SP 1980 (2)

Page 15

tom verschoor-bokaal winnaar rob van der linden beste nederlander bij wereldkampioenschappen

"Vorig jaar hadden ze er me een beetje gek over gemaakt. Ik dacht toen dat ik hem zou krijgen, de Tom Verschoor-bokaal. Karel Zee kreeg hem. Nu had ik er helemaal niet meer aan gedacht. Toen Jaap Havekotte bij de prijsuitreiking op de nederlandse kampioenschappen begon en een aantal dingen zei over de winnaar van de Tom Verschoor-bokaal had ik nog steeds niets in de gaten. Pas toen een paar jongens om me heen begonnen te roepen van "Vanderlindenvanderlinden" begon het me te dagen. 't Was prachtig. Daar te staan met die fantastische trofee. " Rob van der Linden, 23 jaar, is er weken later nog een beetje van onder de indruk. "Het is niet alleen die trofee, maar ook omdat je weet hoe die er komt. En dat je dus niet alleen gewaardeerd wordt op het wedstrijdplan, maar ook om wat je er omheen doet en bent. Dat je vergeleken wordt - ook al is het misschien maar een beetje - met Tom Verschoor. Dat vind ik toch wel erg mooi. Jac Jansen, m'n grote springmakker, die hem twee jaar geleden kreeg en die nu voor z'n vliegersopleiding in Canada zit, schreef me meteen. Hij was er kapot van. " De Tom Verschoor-bokaal werd in 1975 ingesteld door een aantal van zijn vrienden. Verschoor verongelukte in 1974 bij een sprong op Maartensdijk bij het vliegveld Hilversum. Hij was de man die niet alleen het springen in Nederland in 1965 startte, maar telkens weer nieuwe initiatieven nam, nieuwe terreinen van het springen openlegde, mensen steeds bleef enthousiasmeren, aanzette tot een beter niveau in springen, organiseren, instrueren, vrije valfotografie, wedstrijdtraining, alles. De bokaal die naar hem genoemd werd - een bronzen sterformatie op een marmeren sokkel - wordt elk jaar op de nationale kampioenschappen uitgereikt aan een veelbelovende, jonge springer om hem of haar die inspiratie te geven die Tom Verschoor zelf vroeger bij zovelen deed. Bovendien krijgt de winaar f 500, -- springgeld. Rob van der Linden was dus dit jaar de winnaar van de allermooiste prijs die er elk jaar in het Nederlandse springen te krijgen is. Rob begon in augustus 1976 met springen op Seppe. Hij springt er nog veel, maar is nu (ook) instructeur bij de Afcent Paraclub op Zoetendaal. Sinds 1976 maakte hij een kleine 1100 sprongen, gemiddeld ruwweg 250 sprongen per jaar. Hij zat op de cadettenopleiding in Breda en begon het springen met een groepje kornuiten: Jac Jansen en . Abma. "We sleepten elkaar enorm mee. Als de een niet zo veel zin in een weekeind had, dan had iemand anders het wel en sleepte je mee. Het andere weekeind had jij zin en troonde jij de anderen mee. Het was een prima tijd. " Door toedoen van vooral Charles Pellens - die hem veel naar wedstrijden meenam - ontwikkelde Rob zich tot een zoals dat dan heet veelbelovend precisie-springer. Maar toch leek relatiefspringen het fanatieke maar toch speelse gezelligheidsdier Rob van der Linden meer aan te trekken. sportparachutist

Vorig jaar zomer kwam hij van de KMA af en besloot met Koos Possel vier weken naar het Amerikaanse Raeford te gaan om lekker te gaan relatieven, niet beseffend dat Raeford het mekka van de stijl- en precisiespringers is en relatief daar een hoge uitzondering vormt. "Het was wel even jammer. Geen grote kisten, geen relatief. Dus ben ik maar gaan stijlspringen. Iets anders kon toch niet. Nou had ik aan stijl nogal de pest, kon het ook niet, maar wat moest je? Onder de harde handen van Gene Paul Tacker begon ik het net na twee weken springen eigenlijk toch wel leuk te vinden. Ik maakte in die vier weken zo'n 130 stijlsprongen. Bij een wedstrijd daar werd ik eerste in precis ie en stijl. Toen vond ik het echt leuk worden. " Thuis in Holland lag er bij de post een uitnodiging om deel te nemen aan selectiewedstrijden voor het nationale team precisie en stijl dat dit jaar ons land zou vertegenwoordigen bij de WK in Bulgarije. Rob: "Op dat selectie weekeinde vorig jaar herfst trapte ik een paar nullen, draaide m'n stijl rustig aan tussen de negen en tien sekonden en zat meteen in het nationale team. Wachtend op de kist aan de startbaan met Michel Bizot en Jan de Bruijne spraken we wat wild af dat we met Kerst naar Raeford zouden gaan. We hielden ons woord en we gingen: twee weken. Ik maakte 60 stijlsprongen. In april dit jaar sprong ik op Flevo met een geleende Foil de jaarlijkse Ram Air-wedstrijd en werd eerste. Ik maak altijd een miskleun. Toen was het met m'n eerste sprong: 12 cm. Over de rest van de sprongen had ik in totaal 9 cm. In mei gingen. we drie weken naar Amerika. Ik maakte er niet alleen 80 stijlsprongen, maar haalde ook m'n riggerlicense. En bij de nationale kampioenschappen werd ik eerste in stijl ervderde overall. Met precisie, waar ik eigenlijk het best in ben, werd ik achtste. Ook weer door een miskleun. " Aldus ging Rob met het nationale team naar de WK in Bulgarije. Hij zegt: "Een sprong van één centimeter is daar al een miskleun. Voor mijn doen sprong ik best goed: één keer 19 cm, een aantal dead centres en een paar kleine voetfoutjes van maximaal vier centimeter. " Aldus haalde hij over 10 sprongen 30 cm, waarmee hij de beste precisieNederlander op WK's werd, maar toch ergens in de grijze middenmoot eindigde. "Het is ongelooflijk", aldus Rob, "per ronde zijn er zo'n 70 tot 80 DC's. Ze vechten niet zozeer op het gebied van de techniek of materiaal, maar het is alleen nog een gevecht tegen de zenuwen. Degene die z'n zenuwen het best in bedwang heeft, wint de eindspurt van DC's. Nu was het een Belg, die z'n zenuwen het best in bedwang had. Over twee jaar zal het wel weer iemand anders zijn. " "En wat stijl betreft: niemand in ons land hoeft ooit de illusie te hebben daar ooit op wereldniveau te kunnen meedraaien. Als je met stijl ooit het topniveau wilt komen, moet je gemiddeld 1000 sprongen per jaar maken. Degene die het meeste traint, wint. Dat was een Rus, Usmaev, met 8300 sprongen. Wat wil je dan nog als Hollands amateurtje met 1100 sprongen? Het enige voor mij is om in stijl weer Nederlands kampioen te worden. En misschien op andere Westeuropese wedstrijden. Als ik verder in stijl wil, moet ik zes weken achter elkaar naar Raeford. Maar omdat ik toch nooit in de wereldtop zal kunnen meedraaien, ga ik nu ook weer wat relatief springen. Want dat blijf ik hardstikke leuk vinden. " Wat vind je aan het springen? Rob lacht: "Ik weet het niet. Het werkt als een verslaving. Het is niet alleen het springen zelf, maar ook alles er om heen. Ja, als het mooi weer is, kijk je toch omhoog en word je onrustig. En de voldoening na een sprong als die goed gelukt is! Gaat de sprong niet goed, maak je je lekker kwaad en gaat de volgende sprong wél goed. Het is gewoon leuk. " Heb je ooit willen stoppen? Rob: "Het is dat je het vraagt: inderdaad. Ik heb eens een half jaar willen stoppen. Net zoals anderen met roken willen stoppen. Ik geloof dat het me tot het volgende weekeinde lukte ... " Hein Cannegieter 15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.