Renaat Landuyt - Met Goesting

Page 50

Als je me vraagt welke ervaringen ik het best kan gebruiken voor het voeren van een nieuw Brugs beleid, dan zeg ik zonder twijfel mijn vijf jaren als Vlaams minister van Toerisme en Werkgelegenheid. Uiteraard tellen de jaren als federaal minister ook mee, maar het is toch anders. Als federaal minister sta je meer in de politieke vuurlinie en zorg je eerder voor algemene regels. Als Vlaams minister werk je aan concrete regionale dossiers. Wanneer gemeentebesturen bij een hogere overheid willen aankloppen, komen ze vooral met de Vlaamse regering in contact. Zo heb ik het ervaren.

“Zie je van Brugge…” Zoals eerder aangegeven, werd ik in 1999 minister van Toerisme. Voor velen een verrassing, want “wat had ik nu met toerisme te maken”. Ik antwoordde altijd: “Ja, maar ik ben van Brugge.” Dat begreep iedereen. Want Brugge is toerisme. Toerisme is Brugge. Mijn eerste dienstreis als minister was er één naar New York. Van Vlaanderen hadden ze daar nog nooit gehoord. Wel van Brugge, Brussel en België. In die volgorde. Extra reclame was niet nodig, Brugge verkoopt automatisch. Dat ondervond ik keer op keer. In 2002 was het de beurt aan België om voor zes maanden het voorzitterschap van de Europese Unie waar te nemen. Voor het eerst speelden ook de regionale ministers hier een rol. Vroeger was het zo dat alleen Belgische ministers het land konden vertegenwoordigen, maar sinds 2000 was er afgesproken dat wanneer er regionale bevoegdheden op 44

// de brugse politiek // van kustactieplan tot brugs actieplan


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.