
4 minute read
Interview student Life, Science & Technology
Interview student Life, Science & Technology De magie van levende systemen
Overleggen met je decaan, door opleidingswebsites scrollen en open dagen bezoeken, uiteindelijk weet maar één groep echt hoe het is om een bepaalde studie te doen: huidige studenten. Wij vroegen Olivier waarom hij Life, Science & Technology wilde studeren, de overgang naar de universiteit en het studentenleven.
Advertisement
EVEN VOORSTELLEN EVEN VOORSTELLEN
Naam: Olivier Muzerie Opleiding: Life, Science & Technology Jaar: Eerstejaars bachelorstudent Waar: Leiden en Delft
Bij Life, Science & Technology (LST) combineer je verschillende bètavakken. Was je daar altijd al in geïnteresseerd?
‘We woonden vroeger naast een wetenschapper, waar ik erg tegenop keek. Ik stelde hem weleens vragen over biologie, maar op de middelbare school vond ik ook schei-, natuur- en wiskunde interessant. Ik wist dat ik iets in de bètahoek wilde doen en tijdens mijn studiekeuze ben ik gaan nadenken welke onderdelen van deze schoolvakken ik echt leuk vond. Bij biologie waren dat bijvoorbeeld de lessen over DNA, een onderwerp waarover ik meer wilde weten.’
Waarom heb je uiteindelijk voor LST gekozen?
‘Ik wilde sowieso in Delft studeren, omdat ik vond dat dat ‘the place to be’ is door de nadruk op nieuwe technologische ontwikkelingen. Toen ik dat eenmaal had besloten, ben ik bij verschillende studies gaan kijken, zoals Aerospace Engineering, Technische Natuurkunde, Elektrotechniek en Nanobiologie. Uiteindelijk ben ik bij LST uitgekomen, omdat deze opleiding de meeste verwondering opriep en zich meer richt op toepassingen dan bijvoorbeeld Nanobiologie. De complexiteit van levende systemen op kleine schaal heeft iets magisch en zorgde bij mij meteen voor een wow-gevoel.’
Hoe was de overgang van de middelbare school naar de universiteit?
‘Ik keek ernaar uit om meer te leren over onderwerpen die ik interessant vond, maar moest heel erg wennen aan de vrijheid van het universitaire systeem. Werkcolleges zijn bijvoorbeeld niet altijd verplicht, maar je moet er wel zelf voor zorgen dat je bijblijft met de stof. Ik heb eerst Nanobiologie gestudeerd, maar omdat mijn discipline nog niet helemaal op peil was, haalde ik in het eerste jaar niet genoeg studiepunten. Inmiddels ben ik meer gewend aan het systeem en gaat het met mijn discipline een stuk beter!’
Hoe ziet het eerste jaar er inhoudelijk uit?
‘Je begint met een aantal brede basisvakken, zoals celbiologie en biochemie, maar krijgt ook schei- en wiskundevakken. Deze afwisseling is vaak één van de redenen waarom studenten voor LST kiezen. Door de opbouw van het eerste jaar kom je er snel achter of de studie bij je past. Je bent zeker niet de hele tijd droge stof aan het
verwerken, want in drie van de vier kwartalen heb je ook practica. Je bent daarvoor twee volle dagen per week in het laboratorium bezig. Door die labvakken heb je best veel contacturen, ongeveer 28 uur in de week. Het is best een pittige opleiding, waar je veel tijd aan kwijt bent. Soms ben ik weleens jaloers op studenten die maar drie colleges in de week hebben.’
Welke interesses moeten mensen die deze studie willen doen volgens jou hebben?
‘Een brede interesse in bètavakken, maar je moet het vooral interessant vinden om processen in cellen van mensen, planten en micro-organismen te bestuderen. De werking van cellen heeft bijvoorbeeld invloed op de ontwikkeling van verschillende ziektes. Tijdens de opleiding wordt er ook vaak een link gelegd naar hoe je levende cellen kunt gebruiken voor verschillende maatschappelijke toepassingen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid of grootschalige industriële productie.’
LST is een joint degree tussen Leiden en Delft. Hoe werkt dat precies?
‘Je volgt vakken in beide steden, maar om je een beetje te laten wennen is het eerste half jaar van de studie helemaal in Leiden. De opleiding is zo ingedeeld dat je niet op dezelfde dag in Leiden en Delft hoeft te zijn. Waar elk vak wordt gegeven, hangt vooral af van de inhoud. In Leiden ligt de focus meer op de theorie, zo heb ik daar bijvoorbeeld de meeste biologievakken. Delft richt zich meer op het toepassen van onderzoek en grotere industriële processen. Zo volg ik in Delft nu een vak over thermodynamica. De communicatie tussen de universiteiten is goed geregeld en ik vind het ontzettend leuk om in twee steden te studeren. Je hebt zowel in Leiden als Delft fijne studeerplekken, goede faciliteiten en je kunt ook nog eens kiezen waar je gaat wonen.’
Geniet je naast het studeren ook een beetje van het studentenleven?
‘Zeker! Ik ben na de middelbare school meteen uit huis gegaan, niet omdat ik mijn ouders vervelend vond, maar omdat ik daar zelf zin in had. Dat is mij heel goed bevallen. Ik woon in een leuk huis met twee huisgenoten en geniet van de vrijheid. Ik heb naast mijn studie ook genoeg tijd voor andere leuke dingen. Ik zit in een commissie van de studieverenging en ben actief lid van AEGEE, de studentenreisvereniging in Leiden. Ik ben daar wekelijks aanwezig bij borrels en doe leuke dingen met mijn dispuut, bijvoorbeeld samen eten. Als bijbaantje geef ik examentrainingen en ik spreek regelmatig af met vrienden.’
Welke tip wil je meegeven aan iemand die voor zijn studiekeuze staat?
‘Het klinkt heel cheesy, maar kies een opleiding die je leuk vindt, ook al verdien je daar later misschien niet het meeste geld mee. Als je de rest van je leven met iets bezig bent waar je ongelukkig van wordt, lijkt mij dat niet de goede keuze. Als ik leerlingen spreek die voor hun studiekeuze staan, raad ik ze ook altijd aan om te gaan wonen in de stad waar ze studeren. Op deze manier haal je veel meer uit je studententijd dan wanneer je thuis blijft wonen.’