Leerboek voor de ambulanceverpleegkundige 5d 3e graads-AV-blok of totaal AV-blok
complexen de pompfunctie van het hart achteruitgaat en de patiënt duizelig kan worden en zelfs kan wegvallen; gelukkig komt dit weinig voor. Het ritme kan men verder nog typeren met de verhouding van het aantal P’s en QRS’en; uitgesproken wordt het als ‘een 2 op 1, tweedegraads-AV-blok’. Een 2e graads-AV-blok is niet per definitie cyclisch; er kan zeer veel verschil in zitten. De kans dat dit type blok overgaat in een derdegraads-AV-blok is groot.
ECG-kenmerken: Hierbij faalt de prikkelgeleiding naar de ventrikels volledig. Het wordt daarom ook wel een totaal blok genoemd. Bij deze storing wordt een prikkel uit de atria niet voortgeleid naar de ventrikels, waardoor er in eerste instantie een ritme ontstaat van alleen P-toppen. Bij een goede reactie van een beneden de blokkade liggende myocardcel ontstaat daar vervolgens een escaperitme, een ontsnappingsritme. De frequentie is vrijwel altijd lager dan 40 per minuut. Er is dus geen relatie tussen de P’s en de QRS’en; het aantal P’s is (veel) groter dan het aantal QRS’en.
Palpatie van de pols: In eerste instantie zal de pols nagenoeg gelijk zijn aan de pols bij een sinusritme. Bij de uitval van een QRS-complex ontstaat geen polsgolf; de daaropvolgende polsgolf is vaak voller, door de langere vullingstijd van de ventrikels.
Verklaring: Het geleidingssysteem is niet in staat om prikkels te geleiden van atria naar ventrikels, waardoor een beneden de blokkade liggende myocardcel de kans krijgt gangmaker te worden voor de ventrikels (escaperitme). Voor de oorzaken: zie het tweedegraads-AV-blok.
Behandeling: Evenals bij 2e graads-AV-blok type I is dit afhankelijk van de cardiac output, het hartminuutvolume. Zo nodig dient het protocol bradycardie gevolgd te worden.
Bijzonderheden: De vorm van de escapeslagen hangt af van de plaats waar de escapeprikkel ontstaat. Dit kan in het lagere gedeelte van de AV-junctie zijn, maar het kan ook in een willekeurige cel in een van de ventrikels zijn. Veelal komt een prikkel uit een ventrikel. Een escaperitme uit de AV-junctie wordt
derde graads AV-block
284