Reinwardt cahier Erfgoed en Publiek

Page 10

Erfgoed Cahier # 01 Publiek

1.4 Nieuwe Museologie We maken opnieuw een sprong in de tijd. Vanaf de jaren zeventig werd de rol van educatief werk binnen musea steeds belangrijker. Deze emancipatie hangt nauw samen met het professionaliseren van de verschillende functies binnen het ‘systeem’ museum. Aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw was het de conservator die voor alle functies binnen het museum verantwoordelijk was. Uitgangspunt voor zijn of haar professionaliteit was wetenschappelijke kennis van een bepaald deel van de collectie. Maar in de jaren zeventig werd de roep om professionals met die ook andere kennis hadden, steeds luider. Deze professionalisering voltrok zich binnen collectiebeheer, management, marketing en conserveren, maar vooral op het terrein van de educatie. Daar ontstond tegelijkertijd namelijk een internationaal debat over de maatschappelijke relevantie van musea en vooral over het bereiken (en later ook het betrekken) van een breder publiek. Het waren vooral niet-Westerse landen die hierin het voortouw namen. Deze vernieuwingsbeweging wordt wel aangeduid als ‘Nieuwe Museologie’. Belangrijk kenmerk van deze beweging is de sterke gerichtheid op de samenleving, tot uiting komend in een maximale betrokkenheid van die samenleving bij wat musea verzamelen en de manier waarop zij dat presenteren. In het museale veld werd de wens tot verdere professionalisering onder meer zichtbaar door de oprichting van ICOM-CECA (Committee for Education and Cultural Action) in 1964. De Nederlandse Museumvereniging bleef niet achter: met het instellen van de Werkgroep (later Sectie) Educatieve Diensten in 1969 kreeg publieksbegeleiding een erkende rol. De sectie richtte zich allereerst op bijscholing en kennisuitwisseling. In de jaren die volgden werd een tekort gevoeld in de scholing van stafmedewerkers, waarop op initi-

atief van de gemeente Leiden de eigen Reinwardt Academie werd opgericht (1976), waar overigens de aandacht niet primair bij publieksbegeleiding zou komen te liggen. De Nieuwe Museologie als vernieuwingsbeweging heeft de afgelopen veertig jaar over de hele wereld veel invloed gehad op het denken over musea en op de praktijk van het museumwerk. Natuurlijk zijn niet alle musea in gelijke mate aan de slag gegaan met deze opvattingen, maar de rol van educatie binnen een instelling is vaak een goede indicator voor de mate van implementatie.

Nieuwe Museologie: de drie kernvragen

Binnen de Nieuwe Museologie draait het om drie kernvragen7 op het gebied van representatie, toegankelijkheid en participatie. Hoe wordt de culturele diversiteit binnen de samenleving in beeld gebracht en wie bepaalt dat? Is het museum maximaal toegankelijk in fysieke zin, maar ook inhoudelijk, zijn de zaalteksten bijvoorbeeld begrijpelijk? In hoeverre nemen groepen binnen de samenleving deel aan de besluitvorming over met name representatie en toegankelijkheid? Dit laatste heeft alles te maken met ervoor zorgen dat het publiek zich aangesproken voelt, en hier speelt educatie vanzelfsprekend een wezenlijke rol. Van de drie genoemde pijlers van de Nieuwe Museologie heeft vooral participatie de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Deze ontwikkeling houdt onlosmakelijk verband met het toegenomen participatief potentieel van het internet. Niet voor niets spreken we nu wel van het ‘Museum 2.0’. Met dit concept duiden we het raamwerk aan waarbinnen de museale wereld probeert om participatieve mogelijkheden van het interactieve web te gebruiken in zijn praktijk. Het kernbegrip hier is user-generated content: het zijn de gebruikers die, als deelnemers aan een betrokken community of interest, inhoud leveren. Daarmee vervaagt het traditionele onderscheid tussen producers (de conservatoren van het museum) en users (het publiek). Iedereen beschikt immers over specifieke, elkaar op meerdere manieren en niveaus aanvullende kennis. Geslaagde participatie is dus wellicht meer een resultante dan een op zichzelf staand doel. Participatie begint immers met een zo breed mogelijk opgezette en aansprekende museumcollectie (representatie en toegankelijkheid). Vast staat dat de rol en het zelfbeeld van de museumprofessional door deze nieuwe inzichten sterk zijn veranderd. De museumprofessional is gedurende de afgelopen jaren steeds meer iemand geworden die werkt met verschillende communities en doelgroepen. Samen genereren zij

7

Van Mensch, P. en L. Meijer-van Mensch, New Trends in Museology, Calje: Muzej novejše zgodovine, 2011.

8

Pratt, M.L., Imperial Eyes: Travel Writing and Transculturation, Londen: Routledge 1992; Clifford, J., Routes: Travel and Translation in the Late Twentieth Century, San Francisco: Harvard Press 1997.

9

Marstine, J. (red.), The Routledge Companion to Museum Ethics. Redefining Ethics for the Twenty-First-Century Museum Abbington: Routledge, 2011.

ken voelden tot de taken en opdrachten van publieksbegeleiding. Ook hier was bescherming het adagium. Het motto van Tilden: ‘Through interpretation, understanding; through understanding, appreciation; through appreciation, protection.’ Oftewel educatie leidt tot begrip, begrip tot waardering, en waardering tot bescherming. Tildens boek is door vele stafmedewerkers van andere erfgoedinstellingen die zich met publiek en educatie bezighielden, gelezen en gebruikt.

8

betekenis. De ideale museumprofessional 2.0 faciliteert en helpt anderen in het proces van betekenisgeving tussen object en bezoeker en tussen instelling en bezoeker. Participatie mag er in veel gradaties en schakeringen zijn, het is uiteindelijk de museumprofessional 2.0 die de doorslaggevende beslissingen neemt. Het zou naïef zijn te denken dat dit geen onderdeel van professioneel werken is. Belangrijk is wel dat een museum daarin transparant is en geen verkeerde verwachtingen wekt. Participatieve strategieën en vragen rondom toegankelijkheid en representatie worden vooral toegepast bij de voorbereiding van een tentoonstelling en bij het actualiseren van de verzameling. Dat is zeker niet altijd makkelijk, maar als er participatie plaatsvindt waarbij de museumprofessional modereert, dan ontstaat er wellicht zoiets als een contact zone.8 Dit begrip van James Clifford en Mary Louise Pratt biedt ons de mogelijkheid om musea te zien als een platform voor dialoog en ook, of wellicht juist, voor het kunnen uiten van contrasterende meningen. In de museologische theorievorming wordt het concept van musea als contact zone al een tijd als richtinggevend voor de toekomst gezien. Musea zijn in het Nieuw Museologische discours immers meer en meer plekken van maatschappelijke dialoog aan het worden.9

Nieuwe Archivistiek, archief als erfgoed Een vergelijkbaar verhaal, maar dan in wettelijke kaders vastgelegd, is er over archivistiek te vertellen. Archieven waren ooit een bijproduct van een in toenemende mate schriftelijke samenleving. Vanaf de dertiende eeuw groeide in ons land de behoefte om administratieve zaken systematisch te bewaren. Het betrof zaken als erven en recht, maar ook bestuurlijke kwesties werden vastgelegd. Deze ontwikkeling liep door tot de Franse tijd. De aanstelling van een Archivaris van de Bataafse Republiek in 1802, wordt gezien als de start van het Nederlandse archiefwezen. De eerste archivaris, Hendrik van Wijn, verzamelde zoveel mogelijk archieven van de generaliteit van Holland van vóór 1795. In de loop van de eeuw die daarop volgde, ontwikkelde het vak zich van een historische hulpwetenschap tot een zelfstandige discipline. Hierin stond de standaardmethode voor het inventariseren van archieven, met als leidraad het ‘herkomstbeginsel’ (respect des fonds), centraal. Uitgangspunt was dat de archivaris de bewaker (custodian) is van de integriteit van het archiefstuk. Mede door recente ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie is die rol veranderd. De archivaris als bewaker volstaat niet meer. Ons gedrag blijkt onverwachter en irrationeler te zijn dan men in het klassieke denken over archieven aannam. Iedereen is


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.