
16 minute read
Speeddate Peggy Valcke 64 – Scherpgesteld Schandalig rijk? 66 – Zes eeuwen KU Leuven Scepters
Blinkend van traditie
Na een grondige opfrisbeurt zijn de twee scepters van de universiteit weer klaar om op rituele hoogdagen hun ceremoniële staffunctie te vervullen. Tijdens plechtigheden torsen de pedellen met gepaste trots een gewichtige brok universiteitsgeschiedenis.
Advertisement
De gerestaureerde scepters. Boven op het exemplaar links prijkt Pallas Athena, rechts zien we de Sedes Sapientiae.
© Stany Dederen
Naast de toga is de scepter één van de weinige zichtbare restanten van de tradities ten tijde van de Oude Universiteit. Oorspronkelijk was zo’n ceremoniële staf een symbool van het bijzondere juridische statuut van middeleeuwse universiteiten, die een eigen politiekorps, eigen rechtbanken, en een eigen gevangenis hadden. Vaak schonk een vorst of een stedelijke overheid bij het verlenen van een stichtingsoorkonde meteen ook een scepter.
Pausen hadden niet die gewoonte, en dus moet de Leuvense universiteit het bij haar geboorte in 1425 nog even zonder stellen. Pas in 1432 vraagt de toenmalige rector de faculteiten om bij te dragen voor de vervaardiging en aanschaf van een scepter. In 1435 wordt de zilveren staf in gebruik genomen.
De pedel van de faculteit waartoe de rector behoort, gaat hem overal vooraf met de scepter. In optochten zoals de Leuvense Ommegang loopt hij samen met pedellen van de andere faculteiten fier voor de delegatie van de universiteit uit. En tijdens vergaderingen gebruikt hij de scepter weleens om keuvelende deelnemers met een por tot de orde te roepen. Voor de bewaring van de scepter moet de pedel een borgsom storten, en die is niet gering: soms wordt de hulp van vrienden en familie ingeroepen om het bedrag bij elkaar te krijgen.
Pedellen staan wel in hoog aanzien. Ze hebben een breed takenpakket binnen hun faculteit en moeten het Latijn beheersen, want dat is de taal waarin ze vergaderingen, disputen, promoties en lesvrije periodes aankondigen.
Hoge werkdruk
De Artesfaculteit heeft al vroeger dan de universiteit een eigen scepter aangeschaft, in 1430. Andere faculteiten krijgen de staf in bruikleen voor plechtigheden. De scepter heeft – getuige tal van rekeningen voor herstellingen – te lijden onder die hoge werkdruk. Dus besluit de faculteit om een kleine pedelstaf te laten maken voor dagelijks gebruik. De universiteit volgt dat voorbeeld en laat in 1451 ook een kleine scepter vervaardigen.
Er komen steeds meer pedellen en scepters aan de universiteit. Op een afbeelding van de Leuvense Ommegang uit de zestiende eeuw zijn zes pedellen te zien, elk met zijn eigen staf.
De Franse bezetting maakt een einde aan het eerste hoofdstuk van de universiteit én aan de eerste generatie scepters. In 1797 wordt de Leuvense universiteit afgeschaft en raakt het patrimonium verspreid. Er is geen spoor van wat er met de scepters gebeurd is ...
Een tekening van de Leuvense Ommegang uit Een cort verhael oft memorieboeck van de hertogen van Brabant (1593) van stadsklerk en archivaris Willem Boonen. We zien zes pedellen, elk met zijn eigen staf.
© Stadsarchief Leuven

Wijsheid boven
Het volgende hoofdstuk, dat van de Leuvense rijksuniversiteit, begint met twee nieuwe scepters: oprichter koning Willem I schenkt in 1817 een duo identieke staven – het protocol schrijft op dat moment voor dat de rector voorafgegaan wordt door twee pedellen. Hij laat ze vervaardigen door de Brusselse zilversmid en hofleverancier Joseph Germain Dutalis.
De zilveren staven, elk voorzien van zes belletjes, zijn bovenaan afgewerkt met een zeskantig volume, met daarop afbeeldingen van de vier toenmalige faculteiten, het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, en Latijnse tekstjes waarin de oprichting van de Rijksuniversiteit en de schenking van de scepter worden vermeld. Helemaal bovenaan prijkt Pallas Athena, godin van de wijsheid. Ze staat op een halve bol die het noordelijk halfrond voorstelt: een symbool voor de wereldgerichte universiteit.

Academische optocht ter gelegenheid van de plaatsing van het eerste boek in de nieuwe Universiteitsbibliotheek in 1923. Voorop de pedellen met de scepters, centraal in beeld achter hen rector Ladeuze.
© KU Leuven – Universiteitsarchief
De rijksuniversiteit is een kort leven beschoren, maar dat geldt niet voor de nieuwe scepters. Als de alma mater in 1834 herrijst als katholieke universiteit, behoudt ze de bestaande pedellenstaven. De scepters krijgen dus geen katholieke make-over, en nieuwe faculteiten als theologie en filosofie zijn er niet op vertegenwoordigd.
Toch zullen de scepters de honderd niet halen: ze gaan verloren tijdens de brand van de Universiteitshal in augustus 1914. Meteen al in 1915 geeft rector Ladeuze zilversmid Théodore Bisschop de opdracht om twee nieuwe scepters te vervaardigen naar het oorspronkelijke model.
Opnieuw is er van de nieuwe faculteiten geen spoor te bekennen op de scepter, en van België evenmin. Alleen de tekst krijgt een update: die vermeldt dat de scepters in de brand zijn gebleven en dat rector Ladeuze in 1915 twee nieuwe exemplaren heeft laten maken.
Sterrenelftal
Bij de splitsing van de universiteit ontsnapt het scepterpaar niet aan de boedelscheiding: Leuven en Louvainla-Neuve krijgen elk één exemplaar. Aanvankelijk geven ze elkaar hun staf af en toe in bruikleen voor plechtige gelegenheden, maar dat protocollaire pendelen blijkt toch echt onpraktisch.
Beide universiteiten laten in 1981 een extra scepter maken. Louvain-la-Neuve gaat voor een modern ontwerp, Leuven blijft het model van de oude scepter trouw, met enkele aanpassingen. Nieuwe Latijnse gravures op het zeszijdige volume verhalen de belangrijkste episodes uit de universiteitsgeschiedenis. Op de halve bol staan deze keer niet de continenten maar elf sterren afgebeeld, symbool voor de toenmalige faculteiten. Helemaal bovenaan vinden we ook een nieuw element: de Sedes Sapientiae, die sinds 1909 al het symbool van de universiteit was.
Optima forma
Hoewel hun functie gaandeweg een meer administratieve invulling heeft gekregen, vervullen de pedellen vandaag nog steeds hun ceremoniële rol bij plechtigheden waar de rector aanwezig is en de toga wordt gedragen. Tijdens de opening van het academiejaar en het Patroonsfeest, maar bijvoorbeeld ook bij begrafenissen van leden van het academisch personeel, dragen zij de scepters, volgens beurtrol.
Recent ondergingen de scepters een opfrisbeurt. Geen overbodige luxe, want enkele delen van de scepters waren in slechte staat, en een aantal zilveren belletjes waren losgekomen of zelfs verdwenen. Met de financiële steun van een private mecenas ging het multidisciplinaire team van restauratieplatform IPARC aan de slag voor een consoliderende en herstellende behandeling.
Het resultaat mag er zijn: volop blinkend van traditie, en volledig klinkklaar dankzij een complete set belletjes, zijn de scepters in optima forma voor de 600ste verjaardag van de universiteit in 2025. Maar first things first: ook tijdens het aanstaande Patroonsfeest zullen de pedellen de stoet der togati weer voorafgaan, met de scepters naar binnen gericht, ter symbolische bescherming van de rector. ● (rvh)

Het project Acoustic Power laat middelbare scholieren kennismaken met klassiek. KU Leuven-onderzoekers onthullen voor hen de boeiende wetenschap achter klank en muziek.
Samenspel met weerklank
Het Concertgebouw Brugge en KU Leuven bundelen al jaren de krachten om een brug te slaan tussen kunst en wetenschap. Leuvense musicologen zijn veelgevraagde gasten in de West-Vlaamse cultuurtempel, onderzoek leidt er tot nieuwe composities of uitvoeringen, en de universiteit helpt om studenten vertrouwd te maken met klassiek. Een harmonieuze samenwerking dus, waarvan het slotakkoord nog lang niet gespeeld is, zegt artistiek directeur Jeroen Vanacker. “Net als kunst vertrekt wetenschap vaak vanuit het intuïtieve, zo bereik je de grote doorbraken.”
In het Concertgebouw Brugge kunnen cultuurliefhebbers al meer dan twintig jaar terecht voor voorstellingen klassieke muziek, hedendaagse dans en klankkunst. Maar ook het gebouw op zich is al een bezoekje waard, vertelt artistiek directeur Jeroen Vanacker. “Voor de unieke architectuur, bijvoorbeeld.” De gevels van het robuuste gebouw zijn bekleed met duizenden terracottategels – een verwijzing naar de rode dakpannen van eeuwenoude Brugse huizen –, terwijl de uit glas opgetrokken toren een mooi uitzicht biedt op de historische stad.
Binnenin het gebouw vind je een verzameling hedendaagse kunst – van Luc Tuymans tot Dirk Braeckman –, klankkunstinstallaties en tijdelijke foto-exposities. Maar de grootste troeven zijn natuurlijk de ruimtes waar de vele muziek- of dansvoorstellingen worden opgevoerd: de kamermuziekzaal – voor intiemere optredens – en de concertzaal.
“Op het vlak van akoestiek behoort onze concertzaal tot de beste ter wereld”, zegt Vanacker. “De architectuur is dan ook deels ontworpen in functie daarvan. Het gebouw is bijvoorbeeld op veren geplaatst, om trillingen uit de omgeving te neutraliseren. De vorm van de concertzaal draagt bij tot de juiste klankervaring, er zijn speciaal geïsoleerde ramen en de geribde structuren aan de muren en balkons zorgen voor een gelijkmatige spreiding van de geluidsgolven.”
Prof wordt huismusicoloog
Het gebouw werd ontworpen door Paul Robbrecht en Hilde Daem, een gerenommeerd architectenduo dat niet voor niets in 2001 de Cultuurprijs van KU Leuven ontving. Het is een eerste – zij het dan zijdelings – linkje met de universiteit, maar lang niet het enige. “Het Concertgebouw werkt al jaren intens samen met de Onderzoeksgroep Musicologie”, vertelt Vanacker. “Emeritus professor Ignace Bossuyt is zelfs onze ‘huismusicoloog’. Hij schrijft voor ons over klassieke muziek, verzorgt lezingen, maar zit ook in het artistiek comité en geeft advies over de programmering.”
Vanuit hun expertise bieden KU Leuven-musicologen geregeld duiding of achtergrondinformatie bij muziekstukken die worden opgevoerd, zegt Vanacker. “Marc Delaere leidt binnenkort bijvoorbeeld een opvoering van Mahler in, terwijl Pieter Bergé onlangs een mooie bijdrage leverde aan De magie van het luisteren, onze podcast in samenwerking met Klara. De expertise van de onderzoeksgroep is breed, dus we vinden altijd wel iemand op wie we een beroep kunnen doen. Dat biedt een enorme meerwaarde voor ons publiek. Ze leren zo ook iets over de diepere betekenis van een compositie, het verhaal erachter of bepaalde bijzonderheden waar ze tijdens de uitvoering op kunnen letten.”
Ook op het vlak van onderzoek wordt er samengewerkt. “Ons vocaal huisensemble Vox Luminus gaat een project starten rond het Florilegium Portense, een zeventiende-eeuwse liedbundel met Italiaanse en Duitse motetten – meerstemmige vocale composities. Die motetten werden ooit uitgevoerd door Bach en vormden de inspiratie voor zijn beroemde cantates. Het merendeel van die composities is nog niet vertaald naar modern notenschrift, en is dus niet toegankelijk voor muzikanten of het brede publiek. Daarvoor roepen we de hulp in van de musicologen, zodat ons ensemble deze muziek op termijn ook zelf kan uitvoeren. Een project dat internationaal zeker zal aanslaan, én een mooi voorbeeld van hoe kunst en wetenschap hand in hand kunnen gaan.”
Intuïtie
Dat wetenschap en kunst elkaar ook kunnen inspireren, ondervond Vanacker enkele cultuurseizoenen geleden. Zo was KU Leuvenkosmoloog Thomas Hertog een jaar lang ‘seizoensdenker’ van het Concertgebouw (zie ook kader), wat onder meer aanleiding gaf tot een muziek- en dansfestival rond de kosmos.
“Net als kunst vertrekt fundamentele wetenschap – in dit geval kosmologie – vanuit het intuïtieve”, zegt Vanacker. “Einstein zei al dat intuïtie de ratio net dat stapje voor is. Thomas Hertog stelt dat kunst in het bijzonder zijn verbeelding voedt en hem helpt om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken, wat dan weer een neerslag heeft op zijn kosmologische theorieën.”
Zijsprongetje: KU Leuven-astronomen doen al jarenlang onderzoek naar de ‘muziek’ die sterren maken. In een bepaalde fase van hun leven kunnen sterren onstabiel worden, waardoor ze gaan trillen en geluidsgolven voortbrengen. Dan galmen ze als een gong, of vibreren ze als de snaren van een muziekinstrument. Maar de kosmos heeft ook tal van componisten geïnspireerd. “Een bekend voorbeeld binnen de klassieke muziek is The Planets van de Britse componist Gustav Holst, een orkestsuite waarbij Holst elke – toentertijd bekende – planeet van een soundtrack voorzag. Voor het Kosmosfestival hebben we samengewerkt met cellist Arne Deforce en de Spaanse componist Hèctor Parra”, zegt Vanacker. “Zij namen ruimtefenomenen zoals hypernova’s, zwarte gaten en zwaartekrachtsgolven als uitgangspunt voor een compositie voor cello en elektronische muziek, die tijdens het festival is uitgevoerd.”
Kosmoloog professor Thomas Hertog was een jaar lang seizoensdenker van het Concertgebouw. Hij hield onder meer lezingen over Einstein en de oerknal.

© Paul Willaert

Emeritus professor musicologie Ignace Bossuyt is huismusicoloog van het Concertgebouw Brugge. Tijdens de jaarlijkse Bach Academie buigt hij zich over de vele aspecten van Bachs oeuvre.
Toekomstmuziek
KU Leuven en het Concertgebouw werken daarnaast ook samen voor een aantal terugkerende projecten, zoals de Bach Academie – een jaarlijks festival rond de muziek van Johann Sebastian Bach – en Acoustic Power, dat middelbare scholieren warm wil maken voor klassieke muziek (zie kader).
“We proberen ervoor te zorgen dat jongeren hun weg vinden naar het Concertgebouw”, zegt Vanacker. “Dat doen we met kunsteducatieve projecten zoals Acoustic Power, maar evengoed via ons jongerenplatform Soundcast – studenten uit het hoger onderwijs die als reporter verslag uitbrengen van festivals of bijzondere voorstellingen, en zo hun leeftijdsgenoten kunnen aanspreken. KU Leuven en haar partnerhogescholen kunnen daar ook een belangrijke rol bij spelen. Denk aan docenten architectuur, musicologie of kunstgeschiedenis die studenten meenemen naar het Concertgebouw en hen kennis laten maken met het gebouw en aanbod.”
De samenwerking met KU Leuven zal in de toekomst verder worden uitgebouwd, vertelt Vanacker. “In februari presenteren we een nieuwe klankinstallatie – Antenna –, waarvoor kunstenaar Floris Vanhoof samenwerkte met onderzoeker Dieter Verbruggen. In diezelfde maand starten we ook met het nieuwe gezamenlijke project Serieus Curieus – een reeks talks waarbij onderzoekers van KU Leuven en haar partnerinstelling LUCA School of Arts in gesprek gaan met artiesten over kunstwerken of maatschappelijk relevante onderwerpen. Opnieuw een mooie wisselwerking tussen kunst en wetenschap waar zowel de universiteit als ons Concertgebouw baat bij hebben.” ● (pjb)
3 x Concertgebouw en KU Leuven
Seizoensdenker Thomas Hertog
Tijdens cultuurseizoen 2018-2019 mocht KU Leuven de ‘seizoensdenker’ van het Concertgebouw leveren. Kosmoloog en theoretisch fysicus Thomas Hertog hield onder meer lezingen over Einstein en de oerknal, ging in gesprek met kunstenaars en schreef over klassieke muziekstukken voor het Concertgebouwmagazine. Samen met cellist Arne Deforce gaf Hertog ook een ‘lecture-performance’ over de analogie tussen muziek en natuurwetenschap. Het Concertgebouw organiseerde dat jaar een Kosmosfestival, waar componisten aan de slag gingen met de ‘klank’ van de kosmos, je orkestwerk met NASA-beelden kon bewonderen of een dansvoorstelling met geluiden uit het heelal.
Acoustic Power
Het project Acoustic Power laat middelbare scholieren uit de derde graad kennismaken met klassieke muziek. Ze volgen workshops, mogen zelf aan de slag gaan met een muziekwerk en proeven voor het eerst van een concert met korte en toegankelijke werken. KU Leuven-onderzoekers onthullen voor hen de boeiende wetenschap achter klank en muziek. Tijdens de workshops komen jongeren bijvoorbeeld te weten wat muziek doet met je emoties of waarom de akoestiek in het Concertgebouw zo goed is. Acoustic Power is dit jaar al aan zijn vijfde editie toe.
Bach Academie
Tijdens de jaarlijkse Bach Academie staat het Concertgebouw een kleine week in het teken van de Duitse barokcomponist Johann Sebastian Bach. Muzikanten en dansgezelschappen gaan aan de slag met zijn composities, terwijl emeritus professor musicologie Ignace Bossuyt zich buigt over de vele aspecten van Bachs oeuvre. Dit jaar draait de Bach Academie rond het thema ‘Verlossing’, en gaat Bossuyt dieper in op de belangrijke rol die de dood – en religie – spelen bij Bachs cantates. ● (pjb)
Bart Moeyaert is een academiejaar lang ‘writer in residence’ aan KU Leuven. Hij treedt in de voetsporen van Annelies Verbeke en Saskia De Coster. Speciaal voor Sonar schreef Moeyaert dit gedicht.

Gestoord
Leun ik op een feestje achterover. Zien ze mij
van het dakterras om mijn as ongeveer veertien meter
naar beneden duikelen. Geen mens gelooft zijn ogen.
Haal ik opgelucht adem. Is het in mijn hoofd gebeurd.
Staat de gastvrouw in de stress. Snij ik emmentaler
met een mes. Doe ik per ongeluk mijn polsen. Baadt
de kaasplank in het bloed en komt de hulp te laat.
Gelukkig daagt het me bijtijds. De wond is ingebeeld.
Op lemen benen zie je me vermannen. Zet ik
onder het oog van iedereen een flesje Hypochonder
aan mijn lippen en drink ik domweg van het gif.
Word ik natuurlijk weer gered. Blijkt het ongeschied.
Verdrinkingsdood. Verstikkend stro. Een laaiend bed.
Een uit de hand gelopen rockconcert. Niemand die
iets voelt, behalve ik, met één constante: kantje boord.
Verder heeft niemand iets gezien, niemand iets gehoord.
Alles uit de podcast
Waarom verloopt het klimaatdebat zo moeizaam? Wat kunnen we leren van sekswerkers? En hoe komt het dat we de Russen niet begrijpen? In de KU Leuven-podcast Sonoor zetten we opmerkelijk onderzoek in de kijker en gunnen onze wetenschappers je een blik achter de schermen.
Het klimaatdebat uit de knoop
© KU Leuven – RS

We kunnen er echt niet meer omheen: het klimaat verandert, en dat ligt vooral aan onze CO2-uitstoot. Waarom verloopt het debat zo moeizaam? En wat houdt ons tegen om actie te ondernemen? Geograaf en vicerector duurzaamheid Gerard Govers belicht verschillende obstakels, zoals de aard van het menselijk beestje, ons politiek bestel en het financiële plaatje.
Oplossingen vergen langetermijndenken: “Wij moeten investeren in een duurzame samenleving, vooral voor onze kinderen en kleinkinderen.” En individuele acties zijn geen druppel op een hete plaat, benadrukt hij: “Het gaat niet enkel om die ene warmtepomp, maar om de voorbeeldfunctie die elk van ons heeft.” Govers noemt zichzelf een realistisch optimist: “Als we onze inspanningen nog wat opdrijven, dan kunnen we tot een klimaatneutrale samenleving komen.”
Rusland ontraadseld
© KU Leuven – RS

Volgens Ruslandkenner Lien Verpoest is de verhouding tussen Russen en Europeanen altijd moeizaam geweest. “Toen Rusland in de achttiende eeuw begon te moderniseren was het Westen voor de tsaren de toetssteen. Tegelijk werden de Russen door Europese schrijvers als barbaren gezien, en voelden ze zich vernederd. Dat vernederingsdiscours werkt door tot op vandaag.”
Waarom hebben we de oorlog in Oekraïne niet zien aankomen? “Dat ligt deels aan verkeerde verwachtingen aan onze kant. Russen geven een andere invulling aan begrippen als democratie of internationaal recht. De Russische democratie is een ‘soevereine democratie’, waarin het bestuur de teugels strakker in handen heeft. Wij verwachtten van de Russen respect voor territoriale integriteit en internationaal recht, maar zij zien dat anders.”
De laatste vijftien jaar is er in Rusland een groeiende aandacht voor normen en waarden. En die staan haaks op de onze. “Tegenover de Europese waarden – tolerantie, democratie, respect voor minderheden – staan de Russen heel vijandig. Zeker als het gaat om lgbtq+rechten. Volgens Poetin beschermt het Russische conservatisme hen tegen het ‘afglijden in de chaos’.” Historica Magaly Rodriguez García doet onderzoek naar ‘marginaliseringsprocessen’ – “Alles wat in de marge van de maatschappij ligt”, zegt ze. Een hoofdthema binnen haar werk is prostitutie en de geschiedenis ervan in België.
Rodriguez voerde gesprekken met sekswerkers, een vernieuwende bottom-upaanpak. “Er was al veel onderzoek naar hoe de autoriteiten met sekswerk omgaan, maar ik wilde de zaken omdraaien, en kijken naar de sekswerkers zelf, en ook naar pooiers, bordeelhouders en klanten.”
Ze stootte op een berg aan clichés. “Dat het voornamelijk jonge vrouwen zijn die zich prostitueren, bijvoorbeeld, terwijl de sector heel divers is – je vindt vrouwen van alle leeftijden, maar ook mannen en transgenders. Andere clichés zijn dat prostitutie altijd gedwongen gebeurt, of dat klanten vooral oude mannen zijn, wat niet klopt.”
Rodriguez wil een omvattend beeld van de geschiedenis van prostitutie schetsen, en dat is ook het uitgangspunt van ‘subaltern studies’. “Een alternatieve manier om naar het verleden te kijken. Je vertrekt niet vanuit de grootste gemene deler, maar vanuit de periferie.”

Prostitutie in perspectief
© KU Leuven – RS