Leerboek ambulanceverpleegkundige deel 1

Page 286

Leerboek voor de ambulanceverpleegkundige

Atriumflutter met wisselend blok

van een zaag (zaagtand); hoeveel fluttergolven er ontstaan voordat er een QRS-complex komt, is niet te voorspellen; het kunnen er 2, 3, 4 of elk ander denkbaar getal zijn. Wel is het zo dat bij te weinig doorgeven van de boezemprikkels de QRS-frequentie afneemt en iemand duizelig kan worden, door een te lage cardiac output. Evenzo kan een te lage cardiac output ontstaan bij een te hoge ventrikelfrequentie; ook daarbij daalt het HMV. In ernstige gevallen leidt boezemfladderen tot decompensatio cordis of shock.

is, dan moet ondersteunende thoraxcompressie worden toegepast; indien de GCS≤8, moet u cardioverteren conform protocol.

7 Atriumfibrilleren (boezemfibrilleren) ECG-kenmerken: Er zijn geen P-toppen, de basislijn is onrustig (fibrillatiegolven) of strak; het ritme is volledig irregulair. Het RR-interval wisselt van slag tot slag.

Palpatie van de pols: Hierbij zijn enkele mogelijkheden. 1❚ Hoge hartfrequentie: hoge polsfrequentie, regulair, matige vulling, gelijkmatig; 2❚ Lage hartfrequentie: lage polsfrequentie, regulair, normale tot heftige pols, gelijkmatige vulling; Het AV-blok kan ook wisselend zijn. Daardoor ontstaan: 3❚ Irregulaire pols, gelijkmatige tot meestal normale vulling, ongelijkmatige vulling.

Verklaring: Er zijn geen P-toppen doordat de vele cellen in de atria hun coördinatie kwijt zijn. Er heerst een volledige chaos en desorganisatie in de atria. Prikkels worden in vaak vele verschillende ectopische centra in het atrium gegenereerd met een zeer hoge frequentie (>350 per minuut). Af en toe is er een prikkel die door het AV-gebied wordt voortgeleid naar de ventrikels, waarna een normaal QRS-complex ontstaat. Boezemfibrilleren is aangeboren, of ontstaat door bijvoorbeeld een myocardinfarct, aangeboren hartafwijkingen, coronair lijden, decompensatio cordis, chronische pericarditis, afwijkingen in de elektrolythuishouding (met name hypokaliëmie), bij hypothermie of bij schildklierafwijkingen; soms wordt het gezien bij gebruik van genotmiddelen als alcohol en nicotine; het kan ook voorkomen op oudere leeftijd.

Behandeling: Bij een te trage hartactie wordt gehandeld volgens het protocol bradycardie. Atropine is hierbij het geïndiceerde medicament. Bij een tachycardie met een te lage cardiac output wordt gehandeld volgens het protocol tachycardie met smalle complexen. Valsalva en carotis-massage zijn naast de medicamenteuze therapie de voorgeschreven behandeling. Is de circulatie van de patiënt zo slecht dat de carotis pols niet palpeerbaar 286


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Leerboek ambulanceverpleegkundige deel 1 by RAVU - Issuu