Vvp nr6 lr

Page 1

NR. 06 | 2 APRIL 2013 vakblad voor financieel adviseurs

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

VERHELDEREND Gratis advies kost hoofdbrekens VERDIEPEND Leo de Boer: waarom zit klant bij schade niet aan het stuur? PRAKTISCH Digitalisering leidt tot lagere advieskosten

AFM BEHANDELT RABOBANK EN ADVIESKANTOOR GELIJK Chris de Bruin en Theodor Kockelkoren begraven strijdbijl


6088A-12-11

Inzichten delen Bij AvĂŠro Achmea geloven we in de waarde van advies. We geloven dat daar de toegevoegde waarde van het intermediair ligt. Met een goed advies maakt u het verschil voor uw klanten. Daar helpen we graag bij, bijvoorbeeld door inzichten te delen. Meepraten over de ontwikkelingen binnen het vakgebied? We ontmoeten u graag op www.dewaardevanadvies.nl


commentaar

een goeD gesprek als de belangen niet zo groot waren geweest, dan klinkt het bijna als een avonturenroman met een happy end. David neemt het op tegen goliath anno 2013. Want ga maar na. De grote waakhond geeft de rabobank, ook geen kleine jongen, een rode kaart, maar lijkt het advieskostenmodel nog maanden te gedogen. in dit enorme krachtenspel staat een éénpitter op, een adviseur die al jarenlang provisieloos werkt voor een paar honderd trouwe klanten waarvan het zeker is dat er geen enkele naar de rabobank zal overstappen. Deze eenpitter uit amerongen pakt de bokshandschoen op en trekt ten strijde. Waarom? heel simpel. Chris de Bruin kan niet tegen onrecht. en zijns inziens doet de aFm onrecht aan het onafhankelijke intermediair. en omdat niemand zijn nek uitsteekt – en velen alleen maar met de wolven meehuilen – komt hij in actie en steekt hij vele uren per dag, uren die hij absoluut niet kan missen, in dit dossier. hij belt, schrijft brieven en tuigt een website op. als De Bruin wordt uitgenodigd voor een gesprek op het kantoor van de grote waakhond, zegt hij geen nee. niet omdat hij verwacht dat de aFm na zo’n gesprek haar standpunten gaat wijzigen, maar wel omdat hij per definitie gelooft in dialoog. je kunt immers alleen wat bereiken als je het gesprek aangaat. ook met de aFm. voorwaarde was wel dat de vakpers, in dit geval vvp, bij het gesprek aanwezig was. onDanks Deze sChijnBaar kansloze missie heeft het gesprek ongelooflijk veel opgeleverd. De aFm zei onder meer luid en duidelijk dat grootbanken exact hetzelfde worden behandeld als – kleine – advieskantoren. Dat wil zeggen dat ook advieskantoren die een business model hebben dat zich in het grijze gebied bevindt, net als de rabobank respijt krijgen om hun model aan te passen. ook werd duidelijk dat de aFm het rabobankmodel helemaal niet tot 30 juni gedoogt, maar volop bezig is met het handhavingstraject. Dankzij Chris de Bruin, eenpitter van beroep, is deze duidelijkheid er gekomen. vvp is blij hiervan verslag te kunnen doen. gezien het belang van het onderwerp stelde vvp een uitgebreid verslag voor de hele sector beschikbaar op haar website vvponline.nl. een beetje flauw dat am het bericht vervolgens ook bracht op haar site zonder bronverwijzing naar vvp. zoiets verwacht je niet van een goede collega. ««

“Dankzij Chris De Bruin, eenpitter van Beroep, is er DuiDelijkheiD gekomen”

Willem Vreeswijk, hoofdredacteur VVP w.vreeswijk@nijgh.nl

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

3


chris de bruin en theodor kockelkoren:

“DE KOu iS HiErMEE VOOr EEN grOOT DEEl uiT DE luCHT”

4

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch


VErHElDErEND

conflict over kostenmodel bijgelegd

AFM behAndelt RAbobAnk en AdvieskAntooR volstRekt gelijk “De rabobank heeft absoluut geen voorkeurspositie. De aFM behandelt grootbanken precies hetzelfde als de kleine adviseur. Met andere woorden: kleine adviseurs die een business model voeren dat wel aanpassing behoeft maar niet een evidente overtreding is, krijgen net als de rabobank de tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen. Daarnaast is het onjuist dat de aFM de rabobank tot 30 juni de tijd heeft gegeven om de systemen aan te passen. Het handhavingstraject is in volle gang.” Dit zei aFM-bestuurder Theodor Kockelkoren tijdens een goed gesprek met adviseur Chris de Bruin (Bureau mr. De Bruin). Voor De Bruin, die de strijd met de aFM namens duizenden advieskantoren publiekelijk was aangegaan, is hiermee voor een groot deel de kou uit Willem Vreeswijk de lucht. VVp was er exclusief bij.

W

at er aan vooraf ging. Het provisieverbod leidde begin dit jaar al heel snel tot een prijzenoorlog rond de advieskosten. De ene bank lokte de klant met nog lagere kosten naar binnen dan de andere bank. Met onafhankelijk advies heeft het allemaal sowieso niets te maken, want banken prijzen immers alleen hun eigen producten aan, maar leg dat als onafhankelijke adviseur maar eens uit aan je klant. Tot nog grotere frustratie en woede van het onafhankelijke intermediair kwam de rabobank met een ’no cure, no pay’-model: cliënten hoefden voor de dienstverlening door de bank niet te betalen, indien die cliënt uiteindelijk besluit geen gebruik van de dienstverlening te maken. De aFM heeft – eveneens samengevat – geoordeeld dat zij deze verstrengeling van advies en product ongeoorloofd

“EEN aDViESKaNTOOr MET EEN BuSiNESS MODEl iN EEN griJS gEBiED KriJgT VaN ONS DE TiJD OM HET BEDriJFSMODEl aaN TE paSSEN” vindt en greep in, maar de rabobank kreeg wel de tijd om de systemen aan te passen. in de media werd gesuggereerd dat de bank tot 30 juni de tijd zou krijgen om haar beleid aan te passen. Juist deze coulance van de aFM schoot De Bruin in het verkeerde keelgat. Hij diende op 19 februari bij de raad van Toezicht van de aFM, naar eigen zeggen namens duizenden financieel adviseurs, een klacht in. Hij schreef: “ik vraag u op de kortst mogelijke termijn in te grijpen en uw toezichthoudende taak op de aFM in deze uit te oefenen, door de aFM op te dragen alsnog de rabobank te berichten dat zij haar beleid per ommegaande dient aan te passen op straffe van een boete. alleen door in de praktijk (en niet alleen op papier) geen onderscheid te maken tussen

kleine en grote adviseurs komt er daadwerkelijk iets terecht van die nieuwe wereld en het gelijke speelveld daarbinnen.” Volgens De Bruin liet het antwoord vanuit de rvT lang op zich wachten en ondertussen zette hij het hele dossier online (www.bureaudebruin.nl). aFM-bestuurder Theodor Kockelkoren reageerde op 15 maart. Hij toonde er begrip voor dat dit onderwerp veel losmaakt in de markt, maar wees er ook op dat het omvangrijke wetgevingstraject Bgfo, dat sinds 1 januari van kracht is, in de beginfase enige coulance van de toezichthouder met zich meebrengt. Een eerlijk speelveld op zo kort mogelijke termijn is en blijft het uitgangspunt van de aFM. Het beleid richting rabobank leek echter niet te worden aangepast. De Bruin schreef terug: “in dit dossier gaat het er juist om dat u coulance betracht richting één grote marktpartij en niet jegens alle andere.” Ook vraagt De Bruin zich af of de coulante opstelling geen goedmakertje richting de rabobank is, wellicht omdat de aFM te lang de indruk heeft laten ontstaan bij de rabobank dat zij goed bezig was. De Bruin eist volledige openheid in deze zaak. “Het gaat mij er om dat ook de toezichthouder controleerbaar en aanspreekbaar moet zijn. Daarom heb ik inmiddels ook de politiek ingelicht.” Het leek er dus op dat beide partijen niet tot elkaar zouden komen. Toch nodigde de aFM De Bruin uit voor een goed gesprek. De Bruin aanvaardde de uitnodiging, mits vakblad VVp bij het gesprek aanwezig zou zijn. De aFM had hier geen enkel bezwaar tegen. Sterker nog, de aFM moedigt adviseurs aan vaker het gesprek over relevante zaken met de toezichthouder aan te gaan. veRwAchtingen Wat waren de verwachtingen voor het gesprek. Kockelkoren toonde zich onder de indruk van de heldere pen van De Bruin en wilde de persoon die deze pen voert beter leren kennen. Hij wilde de ware gevoelens achter dergelijke brieven ook beter leren kennen en hoopte wat meer begrip te »

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

5


conflict over kostenmodel bijgelegd » verkrijgen voor de werkwijze van de aFM in dit dossier, zonder de ambitie te hebben om De Bruin te bekeren. De Bruin, die al vele jaren provisieloos werkt en daarin succesvol is, zei dat hij het niet eens is met de standpunten van de aFM, maar dat hij altijd het gesprek wil aangaan omdat je alleen iets kunt bereiken als je met elkaar het gesprek aangaat. Verwachtingen dat de aFM na het gesprek haar handelswijze bijstelt, had De Bruin niet. Waarom ging De

“alS JE WEET DaT DE raBOBaNK NOg STEEDS WErFT MET HET ‘NO CurE, NO paY’-priNCipE, DaN BEgriJp JE DE FruSTraTiES VaN aDViESKaNTOrEN” Bruin als éénpitter eigenlijk publiekelijk de strijd aan met rabobank en toezichthouder? “Heel simpel. ik kan niet tegen onrecht. En hier wordt mijn inziens onrecht gedaan aan het onafhankelijke intermediair. Omdat niemand zijn nek uitsteekt, en velen alleen maar met de wolven meehuilen, ben ik in actie gekomen. Niet omdat ik tijd over heb of omdat mijn eigen klanten weglopen naar de rabobank, maar omdat mijn rechtvaardigheidsgevoel sterk is aangetast.”

Theodor Kockelkoren: “Datum van 30 juni nooit goedgekeurd.”

6

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

Kockelkoren: “Voor ons is het van belang dit soort signalen te horen, zeker als ze goed zijn onderbouwd. Maar laten we wel bij de feiten blijven. Belangrijk is dat wij niet akkoord zijn gegaan met de datum van 30 juni, dat is een fabeltje. Ook wil ik graag heel duidelijk maken dat we grootbanken precies hetzelfde behandelen als kleine advieskantoren en dat het handhavingstraject bij de rabobank nog volledig gaande is, as we speak.” gelijke behAndeling vooR AdvieskAntoRen Kockelkoren wijst er echter op dat Bgfo 3 pas op 21 december definitief is geworden en dat heel erg lang onduidelijk was welke keuzes de wetgever zou gaan maken of en hoe aanbieders advies- en bemiddelingstrajecten bij de klant in rekening dienden te brengen. in aanloop naar de definitieve wetstekst zijn hier heel wat Kamerdebatten over gevoerd, zonder dat er meer duidelijkheid kwam. “ik wil hiermee het beeld nuanceren dat de rabobank al in een heel vroeg stadium kraakhelder wist wat wel of niet mocht. Het onderwerp no cure, no pay is in de Kamerdebatten nooit behandeld. pas vanaf eind september 2012 werd enigszins duidelijk welke richting het op ging. Hier komt nog bij dat de wetsteksten op een aantal punten voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Open normen leiden nu eenmaal tot veel vragen. Kortom, we zitten momenteel in een overgangsgebied en partijen moeten de tijd krijgen om hun business modellen en systemen aan te passen aan de nieuwe eisen van de wet. Dat geldt net zo goed voor een grootbank als een klein advieskantoor en vanzelfsprekend uitsluitend voor modellen die zich in het ‘grijze’ gebied bevinden. als een model duidelijk niet voldoet aan de eisen van de wet, grijpen wij wel direct in. Zowel bij grootbanken als kleine kantoren. Dat hebben we in het verleden ook vaak genoeg bewezen. Maar als een advieskantoor een business model voert dat zich momenteel in een grijs gebied bevindt, dan leggen we echt geen boete op en nemen we per direct nog geen formele handhavingsmaatregelen. Ook een dergelijk advieskantoor krijgt van ons de tijd om het bedrijfsmodel aan te passen. Mits binnen redelijke grenzen.” twee MAten De Bruin benadrukt echter dat onafhankelijke advieskantoren wel degelijk het gevoel hebben dat de aFM


met twee maten meet. “De aFM zou alleen al uit het oogpunt van een goede verstandhouding er alles aan moeten doen om dit gevoel weg te nemen. Ook begrijp ik nog altijd niet waarom het de rabobank zoveel tijd moet kosten om hun systemen aan te passen. Zo moeilijk kan het toch niet zijn.” in een brief aan piet Moerland, topman van de rabobank, deed De Bruin al de suggestie om de advieskosten voorlopig even in een spreadsheetje vast te leggen en die spreadsheetjes dan later in het nieuwe systeem in te brengen. “Overigens gaat het hier niet om een studiekamerprobleem. De rabokantoren geven in totaal zo’n 3.500 adviezen per week. als je dit een half jaar gedoogt en er heel voorzichChris de Bruin: “Geen studiekamerprobleem.” tig vanuit gaat dat slechts één op de tien adviezen leidt tot een conversie, dan heb je het nog altijd over bijna 9.000 betaalde adviezen. En als je weet dat de rabobank op dit moment nog steeds aan het gelijk behandelt als grootbanken mits hun advieskostenwerven is met het ‘no cure, no pay’-principe, dan begrijp je model zich niet in een zwart maar in een grijs bevindt, is de frustraties van de onafhankelijke advieskantoren. gistevoor De Bruin de kou voor een groot deel uit de lucht. Wel ren mailde een collega mij nog dat de rabobank nog steeds blijft hij kritisch over de lange tijd die rabobank toch lijkt dit principe aanprijst. Overigens zei Moerland tegen me dat te krijgen voor de aanpassingen, ook al heeft de aFM zich ze indertijd dachten dat ze goed bezig waren met hun adniet neergelegd bij de datum van 30 juni. Hij begrijpt verder vieskostenmodel. is dit signaal inderdaad door de aFM zo niet waarom de aFM hier niet sneller en duidelijker over afgegeven?” heeft gecommuniceerd. “als de aFM direct duidelijk had Kockelkoren belooft aan De Bruin dat hij die collega-advigemaakt dat zij alle spelers gelijk behandelt, was de kou veel seur zal gaan bellen, wanneer deze adviseur daar prijs op eerder uit de lucht geweest.” stelt. “Wij hebben van onze kant de rabobank geen groen Kockelkoren is van mening dat de aFM in dit dossier wel licht afgegeven over hun advieskostenmodel. Dus ook niet degelijk snel heeft geopereerd, ook richting De Bruin, maar dat ze op de goede weg zouden zijn. Dit laat onverlet dat geeft toe dat de communicatie over deze zaak inderdaad zijzelf wel kunnen hebben gedacht juist bezig te zijn. Nogbeter had gekund. maals, de grootbanken zaten in lastig vaarwater. Zij moesten De Bruin geeft de aFM desgevraagd nog een aantal suggeszich op de nieuwe situatie voorbereiden en konden niet ties mee. “Stel je minder op als waakhond en meer als busiwachten tot er volstrekte helderheid was en dan pas hun ness partner van advieskantoren. We hebben immers uiteintanker een richting opsturen. Wij geloven in ieder geval niet delijk hetzelfde belang en dat is een betere financiële wereld. in kwade trouw van de rabobank. Het provisieverbod is op probeer daarom de angst voor de aFM te verminderen en belangrijke onderdelen een open norm. Het is onze interprega nog meer de dialoog met de markt aan. tatie van de wetstekst dat het model van de rabobank niet Kockelkoren zegt de dialoog met advieskantoren nog napast binnen de wet. Dat de rabobank dit onderschrijft en drukkelijker te zullen zoeken en zegt ook open te staan voor het model gaat aanpassen, is op zich natuurlijk winst.” een goed gesprek met een adviseur. “Klim niet alleen in de pen, maar bel ook en maak een afspraak. Wij willen graag kou uit de lucht ons beleid nader toelichten en staan open voor constructieve Nu duidelijk is geworden dat de aFM kleine advieskantoren suggesties vanuit de markt.” ««

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

7


opinie

SAMEN VOORZICHTIG LOS LATEN De markt van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen is een mooi voorbeeld. Politiek, toezichthouder, aanbieders en adviseurs zijn het erover eens: het is belangrijk dat zelfstandigen zelf zorgen voor een financieel vangnet, voor de situatie dat de ondernemer arbeidsongeschikt wordt. Want een faillissement van het bedrijf of een zieke ondernemer die een beroep moet doen op de bijstand – dat vinden we geen plezierig beeld. Wat iedereen graag ziet is dat die ondernemers een aov afsluiten. Maar steeds meer ondernemers doen dit niet. Ruim de helft van de zzp’ers heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Met de economische crisis zal het aantal onverzekerden alleen maar groter worden. Dat effect wordt nog eens versterkt doordat de ondernemer het advies van de financieel adviseur direct moet betalen. Wat we zien is dat wet- en regelgeving, inclusief de KNVBnormen van de AFM, aanbieders terughoudend heeft gemaakt in het aanbieden van beperkte aov’s, ook wel ‘budget aov’s’ genoemd. De stelling ‘beter een half ei dan een lege dop’ is toch al snel aanleiding voor het optrekken van minstens een wenkbrauw bij de toezichthouder. Adviseurs zijn angstig om in het adviesproces bepaalde stappen over te slaan. En zo moet de klant kiezen uit een uitgebreide en dus dure arbeidsongeschiktheids-verzekering met bemiddeling op basis van execution only, of voor een uitgebreid en dus ook weer duur adviestraject.

“GEDRAGSTOEZICHT IS GEEN SYNONIEM VOOR HET OPSTELLEN VAN ZOVEEL MOGELIJK SPELREGELS” Wet- en regelgeving, inclusief onze eigen interpretatie daarvan, keert zich daarmee langzaam maar zeker tegen de eigen doelstelling: meer zekerheid voor de consument. In plaats van het krijgen van betere financiële producten, neemt de onverzekerdheid van consumenten toe. Wat we zien bij aov’s, zien we bij allerlei varianten van complexe producten. We bedoelen het met zijn allen goed. Maar het effect is het tegenovergestelde van wat we willen bereiken. Ook bij hypotheken zie ik uitgebreide adviestrajecten in situaties die relatief eenvoudig zijn. Het lijkt er op dat bij veel adviseurs ‘de angst regeert’. De angst om iets fout te doen en dus maar het zekere voor het onzekere te nemen. We komen uit een periode waarin veel mis was. Maar in de afgelopen jaren is er ook veel veranderd. Daar hebben veel partijen hun bijdrage aan geleverd. De sector snapt nu echt dat het uiteindelijke resultaat van zijn inspanning moet zijn dat de consument een goed product krijgt, dat doet wat de klant ervan verwacht en tegen een prijs die redelijk is, gelet op de inspanningen die zijn geleverd. Nu wordt het tijd dat toezichthouder en branche elkaar voorzichtig los gaan laten. Wij als financieel dienstverleners moeten ophouden met bij elke stap naar de toezichthouder te kijken met een blik van ‘doe ik het wel goed?’ De toezichthouder zou op haar beurt niet bij voorbaat regels en interpretaties zodanig moeten vormgeven dat daarmee ook het laatste boefje in onze sector kan worden aangesproken. Gedragstoezicht is geen synoniem voor het opstellen van zoveel mogelijk spelregels. In het opvoedproces dat de sector als correctie op misdragingen over zich heen heeft gekregen, komt er een moment dat de sector moet kunnen aantonen de lessen te hebben geleerd en zijn leven te hebben gebeterd. De tijd is daar om hier nu meer ruimte voor te bieden, maar ook om hier meer ruimte voor te nemen. ««

ROB WAGENVOORD, voorzitter NVHP

8

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch


“MANPOWERGROUP KIEST VOOR MODERN PENSIOEN BIJ BEFRANK” Jeroen Kerkhof, Directeur Human Resources & Talent Management bij ManpowerGroup Nederland: “De arbeidsmarkt verandert en vraagt om innovatieve oplossingen. Daar hoort ook een modern pensioen bij. Een eenvoudig product met duidelijke communicatie. Onze medewerkers hebben nu keuzevrijheid en online inzicht. Zo maakt BeFrank pensioen weer toegankelijk voor iedereen. Met de innovatieve kracht van BeFrank en de zekerheid van Delta Lloyd kiezen we voor een oplossing die past in deze tijd.” ManpowerGroup realiseert mondiaal innovatieve arbeidsmarktoplossingen. Met meer dan 60 jaar ervaring biedt ManpowerGroup een uniek en uitgebreid pakket van diensten die bijdragen aan het succes van opdrachtgevers in de ‘Human Age’. Wereldwijd heeft ManpowerGroup 400.000 klanten in 82 landen. BeFrank combineert de online kracht van BinckBank met de pensioenkennis van Delta Lloyd. Zoekt uw klant ook een begrijpelijk pensioen tegen lage kosten? Ontdek BeFrank en download de app of ga naar www.BeFrank.nl

Jeroen Kerkhof is Directeur Human Resources & Talent Management bij ManpowerGroup Nederland. Wilt u meer informatie over ManpowerGroup of wat Jeroen van zijn pensioen vindt bij BeFrank? Neem dan contact op via Jeroen.Kerkhof@manpowergroup.nl.


VErDiEpEND

distributiesysteem op de schop

en TOen WeRd HeT 1 JanUaRi 2013 Het Verbond van Verzekeraars blikt terug op een periode van drie jaar waarin het intermediaire distributiesysteem op de schop is gegaan. Toch is het werk nog niet klaar. Er liggen nog genoeg uitdagingen, denk aan de nadere uitwerking van het dienstverleningsdocument (dvd) en de voortgaande discussie over het level playing field. Tegelijkertijd wordt in Europa ook de richtlijn verzekeringsbemiddeling (iMD 2) herzien, wat betekent dit voor de distributie? En, misschien wel de belangrijkste vraag: is de klant er nu beter op geworden? door: leo de Boer, directeur Verbond van Verzekeraars

O

m met dat laatste te beginnen is het antwoord van het Verbond hierop helder: ja! Het Verbond laat elke maand een consumentenonderzoek uitvoeren door GfK. Uit de meting in februari 2013 blijkt dat een ruime meerderheid, bijna zeventig procent, inmiddels bekend is met het provisieverbod. Dit was in december 2012 net aan vijftig procent. Uit de meest recente meting blijkt ook dat zeventig procent van de consumenten neutraal tot positief staat tegenover de veranderingen, slechts tien procent is uitgesproken negatief, de rest heeft geen mening. Wie positief is, is dat vooral omdat hij precies weet wat hij waarvoor betaalt. Vanwege de aanvankelijke onbekendheid met het provisieverbod publiceerde het Verbond eind 2012 een e-brochure om de consument voor te bereiden op de veranderingen die op 1 januari 2013 ingingen. Deze e-brochure is enkele duizenden malen gedownload. Diverse financiële adviseurs

“WaarOM ZiT DE KlaNT BiJ lEVEN aaN HET STUUr EN BiJ SCHaDE Op DE aCHTErBaNK?” hebben zich bij het Verbond gemeld met de vraag of ook het eigen logo van het betreffende kantoor op de e-brochure kan worden geplaatst. Het consumentenonderzoek sterkt het Verbond in de overtuiging dat de consument gebaat is bij het provisieverbod. Sinds drie maanden zijn de advieskosten transparant, moet er duidelijk worden verwoord welke dienst er wordt verleend en heeft de klant ook de expliciete keuze gekregen om hier wel of niet akkoord mee te gaan. Dat is een belangrijke stap vooruit. En last but not least: de waarde van echt deskundig en onafhankelijk advies wordt hiermee nu eindelijk echt duidelijk. 18 feBRUaRi 2010 Er is veel gebeurd, sinds het Verbond in februari 2010 het position paper onder de titel ‘De klant aan het stuur, ook in de relatie tot zijn intermediair’ publiceerde. Het paper

10

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

verwoordde een visie op de wenselijk geachte ontwikkeling van het intermediaire distributiesysteem. Het Verbond wilde een zelf corrigerend systeem, waarin de (belonings)prikkels de juiste kant op staan. Verschillende andere belangenbehartigers hebben vanuit de eigen invalshoek hun standpunten ingebracht. Het democratisch besluitvormingsproces heeft meerdere markante sessies in de Tweede Kamer en in de markt opgeleverd. Dat het proces niet altijd gemakkelijk was – en soms nog is – is ons volstrekt duidelijk. Het gaat immers om een van de grootste veranderingen van de afgelopen decennia. De Tweede Kamer noemde de invoering van het provisieverbod zelfs “een historisch moment”. En dat voor een marktinitiatief... En toen werd het 1 januari 2013. Volgens sommigen ons eigen einde van de Maya-kalender. Dat blijkt tot nu toe niet zo te zijn. Natuurlijk is de omschakeling heftig. Maar degenen die het best voorbereid waren, plukken daar nu de vruchten van. We houden goed vinger aan de pols, maar het is tot nu toe relatief rustig en voorspelbaar verlopen. Eventuele productiegevolgen zijn moeilijk meetbaar door de extreem uitdagende marktomstandigheden, maar lijken niet fundamenteel anders dan een half jaar geleden, toen het verbod er nog niet was. TOeKOMST SCHadepROviSie provisie mag nog voor (eenvoudige) schadeverzekeringen en bij voor 1 januari 2013 afgesloten verzekeringen. als we de eerste bij de kop pakken, dan weten wij dat meer in het algemeen de markt voor schadeverzekeringen als kortlopend en scherp concurrerend wordt gezien. Dat was een van de overwegingen bij het Verbond – en in de Haagse politiek – om provisie bij schade nog overeind te willen houden. De politiek wil dat de klant bij schadeverzekeringen desgevraagd wordt geïnformeerd over de hoogte van de provisie. We zien in de markt de dynamiek dat sommige dienstverleners verdergaan dan de regelgeving en actief de hoogte van de provisie op postniveau vermelden, maar dit wordt niet door het merendeel van de dienstverleners gedaan. als bedrijfstak zijn we soms te huiverig om transparant te worden. Waarom zit de klant bij leven aan het stuur en bij schade op de achterbank? Terwijl de beloning bij particulier schade gemiddeld genomen uitstekend verdedigbaar is. Het is de vraag of we het pleidooi voor actieve transparantie bij


Leo de Boer: “Gedrag van de markt is bepalend voor behoud schadeprovisie.”

schade daarom toch niet weer eens op tafel moeten leggen, voordat anderen dat voor ons doen. Overigens heeft de minister van Financiën al toegezegd aan de Kamer om eens goed naar zakelijke schade te kijken. Dat zullen wij ook doen. Voor mij zit daar niet het issue bij de akzo’s van deze wereld. Die redden zich prima. Maar is de behandeling van mkb en mkb+ qua beloning echt vlekkeloos en zit daar altijd een goede verhouding tussen inspanning en beloning? ik hoop het, want onze reputatie als sector kan niet veel meer hebben. Het tweede aspect is eerbiedigende werking. provisie op deze reeds gesloten posten mag, maar er moeten wel werkzaamheden tegenover staan. Wordt er bijvoorbeeld nagegaan of een oorspronkelijk gegeven advies na pakweg twee jaar nog steeds passend is? Er zijn signalen dat consumenten een nota krijgen voor de posten waarover reeds provisie is betaald. Klanten dubbel laten betalen kan absoluut niet, daarom is de actie van adfiz bij serviceabonnementen onlangs een uitstekende ontwikkeling. De vraag of provisie op deze twee thema’s wordt behouden,

is afhankelijk van het gedrag van de markt. Het is de consument die een oordeel zal vellen of wij ons netjes gedragen. Bij de zaken die wat dat betreft in 2013 de pers al haalden moeten we overigens bedenken dat deze veelal dankzij en niet ondanks het provisieverbod naar voren kwamen. LeveL pLaying fieLd Tot en met de dag van vandaag blijft het thema level playing field de bedrijfstak bezighouden. Hiermee wordt bedoeld dat er een gelijk speelveld moet zijn tussen execution only, gebonden advies en onafhankelijk advies. Het Verbond heeft van meet af aan gezegd dat de proposities van het directe kanaal (met gebonden advies en execution only) en het onafhankelijke advieskanaal verschillende speelvelden zijn. Met het transparant maken van advies- en distributiekosten uit het directe kanaal en een kennis- en ervaringstoets bij execution only is er een poging gedaan iets gelijk te maken wat niet gelijk is. Hoe dit gaat uitpakken is nog niet duidelijk. Wel zien we in de praktijk de worsteling van aanbieders en de aFM om »

vakblad voor financieel adviseurs | 2 aprril 2013

11


distributiesysteem op de schop » invulling aan een kostprijsmodel te geven met een accountantsverklaring. Het intermediair hoeft overigens nog geen kostprijsmodel te hanteren of een accountantsverklaring te overleggen. De recente marktdynamiek illustreert een duidelijke worsteling. Het snel ingrijpen van de aFM in modellen van aanbieders roept vragen op. Ook is het de vraag of de propositie onafhankelijk advies nu wel goed voor het voetlicht wordt gebracht bij de klant. Onafhankelijkheid is een belangrijk onderscheidend kenmerk van de onafhankelijk adviseur. Daarin ligt zijn meerwaarde. Door te veel gelijk te maken wat niet gelijk is en de verschillen vervolgens plat te slaan tot een kostendiscussie vertroebelt het zicht op de echte waarde van onafhankelijk advies. anderzijds hebben we begrip voor het punt dat we de indruk moeten vermijden dat advies gratis is. Die indruk is immers lange tijd gewekt. geen ‘adviCe OnLy’ adfiz heeft in haar position paper ‘Visie op een level playing field’ een verbod op execution only bepleit. als we het klantbelang centraal stellen, betekent dit echter ook dat we de klant de ruimte moeten bieden om het distributiekanaal te kunnen kiezen dat het beste bij hem past. De minister heeft de Eerste Kamer overigens rond de kerst al geantwoord dat consumenten de mogelijkheid dienen te hebben om bewust af te zien van advies, bijvoorbeeld omdat zij zelf goed in staat zijn om te doorgronden welk financieel product voor hen passend is. De regering acht een adviesplicht niet wenselijk. laten we ook niet vergeten dat de raad van State in het Bgfo 3 advies

“aCCENT Op KOSTENDiSCUSSiE VErTrOEBElT ZiCHT Op ECHTE WaarDE VaN ONaFHaNKEliJK aDViES” de nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid van de consument. De raad van State vindt dat indien de klant, toereikend geïnformeerd, bewust kiest voor het executiononly kanaal en afziet van advisering, het voor de hand ligt dat het hierbij blijft. Wij zijn tegen gedwongen winkelnering en onnodige betutteling van de consument. Consumenten zijn het met die stelling volledig eens. Het eerder genoemde GfK-onderzoek laat zien dat consumenten die bewust afzien van advies dit doen omdat ze aangeven dat ze zelf in staat zijn om te beoordelen of een product bij de eigen situatie past (46 procent) of zichzelf per definitie verantwoordelijk vinden voor de eigen keuzes (24 procent). Een klein deel van de consumenten dat producten afsluit zonder advies zegt daarvoor het advieskanaal onvoldoende te vertrouwen. Zo zegt 6 procent dat de onafhankelijke adviseur toch adviseert wat hij zelf het liefst

12

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

wil verkopen en 4 procent wil sowieso niet dat een adviseur voor hem bepaalt wat goed is. Tot slot wil 14 procent niet betalen voor advies. Het moge duidelijk zijn: het Verbond is tegen ‘advice only’. De klant bevestigt dit nog eens. Wat overigens niet wil zeggen dat het Verbond de ontwikkeling van execution only niet scherp blijft volgen. agenda vOOR de TOeKOMST Voor de komende twee jaar zal het Verbond gegeven zijn visie op distributie een bijdrage willen leveren aan een zorgvuldige afhandeling van het lopende regelgevingproces, het monitoren of de nieuwe regels op distributiegebied doen wat ze moeten doen en het helpen van de verzekeringssector bij het vormgeven van de ‘nieuwe’ relatie tussen aanbieders, adviseurs en klanten. Er staan immers nog een paar thema’s op de rol die om aandacht vragen. Dienstverleningsdocument. Zo heeft de aFM onlangs de markt over het dvd geconsulteerd. Belangrijk commentaar van het Verbond hierop was dat het dvd distributieneutraal moet zijn. Het is nu te veel geschreven vanuit het perspectief van onafhankelijk advies, terwijl ook alle directe aanbieders het dvd moeten gaan gebruiken. Daarnaast moet het dvd vooral de klant inzicht opleveren. Meer informatie betekent immers niet automatisch meer helderheid voor de klant. Juridische finetuning. Ook zullen thema’s als premie-incasso en portefeuillerecht nog nader moeten worden uitgewerkt. Het moderniseren van deze tientallen jaren oude juridische thema’s lijkt ons in ieder geval goed. in dit rijtje past ook het thema ‘ketenverantwoordelijkheid’. Verzekeraars hebben een zekere verantwoordelijkheid, maar niet voor het individuele advies van een onafhankelijk adviseur. Steeds duidelijker wordt dat aFM en Verbond daarover op één lijn zitten. Europese ontwikkelingen. Belangrijk is tenslotte nog om de Europese ontwikkelingen ook goed in de gaten te houden. De lidstaten buigen zich momenteel over de richtlijn verzekeringsbemiddeling (iMD 2). Ook in Europa wordt gesproken over transparantie van de beloning van de adviseur en zijn dienstverlening. Zoveel landen zoveel meningen. De Europese Commissie zet onder meer in op actieve transparantie, met een redelijke overgangstermijn bij schadeverzekeringen en een verbod op provisie bij complexe producten. Wij willen in ieder geval proberen te voorkomen dat de wetgeving die bij ons net is ingegaan, weer fundamenteel moet worden aangepast. Dat is noch voor de consument, noch voor marktpartijen wenselijk. Wij hebben overigens een goed gevoel bij de iMD 2. OpROep TOT diaLOOg We zitten nu drie maanden in de nieuwe wereld. De kaders zijn bekend. Maar er moet ook nog veel gebeuren. Dit artikel schetst hoe het Verbond daar tegenaan kijkt. We gaan daarover graag de dialoog aan. ««


VERHELDEREND

nieuws in perspectief

GRATIS ADVIES KOST HOOFDBREKENS De AFM mag geen minimumprijs voor adviesdienstverlening bepalen, zegt minister Dijsselbloem van Financiën. Toch ziet Toon Berendsen de toezichthouder niet graag gratis advies.

G

ratis advies mag volgens de wet maar de AFM is er niet van gecharmeerd, zoals het Rabo-voorbeeld onlangs heeft laten zien. De minister fietst hier overheen in zijn recente beantwoording van Kamervragen van het CDA-lid Van Hijum. Terwijl hij in zijn antwoorden nota bene stelt: “De AFM kan in individuele gevallen optreden tegen excessen in de vergoedingen, met behulp van de in de regelgeving vastgelegde kennelijke onredelijkheidsnorm. De AFM heeft verder geen bevoegdheden met betrekking tot het prijsniveau van dienstverlening.” Met andere woorden: is een beloning niet passend of excessief, dan kan de toezichthouder optreden. Maar ‘no cure, no pay’ is toch geen exces? Dijsselbloem: “Bedrijfseconomisch gezien lijkt het gratis bieden van advies geen duurzaam bedrijfsmodel. Adviseren is een kennisintensieve activiteit waar aan een prijskaartje hangt. Het lijkt mij dan ook twijfelachtig dat advies gratis kan worden aangeboden en als het gebeurt, lijkt het me onvermijdelijk dat dit de kwaliteit van het advies niet bevordert.” Dat laatste is niet per se waar. Gratis advies kan wel degelijk economisch interessant zijn, namelijk om klanten binnen te halen. Als deze mensen vervolgens doorlopend worden geserviced op basis van een abonnement, kan een bedrijf daar heel goed van leven. En streeft de onderneming daadwerkelijk naar een lange-termijnrelatie, dan zorgt ze er heus wel voor dat het advies van behoorlijke kwaliteit is. Minister en AFM zetten vol in op de door hen zo vurig gewenste cultuuromslag van product- naar klantgericht. Dat is prima, maar de toezichthouder moet zich ondertussen zelf ook wel aan de wet houden. Dijsselbloem noemt het nota bene onwenselijk dat de AFM verdere bevoegdheden zou hebben inzake het prijsniveau van de adviesdienstverlening “omdat daarmee de marktwerking zou worden belemmerd en differentiatie om de diversiteit aan klantbehoeftes te bedienen dan zou kunnen worden gefnuikt. Het is juist de bedoeling van het provisieverbod dat de markt op dit punt zijn werk doet: dat door transparantie prijsvorming wordt gedisciplineerd en een divers aanbod bestaat.” Maar doordat de AFM gratis advies tegen gaat, is die diversiteit dus niet zo groot als ze zou kunnen – en van de wet mág – zijn.

Minister Dijsselbloem: “Twijfelachtig dat advies gratis kan worden aangeboden.”

NIET ALERT De stellingname van de AFM tegen gratis advies is zó fel dat zelfs de machtige Rabobank-organisatie haar aanvankelijke advieskostenmodel liever introk dan de confrontatie aan te gaan. Opmerkelijk genoeg leek de toezichthouder de bank de ruimte te geven om tot (uiterlijk) 30 juni de tijd te nemen de koerswijziging in systemen en organisatie door te voeren. Dat leidde tot (terecht) verzet vanuit financieel adviseurs. Met name Chris de Bruin kwam in actie. Inmiddels heeft hij een gesprek gehad met AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren, waarvan exclusief verslag elders in deze VVP. Wat De Bruin betreft, zijn de uitkomsten van het gesprek goed genoeg om de kwestie als gesloten te beschouwen. “Inhoudelijk is verreweg de belangrijkste winst behaald doordat onomwonden vast is komen te staan dat iedere andere adviseur in vergelijkbare omstandigheden dezelfde behandeling kan verwachten als de Rabobank nu heeft ondervonden”, schrijft De Bruin in zijn nabeschouwing waarin hij adviseurs verder oproept toch vooral de dialoog met de AFM te blijven zoeken in plaats van (anoniem) tegen de toezichthouder te schoppen. Het is natuurlijk fantastisch dat de actie van De Bruin heeft laten zien dat financieel adviseurs niet alles zomaar hoeven te slikken en dat gericht in actie komen zinvol kan zijn. Ondertussen geeft de AFM echter niet toe dat ze niet alert is geweest. De toezichthouder had de Rabo op z’n minst een duidelijke datum op korte termijn moeten voorschrijven. In het gespreksverslag zegt Kockelkoren dat de communicatie in de Rabo-affaire beter had gekund. Maar werkelijk communiceren houdt ook in dat je missers toegeeft. ««

vakblad voor financieel adviseurs | 2 APRIL 2013

13


VErDiEpEND

adviestrends

IntermedIaIr kan uItGrOeIen tOt FInancIeeL GeZInsmanaGer “Het intermediair anno 2013 en verder heeft alle papieren in de hand om een groot succes te worden”, betoogt paul Schoo van platter Schoo Financiële Diensten uit rheden. Er is echter wel een aantal randvoorwaarden aan Door: paul Schoo, foto: rodney Kersten verbonden.

i

k voorzie een duidelijke afsplitsing van intermediair dat de bedrijvenmarkt bedient en intermediair dat de particulierenmarkt bedient. Voor de eerste groep beperkt de dienstverlening zich tot het afdekken van bedrijfsmatige risico’s en inkomens- en pensioenoplossingen. adviseurs die zich richten op de particulierenmarkt kunnen, mits ze hun takenpakket sterk uitbreiden, evolueren naar financieel gezinsmanager. Met als taak het bewaken van gezonde financiën. Dit kan onder meer zijn: begeleiding arbeidsovereenkomsten en/of sollicitaties, financieringen, hypotheken, verzekeringen (waar ze ook lopen), inkomensrisico’s, pensioensparen, budgetteren, fiscale zaken en erfrechtelijke zaken. Dit vergt een behoorlijke uitbreiding van kennis, maar vooral van weten wat je beperkingen zijn, om eventueel elders in te kopen wat er gemist wordt. Herkennen van het probleem en herkennen van de risico’s zijn de belangrijkste voelsprieten. low budget oplossingen bedenken, preventie en creativiteit. afdekken van risico’s, eventueel in eigen kring of door het bijstellen van doelen. Kortom begeleiding die weet van de hoed en de rand. De consument is bereid daar een vaste maandelijkse vergoeding voor te betalen, zolang je maar kunt aantonen dat de inspanningen zichzelf belonen. Dat betekent investeren. Uitgaan van je eigen kracht. De financiële situatie van een gezin scan je in vijf uur, dan zie je al wat je kunt betekenen en geef je daarna 15 uur ‘cadeau’. in die 20 uur bewijs je de toegevoegde waarde. Verpak dit in een abonnementsvergoeding. praktisch elk gezin heeft behoefte aan continu advies. Paul Schoo: “Regelgeving slaat De informatiestroom goedwillende intermediair lam.” gaat zo hard dat ze grote stukken missen

14

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

en daardoor enorme risico’s gaan lopen. Neem als voorbeeld de aNW-dekking die teruggaat naar maximaal één jaar. Dit ontgaat 90 procent van de beroepsbevolking. eenvOudIGer tOeZIcht Wanneer het intermediair zich zo opstelt, kunnen we ook volstaan met een sterk vereenvoudigd toezichtmodel. Het overlaten van het toezicht aan ambtenaren, die geen praktische vaardigheden bezitten, zorgt voor een overmaat aan regeltjes. alles wat de ambtenaar niet zint of waar hij geen grip op heeft, is aanleiding voor weer een nieuw regeltje. De opstapeling van deze regelgeving slaat het goedwillende intermediair lam.

“HET TOEZiCHT KaN ViJF KEEr EENVOUDiGEr EN ViJF KEEr GOEDKOpEr” Bovendien is uitgebreid toezicht overbodig omdat de tucht van de markt normaal zijn werk doet. Het toezicht kan vijf keer eenvoudiger en vijf keer goedkoper. Door je te beperken tot de instroom van producten en het aanreiken van pE. Sancties liggen al in het aansprakelijkheidsrecht, dit is meer dan voldoende. Daar zijn echt geen bestuurlijke boetes of intrekkingen van vergunningen voor nodig. als iemand met zijn hele vermogen aansprakelijk is, bedenkt hij zich wel drie keer voordat hij foute adviezen neerlegt. Met een kleine aanpassing van het aansprakelijkheidsrecht vallen ook bestuurders en leidinggevenden daaronder. Verzekeraars zitten in een negatieve spiraal. De val van het levenbedrijf was al in 2000 voorspeld. De sector was niet bij machte het tij te keren. De halvering van het schadebedrijf is ook in gang gezet. Door zich steeds meer af te wenden van het intermediair zullen verzekeraars veel nieuwe aanwas gaan missen. alleen mensen die een verzekeringsuitkering te verwachten hebben zullen zich zelfstandig gaan melden via internet. Hiermee ontstaat ook meteen antiselectie. Het attenderen


van klanten – wat het intermediair altijd deed en waarmee de groep van verzekerden groot bleef – zal steeds minder plaatsvinden. De feitelijke tijd die het intermediair met verzekeren bezig was, zal door de uitbreiding van het takenpakket gaan afnemen naar circa 20 tot 30 procent. Die tijd is de verzekeraar straks kwijt. Door deze ontwikkelingen zal het verzekerde belang naar verwachting sterk slinken. intussen wordt de salarisbesparing als gevolg van de ‘verjonging’ van het verzekeringsbedrijf rechts ingehaald door de kosten van de onkunde. Dit zorgt ervoor dat verzekeraars in tegenstelling tot de verwachtingen met een uitgedunde organisatie toch de premies moeten gaan verhogen.

Daarnaast accepteert de klant het niet dat hij bij een verzekeraar lang moet wachten aan de telefoon om dan iemand te spreken die het niet weet en alles moet navragen. Ook zal het intermediair de verzekeraar steeds meer gaan afrekenen op een gebrekkige organisatie. Investeren In IntermedIaIr Verzekeraars doen er naar mijn idee verstandig aan zich volledig te richten op de distributie via het intermediair. Ze zullen dan wel flink dienen te investeren in het gemak voor het intermediair. Dit in de vorm van verbeterde automatisering (daar valt nog heel veel te winnen) en productinnovaties die daadwerkelijk klantgericht en probleemoplossend zijn. ««

de tucht van de markt Burger Rechtspraak

Kifid

Klacht Klacht

Klacht

Aanleveren en toezicht PE

AFM

Intermediar

Inkoop kennis

Bescherming en advies consument

Financiële MARKT

Specialist Specialist Specialist

Toezicht op product instroom markt

Inkoop product

Levering product

Financiële

Klacht Inkoop product

Klacht

instellingen

Consument

PE-systeem intermediair. De AFM levert op één A4-tje de richtlijnen ten aanzien van een adviesonderwerp aan en plaatst noodzakelijke uitwerking en verdieping op de site. Intermediair tekent het A4-tje voor gezien en retourneert dit naar de AFM. Hiermee staat de aansprakelijkheid ten aanzien van de advisering vast. Bestuurders en leidinggevenden van het intermediair kunnen persoonlijk worden aangesproken op foute adviezen. Dit geldt ook voor leidinggevenden bij

directe verkoop. Het intermediair wordt zelf verantwoordelijk voor het op peil houden van de kennis en de inkoop van zijn specialisme(n). De burgerrechter bepaalt de maat met betrekking tot de aansprakelijkheid voor verkeerde adviezen. Het boetesysteem van de AFM gaat nog uitsluitend via de rechter. Ook intrekking van de vergunning van het intermediair is niet mogelijk zonder tussenkomst van de rechter.

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

15


VerDiepeND

menselijke economie

DeeL 4: eChtheiD, VerBinDinG en DUrF Voor een serie artikelen over de terugkeer van de mens in de financiële sector is VVp op zoek gegaan naar de niet-gevestigde orde, de zogeheten ‘crazy ones’. Naar de visionairs die de crisis wel zagen aankomen. Naar de onderstroom van vernieuwers. Naar de innovators in de financiële sector die doen wat anderen nog voor onmogelijk houden. Na paul van Oyen (de Nederlandse kredietunie), walther smets (res) en Jelle Bartels (the next step factory) ditmaal wilma de Bruijn, directeur achmea academy insuring knowledge. ivo Valkenburg

e

chtheid, verbinding, durf. Voor wilma de Bruijn zijn dit de noodzakelijke hoofdingrediënten om werkelijk het verschil te maken. en dat is precies wat haar drijft. Ze beseft terdege dat we de uitdagingen in de financiële wereld en daarbuiten niet langer op dezelfde manier kunnen oplossen zoals we dat de afgelopen decennia hebben gedaan. Zonder rancune, vervuld van begrip voor de tijdsgeest van weleer, is het voor haar nu de hoogste tijd om mensen in beweging te brengen. Op weg richting een nieuwe samenleving waarin de financiële sector weer een baken van vertrouwen vormt voor mensen en bedrijven. met de achmea academy weet ze duizenden mensen in de financiële sector in beweging te brengen. Ook buiten de financiële sector laat ze een frisse wind waaien en zorgt ze voor tal van verbindingen tussen bedrijfsleven, politiek en wetenschap. Hoe? Door te bewegen, door zelf aan het stuur te zitten en door zich open te stellen. “Je kunt pas anderen in het hart raken als jezelf geraakt bent.” OpStaan iS De KUnSt met een pijngrens die ver boven het gemiddelde ligt, gaat er voor De Bruijn vrijwel geen zee te hoog. Ze draait nationaal en internationaal op volle toeren om mensen binnen organisaties te inspireren om vanuit vertrouwen, authenticiteit en het hart zelf verantwoordelijkheid te nemen voor vernieu-

“ZONDer partiCipatie geeN sOliDariteit” wing. Zij doet dit bij voorkeur met andere innovators. artsen spreken over een ‘medisch wonder’ hoe ze na veel operaties aan haar knie nog steeds kan lopen. Ze beschikt over een kracht en een doorzettingsvermogen die aanstekelijk werken. sommigen zijn er soms ook bang voor. Je moet niet te veel aan jezelf twijfelen als je aan de slag wilt met wilma de Bruijn. Vanaf jongs af aan weet ze wat ze wil. als tiener bereikte ze de top in de Nederlandse turnsport. “topsport heeft me veel geleerd. Het heeft mijn doorzettingsvermogen ontwikkeld”, zegt De Bruijn. “Om als turnster op die balk te blijven moet je wel eerst duizend keer

16

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

geoefend hebben. Na honderd keer verlies je wel eens het vertrouwen in jezelf. maar afhaken is desastreus. als je werkelijk iets wilt bereiken, zul je er voor moeten gaan, ongeacht de beren op de weg. Vallen doen we allemaal. Opstaan is de kunst. Dat vraagt de bereidheid om de confrontatie met jezelf aan te gaan. we denken zo vaak dat we onze omgeving moeten overwinnen, maar we moeten eerst onszelf overwinnen om de kracht en het doorzettingsvermogen telkens weer te hervinden.” nieUWe WeGen De Bruijn was zeventien jaar toen het tijdens de landelijke kampioenschappen turnen mis ging. “men was vergeten de brug goed te checken op haarscheurtjes. als je dan als turnster met je volle kracht ronddraait en een salto maakt, gaat het goed fout. De brug brak en ik werd een eind weg geslingerd. Daar lag ik dan, ik werd afgevoerd naar een reguliere arts ergens in een ziekenhuis in amsterdam. ik kwam toen niet op de juiste plek bij de juiste arts terecht. Dat was voor mijn knie, mijn been, het begin van het einde. afgezien van alle lichamelijke zorgen, begon er een proces van herorientatie op mijn werk. tot mijn val was turnen mijn leven. Het was pure passie, haast een virus. Daarna ben ik gaan reflecteren over mezelf. er moest natuurlijk ook brood op de plank komen. al snel maakte ik mijn entree binnen de financiële dienstverlening.” “Het belang van vakmanschap, het beheersen van vaktechniek gecombineerd met een gezonde portie passie en gedrevenheid is me door de sport met de paplepel ingegoten. ik heb ervaren hoe essentieel het is om vanuit eigen kracht te gaan voor het realiseren van de belangrijkste doelstellingen in het leven.” OMMeKeer Het was niet alleen de sport en de ommekeer door het ongeluk die het leven van De Bruijn hebben getekend. “mijn zusje overleed plotseling op 26-jarige leeftijd. Dat heeft me leren relativeren. Door een snelle samenloop van omstandigheden hebben mijn man en ik besloten om haar kinderen in huis te nemen. een proces dat binnen de toenmalige familierelaties niet zonder slag of stoot is verlopen. ik heb op jonge leeftijd het licht en het donker, de liefde en het verdriet in het leven leren kennen. Door er niet aan voorbij te »


Wilma de Bruijn:

“Nieuwe wegeN.”

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

17


menselijke economie gaan heb ik geleerd dat we een veel completer mens worden » als we onze plussen en minnen in het leven leren aangaan. Ook in de samenwerking met anderen. “Het draait wat mij betreft in de basis altijd om zelfkennis, kennis van elkaar, met alles erop en eraan en onderlinge verbinding. gek genoeg zijn we onder druk van de crisis geneigd om alles steeds strakker te protocolleren en ‘blauwer’ te maken. structuur is natuurlijk ook belangrijk. Net zoals de pijplijn ervoor zorgt dat de olie niet alle kanten opspat. maar een pijplijn zonder olie en een structuur zonder energie, vakmanschap en gedrevenheid leiden ook niet tot resultaat. Je hebt zowel de structuur als de menselijke aspecten nodig om tot duurzame winst te komen.” “als financiële sector weten we één ding zeker: zoals het

was zal het nooit meer worden. we moeten op zoek naar vernieuwing van systemen, protocollen en methodes van werken. we zijn de verbinding met de klant regelmatig kwijt. we communiceren ons suf, maar uit onderzoek van hoogleraar Henriëtte prast blijkt dat we de aansluiting met de markt nog steeds missen. Nog meer informatie is dan volgens mij ook niet de oplossing. Het moet anders. maar hoe?! eigenlijk weet niemand dat exact, maar we zullen nieuwe wegen moeten gaan bewandelen. experimenteren, doen en ervaren en niet doen alsof onze neus bloedt.” Dat ervaren doen deelnemers tijdens een jaarlijks door De Bruijn geïnitieerde ‘pensioen expeditie’. een zoektocht naar het nieuwe pensioendenken, waarbij ‘beleving’ een grote rol speelt. Zij faciliteert hiermee het debat met en in de markt. Ook de academy beperkt zich om die reden niet alleen tot de reguliere vaktechnische opleidingen. “Vanaf de oprichting van de academy heb ik voor ogen gehad om zoveel mogelijk medewerkers te helpen om in hun eigen kracht te komen. wat denk je van de enorme uitdagingen waarvoor we staan? Hoeveel mensen verliezen er in Nederland hun baan? we zullen mensen handvatten moeten aanreiken om te kunnen omgaan met wat er in hun omgeving gebeurt. Vanuit eigen kracht moeten zij het verschil kunnen gaan maken.”

innOVatieKraCht

Sculptuur van Kees Verkade van Wilma de Bruijn als turnster. “Het leven gaat over balans.” Foto: Roy Borghouts.

18

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

Wilma de Bruijn is een visionair denker; ze denkt voortdurend na over hoe het anders en beter kan. Als directeur van de Achmea Academy insuring knowledge is De Bruijn verantwoordelijk voor de professionalisering van opleidingen op het gebied van vakkennis van duizenden medewerkers en hun klanten van de groepsmaatschappijen en netwerkorganisaties in Europa. Zijn doet dit samen met een team van bevlogen mensen. Haar Academy won in 2011 de NSCU Award. Uit het juryrapport komt duidelijk haar innovatiekracht naar voren: “Deze academy is een mooi voorbeeld van een zeer degelijk vormgegeven ‘School’ type corporate university met strategische impact. Ook is te zien dat innovatie en samenwerking een belangrijke rol spelen bij het bereiken van impact in de organisatie. Corporate universities van het ‘School’ type hebben aan Achmea Academy een mooi referentiekader voor hun eigen ontwikkelingspad.” Eén van haar passies is te praten over een door de Academy uitgegeven boek ‘Passie voor je vak’, waarin onderzoek is gedaan naar High Potential Individuals. Een mooie kapstok om mensen aan te moedigen naar hun eigen situatie te kijken. De Bruijn is bestuurslid van de NOPD, lid van de Raad van Advies van het Nederlandse Rode Kruis, lid van de Raad van Toezicht van Stichting MEE, lid van een aantal organisaties, waaronder Limra International, het internationale netwerk van marketing professionals in de verzekeringsbranche. Ze spreekt regelmatig op (inter)nationale conferenties en bijeenkomsten over de ontwikkeling van menselijk talent.


Diep in het hart De Bruijn kan soms wakker liggen van de gevolgen van de financiële crisis voor mensen en bedrijven. Het borrelt dan van ideeën en creativiteit om op allerlei manieren een vangnet te realiseren voor mensen in moeilijke situaties. Haar omgeving wordt dan ook met regelmaat verrast met nieuwe ideeën om producten en diensten te ontwikkelen die mensen binnen organisaties helpen om zichzelf verder te ontwikkelen. Het is een groot voorrecht dat zij deze ruimte binnen haar organisatie inneemt en daar ook goede dingen mee doet. Ook in haar directe woonomgeving zit ze allesbehalve stil. “Ons dorp is behoorlijk geraakt door de crisis. De werkloosheid is hoog opgelopen en veel gezinnen hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. De voedselbank maakt

“ValleN DOeN we allemaal, OpstaaN is De kuNst” overuren. als de bakker en de accountant te weinig euro’s op zak hebben om te overleven, betekent dat nog niet dat ze hun talenten kwijt zijn. er is een hele ruilhandel op gang gekomen. “als er iets is waarvoor je me uit bed mag bellen, is het wel een goed idee om mensen in deze samenleving te helpen om opnieuw beter in hun kracht te komen. Je kunt veel praten en schrijven over solidariteit, duurzaamheid en sociaal-economische vernieuwing, maar uiteindelijk gaat het er om dat zoveel mogelijk mensen het zelf gaan beleven. Zonder participatie geen solidariteit. in dat teken staat alles wat ik doe. Om de ziel van mensen en bedrijven weer tot leven te laten komen. echte verbinding met de klant lukt pas als we erin slagen om mensen diep in het hart te raken. Daar ga ik voor. Daar sta ik voor. en ik vraag iedereen om mee te doen.” ««

De Bruijn: “Echte verbinding met de klant lukt pas als je mensen diep in het hart kan raken.”

advertentie

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

19


4klank

LAGERE ADVIESKOSTEN Het zal u niet ontgaan: digitaal advies schiet als krokussen in de lente uit de grond. Verdwijnt het weer even snel? Ik denk het niet. Moet u er iets mee? U moet niets, maar ik denk dat het u kan helpen om uw onderneming concurrerend en winstgevend te houden. Technologische innovaties veranderen markten. Dat is van alle tijden. De telefoon verving de postduif. En WhatsApp op haar beurt weer de telefoon. De pinpas vervangt de bundel bankbiljetten in je vaders borstzak. En onze kinderen betalen straks met hun mobiel en zullen de pinpas als een archaïsch stukje plastic zien en de pinautomaat als een prehistorische holte. Voor alle aanbieders in die markten geldt: aanpassen of je overleeft het niet. Gaat digitaal advies de adviseur vervangen? Dat denk ik niet. Er zal altijd behoefte blijven aan advies en persoonlijke aandacht. Maar de vorm van dat advies gaat wel veranderen. Die veranderingen ziet u al om u heen. Door het provisieverbod gaan adviseurs en aanbieders concurreren op de prijs van het advies. Een lage prijs trekt immers klanten, zo is dat nu eenmaal. Maar dan moet de kostprijs ook omlaag. Daarom bieden bijna alle grote banken sinds kort digitaal hypotheekadvies. En een paar adviesorganisaties hebben zich al volledig toegelegd op digitaal (totaal)advies en spreken geen klant meer face-to-face thuis of op kantoor. Volledig digitaal is het advies tot op heden trouwens nooit. Maar door wat zelfredzaamheid van de klant en slim gebruik van moderne technieken kan de kostprijs van het advies fors omlaag. Het verzamelen en ordenen van de

KALO BAGIJN, algemeen directeur Brand New Day

20

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

“BEHOEFTE AAN TOELICHTING EN UITLEG ZAL ER ALTIJD ZIJN, OOK BIJ EEN DIGITAAL ADVIES” gegevens doet de klant zelf – online. Dat kan ook steeds gemakkelijker, omdat veel data online beschikbaar is. Denk aan mijnpensioenoverzicht.nl, online kasboeken van banken en online inzicht in polissen bij verzekeraars. Dat een upo een maal per jaar in de zomer per post wordt verstuurd, is natuurlijk niet meer van deze tijd. De online beschikbaarheid van data gaat nog een grote vlucht nemen. Het duurt niet lang meer voordat de klant een aanbieder met één muisklik kan machtigen om bij allerlei instanties zijn of haar financiële gegevens automatisch in te lezen. Nadat de klant online allerlei inventariserende vragen heeft beantwoord, kan het concept adviesrapport online klaargezet worden. Dan is er nog geen adviseur aan te pas gekomen. Die komt pas in de volgende fase in actie: om alle gegevens en antwoorden met de klant te bespreken, zo nodig aan te passen en om het advies dat daar automatisch uitrolt toe te lichten. Daar zit ook de toegevoegde waarde van een adviseur. Die behoefte aan toelichting en uitleg zal er altijd zijn. En dat is niet digitaal in te vullen. Het gesprek met de klant kan prima telefonisch, met schermdeling. Of indien gewenst thuis. Maar digitalisering beperkt aanzienlijk de tijd die een adviseur kwijt is en dus de kostprijs van het advies. Kortom: digitalisering leidt tot lagere advieskosten. Bovendien zal het consumenten aanspreken die van snelheid en gemak houden. Zoals altijd bij ondernemen brengen veranderingen bedreigingen én kansen met zich mee. Echt niet al uw klanten gaan voor digitaal en de lage tarieven. Maar een deel wel, ondanks dat u wél en aanbieders géén onafhankelijk advies geven. En die klanten verliest u als u niet ook uw tarieven verlaagt. De kansen? Uw advies wordt door het lagere tarief voor een grotere groep bereikbaar. U kunt er dus ook heel wat nieuwe klanten mee aantrekken. «« ‘4Klank’ is een wisselcolumn waarin vier auteurs hun mening geven over een actueel onderwerp in relatie tot de financiële dienstverlening. De ‘4Klankers’ zijn: Egbert Berkhoff (NNEK), Kalo Bagijn (Brand New Day), Henri Drost (Oostdam & Partners) en Berend Tooms (Assurantiehuis Adviesgroep). Reacties op deze column zijn welkom op k.bagijn@brandnewday.nl


praKTiSCH

adviesmodellen

EErst diEnEn, dan vErdiEnEn Nieuwe budget- en financieel coaches zijn welkom bij eXpenses Online, vertelt mede-oprichter en ‘master Toon Berendsen. coach’ Jos Wagemakers.

E

Xpenses Online biedt de consument ondersteuning bij het managen van zijn financiële huishouding met als doel inzicht, overzicht en uitzicht in geldzaken. Het digitale klantportaal ‘Mijn eXpenses’ is voor de klant en coach benaderbaar en wordt actief ingezet om de klant optimaal van dienst te zijn. De oprichters en bedenkers van het concept zijn financieel adviseur Vincent Koning, collega-adviseur Jos Wagemakers en zijn partner Mariëlle Bekker met een brede ervaring op het vakgebied zorg en welzijn. Wagemakers: “We hebben een digitaal klantportaal ontwikkeld waarin de klant al zijn financiën zelf op basis van ‘self service’ kan beheren. Tevens bieden we de mogelijkheid voor klanten om bij complexe zaken de ‘advies Service’ te raadplegen. Want financiën zijn moeilijk. Veel mensen hebben er ook niet zo veel mee. Vandaar dat we besloten om aan eXpenses Online nadrukkelijk budget- en financiële coaching toe te voegen.” inmiddels zijn meerdere coaches in de markt actief met deze nieuwe manier van financieel dienstverlenen. Nieuwe coaches zijn welkom. Financieel adviseurs zijn natuurlijk bij uitstek geschikt om op te treden als budget- en/of financieel coach en voor hen is het, volgens Wagemakers, een goed nieuw business model. absolute voorwaarde is dat kandidaten de missie van eXpenses Online onderschrijven en uitdragen. Wagemakers: “Die missie luidt: ‘Wij willen graag een waardevolle bijdrage leveren aan de bevordering van het (financieel) welzijn van onze medemensen’. Dat is een heel andere insteek dan binnen stappen bij de klant met een product. ‘Eerst dienen, dan verdienen’ is ons motto. We vinden dat zo belangrijk dat het ook in de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen.” abonnEmEntEnsystEEm De klant kan bij eXpenses Online kiezen uit drie abonnementen: Brons, Zilver en Goud. Het eerste abonnement staat sterk in het teken van zelfwerkzaamheid. Vanaf Zilver kan de klant rekenen op meer ondersteuning met een persoonlijke coach. Zo wordt een uitgebreide inventarisatie gemaakt van de huidige portefeuille, waarbij overigens ook wordt gekeken naar energie- en mediacontracten (telefonie, internet, digitale televisie en dergelijke). “Ook kunnen wij in deze productgroepen bemiddelen.” De gegevens worden in het klantportaal ‘Mijn eXpenses’ geladen, waar ze worden vertaald naar maandelijkse inkomsten en uitgaven. “Zo krijgt de klant een helder overzicht en daarmee grip op zijn financiële situatie.”

Jos Wagemakers: “Er zijn als coach nog zoveel goede dingen te doen.”

eXpenses Online kijkt echter ook welke besparingen mogelijk zijn. Volgens Wagemakers zijn die besparingen er al gauw en kunnen ze groot zijn. Vanaf het Zilver-abonnement wordt jaarlijks gekeken of er nog meer besparingen mogelijk zijn. Het Goud-abonnement biedt bovendien jaarlijks een nieuwe Financiële Foto van de actuele stand van zaken, waaronder scenario’s zoals risico, hypotheek, vermogensopbouw en pensioen. Wil de klant advies, dan is dat mogelijk tegen een extra uurtarief. Maar het verdienmodel zit ‘m dus met name in het helpen van de klant bij het organiseren en beheren van zijn geldzaken. eXpenses Online ziet zichzelf dan ook als een business model dat naadloos aansluit op de transformatie van de financiële sector naar een grotere klantgerichtheid. Tegelijkertijd sluit het financieel concept aan bij de groeiende zelfwerkzaamheid van consumenten. Zelf is Wagemakers erg blij dat hij de stap naar het zelfstandig ondernemerschap heeft gezet, na ruim veertien jaar verschillende adviseursfuncties te hebben ingevuld bij rVS, iNG Bank en postbank Zakelijk. En dankzij eXpenses Online lukt het ook anno 2013 om een rendabele coachpraktijk te runnen. “Er zijn als coach zoveel goede dingen te doen.” ««

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

21


VErDiEpEND

new financial inspiration

ZoeK Verbinding Met JeZeLF en MaaK het VerSChiL als je één herinnering mee mag nemen naar het hiernamaals, welke is dat dan? aan de hand van die vraag formuleerde iedere ambassadeur van het New Financial Forum tijdens de vijfde New Financial inspiration een persoonlijke waarde van waaruit hij of zij bijdraagt aan de vernieuwing van de financiële sector. tekst: toon Berendsen, beeld: rodney kersten

D

e ambassadeurs van het New Financial Forum, opgericht door hoofdredacteur Willem Vreeswijk van VVp Vakblad voor financieel adviseurs, staan voor vernieuwing van de financiële sector. Een aantal keren per jaar komen ambassadeurs bij elkaar in de vorm van een zogeheten New Financial inspiration. tijdens zo’n middag worden zij via een lezing, een workshop of een bijzondere ontmoeting gestimuleerd om door te gaan op het pad van vernieuwing. Wat eerdere New Financial inspirations, en andere activiteiten van het forum (zoals de New Financial Day, dit jaar op 20 september) en het New Financial Magazine) hebben laten zien, is dat werkelijke vernieuwing alleen kan ontstaan vanuit de mensen zelf. Wet- en regelgeving zijn ook belangrijk, maar zolang er in de mens zelf niets verandert – of misschien beter: zolang de mens niet leert weer te luisteren naar zichzelf – verandert er weinig. New Financial inspirations helpen ambassadeurs om naar binnen te keren, de waarden te (her)ontdekken waarom ze eigenlijk hun prachtige vak beoefenen en zo een authentieke financiële dienstverlener te worden. iemand die mensen helpt vanuit zijn innerlijke waarden. Ook de jongste New Financial inspiration, mede mogelijk gemaakt door achmea academy, bracht de deelnemende ambassadeurs terug naar hun kern. Eigenlijk via een ogen-

Uitleg Jacky van de Goor over After life.

22

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch


schijnlijk eenvoudige vraag, die begeleidster Jacky van der Goor (organisatieadviseur en leiderschapstrainer) ooit oppikte uit de Japanse film ‘after life’. Van der Goor: “Je mag één herinnering uit dit leven meenemen naar het hiernamaals. al je andere herinneringen worden gewist. Welke herinnering kies je?” in drie groepen vertelden ambassadeurs elkaar welke herinnering zij zouden meenemen. De anderen uit de groep schreven op welk gevoel of welke waarde(n) in hun opkwamen, terwijl ze naar een herinnering luisterden. iedereen formuleerde vervolgens voor zichzelf een kernwaarde. iedereen kreeg een tegel om die waarde op te schrijven. Daarna wisselden de ambassadeurs de geformuleerde kernwaarden uit.

Verbinding Veel van de waarden gingen over iets in beweging brengen. Maar dat is ook precies de essentie, meende achmea academy-directeur Wilma de Bruijn (samen met haar senior manager Joke Bijleveld gastvrouw van deze vijfde New Financial inspiration). “Hoe krijgen we de markt zo in beweging dat de mooie dingen die wij doen weer zichtbaar worden? Hoe zorg je dat vertrouwen niet een woord is, maar iets wat je raakt? Door de verbinding met de consument te vergroten. Want dan kunnen we echt het verschil maken.” Je kunt je echter alleen werkelijk verbinden vanuit innerlijke waarden. Welke zijn dat dan? De middag stelde de ambassadeurs in staat om daar voor zichzelf contact mee te maken. En er was nu werkelijk helemaal niemand die zei: ik neem een herinnering mee uit mijn zakelijke leven. Vrijwel alle »

“JE MaG ééN HEriNNEriNG MEENEMEN Naar HEt HiErNaMaals. WElkE kiEs JE?”

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

23


new ďŹ nancial inspiration

Facilitator Jacky van de Goor legt uit.

Mark Boskamp (NNEK) en Mark Sanders (Obvion).

Jan Donselaar (Dazure) en Patrick Steggerda (Beter Koersen).

Kenneth Schuit (ONVZ) in gesprek met Femke de JongStruiksma (Van Beem De Jong Advocaten).

Michael Mackaaij (MultiSafe).

24

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

Wilma de Bruijn in gesprek met Ozewald Wanrooij (Neutralis).


» herinneringen gingen over iets uit het persoonlijke leven. Niet zelden betrof het een life changing moment. Zoals iemand die een trail maakte in afrika en daar de stilte ervoer en zag hoe harmonieus de natuur in elkaar steekt. “Onze gids zei: het gaat regenen. Hij zag dat termieten bezig waren torentjes te bouwen boven hun holen. aan de hoogte kon je zelfs zien hoe hard het zou gaan regenen. Dat gevoel van harmonie zou ik willen meenemen.” Een andere ambassadeur was in de ardennen naakt in een waterbron gaan liggen; hij had letterlijk zijn bron teruggevonden. Hij besloot te stoppen als financieel adviseur en zich te richten op coaching en vrijwilligerswerk. Voor een andere ambassadeur was de cirkel rond toen hij zijn stervende vader, 55 pas, schoor. “toen ik vijftien was schoor mijn vader mij voor de eerste maal.” allemaal heel persoonlijke en menselijke herinneringen dus die mensen willen meenemen. Het gaat in het leven dus niet om geld, macht en status. Je kan je afvragen wanneer dat besef nu eens breder doordringt tot de financiële branche. ««

Warm welkom Wilma de Bruin (Achmea Academy).

Spread the word! Op 29 maart verschijnt het nieuwste nummer van New Financial Magazine. De uitgave is een e-zine, dat kan worden gelezen via www.newfinancialforum.nl. In het magazine inspirerende artikelen met onder meer Damaris Matthijsen (oprichter Economy Transformers), hoogleraar Dirk Schoenmaker en Alan McSmith, de Afrikaanse trail guide die de vierde New Financial Inspiration verzorgde. Inmiddels zijn zo’n 125 branchegenoten Ambassadeur. Daar mogen er natuurlijk altijd meer bij, want hoe groter de groep hoe meer in beweging kan worden gebracht. Ambassadeurs worden gestimuleerd actief deel te nemen, ook op de website. Initiatiefnemer Willem Vreeswijk riep Ambassadeurs tijdens de vijfde New Financial Inspiration nog eens nadrukkelijk op om het woord te verspreiden, zeker ook via de social media. Recent is ook de aanstelling van een aantal ‘Superambassadeurs’, die het New Financial Forum zowel binnen de eigen groep van Ambassadeurs als naar buiten toe aanjagen en promoten. Het betreft Jelle Bartels, Ron Bavelaar, Maurice van den Hemel, Douwe Dijkstra en Jeroen Looman. Er volgen dit jaar nog meer New Financial Inspirations en Magazines. Verder is de New Financial Day op 20 september een dag om te noteren. Voor de derde (en laatste) keer wordt deze dag gehouden in het vestingstadje Heusden, waar inwoners hun huis of winkel open stellen voor workshops. Op die dag staan de Ambassadeurs zelf centraal. Vreeswijk: “Niet het hoe en wat staat daarbij centraal, maar vooral het waarom. Waarom oefen je het vak van financieel dienstverlener uit en waarom wil je een steentje bijdragen aan een gezonde en dienstbare financiële wereld?”

Joke Bijleveld (Achmea Academy) en Maurice van den Hemel (All-Insure).

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

25


praKTiSCH

risicomanagement

risk & compliance officer moet organisatie spiegel Voorhouden risk & compliance moet het klantbelang centraal stellen en tot de cultuur binnen alle geledingen van financiële instelling of financiële dienstverleners gaan behoren. risk & compliance officers moeten coaches worden. Door: Danny Kunz en Edwin lodder, senior consultants bij Yellowtail Consulting

a

l enige jaren lopen wij als consultants van Yellowtail rond bij enkele grote banken en verzekeraars in Nederland. in deze tijd hebben we de focus op risk & compliance met de tijd zien groeien. Na het vallen van de eerste grote banken en de daaropvolgende maatschappelijke discussies, zijn organisaties binnen de financiële wereld vele risk & compliance gelieerde projecten gestart. Dit is mede geïnitieerd door nieuwe wetgeving als Solvency 2 en Basel 3, maar ook vanuit de gedachte om het consumentenvertrouwen te verbeteren en te herstellen. Bij de uitvoering van deze projecten krijgen de risk- en compliance afdelingen vaak een belangrijke rol, hand in hand met mensen die fulltime verantwoordelijk zijn voor het behalen van de projectdoelstellingen. Eisen aan risk- en control frameworks moeten immers worden ingepast in bestaande control frameworks en er moet links- of rechtsom, aan de nieuwe regels worden voldaan. Vanuit deze projecten worden vaak prachtige modellen en oplossingen bedacht om te voldoen aan vereisten en wet- en regelgeving. De impact en het daadwerkelijk doorvoeren van deze wijzigingen op de bedrijfsprocessen en het uitvoeren van

Danny Kunz.

26

Edwin Lodder.

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

primaire taken op de afdeling is vaak onderbelicht. De mensen op de werkvloer – die worden geraakt door deze projecten – hebben geen idee wat hen te wachten staan en snappen vaak niet waarom al deze wet- en regelgeving de uitvoer van hun functies verstoort. Sterker nog, vaak zijn

“DE praKTiSCHE iNVUlliNG VaN COMpliaNCY rEGElS MOET DOOr DE ‘BUSiNESS’ WOrDEN BEDaCHT” mensen binnen het operationele proces niet eens bekend met allerlei risk & compliance maatregelen die toch echt gelden voor de taken die zij uitvoeren. Waar eerder – en misschien nog steeds – het grote gapende gat tussen ‘business’ en iT bestond, lijkt dit nu ook te gelden voor ‘business’ en risk & compliance. risk & control framework Gezien het verplichte karakter van nieuwe wet- en regelgeving, steekt men vaak veel aandacht in het vertalen van wettelijke regels naar nieuwe risk & compliance maatregelen binnen een zogenoemd risk & Control Framework. Deze frameworks zijn essentieel, omdat daarmee wordt aangetoond dat organisaties inderdaad hebben nagedacht wat de impact van de nieuwe regels is op de interne organisatie. Waar men weinig aandacht aan besteedt, is de vertaling van nieuwe risk & compliance maatregelen naar het daadwerkelijke operationele proces. Wat moet een


medewerker veranderen aan zijn werk om ervoor te zorgen dat hij volgens de vereisten van nieuwe wet- en regelgeving opereert? Doordat deze vertaalslag vaak niet plaatsvindt, voldoen organisaties vaak wel op papier, maar treffen we binnen de bedrijfsprocessen en op de afdelingen wat anders aan. Sterker nog: wanneer de tijd begint te dringen, maken deze afdelingen vaak zelf nog een keer hun eigen vertaling van wet naar uitvoering. Omdat zij dit zelf doen, is deze in ieder geval werkbaar. Of dit ook past in het ‘grotere geheel’, is nog maar de vraag. wat moet er anders? 1. Van strategie naar vertaling in operationele processen. Wanneer het gaat om de inbedding van nieuwe risk & compliance maatregelen, zien we dat er vaak een werkgroep bezig is een vertaalslag te maken op strategisch en/of tactisch niveau van de impact voor de organisatie. Dit is een abstract proces, waarbij de wirwar aan eisen tot één beleid moet worden gesmeed. De werkgroep die dit proces uitvoert bestaat vaak voornamelijk uit specialisten op het gebied van wet- en regelgeving. De werkvloer wordt er meestal later bij betrokken. Daar moet immers de winkel draaiende gehouden worden. Wetten en regels worden vaak gezien als ballast voor de werkzaamheden die zij moeten uitvoeren. Dat er een gat ontstaat tussen het idee achter de wetten en regels en de uitvoering op de werkvloer, is op deze manier onvermijdelijk. procedures en beheersmaatregelen komen vrijwel nooit volgens theoretische beschrijving tot uitvoering in het operationele proces. Het is echter in dit operationele proces waar organisaties de risico’s lopen. Het zijn deze operationele processen die de meerwaarde voor klanten en aandeelhouders leveren. Het is de business die aan nieuwe risk & compliance maatregelen moet voldoen. Om die reden moet er meer energie gestoken worden in het integreren van risk en compliance binnen het operationele proces. Daarbij is interactie met de business van essentieel belang. 2. Van framework naar risicobewuste organisatie. De focus ligt veelal op het realiseren van een framework en daarmee op papier voldoen aan verplichtingen. Een framework levert echter pas echt meerwaarde wanneer de gehele organisatie zich op alle niveaus ontwikkelt tot een risico bewuste organisatie. Dit maakt de aanwezigheid van een risk & Compliance Framework niet minder belangrijk, maar de inrichting van structuren vraagt extra aandacht.

praktijktips Voor risk & compliance bewuste organisatie 1. H oud workshops waarbij risk & compliance officers met proceseigenaren en -uitvoerders een vertaling maken van geldende wet- en regelgevingen naar hun bedrijfsprocessen. Samen kom je dan tot een praktijk georiënteerde oplossing. 2. Integreer risk & compliance maatregelen met procesbeschrijvingen. Door een vertaling te maken van risk & compliance maatregelen en deze op te nemen binnen procesbeschrijvingen is het voor de werkvloer duidelijker welke impact deze maatregelen hebben voor het operationele proces. 3. Maak de risk & compliance maatregelen ‘levend’ door performance én risico’s te meten met performance- en risk indicatoren. Maak hiervoor een dashboard dat wekelijks zichtbaar is. 4. Faciliteer als risk & compliance officer risicomanagement workshops waarbij je de organisatie bewust laat worden van haar eigen top-tien van belangrijkste risico’s. 5. Verbeter samen met de werkvloer continu de processen aan de hand van resultaten uit audits en bevindingen van de externe accountant. Dit zorgt voor bewustzijn en triggert de organisatie bewust bezig te zijn met risk & compliance.

Het vraagt om integrale sturing op het gebied van risk & compliance op strategisch en/of tactisch en operationeel niveau. Net zo belangrijk is een risico bewustzijn op de werkvloer. integrale sturing kan men verder realiseren door de inrichting van escalatie en governance structuren; zowel bottom-up als top-down. Het zijn de risk en compliance officers die de interne organisatie moeten: – faciliteren te reageren op risico’s; – helpen risico’s te voorkomen; – helpen medewerkers het vizier continu te laten verbreden naar mogelijke nieuwe/toekomstige risico’s; – helpen deze risico’s te integreren binnen de organisatie. Van risk & compliance officers naar coaches risk & compliance officers moeten risk & compliance coaches worden en zo de organisatie continu een spiegel voorhouden. Zij zouden zich moeten bewegen naar een meer faciliterende, consultantachtige rol. Het ‘ivoren toren regeren’ en in theorie geweldige constructies uitdenken hoe een optimale inrichting van risk en compliance maatregelen er uit moeten zien, is niet meer van deze tijd. risk & compliance coaches moeten experts worden die de mensen op de werkvloer continu bewust maken van ontwikkelingen. Het is namelijk de werkvloer die zich bewust moet zijn van de risico’s en mogelijke compliance issues. risk & compliance coaches moeten deze mensen op de werkvloer voeden met de benodigde informatie en hen faciliteren hun bedrijfsprocessen goed in te richten en uit te voeren. De praktische invulling van compliancy regels moet door de ‘business’ worden bedacht, waarbij zij hulp krijgen van de compliance coaches. in het kader op deze pagina hebben wij onze bevindingen samengevat in een vijftal praktijktips voor risk & compliance bewuste organisaties. ««

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

27


praKTiSCH

pensioenkennis

helderheid over arbeidsongeschiktheidsPensioen en Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Op 23 januari 2013 is een nieuw convenant door het Verbond van Verzekeraars en de pensioenfederatie ondertekend. Het nieuwe convenant sluit aan op het Van leeuwenconvenant van november 2009. De nieuwe regels die uiterlijk op 1 januari 2014 door partijen moeten zijn geïmplementeerd, zijn belangrijk voor de Door: leo van der Helm, pensioen adviesbureau avéro achmea pensioenadviespraktijk.

p

er 11 november 2009 hebben het Verbond, Welder (voorheen Breed platform Verzekerden & Werk) en de CG-raad (Chronisch zieken en Gehandicapten raad Nederland) afspraken gemaakt over het acceptatiebeleid bij inkomensverzekeringen en pensioenen. Dit zogeheten Van leeuwenconvenant, tot stand gebracht onder leiding van oud-politica Hannie van leeuwen, heeft als doel dat ook mensen met een gezondheidsbeperking vrijelijk van baan kunnen wisselen zonder de angst te hebben om te worden uitgesloten van deelname aan inkomens- en pensioenverzekeringen. Het convenant trad per 1 januari 2010 in werking en moest uiterlijk een jaar later door de verzekeraars zijn geïmplementeerd. Voor bestaande polissen van voor die tijd zou in de geest van het Van leeuwenconvenant worden gehandeld. Het convenant geldt voor aan arbeid gerelateerde verzekeringen. Dit zijn verzekeringen voor werknemers die op grond van de arbeidsovereenkomst door de werkgever zijn gesloten ten behoeve van ouderdoms-, nabestaanden-, of arbeidsongeschiktheidspensioen, als bedoeld in de pensioenwet en door de werkgever gesloten verzekeringen in het kader van de loondoorbetaling bij ziekte of eigenrisicodragen WGa. Op grond van het Van leeuwenconvenant is het hanteren van Carenzjaren en wachttijden niet (meer) toegestaan. in plaats hiervan mag een verzekeraar wel het inlooprisico beperken door het hanteren van een zogenoemde brandendhuisclausule. De verzekeraar hoeft op basis van deze clausule geen dekking te bieden aan deelnemers die op de datum indiensttreding of op de ingangsdatum van de door de werkgever gesloten verzekering, wegens ziekte of ongeval niet of niet

belangrijk voor PensioenadviesPraktijk – –

Het convenant over het in- en uitlooprisico is een verdere stap in de goede richting. De regels zijn echter generiek Voor de pensioenadviseur is het belangrijk om te kijken of de nieuwe regels ook in individuele situaties daadwerkelijk het beoogde resultaat opleveren. De pensioenadviseur zal bij een collectieve waardeoverdracht alert moeten zijn of de juiste afspraken worden gemaakt.

28

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

volledig in staat waren hun werkzaamheden uit te voeren. Het uitlooprisico wordt op grond van het Van leeuwenconvenant volledig door de verzekeraars gedekt. Deze afspraak geldt echter niet voor arbeidsongeschiktheidspensioen of voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid in de pensioenregeling vallend onder de pensioenwet. in het convenant is de afspraak opgenomen om ook voor deze categorie

“CONVENaNT VaN VErBOND EN pENSiOENFEDEraTiE iS VErDErE STap iN DE GOEDE riCHTiNG” tot eenduidige afspraken over het in- en uitlooprisico te komen. Het heeft even geduurd, maar op 23 januari 2013 zijn deze afspraken in het nieuwe convenant vastgelegd. Hieronder een toelichting. arbeidsongeschiktheidsPensioen De pensioenregeling waarin de werknemer deelnemer was op de eerste ziektedag, dekt het uitlooprisico. Het arbeidsongeschiktheidspensioen (inkomensvervangende uitkering) wordt conform het pensioenreglement tot de daarin vermelde eindleeftijd door de betreffende pensioenuitvoerder uitgekeerd. De eerste ziektedag is de eerste dag van de wachttijd zoals in de Wet Werken en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia) bedoeld, dus de eerste dag van ziekmelding. Het recht op het arbeidsongeschiktheidspensioen dat bestaat op het moment van beëindiging blijft ook na beëindiging van het dienstverband voor het einde van de wachttijd, bestaan. alle wijzigingen in de mate van arbeidsongeschiktheid werken, conform het pensioenreglement, door in de hoogte van het uit te keren arbeidsongeschiktheidspensioen. ligt de eerste ziektedag ligt voor aanvang van het deelnemersschap, dan bestaat er geen dekking voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit lijkt vrij uitzonderlijk, maar zou echter voor kunnen komen in de situatie dat een werknemer nog niet is opgenomen in de pensioenregeling van de werkgever, bijvoorbeeld omdat hij nog geen 21 jaar is.


Premievrijstelling arbeidsongeschiktheid 1. De pensioenregeling waarin de werknemer deelnemer was op de eerste ziektedag dekt de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, echter tot de mate van arbeidsongeschiktheid zoals van toepassing bij het einde dienstverband. als bij einde dienstverband de wachttijd nog niet is verstreken, wordt premievrijstelling gebaseerd op ten hoogste de mate van arbeidsongeschiktheid zoals dat gold bij de eerste toekenning van de wettelijke Wia-uitkering. 2. als de werknemer in een andere pensioenregeling gaat deelnemen, dekt de andere pensioenuitvoerder slechts het meerdere boven de reeds bestaande mate van arbeidsongeschiktheid, bij een toename van de arbeidsongeschiktheid. De reden van de toename van arbeidsongeschiktheid is verder niet relevant. Dus ook niet als de toename te maken heeft met de reeds bestaande mate van arbeidsongeschiktheid. Hoewel het Van leeuwenconvenant niet van toepassing is op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid voor pensioenwet-verzekeringen dekken veel verzekeraars binnen pensioenregelingen het uitlooprisico conform de daar gemaakte afspraken. Bij een toename van de mate van oorspronkelijke arbeidsongeschiktheid wordt dit door de pensioenuitvoerder op de eerste ziektedag gedekt. De nieuwe afspraken zijn dus anders. Het uitlooprisico blijft beperkt tot maximaal de mate van arbeidsongeschiktheid op het moment van beëindiging deelnemerschap. Daar staat een toename van het inlooprisico tegenover. Het ligt voor de hand dat de af- en toename van deze risico’s tegen elkaar opwegen. eerste ziektedag bePalend Zowel bij het arbeidsongeschiktheidspensioen als bij premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is de pensioenregeling – en dus de pensioenuitvoerder – op de eerste ziektedag van de oorspronkelijke wachttijd voor de Wia bepalend. Dit geldt ook als een werknemer aan het einde van de wachttijd minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, maar binnen vier weken alsnog meer dan 35 procent arbeidsongeschikt wordt. als een werknemer na de periode van vier weken alsnog meer dan 35 procent arbeidsongeschikt wordt, ligt de dekking volledig binnen de pensioenregeling en bij de pensioenuitvoerder ten tijde van de toegenomen mate van arbeidsongeschiktheid. Deze afspraken gelden ook indien binnen of na vier weken het recht op de Wia-uitkering herleeft, nadat de uitkering is stopgezet. carenz- of wachttijden Ook binnen het convenant is de afspraak gemaakt dat pensioenuitvoerders geen Carenz- of wachttijden (meer) hanteren. Bij het hanteren van een Carenz- of wachttijd bestaat er geen enkele dekking binnen een periode na aanvang van het deelnemersschap. Binnen dit convenant wordt de afspraak gemaakt om buiten het speelveld van dit convenant, ook voor de dekking van het nabestaandenpensioen geen Carenz- of wachttijden te hanteren.

Het hanteren van een antimisbruikbepaling voor maximaal een half jaar is echter wel toegestaan. Dit betekent dat de pensioenuitvoerder een uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen of premievrijstelling mag weigeren indien door de pensioenuitvoerder aangetoond kan worden dat de arbeidsongeschiktheid op basis van de gezondheidstoestand op de datum indiensttreding kennelijk mocht worden verwacht. Het simpele feit dat de werknemer zijn werkzaamheden binnen een half jaar staakt, is hierbij niet voldoende. De periode van een half jaar wordt verminderd met de periode dat de werknemer direct voorafgaand voor een vergelijkbaar risico en niveau al bij een andere pensioenuitvoerder dekking heeft gehad.

Leo van der Helm.

anticumulatie in het convenant wordt de mogelijkheid genoemd om een zogenoemde anticumulatiebepaling op te nemen. Deze bepaling is bedoeld om een eventuele fiscale bovenmatigheid te voorkomen. Het is immers niet ondenkbaar dat door de grote diversiteit aan pensioenregelingen en de wellicht voor de werknemer gunstigere invulling van de minimum afspraken uit dit convenant, er bij arbeidsongeschiktheid een samenloop van uitkeringen of pensioenopbouw ontstaat, met alle fiscale gevolgen van dien. uiterlijk in 2014 van kracht Het Verbond van Verzekeraars en de pensioenfederatie (de koepel voor Beroeps-, ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen) zullen zich inspannen om de afspraken in het convenant uiterlijk op 1 januari 2014 te implementeren. Wel met een belangrijk verschil. Het Verbond kan de leden binden aan het convenant en op die manier bereiken dat zij de afspraken implementeren in hun polisvoorwaarden en uitvoeringsovereenkomsten. De pensioenfederatie heeft daar echter geen juridische mogelijkheden toe. De afspraken zijn primair bedoeld voor individuele beëindiging van het dienstverband. Het convenant beoogt ook bescherming te bieden bij de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst bij de oude pensioenuitvoerder en het afsluiten van een nieuwe uitvoeringsovereenkomst bij de nieuwe pensioenuitvoerder. De afspraken uit het convenant hebben geen betrekking op de situatie van een collectieve waardeoverdracht. De ondertekenaars gaan ervan uit dat in een dergelijk geval specifieke afspraken over het in- en uitlooprisico worden gemaakt. ««

vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

29


visie

HERKENBAAR GELUID Zelf ben ik nog niet zo heel oud, maar toch van een generatie die vroeger aan het geluid van een auto kon horen welk merk en vaak ook welk type het was. Het stevige bromgeluid van mijn vaders Ford Taunus M12 herkende ik direct als hij het erf op kwam rijden. Onze hond trouwens ook. Die ging spontaan blaffen. Karaktervol dus die oldtimers. Moet je nu eens proberen. Oké, een Alfa haal ik er denk ik nog wel uit. Maar verder is het een pot nat, strak vormgegeven in dezelfde windtunnel. Heel efficiënt allemaal. Gaat het in onze branche ook dezelfde kant op als in de auto-industrie? Onder invloed van scherp wettelijk toezicht voelen adviseurs zich in een keurslijf gedrukt. Zij moeten hun adviesproces efficiënter maken en worden er uit angst voor mogelijke claims niet creatiever op. Ik vraag mij af of die ontwikkeling in het belang van de consument is. Dan bedoel ik niet het gilde ‘list en bedrog’: de adviseurs die door een net iets slimmere opstelling te kiezen de randen van het toelaatbare opzoeken. Nee, ik doel hier juist op de adviseur die het vertrouwen heeft van zijn klant. Zit de consument te wachten op eenheidsworst? Ik denk het niet. Consumenten zijn op zoek naar herkenning en erkenning, niet alleen in het woordgebruik maar ook door

“NET ALS AUTO-ONTWERPERS MOGEN FINANCIEEL ADVISEURS BEST WAT EIGENZINNIGER ZIJN” het standpunt dat de adviseur inneemt. Het is dus een stuk lastiger geworden voor de consument een adviseur te vinden met een herkenbaar geluid. Natuurlijk geldt dat niet voor iedereen. Gelukkig net als bij auto’s tref je hier en daar nog een eigenzinnig model aan. Er zijn ook ‘clubs’ die al jaren investeren in de klantrelatie en een transparant adviesproces. Waar de adviseur niet wordt opgehangen aan een enorme prestatiedwang die hem dwingt zijn objectiviteit en integriteit elders te parkeren. Het zou goed zijn voor onze branche als dit voor meer adviesorganisaties gaat gelden. Duidelijk herkenbare mensen met een herkenbaar geluid. Niet al te strak gestroomlijnd ontworpen in een windtunnel, maar vormgegeven door idealen en het leven zelf. Het zou mooi zijn als partijen de komende tijd in hun zoektocht naar nieuw adviestalent daar meer oog voor zouden hebben. Want zoals de auto-ontwerpers van mij best wat eigenzinniger en creatiever mogen zijn, geldt dat ook voor de financieel adviseurs. Ik kan de laatste tijd geen vakblad openslaan of het gaat over backofficesystemen en compliance of internettoepassingen. Heel belangrijk allemaal vanuit een bedrijfskundig perspectief gezien. Maar zeg nu zelf: wat moet uw klant hier nu mee? Die is echt op zoek naar een herkenbaar geluid! ««

JOS BORSBOOM, trainer en coach bij MoneyView

30

Verhelderend, Verdiepend, Praktisch

MoneyView geeft in VVP in 2013 elf keer haar visie op marktontwikkelingen in de financiële dienstverlening. Reacties op deze rubriek kunt u sturen naar support@moneyview.nl


colofon

agenda 15 t/m 19 april 2013

VVp | Vakblad voor financieel adviseurs Uitgave van Nijgh Periodieken B.V. Eenenzeventigste jaargang 2013 Uitgever: rinus Vissers Hoofdredacteur: Willem Vreeswijk (010) 427 41 91 Eindredacteur: lennart Kik (010) 427 41 61 Redacteur: Toon Berendsen (010) 427 41 85 Redactie-secretariaat: Dora pompe (010) 427 41 60 Persberichten: vvp@nijgh.nl Medewerkers: Jan aikens, ronald Bruins, rob Goedhart, rosali de Hart, Hella Kuijpers, Katja van roosmalen, Charles Muetstege, robert paling, Jan van Stigt Thans, ivo Valkenburg, roel Veldwijk, Wim Verkerk Redactie-adres: postbus 122, 3100 aC Schiedam Fax (010) 473 20 00 internet: www.vvponline.nl, e-mail: vvp@nijgh.nl Senior Accountmanager: petra Hesselink (010) 427 41 53 Accountmanager: irshaad raghoebar (010) 427 41 50 Marketing: Wouter Stolk (010) 427 41 82 Media-order: Carola Sjoukes (010) 427 41 09 Abonnementenservice: Tini van Schijndel (010) 427 41 08 Telefonisch bereikbaar van 9.00 tot 12.00 uur e-mail: abo@nijgh.nl Abonnementsprijs 2013: binnenland per jaar 143,50 euro excl. btw buitenland per jaar 196 euro excl. btw Studenten: 69 euro excl. btw losse nummers: 8,50 euro excl. btw Sinds 1 januari 2012 is de nieuwe wet inzake verlengingen opzegtermijnen van abonnementen voor consumenten van kracht. Dit geldt niet voor abonnementen op vakinformatie uit hoofde van uw beroep of bedrijf. Financieel intermediair dat beschikt over een Wftvergunning komt in aanmerking voor een aTpabonnement. aanvragen voor deze abonnementen via abonnementenservice. De abonnementsprijs bedraagt 43 euro per jaar, excl. btw. Bij klachten over bezorging s.v.p de abonnementen-administratie inlichten. abonnementen gelden voor één jaar en worden – zonder tegenbericht – automatisch verlengd. Opzeggingen dienen schriftelijk te geschieden, uiterlijk 6 weken vóór het aflopen van de abonnementsperiode, aan bovenstaand postadres. advertentieplaatsingen worden uitgevoerd overeenkomstig ‘De regelen 2010 Stichting rOTa ’. Copyright: Nijgh periodieken, 2013 Basis ontwerp vormgeving: Studio 3017 Prepress en druk: DeltaHage, Den Haag aangesloten bij de presse internationale des assurances aangesloten bij het Nederlands uitgeversverbond Groep uitgevers voor vak en wetenschap. iSSN: 1388-2724

elspeet (Veluwe) titel: Adviesmethodiek Financial Life Planning Wie: Gerard van der Made & Gabri Verbeek i.s.m. het Kinder Institute of Life Planning Wat: Vijfdaagse training Adviesvaardigheid Waar: Hampshire Inn, Landgoed Stakenberg aanvang: Aanvang 15 april om 9.00 uur; afsluiting op 19 april om 16.00 uur Kosten: 3.325 euro (excl. btw) en verblijfsarrangement informatie: E: info@gerardvandermade.nl, I: www.kinderinstitute.com/events

18 april 2013 rijswijk titel: VKG On Stage Wie: VKG - Van Kampen Groep Wat: Congres Waar: De Broodfabriek aanvang: 10.00 - 16.00 uur Sprekers: Wouter de Vries (VU), Jurjen Oosterbaan (D&O), Peter R. de Vries (misdaadverslaggever) informatie: I: www.vkgonstage.nl De bijeenkomst wordt herhaald op 23 april (Zwolle) en 25 april (Eindhoven)

27 mei 2013 amsterdam titel: Vertrouwen in de financiële branche: een ontdekkingsreis naar nieuwe wegen voor vertrouwen in onze financiële wereld Wie: René de Haan, Jan Jacob Stam, Eva Beerends en Esther de Haan Wat: Workshop Voor: Iedereen die de financiële branche opnieuw en anders wil ‘beleven’ Kosten: De kosten voor zaal, lunch en drankjes worden gezamenlijk gedeeld. Afhankelijk van het aantal deelnemers bedragen de kosten tussen de 50 en 75 euro per persoon. informatie: E: www.hellingerinstituut.nl

29 en 30 mei 2013 amsterdam titel: Cross Channel Klantbediening Wie: IIR Wat: Conferentie (dag 1) en Workshops (dag 2) Waar: Steinberger Amsterdam Airport Hotel aanvang: Dag 1 van 8.30 - 18.00 uur; dag 2 van 9.00 - 16.30 uur Kosten: 1.999 euro (excl. btw) informatie: T: 020-5805415, E: info@iir.nl, I: www.iir.nl/crosschannel

20 September 2013 Heusden titel: New Financial Day Wie: New Financial Forum Voor: De Ambassadeurs van het New Financial Forum en iedereen die de financiële sector een warm hart toedraagt. Kosten: 95 euro informatie: T: 010-4274161, E: willem@newfinancialforum.nl, ivo@ivovalkenburg.nl, I: www. newfinancialforum.nl Op 20 september vindt de derde New Financial Day plaats, voor de laatste keer in Heusden. Dan openen de inwoners van dit fraaie vestigingsstadje voor de derde keer gastvrij hun deuren voor iedereen die de financiële sector een warm hart toedraagt. En omdat het de laatste keer is, wordt deze sessie grootser en spectaculairder dan ooit, waarbij een grote inbreng van de Ambassadeurs zeer op prijs wordt gesteld. Blokkeer svp alvast deze bijzondere dag in je agenda zodat je er bij kunt zijn.

Volledige agenda: zie vvponline.nl vakblad voor financieel adviseurs | 2 april 2013

31


Arbeidsongeschiktheidsspecialist Movir kiest voor een onafhankelijk en deskundig distributiekanaal. Want bij een impactvol product als AOV hoort wat ons betreft een goed advies…

Gezocht: topadviseurs! Wij zoeken onafhankelijk financieel adviseurs die Movir willen toevoegen aan hun portfolio. Adviseurs die in de nieuwe beloningsstructuur kansen zien. Die begrijpen dat een tevreden klant het advies pas écht leert waarderen zodra hij een beroep moet doen op een verzekering. Kortom; ambassadeurs van het adviesvak! U bent:

Wij bieden:

• een kwalitatief hoogwaardig onafhankelijk financieel adviseur • gericht op het adviseren van alleen de beste producten en diensten • erop gebrand uw kennis en adviesvaardigheden op het hoogste niveau te houden • altijd op zoek naar het beste financiële advies voor uw relaties

• een van de beste AOV’s in de markt met meer dan uitstekende voorwaarden • persoonlijke ondersteuning gedurende het gehele proces • hoogwaardige preventie en re-integratieservices • opleiding in-house voor nieuw aangesloten adviseurs • al jaren een zeer hoge intermediaire tevredenheid én klanttevredenheid Bovendien mogen wij ons sinds 2009 ‘Beste inkomensverzekeraar’ noemen volgens Adfiz.

U hebt: • relaties en prospects op hbo en academisch niveau • slechts één eis: altijd het beste advies voor de klant • het ondernemerschap om kansen in de markt te zien én te grijpen • de ambitie om te groeien

Onze ambitie: • iedere hbo’er en academicus vraagt naar Movir als het gaat om zijn AOV • iedere financieel adviseur neemt Movir mee in zijn AOV advies aan hoger opgeleiden

Bent ú de topadviseur waar we naar op zoek zijn? Ga dan snel naar Movir.nl/topadviseurs of bel voor meer informatie René van der Linden: 06 55 81 57 58

2012

DAK | NVA | NBVA

ADFIZ

ADFIZ


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.