Zuivering, springt graag op die kennisbehoefte in. “Ik werk het liefst aan een probleem dicht bij de praktijk. Als je behalve literatuuronderzoek ook iets kwantitatief kunt maken, bijvoorbeeld met modellen of experimenten, kun je de vraag als het ware vastpakken. Met zulke resultaten maak je voor drinkwaterbedrijven echt het verschil. Zo hebben we de tool AquaPriori ontwikkeld, een voorspellend model waarmee een zuiveringstechnoloog kan vaststellen of een bepaalde stof met bestaande zuiveringsprocessen uit het water kan worden verwijderd. We werken nu aan het verfijnen van het model, en ook aan manieren om deze op een gebruiksvriendelijke manier bij de drinkwaterbedrijven uit te rollen. Dat doen we voor alle tools die we binnen Waterwijs ontwikkelen. Het motiveert mij enorm om op deze manier bij te dragen aan maatschappelijke vraagstukken.”

We zijn oplossingszoekers

Binnen het thema Zuivering wordt relatief veel bedrijfsonderzoek gedaan. “Dit komt doordat wij oplossingszoekers zijn”, denkt Anthonie. “Kijk je bijvoorbeeld naar het thema Chemische Veiligheid, dan gaat het daar veel meer om het ontwikkelen en testen van nieuwe meetmethoden voor chemische stoffen. Bij ons gaat het er juist om technieken te ontwikkelen die deze stoffen kunnen verwijderen.” Ook Bas onderschrijft de acute aard van de vraagstukken rondom zuivering. “Stoffen die plotseling opduiken, moet je op korte termijn aanpakken. Daarnaast zijn er ook langetermijnuitdagingen. Bijvoorbeeld het circulair maken van de zuivering. Ook de toenemende druk op de bronnen speelt een rol. Drinkwaterbedrijven kampen soms met het probleem dat ze meer water nodig hebben dan er beschikbaar is. Dan moeten ze op zoek naar een alternatief, met bijbehorende zuiveringsvraagstukken. En ik zie de interesse groeien voor digitalisering. De zuivering draait continu. Als je deze processen slimmer kunt sturen en zo bijvoorbeeld chemicaliën

“Soms heb je fundamenteel onderzoek nodig dat je niet meteen kunt toepassen.”
— Bas Wols (KWR)

kunt besparen, is dat bijzonder interessant.”

De meerwaarde zit ook in de verschillen

Toch landen projecten vanuit Waterwijs niet meteen in de praktijk, vertelt Anthonie. “Het kan het vaak jaren duren voordat je de vruchten van het onderzoek plukt en tegen een aannemer kunt zeggen: bouw dit maar. Dat komt ook door de zorgvuldige aard van de sector. Veel van het werk zit aan de voorkant, en om het totaalplaatje te krijgen ben je een aantal projecten verder. Daarnaast is Waterwijs een samenwerkingsverband van allerlei drinkwaterbedrijven. Dat is natuurlijk prachtig, maar elk bedrijf heeft zijn eigen bron en daarmee unieke systeemkenmerken. Wanneer iets is getest op het systeem van het ene bedrijf, wil je dat minstens ook doen voor je eigen systeem om te zien of het werkt. Maar in die verschillen zit juist ook de meerwaarde. Het vergelijken van de resultaten levert heel veel inzichten op.”

Leren

begrijpen hoe het op je eigen zuivering werkt

Als voorbeeld van die meerwaarde noemt Anthonie het PFAS-onderzoek in Waterwijsverband. “Momenteel gebruiken de meeste drinkwaterbedrijven nog actieve kool om PFAS uit water te halen. Belangrijke vraag is de snelheid waarmee de verwijderingscapaciteit afneemt en dus de frequentie waarmee je de kool moet reactiveren. Omdat dit mede afhankelijk is van het type water dat je erin stopt, verschilt dit van bedrijf tot bedrijf. Zo leer

je met elkaar te begrijpen hoe het op je eigen zuivering werkt en hoe je dingen kunt verbeteren. Je krijgt hier een bredere blik door.” Ook voor Bas is die brede blik van groot belang. “Soms heb je fundamenteel onderzoek nodig dat je niet meteen kunt toepassen. Toch is dat geen weggegooide kennis. Het kan later weer van pas komen. Voor een goede verbinding tussen onderzoek en praktijk moeten we de onderwerpen in nauwe samenspraak agenderen.” <<

“Het vergelijken van de resultaten levert heel veel inzichten op.”
Anthonie Hogendoorn (Evides)

Waterverse: een Europese impuls voor datagedreven werken

De uitwisselbaarheid van gegevens vergroten voor een betere besluitvorming voor eindgebruikers. Dat is de ambitie van het Europese project Waterverse. Welke vruchten plukken we hier binnen Waterwijs van?

Data spaces: vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar

Ze moeten toegankelijker, betaalbaarder, veiliger, eerlijker en gebruiksvriendelijker: data die binnen de watersector worden verzameld en tot nu toe lastig met elkaar zijn te verbinden. Momenteel bestaat een grote vraag naar data spaces, vertelt KWR-onderzoeker Siddharth Seshan. De behoefte sluit aan bij de huidige tijd van digitalisering en datagedreven werken. Data spaces vertegenwoordigen een veilige en gecontroleerde manier van data delen en hiermee waarde creëren. Ook binnen Europa is hierover een gemeenschappelijke strategie geformuleerd. Siddharth: “In andere sectoren, zoals energie en transport, zien we ontwikkelingen in het vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar maken van data. Binnen Waterverse nemen we de watersector in die beweging mee. Het Water Data Management Ecosysteem (WDME) dat we met het project hebben gebouwd, is een technische oplossing voor een water data space. Een digitale omgeving waar je data met betrekking tot water van verschillende bronnen met elkaar kunt combineren.”

De veerkracht van de watersector als geheel vergroten

Het Waterverse-project (2022-2025) is een Europees samenwerkingsverband met pilots in Nederland, Duitsland, Spanje, Finland, Cyprus en het Verenigd Koninkrijk. Partners bestaan uit kennisinstituten, waterbedrijven, vertegenwoordigers uit de watertechnologie, innovatiebedrijven en specialisten in data spaces om zo de veerkracht van de watersector als geheel te vergroten. Eén van de pilots is ondergebracht bij PWN, dat hierin nauw samenwerkt met KWR. “In 2021 heeft PWN een traject doorlopen om te kijken hoe digitalisering ons kan helpen bij toekomstige opgaven”, vertelt Suze van der Meulen, innovatiemanager bij het drinkwaterbedrijf. “We spraken toen de ambitie uit om in 2035 zicht te willen hebben op alles wat ligt tussen onze bron – in ons geval de Zwitserse Alpen waar de Rijn ontspringt – en onze klant. Het gaat dan over waterkwaliteit en -kwantiteit, maar bijvoorbeeld ook over biodiversiteit, CO2-voetafdruk en kosten. We willen hier real time inzicht in hebben, en deze tevens kunnen voorspellen en simuleren. Toen de call voor het Water-

verse-project langskwam, kregen we vanuit KWR het advies om hier in te stappen. Dit was een geweldige kans om op Europees niveau toe te werken naar datastandaarden die voor onze ambities nodig zijn.”

Vertalen naar Waterwijs

Als het beoogde WDME na afronding van Waterverse wordt opgeleverd, moet het platform nog naar de praktijk worden vertaald. Voor PWN omschrijft Suze drie mogelijke use cases. “We willen inzicht krijgen in de waterkwaliteit van het IJsselmeer, de IJssel en de Rijn, ook voorbij de landsgrenzen. Daarnaast willen we het ecosysteem gebruiken voor onderzoek. En we willen inzicht krijgen waar PFAS in onze bronnen vandaan komen. Maar ik zie onze deelname aan Waterverse breder dan ons eigen drinkwaterbedrijf. De vragen die we ermee aanpakken, spelen in de hele watersector. In binnen- en buitenland. We zitten allemaal in een digitale transitie en kunnen veel van elkaar leren.” Ook Siddharth ziet kansen om de resultaten van het Europese project te vertalen naar Waterwijs. “Binnen de drinkwaterbedrijven genereren we ontzettend veel data. Bijvoorbeeld in onze laboratoria en met alle pilotstudies. Met Waterverse hebben we ervaring opgedaan hoe we met het ecosysteem antwoord op vragen kunnen geven. In het verlengde hiervan voeren we nu positieve gesprekken met stakeholders om zo’n platform ook in de Nederlandse context tot ‘business as usual’ te maken. We hebben een flinke versnelling doorgemaakt om hierin te kunnen opschalen.”

“Binnen de drinkwaterbedrijven genereren we ontzettend veel data."
Siddharth Seshan (KWR)

Hoe maak je digitale transformatie succesvol?

Behalve de techniek om een data-ecosysteem te bouwen, speelt een andere belangrijke factor mee om de digitale transformatie

Siddharth Seshan (KWR)

succesvol te maken. “De technologie is er wel, maar je moet ook de mensen hierin meenemen”, benadrukt Suze. “Datagedreven werken vraagt om een andere manier van denken en je hebt andere rollen nodig. Data scientists, data architecten en data stewards, om een paar te noemen. Binnen Waterverse is daarom veel aandacht besteed aan multi stakeholder forums: plekken waar belanghebbenden in het proces worden gehoord en meegenomen. Je moet rekening houden met alle niveaus binnen de

organisatie, van directie tot operationeel. Als we het platform willen inzetten voor onderzoek, moet je een diversiteit aan mensen zien mee te krijgen. Vanuit mijn rol als lid van de themagroep Hydroinformatica binnen Waterwijs wil ik mij graag hiervoor inzetten. En projecten initiëren om dit binnen onze eigen context vorm te geven.”

We vervullen een voorbeeldfunctie

Met een voorbeeld illustreert Siddharth hoe EU-projecten een impuls kunnen geven aan datagedreven werken. “KWR heeft in het project (Europese Fiware4Water) (2019-2022) een tool gemaakt voor datakwaliteitscontrole. Binnen Waterverse is de tool nu verder ontwikkeld. Projectpartners kunnen de updates gebruiken en natuurlijk geldt dit ook voor de drinkwaterbedrijven binnen Waterwijs. Daarnaast spelen we met dergelijke projecten een rol in de ontwikkeling van Europees beleid rond het digitaliseren van watervraagstukken. Met Waterverse vervullen we een voorbeeldfunctie om te laten zien wat een water data space kan zijn.” <<

Suze van der Meulen (PWN)

Welkom bij Waterwijs!

Informatie voor iedereen

Kijk op kwrwater.nl/waterwijs voor meer informatie en nieuws over de onderzoeken van Waterwijs. Alle openbare publicaties zijn te vinden op library.kwrwater.nl

Word Waterwijs!

Luister in je favoriete podcast-app naar onze podcastserie Word Waterwijs over uiteenlopende watergerelateerde thema’s en de rol van water in de circulaire economie.

Werk je bij een drinkwaterbedrijf?

Meld je dan aan voor Waterwijs-Net, dan blijf je helemaal op de hoogte! Voor medewerkers van de drinkwaterbedrijven is er Waterwijs-net, de online omgeving met het laatste nieuws, recent verschenen trendalerts, informatie over alle onderzoeken, de kalender met alle overleggen en events, vergaderstukken, rapporten en nog veel meer. Alles overzichtelijk op één plek, 24/7 toegankelijk.

Aanmelden voor Waterwijs-Net

Aanmelden is heel simpel. Stuur een mail naar waterwijs@kwrwater.nl en binnen een dag lees je alles over Waterwijs. Alleen voor drinkwaterbedrijven!

In Waterwijs maken we met veel mensen impact door kennis van drinkwater, samen met de drinkwaterbedrijven en de onderzoekers, themacoördinatoren en het Waterwijs programmamanagement van KWR.

Waterwijs team. V.l.n.r. Jos Frijns, Geertje Pronk, Bas Wols, Renske Hoondert, Gijsbert Cirkel, Tessa Pronk, Bas van der Zaan, Anne Mathilde Hummelen, Karel van Laarhoven, Jolijn van Engelenburg, Peter van Thienen, Ina Vertommen, Nicolien van Aalderen, Inge van Driezum, Sabrina Keinemans, Gerard van den Berg.

Website: kwrwater.nl/waterwijs | mail: waterwijs@kwrwater.nl

Alle info vind je online
Je ziet hier een deel van het

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.