
7 minute read
Een tipje van de sluier (Rogier van Vugt
from Hortus Leiden
een tipje van de sluier van het groene vakmanschap
door rogier van vugt
Advertisement
Als een bezoeker één van onze collega’s complimenteert met ons mooie park is dat een boodschap die enigszins dubbel overkomt. Natuurlijk is het goed nieuws dat de bezoekers het mooi vinden. Maar een park? Dat doet toch een beetje zeer, want wij zijn geen park, máár een botanische tuin. Het blijkt dat veel mensen niet weten dat er een wezenlijk verschil is tussen een park en een botanische tuin.
[tekst] Rogier van Vugt [foto’s] Rogier van Vugt [illustraties] Eline Hoogendijk en Esmée Winkel
Een park is een plek waar bomen en planten puur ter decoratie worden neergezet. Een Hortus botanicus herbergt een wetenschappelijke plantencollectie. Daarnaast hebben deze botanische tuinen ook een taak om bedreigde planten voor uitsterven te behoeden.
Planten hebben veel meer betekenis dan enkel decoratie. Ze zijn niet alleen onze belangrijkste bron van voedingsstoffen, maar geven ons ook diverse medicijnen, textiel, bouwmaterialen, kleurstoffen en nog veel meer. Bovendien geven ze ons wetenschappelijk inzicht in de natuur. Tussen ‘slechts’ mooi en al die mogelijkheden, zit hem nu juist het verschil. Als een tuin verbonden is aan een universiteit, is de link met de wetenschap prominent aanwezig, zoals bij de Leidse Hortus botanicus. Je kunt eigenlijk wel zeggen dat onze Hortus het levende-planten-archief van de universiteit is. Studenten en wetenschappers gebruiken deze collectie voor een breed scala aan onderzoek. Het onderhouden van een levend archief vereist een andere aanpak dan dat van een park. En daarmee specialistisch vakmanschap. Soms wil een onderzoeker bijvoorbeeld planten hebben die heel lastig te kweken zijn of uiterst zeldzaam. Deze zijn niet zomaar te koop, dus daar moet je zuinig op zijn. Door de jaren heen heeft de Hortus een collectie opgebouwd die niet alleen wetenschappelijk van belang is, maar ook een historische betekenis heeft. Het beste kun je de waarde van die collectie aflezen aan de planten zelf en minstens zo belangrijk, aan de
E

Chelonistele maximae-reginae [foto] Rogier van Vugt

Diplocaulobium-orchidee [foto] Rogier van Vugt

Eline Hoogendijk en Ed de Vogel bekijken een Diplocaulobium-orchidee [foto] Rogier van Vugt
mensen die er aan verbonden zijn! Ter illustratie van die planten en die mensen volgt een drietal voorbeelden: eerst een enkele plantensoort, dan een complete plantenfamilie en tenslotte een hele botanische klasse waarin de Hortus is gespecialiseerd.
Mini-maretak
Eén van de meest bizarre planten in de Hortus is ongetwijfeld de mini-maretak (Viscum minimum). Dit heel kleine plantje leeft als parasiet exclusief in een aantal soorten succulente Euphorbia of wolfsmelk. Het leven van dit plantje begint als een klein, groen, kleverig zaadje dat op het groene weefsel van de wolfsmelk terecht is gekomen. Het maakt één of twee kleine worteltjes die zich in het weefsel van de plant boren. Binnenin vormen die een netwerk van draadachtige stengeltjes. Aan de buitenkant is weinig te zien, totdat ongeveer een jaar later de huid van de wolfsmelk op verschillende plekjes openscheurt en kleine takjes naar buiten groeien. Hieraan komen de bloemetjes van de maretak die of mannelijk of vrouwelijk zijn. Voorzichtig bestuiven we die met elkaar met als resultaat prachtige rode bessen. In elke bes zit weer zo’n groen zaadje en zo begint het verhaal opnieuw. In de loop van de evolutie heeft deze plant alles afgestoten wat zij niet nodig had. De prijs die ze daarvoor moest betalen is dat ze voor altijd afhankelijk zal zijn van een andere plant. Het fenomeen parasitaire planten is erg
Chelonistele maximae-reginae [wetenschappelijke tekening] Esmée Winkel © Naturalis Biodiversity Center 2013


Rijpe bessen en bloemknopjes van de mini-maretak ontspringen uit een Euphorbia [foto] Rogier van Vugt A glimpse of the Hortus staff’s green craftsmanship
The Hortus is Leiden University’s living-plant archive. A collection that has both scientific value and historical significance that has been built up over the years; students and scientists use this collection for a wide range of research. Maintaining a living archive requires specialist craftsmanship; here are a few examples. Miniature mistletoe (Viscum minimum). This small plant lives as a parasite exclusively on certain species of the succulent Euphorbia (or Spurge). A tiny parasite like this one, with very specific needs, is extremely difficult to cultivate. The orchid collection is the largest and most intensively researched collection cultivated in the Hortus. Orchids are generally slow-growing plants that need special care. Within this collection we still regularly find and describe new species. The fern collection, in the outdoor garden at the Hortus, has international allure, and a special section of the garden, the Fern Garden, has been named after it.
boeiend, maar helaas niet goed vertegenwoordigd in botanische tuinen. Zo’n parasitair mini-plantje met zulke specifieke eisen is heel lastig te kweken. Gelukkig heeft de Hortus in de persoon van Rogier van Vugt het vakmanschap hiervoor in huis. Het plantje is te bezichtigen voor het publiek.

Orchideeën
De orchideeëncollectie is de grootste en meest intensief onderzochte collectie die wij kweken. Over het algemeen zijn het langzaam groeiende planten die een speciale verzorging nodig hebben. Deze specialistische aandacht is niet persé arbeidsintensief, want de meeste orchideeën hebben juist een hekel aan overmatig gefrunnik en liefde. Een even grote collectie Begonia zou het dubbele aan mankracht vereisen. Aangezien er regelmatig nieuwe soorten worden gevonden en beschreven uit onze collectie impliceert dit dat de Hortus ook veel levende ‘type-exemplaren’ heeft. Het type-exemplaar is het gepreserveerd organisme dat is gebruikt bij de beschrijving van de soort. Anders gezegd: het fungeert als ijkpunt van de soort. In ons geval zijn dit gedroogde of op alcohol gezette planten die in het herbarium in Naturalis liggen. Als een type-exemplaar van één van onze planten wordt gemaakt, proberen we altijd de plant zelf niet te veel te beschadigen, zodat we naast een gepreserveerd exemplaar ook nog een levend exemplaar hebben van exact datzelfde individu. Een mooi voorbeeld is Chelonistele maximae-reginae. Dit kleine orchideetje is door ons naar Koningin Maxima genoemd als dank voor het openen van de gerenoveerde tropische kassen. Naast de prachtige lijntekening van Esmée Winkel, de aquarel van Eline Hoogendijk en het op alcohol gezette en het gedroogde exemplaar in Naturalis is het plantje zelf nog steeds springlevend! Een groep orchideeën waar in de Hortus veel aan wordt gewerkt is de sectie Diplocaulobium van het geslacht Dendrobium. Deze orchideeën bloeien maar een enkele dag en worden daarom in het veld vaak niet in bloei waargenomen. In de Hortuskassen kunnen we de planten goed in de gaten houden, op het juiste moment fotograferen en de bloemen ervan verzamelen. Er bleken tientallen onbeschreven soorten te zijn, die nu door Ed de Vogel en Eline Hoogendijk stuk voor stuk onder de loep worden genomen.
Varencollectie
De varencollectie, in de buitentuin van de Hortus, is er één van internationale allure. Er is een speciaal tuindeel naar deze planten genoemd (de Varentuin), maar uiteraard staan varens overal in de Hortus. Van gewone inheemse soorten zoals de koningsvaren die er al 180 miljoen jaar hetzelfde uitziet, tot aan soorten uit Chili en China die hier net winterhard zijn. Uniek voor deze collectie is dat er ook veel aandacht is voor de cultuurvormen. Van een simpele inheemse soort, zoals bijvoorbeeld de tongvaren, kun je zo talloze variëteiten verzamelen. In de Victoriaanse tijd was dit in Engeland heel populair. Deze tak van de botanie wordt in de Hortus gekoesterd en tentoongesteld. De collectie wordt vrijwel geheel ontwikkeld en onderhouden door gastmedewerkers en vrijwilligers, met name door Harry Roskam en Miguel Voortman, die nauw verbonden zijn aan de Nederlandse Varenvereniging. Zij zorgen voor de juiste naamgeving van de collectie, terwijl zij ook gestaag werken aan de uitbreiding ervan.
Het is deze combinatie van planten en mensen die een Hortus een Hortus maakt. Een plek waar kennis wordt vergaard en waar kennis wordt gedeeld. Alles verpakt in een tuin die de bezoekers blijkbaar mooi genoeg vinden om een park te noemen.