Publieke kennisinvesteringen en de waarde van wetenschap

Page 29

and Research). Onderzoek in life sciences, zeer hoogwaardig in Nederland, drijft op economies of scope en niet op economies of scale zoals in de genoemde industriële bedrijfstakken. In Nederland is niet alleen het aandeel van de hoogwaardige industrie gemiddeld, maar ook dat van de hoogwaardige diensten. Dit vloeit deels voort uit de specialisatie van Nederland als handels- en doorvoerland. Essentieel is dat deze specialisatie ook een gevolg is van politiek-strategische keuzes in het verleden. Dit betekent dat in Nederland feitelijk geen expliciete keuze is gemaakt voor hoogwaardige industrie met de bijbehorende R&D. De sterke hoogwaardige bedrijfstakken hebben weinig voordeel gehad van de investeringen in distributie en handel, met uitzondering van de chemie, die profiteert van de investeringen van Nederland in de transportsector. Wat betreft de invulling die in Nederland wordt gegeven aan nationale en regionale innovatiesystemen maakt de Commissie alleen enkele opmerkingen over publiek-private samenwerking (hierna: PPS). PPS heeft in veel Europese landen een behoorlijke vlucht genomen. Het kan een effectief middel zijn om publieke onderzoeksmiddelen gericht te koppelen aan private middelen en zo ook te werken aan betere kennisoverdracht. Er is echter een grote variatie aan invullingen van PPS. Er zijn de specifieke traditionele relatief kleine Europese onderzoeksprojecten uit de achtereenvolgende Kaderprogramma’s waar vaak veel onderzoeksinstellingen en bedrijven gedurende een aantal jaren aan meewerken. Maar er zijn ook in Europees verband sinds een reeks van jaren meer grootschalige projecten waarbij bedrijven en universiteiten en andere kennisinstellingen langduriger, strategischer en gestructureerder samenwerkingsverbanden aangaan. De tijd zal leren of de geplande grotere PPS-projecten enerzijds de economische betekenis van publiek gefinancierd onderzoek kunnen vergroten en anderzijds een significante bijdrage kunnen leveren aan het aanpakken van de maatschappelijke problemen en uitdagingen waarop Horizon 2020 zich richt. Diezelfde uitdaging ligt er overigens voor Nederland. Zijn ons beleid en onze kennisinfrastructuur toegerust om de grote uitdagingen die met energie of klimaat samenhangen op te pakken? In een recente studie vraagt het Rathenau Instituut (Boon & Horlings, 2013) zich af of Nederland wel een gecoördineerde aanpak heeft voor duurzame onderzoeksinfrastructuur, vooral op het gebied van agendering. In Nederland ondervindt PPS de nadelen die voortkomen uit onze sectorspecialisatie. Desondanks zijn er heel effectieve voorbeelden ontstaan. Het Netherlands Genomics Initiative (NGI) is een voorbeeld. Het Advanced Chemistry for Sustainable Technologies (ACTS) is een ander voorbeeld. De Technologische Topinstituten (TTI’s) dateren al van het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw. Het Holstcentrum in Eindhoven is een voorbeeld dat zich ook over de grenzen uitstrekt. Een recent goed voorbeeld waarin publieke investeringen in fundamentele wetenschap samengaan met private investeringen is het besluit van ASML en een aantal publieke partijen, waaronder FOM en de Universiteit van Amsterdam, om een gezamenlijk centrum op te richten voor fundamentele nano-lithografie. “Dat 28

publieke kennisinvesteringen en de waarde van wetenschap


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.