
11 minute read
Florennes: geboortedorp van twee Tourwinnaars
Florenne s La capitale du cyclisme... 38.
Etappe Etappe
Advertisement

Het Waalse Florennes mag er prat op gaan twee winnaars van de Tour de France geleverd te hebben.
reportage 40.
Florennes, een Waalse gemeente met 11.000 inwoners tussen Samber en Maas, is vooral bekend voor zijn militaire vliegbasis. In 1942 aangelegd door de Luftwaffe en twee jaar later door de Amerikaanse troepen bevrijd, werden er in de jaren tachtig door de NAVO nucleaire kruisraketten geplaatst. Geen nood, sinds 1987 zijn die er niet meer. Florennes is echter ook de thuisbasis van twee andere geleide projectielen: Firmin Lambot en Léon Scieur. Samen waren ze aan het begin van de vorige eeuw goed voor drie overwinningen in de Ronde van Frankrijk. Het maakt van Florennes de enige plaats ter wereld waar twee Tourwinnaars zijn geboren.
Tekst > Thomas Ameye | Foto’s > Jelle Vermeersch
Jony en Jean-Pol Onze lokale gidsen zijn Jean-Pol Rayp en Jony Van Boven. Jean-Pol is fotograaf op rust en lid van ‘Florennes Demain’, een vzw die zich inzet voor een dynamischer en attractiever Florennes, met het oog op – onder andere – het aantrekken van toeristen. Hij is ook één van de figuren die zich inzet voor een museum rond de geschiedenis van Florennes, waarin Lambot en Scieur ongetwijfeld een hoofdrol zouden hebben.
Het verhaal van Jony is goed voor een filmscript. Zoon van Vlaamse inwijkelingen in Florennes is Jony een ‘adopté de coeur’ van de familie Scieur. Dat zit zo. Zijn ouders huurden in Florennes een deel van de garage van Léon Scieur en baatten er een wasserij uit. Toen de pas twee maanden oude Jony ziek werd, namen Léon en zijn vrouw Louise Tassin de boreling graag in huis. Léon en Louise hadden zelf geen kinderen en konden de baby, buiten de drukte van de wasserij, de nodige zorgen toedienen. Ze ontfermden zich uiteindelijk een maand over Jony en zullen dat de rest van hun leven blijven doen. In die maand hebben ze zich aan de baby gehecht als was het hun eigen zoon. “Je l’ai gardé un mois. Je peut le gardé encore!” zou Louise hebben gezegd. “En ik ben zestien jaar bij Léon en 21 jaar bij madame Scieur gebleven,” voegt Jony er aan toe.
Lambot en Scieur Eerste halte in onze Tour de Florennes is de Foyer Culturel. In één van de lokalen zijn de panelen uitgestald van de expo ‘Trois maillots jaunes à Florennes’ die plaatsvond naar aanleiding van de doortocht van de Ronde van Frankrijk in Florennes in 2004. Dat jaar startte de Tour met een proloog in Luik. De tweede rit op 5 juli ging van Charleroi naar Namen. Aanvankelijk was er geen plaats voor een doortocht in Florennes, maar na wat lobbywerk door de plaatselijke politiek werd het parcours vijf kilometer omgeleid. Florennes, de gemeente van de twee Tourwinnaars, had zijn Tourpassage! Een pitstop van toenmalig Tourbaas Jean-Marie Leblanc en toenmalig Belgisch premier Guy Verhofstadt in het dorp zette de festiviteiten extra luister bij.
De expo ‘Trois maillots’ brengt het verhaal van de tandem Firmin Lambot-Léon Scieur, beiden geboren in Florennes, en samen goed voor drie Tourwinsten. Firmin Lambot, geboren op 14 maart 1886, wordt na een carrière

Het dreefje naar het Centre Culturel et Sportif te Florennes, waar in 2004, de expo ‘Trois maillots’ liep werd Allée Firmin Lambot-Léon Scieur gedoopt. Links op de foto Jony, rechts Jean-Pol.
>als zadelmaker, in 1908 professioneel wielrenner. In 1911 neemt hij een eerste keer deel aan de Tour de France. Vóór de Eerste Wereldoorlog komt hij nog drie keer aan de start. Drie edities die door Belgen (Odiel Defraeye in 1912, en Philippe Thys in 1913 en 1914) worden gewonnen. Een vierde plek in 1913 is zijn beste prestatie. In de eerste naoorlogse Tour in 1919 is het prijs voor Lambot. Hij behaalt de Tourzege nadat leider Eugène Christophe in de voorlaatste etappe fataal veel tijd verliest bij een vorkbreuk. Lambots zege maakt hem tot de allereerste eindwinnaar van de gele trui in Parijs. De maillot jaune werd immers pas dat jaar geïntroduceerd. Ook bij zijn tweede Tourwinst in 1922 rijdt Dame Fortuna mee met Firmin. Zowel Jean Avaloine (oneindig veel lekke banden), Hector Heusghem (tijdstraf na ongeoorloofde Etappe Etappe




Een gedenkplaat herinnert aan de vroegere woonplaats van Léon Scieur. Hier had hij zijn garage. De wasserij van de familie Van Boven lag ernaast. Let op de reclame op het straatnaambordje voor de fotozaak van Jean-Pol Rayp; nu in handen van zijn zoon Olivier. Eenzelfde gedenkplaat siert de gevel van de vroegere woonst van Lambot in de Rue Henry de Rohan-Chabot. De fiets is er één van het merk Firmin Lambot uit de WieMu-collectie.
fietswissel na het aanrijden van een hond), als Eugène Christophe (vorkbreuk, wat had u gedacht) moeten inbinden als leider. Lachende vierde Lambot behaalt de eindzege zonder ook maar één rit te winnen. Geluk of niet, kampioen van de regelmaat Lambot trekt aan het langste eind. Trouwens, dwingen kampioenen hun geluk niet gewoon af?
Léon Scieur, geboren op 19 maart 1888, begint pas op zijn 21ste met fietsen, nadat hij genoeg geld heeft verdiend in een glasblazerij. In 1913 wordt hij prof, een jaar later neemt hij deel aan zijn eerste Tour en wordt veertiende. Na de oorlog wordt Scieur zowel in 1919 als in 1920 vierde. In 1920 schrijft hij Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam. Een jaar later, op zijn 33ste, wint Scieur zijn eerste en enige Tour. Met zijn 1m77 en tachtig kilo moet Scieur in die tijd een imposante figuur zijn geweest. Dat – in combinatie met een krachtige, vastberaden fietsstijl – leveren hem de naam ‘De Locomotief’ op. En Scieur verbruikte blijkbaar ook als een locomotief. Op één van de expopanelen lezen we dat Scieur tijdens een Touretappe een dertigtal koteletten verwerkte om de dag in het hotel af te sluiten met twee dubbele entrecotes en een rijsttaart (groot formaat!). Een andere anekdote vertelt dat hij in de voorlaatste rit van zijn succestour, een rit over 433 km van Metz naar Duinkerke, elf spaken uit zijn achterwiel breekt. Scieur monteert een ander wiel, maar moet volgens het reglement wel

aantonen dat het andere defect is. Geen wedstrijdcommissaris in de buurt, begint De Locomotief zijn achtervolging op de kopgroep en rijdt uiteindelijk 300 kilometer tot de finish met het wiel op zijn rug. De as van het wiel boort zich door zijn gele trui en maakt bloedende wonden op zijn rug. Het litteken zal zichtbaar blijven. Zoon Jony bevestigt ons het verhaal.
Déjo et Papau De zeges van Lambot (1919, 1922) en Scieur (1921) zorgen er met die van Defraeye (1912) en Thys (1913, 1914 én 1920) uiteindelijk voor dat in zeven opeenvolgende edities van de Tour, geen Fransman winnen kan. Absoluut dieptepunt voor de Fransen is 1920 wanneer de eerste zeven plekken voor Belgen zijn. Wanneer ook in 1921 en 1922 zeven ‘petits belges’ zich in de eerste tien scharen is het geduld van de Franse supporters blijkbaar op. In 1923 belandt Scieur acht dagen in het ziekenhuis van Lourdes. Oorzaak is het drinken van met arsenicum vergiftigde koffie in de beklimming van de Tourmalet, hem aangereikt door een Franse ‘supporter’. Lambot moet in dezelfde rit opgeven als gevolg van een gesaboteerde trapper. De Tour wordt gewonnen door de populaire Franse renner Henri Pélissier. Een jaar later nemen Scieur en Lambot deel aan wat hun laatste Tour wordt. Ze geven op in de zesde en de achtste rit en zetten ook broederlijk een punt achter hun wielercarrière. Lambot eindigt op tien deelnames uiteindelijk vijf keer in de top vijf. Tot op heden is hij de oudste winnaar ooit. Scieur schaart zich in zeven Tourdeelnames drie keer bij de eerste vijf.
Na zijn wielercarrière legt Scieur zich fulltime toe op het uitbaten van zijn garage, waarmee hij in 1918 was gestart. Later gaat hij ook gas en steenkool verdelen. Lambot woont dan al een tijdje niet meer in Florennes. In 1915 vestigde hij zich in Antwerpen, zijn verloofde achterna. Lambot runt er eerst een fietswinkel en start later met de verkoop van eigen fietsen. Hij gaat er door het leven als de Waalse Antwerpenaar. De Florennois spreken over Firmin Déjo en Léon Papau. Papau en Déjo verliezen elkaar na hun carrière nochtans niet uit het oog. Zo wordt de familie Lambot bij de V-bombardementen van Antwerpen eind 1944 bijvoorbeeld door de Scieurs in Florennes opgevangen. Etappe Etappe
> Merckx Hét absolute pronkstuk in de expo is een brief van 15 maart 1968 van grootmeester Merckx aan Scieur. Aanleiding voor het schrijven van Merckx was een artikel in “Sportif 68” waarin Scieur zijn bewondering voor Merckx blijkbaar niet onder stoelen of banken had gestoken, en hem een snelle Tourzege had voorspeld. In de brief laat Merckx weten veel tips te krijgen – goed bedoeld, maar even vaak ondeskundig –
(Merckx aan Scieur, 15 maart 1968).


Foto links: Brief van Eddy Merckx aan Léon Scieur. Foto midden: Alleen Léon Scieur ligt in Florennes begraven. Foto rechts: Ook Firmin Lambot wordt op het graf van zijn vriend Léon als winnaar van de Tour herdacht.

maar dat het advies van een Tourwinnaar voor hem van grote waarde is. Ik voel me in staat om de Tour te winnen, maar gezien mijn jonge leeftijd zal het nog niet voor dit jaar zijn, aldus nog Merckx. Merckx besluit zijn brief door Scieur nog vele jaren sportief plezier toe te wensen. Datzelfde jaar staat Merckx nog niet aan de start van de Tour. Hij betwist wel zijn eerste Giro én wint die als eerste Belg ooit. Een jaar later, op 20 juli 1969, wint Merckx ook zijn allereerste Tour. België heeft lang moeten wachten op nog een Tourzege. Ze komt er exact dertig jaar na deze van Sylvère Maes. Ook Scieur heeft blijkbaar op die winst zitten wachten. Op 7 oktober 1969, geen drie maanden na Merckx’ winst, overlijdt hij te Florennes.
Zelfs in de dood zijn Lambot en Scieur samen. Jony en Jean-Pol nemen ons mee naar de begraafplaats van Florennes. Opvallend veel oorlogsslachtoffers hier. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn veel geallieerde vliegtuigen in deze omgeving neergeschoten. Op deze begraafplaats is ook Léon Scieur, samen met zijn vrouw Louisa, in een familiegraf begraven. Op initiatief van Jony en vader Auguste Van Boven, werd op het graf een gedenksteen voor Scieur én Lambot geplaatst. Want, zegt Jony, niemand in Antwerpen denkt aan Lambot. Lambot stierf op 19 januari 1964 in Borgerhout en zijn graf werd er jaren later geruimd. Scieur en Lambot waren vrienden; wij wilden hen opnieuw samenbrengen!
> Etappe Etappe Etappe Etappe
Côte de Gochenée Na het afscheid is het tijd voor actie. Onze koersfietsen zijn meegereisd naar Florennes en we besluiten ze dan ook even uit te laten. Waar kan dit beter dan op de Côte de Gochenée, de helling die Lambot en Scieur samen op training tot dertien, veertien keer bedwongen. Vanuit Florennes bereik je Gochenée via Champelle. Van daaruit heb je een prachtig zicht. De weg gooit zich in een rechte lijn naar beneden om zich vanaf de vallei van de Hermeton – een zijriviertje van de Maas – opnieuw naar boven te slingeren. Die slingerweg is de Côte de Gochenée. Goed voor een dikke twee kilometer


klimmen aan gemiddeld 5% en een maximumknik van 13%, aldus het verkeersbord dat wagenbestuurders waarschuwt. Percentages die je niet meteen van je fiets doen vallen, maar als je zoals Scieur en Lambot veertien beklimmingen aan elkaar rijgt, wordt het andere koek. Wij houden het bij twee klimmetjes. Wegens tijdgebrek uiteraard… En in omgekeerde richting, want fotogenieker. Ooit keren we terug naar dit heuvelachtige gebied op de rand van de Ardennen, en treden we in het spoor van Lambot en Scieur zoals het hoort; met veertien beklimmingen!
Spitfiremuseum Florennes slaagt er niet meteen in van zijn Tourhelden een toeristische troef te maken. Voor een museum over de geschiedenis van Florennes en zijn Tourwinnaars is, ondanks de inspanningen van onder andere Jean-Pol Rayp, vooralsnog geen plaats. Nochtans is Florennes ‘la capitale du cyclisme’, zeggen de heren in koor. ‘Entre Sambre et Meuse’, voegen ze er nog aan toe. De rijke luchtvaartgeschiedenis van de streek kun je er wel proeven. Op de Vliegbasis van Florennes is immers het Musée Spitfire gelegen. Naast een prachtig gerestaureerde Spitfire Mk.XIV staan er verschillende vliegtuigen die ooit gevlogen hebben vanop deze vliegbasis. Het Spitfiremuseum is absoluut een bezoekje waard, al was het maar omdat je je identiteitskaart aan een militair moet afgeven, vooraleer de slagbomen naar omhoog gaan, en je op het domein wordt toegelaten. Het versterkt alleen maar de beleving! Als je toch in de regio bent, bezoek dan zeker eens het naburige, ingeslapen dorpje Soulme, ‘Un des plus beaux villages de Wallonie’. En vergeet je fiets niet, want de Côte de Gochenée is er vlakbij…