Strategie & Accenten Strategie

Page 1

&

Strategie Accenten ... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen

Fiscaliteit van een tweede of derde woning

2

Conjunctuurflauwte, 4 geen nieuwe recessie Terugblikken voor een mogelijk betere vooruitblik

10

Klik uw interest jaar- 11 lijks vast! Wat maakt internationale spelers zo interessant?

12

Inflatie zorgt voor onzekerheid

14

Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering Nr. 11 - 3 november 2011


Klemtonen

Thema

• Interestaftrek kan onroerend inkomen uitwissen • Kapitaalaflossingen en premies schuldsaldoverzekering tellen meestal mee voor langetermijnsparen

Fiscaliteit van een tweede of derde woning

Indien u de aankoop van een tweede of zelfs derde woning overweegt, mag u ook de fiscale gevolgen niet uit het oog verliezen. Het kadastraal inkomen van een verhuurde woning of van een tweede verblijf, wordt na indexatie en verhoging met 40%, aan uw belastbare inkomsten toegevoegd. De belastbare onroerende inkomsten nemen in die mate toe dat ze meestal tegen een hoger of zelfs tegen het marginaal tarief1 worden belast. Deze belasting wordt ook nog eens vermeerderd met de gemeentebelasting. In bepaalde gevallen, zoals het beroepsmatig gebruik door de huurder, wordt u zelfs belast op de werkelijke huurinkomsten. U kunt deze fiscale pil verzachten, indien u de aankoop financiert met een lening of een hypothecair krediet.

Krediet voor een ‘niet enige en eigen’ woning De interesten van een krediet, specifiek aangegaan voor het verwerven of verbouwen van een onroerend goed in België of in het buitenland, kunnen afgetrokken worden van alle onroerende inkomsten. De gewone interestaftrek zal het aangegeven onroerend inkomen gedeeltelijk of volledig wegwerken. Er is geen minimumlooptijd of hypothecaire inschrijving vereist om deze interestaftrek te kunnen genieten. De interesten mogen worden aangegeven door de eigenaar, erfpachter, opstalhouder2 of vruchtgebruiker. Vanaf inkomstenjaar 2004 mogen gehuwden en wettelijk samenwonenden de aftrekbare interesten in het kader van de gewone interestaftrek vrij verdelen onder elkaar. De voorwaarde is wel dat ze elk een deel van het kadastraal inkomen van dat onroerend goed moeten aangeven. We verduidelijken dit aan de hand van een voorbeeld. Een woning met een kadastraal inkomen van 1 250 EUR is verhuurd aan een particulier die het goed niet beroepsmatig gebruikt. De belastbare grondslag is dan gelijk aan 1 250 EUR x 1,5970 (indexatie voor 2011) = 1 973,75 EUR, te verhogen met 40% Strategie & Accenten

2


wegens verhuring, maakt 2 763,25 EUR. De betaalde interesten van een woningkrediet bedragen 2 000 EUR, het nog belastbar onroerend inkomen bedraagt na de gewone interestaftrek nog 763,25 EUR (2 763,25 EUR - 2 000 EUR) Als de marginale aanslagvoet 50% bedraagt, dan zal u op het nog belastbaar onroerend inkomen 381,63 EUR belasting betalen. Op de betaalde interesten van 2 000 EUR geniet u een belastingvoordeel van 50% of 1 000 EUR.

En in geval van langetermijnsparen? De kapitaalaflossingen van een hypothecair krediet, aangegaan voor een andere woning dan de enige, eigen woning gelegen in België of in een land binnen de Europese Economische Ruimte, kunt u inbrengen in de korf langetermijnsparen. Het krediet moet wel gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving en afgesloten worden bij een instelling binnen de Europese Economische Ruimte en voor een looptijd van minimaal 10 jaar. Het fiscaal voordeel is als volgt te berekenen Het absolute maximale bedrag van de korf van het langetermijnsparen

Strategie & Accenten

bedraagt 2 120 EUR voor het jaar 2011 (2 080 EUR voor het jaar 2010) Het maximale bedrag van uw korf wordt berekend op basis van uw beroepsinkomsten (15% op de eerste schijf van 1 770 EUR (1 730 EUR voor 2010) + 6% van de rest) Alleen de eerste schijf van 70 700 EUR voor kredieten afgesloten in 2011 (69 220 EUR voor kredieten afgesloten in 2010) van het woningkrediet komt in aanmerking voor de berekening van het fiscaal voordeel. Het fiscaal voordeel wordt berekend aan de gemiddelde verbeterde aanslagvoet en die schommelt afhankelijk van uw inkomsten in principe tussen 30 en 40%. Naast de kapitaalaflossingen kunt u eventueel de premies van de schuldsaldoverzekering aangeven in dezelfde korf voor het langetermijnsparen. We illustreren dit nogmaals met een voorbeeld. Stel, u hebt in 2011 een hypothecair woningkrediet afgesloten van 100 000 EUR, volledig gewaarborgd door een hypotheek, met een looptijd van 20 jaar, voor de aankoop van een tweede woning met een kadastraal inkomen van 1 750 EUR. U verhuurt deze woning. In 2011 betaalde u voor 4 000 EUR aan interesten en loste u 2 500 EUR aan kapitaal af. De pre-

• •

mie voor uw schuldsaldoverzekering bedroeg 300 EUR. Uw netto belastbare beroepsinkomsten bedroegen 48 000 EUR. Belastbaar onroerend inkomen: 1 750 EUR x 1,5790 x 140% = 3 868,55 EUR Gewone interestaftrek: 3 868,55 EUR - 3 868,55 EUR (beperkt tot belastbaar inkomen) = 0 EUR Belastingvoordeel: de marginale aanslagvoet, rekening houdend met het beroepsinkomen, is 50 %. De interesten leveren een belastingvoordeel van 1 934,28 EUR op. Maximale fiscale korf voor het langetermijnsparen: 15% x 1 770 EUR = 265,50 EUR 6% x (48 000 EUR – 1 770 EUR) = 2 773,80 EUR Totaal: 3 039,30 EUR, maar met een absoluut maximum van 2 120 EUR Kapitaalaflossingen: 2 500 EUR x 70 700 /100 000 = 1 767,50 EUR S chuldsaldoverzekeringspremie: 300 EUR Totale belastingvermindering: 2 067,50 EUR x 40% = 827 EUR belastingvoordeel.

• •

• • •

1: De personenbelasting in België kent progressieve tarieven van 25%, 30%, 40%, 45% en 50%. Het marginale tarief is het hoogste tarief dat wordt toegepast op het totale inkomen. 2: De opstalhouder is de persoon die een tijdelijk zakelijk recht bezit om opstallen (gebouw, werken of beplantingen) op andermans grond aan te brengen . Er is geen minimumtermijn bepaald, maar wel een maximumtermijn van 50 jaar.

3


Klemtonen

Strategie

• Geen reden tot paniek • Vooruitzichten bedrijfswinsten blijven gunstig

Conjunctuurflauwte, geen nieuwe recessie

De vrees voor een nieuwe conjunctuurinzinking in de VS nam vorige maand weer wat af. Er komen nog altijd te weinig nieuwe banen bij om de werkloosheidsgraad echt te doen dalen en de koopkracht van de gezinnen te verhogen. Het jongste arbeidsmarktrapport maakte evenwel duidelijk dat er geen reden is tot paniek. We blijven de ontwikkelingen op de Amerikaanse arbeidsmarkt op de voet volgen. Het producentenvertrouwen is in september weer lichtjes gestegen. Het huidige niveau straalt misschien geen conjunctuuroptimisme uit, maar zeker ook geen pessimisme. De economie van de eurozone startte het jaar heel sterk, maar zakte vanaf het tweede kwartaal terug. Voor het derde en vierde kwartaal verwachten we zelfs licht negatieve groeicijfers. Zuidelijk Europa kampt al langer met negatieve groei. Omdat deze landen zwaar moeten saneren, blijft dat voorlopig allicht zo. Recentelijk verliest ook de Duitse locomotief stoom. De Duitse economie kan de uitzonderlijk hoge groeicijfers van de eerste jaarhelft (+6% in het eerste kwartaal) niet volhouden.

We verwachten een groei van de wereldeconomie met 3 à 3,5%. Met dank aan de opkomende economieën. Redelijk in historisch perspectief, maar niet uitzonderlijk.

• •

de kwartaal lijken niet te wijzen op de trendbreuk in de bedrijfswinsten waar velen al zo lang voor waarschuwen.

Geen conjunctuuroptimisme, maar zeker ook geen pessimisme.

• •

Voor 2012 rekenen we op een economische groei van 1 à 1,5% in de VS en 0,5% in Europa. Zwakke cijfers, maar geen recessie.

Strategie & Accenten

Te weinig aandacht voor bedrijfswinsten Wie de ontwikkelingen van de bedrijfswinsten in de voorbije twee jaar gevolgd heeft, weet dat een bescheiden economische groei in de klassieke westerse economieën perfect kan samengaan met uitgesproken percentages van winststijging. De winstmarges en winstgevendheid van bedrijven zijn historisch hoog. Bedrijven zijn nooit zo welvarend geweest als vandaag: ze beschikken over ruime kasposities, een ijzersterke financiële structuur, zijn uitermate winstgevend, … In het tweede kwartaal steeg de gemiddelde winst per aandeel nog met 17% (voor de ondernemingen uit de Amerikaanse S&P 500-index). De eerste publicaties over het der-

• •

Het publicatieseizoen is evenwel nog te pril om al conclusies te trekken. We beseffen ook dat winstmarges niet eeuwig kunnen blijven toenemen, al blijven de drijvers van margeverruiming werkzaam. Globalisering: loonmatiging, dus geen kostendruk. Globalisering: meer verkopen in de nieuwe opkomende economieën. De marges liggen er ook hoger dan op de traditionele afzetmarkten. Schulden worden afgebouwd en de rente is laag = lage financieringskosten. Maar ook als de marges niet verder blijven stijgen, blijven de winstvooruitzichten gunstig. We gaan uit van een omzetstijging van minimaal 6% op jaarbasis. Die omzetstijging bestaat uit 3 à 3,5% reële groei van het wereld-bbp – dat is de volumegroei – en 2,5

• • •

4


à 3% inflatie – of stijging van de verkoopprijzen. Bedrijven hebben heel wat opties om hun superwinsten te besteden. Deze mogelijkheden zouden de aandelenmarkten kunnen ondersteunen. Investeren in organische groei (meer bedrijfsinvesteringen) Investeren in externe groei (meer fusies en overnames) Schulden afbouwen. Eigen aandelen inkopen krikt de winst per aandeel op, maar heeft ook een invloed op de toekomstige kasstromen. De besparing is bijna even groot als het alternatief van schuld aflossen of beleggen in vastrentend papier. Dividend verhogen. Fiscaal minder aantrekkelijk dan het inkopen van eigen aandelen, maar het gebeurt op grote schaal.

• • • •

Stap voor stap naar een definitieve oplossing

Zeventien violen gelijkstemmen De eurocrisis en de onzekerheid over de (Europese) banken blijven de financiële markten beroeren. Elke week wordt een stapje gezet op de weg naar een definitieve oplossing. Maar de weg is nog lang en het stappen gebeurt moeizaam. Dat zint de financiële markten niet altijd. Hoewel de Griekse begrotingssituatie onvoldoende (snel) verbeterd is, heeft Griekenland de zesde schijf

van de Europese noodhulp ontvangen. De nationale parlementen van alle zeventien eurolanden hebben de uitbreiding van het EFSFsteunfonds goedgekeurd. Er wordt verder gewerkt aan een definitief en globaal plan voor de Europese schuldencrisis. De redactie van deze beleggingsstrategie werd afgesloten op 20 oktober 2011. We houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.

25

25

23

23

21

21

19

19

17

17

15

15

13

13

11

11

9

9

7

7

5

2001 02

03

04

05

MSCI Europe

06

07

08

09

10

11

5

MSCI USA

Koers-winstverhouding Europa en VS

Strategie & Accenten

5


Aandelen zonder kapitaalbescherming Aandelen met kapitaalbescherming Obligaties

Strategie

Vastgoed Alternatieve beleggingen Liquiditeiten

Samenstelling van de portefeuille In de zeer defensieve doelportefeuille beleggen we 10% in aandelen. We vullen de aandelenpositie volledig in met beleggingsvormen met kapitaalbescherming (20%). Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 43% van de portefeuille uit, inclusief het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 10% van de portefeuille uit (dat is 50% van 20%, zie hoger). We beleggen 33% rechtstreeks in obligaties. Liquiditeiten maken 47% van de portefeuille uit. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in heel beperkte mate in een zeer defensieve portefeuille. In de defensieve doelportefeuille beleggen we 24% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 6,5% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 35%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 65% van de portefeuille uit tegenover onze langetermijnnorm van 63%. In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 17,5% van de portefeuille uit (dat is 50% van 35%, zie hoger). We beleggen 47,5% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties. De liquiditeiten (5,5% van de portefeuille) worden belegd in euro. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in beperkte mate in een defensieve portefeuille. In de dynamische doelportefeuille beleggen we 43% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 23% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 47% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 43%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 27% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (4 à 5 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille nu iets meer liquiditeiten aan (6%). Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een dynamische portefeuille. In de zeer dynamische doelportefeuille beleggen we 60% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 40% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 30% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 25%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 10% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (4 à 5 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille nu iets meer liquiditeiten aan (7%). Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een zeer dynamische portefeuille.

Strategie & Accenten

20% 47%

33%

2% 5,5% 3,5%

6,5% 35%

47,5%

2% 6% 27%

40%

27%

1% 10%

23%

2% 7%

40%

40%

6


Overheidsobligaties

Aandelen, omdat winstgroei samengaat met koersstijging De risico’s en de onzekerheid zijn vandaag nog altijd groot: De weg naar een oplossing voor de schuldencrisis in de eurozone verloopt moeizaam. Nood aan schuldafbouw in het westen tegen de achtergrond van magere economische groei. Imagoverlies van de Amerikaanse overheid als debiteur. Het revolutionair klimaat in het Midden-Oosten. Mogelijke sociale onrust in Zuid-Europa. Toch behouden we een stevige positie in aandelen. Met een koers-boekwaardeverhouding van respectievelijk 2 en 1,4 en een koers-winstverhouding van respectievelijk 11,3 en 8,3 zijn Amerikaanse en Europese aandelen historisch goedkoop. Een gemiddeld Europees bedrijf boekt een rendement op eigen vermogen van zo’n 15%. Als vergoeding voor het ondernemerschap kan dat tellen. Een deel van dat rendement moet terugvloeien naar de aandelenhouders. Aandelen zijn ook goedkoop in vergelijking met liquiditeiten en vooral dure overheidsobligaties. Dividenden kunnen de concurrentie met coupons gemakkelijk aan. Een winststijging vertaalt zich altijd ooit in een koersstijging. De bedrijfswinsten stegen zeven kwartalen op rij met meer dan 20%. De winstgroei vertraagt nu en komt stilaan in lijn met de verwachte aandelenreturn. “Ooit”, want de vertaling van winst naar koers valt niet te voorspellen. In de huidige aandelenkoersen wordt veel van de intrinsieke waarde van de bedrijven nog niet in de koersen weerspiegeld.

• • • • • • •

Bedrijfsobligaties Converteerbare obligaties Geïndexeerde obligaties Obligaties opkomende markten Euro- en Dollarsatellieten, PLN

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

EUR

USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Zeer defensief profiel

Andere

Defensief profiel (zeer) dynamisch profiel

90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% EUR

Obligaties: kies voor relatief korte restlooptijden We geven de voorkeur aan obligaties met een relatief korte restlooptijd van maximaal drie jaar. Hoewel we op korte termijn geen forse stijging van obligatierente verwachten, weten we dat de lage groei en lage inflatie weer zullen overgaan in een normale groei en inflatie. De obligatierente zal daarop reageren door te stijgen. We willen op tijd kunnen herbeleggen in hogere rendementen. Inflatie is het grootse risico op lange termijn, en dan zijn lange looptijden nooit goed.

USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Defensief profiel

Andere

(zeer) dynamisch profiel

70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

EUR

USD

Andere

OBLIGATIEPORTEFEUILLE (zeer) dynamisch profiel

Strategie & Accenten

Defensief profiel (zeer) dynamisch profiel

7


Strategie Accenten in de portefeuille

Hoogrentende obligaties De schuldencrisis is een Japans/Europees/Amerikaans/Brits probleem. Opkomende markten kampten in het verleden dikwijls met uit de hand gelopen overheids- (en privé-) schulden. Vandaag bedraagt de gemiddelde schuldgraad van de overheid er maar de helft van die in de klassieke landen. Een relatief sterkere economische groei maakt het kwaliteitsverschil nog groter. Toch liggen de rentevergoedingen in de opkomende markten aanzienlijk hoger. Heel wat munten uit opkomende markten zijn bovendien nog flink ondergewaardeerd tegenover de euro. Als ze verder verstevigen, kunnen ze voor bijkomend rendement zorgen. We verkiezen een korf met grondstoffengerelateerde munten, munten met een dollarbinding en de Scandinavische en Centraal-Europese munten.

Oost-Europese aandelen De regio wordt soms meegesleurd in de onrust omtrent de eurocrisis. Onterecht. Kredietbeoordelaar Moody’s heeft de verwachtingen voor de Russische, Poolse, Tsjechische en Turkse banken recentelijk opwaarts bijgesteld van ‘negative outlook’ Strategie & Accenten

naar ‘stable’. Standard&Poor’s heeft Turkije gepromoveerd tot ‘Investment grade’. Beleggingen in Turkije, Polen, Hongarije en Tsjechië worden aangevuld met een grote positie in de Russische aandelenmarkt. De belangrijkste sectoren Olie (31%), Banken (21%) en basismaterialen (15%) zorgen voor een pro-cyclisch accent in de portefeuille. Aantrekkelijke waardering: de koerswinstverhouding (K/W) van ‘Emerging Europe’ bedraagt minder dan 7, die van de Russische beurs zelfs maar 5,8.

Telecom De telecomsector is sector met stevige cashflows, hoge en voorspelbare dividenden en een stabiele (maar ook magere) omzetgroei. Vooral het dividendrendement (gemiddeld 5,5% wereldwijd, 8,5% in Europa) is een belangrijke troef.

Wereldleiders We beleggen in (westerse) bedrijven die een belangrijk deel van hun omzet in de opkomende markten realiseren. De omzetgroei en de winstmarges liggen er hoger. We kiezen voor bedrijven die marktleider zijn in hun domein of niche, want ze beschikken over de grootste prijszettingsmacht. Omdat ze noteren aan een westerse beurs zijn ze minder gevoelig voor het beurssentiment in de opkomende markten.

8


Sectorspreiding aandelenportefeuille Energie Basismaterialen IndustriĂŤle sectoren Cycl. consumentensectoren Niet-cycl. consumentensectoren Gezondheidszorg FinanciĂŤle sectoren Informatietechnologie Telecomoperatoren Nutsbedrijven 0%

5% Huidige spreiding

10% Neutrale spreiding

15%

20%

25%

Economische vooruitzichten 20-10-2011 Economische groei (%) 2010 2011 2012 Inflatie (%) 2010 2011 2012 Beleidsrente (%) (*) 20-10-2011 Januari 2011 April 2012 Tienjaarsrente (%) (*) 20-10-2011 Januari 2011 April 2012 Wisselkoers (**) 24-10-2011 Januari 2011 April 2012

EMU

VK

VS

Japan

1,7 1,5 0,5

1,4 0,7 0,8

3,0 1,6 1,1

4,0 -0,4 2,6

1,6 2,6 1,3

3,3 4,2 3,0

1,7 3,1 1,2

-0,7 0,2 0,3

1,50

0,50

0,25

0,10

2,12

2,41

2,21

1,03

1 EUR = GBP 0,86

1 EUR = USD 1,38

1 EUR = JPY 105,45

1 -

(*) : stijging van ongeveer 25 basispunten vanaf huidig niveau; : stijging van ongeveer 50 basispunten vanaf huidig niveuau; enz; : appreciatie van ongeveer 5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau; enz. ( * * ) : appreciatie van ongeveer 2,5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau

Strategie & Accenten

9


Klemtonen

In de kijker

• Kies voor kwaliteitsaandelen • Stap in aan een mogelijk aantrekkelijk niveau

Terugblikken voor een mogelijk betere vooruitblik

Correcties op de aandelenbeurs zijn onvoorspelbaar. Als ze zich voordoen, kunnen ze mooie kansen bieden om aan een aantrekkelijke koers in te stappen. Of het verstandig is om nu te beleggen of om nog even te wachten blijft een moeilijke vraag. Omwille van de grote risicoafkeer zijn de aandelenmarkten vandaag erg goedkoop. Niemand kan evenwel een exacte voorspelling maken van de conjunctuurontwikkeling. Wie een graantje wil meepikken van een eventueel herstel moet belegd zijn. De jongste kwartaalresultaten bevestigen de zoveelste keer dat de ondernemingen over een

ruime kasbuffer beschikken. Ook op momenten dat beleggers meer houvast zouden willen dan het economische nieuws hen aanreikt, is het verstandig om belegd te zijn. Tegen deze achtergrond zijn beleggingsformules die het neerwaartse risico beperken de moeite waard.

Timing Quality Stocks 3 KBC stelt u, als promotor, Timing Quality Stocks 3 voor, een compartiment van de Belgische bevek (1) KBC Participation. Dit fonds (2) belegt in een wereldwijde korf van 30 kwaliteitsaandelen. Dat zijn aandelen van bedrijven die goed scoren op het vlak van kwalitatief management, een gezonde balansstructuur en een gunstige winstgevendheid. Ze hebben bovendien een hoge beurskapitalisatie. De nadruk ligt dus op kwaliteit. Bij een stijging van de korf op de eindvervaldag (3) wordt de positieve evolutie volledig uitgekeerd als meerwaarde bovenop uw startinleg. Deze meerwaarde wordt wel afge-

topt op 125% (4). Bij een daling van de korf op de eindvervaldag (3) wordt de negatieve evolutie volledig als minderwaarde in rekening gebracht met een maximale minderwaarde van -10% (5). De evolutie van de korf wordt berekend vanaf de best mogelijke startwaarde (de minimale startwaarde). Dit is het laagste van enerzijds de startwaarde van de korf en anderzijds de laagste waarde van de korf over een reeks van zes observatiedagen tijdens de eerste zes maanden volgend op de lancering. Het compartiment heeft een wettelijke risico-indicator van III op een schaal van Ø tot VI. Daardoor komt deze belegging in aanmerking voor beleggers vanaf het dynamische risicoprofiel. Heeft u een ander risicoprofiel, vraag dan raad aan uw adviseur. (1) Zie voetnoot 1 op de laatste bladzijde (2) Waar u de term ‘fonds’ leest, betreft het een compartiment van de Belgische bevek KBC Participation. (3) Volgens de formule (eindwaarde – minimale startwaarde) / startwaarde (4) Maximum 15,68% gemiddeld op jaarbasis, vóór kosten. (5) Minimum -1,88% gemiddeld op jaarbasis, vóór kosten.

Emissieperiode: van 31 oktober 2011 tot en met 2 december 2011 met valuta 7 december 2011. Toetredingskosten: 2,50% tijdens de emissieperiode, 3,50% nadien (waarvan 1% voor het fonds). Uittredingskosten: op de eindvervaldag: geen, vóór de eindvervaldag: 2% (orders vanaf 1,25 miljoen euro: 0,50%). Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Beursbelasting: kapitalisatiedeelbewijzen: 0,5% bij uittreding voor de eindvervaldag (max. 750 euro). Meerwaarde vrij van roerende voorheffing. Financiële dienst: KBC Bank, Centea en CBC Banque. (Vereenvoudigd) prospectus en laatste periodiek verslag in alle kantoren van KBC Bank, Centea en CBC Banque. Diverse voorbeelden zijn beschikbaar in het vereenvoudigd prospectus. Initiële inschrijvingsprijs: 1000 EUR.

Strategie & Accenten

10


Klemtonen

In de kijker

• Oplossing voor mogelijk stijgende rente • Minimum meerwaarde (op einddatum, vóór kosten)

Klik uw interest jaarlijks vast!

Om de conjunctuur te ondersteunen houden de meeste centrale banken in de westerse wereld de beleidsrente laag. Zelfs overdreven laag. Daardoor brengen kortetermijnbeleggingen momenteel weinig op. Kiest u voor beleggingen met een lange looptijd, dan strijkt u een hogere rentevergoeding op. Maar u profiteert dan niet van een mogelijke (verwachte) toekomstige rentestijging. In deze omstandigheden is het interessant om een beleggingsformule te kiezen die u enerzijds een mooie minimum meerwaarde garandeert en die anderzijds ook de toekomstige bewegingen van de langetermijnrente volgt.

KBC-Life Multinvest Interest - 6 (1) KBC als bankverzekeraar, lanceert Interest 6, een fonds dat verbonden is met de Tak 23-beleggingsverzekering KBC-Life Multinvest. Het beleggingsresultaat is gekoppeld aan de 5-jaars EUR Swaprente1. Per deelperiode wordt 100% van de 5-jaars EUR Swaprente (vastgelegd bij het begin van elke periode) vast-

geklikt, met een minimum van 3,25% en een maximum van 6,25%. Op vervaldag ontvangt u als belegger een meerwaarde gelijk aan de som van de 8 kliks. Die meerwaarde bedraagt minstens 26% en maximum 50% en is op einddatum bovendien vrij van roerende voorheffing . Het oorspronkelijke beginkapitaal is 100% beschermd op einddatum (vóór kosten) De looptijd van het fonds is 8 jaar en twee maanden; het is geschikt voor alle cliënten vanaf een defensief risicoprofiel. Het fonds richt zich vooral tot cliënten die hun tegoeden gedurende de volledige looptijd kunnen missen. (1) Zie voetnoot 3 op de laatste pagina. 1: De rentevoet waartegen financiële instellingen onderling geld aan elkaar uitlenen

Voorwaarden: Emissieperiode van 31.10.2011 tot 2.12.2011 (behoudens vervroegde afsluiting). Betaaldatum: 07.12.2011. Initiële inventariswaarde: 1000 EUR. Minimum beginstorting 2 500 EUR. Instapkosten: 3% per storting, afgetrokken van het intekenbedrag. Verzekeringstaks op stortingen: 1,1%. Uitstapkosten vóór de einddatum: 1%, op de einddatum: 0%. Minimaal opgevraagd bedrag: 1 250 EUR. Bij een gedeeltelijke opvraging moet minimum 1 250 EUR belegd blijven.

Strategie & Accenten

11


Klemtonen

In focus aandelenmarkt

• Minder afhankelijk van hun thuismarkt • Profiteren van groei in opkomende markten

Wat maakt internationale spelers zo interessant?

De opkomende markten bieden op langere termijn heel wat potentieel: de Nieuwe Wereld in het algemeen en Azië in het bijzonder, zijn de groeipolen van de wereldeconomie. De economische groei ligt er fors hoger dan in het kwakkelende Westen. De bankensector is er gezond, de staatsfinanciën zijn niet ontwricht geraakt door de kredietcrisis en de externe rekeningen vertonen een overschot. Dit betekent dat hun economische groei volledig gefinancierd wordt door binnenlandse besparingen en

dat de meeste landen niet afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal. De afgelopen jaren is er in deze regio’s bovendien een interne economische dynamiek op gang gekomen. Een groeiende middenklasse moet voor een gezonde groei van de binnenlandse vraag kunnen zorgen. Nu al neemt die binnenlandse vraag (consumptie, investeringen en infrastructuur) de rol van de uitvoer naar het Westen over als motor van de groei. De kracht van de Aziatische consument mag dan ook niet onderschat worden. Het gaat om een inhaalbeweging op reuzenschaal. In het derde kwartaal van 2011 klokte de Chinese bbp1groei af op 9,1% (amper een fractie minder dan het groeicijfer van 9,5% in het eerste en tweede kwartaal). De exportgroei moest de voorbije maanden wat aan kracht inboeten maar de binnenlandse vraag vertoont, ondanks de renteverhoging en kredietbeperkingen, nauwelijks tekenen van vertraging. De regio zal ongetwijfeld sterker blijven groeien dan de Oude Wereld.

Strategie & Accenten

Een enorm potentieel… Laten we even onze verbeelding spreken. Mocht Zuid-Korea zich verder ontwikkelen en eenzelfde penetratiegraad van auto’s bereiken als in de VS, dan komen er wereldwijd 23 miljoen auto’s bij. Als China hetzelfde bereikt, spreken we over het aandikken van het wereldautopark met 970 miljoen stuks. In 2010 heeft China de VS voorbij gestoken als grootste automarkt. Duitse luxewagens blijven als zoete broodjes verkopen in China, al verwachten we dat de groei in de toekomst op een lager niveau zal stabiliseren. Een westerse autoconstructeur als Volkswagen realiseerde het grootste gedeelte van zijn omzet in zijn thuismarkt Europa, maar het wordt alsmaar moeilijker om te groeien in deze mature markt. Doordat Volkswagen ook actief is in groeimarkten geniet het mee van de hoogconjunctuur die daar heerst. Dit resulteert ondermeer in een sterke omzetgroei in Azië. Ook voor de fabrikanten van luxegoederen was afgelopen jaar een topjaar. De heel goede resultaten van deze bedrijven waren gestoeld op een enorme Aziatische honger naar luxe. Zowel de verkopen in China zelf, als de bestedingen van Chinese

12


om te beleggen in westerse bedrijven die door hun internationale activiteiten een aanzienlijk deel van hun omzet buiten hun thuismarkt (lees: in de Nieuwe Wereld) realiseren. De omzetgroei en de winstmarges liggen er hoger. Deze bedrijven zijn het best geplaatst om voordeel te halen uit de sterke groeibijdrage van de opkomende markten aan de wereldeconomie. Het zijn niet noodzakelijk de grootste bedrijven ter wereld, het kan ook gaan om kleinere bedrijven, die marktleider zijn in hun domein of niche en daardoor ook over een grote prijszettingsmacht beschikken. Wat deze internationale spelers zo interessant maakt, is juist dat ze minder afhankelijk zijn van de groei van hun thuismarkt. Bovendien hebben ze door hun marktleiderschap de meeste prijszettingsmacht en kunnen vooral zij de margeverruiming het sterkst doorzetten.

toeristen in Europa scheren hoge toppen. Een bedrijf als LVMH rapporteerde over de eerste helft van 2011 weer eens resultaten die boven de verwachtingen lagen. Het management gaat ook de tweede helft van 2011 met vertrouwen tegemoet. In de opkomende markten neemt de vraag naar energie sterk toe. Olieproducenten als Schlumberger, met een sterke internationale marktpositie en financiële stabiliteit zijn sterk geplaatst om hiervan te profiteren. De laatste resultaten van de onderneming bevestigen een margestijging in de internationale activiteiten. In de klassieke economieën zullen de komende jaren maatregelen genomen moeten worden om de overheidsfinanciën weer in evenwicht te brengen en om reserves aan te leggen om de vergrijzing van de bevolking te financieren. Het groeiverschil tussen de opkomende en de klassieke landen zal alleen maar verder oplopen. Daarom is het interessant

Beleggen in “Global Leaders” betekent de voordelen van de sterke

economische groei van de opkomende markten combineren met de voordelen van een westers bedrijf. Omdat ze noteren aan een westerse beurs zijn ze minder gevoelig voor het beurssentiment in de opkomende markten. Het koersverloop van hun aandeel is minder grillig dan dat van aandelen uit de groeimarkten zelf. Ze kunnen wel meegenieten van de sterkere prestaties van de groeimarkten, maar met een lager risico. 1: Bruto Binnenlands Product’. De marktwaarde van alle finale goederen en diensten die in een land gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar) zijn voortgebracht.

Bent u geïnteresseerd in aandelenbesprekingen? Vraag aan uw KBC-bankkantoor om u ook de publicatie Strategie & Accenten AANDELEN te bezorgen.

1,60% 1,40% 1,20% 1,00% 0,80% 0,60% 0,40% 0,20%

Pa Au cifi st c ( ra Ja lië p , N an Z , )

ik a Em e Eu rgi ro ng pe

er

La tij

ns -A m

a Ad va Eu nc ro ed pe

er ik Am rd -

N oo

O

pk

om

en d

Az ië

0,00%

Verwachte wereldgroei 2011 : 3.01% - Groeibijdrage per regio

Bedrijfsinformatie Volkswagen:

Volkswagen is de grootste autoconstructeur in Europa met merken als Audi, Lamborghini, Bentley, Bugatti, Škoda, Seat en Volkswagen. Het concern heeft ook belangen in het Zweedse Scania en het Duitse MAN. Avies: kopen Advieswijzigingen: 10-01-11 van koopwaardig naar kopen Koers: 114,50 EUR Koersdoel: 145,00 EUR

Strategie & Accenten

LVMH:

LVMH is de wereldmarktleider voor luxegoederen met een ruim gamma van producten zoals modeartikelen, lederwaren, horloges, cosmetica, champagne en sterke dranken. Merken zijn onder meer Louis Vuitton, Dom Perignon, Hennessy en Christian Dior. Avies: houden Advieswijzigingen: 10-01-11: van verkopen naar houden Koers: 124,50 EUR Koersdoel: 105,OO EUR

Schlumberger:

is het grootste bedrijf ter wereld voor oliediensten. Het is actief in ongeveer 80 landen en telt zowat 80 000 werknemers. Het bedrijf is vooral actief in exploratie en productie. Avies: kopen Advieswijzigingen: 10-01-11: van neutraal naar kopen Koers: 75,77 USD Koersdoel: 105 USD

13


Klemtonen • De tijd vreet de koopkracht aan • De markt blijft wispelturig

In focus obligatiemarkt Inflatie zorgt voor onzekerheid

De inflatie trekt aan. In september kwam de inflatie in de eurozone uit op 3,0%, in de VS zelfs op 3,8%. Dat is al bijna een vol jaar boven de officiële inflatiedoelstelling van 2% van de ECB. De samenloop van een aantal uitzonderlijke omstandigheden hebben daartoe geleid: stijgende olieprijzen, stijgende voedselprijzen, ... Belangrijker is dat de kerninflatie beperkt blijft en nauwelijks oploopt. De kerninflatie (of inflatie gezuiverd voor de effecten van energie en voeding) bedraagt in de eurozone en de VS respectievelijk

1,2% en 2,0%. De vrees van de Europese Centrale Bank (ECB), dat hogere olie- en voedselprijzen zouden overslaan naar hogere looneisen was niet terecht. Als de olie- en grondstoffenprijzen niet verder stijgen, zal de totale inflatie snel (= tegen midden 2012) afkoelen tot onder de kerninflatie (= richting 1-1,5%).

Wat is inflatie eigenlijk en wat zijn de gevolgen? In een markteconomie wijzigen de prijzen van goederen en diensten voortdurend door vraag en aanbod. Als de prijzen gemiddeld stijgen spreken we van inflatie. U kunt dan voor één euro minder goederen kopen of met andere woorden: in tijden van inflatie wordt 1 euro minder waard. De gevolgen van inflatie zijn voor de consument vooral de daling van zijn koopkracht en het feit dat hij niet meer aangemoedigd wordt om nog te sparen: in de loop van de tijd wordt de koopkracht

Strategie & Accenten

van zijn spaargeld namelijk aangetast. Eén van de meest spectaculaire voorbeelden van de negatieve gevolgen van hoge inflatie uit de geschiedenis was de situatie in Duitsland in 1923. Toen verdubbelden de prijzen elke twee dagen. Arbeiders werden op een bepaald moment tweemaal per dag betaald, zodat ze voedsel en goederen konden kopen voordat de prijzen weer omhoog gingen. Voor bedrijven betekent inflatie vooral onzekerheid en een vermindering van hun concurrentiekracht, ook wordt het moeilijker om te plannen. Bedrijven zijn minder geneigd om langetermijninvesteringen te doen. Een hoge inflatie zorgt voor onzekerheid en grotere risico’s, waardoor de economische groei belemmerd wordt. Maar niet alleen consumenten en bedrijven lijden onder inflatie, ook voor beleggers heeft inflatie belangrijke gevolgen. Om de crisis te bedwingen hebben de centrale banken zowat overal in de wereld de rente gedurende een hele tijd laag gehouden. Hierdoor kende de economie een heropleving en begon hier en daar de inflatie de kop op te steken. In de komende maanden zal juist die bezorgdheid over de inflatie bepalend zijn voor de ontwikkeling van de rente. Omdat de

14


inflatie in Europa hoger uitkomt dan de doelstellingen van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft die laatste haar beleidsrente al tot tweemaal toe verhoogd. De Amerikaanse centrale bank (Fed) daarentegen, heeft een afwachtende houding aangenomen en heeft haar stimulerend beleid nooit stopgezet. Voor de nabije toekomst verwachten we dat de Fed, noch de ECB hun beleidsrente verder zullen optrekken, integendeel. Rekening houdend met de negatieve groeicijfers op korte termijn voor de Europese Monetaire Unie zou het logisch zijn dat de ECB terugkomt op haar renteverhogingen van begin dit jaar om de economie te ondersteunen. Door de lage rente brengen liquiditeiten nauwelijks iets op, de inflatie ligt zelfs hoger. Een belegging in liquiditeiten boet momenteel jaarlijks zo’n 1,5% aan koopkracht in. De obligatierente is abnormaal laag. Duitse en Amerikaanse overheidsobligaties bieden rendementen van nauwelijks meer

dan 2%. Ook dat is lager dan de huidige inflatie. Het wereld-bbp groeit in een tempo van 3 à 3,5%. Maar er zijn grote verschillen tussen de regio’s: bijzonder sterke groei in de Nieuwe Wereld, heel magere in de VS en in Europa. Die lage groei in het westen geeft een permanent gevoel van onveiligheid. Negatieve groeicijfers kunnen vaker voorkomen dan vroeger (en ze zullen in de media ongetwijfeld uitvergroot worden – u bent gewaarschuwd), de markt blijft wispelturig. Ondertussen tikt de klok en vreet de tijd de koopkracht van de portefeuilles aan.

Is de inflatievrees van de ECB terecht? Wat meer loonstijgingen in het Westen zouden veeleer de consumptie dan de inflatie aanwakkeren. Toegegeven, tegen de achtergrond van de globalisering lijkt dat moeilijk haalbaar. Wat

meer loonstijgingen in Duitsland zouden bovendien zuurstof kunnen geven aan de Europese landen met een zwakke concurrentiekracht. Meer inflatie zou ten slotte ook helpen om de schuldenproblematiek “op te lossen”. In zijn betekenis van “verdunnen”, niet “een probleem uit de wereld helpen”. Op korte termijn zijn de groeirisico’s dus groter dan de inflatierisico’s. Daarom doet vooral de Fed er met een beleid van massieve liquiditeitsinjecties alles aan om inflatie te kweken. Maar op lange termijn houdt dit zeker gevaren in. We spreken dan over een situatie met inflatiecijfers van 5% en meer en dit over een lange periode. Als de Fed aan het langste eind trekt, is het als belegger belangrijk dat u de juiste maatregelen heeft genomen om u in te dekken tegen een oplopende inflatie.

Onze obligatieselectie(1) Munt

Lening

Uitgifteprijs of indicatieve koers

Coupon

Rating

Rendement (in %)

Nieuwe emissies NOK

BNP PARIBAS FORTIS FUNDING 4,200% 2011/2016

101,880

25/11

AA-

4,08

Secundaire markt EUR

FLEMISH COMMUNITY 3,875% 2009/2016

104,000

20/07

AA+

2,95

EUR

RABOBANK NEDERLAND 3,500% 2011/2018

100,650

17/10

AAA

3,39

SEK

EIB 2,621% 2011/2017

100,910

15/03

AAA

2,44

TRY

KFW 7,500% 2010/2013

98,850

02/08

AAA

8,2

USD

POLAND REPUBLIC 3,875% 2010/2015

103,75

16/07

A-

2,79

(1)

zie voetnoot op laatste bladzijde

Strategie & Accenten

15


Beeldspraak Tijdens de zomermaanden ontstond grote ongerustheid over de verslechterde toestand van de Amerikaanse economie. Het land leek af te stevenen op een nieuwe recessie. Uiteindelijk zette dit de Amerikaanse centrale bank aan om haar beleid verder te versoepelen. De grote ongerustheid zorgde ervoor dat de economisten en analisten hun verwachtingen neerwaarts bijstelden. Ze werden bijzonder pessimistisch, het was alsof de economische data alleen maar konden verslechteren. Verrassingsindex VS : De voorbije maand bleek evenwel dat deze verschil tussen reëel economisch cijfer en marktverwachting conclusies ietwat te drastisch waren geweest. De grafiek toont aan dat de voorbije maand zo goed als alle economische data beter waren dan 2 verwacht. Hoewel het scenario van een double 1 dip in de VS nu dus minder waarschijnlijk blijkt, 0 willen we er op wijzen dat de onzekerheid groot blijft. In Europa stelden de economische data -1 nog fors teleur. or d. rtr .C hic IS M . ind us IS tri e M die kle n inh ste an n de co lsv ns um er k. en te nv er tr. Pa be y r dr oll ijfs s ve rtr bo .N uw Y aa nv ra bo ge n uw pr nie od uc uw tie ew on ing en

ich

ijfs

ve

ks rie

ab

be

ef m

za ur

dr

rtr .R

ve ijfs

dr

be

du

ve

rk

.n

ieu

we

wo

nin

ge

n

-2

WWW Meer info op: www.kbc.be/beleggers

Briefwisseling aan: KBC BANK NV, KBC Asset Management, Havenlaan 6, 1080 Brussel Strategie & Accenten is een publicatie van KBC Asset Management NV (KBC AM). Voor de gegevens die dienen als uitgangspunt voor de projecties, scenario’s, prognoses en richtkoersen wordt een beroep gedaan op betrouwbare bronnen en eigen onderzoek. Deze aanbeveling valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007 dat de voorschriften bevat ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied en valt bijgevolg onder de wettelijke omschrijving van publicitaire mededeling. De fondsbeheerders van KBC AM kunnen vóór de verspreiding van deze aanbeveling handelen in de besproken aandelen. De artikelen in de publicatie vormen op zich geen gepersonaliseerd beleggingsadvies. De belegger dient zelf nog, best in samenspraak met zijn adviseur Sparen en Beleggen of relatiebeheerder, na te gaan of de besproken activa passen bij zijn persoonlijk risicoprofiel en zijn concrete beleggingsportefeuille. KBC AM noch enige andere vennootschap van de KBC-groep kan aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de gegevens. Verantwoordelijke uitgever / hoofdredacteur: Alex Wolfers, Product & knowledge management KBC AM / Christiaan De Moor Feiten versus andere informatie met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven: Voor de beursgenoteerde bedrijven die in deze publicatie vermeld worden, publiceert KBC AM een aandelenfiche op zijn website. Deze aandelenfiche bestaat enerzijds uit puur feitelijke informatie en anderzijds uit de mening van de analist over dat bedrijf. Die laatste tekstgedeelten hebben een gekleurde achtergrond. Frequentie van de advieswijzigingen De analisten van KBC Asset Management volgen de gebeurtenissen in de financiële wereld op de voet. Het aandelenadvies is een conclusie van een zorgvuldige afweging van drie dimensies: het aandeel zelf, de sector waartoe het bedrijf behoort en de regio waarin het gevestigd is. Elke wijziging in één van die drie componenten kan aanleiding geven tot een advieswijziging. De adviesmethodiek Een uitvoerig omschrijving van onze adviesmethodiek staat in de editie van Strategie&Accenten nummer A01 van 6 januari 2011. Deze editie is raadpleegbaar op www.kbcam.be/aandelen/adviesmethodiek. Een exemplaar van deze brochure is ook verkrijgbaar in elk KBC-kantoor. Voor een aantal essentiële elementen van deze beleggingsaanbeveling, die wegens plaatsgebrek niet in deze fiche zijn opgenomen, kunt u de “Algemene richtlijnen m.b.t. de beleggingsaanbevelingen van KBC Asset Management” raadplegen op www.kbcam.be/aandelen. Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com (1) Een bevek is een Instelling voor Collectieve Belegging (ICB). Een ICB wordt doorgaans opgericht door een financiële instelling, maar vormt een onafhankelijke juridische entiteit. Een deelbewijs gekocht in een ICB geeft recht op een deel van het resultaat in functie van het belegde bedrag. Het belegde kapitaal kan evenwel in waarde verminderen. De belegging in een ICB laat toe om het beleggingsrisico te spreiden en de toegang tot de beurzen en buitenlandse markten te vergemakkelijken. Beleggingen in ICB’s worden gedekt door het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dit betekent dat een tegemoetkoming kan bekomen worden bij het beschermingsfonds ten belope van maximaal 20.000 EUR als een kredietinstelling of een beursvennootschap rechten van deelneming van ICB’s aanhoudt voor rekening van haar cliënten en deze niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaars. Er wordt opgemerkt dat het eventuele verlies aan waarde van een ICB ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs niet wordt gedekt door het Beschermingsfonds. (2) Een obligatie is een schuldtitel uitgegeven door een onderneming, een overheidsinstelling of een staat, terugbetaalbaar op een datum en voor een bedrag dat op voorhand werd vastgelegd en dat een interest opbrengt. (3) KBC-Life MI Interest - 6 is een beleggingsfonds onder KBC-Life Multinvest, een tak 23-levensverzekering aangeboden door KBC Verzekeringen. Men kiest zelf de begunstigde die bij overlijden het opgebouwde vermogen ontvangt. Bovendien blijft het vermogen tussentijds beschikbaar. Men kan altijd de volledige som of een deel ervan opvragen. De waarde van de fondsen en hun eenheden is niet gewaarborgd door de verzekeringsonderneming en kan schommelen in de tijd. Het financiële risico wordt gedragen door de verzekeringnemer. Meer gegevens vindt u in het beheersreglement en in de financiële infofiche bij uw KBC- tussenpersonen. Zetel van de vennootschap: KBC Verzekeringen NV – Professor Roger Van Overstraetenplein 2 – 3000 Leuven – België. BTW BE 0403.552.563 – RPR Leuven – Bankrekening 730-0042006-01 – CBFA 038571 A – IBAN BE43 7300 0420 0601– BIC KREDBEBB. Onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (KB 4 juli 1979, BS 14 juli 1979). KBC Bank NV, CBFA 026 256 A

Volgend nummer verschijnt op 1 december 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.