Techniek | Gerard Hageman, ZC Den Helder
Een belangrijke uitwendige test van de inwendige e llingskwaliteit van een vleugel is de meting van het trillingsman getal. Je kunt zelf gaan tellen, maar Gerard Hageman legt uit hoe je het ook met een laptop kunt doen.
Trillingsgetal van vleugel meten met een laptop et trillingsgetal (de eigen frequentie) is een belangrijke indicator voor de kwaliteit en de status van een vleugel. Inwendige beschadigingen, bijvoorbeeld van de hoofdligger, zorgen voor afwijkingen. Na een harde landing of een grondzwaai moet het trillingsgetal worden gemeten, evenals bij elke periodieke controle. Volgens het Wartungshandbuch van de ASK-21 moet je bij afwijkingen van meer dan 5% ten opzichte van de vorige meting contact opnemen met fabrikant Schleicher.
H
Trillingsgetal algemeen De eigenfrequentie f0 van een massa-veersysteem wordt bepaald door:
1 k f0 = — — 2π m
√
Daarin is k de veerconstante (in ons geval een maat voor de elasticiteit) en m de massa van het object. Als de massa toeneemt, neemt de eigen frequentie af. Daarom zijn de snaren van een contrabas dikker en langer dan die van een viool. De massa van een inwendig beschadigde vleugel zal praktisch altijd dezelfde zijn als die van een onbeschadigde. De veer-
constante verandert echter al bij een kleine inwendige beschadiging, met name van de hoofdligger. Dat maakt een betrouwbare test mogelijk. Je kunt je dat makkelijk voorstellen. Een massieve, gave lat hout is stijver dan dezelfde lat met een scheur erin. Niet meer zelf tellen De klassieke methode voor het bepalen van het trillingsgetal van de vleugel is op en neer bewegen en tellen. De uitslag die je de vleugel geeft, heeft geen invloed. Ook dat klinkt aannemelijk: of je een snaar nu hard of zacht aanstrijkt, de toonhoogte blijft dezelfde. De gevonden waarde is het aantal bewegingen per minuut. Een van de technici van onze Zweefvliegclub Den Helder heeft een hekel aan tellen. Kan je iets maken waardoor dat niet meer hoeft , vroeg hij. Ooit had hij ergens een artikel gelezen waarin stond beschreven hoe je dat met een fietscomputertje kon doen. Na enig speurwerk, ook door de redactie van Thermiek , vonden we het: het verscheen in februari 2003 in de Spandraad , het clubblad van de Vereniging Historische Zweefvliegtuigen. De auteur was Toine Schoenmakers. Een fietscomputer is niets anders dan een pulsenteller die wordt aangestuurd
1
Bewegingssensor. 2
Interface. 3
Screenshot. Foto’s: Gerard Hageman
1
2
3
thermiek najaar 2011 23