LIQU.ID - EEN MAGABOEK VAN 21BIS

Page 1

BOUNDLESS IDENTIT Y  |  ONBEGRENSD OVER IDENTITEIT


COLOFON

Redactie ‘Liqu.id’ 21BIS Raghenoplein 21bis, 2800 Mechelen

Verantwoordelijke uitgever

Ontwerp cover & achterzijde

Redactie & eindredactie

Begeleidende docenten

©Julie Driessen & Florian Decoster

Tweedejaarsstudenten professionele bachelor Journalistiek / International Journalism Thomas More Mechelen

Renaat Bogaert Kenzo De Bruyn Annick De Pauw Frank Hellemans Lieve Roegiers

Coverfoto

Iris De Roover,

©Carmen Moya Tárraga

Contact

Foto’s achterzijde & inhoudstafel

lieve.roegiers@thomasmore.be

©Harte Van Eynde

opleidingsmanager Journalistiek

Drukwerk

drukkerij: ZwartOpWit, Herenthout

www.21bis.be

cover: maco silk 250 g

binnenwerk: cyclus offset 140 g


MEER DAN EEN EDITORIAAL

VLOEIB A AR De ouwe Griekse filosoof Herakleitos wist het al: ‘Alles stroomt’. Vandaag zijn we allemaal liquide geworden, zoals de titel van ons magaboek luidt. Zo vloeibaar als Dreft. Toch blijven mensen verstokte hokjesdenkers. We maken het ons mak­ kelijk door anderen in een keurslijf te steken: een autist, een gothic, een geitenwollensok, een hooligan, een interseksueel. Vul zelf maar aan.

Liqu.id  doorbreekt de stereotypes. We zijn meer dan onze keuzes, meer dan onze levensstijl, meer dan onze onrust en komaf. Dompel je samen met ons onder in de vloeibaarheid van vandaag. Wees zo fluïde als mogelijk. Stroom!


4

MEER DAN CONTENT ALLEEN

meer dan mijn... Aanslag Zaventem ‘Op 22 maart ben ik mezelf kwijtgespeeld’ 13. Column Kantelmomenten 22. Overleden vader Wat doet dat met een puber? 29. Mental Health Charlie uses Youtube to show Polyamorie Zijn we gemaakt om people that feeling bad is okay (EN) 50. maar met één liefde door het leven te gaan? 6. Rellen Van voorbeeldstudent tot LGBTQ+ rights in Africa voetbalvandaal 72. Still fighting for equality (EN) 46.

DJ Lefto ‘Er is een tekort aan muziek met een boodschap’ 10. Punk in 2019 ‘Dat hanenkamgedoe en dat masculiene beeld van punk zijn zo passé’ 23 Instagram modelling ‘It’s so much more than just taking a pretty picture and posting it’ (EN) 52. Tattoo-artieste 22 jaar en eigen baas 68. Influencers Koningen in hun online empire 74.

Intersekse ‘Er is letterlijk geen plaats voor mij in onze maatschappij’ 80.

Angststoornissen ‘De uitspraak “Wij vinden dat ook moeilijk hoor” ben ik echt beu gehoord’ 89.

Profvoetballer in spe ‘De frituur mis ik nog het meest, maar er zit niets anders op dan vol te houden’ 94.

SEKS(E)

ONRUST

TALENT


MEER DAN CONTENT ALLEEN

5

KOMAF

SMAAK

NAASTEN

Familiegeschiedenis Tocht door zes concentratie­ kampen 16.

Studenten en hun centen Toont onze bankrekening wie we zijn? 32.

Jeugdbewegingen en jezelf Maakt de jeugdbeweging je tot wie je bent? 27.

Joods-Palestijns koppel ‘Ik werd lesbisch voor haar, zij pro-Palestina voor mij’ 19.

PVDA en Vlaams Belang Wat is daar zo extreem aan? 38.

Cultural appropriation Guilty globalization? (EN) 40.

Born to be wild In de camper met alleen jezelf als gezelschap 55.

Cosplay Je verkleden om je eigen identiteit te verhullen of in de verf te zetten? 31.

Mental health ‘For us, going to a psychologist is not a taboo anymore’ (EN) 44. Katholieken in China Discriminatie, legale onderdrukking en lichtpuntjes 59. OHL World Team Voetbalclub helpt vluchtelingen integreren 60. God en wetenschap ‘Het is zoeken naar evenwicht, voor mij gaat dat vanzelf ’ 78.

Studiekeuze ‘De American Dream is echt en dat zouden Belgische jongeren even goed moeten ervaren’ 62. Wicca ‘Ik voelde een kwade aanwezigheid in mijn leven’ 76.

Ouders vormen mee je identiteit Moeder en dochter openen samen tattoostudio 36. Nieuwe puurheid Niet elke student drinkt alcohol 66. Werken met autisme Onkruid wieden en bessen planten bij de bioboer 69.

Zero waste Een (herbruikbare) blik op een leven zonder afval 83.

Gsm-verslaving bij jongeren ‘Als ik nooit met Instagram Killerstyliste Farah El Bastani was begonnen, zou ik nu veel Diversiteit geen trend maar gelukkiger zijn’ 92. must 85. Millennials en hun afkomst 'Ik voel me hier thuis, maar ben niet trots op mijn land' 87. Zusters van Liefde Vier jonge vrouwen op zoek naar nieuwe geborgenheid 96. Column Wie denk je wel dat je bent? 99.

* (EN) English articles


6

MEER DAN MIJN SEKS(E)

POLYAMORIE

LIEFDE EN ROMANTIEK VOOR MEER DAN ÉÉN TEKST  Harte Van Eynde

De prins op het witte paard trouwt met de prinses – en natuurlijk leven ze nog lang en gelukkig. Niet iedereen vindt zich in dit sprookje. Sommigen verkiezen een biggetje of drie in plaats van een stoere wolf. Bo Standaert [ 27 ] en Katelijn Gijsel [ 28 ] – voor de duidelijkheid geen koppel – staan open voor meerdere liefdevolle relaties op hetzelfde moment. In één woord polyamorie. Losbandige orgieën of toch discussies over vuile sokken?

M

aar hoe gaat dat dan, zo’n polyamoreuze relatie? ‘Mensen hebben de neiging ons te zien als iets exotisch’, zegt Bo. ‘Want ja, zo met meerdere lieven zal het er wel losbandig aan toe gaan.’ Toch is het tegendeel vaker waar. ‘Het dagelijkse leven van polyamoreuze mensen is vaak even saai als dat van een monogaam koppel’, zegt Katelijn. ‘Kijk naar mij: ik heb een vaste job, een vaste relatie en ik ben een huis aan het verbouwen met mijn lief.’ Het doorsnee leven van een millennial. ‘Wij gaan ook gewoon naar de supermarkt en zeveren over wat we vanavond gaan eten.’

EXOTISCHE STUITERBALLEN ‘We staan open voor meer dan één intieme band tegelijk, op voorwaarde dat het op een ethische manier gebeurt én met toestemming van alle betrokken partijen’, zegt Bo Standaert, drijvende kracht achter Polyamory Belgium. Polyamory Belgium is een bottum-updiscussiegroep die zich richt op ethische non-monogamie. Met

themaspecifieke events en baravonden wil ze het taboe rond non-monogamie doorbreken en zowel mensen binnen én buiten de community informeren en sensibiliseren. Zelf noemt Bo zich al zes jaar polyamoreus, al doet dat label haar niet veel. ‘Er zijn evenveel relatievormen als er mensen zijn, net zoals evenveel soorten genders. Alleen, die labels, het praat gewoon gemakkelijker.’ Polyamorie staat niet gelijk aan non-monogamie, maar behoort wel tot dezelfde familie. Polyamorie kent verschillende uitlopers, al loopt de mate waarin ze de koppelnorm effectief doorbreken erg uiteen. ‘Je bedoelt polygamie?’ is vaak de eerste reactie die je krijgt als je outsiders over polyamorie spreekt. ‘Eigenlijk is dat niet zo gek’, zegt Katelijn, ‘want polygamie en monogamie zijn de twee tegengestelden, niet polygamie en polyamorie.’ Daarnaast slaan monogamie en polygamie allebei op trouwen, terwijl polyamorie helemaal niets zegt over het huwelijk. Het zit al in het woord zelf. Letterlijk vertaald betekent polygamie meerdere echtgenoten, terwijl polyamorie naar meerdere geliefden verwijst. De

verwarring valt dus te begrijpen. Toch verwar je polyamoureuzen best niet met polygamen. De onkoosjere praktijken en illegaliteit waarin polygamie zich vaak bevindt, schiet bij veel polyamoureuzen in het verkeerde keelgat. Ook dat valt te verstaan. Een relatie blijft een relatie, of je nu met twee, drie, vijf of zeven bent. Het is wat je er zelf mee doet. Maar om de lieve vrede te bewaren zijn er toch enkele aandachtspunten waar polyamoreuze mensen zich best attent op maken. ‘Het ding bij polyamoreuze relaties is dat je met meer bent. Daardoor is open communicatie ultrabelangrijk’, weet Bo. ‘Je gaat waarschijnlijk meer problemen tegenkomen, net omdat je met meer bent. Logisch ook. Heb je twee stuiterballen in een bak, dan gaat het nog meevallen. Heb je er vijf? Dan botst het wat meer tegen elkaar.’ Katelijn beaamt dat: ‘Je moet bij alles schipperen. Is iedereen er oké mee? Voelt iedereen zich nog gewaardeerd?’ Daarbovenop word je nog eens vaker verplicht jezelf – je gevoelens, gedachten en gedrag – grondig onder de loep te nemen. Best vermoeiend.


MEER DAN MIJN SEKS(E)

7

‘DE JONGSTE POLYPERSOON DIE IK ZAG WAS ZESTIEN, DE OUDSTE ZEVENTIG’

vormen zich meestal leeftijdclusters naargelang moment en setting.

(ON)NATUURLIJK

Toch is het niet vreemd dat er bij polyamorie vaak naar jongeren wordt gekeken. ‘Jongeren zijn vaker bereid om te getuigen over hun ervaringen, ze hebben minder te verliezen’, verklaart Bo.

Slecht drie procent van alle dieren is monogaam tegenover zeventien procent van alle menselijke culturen. Drie op vier zal zijn partner vroeg of laat bedriegen. En tot slot zijn we allemaal in staat om verliefd te worden op een ander, zelfs als we ons in een (monogame) relatie bevinden. Dit is nog maar het topje van de ijsberg aan argumenten waarom mensen van nature niet voor monogamie gemaakt zouden zijn. Ook relatietherapeute en seksuologe Heleen De Cleyn [ 32 ] heeft ze al allemaal gehoord. ‘Er zijn inderdaad maar weinig diersoorten echt monogaam, maar moeten we ons als mens dan gaan vergelijken met een vis? We bezitten toch nog capaciteiten die we niet benutten?’ Of zoals Bo het vlot formuleert: ‘We zijn toch ook niet gemaakt om een broek aan te hebben? Ik heb er een aan, jij hebt er een aan, ik vind dat best oké eigenlijk.’

Ook op sociale media zijn jongeren zichtbaarder dan de vorige generaties. Hun nood aan samenhorigheid is groter. Waar ouderen het vaak al op zichzelf of met hun partner hebben uitgevogeld, zijn jongeren actief op zoek naar gelijkgestemden. Ouderen voelen die behoefte minder, omdat zij hun vaste vriendenkliek al lang hebben gevormd. Jongeren staan vandaag ook veel kritischer in het leven. ‘Gender, voeding, alles. Wij hebben geleerd dat we in alles onszelf mogen definiëren’, zegt Katelijn. Jongeren durven zichzelf en de wereld in vraag stellen. Zo wijst een onderzoek van Charlie Magazine uit 2017 uit dat 35 procent van de bevraagden nadenkt over alternatieve relatiemodellen. Maar niet voor iedereen is polyamorie het antwoord. ‘Toch hoop ik dat iedereen op een moment in zijn leven zich de vraag stelt’, zegt Bo. ‘Doen we iets omdat het zo hoort, of omdat we dat zelf zo willen?’

SAMEN UITGEVOGELD ‘De jongste polypersoon die ik zag was zestien, de oudste zeventig. Al mailde er ook al iemand van tachtig’, zegt Bo. Dat polyamorie een trend onder jongeren is, is dus de zoveelste misvatting. Hoe De Cleyn het ziet, piekt polyamorie eerder bij veertigers. ‘Bij mij komen vooral mensen van middelbare leeftijd over de vloer, vaak koppels met een langere relatie. Je hebt tenslotte toch wat relatie-ervaring nodig om tot zo’n conclusie voor jezelf te komen.’ Ook Bo en Katelijn zien het hele leeftijdsspectrum op hun polybars passeren, al

TREND VAN HET MOMENT?

©Roxanne Wellens

Polyamorie past ook perfect in het economische plaatje van individualisme. Flexibiliteit spant de kroon: van jobinvullingen tot de inhoud van onze koelkast.  


8

MEER DAN MIJN SEKS(E)

‘MOETEN WE ONS DAN GAAN VERGELIJKEN MET EEN VIS?’

DE POLIE VAN POLY Polyamorie is een verzamelnaam, want er bloeien nog andere bloemen in de wei der relaties. Hiërarchische polyamorie: deze strekking rangschikt de partners op verschillende niveaus. Van primair naar secundair tot tertiair. Egalitaire polyamorie: deze tak wordt simpel beschreven als ‘niet hiërarchisch’. Kortom: alle relaties op één lijn, al wordt wel onderscheid gemaakt tussen romantische relaties en andere types. Relatie-anarchisme: deze uitloper maakt helemaal geen onderscheid tussen verschillende relatietypes. Platonische, seksuele, romantische relaties, allemaal dezelfde. Of net niet, want elke connectie is uniek en vloeit op zichzelf. Alle partijen zijn autonoom en beperken elkaar op geen enkel vlak. Solo-poly: de solo-polypersoon heeft geen primaire relaties, uitgezonderd die met zichzelf. Wel heeft hij (meerdere) secundaire relaties. Polyfideliteit: de multipartnerrelatie. Verschillende partners ondervinden een sterke gelijkwaardige onderlinge verbintenis. In sommige gevallen leidt dit tot een polyfamilie. Misschien passen meervoudige relatiestructuren gewoon beter bij de dagelijkse rush? Want de nucleaire familie met mama, papa en twee kindjes (van diezelfde ouders) is al lang voorbijgestreefd. Monogamie is nog altijd de norm. Maar je kan er niet omheen dat mensen vaker scheiden dan een halve eeuw geleden. De cijfers van Statbel (Algemene Directie Statiestiek van België) tonen aan dat huwelijken en scheidingen zich vandaag tot elkaar verhouden als een op twee. 'Tot de dood ons scheidt' is een belofte die een verliefde ziel maar al te graag maakt. Toch lijken we dat voornemen niet zo makkelijk waar te maken. De tijd van samenzijn rekt, maar daarbij ook de tijd voor de ophoping van frustratie en verveling. Seriële monogamie vormt de algemeen meest

aanvaarde oplossing voor dit ongemak. Toch mag je niet zomaar aan polyamorie voorbijgaan. Bewuste keuzes voor een specifieke relatievorm blijven nog te vaak uit.

JALOEZIE EN BEDROG Liefde blijft liefde. Mensen blijven mensen, inclusief menselijke gevoelens. Het is dus een mythe dat polyamoreuze personen geen jaloezie zouden voelen. Zowel binnen als buiten de community heerst de idee dat polyamoreuze mensen overal oké mee zouden moeten zijn. Liefst zelfs nog een beetje blij als hun partner voor hun neus een ander verovert. De community

noemt dit gevoel compersion: het gevoel dat je krijgt wanneer iemand anders je partner gelukkig maakt. ‘Toch is dat niet zo evident’, zegt Bo. ‘Er is zeker en vast jaloezie, ook al wordt dat vaak ontkend. Binnen polyamorie is het gewoon superbelangrijk hoe je daarmee omgaat.’ Monogamie kijkt naar jaloezie als een probleem. En niet het probleem van de jaloerse persoon, maar van de ander. Bij polyamorie doe je eerst aan introspectie. Je zoekt waar de oorzaak ligt in plaats van meteen iemand met de vinger te wijzen. Bo omschrijft het als een attitudeverschil. ‘In plaats van boos te zijn ga je kijken waar het vandaan komt en hoe je eruit kan leren. Maar niet alle polyamoreuze koppels bereiken dat punt.’ Ook dat je binnen polyamorie niet zou kunnen vreemdgaan is een mythe. Postdoctoraal onderzoekster aan de UGent Katrien De Graeve schrijft dat polyamorie een discours biedt waarmee mensen zich moreel kunnen distantiëren van vreemdgaan. Al zegt dit volgens haar niets over de praktijk. Katelijn bevestigt: ‘Als een van mijn partners aan het daten is en mij daar niets van heeft gezegd, dan is dat vreemdgaan.’ Bo springt bij. ‘Bedriegen is het doorbreken van een afspraak die je hebt. Polyamoreuze relaties dwingen je meer tot afspraken dan monogame relaties.’ Net daarom is ook hier, net als bij jaloezie, open communicatie cruciaal. ‘Het is ook een misvatting dat iedereen binnen polyamorie alternatief zou zijn’, zegt Katelijn. Ze geeft toe dat het inderdaad gaat om een ietwat andere manier van denken. Maar als we dan toch labeltjes gaan kleven, bezit polyamorie een gigantisch aandeel aan geeks en nerds.


MEER DAN MIJN SEKS(E)

9

‘ALS JE DENKT DAT POLYAMORIE VERDACHT VEEL OP MONOGAMIE LIJKT, DAT KLOPT. WE ZIJN GEWOON MET MÉÉR’

©Roxanne Wellens

‘Zelf had ik verwacht meer alternatievelingen tegen het lijf te lopen. Het was bijna een teleurstelling.’ Subculturen zijn de sterkste labelklevers aller tijden. 'Zelf word ik kotsmisselijk van labels', zegt Katelijn. Er zijn immers evenveel ervaringen als er mensen zijn, elk met zijn eigen etiket. 'Maar sommigen hebben wel effectief iets aan labeltjes', vult Bo aan. Mensen die zich hun hele leven het abnormale eendje voelden, voelen zich plots wel aanvaard of komen in contact met gelijkgezinden. En dat kan veel voor hen betekenen.

UIT DE KAST Moet je je als polypersoon outen tegenover je omgeving? Daarover is de com-

munity volgens Katelijn niet unaniem. ‘Steeds meer mensen hebben het gevoel dat ze uit de kast moeten komen. Ik vind persoonlijk dat dat niet hoeft. Jij hebt hier toch ook nog niets verteld over jouw relatie?’ Sommige zaken gaan anderen gewoon niet aan. ‘Al wil ik gewoon dat het taboe doorbroken wordt, zodat de mensen die er wel mee naar buiten willen komen, dat ook kunnen.’ Maar, waren het geen homoseksuelen die in de kast zaten? Geaardheid en polyamorie worden wel eens in een adem genoemd. In Amerika beschouwen ze het effectief als een geaardheid. Toch kan niet iedereen zich daarmee verzoenen. ‘Ik omschrijf het het liefst als een levenswijze, een filosofie’, zegt Katelijn. De Cleyn staat haar daarin bij: ‘Vooral

omdat je de mogelijkheid hebt om afspraken te maken, maakt het voor mij geen geaardheid. Het is een ethisch concept gebaseerd op waarden en normen. Een levensopvatting.’ Of het dan gaat over een vrije keuze, daar spreekt zowel Bo als Katelijn zich niet over uit. ‘Zelf twijfel ik nog’, zegt Bo, ‘al merk ik wel dat sommige mensen er een aanleg voor hebben.’ Bij infosessies over polyamorie eindigt Bo haar powerpoints altijd met twee foto’s. Op de ene staan twee pinguïns, flipper aan flipper. Op de andere staat een troep stokstaartjes. Dan kondigt ze met trots haar grote clou aan. ‘Als je denkt dat dit verdacht veel op monogamie lijkt, dat klopt. We zijn gewoon met méér.’ Ik weet alvast waaraan je volgende keer zal denken als je de dierentuin bezoekt.   


10

MEER DAN MIJN TALENT

LEFTO : ‘ER IS EEN TEKORT AAN MUZIEK MET EEN BOODSCHAP’ TEKST & FOTO'S  ©Florian Decoster

Van pop tot Afrikaanse rhythms, van acid house tot opzwepende hiphop. Geen enkel muziekgenre is te min voor de Brusselse dj en Studio Brussel-presentator Stéphane Lallemand [ 43 ], beter bekend als Lefto. ‘Zonder de muziek die ik speel ben ik niks.’


MEER DAN MIJN TALENT

11

‘IK GEEF U ALLE WAPENS, AAN U OM ER IETS MEE TE DOEN’

Plaats van afspraak is La Laiterie, gelegen in het Josaphatpark in Schaarbeek, zijn thuishaven. Fermé. Dit kon beter. Lefto komt toe: ‘Shit, dat is hier toe, ik moet snel mijn vrouw bellen want die is onderweg naar hier’. Een kort telefoongesprek en een korte wandeling later doemt een andere café op: ook gesloten. ‘Sorry, ik ga nog eens snel bellen.’ Derde keer goeie keer, op de hoek van het park is een restaurantje dat wel open is. Lefto is er geen onbekende, hij wordt warm onthaald door de garçon. Vanwaar de liefde voor muziek? Lefto: ‘Er zijn verschillende redenen. Bij mijn vader, die zelf een grote platencollectie had, stond er constant muziek op. Van oude jazzplaten tot de Franstalige versie van Tien Om Te Zien, 10 Qu'on aime. Daar leerde ik Benny B (Benny B is een Frans­ talige rapper en b-boy geboren in Molenbeek, red.) kennen en dat was toen een enorme verademing. Het was de eerste keer dat ik een rapper, een scratcher en een breakdancer op tv zag. Ik was meteen weg van de hiphopcultuur. School had ook een enorme invloed. Vrienden van mij waren erg into music en sommige daarvan zijn nadien ook Starflam geworden (Starflam is een Belgische hiphopgroep uit Luik, red.). Maar de echt liefde voor muziek is een samenstelling van verschillende factoren. Ik luisterde veel radio en daar hoorde ik over platenwinkels in Brussel waar ik veel naartoe ging. Het is moeilijk om één uitleg

te plakken op de vraag. Je neemt muziek als kind in je op zonder te weten hoe, wat of wanneer.’ Jongeren hebben een brede muziek­ smaak, was dat vroeger ook zo? Lefto: ‘Alles was meer in vakjes. Het was ondenkbaar dat iemand die helemaal into hiphop was, iets te maken had met techno. Die combinatie kon niet klikken. Maar ikzelf ben begonnen als newbeathead om nadien door de invloed van tv en radio hiphop te ontdekken. Brussel heeft altijd een heel sterke hiphopcultuur gekend. Dankzij hiphop ben ik naar heel wat andere genres beginnen luisteren. Toen ik zelf muziek begon te maken besefte ik pas hoeveel er gesampled werd en vaak uit totaal andere genres. Van soul tot Braziliaanse muziek tot zelfs jazz.’ Hangt identiteitsconstructie vast aan muzieksmaak? Lefto: ‘Ik denk het wel. Neem nu hiphop. Hiphop is niet enkel een muziekgenre, hiphop is een cultuur en een way of life. Daar gaan kleding, een attitude en respect mee gepaard. Zo ben ik opgegroeid met hiphop. Vandaag is dat niet meer het geval. Nu draait alles rond de jetset life­ style van bekende hiphopartiesten. Het gaat vooral over mensen met veel geld, mooie auto’s en knappe vrouwen. Het is moeilijk voor de jeugd. Zij identificeren zich met hun idolen terwijl zij er de portemonnee niet voor hebben. Stel je voor

dat elke vrouw zich zou identificeren met Kim Kardashian. Drake en Kanye zijn de Kardashians van de hiphop. Het is oké dat dat de levensdoelen zijn van de jongeren, maar ze vergeten dat die mensen miljardairs zijn. In onze tijd was het ondenkbaar om je als miljardair te willen identificeren. Ik vergelijk me ook niet met Marc Coucke, zeker niet als Anderlecht-fan. The American Dream bestaat hier niet. Dit is fucking Europa. Dat is niet hetzelfde.’ Was het vroeger toegelaten om verschillende stijlen door elkaar mixen? Lefto: ‘In het begin moest ik me inhouden om verschillende stijlen door elkaar te mixen. Het heeft veel te maken met het juiste moment afwachten en jezelf telkens opnieuw heruitvinden. Als er een genre aan het uitsterven is zijn er twee mogelijkheden: het genre blijven spelen of terugvallen op een ander genre. Op die momenten merk je snel of het werkt of niet. Als een genre sterk staat, is dat gevoel veel minder. Sommige genres bieden zoveel variatie dat je niet naar andere genres op zoek moet gaan. Hiphop is zo’n genre dat veel te bieden heef: van funky hiphop tot donkere straathiphop. Ik had het er onlangs nog over met Gust, mijn collega van Studio Brussel. Mocht ik vandaag jong zijn dan weet ik niet of ik nog naar hiphop zou luisteren. Het is redelijk saai. Er bestaat nog goeie hiphop maar je moet ze vinden. Die voorsprong heb ik dan wel weer. Ik speel die 


12

muziek op de radio en bied alternatieven aan de mensen, maar anders zijn er heel weinig dj’s die alternatieve hiphop draaien.’ Na twee keer bellen komt Fatou, de vrouw van Lefto, het restaurant binnengewandeld met hun pasgeboren kindje Leni. ‘Voilà zie, de kleine Lefto.’ Ze zet zich mee aan tafel. Lefto is ondertussen een quiche met truffel aan het eten. Zijn vrouw bekijkt de kaart en besluit voor wortelquiche te gaan, volgens Lefto een slechte keuze. ‘Niets is beter dan truffel!’ Hoe verschilt Stéphane van Lefto? (Denkt na) ‘Die vraag kan je beter aan haar stellen’, zegt hij terwijl hij naar zijn vrouw kijkt. Fatou: ‘Als hij zijn casquette d’artiste niet aan heeft, is hij veel minder bezig met zijn uitstraling. Dan is hij zoals zijn vrienden hem kennen, een grappenmaker. Als Lefto heeft hij daar veel minder tijd voor. Het is enkel werk en daar is hij zeer toegewijd aan. Ikzelf ken vooral Stéphane en voor zijn vrienden is hij ook Stéph en niet Lefto.’ Lefto: ‘Ik denk niet dat ik helemaal anders ben. Als ik werk kan ik ook zeker zeveren. Wat ik zeker niet doe, is een rolletje spelen. Als ik werk, is het gewoon serieuzer.’ Fatou: ‘Hij zal het altijd over muziek hebben, goeie muziek draaien, maar daar

MEER DAN MIJN TALENT

houdt het op. Lefto zal niet praten over zijn dagelijkse leven.’

‘DRAKE EN KANYE ZIJN DE KARDASHIANS VAN DE HIPHOP’ Lefto: ‘Ik word geen ander persoon, ik ben zeer rechtdoor in wat ik doe. Ik ben niet een van de velen die de man uithangt. Zonder de muziek die ik speel ben ik niks. Mensen linken mij aan de muziek die ik draai, die ik naar het grote publiek wil krijgen en dan neem ik jullie graag mee op reis. Met Lefto In Transit was dat het vertrekpunt. Ik reis de wereld rond en introduceer artiesten en mensen die een boeiend verhaal hebben om te vertellen. Dat is mijn job twenty-four seven. Het draait bij mij vooral rond de mensen die ik wil promoten. Ik wil ze naar voor brengen

en denk niet aan mezelf. Het gebeurt soms dat meisjes van 17 of 18 jaar naar de dj-booth komen, dan denk ik dat ze shit van Rihanna gaan aanvragen en dan vragen ze de meest abstracte shit aan. Dat is echt wijs, daarom doe ik het dus.’ Heeft muziek een sociale functie? Lefto: ‘Muziek moet sociaal zijn. Tachtig procent van de muziek die te horen is op MTV is dood. Over een maand wordt er niks meer over die muziek gezegd. Die muziek heeft niet echt een sociale functie. Neem nu Zwangere Guy's nummer Gorik Pt. 1. Daar is immens veel over gepraat. Het is een verhaal dat iets te zeggen heeft. Daarom heeft het zo’n effect gehad. Er is een tekort aan muziek met een boodschap.’ Welke rol heeft het wereldwijde web in het vergaren van muziek? Lefto: ‘Het is te zeggen, voor mensen die al lang in de wereld zitten, zoals ik, heeft internet het ons iets gemakkelijker gemaakt. Er valt heel wat research te doen op het internet. Dj’s die nu pas beginnen weten niet waar te beginnen. Het is té veel. Het is dus een dubbel gevoel. Voor ons, anciens, is het cool en gemakkelijk, voor anderen is het supermoeilijk. Ik help de nieuwe garde wel, ik draai drie radioshows per week. Ik geef al mijn playlists weg. Ik geef u alle wapens, aan u om er iets mee te doen.’  


MEER DAN MIJN ONRUST

3 JAAR NA DE AANSLAGEN IN ZAVENTEM

‘ALS IK BEGIN NA TE DENKEN GAAT HET BERGAF’ TEKST & FOTO  ©Sofie Stragier

Shanti De Corte (21) maakte de aanslagen op 22 maart 2016 in Zaventem van heel dichtbij mee. Lichamelijk had ze niks, maar psychisch richtten de bommen wel wat aan. Ze belandde twaalf maanden in de psychiatrie. ‘22 maart 2016 vertrokken we met de school op eindejaarsreis naar Rome en Napels. Iedereen had er veel zin in en we vertrokken samen met een bus naar de luchthaven. Op het moment van de eerste knal was ik bijna ingecheckt. Het leek alsof er een band was gesprongen. Ik dacht niet direct aan iets slechts. Iets later was er die tweede, veel luidere knal met vuur en een enorme lichtflits. Toen drong het tot me door dat dit niet zomaar een band was die ontplofte. Dan kwam het woord aanslag meteen binnen in mijn hoofd. Ook al wist ik nog niet wat het was, ik was ervan overtuigd dat dit niet oké was.’

WAT GEBEURT ER?

‘Ik ben onmiddellijk gaan lopen en daar voel ik me nog steeds een beetje schuldig over. Ik weet dat dit instinctief was en doodnormaal, maar toch vond ik het moeilijk dat ik daar toen mijn hele klas en nog vier andere klassen had achtergelaten.’ ‘Ik begon als een gek naar nooduitgangen te zoeken. Plots had ik door dat ik de luchthaven in en niet uit aan het lopen was. Langs de zijkant waren er alleen glazen wanden en zag ik dat we veel hoger dan de grond zaten. Ik dacht echt dat ik er niet levend ging uitkomen.  

13


14

MEER DAN MIJN ONRUST

‘IK BEN MEZELF KWIJTGESPEELD’ Achter mij was alles ontploft en was het plafond naar beneden aan het komen. Voor mij zag ik dat ik te hoog zat om te springen. Ik zit hier vast, dacht ik. Ik had mij er al een beetje bij neergelegd dat ik het niet ging overleven, ook al weet je niet wat er nog gaat komen.’

TOEREN OP DE TARMAC

‘Uiteindelijk heb ik mijn klasgenoten teruggevonden. Op dat moment maakte het me niet meer uit of ik dood ging, ik had nog mensen gezien en was bij mijn vrienden. De nooddeuren gingen open en ik kon de trappenhal naar beneden stormen. Iedereen liep snel naar beneden en eens we buiten waren, begon ieder een rustig te wandelen. Iedereen leek zich veilig te voelen, maar ik ervaarde dat gevoel niet en zat nog vol adrenaline. Ik heb chronische hyperventilatie bij inspanning dus ik mag niet intensief lopen. Velen zeiden: “Shanti, ga nu zitten”, maar dat kon ik op dat moment echt niet, ik wilde gewoon doorgaan.’ ‘We hadden als groep allemaal dezelfde truien aan en buiten zag ik veel van die truien, dat was een geruststelling. We hebben hele toeren op de tarmac gewandeld. Je loopt daar tussen een boel mensen die je niet kent, echt veilig voelde ik me nog niet op dat moment. We stapten allemaal samen naar centrum Zaventem. Daar kregen we het nieuws binnen van een tweede bom die ontploft was en dat stations ook het doelwit waren. Toen was er terug paniek, want waar waren we veilig? Bij elke auto die voorbijreed had ik schrik dat er mannen met kalasjnikovs zouden uitspringen.’

SAMEN ÉÉN

‘De dag zelf ben ik een hele dag op school gebleven, terwijl iedereen naar huis was. Ik lag daar met mijn kussen en deken bij iemand van de administratie op school. (lacht) Ik wilde wachten tot mijn zus en broer gedaan hadden met de les.’ ‘We zijn met school terug samengekomen en hebben allemaal een minuut stilte gehouden, broodjes gegeten en workshops gedaan. Allemaal om erover te praten. Er was slachtofferhulp aanwezig, maar daar heb ik toen geen gebruik van gemaakt. Ik had meer aan mijn klasgenoten op dat moment, omdat die hetzelfde hadden meegemaakt. Dan was het paasvakantie en dat was niet goed voor mij. Als ik bezig was en iets te doen had, ging alles oké. Vanaf dat ik kon nadenken over de situatie ging het bergaf.’

MIJN KAMER

‘Ik bleef gewoon naar school gaan maar dan was het grote vakantie. Dat was vreemd, ik had totaal geen besef van wat ik moest doen. Ik ging ook naar de hogeschool met aulavakken, iets wat veel te groot was voor mij aangezien ik niet in groepen durfde komen. Ik durfde op een gegeven moment mijn eigen huis niet meer uit. Ik heb mij in het algemeen volledig geïsoleerd. Familiefeesten vond ik te druk. Elke keer maakte ik de vergelijking: waar ben ik het veiligst? Elke keer besloot ik dat dat mijn kamer was.’ ‘Ik heb anderhalf jaar niets van openbaar vervoer genomen, die angst is gelukkig voorbij. Onbewust ga ik bij een plaats met veel mensen, zoals Antwerpen Centraal, meer letten op mensen met een getinte huidskleur. Dit vind ik erg van mezelf. Vooral als ik schrik heb dat er iets kan gebeuren, begin ik op automatische piloot alles te checken. Je bent er gewoon constant mee bezig, en dat is heel vermoeiend.’ ‘Ik ging normaal met mijn gezin met het vliegtuig naar Spanje, die reis hebben we meteen na Zaventem geannuleerd. Zo moest ik niet de hele tijd met stress zitten of ik het al dan niet zou aankunnen. Uiteindelijk zijn we naar Frankrijk geweest. Op dat moment gebeurden ook de aanslagen in Nice, dat was allemaal niet zo simpel voor mij. Ik ben in die drie weken het hotel niet buiten geweest. Sommige mensen begrepen dat niet en zeiden dat ik gewoon eens buiten moest komen, maar zo simpel was en is dat niet.’ (lacht)

HULP NA 22 MAART

‘Ik heb eerst niets gedaan, maar ik had wel gesprekken met Lien, onze prefect op school. Die sprak ik daarvoor ook al. Normaal gesproken mocht ik niet mee op eindreis door mijn chronische hyperventilatie. Ze dachten dat die reis te zwaar ging zijn voor mij. Uiteindelijk mocht ik wel mee. Ik was helemaal van de kaart. Het was mijn eigen schuld wat er gebeurd was, want ik wilde per se mee gaan en ik mocht daar helemaal niet zijn. Aan de andere kant: was het niet beter geweest mocht ik de enige van mijn klas zijn die het niet had meegemaakt?’ ‘Ik begon hulp te zoeken in mei 2016. Het was onder druk van de school en achter de rug van mijn ouders. Ik wilde mijn ouders niet ongerust maken. Ik had een afspraak om mijn gehoor te testen. Ik heb door de luide knal gehoorschade opgelopen en heb nog altijd


MEER DAN MIJN ONRUST

‘IK GING NAAR DE PSYCHIATER OM MIJN GEHOOR TE TESTEN, EEN UUR LATER WERD IK OPGENOMEN IN AZ MONICA’ tinnitus. Mijn dokter zei dat ik best eens langs de psychiater passeerde zodat die misschien elektroshocks kon voorschrijven, dat is een manier om de piep weg te krijgen. Het was dus puur voor mijn gehoor, maar ik moest daar ook een vragenlijst invullen. Daarna vertelde hij dat ik opgenomen moest worden. Ik kwam volledig uit de lucht gevallen. Ik had de vragenlijst zelfs wat positiever ingevuld dan dat ik me eigenlijk voelde. Ik scoorde het zwaarst op depressie en posttraumatische stresstoornis. Daarna bleek dat ik ook angst-, paniekstoornissen en nog wat andere termen had ontwikkeld. Na een telefoontje kwam de psychiater terug binnen met de woorden: “Ze verwachten jou binnen een uur in AZ Monica.” Ik was toen net 18, was daar achter de rug van mijn ouders en wist echt niet wat ik moest doen of denken.’ ‘Eerst zat ik op de PAAZ, dat is een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. Daar had ik psychiaters, psychologen en therapeuten. De therapie was vrij algemeen, dramatherapie met wat beweging. Daarna verhuisde ik naar een jongerenafdeling van 16 tot 24 jaar. Daar kreeg ik specifieke therapie zoals crisisplannen maken en psycho-educatie. Dat was twaalf maanden lang. Nu heb ik net nog een andere opname van vijf maanden achter de rug. Daar leerde ik vaardigheden die ik kon gebruiken wanneer ik in een crisis zat. Tegenwoordig heb ik veel last van paniekaanvallen en daar zeggen ze bijvoorbeeld dat je bij zo’n aanval je handen onder koud water moet steken. Daardoor blijf je in de realiteit.’

DE OUDE SHANTI

‘Ik schaam me een beetje over mijn opnames. Ook al ben ik er aan de andere kant zeer open over. Ik ben altijd bang voor de meningen en reacties van anderen. Ik heb daar heel wat positieve reacties over gekregen,

maar ook heel wat negatieve. Op sociale media zijn ze niet altijd even mild. Vooral mijn papa vindt dit heel moeilijk. Hij vond dat ik overdreef. “Was gewoon de volgende dag een ander vliegtuig opgestapt, dan was er geen probleem geweest”, zei hij eens. Ik vind dat een beetje kortzichtig.’ (lacht) ‘Voor de aanslag kon ik veel meer doen. Ik ben mezelf kwijtgespeeld. Ik wist niet meer wat ik wilde en kon doen. Ik deed ervoor veel aan vrijwilligerswerk, maar ik wilde niet buitenkomen, dus dat viel ook plots weg. Op school was het soms moeilijk. Ik studeer nu Ortho­pedagogie en heb vaak een andere mening in de les, omdat ik meer levenservaring heb over bepaalde zaken. Hierdoor heb ik al veel discussies met mijn docenten gehad. Soms vind ik echt dat ze fout zitten. Mijn klasgenoten waren altijd zeer begripvol tot ik terug in opname moest. Toen behandelden ze mij helemaal anders. Uiteindelijk heeft één vriendin eerlijk toegegeven dat ze mijn problematiek te veel vonden en het niet zagen zitten om af te spreken. Ik was al zoveel verloren na Zaventem, ga ik hier nu ook nog eens mijn vrienden door verliezen? Er heerst nog een veel te grote taboe over psychische problemen, dat is jammer. Vorig jaar in april gaf ik hierover nog twee lezingen ten voordele van Rode Neuzen Dag.’

3 KEER 22 MAART

‘Het eerste jaar ben ik samen met mijn begeleiding van het ziekenhuis naar de herdenking op de luchthaven geweest. De herdenking zelf vond ik eerder een politiek spelletje dan een herdenking voor de slachtoffers. Ik ging hier echt niet mee akkoord. Het is daarna ook helemaal fout gelopen. Ik loop daar totaal niet mee te koop maar de dag erna heb ik een zware zelfmoordpoging ondernomen en ben ik meer dan tien uur bewusteloos geweest. Ik heb zeven dagen op intensieve gelegen. Dat was een enorm heftige periode, ook voor mijn ouders.’ ‘Het jaar daarna was het op zich beter en gaf ik een blij dat ik nog leef feest. (lacht) Het was voor mij een manier om iedereen samen te brengen, daar ben ik ook in crisis gegaan en drie uur bewusteloos geweest. De ambulance is mij komen halen. Dit jaar was ik in opname en heb ik een hele planning moeten maken. Al mijn vaardigheden heb ik toen ingezet. Alles was goed verlopen. Het getal 22 zal altijd iets met mij doen. Zelfs bij 22 februari krijg ik al een beetje kippenvel, stom want het is maar een datum.’  

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be

15


16

MEER DAN MIJN KOMAF

OP ZOEK NAAR FAMILIEGESCHIEDENIS

MIJN OVERGROOTMOEDER VERBLEEF IN ZES CONCENTRATIEKAMPEN TEKST & FOTO'S  ©Gitte Scheers

Wat doe je als je te weten komt dat je overgrootmoeder tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp zat? Negeer je het? Want, ach, het is toch al zolang geleden. Of ga je op zoek naar antwoorden op je vragen? Ik koos voor de tweede optie. Onderweg kwam ik niet alleen meer over mijn familie te weten, maar ook over mezelf.

2016

, ik zit in het zesde middel baar. Geschiedenis gaat vooral over de Tweede Wereldoorlog. Na de les vertel ik thuis enthousiast wat ik geleerd heb; geschiedenis was altijd al één van mijn favoriete vakken. Mijn papa vertelt over mijn overgrootmoeder en zegt dat ze tijdens de oorlog in een concentratiekamp zat. Ik stel een heleboel vragen, maar hij kan op niets antwoorden. ‘Daar werd nooit echt over gepraat, Gitte, dat had je overgrootmoeder niet graag.’ Hoewel ik haar nooit heb gekend, ben ik meteen geïnteresseerd. De volgende les vertel ik de geschiedenisleerkracht wat ik heb ontdekt. Ze zegt dat ze het vreemd vindt. Dat families zulke verhalen meestal alleen in de doofpot steken wanneer ze aan de foute kant van de geschiedenis stonden. Dat maakt me ongerust.

ONVERKLAARBARE CONNECTIE Het makkelijkste lijkt me om dit verhaal te controleren bij een primaire bron. En dat is mijn oma; aan haar wil ik meer vragen. Het gaat immers om haar ouders. Vol goede moed stap ik naar haar, maar telkens

wanner ik de kans krijg, klap ik dicht. Enerzijds vind ik dat ik verdien om meer te weten, het gaat immers ook om mijn familie. Anderzijds ben ik niet zeker of dat wel helemaal waar is, ik heb mijn overgrootouders nooit gekend. Toch heb ik het gevoel dat ik ze beter wil leren kennen. Na enige tijd hoef ik het zelfs niet meer te vragen, mijn oma vertelt zelf over de oorlog. Ze vertelt over mijn overgrootvader, dat hij vele jaren in het verzet zat. Hij was ondergedoken, dus werd zijn vrouw, mijn overgrootmoeder, in zijn plaats meegenomen. Dit is de eerste extra informatie die ik vergaar. Maar meer details kan mijn oma me niet vertellen, ze weet niet eens in welk kamp mijn overgrootmoeder vastzat.

IN DE BAN VAN DE OORLOG De Tweede Wereldoorlog interesseerde mij altijd al. Nu ik weet hoe mijn familie betrokken is, raak ik alleen maar meer in de ban van alles wat met de oorlog te maken heeft. Ik koop veel boeken en spendeer af en toe tijd in de bibliotheek om meer te weten te komen. Ik lees zowel fictie als non-fictie. Mijn fascinatie neemt

niet af, integendeel, ze groeit zelfs alleen maar. Hoewel ik meer over de algemene geschiedenis te weten kom, blijf ik in het ongewisse als het om mijn eigen familie gaat. De honger om meer te weten verdwijnt niet. De eerste grote verandering gebeurt wanneer mijn oma stilletjes aan haar geheugen verliest. Ze is constant in de war. Spreken over het verleden helpt haar kalmeren, dan weet ze tenminste wat er aan de hand is. Ze vertelt over hoe ze twee keer haar eerste communie moest doen. De eerste keer was tijdens de oorlog, zonder haar moeder. Nadien deden ze het hele feest opnieuw zodat mijn overgrootmoeder kon meevieren. De verhalen die mijn oma over haar ouders vertelt, zijn alleen maar positief. Ik geloof ook dat mijn overgrootouders nooit iets misdaan hebben. Toch kan ik de woorden van mijn geschiedenisleerkracht niet loslaten.

KROP IN DE KEEL In het tweede jaar Journalistiek aan Thomas More raakt mijn onderzoek in een versnelling. Een schooluitstap naar Berlijn. Al snel wordt duidelijk dat we veel plekken over de oorlog zouden bezoeken,


wat mij alleen maar gelukkig maakt. Vreemd? Een onderwerp als oorlog zou niemand ooit gelukkig mogen maken. Wat er gebeurd is, maakt mij ook helemaal niet blij, maar alles over de oorlog lijkt een stapje dichterbij. De meeste musea tonen mij niets wat ik nog niet wist, maar dat vind ik niet erg. In het Haus der Wannsee-Konferenz krijg ik hulp bij mijn zoektocht. Ik vertel de gids alles wat ik weet en om een of andere reden krijg ik een krop in de keel. Ik heb hier nog nooit luidop met iemand over gepraat. Beschamend. De gids lijkt het niet erg te vinden. Hij zegt me dat ik een mail kan sturen naar het concentratiekamp waar mijn overgrootmoeder zat en zo dossiers in handen kan krijgen. De rest van de reis loop ik op wolkjes, ik heb een manier gevonden om meer te weten te komen.

FAMILY TALK Het moeilijkste is om aan mijn familie te vertellen wat ik wil doen. Het helpt niet dat mijn oma op hetzelfde moment naar een rusthuis moet. We hebben net alles naar haar nieuwe kamer verhuisd en zijn oude foto’s aan het bekijken wanneer ik het probeer. ‘Wisten jullie dat je gegevens kunt opvragen uit het concentratiekamp?’ Mijn tante, die aandachtig een foto bestudeert, kijkt op en ook mijn papa draait zich naar mij om. Mijn tante vraagt: ‘Is dat zo?’ Een retorische vraag. Wanneer ik geen verdere erkenning krijg, probeer ik nog eens. ‘Ik zou graag zulke dossiers opvragen.’ Mijn tante antwoordt niet meer, maar mijn papa wel. ‘Als je dat wil, doe maar.’ Ze lijken niet echt geïnteresseerd.

Frustrerend. Mijn oma kijkt op en begint te vertellen over hoe haar moeder ook in een concentratiekamp heeft gezeten. Wanneer iemand dement wordt, mag je die persoon niet tegenspreken. Ik vertel haar dan ook niet dat we net over haar moeder aan het praten zijn. Ik vertel ook nog niet dat ik van plan ben om hierover een artikel te schrijven.

OPSPOREN Hoewel mijn familie niet echt enthousiast lijkt, besluit ik om toch verder te gaan. Zij hoeven de dossiers niet te lezen als ze dat niet willen. Mijn nicht heeft wel interesse. Wanneer ik haar vertel dat ik van plan ben om over onze familie te schrijven antwoordt ze: ‘Doen!’ Eerst weet ik niet goed waar ik moet be­ ginnen. Mijn familie heeft altijd in Mechelen gewoond, dus besluit ik Kazerne Dossin te contacteren. Het is het enige oorlogsmuseum in Mechelen en ik ben ervan overtuigd dat zij toch iets van informatie moeten hebben. Fout gedacht. Twee dagen later krijg ik antwoord dat ze niets over mijn overgrootmoeder weten, omdat zij een politiek gevangene is. Zij beschikken enkel over informatie van Joden die destijds uit Mechelen zijn gedeporteerd. Ik heb geen tijd om teleurgesteld te zijn, want ze verwijzen me meteen naar Dienst Archief Oorlogsslachtoffers in Brussel. Bij hen heb ik meer succes. Na enkele mailtjes vertellen ze mij dat ze drie dossiers gevonden hebben. Twee over mijn overgrootmoeder en een over mijn over-

grootvader. Even ben ik van de kaart. Ik heb me zo op mijn overgrootmoeder gefocust, dat ik met mijn overgrootvader geen rekening heb gehouden. Ik had niet verwacht dat ook hij een dossier zou hebben. Ik stuur hen dat ik alle drie de dossiers wil inkijken.

D-DAY Donderdag 11 april. Op weg naar het Archief. Tijdens de treinrit ben ik nog niet echt gestresseerd. Ik moet helemaal tot in Brussel-Zuid geraken en besluit met mijn oortjes in even weg te dromen. Aangekomen op het eindstation moet ik de weg zien te vinden. Ik kom nooit in Brussel, maar gelukkig heb ik mijn best vriend, Google Maps. Tien minuutjes wandelen en ik heb de bestemming bereikt. Om binnen te geraken moet ik bellen en laten weten waarom ik hier ben. Aan het onthaal zeg ik wie ik ben en krijg ik meteen de drie dossiers toegeschoven. De vrouw achter de balie is vriendelijk en laat me weten dat ik zoveel foto’s mag maken als ik wil. De dossiers kopiëren kan ook, maar dat kost een heleboel geld en dat raadt ze me af. Met de drie dossiers onder mijn arm loop ik de marmeren trap op, naar de leeszaal. Aan de ingang staat een bordje dat de bezoekers verzoekt om stil te zijn. Ik had niet verwacht dat er andere bezoekers zouden zijn, maar vier mensen zijn voorzichtig door broze, oude papieren aan het bladeren. Ik zet me aan een tafel neer, knip het bureaulampje aan en leg de drie dossiers voor mij uit.   


Ravensbrück, een concentratiekamp voor vrouwen

EMOTIONELE UITPUTTING Eén hoofddossier van mijn overgrootmoeder is redelijk dik. Het andere bevat extra info en is een pak dunner. Het dossier van mijn overgrootvader is minder lijvig, dus besluit ik om daar mee te starten. Het is verkleurd door de ouderdom en ik ben bang dat het in stof opgaat als ik een pagina omsla. Na een tijdje besluit ik toch om het te openen. Het dossier bevat een heleboel brieven, van mijn overgrootouders naar het ministerie en ook in de omgekeerde richting. Mijn overgrootvader probeerde erkenning te krijgen. Ik blader rustig verder en al snel wordt duidelijk waarvoor. Hij zat in het verzet, wat ik al wist, maar wat ik niet wist is dat hij voor de sluikpers werkte. Ik voel mijn wangen opwarmen van opgetogenheid. Mijn handen trillen. Ik voel een grote verbondenheid met mijn overgrootvader, iets wat ik voorheen nog niet echt voelde. Schrijven, of journalistiek, is iets was ons allebei blijkbaar interesseert. Het zou leuk zijn om als het ware in zijn voetstappen te treden en mijn schrijfkunsten ook voor iets goeds te gebruiken. Hij schreef voor het sluikblad Vrij. Hij verspreidde het ook samen met het blad La Libre Belgique. Toen zijn vrienden een voor een opgepakt werden, verstopte hij zich. De SS nam mijn overgrootmoeder in zijn plaats mee. Ook in het dossier van mijn overgrootmoeder wordt hierover gepraat. Ze schreef

bovendien in welk kamp ze zat. Tot mijn grote shock verbleef ze niet in maar één, maar in wel zes verschillende kampen. Ze werd steeds overgeplaatst. Omdat zij niet schuldig was aan de feiten, werd ze niet

veroordeeld. Ze moest wel werkstraffen uitvoeren. Mijn oma wordt ook een paar keer vermeld en dat is wanneer ik het emotioneel het moeilijkste heb. Mijn overgrootouders vragen een schadevergoeding omdat mijn oma een lange tijd zonder haar ouders heeft geleefd. Haar vader ondergedoken en haar moeder opgesloten in een concentratiekamp. Na twee uur lezen ben ik uitgeput. Emotioneel. Het huilen staat mij nader dan het lachen, ook al heb ik net een heleboel nieuwe informatie vergaard. Ik heb veel ontdekt, over mijzelf en hoe je familie je kan beïnvloeden, ook al zijn ze er niet meer. Wat is er in elk van de zes concentratiekampen gebeurd? Hoeveel artikels heeft mijn overgrootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog gepubliceerd? Dit is een zoektocht die misschien nooit zal eindigen en daarom zal ik ook niet stoppen met zoeken.  

BELGISCHE SLUIKPERS TIJDENS DE 2DE WERELDOORLOG Sluikpers of clandestiene pers zijn artikels die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden uitgebracht om de Duitse censuur te ondermijnen. Bij de start was het vooral de bedoeling om de mensen een hart onder de riem te steken. Naarmate de bezetting bleef duren riepen de schrijvers op tot verzet. De eerste bladen werden vooral in het Frans uitgebracht door de Franstalige burgerij. Daarna verschenen er ook langzaamaan Nederlandstalige exemplaren. Er kwamen zo’n 675 ver-

schillende bladen uit, met enorm veel medewerkers om ze te verspreiden. Meer dan duizend werden dan ook omgebracht voor hun daden. De sluikpers was niet voor iedereen toegankelijk. De bladen waren door de bezetting moeilijk te verspreiden en ze werden dan ook niet regelmatig gepubliceerd. De clandestiene bladen zijn vaak ook maar enkele pagina’s lang en komen slechts maandelijks uit. Toch waren ze een goed begin om verzetsgroepen te starten.


MEER DAN MIJN KOMAF

19

EEN JOODS-PALESTIJNS KOMISCH KOPPEL ZIJN IS GEEN LACHERTJE TEKST  Yannick Verbesselt

©Jesse Brown

Zij is Joods, comedian en ex-advocaat voor de Verenigde Naties. Haar vrouw is ook comedian, maar Palestijns, en zelfs gevlucht voor Saddam Hoessein uit Koeweit. Veertigers Jess Salomon en Eman El-Husseini leerden elkaar kennen en werden verliefd in een comedy club in Montreal (Canada), treden op als ‘The El-Salomons’ in New York City en delen zo hoe ze hun relatie laten werken.


20

MEER DAN MIJN KOMAF

Links: Jess Salomon, rechts: Eman El-Husseini  ©Bridget Badore

Dat de Joodse bevolking van Israël en de Palestijnse moslims bitter weinig van ­elkaar moeten weten, is duidelijk. Verdragen, Gaza-oorlogen en Joodse nederzettingen ­genoeg om dat te bewijzen. Het geheim achter de relatie van Jess en Emans kan het ­conflict misschien ooit wel oplossen. HOE WORDEN EEN JOODSE EN PALESTIJNSE VROUW VERLIEFD OP ELKAAR? Eman: ‘Ik begon twaalf jaar geleden als comedian in Montreal. Twee jaar later pas startte Jess er. We werkten samen voor een show die ik bedacht, Kosher Jokes for the Halalidays. Die moest joden en moslims ­samenbrengen. Zo bracht ik veel tijd met Jess door en had ik alle tijd om verliefd te worden.’ Jess: ‘Voor ik comedian was, werkte ik in Den Haag als advocaat voor de VN. Ik ontspande me er door naar comedyshows te k ­ ijken. Na een paar jaar was ik het werk beu en ging ik terug naar Montreal om zelf comedy te proberen. Er waren toen maar twee vrouwen in de club. Eén van hen was Eman, maar het duurde toch twee jaar v ­ oordat de vonk echt oversloeg. We zaten op een avond in een bar met vrienden, een ervan kwam terug met een plateau vol shots en zei: "Waarom kussen jullie niet eens?" En ­b adabing, badabang. Als je weet wat ik bedoel!’ JESS, JIJ BENT JOODS. EMAN, JIJ BENT PALESTIJNS. JULLIE ZIJN PRAKTISCH VIJANDEN. WAT IS JULLIE GEHEIM? Eman: ‘We hebben het vaak gehad over de politieke situatie en kunnen er op een beschaafde manier over praten. Ik weet dat er anti-Joodse bewegingen bestaan onder Palestijnen, maar dat mag geen voorrang hebben op mijn eigen identiteit.’ Jess: ‘Ik kan de situatie anders bekijken door

mijn ervaring als advocaat bij de VN, maar alles is zo extreem geworden dat we het er niet vaak meer over hebben. En ook … Ik ben Emans eerste relatie met een vrouw dus zij was heel erg into gay-zijn voor me. Dan gaf ik haar maar het Midden-Oosten.’ (lacht) Eman: ‘Ik werd lesbisch voor haar, zij werd pro-Palestina voor mij.’ (lacht) WAT DENKEN JULLIE FAMILIES VAN HET HUWELIJK? Jess: ‘Het begin was erg moeilijk. Nu gaan we er soms eten en we reisden zelfs al samen. Eman is vaak bij mijn familie. Er gebeurt nogal veel bij ons. We hebben veel joodse feest­dagen, veel h ­ uwelijken, veel begrafe­ nissen, …’ Eman: ‘Mijn ouders kwamen niet naar het trouwfeest, maar ik denk dat we nu op een punt zitten dat onze families doen alsof ze alles oké vinden. Dat is voldoende voor me. We wisten dat onze families niet ­meteen ­akkoord zouden gaan, maar we zijn er ­gewoon voor gegaan. En zij nu ook, zo goed als ze kunnen.’ COMEDY, BEVALT JULLIE DAT? Jess: ‘Ja, want zo ik ontmoette m’n vrouw! Ik voel me positief over comedy. Ik zit in een goede periode in m’n carrière en ik vind grappen schrijven en ze vertellen gewoon leuk.’ Eman: ‘Ja, zij is veel gelukkiger dan ik. (lacht) We zullen altijd superblij zijn dat we elkaar op deze manier leerden kennen. ­Maar beklaag ik me stand-­upcomedy? Een beetje. Het kan best een moeilijke job zijn.’ HOEZO DAN? Jess: ‘Er is veel onzekerheid.’ Eman: ‘Je steekt er veel werk in en krijgt maar weinig terug. Toch is het voor   


MEER DAN MIJN KOMAF

mij belangrijk om stand-­upcomedian te zijn. Omdat ik al zoveel mensen tegenkwam die nog nooit iemand Palestijns in hun leven ontmoetten. In dat opzicht ­heb ik het gevoel dat ik vastzit in deze c­ a­rrière. Ik ben een van de enige ­Palestijnen waarmee veel mensen in contact komen.’ Jess: ‘Maar het podium samen delen vinden we erg leuk. Ook al was dat in het begin een uitdaging.’ HOE IS SAMENWERKEN? MAAKT DAT JULLIE RELATIE STERKER? Eman: ‘Nee, niet toen we net startten.’ (Jess lacht) Jess: ‘Samenwerken was echt een probleem. Ik was zelfs bang dat het ons uit elkaar zou trekken. Nu zijn we het al meer gewoon. We hebben een act waarbij we ons goed voelen en waarop we goeie reacties krijgen. Soms is het nog wel moeilijk, maar we vinden stilaan onze groove.’ IS ER SOMS GEEN CONCURRENTIE OM HET GRAPPIGST TIJDENS SHOWS TE ZIJN?

21

MAAR ER ZIJN HOPELIJK TOCH OOK GELIJKENISSEN? Eman: ‘We vinden het allebei leuk om alleen te zijn. Soms kan ik niet geloven dat ik haar niet beu word.’ Jess: ‘Soms is ze me wel beu maar mist ze me vijf minuten later al. Ware liefde is een val, je zit gewoon vast aan elkaar.’ NOG TIPS OM ZO’N ONGEWONE RELATIE ALS DIE VAN JULLIE TE L ­ ATEN WERKEN? Jess: ‘Wat je moet onthouden als je iemand begint te daten met een andere achter-

©  Jesse Brown

is. Er zijn zo veel mensen in heterorelaties gewoon voor het gemak. Ik ben blij dat ik in een goede relatie zit waarin ik blij ben om tijd door te brengen met mijn vrouw. Al zullen er ook mensen zijn met conservatieve en gemakkelijke levens die ook wel

‘IK WERD LESBISCH VOOR HAAR, ZIJ WERD PRO-PALESTINA VOOR MIJ’

Eman: ‘Niet echt. We willen dat een van ons doorbreekt en veel geld verdient. “Jij mag succesvol zijn, dan kan ik thuis blijven en trophy wife zijn.” (lacht) Maar neen, geen echte concurrentie omdat ik het gevoel heb dat we even grappig zijn. Soms is het gewoon logischer dat een van ons de punchline brengt.’ ZIJN ER NOG DINGEN WAAR JULLIE NOG STEEDS ANDERS IN ZIJN? Eman: ‘Onze manier van werken. Ik ben losser.’ Jess: ‘Eman is meer chill en leuk. Ik lijk misschien wel chill en leuk, maar ik ben een m ­ onster vanbinnen.’ (Eman lacht) Eman: ‘Wat ons nog het meest samenbrengt en samenhoudt, is dat we op ­dezelfde manier in het leven staan. Jess: ‘En ik weet niet of je al eens een foto zag van Eman, maar ze is erg ­aan­­trek­kelijk. En dat hielp dan ook natuurlijk.’ (lacht)

grond is dat je relatie heel sterk wordt als je over die verschillen geraakt. Omdat je relatie niet ge­makkelijk of vanzelfsprekend was. Dan heb je gevochten en echt moeite gedaan om bij elkaar te zijn.’ Eman: ‘In het begin van onze relatie probeerden we om uit elkaar te gaan omdat het zo een uitdaging was. At the end of the day is Jess degene die ik het meest zie en waarmee ik de meeste tijd doorbreng. Ik probeerde zo hard om weg te blijven van haar, maar het lukte gewoon niet.’ Jess: ‘Ja, het was vooral Eman die het uitmaakte met mij. (lacht) Maar als mensen tegen je relatie zijn door publieke opvattingen of racisme moet je hen zoveel mogelijk proberen te negeren.’ Eman: ‘Maar bij ons was het omdat we zo’n ongebruikelijke relatie hadden. We hebben een lesbische relatie. En er is het hele Joods-Palestijnse ding. De meeste ­ouders willen dat hun kinderen ­heterorelaties hebben­omdat dat de norm

een goed liefdesleven hebben. Maar dat is gewoon wat saai en lui, wat wil je dat ik je vertel?’ (lacht) Jess: ‘Binnenkort meer over Emans manifest tegen same race-heteroseksuele relaties.’ 

MEER WETEN? De El-Salomons kan je vanuit België volgen op hun Instagrampagina, waar de getalenteerde Jesse Brown illu­straties maakt over hun leven. Ben je ooit in de buurt van New York of aan de East Coast van de VS? Dan kan je hen altijd gaan bewonderen tijdens een van hun shows. THEELSALOMONS.COM


22

MEER DAN MIJN ONRUST

KANTEL  MOMENTEN TEKST  Julie Driessen  &  FOTO ©Eline Tuyaerts

Wie heeft er geen last van: de pijn van het zijn. Maar na regen komt … de grote verademing. Iedereen heeft iets wat jou jou maakt. Dit is wat mij mij maakt. 17 JANUARI 2012, 08:30u

Ik schrik vroeg in de ochtend wakker van plotse helse pijnen. Hier klopt iets niet. En oh help, ik heb over drie uur mijn eerste examen ooit aan het unief! De pijn wordt steeds erger. Ken je het gevoel van een hamer die onophoudelijk op je buik slaat? Vast niet. Ik hiervoor ook niet. Maar ik denk dat het zo zou voelen. Ik krimp in elkaar en wil mijn papa roepen, maar het lukt niet. Ik probeer hem dan maar te bellen. 'Wat is er met je?!' Wist ik dat maar. 17 JANUARI 2012, 10:00u

Ik lig op de spoeddienst en smeek om een infuus tegen de golven van pijn. Ik had wel vaak buikpijn, maar lag dat dan niet aan de stress door die nieuwe omgeving – weg van huis – en aan de stress van de zware vakken? Zoveel pijn als vandaag heb ik nog nooit in mijn leven gehad. Zou mama dan toch gelijk hebben dat er iets ernstigs aan de hand is? Mijn gedachten worden onderbroken als een woedende gastro-entroloog voor mijn neus staat. ‘Hoe kon je dit ooit zo ver laten komen? Haal al je boeken maar naar hier, en dat examen van vandaag kan je ook vergeten.’ Als verlegen meisje kon ik alleen maar ja knikken en zwijgen. 24 JANUARI 2012, 17:00u

Ik mag eindelijk het ziekenhuis verlaten, maar ik ben zo onge­ looflijk moe en zwak. Gaat het altijd zo blijven? Ik heb na een week van tests, scans, vieze drankjes drinken en colonoscopies dan eindelijk te horen gekregen wat er mis was: Crohn-Colitis, een chronische ziekte. Ik – die hiervoor zelfs nooit een verkoud­ heid had – ben chronisch ziek, al besef ik dat nog niet goed. Mijn ouders des te meer. Hoe moet het nu voor de rest van mijn leven? Ik wil gewoon genieten, uitgaan, iets gaan drinken en naar festi­ vals gaan. Maar ik geraak niet verder dan de zetel. Is mijn mooie leventje dan plots voorbij?

30 MAART 2012, 13:30u

Ik loop de deur uit bij de studenten­ voorzieningen waar ik net een statuut kreeg voor een functiebeperking. Een ‘ge­ handicaptenstatuut’ dus. Ik kom onderweg een goede vriendin tegen en de dam breekt. De tranen rollen over mijn wangen. Gehandicapt, is dat nu een nieuwe stempel die ik voor de rest van mijn leven zal dragen? Maar ik besluit snel om niet bij de pakken te blijven neerzitten. Die stress moet ik onder controle krijgen, en wat minder piekeren over van alles en nog wat. Voor mijn ouders is het aanvaarden van de ziekte heel wat moeilijker. Ik ben hun kleine meisje natuurlijk. Maar ook zij leren het te accepteren. En hun kleine meisje? Dat leert sneller volwassen worden dan anderen. JANUARI & JUNI 2014, 2015, 2016, 2017

Elke keer weer ziek tijdens die rotte examens in Brussel. Gaat het ooit stoppen? Mijn medicatie staat in 2014 eindelijk op punt maar als de stress te groot is, kan niets helpen. Stress vanwege mijn slechte concentratie tijdens het leren door de medicatie, stress omdat ik stress zou krijgen, en stress vanwege die prof van Frans die mij drie jaar lang het leven zuur maakt. Als ik ooit een diplo­ ma wil halen, kan ik het best stoppen met Toegepaste Taalkun­ de. Wat nu? Al mijn vrienden studeren af, hebben werk en huren appartementen. Maar ik lijk op hetzelfde punt vast te zitten. Ziek zijn heeft me onzeker gemaakt, bang voor de toekomst. Want in mijn hoofd blijft dat diploma oh zo belangrijk. 1 FEBRUARI 2018, 10:00u

Ik kijk vol verbazing naar mijn scherm. Van alles erdoor, zonder ook maar één keer ziek te zijn. Ook mijn ouders zijn zo blij dat ik na al die jaren vechten eindelijk op mijn plaats zit. Al besef ik maar al te goed dat ik dat ook aan hun eeuwigdurende steun te danken heb. Eindelijk ben ik honderd procent gelukkig met wat ik doe, met docenten die mensen zijn: hoe zalig is dit? En net dat is volgens mij de reden dat dat ziek zijn deze keer achterwege is gebleven. Mens sana in corpore sano? Wees daar maar zeker van. Eindelijk neemt mijn ziekte een plaatsje in op de achtergrond. De verlegenheid is ook weg, dat ‘verschuilen achter iets’. Ik kan ein­ delijk opgelucht ademhalen.  


MEER DAN MIJN TALENT

23

‘IN EEN ONGELIJKE SAMENLEVING IS ER ALTIJD EEN REDEN OM TE SCHREEUWEN’

PUNK IN 2019

TEKST & FOTO'S  ©Anella Sepp

Wie denkt dat de punkscene uitgebloeid is, heeft het mis. Punk leeft. Daar zijn de twee punkvrouwen Aurélie Poppins, frontzangeres van punkband Cocaine Piss, en Lindsi Dendauw, oprichtster van ‘Girls go BOOM’, van overtuigd. Punk anno 2019 draait niet meer om hanenkammen en anarchie. Het gaat om empathie en inclusiviteit. ‘Schijt aan mensen die alleen maar kijken naar de muziek van gisteren. Open je ogen en kijk naar wat er vandaag en morgen gebeurt.’


24

MEER DAN MIJN TALENT

‘DE NIEUWE GENERATIE

Het punkgenre stamt uit de jaren zeventig en ontstond in het Verenigd Koninkrijk. Punkers verzetten zich tegen autoriteit en maken politiek geïnspireerde nummers. No future is de centrale gedachte die deze muzikale- en protestbeweging drijft. De punkbeweging wil zich zoveel mogelijk distantiëren van alles wat nog maar een beetje naar kapitalisme ruikt. Dit gaat samen met anarchie en veelvuldige protesten.

Recht tegenover deze punk is dood-beweging staat een nieuwe, ambitieuze generatie punkers die net het tegendeel wil bewijzen met een nieuwe invulling van het genre. Ze vechten tegen seksisme en racisme en willen haat vervangen door verzoening. Twee jonge punkvrouwen vertellen waarom punk wél nog relevant is in 2019.

PUNKERS IS NIET MEER BLANK EN HETERO,

MAAR SUPERDIVERS’

Al sinds eind jaren zeventig heerst er een populaire theorie die beweert dat punk zo dood als een pier zou zijn. Er is geen emancipatie meer en veel punkgroepen kappen ermee of zijn zelfs al dood, beweren fans van dit genre. De dood van Sid Vicious, de frontman van de Britse punkband The Sex Pistols zou cruciaal geweest zijn voor bedenkers van deze theorie.

RUW, RUIG EN GEËNGAGEERD ‘Voor mij is muziek activisme. Muziek heeft altijd een politieke boodschap. Zelfs commerciële muziek die gewoon wil verkopen. Dat is ook een statement. Vanaf je een microfoon in handen hebt en er een publiek voor je staat, doe je aan activisme’, zegt Aurélie Poppins (Cocaine Piss). ‘Er is geen specifieke boodschap die ik wil vertellen met mijn muziek. Ik wil gewoon deel uitmaken van een beweging. Ik vind mezelf en de band als individuele muzikanten niet zo belangrijk in die beweging. Deel uitmaken van een groter geheel telt wel. Een beweging die langzaamaan een evolutie veroorzaakt in de muziekwereld.’ Aurélie is de frontvrouw van Cocaine Piss, een Waalse band met wortels in Luik. Cocaine Piss wordt omschreven als een punkband, al willen ze liever niet richting één specifiek genre geduwd worden. In april bracht de band hun nieuwe album Passionate and Tragic uit onder begeleiding van producer en rocklegende Steve Albini die onder andere het werk van Nirvana producete. Naar aanleiding van het nieuwe album tourt Cocaine Piss tot eind juni door Europa. ‘Als mensen naar Cocaine Piss luisteren, wil ik dat ze weten dat iedereen welkom is. Buiten assholes, die kunnen oprotten. Het is belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn zonder schaamte. Op onze shows moet niemand in de bekrompen hokjes passen die door de maatschappij bepaald worden.’

Aurélie geeft zich voor 100 % voor haar publiek

Cocaine piss staat bekend voor korte, maar vooral krachtige, in your face-nummers die hooguit anderhalve minuut duren. In combinatie met extraverte en vaak


MEER DAN MIJN TALENT

provocatieve videoclips zorgt dit pas echt voor vuurwerk. In de videoclip van Eat The Rich zie je hoe een drag queen een taart met daarop het hoofd van Trump helemaal ruïneert.

rol van het elegante en beleefde meisje. Eindelijk had ik een reden om onbeschaamd te staan brullen.’ ‘Feminisme betekent alles voor mij. Als het niet voor de generaties vrouwen was die hebben gevochten voor onze rechten, zou ik waarschijnlijk geen punkzangeres zijn, want dan zou niemand naar mij luisteren. Het feit dat ik er sta en mijn ding doe, is al een boodschap op zich. Het laat zien dat punk niet enkel bestemd is voor blanke heteromannen.’

Op het podium is Aurélie even explosief als de muziek die ze maakt. Ze brult, gilt, krijst en gaat tekeer. Ze danst, valt neer en staat weer op terwijl ze uitdagende blikken werpt naar iedereen rondom haar. ‘De energie die ik op het podium heb, komt natuurlijk’, legt Aurélie uit. ‘Op podium staan en weten dat mensen in ons geloven, is mijn brandstof.’

PUNK EN FEMINISME ‘Toen ik 13 jaar oud was, leerde ik punk kennen’, gaat Aurélie verder. Ik was ontzettend onder de indruk door vrouwen op podia. Vrouwen als Courtney Love (frontvrouw van grungeband Hole) en Brody Dalle (leadzangeres van punkband The Distillers) bewezen voor mij dat je geen man hoeft te zijn om ballen te hebben. Ik vond het geweldig om zulke punkvrouwen de longen uit het lijf te zien schreeuwen zonder dat ze een barst geven om de rolpatronen die er van hen verwacht worden. Ik wou ook zo brutaal en oprecht zijn. Ik kon me nooit vinden in de

‘Ik zie dat de diversiteit in de muziekwereld groeit en ik vind het fantastisch om deel uit te maken van deze evolutie. Vroeger zag je maar twee vrouwen op punkshows. Nu is het al makkelijk de helft van het publiek. Tuurlijk zullen er altijd wel een paar idioten zijn die de sfeer willen vergallen, maar daar besteed ik liever geen aandacht aan. Het is beter om op te komen voor het positieve dan je te verzetten tegen het negatieve.’

ROLPATRONEN ZIJN OVERRATED Ook Lindsi Dendauw is een geëngageerde vrouw in de punkscene. ‘Als vrouw wordt het je niet geleerd om  

‘DAT HANENKAMGEDOE EN DAT MASCULIENE BEELD VAN PUNK IS ZO PASSÉ’

25


26

MEER DAN MIJN TALENT

Aurélie wil dat iedereen zichzelf kan zijn op haar optredens

je plek op te eisen en je stem te gebruiken. Wij worden als meisjes opgevoed om altijd in de achtergrond te blijven en onszelf te zien in functie van mannen. Daarom is het dus al een belangrijk statement om als vrouw op het podium te staan.’ Lindsi Dendauw is een ambitieuze riot girl uit hartje Gent. Zo vecht ze tegen gen­derongelijkheid in het muzieklandschap. Lindsi wil de rolpatronen die gelden in de muziekwereld overboord gooien.

HOE MEER MEISJES, HOE MEER VREUGDE Een paar jaar geleden richtte Lindsi samen met een vriendin Girls go BOOM op. Girls go BOOM is een feministische muziekorganisatie met een afdeling in Gent en in Rotterdam. De organisatie nodigt regelmatig punkbands uit op het podium. De enige voorwaarde is dat er minstens één vrouw in de band moet zitten. Lindsi: ‘Girls putting girls on stage, dat is waar Girls go BOOM om draait. We willen dat meisjes meer lawaai maken. Dit doen we voornamelijk door muziek. We organiseren optredens waarbij we expliciet vrouwen op podia plaatsen. Daarnaast organiseren we ook muziekworkshops om zo de drempels voor vrouwen te verlagen om muziek te maken’, vertelt Lindsi. ‘De discriminatie in de punkscene geeft jonge meisjes een drijfveer om een gitaar te nemen en hun stem te verheffen over alles wat scheef zit’, zegt Lindsi. ‘We hebben als vrouw altijd geleerd dat we niet kwaad mogen zijn, maar we kunnen niet langer stil blijven. We zijn het beu om nageroepen te worden op straat en we zijn het beu om betast te worden op shows. We moeten als vrouw leren om deze kwaadheid en frustraties te omarmen en

het gebruiken als een creatieve bron. De nieuwe generatie punkers is niet meer blank en hetero, maar superdivers. Iedereen is welkom. Het maakt niet uit welke huidskleur, seksuele oriëntatie of welk geslacht je hebt. We vechten samen als één front tegen racisme, seksisme en andere bullshit en het wapen dat we gebruiken is muziek.’

PUNK IS DOOD ‘Als je denkt dat punk dood is, wordt het tijd om je visie te verbreden’, garandeert Lindsi. ‘Dat hanenkamgedoe en dat masculiene beeld van punk is zo passé. Die punk is inderdaad dood, morsdood.’ ‘Punk is vandaag nog steeds relevant’, gaat Lindsi verder. ‘We leven in een ongelijke samenleving. Er is altijd onrechtvaardigheid en daarom is er altijd wel een reden om te schreeuwen. Het grote verschil met de punkstroming van de jaren zeventig is dat die net heel veel tegen dingen was. Punk was tegen autoriteit. De punkscene van vandaag geeft net heel veel om de wereld en ethische kwesties, maar geeft vooral geen barst om rolpatronen en rolverwachtingen. Iedereen kan gewoon zichzelf zijn zonder beperkingen.’ ‘Er is net superveel aan het gebeuren in de punkscene’, benadrukt Aurélie. ‘In het Verenigd Koninkrijk en vooral in Amerika komen er ongelooflijk veel jonge bands op. Tegelijkertijd zijn er bands die nog steeds dezelfde hits van dertig jaar geleden spelen. Schijt aan mensen die alleen maar kijken naar de muziek van gisteren. Open je ogen en kijk naar wat er vandaag en morgen gebeurt.’  ■


MEER DAN MIJN NAASTEN

27

‘TIJDENS DE ZOEKTOCHT NAAR JEZELF IS DE CHIRO EEN VEILIGE PLAATS’ TEKST  Kwinten Hendrycks

Chiro, Scouts, KSA, KLJ: jeugdbewegingen zijn populair in Vlaanderen. Maar ben je door de jeugdbeweging geworden wie je nu bent? (Oud-)leiding Annelies en Jente denken van wel. Wat vindt Margot hiervan? Ze zat nooit in een jeugdbeweging.

ANNELIES ‘IK DAAG MEZELF UIT OM HET NOG BETER OF ZOTTER TE DOEN’

©Nona Heremans

ANNELIES DECOOMAN [ 23 ] stond vijf jaar in leiding, waarvan drie jaar groepsleiding bij Chiro Alcha Essenbeek. Ze is educatief medewerkster bij kinderkampenorganisatie Kazou. Ze zet zich ook in voor de oprichting van een Akabe, waar ze weer groepsleiding wordt. Akabe, Anders Kan Best, is een scouts voor kinderen met een beperking. HEEFT DE CHIRO JE GEMAAKT TOT WIE JE BENT? Annelies: ‘Ik werd leiding op mijn achttiende en kreeg de 15- en 16-jarigen onder mijn hoede. Ik had al een animatorattest behaald op mijn zestiende en daarom was ik de meest geschikte leiding. Ik stond er alleen voor, terwijl de meesten met minstens twee waren. Ik moest echt mijn mannetje staan en veel zelf zoeken en regelen. Ik zat nog in het middelbaar en had geen rijbewijs. Dat is niet gemakkelijk, maar dankzij de leden bloeide ik open. Daarna werd ik groepsleiding en leerde ik om een mening te hebben, mijn mening aan de kant te schuiven en naar anderen te luisteren. Daardoor werd ik een coach voor de leiding en dan kom je jezelf wel tegen.’ MERK JE DIT IN JE LEVEN? Annelies: ‘Zowel in mijn job als bij het oprichten van de Akabe kan ik mijn talenten gebruiken. Die talenten heb ik tijdens mijn

Chirocarrière leren kennen. Ik heb er geleerd om op een natuurlijk manier sociaal te zijn en contacten te leggen. Mijn manier van vergaderen heb ik ook helemaal mee vanuit de Chiro en mijn creatieve geest gebruik ik nog altijd.’ DEEL JE JE IDENTITEIT MET ANDERE JEUGDBEWEGINGEN? Annelies: ‘Als ex-leiding kan je volgens mij zelfstandig leven en werken. Een fuif organiseren? Piece of cake! Jeugdbewegingen onderling zijn altijd in strijd met elkaar, omdat de ene beweert beter te zijn dan de andere. Zeg nooit tegen een scout dat hij iemand van de Chiro is en omgekeerd. Maar we doen allemaal hetzelfde: één keer per week een toffe tijd bezorgen aan kinderen en ons amuseren.’ WAT HEB JE ER ONTDEKT? Annelies: ‘Mezelf uitdagen om het nog beter of zotter te doen. Ik ontdekte dat ik moeilijk werk kan delen. Niet omdat ik ijverig ben, maar omdat ik geen vertrouwen heb in anderen dat zij het wel goed zullen doen. Hier werk ik nog altijd aan.’ EEN LEVEN ZONDER DE CHIRO? Annelies: ‘Ik had waarschijnlijk een andere hobby gezocht. Maar zulke hechte vrienden zou ik dan niet hebben.’  


28

MEER DAN MIJN NAASTEN

JENTE ‘IK ZOU ME GEEN LEVEN KUNNEN VOORSTELLEN ZONDER DE SCOUTS’

©Vorming in Scouting

EEN LEVEN ZONDER DE SCOUTS? Jente: ‘Ik stop in juli met leiding geven, dus mijn leven zal er een beetje anders uitzien daarna. Maar ik zou me geen leven kunnen voorstellen zonder de scouts. En ik zou zelfs niet over een leven zonder scouts willen nadenken.’

JENTE VAN PELT [ 24 ] zit in de groepsleiding bij Scouts Lebbeke. Ze is ook instructeur. Zo geeft ze cursussen van Scouts en Gidsen Vlaanderen die in het teken staan van persoonlijke ontwikkeling. HEEFT DE SCOUTS JE GEMAAKT TOT WIE JE BENT? Jente: ‘De scouts heeft een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van mijn identiteit. Als kind leer je om rekening te houden met andere kinderen, samen te spelen en het avontuur wat op te zoeken. Later leer je je openstellen naar de andere mensen van je tak, nog dieper samen te werken, voor jezelf op te komen en initiatief te nemen als dat in je zit. Als leiding vul je elkaar aan en leer je de talenten van iemand anders appreciëren. Ook als groepsleidster leer je naar de noden te luisteren van anderen, je leidingsploeg te motiveren, het overzicht te bewaren en evenementen te organiseren. Over het algemeen heb ik er mijn plan door leren trekken.’ MERK JE DIT IN JE LEVEN? Jente: ‘Dat heeft zich ook geuit in groepswerken op school. Ik ben initiatiefrijk en neem makkelijk eindverantwoordelijkheid op. Ik steek overal de handen uit de mouwen.’ DEEL JE JE IDENTITEIT MET ANDERE JEUGDBEWEGINGEN? Jente: ‘Voor mij zit er net een verschil in identiteit tussen de jeugdbewegingen. Dat kan ik moeilijk uitleggen. Scouts, Chiro, KSA en KLJ hebben allemaal andere gebruiken en rituelen. Op dat vlak zijn we anders. Er is wel een soort verbondenheid omdat het concept van samen spelen en je vrijwillig engageren hetzelfde is bij elke jeugdbeweging.’

dig leert handelen. Op dat vlak heb ik geen achterstand opgelopen.’ WAAR HEB JIJ JE IDENTITEIT GEVORMD? Margot: ‘Ik ben een tiental jaar geleden verhuisd naar een speelstraat. Eerst woonde ik in een appartement waar ik alleen met mijn zus kon spelen. Na de verhuis kwam ik in een straat terecht met tien kinderen. We waren een groep van allerlei leeftijden, jongens en meisjes, allerlei afkomsten. Ik leerde met hen samenspelen, ruzie maken en het ook weer goedmaken. Het was een echte leerschool voor mij. Ik vind dat vergelijkbaar met een jeugdbeweging, alleen zonder het toezicht van leiding. De straat was van ons en we bedachten onze eigen spelletjes en activiteiten. Sinds enkele maanden zit ik ook in een jeugdhuis, met leden van de Chiro, daar ben ik ontpopt tot wie ik nu ben.’

©Margot Vaes

MARGOT VAES [ 20 ] is een studente Orthopedagogie. Ze zit in haar derde jaar en woont in Mechelen. In haar vrije tijd speelt ze gitaar spelen. ze zingt en tekent ook graag. Ze heeft nooit in een jeugdbeweging gezeten. BEN JE DAARDOOR ANDERS? Margot: ‘Ik ben altijd jaloers geweest op mensen die in een jeugdbeweging zitten. Ze zijn deel van een hechte vriendengroep waarmee ze een hoop herinneringen delen. Die vriendschappen vind je niet overal. Ik denk dat ik moeilijker vrienden maak dan jongeren uit de jeugdbeweging. Ik hou minder rekening met anderen, omdat ik minder heb samengewerkt.’ BEN JE EEN PLANTREKKER? Margot: ‘Ik durf te zeggen dat ik mijn plan kan trekken. Er zijn genoeg momenten waar je zelfstandig leert te zijn buiten een jeugdbeweging. Het hangt af van de opvoeding en gebeurtenissen die een persoon meemaakt. Ik ben opgegroeid met een zus met een ontwikkelingsstoornis waardoor je sowieso al meer verantwoordelijkheid moet opnemen en dus zelfstan-

MARGOT ‘IK HEB SPIJT DAT IK NIET IN EEN JEUGDBEWEGING HEB GEZETEN’ WAT HIELD JE TEGEN? Margot: ‘Mijn vader zat zelf in de jeugdbeweging. Wanneer ik mijn ouders de vraag stel waarom ze mij nooit naar een jeugdbeweging stuurden, krijg ik het antwoord dat ik er nooit achter gevraagd heb.’ SPIJT? Margot: 'Ik heb spijt dat ik niet in een jeugdbeweging ben gegaan. Zeker nu ik in een jeugdhuis zit dat verbonden is met een Chiro, is het fijn om te zien hoe hecht een groep kan zijn. Het zijn vrienden voor het leven. Mijn kinderen gaan naar een jeugdbeweging, zonder twijfel.'  


MEER DAN MIJN ONRUST

29

‘VÓÓR DE DOOD VAN MIJN PAPA WAS IK HEEL SOCIAAL EN DAARNA INEENS NIET MEER’ TEKST & FOTO'S  ©Nona Heremans

Kelly Guffroy [ 21 ] en Arnaud Hoogstoel [ 22 ] verloren beiden hun vader toen ze puber waren. Wat doet dat met een tiener?

KELLY

‘M

ijn papa heeft zeven jaar geleden zelfmoord gepleegd, het was toen juni 2012. Mijn ouders zouden dat jaar 20 jaar samenzijn. Over de exacte omstandigheden van het dramatische voorval is nog altijd weinig geweten. Hij was eerst vijf dagen vermist en daarna hebben ze hem gevonden in Sint-Pieters-Woluwe, zo’n 42 km van Duffel, waar ik woon. Dat blijft supervreemd, we weten nog altijd niet waarom. Ze hebben hem gevonden in het water, hij heeft zichzelf daar verdronken.’ ROUWPROCES

‘Het leek even of ik in een droom zat toen ze me zeiden dat mijn vader gestorven was. Pas iets later kwam het echt binnen. Het moeilijkste moment was na de begrafenis. Je bent met van alles bezig en mensen komen constant over de vloer. En eens dat voorbij is, val je in een gat. Ik heb dat proberen opvullen door veel op stap te gaan en er zo min mogelijk aan te denken. Op het moment van de crematie ben ik zelfs gaan bowlen om mijn gedachten te kunnen verzetten. Er zijn nog veel momenten waarop ik het moeilijk heb hoor! Maar het eerste jaar was het moeilijkste. De eerste Kerstmis zonder hem erbij was hard.’ FAMILY FIRST

‘De grootste impact was vooral op familiaal vlak. Ik heb nu meer de neiging om tegen mijn familie te zeggen dat ik ze graag zie en hen vaker vast te nemen. Mijn houding tegenover mijn grootouders is vooral

veranderd. Vroeger dacht ik: maakt mij niet uit als ik niet langsga. Nu wil ik ze vaker horen en zien. Ik heb altijd een goede band gehad met mijn mama en broer maar die is nu veel intenser geworden. We hebben alle drie hetzelfde meegemaakt en dat versterkt die band enorm hard.’ ‘De doodsoorzaak van mijn papa heeft niet veel veranderd aan de impact. Zijn dood kwam helemaal uit het niets en dat verandert je leven volledig van de ene dag op de andere. Ik weet nu niet of het hierdoor juist erger of minder erg is dan mensen die weten dat ze gaan sterven. Ik ben over de situatie altijd heel open geweest en kan er makkelijk over praten.’ SCHULDGEVOEL

‘Ik heb een heel groot schuldgevoel omdat ik misschien niet genoeg appreciatie heb getoond tegenover hem. Hij heeft wel afscheidsbrieven achtergelaten maar zonder een concrete reden. Ik probeer het nu goed te maken door dat bij mijn andere familieleden wel te doen. Zo’n schuldgevoel wil ik geen tweede keer meemaken. Volgens mijn mama moet ik me niet schuldig voelen maar aan dat gevoel kan ik niets veranderen. Ik zal het voor de rest van mijn leven met mij moeten meedragen. Zijn dood kwam superonverwachts voor ons. Je denkt: mij overkomt zo iets niet, maar dan gebeurt het toch ineens. Daardoor besef je dat niet alles zo vanzelfsprekend is. Nu hecht ik veel meer waarde aan de kleine dingen en appreciëer ik ze meer.’  


30

MEER DAN MIJN ONRUST

‘DAT HIJ GESTORVEN IS DOOR ZIJN EIGEN FOUT MAAKT MIJ KWAAD’

ARNAUD

‘M

ijn papa stierf in juni 2014 aan de gevolgen van een alcoholverslaving. Zijn lever kon het niet meer aan. Ik was toen 17 en zat midden in de examenperiode. Op het moment dat ik het te horen kreeg, besefte ik niet welke impact dat op mij zou hebben. Ik was al oud genoeg om door te hebben hoe de situatie in mekaar zat maar op dat moment stond ik gewoon niet stil bij de gevolgen. In mijn verhaal waren die gevolgen minder ingrijpend omdat wij vaker bij mijn mama woonden, we waren daar ook gelukkiger. Er zijn weken geweest dat mijn broer en ik gewoon niet bij onze papa wilden gaan omdat hij vaak te dronken was om voor ons te zorgen. Maar dat mocht niet omdat het co-ouderschap wettelijk vastlag.’ NERGENS ZIN IN

‘In het begin heeft zijn dood een hele grote invloed gehad op mijn persoonlijkheid. Vooral omdat er ineens zo veel veranderde. Voor de dood van mijn papa was ik super sociaal en opeens was ik dat niet meer. Ik had veel vrienden en ging constant op stap maar toen kwam er een periode waar ik nergens zin in had en dus ook minder met mijn vrienden afsprak. Ik zat midden in mijn pubertijd en had toen examens, daardoor heb ik niet echt kunnen rouwen. Ik vermeed de emoties en kropte alles op, tot een periode waarin ik alles opeens besefte.’ ‘Een rouwproces is onvermijdelijk. Vroeg of laat komt het toch. Na die zomervakantie is de klap pas echt gekomen. Ik wou toen nooit thuis zitten, dan dacht ik er te veel aan. Die zomer ben ik elke dag weg geweest, maar dan in september begon het schooljaar opnieuw. Ik had het moeilijk met het feit dat mijn papa er niet meer was. Het eerste jaar zonder hem is voor mij het hardste geweest.’ VERVLOGEN KANSEN

‘Vanaf de dood van mijn vader was ik compleet afhankelijk van mijn mama. Door de situatie besef je hoeveel je andere ouder voor je doet, en altijd al gedaan heeft en dat heeft onze band versterkt. Het is voor haar ook moeilijk geweest maar ze waren ondertussen al vijf jaar gescheiden waardoor zij het sneller kon plaatsen. Vanaf zijn dood wisten wij dat we vol-

tijds bij mijn mama gingen wonen, dat klinkt wel logisch maar voor ons was het een enorme opluchting.’ ‘Ook de grootouders aan mijn mama's kant zijn altijd lief geweest en vooral tijdens die periode. Daardoor hebben we nu een veel sterkere familieband. Mocht mijn papa niet gestorven zijn, was de band met mijn mama veel minder sterk. Natuurlijk zijn er wel veel onderwerpen waar ik liever met mijn papa over zou spreken. Er zijn veel zaken zijn die ik over mijn papa nooit ga weten omdat hij de kans niet heeft gehad ons die te vertellen, daar heb ik het lastig mee.’ POSITIEVE KANT

‘De leeftijd waarop je een ouder verliest, heeft volgens mij een een grote invloed. Ik zou het veel erger hebben gevonden mocht ik mijn papa verloren zijn op mijn achtste. Dan hang je nog volledig af van je ouders en ben je minder met vrienden bezig. Op die leeftijd was mijn papa alles voor mij. Vanaf mijn zestiende had ik door dat mijn papa niet meer voor ons kon zorgen omdat hij te veel dronk. We zijn daardoor van mekaar weggegroeid waardoor zijn dood misschien minder hard is aangekomen.’ ‘De doodsoorzaak heeft ongetwijfeld de grootste impact gehad op mijn persoonlijkheid. Weten dat hij gestorven is door zijn eigen fout maakt mij kwaad en moeilijk om het te plaatsen. In het begin heb ik mij lang schuldig gevoeld omdat ik de laatste maanden liever niet meer bij hem langsging. Ik heb hem dat ook gezegd en ik dacht lang dat hij daardoor gestorven was.’ ‘Achteraf wilde ik alles terugnemen natuurlijk. Het was toen vooral mijn mama die mij liet inzien dat zijn dood nooit mijn fout kon zijn. Ergens heeft heel de situatie wel iets positiefs met zich meegebracht, we konden en moesten namelijk op jongere leeftijd al voor onszelf leren zorgen.’ 

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.


MEER DAN MIJN NAASTEN

KUNNEN ZIJN WIE JE MAAR WIL DANKZIJ HET JUISTE KOSTUUM TEKST & FOTO'S  ©Annelies Rom

Cosplay – in de huid kruipen van een personage – is de favoriete bezigheid van Tine Gebruers [ 24 ] en Merel Vanobberghen [ 21 ], allebei uit Leuven.

H

et begon als een hobby waarbij ze op één nacht een kostuum in elkaar staken en is nu uitgegroeid tot één waarbij ze maanden aan een kostuum kunnen werken. Even terugspoelen naar vier jaar geleden. Toen begon het allemaal voor Tine en Merel. ‘Ik had iemand op kot die me introduceerde in de cosplaywereld’, zegt Tine. ‘Het jaar erna wilde ik eens een conventie als FACTS bezoeken. Daar komen bekende acteurs en cosplayers, maar kan je ook merchandise kopen van allerlei series en films. Ik zag het niet zitten om alleen te gaan, dus heb ik Merel meegesleurd. De nacht ervoor zijn we nog superlang bezig geweest aan een kostuum van Tinkerbell.’

Als ze de kans zouden krijgen om voor één dag in de teletijdmachine te stappen en terug te keren naar de achttiende eeuw, dan zouden ze deze kans met beide handen grijpen. ‘Voor één dag zou het mij niet uitmaken of ik bij de hogere of lagere rangen terechtkwam. Ik zou het wel zien zitten om één dagje te gaan kijken, om eens te zien hoe mensen vroeger leefden. Even sightseeën en daarna terug naar huis. In die tijd blijven wonen, dat zou ik absoluut niet zien zitten. Geen stromend water, geen voorzieningen voor menstruaties, geen medicijnen.’

Het groeide uit tot een drukke bezigheid. Hun laatste project was een kostuum geïnspireerd op de serie Outlander. ‘Vanaf de eerste aflevering is mijn interesse in historische kostuums heel erg de hoogte in gegaan’, zegt Tine. ‘Ik vond het daarvoor wel al interessant, maar sinds die serie nog veel meer.’ Merel is al van jongs af aan fan van kostuums. ‘Ik kijk al heel lang kostuumfilms met mijn moeder. Wanneer ik films als Pride and Prejudice bekeek wilde ik zelf altijd één van deze kostuums. Het idee dat ik mijn eigen kostuum kan maken, vind ik zalig.’

En na dit kostuum? ‘Dan is het tijd om een eigen personage te creëren. Niet geïnspireerd op een bestaand karakter, maar een eigen persoonlijkheid waarvan ik dan zelf de kleren en identiteit van ga bedenken,’ legt Tine uit. ‘Er is altijd ruimte voor verbetering. Ik streef ernaar om zo’n mooi en waarheidsgetrouw mogelijk kostuum te maken, of dat nu historisch is of gewoon fantasy. Elk nieuw kostuum is tot nu toe beter dan het vorige geworden, dus ik kijk al uit naar mijn toekomstige creaties. Het blijft gewoon een hobby, maar wel een hele leuke waarin ik mezelf kan zijn.’  

KLEREN EN IDENTITEIT

31


32

MEER DAN MIJN SMAAK

‘IK KOOP MET 30 EURO LIEVER EEN HARK DAN EEN NIEUW GSM-HOESJE’ TEKST &  FOTO'S  ©Jorien Deridder

Studenten en hun centen: van gokken tot een leefloon. Vier studenten lieten in hun bankrekening kijken om de optelsom te maken van hun wekelijkse in- en uitkomsten. Lothar [ 20 ] gokt, Ruben [ 20 ] heeft een leefloon en Tim [ 19 ] geeft alleen geld uit aan zijn hobby. Liselotte [ 20 ] geeft dan weer graag wat meer uit aan vrienden. Ieder heeft zijn verhaal en achter elke euro zit een belangrijke gedachte: wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden, bepaalt hoeveel ze uitgeven. Ruben Vermeulen

‘De afgelopen maanden zat ik krap bij kas’

R

uben Vermeulen [ 20 ] studeert Sociaal Werk en zit op kot. Hij betaalt alles zelf en krijgt van de Vlaamse overheid een leefloon van 120 euro per week. ‘Thuis is het moeilijk. Sinds ik op kot zit en alles zelf betaal, voel ik mij beter.’

In het zesde middelbaar zette Ruben de eerste stap naar zelfstandigheid. Zijn thuissituatie legde een enorme druk op zijn schouders. ‘Als het zo verder ging, zou ik het hoger onderwijs niet halen.’ Ruben woont alleen met zijn mama en zij heeft een budgetbeheerder. ‘Ik ben naar de budgetbeheerder van mijn moeder gestapt zonder dat ze het wist’, vertelt Ruben. Zijn aanvraag voor een leefloon werd goedgekeurd door de jury

van het OCMW. Sinds zijn achttiende wordt ook de studietoelage op zijn rekening gestort. Zo’n 4000 euro per jaar, omgerekend 77 euro per week om zijn studie te betalen.

SCHULDEN AFBETALEN Met zijn leefloon van 120 euro per week betaalt Ruben enkel de huur van zijn kot. Dat bedraagt wekelijks 105 euro. Zo blijft er nog 15 euro over. Maar eigenlijk heeft Ruben recht op meer. Maandelijks wordt een deel van zijn leefloon afgehouden tot zijn ‘schulden’ zijn afbetaald. Dat zijn geen echte schulden, maar het


MEER DAN MIJN SMAAK

bedrag dat hij via vakantiewerk moet verdienen. In mei krijgt hij opnieuw zijn volledig leefloon van 138,46 euro per week. Dan zijn alle ‘schulden’ afbetaald. ‘Je hebt alleen recht op een leefloon onder enkele voorwaarden.’ Zo moet Ruben voldoende werken, maar mag hij niet meer verdienen dan 80 euro per maand. Anders moet hij het afgeven aan het OCMW. Ook moet hij goede punten halen op school. ‘Ik heb nog geen enkel herexamen gehad in die twee jaar.’

HAPPY DAY ‘Mensen zeggen dat geld niet gelukkiger maakt. Ik vind van wel.’ Sinds hij in Antwerpen op kot zit, heeft hij afstand kunnen nemen van zijn mama en is hun band terug beter. Maar opnieuw thuis gaan wonen is voor Ruben geen optie. Deze en vorige maand zat hij redelijk krap omdat hij dit jaar een nieuwe laptop, camera en gsm moest kopen. ‘Mijn spaarboekje is

daar bijna helemaal aan opgegaan.’ Nu moet hij opletten wat hij doet. ‘Ik ben een beetje te nonchalant geweest. Dat weet ik wel en geef ik eerlijk toe.’ Voor Ruben is het een leerschool. De zorgen verdwijnen dan weer even de 20ste van de maand. Dan wordt zijn leefloon uitbetaald. ‘Dat is mijn happy day.’

SPAARBOEKJE Het meeste geeft Ruben uit aan voeding en uitgaan. Eten kost hem wekelijks 35 euro, uitgaan 23 euro. Als hij zou moeten besparen is dat op het bestellen van eten. Nu komt hij elke maand net rond, maar blijft er niets over om op zijn spaarrekening te zetten. Met meer geld zou hij zeker beginnen sparen. Als kleine bijverdienste fotografeert Ruben. Hoe ging het deze maand moneywise? Ruben: ‘Tot mei is het nog even strijden, dan wordt mijn volledig leefloon weer uitbetaald.’

€10

€38

33

studentenjob

studiebeurs

€12

INKOMSTEN RUBEN - € 2 verlies

€105

€23

leefloon

€77

€35

€120

UITGAVEN RUBEN eten

uitgaan

hobby

kleding

huur kot

Lothar Baert

‘Ik zou nooit gokken als het thuis financieel moeilijk ging’

IN HET ROOD

L

othar Baert [ 20 ] studeert Rechten in Leuven en woont thuis. Gemiddeld spendeert hij 30 euro per week. Zeven euro daarvan geeft hij wekelijks uit aan gokken op voetbalwedstrijden. Sparen doet hij niet bewust: ‘Ik laat het geld op mijn rekening staan en ik zie wel.’

‘Ik was achttien en zat in het zesde middelbaar toen ik voor het eerst inzette op een sportwedstrijd.’ Op vier maanden tijd ging hij van 10 naar 600 euro zonder verlies. Maar als snel kwamen ook mindere periodes waar hij tot 177 euro in het rood daalde. Nu speelt hij voor kleinere bedragen op Unibet een online-gokbedrijf. ‘Per week geef ik 5 tot 7 euro uit.’ De winst varieert. ‘Soms kan ik een match heel goed inschatten, soms helemaal niet.’ Het geld dat hij wint, stort hij op een PayPal account en geeft hij uit aan feestjes en kleren. Wekelijks zo'n 8 euro.   

©L o th ar B aer t

Lothar krijgt geen vast bedrag aan zakgeld. ‘Als ik iets nodig heb, dan kan ik het thuis altijd vragen.’ Snel gerekend is dat gemiddeld 20 euro per week. Een andere geldbron vindt hij in het gokken, maar dat weten zijn ouders niet. ‘Voorlopig wil ik dat ook zo houden.’


34

MEER DAN MIJN SMAAK

Wat als je 100 euro meer zou krijgen? ‘Het kan dat ik dan meer uitgeef aan gokken’, zegt Lothar, ‘maar ook niet in het extreme.’ De laatste tijd is hij meer op zijn hoede. Maar in omgekeerde richting  -  rondkomen met minder geld  -  zou hij waarschijnlijk niet besparen op het gokken: ‘Misschien dat ik dan wat vaker langs de Alma passeer en minder uitgeef aan eten.’ Aan eten betaalt hij nu wekelijks 14 euro.

NIETS TEKORT ‘Ik ben zeker geen impulsieve koper of gokker. Als ik gok, denk ik daar eerst goed over na en doe ik research.’ Thuis hoeven ze zich nergens zorgen over te maken en zijn ze niet heel bewust met geld bezig. ‘Mocht het thuis financieel gezien niet goed gaan, zou ik ook niet gokken.’

€8

studentenjob

zakgeld

INKOMSTEN LOTHAR + € 2 gespaard

€14

€6 €7 UITGAVEN LOTHAR eten

uitgaan

€21

gokken

Tim De Melio

‘Ik koop met 30 euro liever een hark dan een nieuw gsm-hoesje’

T

im De Melio [ 19 ] studeert Biologie en zit op kot. Per week geeft hij gemiddeld 30 euro uit aan tuinbouwmaterialen, een hobby waar hij later zijn job van wil maken. ‘Vroeger hadden wij een tuinman, maar die hoeft nu niet meer te komen.’

‘Ik heb altijd geweten dat de tuin goed onderhouden was’, vertelt Tim. Met zijn handen werken was altijd al een talent. Zo rolde hij in het idee om later iets in de tuinbouwsector te doen. Twee jaar geleden begon hij met moestuinen à la Wim Lybaert, bekend van De Moestuin volgens Wim op Vier en De Columbus op één. Geleidelijk aan schoof dit op naar sierteelt en tuinbouw. Nu onderhoudt hij regelmatig de tuin van zijn achterbuur, meter en vrienden. En dat vraagt om degelijk materiaal. Daarin wordt hij financieel gesteund door zijn ouders, vooral als het om duur gereedschap gaat. Onlangs kocht hij wel zelf een kettingzaagopzetstuk van 310 euro.

EIGEN BROOD VERDIENEN Verder geeft Tim weinig uit: ‘Ik koop met 30 euro liever een hark dan een nieuw gsm-hoesje.’ Uitgaan doet hij bijna nooit. Al zijn aankopen zijn een investering voor later, wanneer hij aan de slag hoopt te gaan als zelfstandige. ‘Je moet investeren om te kunnen

werken. Soms geef je dan meer uit dan je hebt maar dat haal je later terug op.’ ‘Ik weet dat ik veel van thuis krijg, maar dat wil niet zeggen dat ik zelf niets wil verdienen.' Nu huurt hij voor elke klus een Vitobusje van 80 euro dat hij doorrekent aan de klanten. Binnenkort hoopt hij zelf zo’n auto te kopen. Dat kan ook omdat hij al meer werkt dan vorig jaar. ‘Dit jaar hoop ik op 3.000 euro uit te komen.’

WERKEN BOVEN STUDEREN Het liefst wil Tim onmiddellijk fulltime beginnen werken, maar zijn studies houden hem tegen. ‘Ik kom uit een gezin waar iedereen een hoog diploma heeft’, vertelt Tim. ‘Mijn ouders en ik dachten dat het een goede basis zou zijn om Biologie te studeren. Maar ik zit nu op mijn honger om aan de slag te gaan.’ Hij twijfelt of hij zijn derde jaar Biologie zal starten, zo niet heeft hij geen bachelor. ‘Ik denk erover na om volgend jaar met Tuinarchitectuur te beginnen, maar als werkende student.’ Momenteel zit hij nog in een tweestrijd: ‘Mijn hart zegt het één, maar mijn hoofd iets anders.’ Onzeker over de toekomst is hij niet. ‘Als je je werk goed doet, en de mensen zien dat, dan hoef je je geen zorgen te maken.’


MEER DAN MIJN SMAAK

35

€46

studentenjob

INKOMSTEN TIM + € 12 gespaard

UITGAVEN TIM hobby

€58 Liselotte Van de Casteele

‘Aan sfeer en sociale contacten geef ik graag wat meer uit’

L

iselotte Van de Casteele [ 19 ] studeert Psychologie in Gent en zit op kot. Per week krijgt ze van haar ouders 46 euro. Zelf verdient ze 55 euro per week met haar studentenjob in de horeca. ‘Door mijn job ga ik bewuster om met geld.’

wil uitgeven deze maand’, legt Liselotte uit. En daarmee komt ze goed rond. Wat ze niet nodig heeft, laat ze staan op haar rekening.

Liselotte is een spring-in-’t-veld, ze let op haar voeding en haalt voldoening uit sporten. Met het bedrag dat ze van haar ouders krijgt, betaalt ze het inschrijvingsgeld voor loopevenementen of gaat ze ’s avonds met een vriendin naar de klimmuur. Dat kost haar wekelijks 5 euro. De rest is voor boodschappen, zo’n 23 euro per week.

EXTRAATJES ‘Ik ben iemand die zichzelf af en toe iets gunt en dan weer normaal doet.’ Zo kocht ze onlangs een rok van 160 euro met het geld dat ze zelf verdient. Voor haar kan dat, omdat het extra centen zijn. ‘In mijn hoofd heb ik een mikbedrag van wat ik

Haar ouders zijn heel verschillend op vlak van financiën. Papa geeft gemakkelijker geld uit, terwijl mama heel besparend is. Liselotte bevindt zich daar ergens tussenin. ‘Ik geef geld uit aan dingen die het waard zijn en die je leven vergemakkelijken.’

SOCIALE BOOST ‘Vroeger had ik meer zorgen over geld omdat je nog afhankelijk bent van je ouders.’ Sinds ze zelf werkt, valt die druk weg. Haar job in de horeca is meer dan alleen geld verdienen. ‘Het geeft mij een sociale boost en een ontsnapping uit die studiezone.’ Sociaal contact is voor Liselotte enorm belangrijk. Wekelijks betaalt ze 14 euro aan uitgaan. ‘Ik ga graag op café met vrienden; aan sfeer en sociale contacten spendeer ik graag wat meer. Ik vind dat belangrijk.’    studentenjob

€14

€23

UITGAVEN LISELOTTE eten

uitgaan

sporten

zakgeld

INKOMSTEN LISELOTTE + € 59 gespaard

€5

€46

€55


36

MEER DAN MIJN NAASTE

FEESTEN, DJ’EN EN TATOEËREN, HET KAN MÉT JE OUDERS

‘MIJN DOCHTERS PIJNIGEN IS GEEN PRETJE’ TEKST & FOTO  ©Lisa Van Beneden

De appel valt niet ver van de boom, ouders vormen mee jouw identiteit. Maar kan je ook écht bevriend zijn met hen? Luna Van den Ende [ 20 ] en haar mama Peggy Verbist [ 45 ] zijn hier het levende bewijs van. Ze hebben een gedeelde passie voor tatoeages; Luna gaat binnenkort zelfs mee aan de slag in de tattoostudio van haar moeder.


MEER DAN MIJN NAASTEN

‘MIJN MAMA IS ÉCHT EEN VAN MIJN BESTE VRIENDINNEN’

ben op mijn beurt dan weer verantwoordelijk voor alle tattoos van Luna.’ Peggy, vind je het leuk om jouw na­ geslacht van tattoos te voorzien? Peggy: ‘Nu ben ik er al een beetje over, maar in het begin vond ik het vreselijk om mijn dochters te tatoeëren. Ik ben een perfectionist en bij je eigen kinderen wil je niets verkeerds doen! Mijn dochters pijnigen is geen pretje. Ik herinnerde ze er dan ook telkens aan tijdens het tatoeëren dat ik hier een gigantische hekel aan heb. Maar ondertussen ben ik daar al over.’ DE VRIENDSCHAP

TATTOOS

Luna, vanwaar die passie voor tatoeages? Luna: ‘De interesse was er al van toen ik erg jong was. Ik keek vooral op naar de old school-tattoo-artists, de échte pioniers. Mijn moeder begon met tatoeëren en zo ben ik er ingerold. Zelf startte ik met hand poke tattoos, een niet-elektrische techniek waarbij je de tatoeages stip voor stip met de hand zet. Dat ligt me wel. In het zesde middelbaar schreef ik er zelfs een paper over, zo groot was de interesse.’ Peggy, jij volgde Luna dus in haar passie? Peggy: ‘Mijn passie voor tekenen was er al langer. Toen ik een tatoeage op mijn schouders en rug liet zetten begon ik veel vragen te stellen aan de tattooartist in kwestie. Ik dacht bij mezelf: dat zou een job voor ons Luna kunnen zijn, later. Haar vader had al veel tattoos en ze reageerde daar altijd erg enthousiast op. Ik dacht dat Donna, mijn andere dochter, later veel tattoos zou hebben, maar dan vooral kleintjes. Van Luna wist ik het zeker: die gaat er véél hebben. Dus ik vroeg aan de tatoeëerder hoe je aan zo’n beroep begint, niet voor mijzelf, maar voor Luna.’ Wie heeft er bij wie al tattoos gezet? Peggy: ‘Iedereen bij iedereen! Zélfs Donna; zij heeft bij alle leden van ons gezin kleine hartjes getatoeëerd. Luna heeft er zowel bij mij als bij haar zus gezet. En ik

Luna, je bent dus vaak samen met jouw mama, hoe zit het dan met jouw ande­ re vriendinnen? Luna: ‘De band tussen mijn mama en mezelf, en mijn vriendinnen of vrienden is niet echt te vergelijken. Die met mama gaat zoveel dieper. Wat ik vooral belangrijk vind, is dat iedereen zichzelf kan zijn. Als er iets is, moeten ze dat kunnen zeggen tegen mij.’ Deel jij dan ook echt alles met jouw mama? Luna: ‘Ik denk wel dat ze alles van mij weet. Ergens vind ik dat ook wel logisch, omdat ik ben opgevoed om altijd eerlijk te zijn. Daarom gaat het vanzelf dat ik alles met haar deel.’ Heb je nog vriendinnen die zo hecht bevriend zijn met hun ouders? Luna: ‘Voor zover ik weet, hebben ze niet zo'n band zoals ik heb met mama. Als ze bij ons thuis komen, zijn ze altijd blij om mama te zien omdat ze altijd zo spontaan en leuk is.’ TOMORROWLAND

Voelt Donna (de andere dochter) zich ooit uitgesloten? Donna [ 17 ] : ‘In het begin was ik een beetje aan het balen, Luna draait dan ook nog eens plaatjes met papa. Maar nu ben ik ook regelmatig in de studio en help ik de rest van ons gezin een handje. Zo voel ik mij ook betrokken.’

37

Luna, jij dj’t dus met je vader Philip, die draait onder de naam Delafino. Hij komt er dan ook nog eens bij? Peggy: ‘Bij in ons clubje.’ (lacht) Luna: ‘Dat gebeurt wel regelmatig, op feestjes maar ook festivals. We staan binnenkort bijvoorbeeld op Extrema. Wij draaiden ook al samen op Tomorrowland. Ik ben enorm blij met het feit dat ik die kans heb gekregen. Dat is iets waar je alleen maar van kan dromen en bij mij is dat snel werkelijkheid geworden. Dat is écht surreal.’ Jullie dj’en op Tomorrowland, mama zet er tattoo’s, binnenkort is TML van jullie. Peggy: ‘Ja! Wij nemen dat gewoon over.’ (lacht) SAMEN UITGAAN

Doen jullie naast het tatoeëren nog dingen samen? Peggy: ‘In het weekend gaan we wel eens naar Amsterdam of naar ‘t stad, of zo. Omdat ik op zaterdag werk en hun papa in het weekend vaak gaat draaien, blijven alleen de zondagen nog over. Die zijn voor ons heilig, dan gaan we met ons vieren op uitstap. Al is het samen gewoon iets gaan eten; zondag is familiedag! Samen uitgaan doen we ook, vooral als Philip moet draaien.’ Luna: ‘Dat zijn dan vooral mama en ik die daar naartoe gaan.’ Luna, hoe komt het eigenlijk dat je zo goed overeenkomt met jouw mama? Luna: ‘Geen flauw idee , het is alsof wij in een vorig leven beste vriendinnen zijn geweest en nu moeder en dochter zijn. Ik kan met zekerheid zeggen dat mijn mama één van mijn beste vriendinnen is. Dat klinkt voor sommige mensen misschien raar maar voor mij is dat helemaal normaal.’   

De tattoostudio van Peggy, waar Luna binnenkort ook aan de slag gaat, heet Miss Fino Tattoo. Je kan ze vinden in de Jules Moretuslei 394 in Wilrijk.


38

MEER DAN MIJN SMAAK

‘PVDA IS HELEMAAL GEEN EXTREEMLINKSE PARTIJ’ Jos D’Haese is 26 en politicus bij PVDA. Hij heeft grote plannen voor België en wil het geld anders verdelen.

TEKST & FOTO  ©Kautar Doukali

DROMEN VAN EEN BETERE WERELD ‘Ik ben opgegroeid in wat je een politiek nest zou kunnen noemen. Al van toen ik klein was, discussieerden we in de auto over hoe de wereld in elkaar zat. Je ouders proberen altijd een aantal principes mee te geven tijdens de opvoeding. Bij mij was dat solidariteit, niet vechten met elkaar en eerlijk delen. Maar natuurlijk begin je er op een bepaald moment zelf over na te denken. Je komt op school, later de unief. Je komt in contact met allemaal mensen met verschillende meningen, je volgt de media en dan begin je na te denken. Maar ik bleef akkoord gaan met de ideeën van mijn ouders.’

VAN BIOLOOG… ‘Ik begon met Biologie te studeren en daarna Geneeskunde. Maar dat duurde te lang, dus ben ik daarna weer naar Biologie overgegaan. Beide studies gingen over hoe ik iets kan veranderen aan de wereld. Bij Geneeskunde ging het over wat er sociaal misgaat in deze wereld: armoede, mensen die door ziekte in armoede geraken en sociale uitsluiting. En bij Biologie ging het over milieuproblemen en hoe ik zou kunnen bijdragen aan de oplossing.’

... NAAR POLITICUS ‘Tijdens mijn studies realiseerde ik me dat ik de wereld niet kon veranderen als bioloog of dokter. Ik moest samen met

andere mensen dingen proberen te veranderen. In 2014, toen ik 21 was, maakte ik de stap naar de klassieke politiek en werd ik lijsttrekker geworden voor het Vlaams Parlement om uiteraard in dat parlement verkozen te geraken. Jammer genoeg is dit niet gelukt.’

EERST DE MENSEN, DAN DE WINST ‘Ik sta achter de baseline: eerst de mensen, dan de winst. Dat is wat ik van mijn ouders heb meegekregen en dat vind ik bij geen enkele andere partij terug. Een samenleving moet draaien rond mensen en niet rond winst. Dat is waarom ik in de PVDA geloof en bij PVDA actief ben. Binnen de partij focussen we op twee aspecten: hoe kijken we naar de wereld en hoe maken we verandering?’ ‘Een aspect dat me enorm stoort in de politieke wereld is het feit dat onze politici in een andere wereld leven dan de mensen die ze vertegenwoordigen. Alle partijvoorzitters in dit land verdienen meer dan 10.000 euro per maand, op de PVDA na. Ik heb er geen probleem mee dat mensen veel geld verdienen, maar dan moet je dat in de privé doen en niet in de politiek.’ ‘Het probleem is dat de politici, die beslissen over het gemiddeld inkomen, meer dan drie keer zoveel verdienen. Ze snappen de samenleving waarin ze leven niet meer. En dan krijg je een heleboel beslissingen zoals de turteltaks, 100 euro extra op de energiefacturen. Als jij er zo

warm bij zit, is dat geen enkel probleem natuurlijk.’ ‘Ministers die vandaag beslissen dat we allemaal langer moeten werken, mogen op 55 jaar op pensioen en krijgen maandelijks 3.500 euro. Zij beslissen dat andere mensen tot 67 jaar moeten werken voor een hongerpensioen En als je dat durft benoemen, maken ze je uit voor populist.’

WAT IS DAAR ZO EXTREEM AAN? ‘PVDA is helemaal geen extreemlinkse partij. Politici en journalisten moeten altijd ergens een labeltje op kunnen plakken. Je hebt een politiek spectrum in ons land dat gaat van links naar rechts: PVDA, Groen, SP.A, CD&V, Open VLD, N-VA, Vlaams Belang.’ ‘Het Vlaams Belang is een extreemrechtse partij, omdat ze zich buiten de democratische beginselen en buiten de universele verklaring van de rechten van de mensen zet. Ze behandelt mensen met een andere huidskleur of een andere overtuiging anders. Ze zet zich buiten het democratisch debat. Denk maar aan Dries Van Langenhove en wat hij allemaal zegt. Vlaams Belang is een extreme partij.’ ‘En dan gebeurde er iets raars. Men heeft gezegd: “Ah ja, de partij die aan de andere kant van het spectrum zit, zal dan wel extreemlinks zijn.” Zo hebben wij ons label gekregen. Maar dan is de vraag: wat is daar dan zo extreem aan?’  


MEER DAN MIJN SMAAK

39

‘VLAAMS BELANG IS HELEMAAL NIET ZO EXTREEMRECHTS’ Carrera Neefs [ 23 ], Vlaams Belang, is gefocust op kleine, maar belangrijke stapjes. Ze wil dat iedereen kan uitkomen voor zijn mening.

TEKST & FOTO  ©Ianthe Van Dyck

DROMEN OVER EEN BETERE WERELD ‘Ik heb op een katholieke school gezeten. Mijn godsdienstleerkracht mocht me niet graag, omdat ik af en toe mijn mening durfde te zeggen. Hij vroeg ons bijvoorbeeld om te bidden voor Marc Dutroux. Dat wou ik helemaal niet, maar mijn leerkracht bleef volhouden dat iedereen een tweede kans verdient. “Hij is gestoord”, was mijn reactie. ‘Ik snap niet dat je zo iemand een tweede kans wil geven. Die kinderen zijn dood. Die ouders krijgen ook geen tweede kans.’ ‘In zo'n situaties heb ik altijd mijn mening gezegd en mijn leerkracht en klasgenoten bestempelden mij steeds als een ‘Vlaams Belanger’ en extreemrechts. Toen ben ik gaan opzoeken of ik overeenkwam met het Vlaams Belang. Dat bleek waar te zijn.’

VAN N-VA NAAR VLAAMS BELANG ‘Een vriend vroeg me of ik het zag zitten om op te komen voor N-VA in Wuustwezel. Na lang twijfelen besloot ik van wel, want ik dacht dat ik misschien iets kon betekenen voor de gemeente.’ ‘Voor de verkiezingen heb ik een paar maanden meegedraaid met N-VA. Het ging allemaal heel vlot en ik vond het tof dat er andere jongeren waren met een interesse voor politiek. Toen we met de campagne begonnen, voelde ik een beetje

jaloezie van partijleden die vonden dat ik te veel moeite deed. Ze sloten me meer en meer buiten. Ik moest wel dom zijn, want van mijn plaats op de lijst zou ik nooit verkozen geraken. Maar ik wou gewoon mijn best doen.’ ‘Op de dag van de verkiezingen werd ik dan verkozen, maar niemand feliciteerde me behalve de voorzitter en nog twee oudere leden van de fractie. Ze vroegen me enkel of ik de zetel zou opnemen of afstaan. Ik ben natuurlijk geen 9.000 brievenbussen afgegaan om die zetel op te geven. Als ik dan nadien op de vergadering kwam, zei niemand iets tegen mij.’ ‘Toen kwam de mars tegen Marrakech. Theo Francken had opgeroepen om massaal aanwezig te zijn, dus was ik gegaan. Ik maakte er een foto met Dries Van Langenhove. Meteen kreeg ik mailtjes van de partij om te zeggen hoe schandelijk het was dat ik met zo’n extreme figuur op de foto ging. Ik kreeg ook een preek van een anderhalf uur op café. Iedereen kon het zien. Ik begon me toch af te vragen of het wel iets kon worden.’ ‘Tijdens de eedaflegging moesten wij allemaal stemmen voor een politiezetel. Er was afgesproken met Vlaams Belang dat een aantal van mijn stemmen naar hen zou gaan. Een uurtje voor de stemming besliste de partij om dat toch niet te doen en dat zonder iets te laten weten aan Vlaams Belang. Dat vond ik helemaal niet eerlijk. Afspraken moet je nakomen. Dus stemde ik toch voor Vlaams Belang. Twee minuten na de eedaflegging ben ik uit de partij gegooid. Toen vroeg Vlaams Belang

of ik met hen wou samenwerken. Omdat ik mij niet goed voelde binnen de partij ben ik dus overgestapt.’

ONZE MENSEN EERST ‘Vlaams Belang is helemaal niet zo extreemrechts als je zou denken. Onze mensen eerst moet je ruim bekijken. Immigranten, die zich een beetje aanpassen, de taal leren spreken en werk zoeken, zijn ook onze mensen. Waarom zouden wij zulke mensen niet accepteren? Als ik naar een ander land ga en daar een hoofddoek moet dragen, zou ik dat ook doen. Ik wist op voorhand dat het zou moeten.’ ‘Ik vind het heel erg dat Vlaams Belang bekendstaat als een extreemrechtse partij. Wat is tegenwoordig nog rechts? Ik vind dat een ouderwetse term. Volgens mij is onze partij helemaal niet racistisch of extreem. We zijn gewoon realistisch en houden van onze tradities.’ ‘Vlaams Belang staat trouwens niet achter euthanasie, maar ik wel. Als je een zware ziekte hebt en er geen kans is op verbetering, dan moet euthanasie een optie zijn. Het is iets wat ik zeker wil aanhalen binnen de partij en hopelijk kunnen we dan weer overleggen. Ik weet dat mijn mening gewaardeerd wordt binnen de partij.’ ‘Of ik mijn eigen kinderen zou durven verplichten om voor een bepaalde partij te stemmen? Nooit. Als zij zich aangetrokken voelen tot een andere partij, wordt het juist leuk, want dan kunnen we weer discussiëren.’  


40

MORE THAN MY HERITAGE

CULTURAL APPROPRIATION

‘DON’T TAKE ANYTHING FROM ANOTHER CULTURE THAT YOU DON'T UNDERSTAND’


MORE THAN MY HERITAGE

41

TEXT & PICTURES  ©Carmen Moya Tárraga

Ramon [ 22 ] from Kenya: ‘Everyone should care more about cultural appropriation because it widens your horizon and it helps you to really understand diversity.’ In our globalized world, we sometimes use cultural elements from other countries in an interiorized way. Often, we don’t even know that we might be hurting someone. Using these elements and calling them our own can become a problem for many people from the white-dominant part of the world because they usually don’t know where these come from. The phenomenon where we seem to own a part of another culture is what we call cultural appropriation. Cultural appropriation can be understood as the use of cultural and typical elements of one ethnic group by another, stripping it off all its meaning and trivialising its use. Usually, it is a dominant culture that takes these things from another one. ‘The phenomenon is based on the adaption of ideas, morals, or style, from one culture to another’, says Lisa Polders, a Gender and Diversity student at the University of Ghent. 'Cultural appropriation is always adapting things from another culture but without knowing the real meaning of this culture.' In short, this theft happens when a person takes over a cultural element for purposes that have nothing to do with those attributed to it. Cultural appropriation is a very problematic concept. Lisa’s study programme, Gender and Diversity, focuses a great deal on its complexity: ‘It’s like just learning what it means to be human and to see the diversity of people and how a person can be influenced by another. We also talk about cultural appropriation because it’s a big part of our culture and it happens all the time without us realising it’s happening.’ However, as is often the case in social sciences, there isn’t just one definition for this term. There are different nuances

‘THIS PHENOMENON IS BASED ON THE ADAPTION OF IDEAS, MORALS OR STYLE FROM ONE CULTURE TO ANOTHER’

about the meaning of cultural appropriation. Many of the contexts in which people or organisations have been criticised for falling into cultural appropriation are linked to art, fashion and aesthetics. But it’s very arbitrary to attribute an aesthetic element or ritual to a particular ethnic group and not to others.

CULTURAL APPRECIATION Another problem is that many people do not believe that cultural appropriation is a problem, even if it exists. In other words, they emphasize the idea that cultures have no limits and therefore flow, constantly change and pass from one hand to another. From this point of view, no one should suffer or worry about something like this, since it would not be normal for a culture to remain unchanged and isolated from the rest. Lisa, who has an African boyfriend, has a clear point of view about this, and she agrees that every culture has a cultural exchange with others. She sees this as a positive thing. ‘We learn from the other culture. As an example, we have learnt a lot about mathematics thanks to the Arab society, and I think this is positive, but I guess that the real cultural appropriation is taking things from another culture without knowing the real meaning of it, which can cause real damage to the other culture.’ We also talked with Hanne Juchtmans [ 19 ], who studies Music Therapy in Louvain, Belgium. She has been wearing dreadlocks for a couple of years, and for her, cultural exchange is more about 


MORE THAN MY HERITAGE

© Carmen Moya Tárraga

42

Lisa feels inclined to African culture: ‘I recognise myself in it.’

taking some attributions from one culture but with the permission of this culture. ‘When something is exchanged between cultures, this usually happens with a predetermined purpose. The purpose of cultural exchange is often to learn something about that other culture. When it comes to cultural appropriation, I tend to think of more individual issues. People themselves choose to take over something from another culture, whether that one culture agrees with it or not.’

comfortable about it because I don’t want them to think that I try too hard. But they appreciate it.’

‘I’M INFLUENCED BY AFRICAN CLOTHING, MAYBE A BIT TOO MUCH. WHEN I GO TO AFRICA, I WEAR THEIR TRADITIONAL CLOTHES, BUT THEY DON’T

CULTURAL APPRECIATION Since Lisa is dating her boyfriend, she wears African clothes because she feels really into this culture. ‘If the person wears the clothes with respect for another culture, it’s okay, but it can be negative if the person doesn’t take into account the meaning of these clothes. And I think that’s a bit disrespectful towards the other culture.’ The case of Lisa could be called cultural appreciation. She feels inclined to African culture. ‘I don’t know if I’m influenced,

CARE ABOUT THAT’ but I’m attracted to it, because of the way it feels and because of its morals. I recognise myself in African culture. That’s why I love to spend my time with these people and learn their way of thinking. I’m also influenced by their clothing, maybe a bit too much. When I go to Africa, I wear their traditional clothes, but they don’t care about that. Sometimes I feel that I’m more African than they are and I’m a bit un-

AND THE OTHER WAY AROUND? Another common theme is that for cultural appropriation to exist, there first have to be cultural elements that belong to a few hands. Usurpation occurs when someone who previously enjoyed something stops doing it because of the action of another person, who takes possession of that resource. In case of cultural appropriation, it’s different: both parts, the dominant and the dominated, use that cultural product.

Ramón is a 22-year-old man who lived in Nairobi, Kenya. His mother is African, and his father is Spanish. Four years ago, he came to Spain to continue his studies and start a new life. For him, cultural appropriation isn’t necessarily a negative thing, even though the term itself has a negative connotation. ‘If you see a white girl with braids, some people can get offended. But some people won’t because there are also


MORE THAN MY HERITAGE

‘BLACK PEOPLE ARE VERY RACIST TOO’ black girls who wear wigs with straight hair as white girls have. That’s why it can be a positive or negative thing. There’re things that you can do and others that you just can’t do.’ There’s also another kind of cultural exchange, based in minority groups that adopt elements of a dominant culture because the adoption of these elements makes it easier for them to experience and live within this culture. This can be called cultural assimilation. ‘The black people that change the colour of their skin don’t do it to look like white people, they do it because they like to look lighter, Ramón explains. 'They assume that white skin or lighter skin is beautiful and dark skin is ugly. So, black people feel ugly, and people who feel insecure about themselves use creams that aren’t healthy for their bodies to feel more confident or accepted. Yes, black people are very racist too, but we can’t just generalise.’ Lisa also agrees with this testimony: ‘In Africa, they do skin bleaching, which I think is a big thing, but I don’t think this is cultural appropriation. For Africa, I think that this is because of globalisation and because they want to be like the dominant culture. Think of it as raising your status. I think this is damaging for the people because they think they are less compared to us. They should always be proud of their culture.’

SUPREMACY Hanne has the same view. ‘We see a certain westernisation in some parts of the world. This includes Western -or mainstream- clothes. In some countries, Western costumes can also be seen as a

43

kind of status. Since our Western culture is spreading so much, it is less noticeable when other cultures adopt our customs. If a Westerner wears typical African clothes, this is more noticeable as it is unique.’ What we have to keep in mind is that this does not happen the other way around, because of the unequal position of the 'minority' culture and because they do it to fit with the standards of the supremacist society.

GUILTY GLOBALISATION As Lisa is starting to be an expert in this kind of topics, she knows that this is a thing that we can’t avoid due to globalisation. ‘I don’t think that cultural appropriation is the fault of the multinational companies, but I think it’s a part of capitalist Western cultures without us knowing it. Our domination and colonisation have shaped us and we don’t always realise that

know if they do it with a meaning behind it and with respect, or if they just did it because they will get more popular. When cosmetic companies introduce different products for everyone, as different tones of skin, they do it with good intentions, but anyway they are always focused on money. It’s a combination of both: concern and money.’

THE IMPORTANCE OF BEING AWARE If nobody knows what cultural appropriation exactly is, it’s impossible to make it less harmful for people. ‘Respect is important but also the fact that we talk about it. The biggest problem is just that we don’t realise that it’s happening’, Lisa says. Hanne recommends that we always have to be completely respectful to people. ‘Then I think there is a smaller chance that people will feel hurt. Everyone also should realise that we are all human beings and therefore have the right to take over different things from each other. When a certain culture forbids others to use things from their culture, this is not an example of solidarity. Sharing is caring.’

© Hanne Juchtmans

we see the others as less than us, and this can be damaging for them. I don’t think it’s the fault of the big businesses, but it’s part of their nature, and we have to pay attention to it.’ ‘It’s clear that some companies respect this fact, but others don’t. With industries like music of clothing you can clearly

Ramón finds it absolutely necessary that people talk about it: ‘People should care about it because it widens your horizon and it helps you to understand diversity better. It’s a matter of learning and appreciating people’s culture. You can take some things from other cultures because this makes you more open-minded and less extreme. You’re opening to another world. That is different.’ Lisa agrees. ‘Discover. Cultural exchange is so important. Everyone should know at least something about other cultures but always behave respectfully.’

Cultural appropriation is here and always will be in our lives. Our responsibility as citizens in a multi-ethnical society is to find a way to create new values and customs, amidst the waves of negative and disrespectful appropriation. This is an often-overlooked challenge for our generation.  


44

MORE THAN MY TURMOIL

MENTAL HEALTH

WORLDWIDE AND OVERLOOKED TEXT & PHOTOS  ©Janne Schellingen & Ekaterina Korneva

We still live in a world where people don’t talk a lot about their mental health. Some turn to the internet for help, others talk to a friend or see a psychologist. We asked three students how people from their country react to mental conditions and also sat down with an expert to discuss the influence of social media.

© CA RM EN

M

O

YA

TÁ R

R AG

A

EMILIO GAMBIN [ 26 ] SPAIN

ANASTASIA SMIRNOVA [ 21 ] RUSSIA

SHERWIN ZHU [ 28 ] CHINA

‘If I’d find out that one of my classmates was suffering from something like depression, I’d try to help that person as much as possible. I’d try to encourage them and empathize with them. But I know that at some point, my mood would probably be affected by that person. Not everyone can handle someone with a depression, because it’s such a hard topic to talk about. If you're confronted with it every day, it can get mentally exhausting for you as well.’

‘If I saw my classmate wasn’t doing well and showed symptoms of depression, I’d definitely try to help him or her. The help itself would depend on how close we are. I’d most likely try to talk, offer some basic help like driving them home or spending some time together. If I’d get the idea that the problems were really serious, I’d force them to talk to a specialist.’ ‘Going to a psychologist is sometimes seen as a taboo. It depends on the generation and the part of the country that you’re living in. In my generation, it’s not a taboo anymore. If you look at my parents, it’s different. When I was suffering from depression and self-harm, my mother wouldn’t let me see a psychologist because she thought it was only for people who had a real disease, like schizophrenia or something. Others like me just needed to stay strong and recover without any help.’

‘In my country, the majority of people don’t see mental health problems as a problem, so people often just solve it themselves. I think that in the last years, it’s changed a lot though. I’m from a big city, the people there start to understand the importance of seeking help and asking for advice from a psychologist. But that’s also why I wouldn’t help a classmate if I didn’t know them, they’ll solve it themselves.’

‘Mental health problems are not something you talk about openly, so when someone says that they’re seeing a psychologist, many think it’s because they’re crazy. That’s not the case, though. A lot of people see psychologists and that’s completely fine. It's really important that the stigma around seeing a psycholgist disappears.’

‘If I noticed that someone from my friend group was suffering from depression, I definitely would help that person though.’ ‘People often tell themselves that their problem isn’t big enough to talk about, I luckily wasn’t met with that when I was suffering from anxiety. I talked about it with my friends and parents and eventually, I sorted it out myself.’


MORE THAN MY TURMOIL

A lot of teenagers and adults don’t consult psychologists and go online for information about mental health. But there aren’t so many resources on the internet about depression and other mental conditions on which people can rely. Often, they find wrong sources or misinterpret them. Maria Danina, PhD in Psychological Sciences, practising psychologist and blogger. ‘I stumbled upon a lot of false information on the Internet. Even other psychologists post their personal observations and thoughts which is mostly not scientific information. Psychology has detailed rules, and there is no space for personal bias. I started my blog, where I share scientific information, for balancing the scales.’ There are a lot of blogs and websites on the Internet like Youtube channels about mental health, Instagram accounts, content which might be a mixture of scientific information and personal views. It was a trigger for a lot of psychologists in the world to explore this online field. Danina and her colleagues are working on a program which analyses the mental health of users - right now it only works in test mode. ‘A person allows a computer to check data such as social networking pages, active hours on a phone, used apps, numbers of steps and a few other parameters. The computer sums up what the level of danger is, what reasons for that might be.’ In other words, the program shows the possibility of developing depression.

SYMPTOMS IN SOCIAL MEDIA During their exploration they found that usually, if people suffer from a depression, they will post much less on social networksand write fewer comments and fewer messages. Their online activity consists of scrolling through Facebook or Instagram feeds. If the person is used to post pictures, probably their style will change: dark tones and instead of a portrait as their profile

EXTRAVERTS HAVE A LOWER RISK OF GETTING INTO DEPRESSION. picture, it will be an emoji or cartoon character. Also, people who are suffering from depression prefer to close the profile page, so that only close friends could see it. Danina: ‘There is an old theory that we can identify mental problems by used phrases and words. However, last year some psychologists claimed that there

45

are no linguistic markers.’ There are also many other factors which could indicate a potential depression. For example, a person lost somebody close to him or had different personal catastrophes such as loss of a job, home or a university. Those things might be triggering depression. ‘If we see that a person does less sport than before or doesn’t do it at all, doesn’t sleep enough, doesn’t have regular nutrition, he is probably already in danger of depression. Another really important thing is if the person is an introvert or an extravert. Extraverts have a lower risk of getting into depression.’ The program asks a user questions which are connected with those topics. Danina says that all previous scientific research had used the concept of risks factors to identify emerging depression. She and other psychologists who are working on this program, were the first in the world who started talking about the concept of protection factors. For instance, the character traits a person should have so that he/she is reducing the risk of falling into depression. One example of this would be the individual’s emotional stability: a real understanding of life and how to overcome problems and bad emotions. ‘Even if something difficult happens to a human who has strong emotional stability and strong connections with close people, probably everything will be alright with him.’

‘NEGATIVITY IS LIKE A VIRUS’ Next year the team is going to open an online self-help course in the prevention of depression. It’s made for increasing personal stability, which is checked by their program. People will be able to find lessons for each factor, for example, the course for solving problems and strengthening the relationship with family and friends. ‘We predict that people, after our tests, would like to change something to decrease the risks. And they will show better results after those courses.’ There is also a lot of negativity going as far as personal attacks on the internet. Danina thinks that it’s crucial not to distance oneself because then we lose the ability to overcome personal problems and hurtful words. ‘We can’t escape negativity; it’s like with a virus. So we have to learn to live with it, build our psychological immunity, which helps to endure harassment and to move on.’  

When you need extra support through times of lonelines, anxiety or thoughts of suicide, please call the CHS telephone helpline: +32 2 648 40 14, or go to www.chsbelgium.org. CHS stands for Community Help Service.


46

MORE THAN MY SEX

LGBTQ+ RIGHTS IN AFRICA: STILL FIGHTING FOR EQUALITY AMBER (20): ‘YOU CAN TRY TO FORCE PEOPLE TO CHANGE BUT I THINK EVERYONE LEARNS HOW TO DEAL WITH LGBS AT THEIR OWN TIME’

TEXT & PHOTO  ©Aram Van den Eynde

©

Ara

mV an d

en Ey

nde


MORE THAN MY SEX

47

Amber is a 20 year old living in Antwerp where she studies haircare. She’s also multicultural, her mom is Portuguese, Belgian and Cape Verdean and her father is from Senegal. ‘On the 14th of April 2015 I came out’, says Amber. ‘But I knew that I’ve liked girls since I was 11 or 12 years old. I started experimenting, and I knew something didn’t feel right. If I look back now, I see that my dolls were always lesbians. I have a lot of LGBs in my family, my aunt and nieces are lesbian and my uncle is gay. That could’ve been a reason why I am gay as well.’

‘I think the situation in Africa is bad. My father said to me that if I’d say I’m gay in Africa, I would get the death penalty or be stoned to death. That’s why I’m glad I was born here, in Belgium.’ Amber hasn’t been to Africa even though her dad lives in Senegal. ‘My dad left when I was two, and that was purely his choice. Now he knows I’m lesbian, it doesn’t mean he wants to have less contact with me, but he thinks that, if I’m like that, I can’t be his daughter. That touched me because he’s still my dad and you always want approval, but on the other side, I believe that if he can’t love me for the way I am, it’s his loss, not mine. But my mom and her family are totally fine with me being a lesbian.’ Amber isn’t religious but her father is. ‘I believe that religion is a big deal in Africa, but also the way you are raised makes an impact. If it is imposed that something isn’t right your whole life, you will believe this when you’re grown up. In Belgium, I never had any issues, I got my rights, I can marry a woman if I want to. There are a few people here that make comments, but you have those kinds everywhere. You can’t do anything about that. Once, a gay couple in Ghent was beaten up, and I had to do a presentation about that in school. They said in one of the articles

that in Belgium, there isn’t done enough about it. But should they give every gay person a personal bodyguard? That isn’t an option either. I have been scolded or bullied when I was younger, but it was never extreme, anything that stuck with me.’

COMING OUT ‘I gradually began to realise I was gay. I had a best friend, and when we were still young girls, we were going to teach each other how to kiss. I believe that was a part of the process.’ Amber talked to her friends about it before she came out to her family. ‘I was a bit afraid to come out even though my uncle is gay, my aunt is a lesbian and so is my niece. But still, I was scared because maybe they’d think I just wanted to imitate them. Eventually, I told them, and they didn’t make a big deal about it.’ ‘You can try to force people to change, but I think everyone learns how to deal with it at their own time. We did it too: if you said 200 years ago that you were gay, they also would’ve completely reacted differently. So I think change can also happen in Africa. For example, there are many Muslim women in my class, and at first, they were against

me because of who I am, but they started to know me, and now they are thankful they got to see a different world. If they could change, everyone can.’ ‘You should try to sense how people feel about it because, in the beginning, you are so vulnerable and so new to yourself that it is difficult to throw things out like that. At this age where I am now, and after so many years, if I come out to someone and that person reacts poorly, I don’t care anymore because I am already confident enough. But if that had been the case when I was younger, then that would have been bad. Take it easy, everything on its time and sense who’ll accept it and who not.’

DEATH PENALTY ‘There is no overarching legislation which only focuses on the whole African continent’, says Anke De Malsche, volunteer at Amnesty International. Yet many African countries have discriminatory laws against the LGBT community: LGBs can’t get married or adopt children. In some parts of Africa, they even get a death penalty for being gay. But there is improvement coming along. In some parts of Africa, like Angola, sexual acts between people from the LGBTQ+ community, also known as LGBs, are no longer punishable. South Africa’s constitution, which was written after the abolition of apartheid, is one of the most progressive constitutions in the world. South Africa is also the first country in Africa where same-sex marriage is legal. 


48

MORE THAN MY SEX

Although there is no guarantee, you won’t be confronted with homophobe people or gay bashing. ‘The fight for gay rights is both a fight for legislative changes as well as for a cultural change’, explains Anke. Africa consists of more than villages. Almost all of the fast-growing cities can be found in Africa. Just as is the case in Belgium, city people will generally be more positive towards gay people than people in isolated villages. ‘Acceptance towards LGBs can vary widely between the different generations. I met with young Ugandans while I did research, they were tolerant towards LGBs, and they pointed out that there is a need for young leaders’, tells Anke. Right now Uganda, just as a lot of other African countries, is led by old people who are more conservatively in their views on sexuality. ‘Not only is same-sex marriage complicated to discuss, but also talking about birth control tends to be difficult’, says Anke.

WHAT’S THE BIG DEAL? Within the feminist organisations, there is, in most cases, a wide range to talk about LGBTQ matters. ‘That’s because those feminist organisations are often busy with gender-related subjects, they see connections in their suppression as women and the suppression of LGBs’, explains Anke. LGBTQ+ people are from all ages, but homosexuality is an attack on the conservative and traditional values in which the masculinity is central. ‘Historical and anthropological research confirms that homophobia is a result of a constructed sexual norm, in which heterosexuality is considered superior’, explains Anke. That phenomenon has a lot

to do with power relations. ‘By marginalising a sexual minority, you will increase your own power. The same applies to religious or ethnic minorities, of course.’ Homophobia is strongly linked with misogyny, the hatred against women. ‘They are always talking about homosexual men, but rarely about lesbian women. You even see this misogyny in the enactments where they explicitly talk about the homosexual behaviour between men. Women are totally absent in these enactments. A misogynist society doesn’t tolerate men that are too feminine. That is because femininity is seen as less valuable’, points out Anke.

CLUBBED TO DEATH ‘The case of David Kato is an illustrative example for the violence against LGBs in Uganda the past decennia’, says Anke. David Kato was an activist who fought for gay rights in Uganda. Kato wanted to make homosexuality legal. Besides being an activist, David was a teacher in South Africa. When he returned home to Uganda, he started to fight against homophobia. That is why he was arrested, beaten and got death threats, but he refused to stop. He was the co-founder of SMUG, the Sexual Minorities Uganda, which is a group of activists for the people fo the LGBTQ+ community in Uganda. In 2011, David was clubbed to death in his home. It was said by other activists that he was killed because of his latest win on a lawsuit against a local newspaper which called for the hanging of openly gay people. The newspaper added pictures of David. The suspect confessed everything, but the police

refused to admit the murder had anything to do with David’s activism.

STRONGER TOGETHER ‘LGBs are not helpless victims; they put up a fight for their rights’, tells Anke. They found organisations and safe spaces where they can get together and talk about their problems. They warn others for dangerous places or people. For example, Zimbabwe is highly intolerant against people of the LGBTQ+ community; they will face legal charges; they can’t join the military, adopt children or donate blood. Yet, there was a group founded in 1990, the ‘Gay and Lesbians of Zimbabwe’. Their main goal is to help people who are HIV-positive or have aids. Right now, the organisation is one of the largest proponents for the rights of the people that are affected and their health. ‘People from the LGBTQ+ community just want a normal life, that’s why they will fight for it on all fronts. There are some Ugandan organisations like SMUG, FARUG which stands for Freedom And Roam Uganda, and Kuchu Times that are trying to raise public awareness about the LGBTQ+ community and to share their stories about the current problems’, concludes Anke.

BEING TRANSGENDER Although LGBs are a big part of the community, transgenders are also a part of it. Many transgender people want to change their legal documents because their identities aren’t reflected officially. This could lead to humiliation and violence, but this also could effectively deny their legal rights and citizenship. For example, health care or banking transactions are hard to get due to a lack of proper identification. Instead of admitting the failure of the society to accept different identities, they blame the people to bring this upon themselves.


MORE THAN MY SEX

Despite the lack of acceptance, almost everywhere in Africa, it is allowed to change your name under strict conditions. Only in Tanzania and Uganda changing names isn’t possible. When it comes to gender mark change, most parts of Africa allow it, but the instructions are very unclear. In Lesotho, Tanzania, Uganda and Zimbabwe this change is not possible.

BELGIUM, THE PROMISED LAND? ‘Belgium is the world leader in LGBTQ rights’, says Anke. The public opinion is very tolerant of LGBs. This tolerance is rarely seen on a global level, not even on the African continent. There are a lot of LGBs fleeing, not only out of Africa but also in their own country or to neighbouring countries. ‘We must be careful that we do not paint a picture of Africa as a cruel continent and of Europe as an enlightened beacon of tolerance and hope where all people of the LGBTQ+ community want to go to’, explains Anke. ‘A lot of African LGBs are proud of their African ethnicity. They just want to be accepted.’ There are a few known cases where LGBs flee to the West, hoping for a more tolerant and accepting home but when they are, they aren’t getting a warm welcome.

49

Often those refugees have to prove that they really are part of the LGBTQ+ community to have the right to gain asylum. Often they aren’t believed and sometimes they have to go through humiliating interviews or tests to prove their sexuality and identity.

WHAT’S OUR ROLE? We too need to claim our responsibilities because a lot of the legislation which discriminates LGBs in Africa go back to the colonial period. Those legislations against LGBs, that we in the West consider inhuman and barbaric, were the laws we imposed to our colonies. Moreover, a movement of American evangelists emerged at the beginning of the 21st century which spread discriminatory hatred against LGBT people in Africa. The ‘kill the gays’ bills from Uganda is a perfect example of the influence these evangelists had on the local community. Those ‘kill the gays’ bills are legislations from 2009 which made the death penalty possible for aggravated homosexuality as well as repeated, consensual sex with partners from the same gender. Under this legislation, citizens are obliged to report suspected homosexuals or others involved in the LGBT community as well as those that promote homosexuality. ‘We have to be reliable allies for the Afri-

can activists’, concludes Anke. ‘We have to listen to their needs and support them with whatever we can. We are not the heroes in this story; the real heroes are the activists who fight for equality in their country on a daily basis.’  

THE LGBTQ+ ALPHABET • Lesbian women attracted to women. • Gay men attracted to other men. • Bisexual people who are attracted to their own gender or another gender. • Transgender people whose gender identity or expression is different from the gender they were born with. • Queer a political statement which wants to break the binary thinking. • + To include other types of identities. For example (this list is not complete):

• Pansexual someone who is attracted to someone's quality instead of someone’s gender identity. • Asexual people identifying with this term have little to no sexual attraction. They do like romance, unlike aromantic people. • G.N.C. (gender nonconforming) those people define themselves as the gender they’re born with, but go outside the traditional norms of

this gender. Besides that, they don’t identify as a male or a female. • Gender fluid this is when a person sometimes feels more feminine and other times more masculine. They often identify as he or she. • Gender neutral someone who doesn’t want to be described as a specific gender such as he or she. More info on www.lgbt.ie/what-is-lgbt/


50

MORE THAN MY TURMOIL

SUFFERING SILENTLY AROUND THE WORLD

CHARLIE USES SOCIAL MEDIA TO HELP PEOPLE WITH MENTAL PROBLEMS TEXT & PHOTOS  ©Ekatarina Korneva

Charlie Marshall, originally from the UK, but now living in the US, supports people worldwide through his social media channel Authentic Mental Health, 20.000 followers on YouTube and 10.600 on Instagram. He inspires thousands to continue fighting with mental illnesses and acknowledging the beauty of life. ‘I’m willing to sacrifice my own mental health as long as I can prevent even one person from committing suicide.’


MORE THAN MY TURMOIL

©C h a

rl i e

Ma

rs h

a

ll

51

‘I WANT TO SHOW PEOPLE THAT FEELING BAD IS OKAY, THAT THEY ARE NOT CRAZY’

Anxiety, depression, mental illnesses. We hear those words quite often, and probably we even know somebody suffering from those problems. But do we talk about them seriously enough? Do we help others? Do we know how to help ourselves? Our society makes a parade of being liberal. However, talking about mental problems is incredibly hard even to close people. We live in the 21st century, we know how to google things, right? But it’s not that easy to find something which can help you to feel better, to understand others or yourself. In December 2016 Charlie decided to make a YouTube channel about anxiety and depression from which he suffered. It was a kind of a diary, to express emotions that were burning inside. Step by step each day. ‘I could physically see myself: how I looked, how I was talking to the camera, how I got better or worse each day.’ It helped to build up his confidence, and also he reached other people in the world who were suffering the same way. ‘It became a community which was growing so fast that after waking up in the morning I saw thousands of new followers. I felt less lonely, and they hopefully felt less alone while watching me.’

A lot of people seek help on the Internet. Some of them don’t have enough money to go to a specialist. Some of them are afraid of talking about it with anybody in person. But the most common reason: they are too young. A lot of them are twelve, thirteen years old and they text Charlie because they are lost and don’t know how to deal with their problems. ‘Replying all those calls and messages, creating videos, uploading videos, doing social media, it takes a huge stretch of the day, a huge stretch of the night. I have no personal time. And it’s difficult for my family, wife and friends because we don’t spend as much time together as I want and they want. But I know that I am doing a good thing. This thought keeps me going.’

‘MY MAIN GOAL IS TO HELP AS MANY PEOPLE AS POSSIBLE’

Talking to the camera about mental problems is hard. Charlie looks right into the lens, inside thousands of souls on the other side of the screen. ‘When I started posting videos on YouTube, my parents were concerned that somebody could find my home and hurt me. They are supportive and caring parents, and from the start, my mother thought that it might be a fantastic idea to support others and express feelings. She also suffers from anxiety and depression and watching my videos helped her to cope with it.’

Charlie wanted to raise awareness about the fact that men also suffer. ‘There is a massive stigma of talking about it. Men have to be men. They have to be tough. They have to be mature. But they are people, and it’s absolutely normal to talk about feeling bad, it doesn’t show weakness.’

It helps thousands of people all over the world. Of all the people watching his videos, 41 per cent are Americans, 13 per cent are British, 6,3 per cent Indians, 5,6 per cent Philippines, 4,9 per cent Canada and the rest of percentages are added a little bit from everywhere.

Authentic Mental Health, Charlie’s YouTube channel, helped him to go on. It gave him a reason to live again. A purpose. Today the aim of continuing is to help others. Every day Charlie gets around 50 messages from people all over the world. ‘I read every single one. And I do reply to every single one. Some are ‘thanks’, but others are anonymous life stories. Just imagine how hard it is to read misery messages, to get pictures of people self-harming, crying, suffering, and you are on the other line of the phone, not able to support. It would definitely reflect on the mental condition of anybody, even the strongest person.’ Charlie feels sorry for them. ‘I’m willing to sacrifice my mental health as long as I can prevent even one person from committing suicide. Or just have one person feeling a bit better after a conversation with me.’

‘My main goal is to help as many people as possible. Whatever shape or form that takes. I just want to make the world a better place. I want to help people who are suffering inside. Show them that they are not monsters; they are not crazy. It’s okay to talk about how they are feeling. It’s okay to seek help.    When you need extra support through times of lonelines, anxiety or thoughts of suicide, please call the CHS telephone helpline: +32 2 648 40 14, or go to www.chsbelgium.org. CHS stands for Community Help Service.


52

MORE THAN MY TALENT

THE NEXT BIG THING: INSTAGRAM MODELLING LANZI (18): ‘I NEVER WEAR BIKINIS BECAUSE I FEEL AWKWARD IN THEM. I ONLY WEAR THEM FOR INSTAGRAM’

TEXT  Janne Schellingen

©

La

nz

an

ie W

eid e m

an

Instagram is the fifth most used social media app in the world, according to Digital Information World. Especially younger crowds, kids and students use it to let people know what they’re up to and to post pictures of themselves. Following people is a big part of Instagram. The more followers you have, the better. Some people even make a career out of it and become Instagram models, hoping to get signed by an agency or just become an influencer. ‘It’s so much more than just taking a pretty picture and posting it.’ Say hello to Lanzi and Emily, two Instagram models.


MORE THAN MY TALENT

53

‘I FELT LIKE I NEEDED AFFIRMATION AND LOVE TO HEAL. INSTEAD OF SEEKING IT IN GOD, I TURNED TO SOCIAL MEDIA’

L

anzanie Weideman is an 18-year-old high school student in Johannesburg, South-Africa. Lanzi started Instagramming at the end of 2017. ‘I wasn’t feeling really well when I decided to start my account. My family and I had to move away from our hometown because of my mom’s work.’ ‘I just came out of an emotionally abusive relationship that was poisoning without me realizing it. So when I moved into the new house, I felt lost. I had left behind everything and felt like I needed affirmation and love to heal. Instead of seeking it in God, I turned to social media. People always commented on my pictures telling me how beautiful I am. So I reasoned that if I could get more of this, I would grow more confident and get over the hurt I was feeling.’ PASSION FOR MODELLING

‘The bigger my following got, the more I wanted to be active in modelling. Little by little, my Instagram wasn’t me trying to receive love or approval from people, but me sharing my passion for modelling. I now almost have 16.000 followers on my Instagram account. This sometimes feels very unreal, and at other times it feels very normal to have so many strangers following me, because some of my friends also have a high follower count’, Lanzi says. ‘For me, the weirdest thing is when people recognize me on the street. They stop and ask me if I’m Lanzi. It’s absolutely amazing though to see and meet people who appreciate the pictures I post and look up to me.’

DIFFERENT ONLINE

‘I’m a little bit different online than in real life. For instance, I don’t wear as much makeup as I do on Instagram. The clothes that I wear for my pictures, aren’t the clothes I normally wear. I’m a sucker for baggy clothing and beanies. I never wear bikinis or bathing suits because I often feel awkward in them. So I only wear it for Instagram pictures.’ But Lanzi stays true to whom she is: ‘I love making puns, taking pictures in cool locations and smiling and laughing.’ Lanzi lives in South-Africa, where a lot of people are Christian. ‘I spend a lot of time in church. When I started posting swimsuit pictures, I was a bit wary because normally, I’m very conservative. The thought of people not approving and people looking at me differently, scared me a bit. Later on, I stopped feeling like that because I received a lot of compliments and support. My body is beautiful because I’m wonderfully made. I will never be ashamed of showing it on social media.’ WEIGHT STRUGGLES

‘I’M A SUCKER FOR BAGGY CLOTHING AND BEANIES’

‘That doesn’t bother me that much’, Lanzi reacts when asked if people only follow her for her pretty face and beautiful body. ‘I try to incorporate as much of my personality into a post. If I succeed in doing that, my followers aren’t just there for a picture of a pretty girl.’ ‘I’ve received a lot of direct messages telling me they absolutely love my captions and that they can’t wait for my next post because it makes their day. It makes me happy that people follow me because they want to laugh and talk with me.’

Lanzi wasn’t always this confident: ‘I struggled with my weight for a very long time. I was never overweight or anything, but I just kept comparing myself to famous Instagram or runway models, super unhealthy. But recently, I’ve made peace with the fact that not every person looks the same or should look the same. I’ve started to absolutely love the skin I am in.’

‘Be prepared for a lot of hard work if you want to start out as an Instagram model. It’s so much more than taking a pretty picture and posting it. You need decent photographers, good locations, having your hair, makeup and nails done. You need great outfits that complement your body. That’s just to take the pictures, you also need to maintain your Instagram layout and theme. The most important tip is to not compare yourself to others. Just be yourself and express yourself in a way that is unique to you.’  


54

MORE THAN MY TALENT

‘I LIKE TO PORTRAY A CERTAIN CONFIDENCE ON MY INSTAGRAM, BECAUSE I’M A ROLE MODEL TO MANY YOUNG GIRLS’

E

mily Van Liew has the same age as Lanzi, but lives in a completely different country. Based in Los Angeles, America, Emily is studying Medicine. ‘In October 2017, I started to put a lot more of my energy in taking photos. I still post photos for fun, but now I also check if the pictures are doing well compared to others. I’m actually taking a few quarters off of school to focus on my modelling career. I also work as a digital content creator and PR leader for a brand called Nadia’s.’

people have used me in the past, so I tend to keep my circle small. I have a few best friends, but it can be scary and sometimes even hard to trust people.’ The life of a social media influencer can be difficult, and it’s not only people, but also stress that makes it harder. Emily explains: ‘I don’t have a picture to post for the next day, so I’ve planned to get up early and take some photos before a photoshoot that I have scheduled. There’s a lot of pressure to post consistently, I try to post a picture every day, but I also try to remind myself that it’s never the end of the world.’

IT HAPPENED OVERNIGHT

‘Becoming bigger on Instagram kind of happened overnight. People were recognizing me while going out or at local music festivals. A lot of people told me that they really looked up to me, so I continued to venture into the world of social media. Being a signed model also played a huge role, because most modelling agencies encourage you to “grow your own brand.” I don’t really see myself as an Instagram model, because I’m a model for SMG Models. But I know that others who aren’t signed, often refer to themselves as Instagram models.’ ‘It’s really amazing that over 10.000 people like seeing what I post. When you start to think about how many people that actually are, it can be hard to fathom. A lot of younger girls look up to me, I sometimes bump into them in the street. They ask for photos and ask questions about modelling or my style, it brightens my day.

NOT A REAL JOB

‘THERE’S ALWAYS

‘The idea of being an Instagram model is a very weird concept in America. It’s so highly valued, yet not seen as a real job.’ Emily talks about her country being open to her job and the pictures that she posts: ‘I think that there’s always a certain pressure on influencers, especially on female ones, to show some skin. But not too much of course, because otherwise you could easily be slut shamed for doing so. I have always been on the slim side and I’m also very, very tall, so being catcalled and stared at in public happens all too often.’

PRESSURE ON FEMALE

INFLUENCERS TO SHOW SKIN. BUT NOT TOO MUCH OR YOU’LL BE SLUT-SHAMED’

Emily still struggles with her confidence sometimes: ‘I have good days and bad days. I like to portray a certain confidence on my Instagram, since so many young girls follow me. But there are definitely things that I struggle with. Every day, I’m working to change these struggles and love myself more.’ ‘One thing that has changed is privacy. I’ve become a lot more careful of what I’m posting and who I’m opening up to. A lot of

'I haven't experienced a lot of hate. I try to keep my community very positive, easy going, and real on Instagram, which I think helps with the hate comments.' HAVE A VOICE

‘The best tip I can give anyone who wants to grow bigger on Instagram is to be yourself. Don’t be what everyone else already is, or wants you to be. Doing that never got me anywhere, and nobody will ever relate to someone that’s fake. Additionally, do something with your platform besides posting pictures of yourself. When you have followers, you have a voice! Promote charities and organizations that you support, educate people and never ever turn someone away if they need your help or advice.’  


MEER DAN MIJN SMAAK

LEVEN IN EEN CAMPER

EEN HUIS OP VIER WIELEN MET ALLEEN JEZELF ALS GEZELSCHAP TEKST  Anne-Sophie Verkoyen  FOTO’S ©Carlijn Assink

Carlijn Assink [ 29 ] is een echte globetrotter. De titel ‘vrouwelijke soloreiziger’ staat op haar lijf geschreven want ze reisde al backpackend de wereld rond. Toch waren haar verlangens nog niet afgevinkt. Twee jaar geleden kocht ze een Volkswagencamper uit de jaren 80 en kroop ze zelf achter het stuur. The Van Life werd haar nieuwe thuis.

55


56

MEER DAN MIJN SMAAK

T

he Van Life is een snelgroeiende levensstijl waarbij mensen over heel de wereld een busje, camper of caravan kopen en die opknappen naar een huis op wielen. Zo leren ze nieuwe mensen kennen, ontdekken ze talloze plaatsen en verbinden ze zichzelf met de natuur. Dat zorgt ervoor dat ze meer tijd kunnen besteden aan hun creatieve passies terwijl ze kosten van accommodaties inruilen voor lange kilometers. Fulltime reizen was nog nooit zo makkelijk. Carlijn Assink groeide op in het Nederlandse Twente, maar woonde tot voor kort acht jaar in Utrecht. Tijdens haar jeugdjaren behaalde ze een bachelor in de Journalistiek en een master in Media Innovation. Ondertussen werkt Carlijn al zes jaar als freelance journalist en documentairemaker. Haar werk combineert ze al reizend in haar camper. WANNEER WIST JE DAT JE ALLEEN MET EEN CAMPER OP REIS WOU VERTREKKEN? ‘Ik heb een grote passie voor reizen en nieuwe landen ontdekken. Toen ik op mijn achttiende alleen ging wonen was dat de start van mijn reisperiode. Ik ontdekte onder andere al backpackend Zuid-Amerika en Canada en deed verder ook stages in het buitenland. Eenmaal afgestudeerd van de hogeschool wist ik niet of ik wel heel mijn leven in Utrecht wou wonen en of ik wel wou werken op een redactie. Wat ik met de rest van mijn leven zou doen bleef een raadsel. Tijdens een van mijn reizen naar Griekenland ontmoette ik op een festival een vrouw die alleen met haar kind in een Mercedesbusje rondreisde. Dit bracht me aan het denken: wat als ik dat ook kon? Sindsdien ging ik me meer en meer verdiepen in deze levensstijl.’

mensen op een milieuvriendelijke en minimalistische manier een leven leiden zonder dat alles rond geld draait. In de documentaire komen er veel alternatieve levensstijlen aan bod. Dat werk liet me inzien dat vliegen niet heel milieuvriendelijk is en dat er enorm veel alternatieven bestaan. Door in een busje te leven verbruik ik veel minder. Natuurlijk moet je wel even een oogje dichtknijpen bij het feit dat het wel al een oude camper is.’ (lacht) HOE BEREIDDE JE JEZELF VOOR OP DEZE REIS VAN ONBEPAALDE DUUR? ‘Mijn reis vooraf plannen deed ik niet. Enkele jaren geleden stopte ik met alles uit te stippelen omdat ik graag het spontane leven terug wou. In november 2017 was ik overtuigd van mijn keuze en begon ik het internet af te speuren. Al snel vond ik een prachtige caravan op Marktplaats.nl. Het was liefde op het eerste gezicht: ik zag hem en wilde hem meteen. Ik twijfelde dan ook niet en heb hem meteen gekocht. Ik noemde mijn nieuwe camper ‘Harrie’; het is een Volkswagen T3 uit 1981.’

‘DE

ZOEKTOCHT NAAR MIJN

CAMPER WAS LIEFDE OP

HET EERSTE GEZICHT’

LIEVER MET DE CAMPER DAN MET HET VLIEGTUIG OP REIS? ‘Enkele jaren geleden richtte ik een bedrijfje op en maakte ik samen met een collega twee online documentaires genaamd ‘Goed Gebuurt’. De documentaire gaat over hoe

‘De originele inrichting zat er nog in en daar heb ik niet veel aan veranderd. In datzelfde jaar begon ik ook met documentaires te maken waardoor ik af en toe zelf met de camper rondreisde. In september 2018 begon ik fulltime te reizen met mijn busje.’

JOUW VRIENDEN EN FAMILIE ZULLEN WEL VERWONDERD ZIJN GEWEEST. ‘Mijn directe omgeving was niet verbaasd omdat ze me door en door kent. Ik ging al vaker alleen op reis. Van de buitenwereld kreeg ik wel vaak de vraag of ik het spannend of eng vond en of ik daar wel genoeg mee verdiende. Als freelancer heb ik erg flexibele vaste klussen, dus dat was geen probleem. Ik ben het ondertussen al gewoon om te wonen in mijn camper en zou het voor geen geld willen missen.’


MEER DAN MIJN SMAAK

‘ALLEEN OP WEG ZIJN IS ALS EEN SOORT ONTDEKKINGSREIS’

HOE COMBINEER JE HET LEVEN ONDERWEG MET WERKEN EN GELD VERDIENEN? ‘Ik heb mijn eigen bedrijf maar als freelance journalist huren sommige bedrijven mij in, zoals bijvoorbeeld een nieuwsredactie. Ik schrijf zelf verhalen en ik verkoop die dan aan andere kanalen. Zo schrijf ik over ondernemers in Nederland en in het buitenland, die ik onderweg tegenkom. Andere thema’s die ik maar al te graag aankaart, zijn milieu en duurzaamheid die worden gepubliceerd op online blogs.’ ‘Tot slot schrijf ik over kamperen en mijn camperervaringen op een Nederlandse blog. Ondertussen werk ik ook aan een camperboek dat deze zomer uitkomt voor leden van de Nederlandse Kampeerauto Club (NKC). Hiervoor reis ik naar 75 kampeerplaatsen in de Benelux en schrijf ik er recensies over. Vroeger deed ik vaak ook vrijwilligerswerk in de landen waar ik kwam. Dat maakte het soms lastiger om nog een artikel te schrijven. Na het zware werk wou ik me liever ontspannen.’ ‘Ondertussen krijg ik het werk en het leven on the road goed gecombineerd. Als freelance journalist is het heel fijn om verhalen te maken onderweg. Ik kan zelf schrijven en filmen waar en wanneer ik maar wil. Dat maakt reizen in een huis op wielen nog leuker.’

GEORGANISEERD OP REIS VERTREKKEN, BESTAAT DAT? ‘Als je veel onderweg bent, moet je dat georganiseerde een beetje weglaten. Natuurlijk is het goed om je reis uit te stippelen maar het is vooral belangrijk dat je weet waarmee je op pad gaat.’ ‘Zo weet ik van mezelf dat ik met een oude bus de weg op ga en dat het daarom handig is om altijd gereedschap bij te hebben. Al doende leer je heel veel. Nieuwe informatie ontdekken en alleen op weg zijn is als een soort ontdekkingsreis. Ik weet ook dat ik gaandeweg veel leer en dat maakt het net leuk.’ LEVEN IN EEN CAMPER IS ERG MINIMALISTISCH. WAT HEB JE GEDAAN MET AL JE SPULLEN VOOR JE VERTROK? ‘Ik betaal de huur voor een antikraakwoning in Utrecht waar mijn meubels in staan. Dat is een manier om een leegstaand onroerend goed te gebruiken tegen verval.’ ‘Zo bewaak ik met andere woorden het pand dat over een bepaalde tijd zou kunnen worden gerenoveerd of kan worden afgebroken. Het enige nadeel is dat je er binnen een maand kan worden uitgezet. Maar nu kan ik er nog een tijdje blijven gelukkig. Met mijn levensstijl moet je tegen onzekerheden kunnen.’ 

57


58

MEER DAN MIJN SMAAK

‘MET MIJN LEVENSSTIJL MOET JE TEGEN ONZEKERHEDEN KUNNEN’ HEB JE SOMS HEIMWEE OF 'FEAR OF MISSING OUT'? ‘Dat valt goed mee. In deze tijd ben ik erg dankbaar voor de nieuwe technologie. Ik gebruik mijn telefoon als hotspot wanneer ik internet nodig heb. Op sommige plaatsen is er wifi maar dat is eerder beperkt. Toch kan ik makkelijk whatsappen en bellen met familie en vrienden. Soms zijn ze in de buurt en komen ze langs. Dat echte contact vind ik vaak leuker dan via een scherm. Natuurlijk lukt dat niet altijd en dat maakt thuis missen soms lastig. Dat ik het druk heb met werk en dus weinig tijd heb voor een goed gesprek met het thuisland hoort daar ook bij.’ ‘Maar onderweg leer je zo veel nieuwe mensen kennen. In het naseizoen zijn er ongelofelijk veel campers die net zoals ik aan het reizen zijn. Toen in december mijn camper plots defect was, zat ik vijf dagen alleen zonder enig contact, dat was best eenzaam. Toch kan ik mezelf goed vermaken en ben ik een erg sociaal type dat niet bang is om contact te zoeken en mensen aan te spreken.’ HEB JE JE ALS VROUW OOIT ONVEILIG GEVOELD OMDAT JE ALLEEN REIST? DURF JE MENSEN ZOMAAR TE VERTROUWEN? ‘Inmiddels heb ik voldoende mensenkennis om te weten wie goede en slechte bedoelingen heeft. Ik heb zelf nog nooit iets heel gevaarlijks meegemaakt toen ik alleen aan het reizen was in een ver land, maar één gebeurtenis is me toch bijgebleven. Op een avond parkeerde iemand plots zijn camper naast me. De bestuurder en ik raakten aan de praat, maar het werd al snel duidelijk dat hij andere bedoelingen had. Zo bleef hij maar contact zoeken hoewel ik meerdere malen zei dat ik dat niet leuk vond. Ik voelde me niet op mijn gemak, dus raapte ik mijn spullen bijeen en reed ik om elf uur ‘s avonds weg. Het liet een nare indruk op me na. Deze ervaring heeft me geleerd dat ik vaker naar mijn intuïtie moet luisteren. Soms is het

beter om te vertrekken als ik me niet veilig voel. Toch blijf ik geloven in het goede van mensen. Het was dan ook een eenmalige gebeurtenis.’ WELKE MOMENTEN ZAL JIJ VOOR ALTIJD KOESTEREN? ‘Tijdens het backpacken in Ecuador bracht ik samen met mijn broer tien dagen in de jungle door. Dit land had echt het prachtigste natuurgebied dat ik ooit heb gezien. Met mijn camper beleefde ik de fijnste tijd in Frankrijk. Mensen maken vaak je verhaal, vind ik. Het gaat om de ontmoetingen, het gaat om wat je deelt met mensen. Het kan nog zo mooi zijn in je eentje, maar het wordt leuker met iemand die er ook van geniet. Tijdens mijn tijd in Frankrijk werkte ik op een boerderij. Daar leerde ik dingen die ik anders nooit zou leren als ik in Nederland was blijven wonen.’ ZAL JE JE CAMPER BINNENKORT DEFINITIEF PARKEREN OF HEB JE NOG AVONTUURLIJKE TOEKOMSTPLANNEN? ‘Dat weet ik nog niet zo goed. Ik weet wel dat ik niet heel mijn leven half in een busje en half in een huis ga leven. Op mijn bucketlist staat nu Scandinavië. Naar verre landen zal ik mijn Harrie jammer genoeg niet kunnen meenemen. Zo’n camper verschepen is vrij duur en een serieuze onderneming. De tijd zal het wel leren. Mijn levensmotto luidt: tijd verstrijkt, dus je kan er maar beter van genieten.’  

Op Carlijns website www.carlijnassink. nl lees je meer over haar ervaring on the road. Haar documentaires vind je terug op www.goedgebuurt.nl en op www.nkc.nl/ blog lees je alles over The Van Life met de nodige tips en tricks.


MEER DAN MIJN KOMAF

59

KATHOLIEKEN IN CHINA TEKST  Jeremy Van der Haegen

©  Alexandra Lee Tsz Ting

Alexandra Lee [ 25 ] en Derrick Cheng [ 27 ] zijn geboren en getogen in Hongkong. Het paar leerde elkaar kennen in het kerkkoor en zijn vandaag actieve katholieken. Ze schetsen hun geloofsbeleving in China als een verhaal van discriminatie, legale onderdrukking en lichtpuntjes van hoop. Het kruis houdt stand in het hemelse rijk, maar hoe lang nog? De meeste hoogopgeleide mensen in Hongkong zijn katholiek of protestants omdat de beste privéscholen bij die religies horen. Zo is de huidige Chief-Executive van Hongkong, Carrie Lam, katholiek. ‘Als kind een doopcertificaat hebben heeft hier duidelijke gevolgen voor je levensloop’, zegt Derrick. ‘Daarom zijn er nog steeds veel mensen die zich bekeren. Op het vasteland bestaat dit privilege niet. China maakt geen probleem van mevrouw Lam omdat ze braaf instructies van de staat volgt.’ Ongeveer tien procent van de bevolking in Hongkong is christelijk. In de rest van China is dit cijfer vijf procent minder. Moslims zijn goed voor twee procent. Achttien procent van de bevolking bestaat uit boeddhisten. De rest van de bevolking is officieel atheïst, maar neemt meestal deel aan een gemengde vorm van confucianisme, taoïsme en lokale religie.

JEZUSIDIOTEN

‘Soms noemen mensen ons wel eens yeh lun (Chinees voor jezusidioot, red.). Dit is een scheldwoord voor mensen die in Christus geloven. Het maakt ons belachelijk voor onze vrome aard. Het is discriminerend afhankelijk van wie het gebruikt en in

‘SINDS MAO BELEVEN DE MEESTE KATHOLIEKEN HUN GELOOF ONDERGRONDS’ welke context’, legt Alexandra uit. ‘Deze mensen hebben meestal zelf geen strikte religie en beschuldigen katholieken ervan te leven met een opgestoken vingertje naar de samenleving. Ze weten niet hoe de kerkgemeenschap in elkaar zit, dus kan je hen gewoon best negeren. Als we iemand nieuw leren kennen, zeggen we ook niet direct dat we gelovig zijn tot we zeker zijn of ze een probleem met religie hebben of niet’, voegt Derrick toe.

POLITIEAGENTEN VOOR DE DEUR

De Chinese regering heeft doorheen de jaren heel wat splintergemeenschappen van de kerk officieel afgeschaft en beheert ook het budget van christenen. Hierdoor zijn veel groepen ondergronds gegaan en

houden ze ook geen openbare mis. ‘We werken hard rond dit thema in onze eigen kerk. We zijn dankbaar voor onze vrijheid van godsdienst in Hongkong (de stad mag tot 2047 haar eigen Common Law behou­ den, zoals die was onder de Britten, red.) en houden geregeld jongerendagen in Azië waar we de problemen van onze geloofsbroeders in de rest van China aankaarten’, zegt Alexandra. Sommige christenen uit China wonen het evenement bij om hun ervaringen te delen. Ook hier probeert de overheid roet in het eten te gooien. ‘Er worden politieagenten gestationeerd voor de deuren van christenen om ervoor te zorgen dat zij niet naar de bijeenkomst kunnen reizen. Sommige moedige mensen reizen op voorhand naar een ander land om dan van daaruit door te reizen naar de bijeenkomst’, legt Alexandra uit. Er woedt op dit moment een strijd tussen de paus en de Chinese regering over wie de lokale bisschoppen mag benoemen. Alexandra besluit: ‘Als de kerk in China volledig onder controle van de regeringvalt, vrees ik dat het aantal christenen nog meer zal afnemen. De kerk zou eerder een regeringsinstrument worden. De meeste katholieken in China beleven hun geloof sinds Mao toch al ondergronds.’  


60

MEER DAN MIJN KOMAF

VLUCHTELINGEN SPELEN SAMEN IN OHL WORLD TEAM

‘COMMUNICATIE VORMT NOG MEER DAN ANDERS EEN AANDACHTSPUNT’ TEKST & FOTO'S  ©Thijs Put

Om vluchtelingen te helpen bij hun integratie organiseert de voetbalclub Oud-Heverlee Leuven uit 1B voetbaltrainingen voor hen. Ze krijgen niet alleen sportieve oefeningen, maar oefenen ook hun Nederlands en leren omgaan met structuur en afspraken.

D

onderdagavond in het jeugdvoetbalcentrum Bruineveld in Kessel-lo. De Leuvense jeugdploegen behoren tot de meest prestigieuze van België. Terwijl een jeugdteam zijn training afwerkt op een van de piekfijne kunstgrasvelden stroomt er een groepje jongemannen toe op het veld ernaast. Het zijn onder andere Afghanen, Somaliërs, Eritreeërs, Palestijnen, Koerden, Syriërs en Irakezen. Stuk voor stuk erkende vluchtelingen die nog maar pas in België verblijven. Samen vormen ze het OHL World Team. Yusuf Farah, projectdeskundige vluchtelingen bij de stad Leuven, is één van de oprichters van het OHL World Team en traint zelf ook mee: ‘Onze ploeg is dankzij een samenwerking tussen de stad Leuven, OHL en het OCMW vorig seizoen opgestart. Ik ondersteun het project en begeleid de spelers vooral naast het veld.

Ik help hen bij het verbeteren van hun Nederlands en de zoektocht naar een job.’ JOBMOGELIJKHEDEN

De jongens leren vandaag hoe ze snel moeten combineren tijdens een wedstrijd. In de eerste oefening moeten de spelers per drie een combinatie uitvoeren binnen een afgebakend terrein. Het ziet er complex uit en onder de spelers ontstaan er ook verschillende misverstanden. Van het eerste aantal pogingen wordt er slechts één succesvol uitgevoerd. De enige twee teamgenoten die de bedoeling van de oefening wél begrijpen, proberen hun medespelers te helpen door luidkeels instructies te geven en de woorden van de trainer te herhalen: ‘Nee, Suleiman, een keer passen en dan helemaal rond de achterste kegel lopen!’

Het project lijkt zijn vruchten af te werpen: ‘Ruim de helft van de spelers van het OHL World Team vond ondertussen al werk omdat ze hun Nederlands kunnen oefenen. Naast het voetballen doen ze ook aan vrijwilligerswerk bij OHL. Een aantal van hen helpen tijdens wedstrijddagen op de verschillende parkings of tappen achter de toog’, legt Farah uit. Een van de succesverhalen is dat van Mahdi (34), die vier jaar geleden Egypte verliet als vluchteling en twintig dagen op zee ronddobberde. Toen hij in België aankwam ging Mahdi, die een opleiding als kinesist genoot, voor het World Team spelen. Ondertussen is Mahdi kinesist van de beloftenploeg van OHL. Daarnaast houdt hij ook de spelers van eersteprovincialer VC Bertem-Leefdaal fit. ‘Ik kreeg bij OHL een contract via het OCMW en nam deze kans met beide handen aan.


MEER DAN MIJN KOMAF

Ik heb dagelijks contact met de spelers en stel hun programma op. Bij OHL is het spel uiteraard van een hoger niveau. Bij Bertem-Leefdaal kwam ik afgelopen zomer terecht en daar ben ik één dag per week in de weer. Dat is een echte familieclub. Al de mensen in beide clubs waren heel vriendelijk, ze bekeken mij niet als de eerste de beste vreemde. Ik voelde me er onmiddellijk welkom. Ik hoop dat ik er mijn contract kan verlengen en ervaring kan opdoen. Ik heb de ambitie om nog lang bij hen te werken en hen zo te bedanken om mij als vluchteling werk te geven. Mijn eerste kans kreeg ik van hen. Ik ben blij dat ze me werk gaven en ik zo de mogelijkheid kreeg om weer helemaal vanaf nul te beginnen. Het is een droom die werkelijkheid werd, hopelijk kan ik die nog lang beleven.’ AFSPRAKEN EN STRUCTUUR

‘IK BEN BLIJ DAT IK DE MOGELIJKHEID KREEG OM WEER VANAF NUL TE BEGINNEN’ afkomst. Er komt wel wat meer bij kijken dan bij andere voetbalploegen. Het vergt wat flexibiliteit.' De spelers beginnen aan een schietoefening waarbij ze een voorzet binnen het strafschopgebied moeten controleren en afwerken met een doelpunt. De onderlinge taalbarrière houdt hen allesbehalve tegen

De training is vijf minuten aan de gang wanneer in de verte nog een speler uit de kleedkamer komt gerend. De laatkomer sluit zich aan bij een groepje op het veld. Terwijl de rest volop met hun oefening bezig is, spreekt trainer Brecht hem aan: ‘Jamal, je bent vandaag een paar minuten te laat. Probeer er volgende keer op te letten. We beginnen om acht uur, dat weet je.’ Waarop Jamal zich excuseert en verder gaat met zijn oefening. De vluchtelingen worden niet alleen geholpen in hun zoetocht naar werk, ze leren ook omgaan met structuur en afspraken. Vanaf het seizoen 2018-2019 speelt het OHL World Team wedstrijden in een competitie van zondagreserven. Vorig jaar speelden ze onder andere al een wedstrijd tegen 1895, de officiële supportersclub van de Rode Duivels. Die wedstrijd won het World Team met 3-0. ‘We zijn ondertussen één jaar bezig met deze ploeg. Soms is het moeilijk en zijn er wat spanningen. Maar we proberen elke training beter te worden.' COMMUNICATIE

Voor de volgende oefeningen moeten de spelers eerst zelf een extra doel op het veld zetten. Een vijftal spelers springen over de balustrade naast het veld en tillen het opgeborgen doel over de leuning. Een ander groepje staat klaar om de grote goal aan te nemen. Trainer Brecht kijkt toe en legt uit: ‘Deze groep jongens trainen is een speciale ervaring. Communicatie vormt nog meer dan anders een aandachtspunt. De jongens moeten zoals nu leren samenwerken met mensen van een andere

61

aan Adam om te proberen. Hypergeconcentreerd plukt hij de bal in één tijd uit de lucht en maakt hij het af met een fantastische volley. De stemmen en het gelach in de achtergrond maken plaats voor een applaus. De meesten zijn er even stil van en feliciteren Adam met zijn goal. ‘Er zitten een aantal goeie voetballers in de ploeg die op een hoger niveau zouden meekunnen’, zegt Brecht. ‘Het is uiteraard fijn dat we die bij ons kunnen houden. Maar als zij de kans zouden krijgen om hogerop te voetballen via het OHL World Team, dan werken we daar uiteraard graag aan mee.’ Ook Suleiman voetbalde in zijn thuisland een tiental jaar. ‘Hier in België probeer ik, naast mijn werk, toch wat te sporten met het OHL World Team.’ De communicatie tussen de spelers verloopt soms nog wat stroef. ‘We proberen Nederlands met elkaar te praten. Vooral voor de nieuwkomers is dat wat moeilijk. Maar we helpen elkaar zoveel mogelijk en meestal lukt het’, legt Suleiman uit. MATCHDAY

Zondag 28 april is het zover: de jongens van het World Team spelen hun laatste wedstrijd van het seizoen tegen de zondagsreserven van SK Nossegem. De wedstrijd gaat gelijk op. Net voor de rust weet Nossegem toch nog 0-1 te maken na een flauwe eerste helft. Na wat tactische besprekingen beginnen de jongens vol moed aan de tweede helft.

om luidkeels met elkaar te communiceren. Het lijkt er op dat dit een oefening is die ze graag uitvoeren. Om de beurt en aan de lopende band roepen ze naar elkaar om voorzetten te geven voor het doel. Ook de begeleiders doen volop mee. Brecht begint aan een loopactie en spurt richting doel. Net voor hij de bal wil controleren glijdt hij meters ver weg. De bal vliegt ver naast het doel. Terwijl Brecht al lachend rechtkomt, schatert iedereen het uit van het lachen. ‘Hey Brecht, ik sta hier hé’, grapt doelman Haji. HOOG NIVEAU

Nadat ze zelf de bal terughalen na hun doelpoging schuiven de jongens aan in de rij om opnieuw te schieten. Het is de beurt

De training van vorige week blijkt niet voor niets te zijn geweest: Omar past de bal naar voren. Wat volgt, is een indrukwekkende combinatie waarbij vijf spelers zijn betrokken. De bal wordt zo snel rond getikt dat de spelers van Nossegem alleen maar kunnen toekijken. Tevergeefs zoekt Ali het doel om de actie succesvol af te maken. Het is duidelijk dat de spelers de oefeningen van trainer Hans begrijpen en toepassen. In de toegevoegde tijd weet Nossegem nog uit het niets een doelpunt te maken. De eindstand is 1-3. Het OHL World Team eindigt het seizoen op de zevende plaats in het klassement, zeker geen slechte prestatie voor hun eerste seizoen in het competitievoetbal. Dit project toont aan dat voetbal meer kan zijn dan ontspanning, het is een ideaal hulpmiddel voor integratie. De jonge vluchtelingen komen naar hier zonder dat ze de taal spreken. Gelukkig kent de taal van het voetbal geen grenzen.  


62

MEER DAN MIJN SMAAK

‘ZONDER MIJN RECHTENSTUDIE HAD IK MIJN PASSIE VOOR FOTOGRAFIE NOOIT ONTDEKT’ TEKST  Julie Driessen

Siel Timperman (26) heeft alles om het te maken in de advocatuur. Een succesvol afgeronde rechtenstudie, een geweldige stage in New York en een vlotte babbel. Maar het is haar droom niet. En dus besloot Siel om te kiezen voor wat ze echt graag doet: fotografie. Is kiezen voor je passie zo makkelijk als het lijkt? INSTAGRAM: @sielmarthaphoto | WORDPRESS: sielmartha.wordpress.com


MEER DAN MIJN SMAAK

‘De keuze voor Rechten was voor mij logisch. Ik was blijven zitten in het middelbaar en wou mij simpelweg bewijzen. Ik ben dan ook trots op mezelf dat dat gelukt is. Maar mijn droom was het helaas niet. Ik paste niet in de richting. De mensen, de professoren, de manier van omgang: het was alles wat ik niet was. In het begin van mijn studie heb ik vaak gezegd: ik ga hier later niets mee doen. En het is nog uitgekomen ook.' (lacht) GELEEFD WORDEN

‘Ik ben meteen na mijn studies in New York terechtgekomen door een oproep in een Facebookgroep van iemand die stage deed bij een Belgisch-Amerikaanse advocate. Ik stuurde mijn cv op goed geluk, en wonder boven wonder mocht ik er aan de slag gaan. De stage duurde normaal gezien zes maanden, maar uiteindelijk werd het anderhalf jaar. Het was enorm stresserend werk, de werkdruk lag hoog. Ik werkte van 9 uur ’s ochtends tot 7 à 8 uur ’s avonds non-stop. Het was echt zwaar, soms werd ik zelf in paniek wakker, maar het gaf me ook voldoening.' 'Mijn bazin wou graag dat ik bleef na mijn stage, dus hebben we een aanvraag voor een visum ingestuurd. Maar het is moeilijk om er een te krijgen - zeker in het Trump-tijdperk. Het is een echte loterij: maar een op drie krijgt een greencard. Ik was niet geselecteerd, dus moest ik terugkeren naar België. Dat was een geluk bij een ongeluk. Ik kon op adem komen en een moment nemen om na te denken. Is dit wel wat ik wil doen voor de rest van mijn leven? Ik ben meteen na mijn afstuderen vertrokken naar New York, en heb nooit echt stilgestaan bij de toekomst. Ik had ook het gevoel dat ik zes geleefd jaar werd. Altijd die druk en die stress. Niet dat ik ongelukkig was, maar je leeft niet voor de volle honderd procent. Dat doe ik nu gelukkig wel.’ KIEZEN IS NIET VERLIEZEN

‘In het weekend ging ik in New York altijd op pad met mijn analoge camera. Tijdens het fotograferen besefte ik: als ik dit doe, vergeet ik de tijd, terwijl ik in het advocatenkantoor de uren aftel. Ook had ik iedere zondag het gevoel van: “shit, morgen opnieuw werken” en zo wou ik eigenlijk niet verder leven. Er is toch meer in het leven dan werk alleen?' 'Toen ik terug in België was, wist ik meteen dat ik nog iets wou bijstuderen. Afgelopen zomer volgde ik een opleiding Fo-

tografie om mijn techniek bij te schaven. Daarna koos ik voor een banaba Kunst- en Cultuurmanagement. Toen het moment kwam om een stage te kiezen, twijfelde ik geen seconde. Ik moest gewoon terugkeren naar New York, om te ontdekken of het nu echt zo leuk was als ik het mij herinnerde.' 'Ik doe momenteel stage bij het Wassaic Project, in upstate New York. Het is een kunstorganisatie die een residentie aanbiedt aan Amerikaanse kunstenaars om kunst te maken en te netwerken. Het is een soort van hippiekeet in een verlaten molen, recht in the middle of nowhere – zalig. (lacht) Naast fotograferen help ik hier vooral met de zakelijke kant. Op de een of andere manier sluit het deels aan bij mijn rechtenopleiding. De kunstwereld heeft echt nood aan mensen met een andere opleiding en visie om orde op zaken stellen, en ik kan hun dat bieden.’

IK HEB LIEVER EEN VRAAGTEKEN ACHTER MIJN TOEKOMST DAN EEN PUNT DROMEN ZIJN GEEN BEDROG

‘Er gewoon voor gaan, dat is iets dat ik echt in Amerika heb geleerd. De American dream is echt, en dat zouden Belgische jongeren evengoed moeten ervaren. Grijp gewoon alle kansen zolang je jong bent. Maar ik merk ook dat je bij ons niet echt ondersteund wordt om dingen te proberen. Je krijgt vaak te horen: zou je dat wel doen, is dat wel een goed idee? Maar zo geraak je natuurlijk nergens.' 'Ik ben hier volgens mij echt omdat het zo moet zijn. Het is een beetje serendipity. Er zijn voor mij geen toevalligheden in het leven, alles gebeurt met een reden. Want als ik nooit voor een rechtenopleiding had gekozen, was ik natuurlijk nooit in New York terechtgekomen en had ik mijn passie voor fotografie niet ontdekt. Dat is u de grote droom: fotografe worden. En door mijn vorige studies ben ik ervan overtuigd dat niet alleen het creatieve aspect, maar ook het zakelijke aspect zou moeten lukken. Door mijn stage heb ik duidelijk kun-

63

nen ervaren dat naast de kunst ook een businessplan heel belangrijk is.’ BELGISCHE BEKROMPENHEID

'Ik heb het gevoel dat ik nu op de hoge­ school al zoveel meer heb bijgeleerd dan op heel mijn periode op de universiteit. Daar is het vaak gewoon geluk hebben met jouw examens, maar is dat dan echt een test van jouw kennis, zo zonder praktijk? Er zou ook meer begeleiding moeten zijn voor de geschikte studiekeuze. We worden vaak gepusht door ouders of vrienden, waardoor we vaak een foute beslissing nemen. En veranderen van richting blijft ook taboe, uit schrik voor de mening van anderen.' 'Ik heb gemerkt dat dit gewoon de Belgische mentaliteit is: veilig in je eigen hokje blijven. En dat zou echt anders moeten. Durf te dromen. Ik heb nog maar pas voor mezelf beslist dat ik het achter mij moet laten – al die pressure om het toch volgens het boekje te doen – en gewoon mijn eigen weg te volgen. Ik heb mijn plek gevonden, en zou dan ook nooit meer willen terugkeren naar de stijve juridische sector. Nu ja, dat zeg ik nu.' (lacht) GEEN SPIJT

‘De voorbije weken heb ik zo hard over mijn toekomst nagedacht: de angst voor het onbekende, de zekerheid van een toekomst die niet honderd procent de mijne is. Vlak voor ik opnieuw naar New York vertrok, wou ik eigenlijk niet terug. Ik dacht dat ik misschien toch maar de veilige weg moest nemen en mijn stage hier moest beginnen. In mijn achterhoofd hoor ik soms het stemmetje: "komaan Siel, je hebt er zoveel tijd en werk in gestopt, waarom gooi je dat nu allemaal weg?" En ja, ik zou in België een heel goed betaalde job kunnen vinden, maar ik weet nu dat ik nooit met de volle goesting zou gaan werken.' 'Als ik nu de keuze had om terug te gaan in de tijd en een andere studierichting te kiezen, zou ik dat niet doen. Het heeft me gevormd tot wie ik ben. Ik heb gestudeerd in Leuven, Londen en Brussel, én gewerkt in New York. Die ervaringen nemen ze me nooit meer af. Ik weet nu des te beter wat ik niet wil doen in het leven. Nu moet ik gewoon doorbijten en over mijn angst heen geraken. Ik weet nu hoe mijn leven er tot juni uitziet, en daarna is het weer een groot raadsel. Maar zo heb ik het graag: ik heb liever een vraagteken achter mijn toekomst dan een punt.'  


64

MEER DAN MIJN SMAAK

HET TABOE VAN HET NIET-PERFECTE PLAATJE

‘IK DACHT DAT MENSEN ME DOM ZOUDEN VINDEN OMDAT IK ZO VAAK VERANDERDE VAN STUDIERICHTING’ TEKST & FOTO'S  ©Nathalie Van Hauwe

Al van heel vroeg in ons leven moeten we keuzes maken. Keuzes die ons leiden tot steeds weer een volgende stap, en zo dus ook de toekomst. Maar zijn we op die belangrijke scharniermomenten wel klaar om die keuzes te maken? Vallen en weer opstaan lijkt vandaag de trend. Iedereen heeft recht op een do-over. De ene kiest voor zijn passie, de andere probeert die nog te vinden. Elke student heeft zijn eigen verhaal. Er ligt vaak zoveel druk op onze schouders om juiste keuzes te maken: welke hobby, welke vrienden, welke kleding, welke studierichting? Alsof er altijd maar één juiste keuze is. Alsof die vanaf het eerste moment juist moet zijn. Je bent tenslotte meer dan de keuzes die je ooit gemaakt hebt. Het perfecte traject is niet voor iedereen weggelegd en is al helemaal niet verplicht. Je kan na eender hoe­ veel tijd in een bepaalde richting alles over de boeg gooien en iets nieuws beginnen. Je identiteit hoeft ook niet gebonden te zijn aan een studiekeuze, ze kan veranderen, evolueren of hetzelfde blijven los van je richting. Je bent misschien vastgelopen in je eigen perfecte plaatje. Iets kan je passie geweest zijn en die ben je nu misschien wel kwijt. Moet je dan een nieuwe passie vinden? Veranderen van studierichting is een beetje zoals in een relatie zitten die niet goed loopt. Blijf je bij de persoon waar­ mee je al jaren samen bent en blijf je ongelukkig of zet je er een punt achter en gooi je alles weg voor je eigen geluk?

ALS JE WERELD INSTORT

‘Er zijn studenten die vanuit hun familiale omgeving worden voorbereid op het maken van een studiekeu­ ze. Voor hen is het dan vaak makkelijker om op hun 18 jaar een keuze te maken.', verklaart Sebastiano Cincinnato. Hij is doctoraatsonderzoeker aan de Le­ rarenopleiding van de VUB. Hij deed onderzoek naar de relatie tussen student en zijn/haar achtergrond en studiekeuze. Meer specifiek onderzocht hij studie­ keuzes en de keuzes die studenten na hun eerste jaar maken en hoe die keuzes samenhangen met het beha­ len van een diploma of het uitvallen zonder diploma. 'Als je van kleins af aan wordt ingeprent dat je dokter zal worden, dan is dat eigenlijk geen keuze meer die je maakt. Er is dan maar één optie. Als dat dan niet lukt, stort je hele wereld in omdat dat ene ding dat je zou en wou worden niet lukt. De realiteit is ook dat je stu­ diekeuze voor een stuk al gemaakt wordt op je 12 jaar, omdat we verschillende onderwijsvormen hebben. De keuzes die je maakt in het secundair hangen samen met de slaagkansen in verschillende opleidingen aan een universiteit of hogeschool.’


MEER DAN MIJN SMAAK

JELKE [ 20 ] WOELIG PARCOURS

Jelke Smout studeerde Psychologie, ver­ anderde naar Criminologie en studeert nu Sociale Readaptatiewetenschappen. ‘Ik studeerde Psychologie, dus was ik er heel zeker van dat ik later een eigen praktijk zou hebben waar ik dan psychologe zou zijn en mensen zou begeleiden. Ik zat heel hard in de knoop met mezelf toen dat niet bleek te lukken, want ik had me vooral gericht op Psychologie. Toen moest ik op­ eens iets anders gaan zoeken om te stude­ ren. Ik voelde mij heel slecht en zelfs dom. Ik vond dat ik gefaald had en niets kon.’ ‘Ik voelde me schuldig tegenover mezelf, maar ook tegenover mijn ouders. Zij hadden zoveel geld betaald voor deze op­ leiding. Ik vond het verschrikkelijk dat ik het perfecte traject niet kon afleggen. Mijn vrienden waren wel goed bezig en ik dus niet. Nu vind ik het niet meer zo erg omdat er veel mensen zijn die daar niet in slagen. In het middelbaar is blijven zitten en ou­ der zijn dan de rest een no-go. Vanaf het hoger maakt het allemaal niet zoveel meer uit. Ik dacht dat mensen me dom zouden vinden omdat ik zo vaak veranderd ben. Dat vond ik eerst van mezelf ook, maar ik wist gewoon niet goed wat ik wilde doen. Ik heb een woelig parcours afgelegd maar zit nu eindelijk waar ik moet zijn.’

RENKE (22) IN DE KNOOP

Renke Heremans veranderde al meerdere keren van studierichting. Zo begon ze met Vroedkunde, koos ze daarna voor Kleuter­ onderwijs en studeert ze nu Communica­ tiemanagement. ‘Wanneer ik begon met mijn eerste richting dacht ik absoluut dat dat dé perfecte richting was, op mijn lijf geschreven. Toen ik aan Kleuteronderwijs begon, dacht ik na de tweede les al: “Oei, dit is niets voor mij”. Toch heb ik die nog

tot het einde gevolgd. Bij de eerste keer veranderen van studie hakte ik redelijk snel de knoop door om voor Kleuteron­ derwijs te gaan, maar toen bleek dat dat ook niet mijn ideale richting was, zat ik toch wel even in de knoop met mezelf. Ik vroeg me af wat ik wilde bereiken in het leven, wie wilde ik zijn, wat voor mij nu de ideale job was. Ik heb me dat jaar in Kleu­ teronderwijs ook enorm slecht gevoeld. Iets volgen dat je niet echt aanstaat, dag in dag uit, is moeilijker dan ik op voorhand dacht. Na de tweede en derde keer veran­ deren van richting voelde ik mij gefaald. Dan denk je: “Is het dan zo moeilijk om iets te vinden dat op je lijf geschreven is?”.’ ‘Volgens mij kunnen studenten zeker nog voldoen aan het “perfecte plaatje”. Als je echt zeker bent van je stuk en voldoende motivatie toont, kan dat wel lukken. Ik denk dat er bij sommige mensen gebrek is aan ambitie, waardoor die studie eerder een sleur wordt. Daardoor zijn er meer en meer studenten die aangepaste trajecten volgen en niet meer in het perfecte plaat­ je passen. De studietrajectbegeleiders van de verschillende scholen hebben me altijd met de nodige raad en daad bijge­ staan. Het is gewoon een kwestie van er een persoonlijk gesprek mee aan te gaan. Misschien is die drempel nog iets te groot voor sommigen, en hebben ze hierdoor gebrek aan de nodige info en begeleiding. Ik denk wel dat sommigen op hun 18 jaar al een belangrijke keuze zoals deze kun­ nen maken, maar de manier waarop de richtingen worden aangereikt is volgens mij verkeerd. Je zou het beroep dat je later wil uitoefenen al eens moeten kunnen proberen. Je krijgt wel enorm veel infor­ matie, het is dan ook moeilijk om die zo goed mogelijk te kunnen filteren.’ ‘Doordat ik deze weg heb afgelegd kan ik beter begrijpen wat sommige studenten

65

ervaren bij het veranderen van een studie. Soms word ik daar nog over aangesproken of wordt daar wel eens mee gelachen. Dat is jammer want het heeft mij wel gevormd tot de persoon die ik nu ben. Als ik een be­ slissing moet maken sta ik hierdoor soms sterker in mijn schoenen.’

EVA (21) NIETS VERSPILD

Eva Jacobs veranderde van Verpleegkunde naar Criminologie. Na deze opleiding zou ze graag nog iets anders studeren. ‘Tijdens het jaar hadden wij na elke examenperi­ ode een gesprek met onze begeleider. Ik vertelde hem dat ik de opleiding niet meer verder wou zetten omdat het echt niets voor mij was. Hij begreep dit niet, want ik had goede punten. Hij heeft mij dan nog tot het einde proberen te overtuigen om de richting te blijven volgen. Ik voelde mij echt niet begrepen door mijn begeleider en heb helemaal zelf moeten uitzoeken wat ik allemaal moest doen om van rich­ ting te veranderen. Ik moest mij officieel uitschrijven uit de opleiding Verpleegkun­ de en ik moest in een gesprek komen uit­ leggen waarom ik de opleiding niet meer wou doen.’ ‘Ik zat heel erg in de knoop met mezelf. Ik moest vroeger nooit nadenken over wat mij interesseerde en wat ik wou doen in mijn leven, dus ik wist daar op zo'n korte tijd niet echt een antwoord op. Ik was toen heel onzeker over mezelf, want mijn ene broer was goed in economie en talen en mijn andere broer was goed met compu­ ters. Ik was niet specifiek goed in iets. Ik kon goed dingen onthouden, maar dat was het ook. Dat jaar heb ik wel veel geleerd, over mezelf maar ook kennis uit ver­ pleegkunde die ik nu nog steeds gebruik of handig vind. Ik vind dat geen verspild jaar, dus is het ook niet erg dat ik dat jaar gedaan heb.’  


66

MEER DAN MIJN NAASTEN

NIEUWE PUURHEID

NIET ELKE STUDENT DRINKT TEKST & FOTO  ©Stijn Grobet

Nomie: ‘Gelukkig heb ik geen alcohol nodig. Ik ben al blij genoeg van mezelf’

Studenten en alcohol, een beetje zoals Bonnie & Clyde zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. Termen als bingedrinken en comazuipen zijn een vaste waarde binnen het vakjargon van de student. Uiteraard zijn er ook uitzonderingen, en meestal zijn die uitzonderingen er niet zomaar. Nomi is een twintigjarige studente Verpleegkunde die nog nooit een druppel alcohol heeft aangeraakt. Ze heeft daar een goede reden voor. Zolang ze zich kan herinneren heeft haar moeder een alcoholverslaving. HOE LANG IS ALCOHOL EEN PROBLEEM BIJ JOUW THUIS? ‘(Zucht) Al zolang ik me kan herinneren denk ik. Het begon al bij mijn opa. Die dronk regel­

matig en dat heeft ervoor gezorgd dat het een soort van gewoonte werd in de familie. Daarna begon mijn moeder met alcohol drinken. Dat heeft er uiteindelijk ook voor


MEER DAN MIJN NAASTEN

gezorgd dat mijn ouders gescheiden zijn. Dat is nu zo wat de situatie. Met mijn va­ der gaat alles goed, maar met mijn moeder veel minder.’ WAT ZEGT JE MAMA ZELF OVER HAAR ALCOHOLGEBRUIK? ‘Mijn mama zelf vindt dat ze geen ver­ slaving heeft. Dat is natuurlijk het eerste antwoord dat elke verslaafde geeft. Ze probeert het wat te verbloemen en duwt vaak de schuld in mijn schoenen. Dan zegt ze bijvoorbeeld dat zij drinkt omdat ik haar niet help in het huishouden. Dat is heel kwetsend, maar ik weet zelf dat ik niet de oorzaak ben van haar probleem. Ik probeer me rustig te houden wanneer ze zulke dingen zegt.’ HOE ZIET HET DAGELIJKSE LEVEN ER DAN UIT, BIJVOORBEELD WANNEER JE THUISKOMT VAN JE LESSEN? ‘Ik ben meestal voor mijn mama thuis om­ dat ik niet zo lang les heb. Het eerste wat ze doet wanneer ze thuiskomt, is haar jas uitdoen en dan naar de ijskast lopen om een glas wijn te pakken. Zo gaat dat dan heel de avond door. Van het ene glas naar het andere. Soms vergeet ze zelfs te koken voor mij. Dan zit ik een hele avond zonder eten. Verre van leuk. Omdat ze dan zelf niet eet, wordt ze natuurlijk nog zatter. Gelukkig wordt mijn mama niet agressief van alcohol. Ze slaapt gewoon veel.’ WETEN JOUW VRIENDEN VAN JE THUISSITUATIE? ‘Ja, mijn vrienden hebben mijn mama ook al heel vaak zat gezien. Dat doet heel veel pijn. In mijn vrije tijd doe ik aan rope­­ skipping en we doen ieder jaar een show. Mijn mama is ooit al eens goed zat aange­ komen op die show en dat vond ik heel erg beschamend. Mijn vrienden komen dan zeggen van: “Amai, jouw mama is precies zat he”. En dan moet ik zeggen: “Ja, ik weet het, maar ik kan daar niets aan doen”. Gelukkig was mijn papa daar. Anders had ik het niet gehaald.’ Gelukkig heb ik heel goede vrienden die me toch proberen te helpen. Veel kunnen ze natuurlijk niet doen, maar ik ben al blij dat ze een luiste­ rend oor willen zijn.’ ZIE JE JE MAMA OOIT AFGERAKEN VAN HAAR VERSLAVING? ‘(Lacht), Neen, spijtig genoeg niet. Voor mij is het een verloren zaak, nu al.’ We hebben al een tijdje over haar mama gebabbeld, dus nu wil ik de focus verleg­ gen naar Nomi zelf. Want zeg nu eerlijk, hoe ga je als jonge twintiger om met zo’n

‘SOMS VERGEET ZE ZELFS TE KOKEN VOOR MIJ. DAN ZIT IK EEN HELE AVOND ZONDER ETEN’ situatie? Je bent zelf nog op zoek naar alles. ‘Ik heb lang geprobeerd om mijn mama te confronteren met de situatie. Maar een persoon met een verslaving ziet dat niet, dus ben ik daar uiteindelijk mee gestopt. Je blijft daar geen energie in steken. Ik zit niet op kot en woon bij mijn mama, maar gelukkig heb ik een vriend en kan ik daar altijd naartoe. Negen op de tien keer blijf ik zelfs niet thuis slapen. Voor mij is het zo’n beetje een beloonsysteem. Als ze niet drinkt, blijf ik thuis slapen maar als ze drinkt vlucht ik weg.’ HEB JE IN HET VERLEDEN AL PROFESSIONELE HULP GEZOCHT VOOR JEZELF OF JE MAMA? ‘Ik heb me heel lang slecht gevoeld, in het derde middelbaar zelfs zo erg dat ik echt in een diep dal zat en het zo echt niet ver­ der hoefde voor mij. Ik ben dan naar een therapeut gegaan. Daar heb ik mijn mama voor uitgenodigd maar dat heeft niet geholpen. Mijn mama had een afspraak, maar is nooit gegaan. Meer kan ik ook niet doen.’ JE BENT NATUURLIJK OOK EEN STUDENT DIE REGELMATIG UITGAAT? ‘Ik ga wel vaak uit met vrienden ja, het is niet omdat ik niet drink dat ik daarom niet van een leuk feestje hou. Wat mij wel vooral opvalt, is dat bij het uitgaan de nadruk ligt op het drinken en daar kan ik niet tegen. Niet dat ik volledig te­ gen alcohol drinken ben. Maar wel tegen het drinken om zat te zijn. Als je alcohol lekker vindt en je ervan geniet, zoveel te beter. Maar je moet niet drinken om zat te worden.’ WAAROM DENK JE DAT DE HELE STUDENTENCULTUUR ZOVEEL FOCUS LEGT OP ALCOHOL? ‘Alcohol is een legale drug. Ik denk dat veel mensen naar alcohol grijpen omdat het een makkelijke weg is om je problemen even te vergeten. Gelukkig heb ik dat niet

67

nodig. Ik ben blij genoeg van mezelf. Dat mijn vrienden dat wel doen, vind ik ook niet erg. Het is hun eigen keuze en ik res­ pecteer die. Ik ga ook niet het moedertje uithangen wanneer we uitgaan, het is hun eigen verantwoordelijkheid.’ ‘Ik denk trouwens dat er veel studenten rondlopen die nu al een verslaving hebben zonder dat ze het doorhebben. Het is niet makkelijk omdat alcohol zo aanvaard is. Mocht mijn mama een drugsprobleem hebben, had ik al lang niet meer bij mijn mama gewoond, maar het is “maar alco­ hol”.’ MOET JE SOMS VERANTWOORDING AFLEGGEN VOOR HET FEIT DAT JE NIET DRINKT? ‘Ja natuurlijk, heel vaak. Ik vind het echt raar. Ik moet aan mensen uitleggen waar­ om ik geen alcohol drink terwijl het omge­ keerd zou moeten zijn. Ik probeer er vaak snel van af te komen door te zeggen dat ik het helemaal niet lust. Het is natuurlijk niet makkelijk om gewoon tegen iedereen te zeggen: nee, ik drink niet omdat mijn mama een alcoholverslaving heeft.’ ‘Ik heb al veel nagedacht of mijn leven anders zou zijn als mijn mama geen ver­ slaving had. Sowieso, maar je leert ermee leven. Wat ik het hardste mis, is de relatie met mijn mama. Ik zie veel jongeren die bijvoorbeeld citytripjes doen met hun mama maar dat kan ik vergeten.’ (zucht) STEL: JE BENT MINISTER VAN VOLKS­GEZONDHEID, WAT DOE JE OM HET ALCOHOLPROBLEEM IN ONZE SAMENLEVING AAN TE PAKKEN? ‘Ik zou sowieso beginnen met alcohol net iets duurder te maken. Ik kom vaak in ca­ fés waar bier goedkoper is dan frisdrank. Dan denk ik dat de keuze voor mensen sneller gemaakt is om bijvoorbeeld een pintje te bestellen. Je zou denken dat ik wat geld uitspaar door geen alcohol te drinken, maar dat is niet zo. Ook de leef­ tijd optrekken zoals in Amerika lijkt mij een goed systeem.’ EIND GOED, AL GOED? ‘Ik hoop dat ik zo snel mogelijk mijn diplo­ ma haal, dan nog even sparen en hup zo snel mogelijk het huis uit.’   Voor alle vragen over over alcohol kan je anoniem terecht bij De Druglijn. Bel 078 19 10 20 of chat, mail en skype via www.druglijn.be


68

MEER DAN MIJN TALENT

TATTOO-ARTIESTE ELISA MIGLIACCIO [ 22 ]

‘IK TATOEËERDE MIJN VRIENDEN IN DE KEUKEN VAN HET KAPSALON VAN MIJN OUDERS’ TEKST & FOTO  ©Eline Tuyaerts

Twee jaar geleden opende Twenty Two Tattoo in Herentals voor het eerst de deuren. Ook zaakvoerster Elisa Migliaccio komt met haar 22 lentes nog maar net piepen. Na haar secundair diploma in het Kunstonderwijs was verder studeren geen optie. Maar de weg naar jonge tattoo-artiest en onderneemster liep niet over rozen. ‘Na het middelbaar was ik op. Ik was schoolmoe en had totaal geen zin om verder te gaan studeren. Mijn uitgesproken mening durfde in het verleden al wel eens te botsen met de subjectiviteit in de kunst. Toen was het duidelijk dat mijn toekomst niet lag in het voortgezet kunstonderwijs. Dat is het moment waarop ik in de tattoowereld ben gerold. Het bleek de perfecte combinatie tussen creativeit en mijn eigen baas zijn.’ ‘Aanvankelijk wist ik echt van niks. Ik kon dan wel tekenen maar van de rest had ik geen flauw benul. Dan ben ik maar begonnen met een cursus Bedrijfsbeheer en online vond ik een tattooschool in Antwerpen. Dat bleek achteraf een serieuze flop te zijn. De opleiding was belachelijk duur en ze beloofden na die drie weken professionele tattoo-artiesten af te leveren. Dat is simpelweg niet mogelijk op zo’n korte tijd. Na de eerste week ben ik volledig gecrasht. Ik ben best snel afgeleid en tatoeëren vraagt heel veel, ook mentaal.’ Die ontnuchtering weerhield Elisa een tijdlang van het tatoeëren. ‘Ik ben er toen een jaar tussenuit geweest, waarin ik in de horeca werkte. Na dat jaar kriebelde het weer en ben ik er voorzichtig opnieuw aan begonnen. Ik heb toen mezelf alles geleerd wat ik nu weet over tatoeëren. Door te doen en te durven, daar ben ik echt wel trots op.’ ZOEKTOCHT

Als beginnende zelfstandige is het even zoeken. Dat heeft Elisa ook ondervonden. ‘In het begin nam ik alle soorten opdrachten aan, zélfs tribals. (lacht) Deels om geld in het laatje te brengen, daar ga ik niet flauw om doen. Zo ontdek je ook wat je wel en niet leuk vindt. Ondertussen sta ik sterk genoeg in mijn schoenen om van bepaalde dingen te zeggen: dat doe ik niet. Ik heb stilaan mijn eigen stijl te pakken en er zijn dan ook mensen die speciaal voor mij en mijn werk komen. Qua stijl hel ik eerder over naar het vrou-

welijke. Ik doe heel veel floral stuff: bloemen, maar ook dieren. Het hoofdbestanddeel van mijn cliënteel is dan ook vrouwelijk.’ ‘Mensen van wie ik het vertrouwen al gewonnen heb, laten me vaak mijn gang gaan. Dan hou ik er wel van om te freehanden, zo zie je meteen hoe iets eruit zal zien op het lichaam. Tekenen uit de losse pols is iets dat ik in mijn beginperiode nooit had gedurfd.’ EIGEN BAAS

‘Wat vind je van de zaak? Voel je je hier een beetje op je gemak?’, vraagt ze prompt met een brede glimlach. Elisa is duidelijk trots op haar eigen shop en terecht. 'Ik heb geprobeerd om een gezellige huiskamer te creëren omdat een tatoeage laten zetten voor sommige mensen best wel stresserend kan zijn. Als de mensen zich al op hun gemak voelen in de studio doet dat al veel.’ ‘Over mijn ouders gesproken, zij zijn echt bepalend geweest tijdens het hele proces. Ik heb mijn beide ouders ook al meermaals getatoeëerd. Als ik geen tattoo-artieste zou geworden zijn, hadden ze dat zelfs nooit overwogen, maar mijn vader is nu zelf verslaafd. Dat betekent ook veel voor mij, het is een teken dat ze echt honderd procent achter mij en mijn zaak staan.’ ‘In de periode dat ik gestopt was met tatoeëren gebeurde het wel nog dat ik hier en daar een tatoeage zette bij mijn vriendinnen. Omdat ik geen plaats had, gebeurde dat in de keuken van het kapsalon. Op een bepaald moment kwamen er klanten om de hoek piepen om te zien wat daar allemaal aan de hand was. Toen wist ik dat ik dringend mijn eigen shop moest beginnen, want ik begon rare blikken te krijgen.’ (lacht) ‘Ik ben nu twee jaar bezig en alles loopt goed. Toekomstgericht hoop ik op nog meer van dit, misschien met een uitbreiding binnen een aantal jaar. Maar dat zie ik dan wel weer.’  


MEER DAN MIJN NAASTEN

WERKEN MET AUTISME TEKST & FOTO'S  ©Sander Petré

Jongeren met een zwaardere beperking geraken meestal moeilijk aan de bak na het middelbaar door een gebrek aan begeleiding en vertrouwen van de werkgevers. Wijzersterk is een organisatie die jongvolwassenen met een verstandelijke beperking een nuttige dagbesteding geeft wanneer ze de schoolbanken verlaten. Elke dinsdag werken ze op de velden bij bioboer Busschots in Koningshooikt, een deelgemeente van Lier. Je reporter steekt een handje toe.

69


70

MEER DAN MIJN NAASTEN

‘IK ZIE MIJN AUTISME ALS EEN TROEF OM ME BETER IN TE KUNNEN LEVEN IN DE LEVENS VAN DE JONGEREN DIE IK BEGELEID’ ‘Aah, hier se! Mijne maat! Wat is uw naam?’ Deze woorden komen van de 25-jarige Marnick die me enthousiast de hand komt schudden. Hij stelt zich voor en ondertussen komt iemand vanachter de toog. Dat blijkt Joost te zijn, eveneens 25 jaar en een beetje verlegen, in het begin althans. Uiteindelijk komt ook Mathias achter de toog vandaan. Mathias is 30 jaar en een begeleider van Pegode, die nauw samenwerkt met Wijzersterk. Pegodes slogan is ‘Duurzaam verbinden’. De organisatie leert mensen met een beperking onder andere zelfstandig(er) wonen terwijl ze zich nuttig kunnen maken voor de samenleving. Vanachter op het erf is een klein lokaal ingericht, een soort cafetaria waar de mannen zich klaarmaken. Ze wachten nog op Joren die in de buurt woont en rechtstreeks komt, en Heidi. Ze werkt vast op de boerderij en begeleidt de leden van Wijzersterk wanneer ze een handje komen helpen. HANDEN UIT DE MOUWEN!

Heidi legt hen uit dat ze vandaag onkruid zullen wieden tussen de witte bessenplanten. Joost krijgt de taak om de rijen waar zonnebloemen zullen komen verder om te spitten. Wanneer ik de 25-jarige Joost vraag wat hij als beroep zou willen uitoefenen, kaatst hij de vraag meteen terug. ‘Waar werk jij?’ Wanneer ik hem vertel dat ik studeer voor journalist zegt hij: ‘Zoals Kuifje dan? Die is toch reporter. Kuifje heeft wel een hondje, dat heb jij niet. Of wel?’ ‘Ik zou graag acteur worden’, vertelt Joost terwijl hij zijn schop in de grond plant.

‘Actiefilms als James Bond vind ik geweldig, dat is mijn grote droom.’ Ondertussen ben ik enthousiast aan het meehelpen. ‘Zeg, jij bent al een hele put aan het graven. Omwoelen is genoeg hoor!’, lacht Joost terwijl hij me aanstompt. VRACHTWAGENS

‘Is het nog geen tijd voor een pauze?’, roept Marnick 20 meter verderop. Mathias antwoordt met ‘Je bent nog maar juist bezig!’ Marnick zucht luid, neemt zijn schoffel en hakt gestaag verder tussen de witte bessenplanten. ‘Doe ik dat goed zo, Mathias?’ ‘Je hebt wat onkruid gemist, probeer alles ineens mee te pakken, anders doen we dubbel werk.’ Marnick knikt en werkt hard verder. Wanneer ik hem kom helpen, kijkt hij op en vraagt hij of ik met de schoffel wil werken. Ik zeg hem dat ik het onkruid wel met de hand zal uitdoen.

JOOST [ 25 ]

Ondertussen dendert er een vrachtwagen voorbij. Marnick kijkt op en zwaait enthousiast. ‘Hou je van vrachtwagens?’, vraag ik. Marnick: ‘Ja! En van bussen ook. Als ik zou kunnen, zou ik graag chauffeur worden, maar dat gaat niet. ‘Waarom niet?’, vraag ik. Marnick antwoordt: ‘Ik heb een beperking en daarom kan ik niet met vrachtwagens rijden.’ ‘Wat wil je dan wel worden?’ Marnick: ‘Politieagent, dan kan ik het verkeer regelen en mensen helpen!’ Ondertussen praten Marnick en ik al te lang zonder te werken en heeft Mathias ons ingehaald. ‘Allez Marnick!’ Marnick: ‘Mag ik al koffie gaan zetten, Mathias?’ Mathias stemt in. We stappen terug naar het lokaaltje achteraan de

MARNICK [ 25 ]


MEER DAN MIJN NAASTEN

71

©  Liesbet Goethals

boerderij waar Marnick geconcentreerd koffie zet. Ook Joren, Joost, Mathias en Heidi komen terug binnen. In het deurgat naar de winkel ligt een hond waarvan ik het ras niet meteen kan zeggen. Het is nu ongeveer half elf en het werk is nu halfweg.

MATHIAS [ 30 ]

Joost: ‘Mathias, wat gaan we doen als activiteit?’ Mathias zegt me dat Wijzersterk enkele dagen per week werkt en op dinsdagnamiddag een leuke, ontspannende activiteit plant. Het werken op de bioboerderij vraagt immers een enorme fysieke maar ook mentale inspanning van de leden. ‘Meestal gaan we naar het fort van Duffel om er een ijsje te eten, iets te drinken en een beetje te wandelen. We werken vandaag dus maar een halve dag’, aldus Mathias. AUDIOVISUELE INTERESSE Na de pauze trekken we terug het veld op en vraag ik Mathias om iets meer te vertellen over zichzelf. ‘Ik zet me volledig in voor mensen met een beperking. Wanneer ik niet werk voor Pegode, doe ik nog vrijwilligerswerk op verschillende evenementen.’

JOREN [ 24 ]

Mathias haalt zijn smartphone uit zijn broekzak en laat een filmpje zien dat hij zelf filmde en monteerde. Het is een fuif, aangepast voor rolstoelpatiënten en mensen die slechter te been zijn. ‘Ik ben graag bezig met het audiovisuele, ik neem ook foto’s met een Nikoncamera, hoewel ik daar voorlopig nog niet zo goed mee ben. Mijn smartphone vind ik bij momenten gemakkelijker en even goed als een spiegelreflexcamera’, stelt Mathias.

‘Ik heb autisme en heb dat pas op latere leeftijd ontdekt. Ik studeerde verder na het middelbaar in Criminologie toen ik me liet testen. Na de diagnose veranderde ik van studierichting naar Toegepaste Criminologie om uiteindelijk af te studeren in Orthopedagogie’, aldus de 30-jarige begeleider. ‘Ik zie mijn autisme als een troef om me beter in te kunnen leven in de levens van de jongeren die ik begeleid.’

‘IK HEB EEN BEPERKING EN DAAROM KAN IK NIET MET VRACHTWAGENS RIJDEN’ SPRAAKWATERVAL Joren is een spraakwaterval, maar enkel in gezelschap. Hij speelt als keeper in de G-Ploeg van KSK Wavria en doet dat behoorlijk goed, als ik zijn ploegmaats Joost en Marnick mag geloven. Joren turnt ook en tekent veel. Hij werkt graag op de bioboerderij en zet zich ook goed in. Ondertussen zijn mijn schoenen doornat door de aanhoudende regen en vertrek ik naar huis. Bij het voorbijrijden krijg ik vijf enthousiaste zwaaiende handen naar mij. Marnick roept: ‘Dag Sander! Goed thuis, hé!’Ik steek mijn hand terug op. Wijzersterk, ijzersterk.  


72

MEER DAN MIJN ONRUST

VAN VOORBEELDSTUDENT TOT VOETBALVANDAAL

‘RELLEN GEVEN EEN BETER GEVOEL DAN DE GEILSTE SEKS’ Hooligans gaan met elkaar op de vuist om zich helemaal te kunnen uitleven. Foto: Biso CC BY 4.0

TEKST  Jimi Claeys

Twintig en gewelddadig: Nick* en Maxime* zijn studenten aan de KU Leuven, maar in het weekend schuiven ze de boeken aan de kant, trekken ze lederen handschoenen aan, gaat de gebitsbeschermer mee in de jaszak en zijn ze klaar voor een confrontatie met andere hooligans. DOEN JULLIE DIT VOOR DE KICK? Maxime: ‘Tuurlijk, maar het is mij ook om het groepsgevoel te doen. Het gevoel dat je deel bent van iets groots, een vriendschapsband met jongens die dezelfde ingesteldheid delen en waarvan je weet dat ze hun knop kunnen omdraaien. Je bouwt vertrouwen op door te knokken. Ik weet wie er aan mijn zij zal staan als het erop aankomt. Het valt moeilijk uit te leggen.’ Nick: ‘Wij willen in het weekend ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Tijdens een rel ontvluchten we de realiteit.'

IS HET EEN MANIER OM JE AF TE REAGEREN? Nick: ‘De hooliganscene is een wereld apart die ons aanspreekt. We hebben een chat waarin we elkaar op de hoogte houden van alle activiteiten in het wereldje. Hierin posten we foto’s en filmpjes die we online terugvinden. Zo begin je maandag en bouw je de spanning op naar matchday in het weekend.’

‘JE BOUWT VERTROUWEN OP DOOR TE KNOKKEN’

Maxime: ‘Zeker bij de risicowedstrijden die al aan de start van het nieuwe seizoen staan aangestipt. Ik kijk er echt naar uit om na een

hele week in de les te zitten helemaal loco te gaan.’ JULLIE MAKEN ELKAAR ZOT IN DIE CHAT? Nick: ‘Ja. Als je elke dag berichtjes leest over een rel van andere groepen of een video bekijkt van een freefight dan krijg je meer en meer goesting om zelf iemand de kop in te trappen. Zeker als het een topmatch is, staat de smartphone niet stil.’ LIJDEN JE SCHOOLPRESTATIES ERONDER? Maxime: ‘Ik herinner mij nog de examens van januari dit jaar. Zaterdag hadden we de topper tegen onze aartsrivaal. Tijdens een opstootje op de tribune kreeg ik een


MEER DAN MIJN ONRUST

73

‘BEELDEN VAN CONFRONTATIES SPELEN TIJDENS HET STUDEREN DOOR ONS HOOFD’ volle laag pepperspray in mijn ogen. Een peperdouche. Op zondag had ik er tijdens het studeren nog last van. De beelden spookten voortdurend door mijn hoofd. Het is deels nagenieten en deels stressen voor de boete die in je brievenbus kan zitten. Maar de focus die ik anders wel heb, was er niet. Ik faalde en behaalde een 9/20 voor een examen. Als die rel er niet had geweest, was ik zeker geslaagd. Ik bewees in augustus mijn gelijk: 19/20.’ Nick: ‘Ik denk terug aan afgelopen zomer toen ik op kot een herexamen zat te blokken. Opeens stond mijn telefoon roodgloeiend. In de chat kregen we een oproep van een andere club die ons die avond opzocht voor een confrontatie. Ze stonden met hun groep op een feestje in de buurt en daagden ons uit voor een rel. Maar ik kon toen vanuit Leuven onmogelijk op tijd daar zijn. Ik volgde alles op via de chat en kon ik mij niet meer concentreren.’ Maxime: ‘We sprongen die dag in de auto en reden naar dat feestje. Na amper dertig seconden gingen die gasten op de vlucht. We hadden ons laten zien. Daar doen we het voor. Het gevoel van “Het gaat nu gebeuren”, is beter dan de geilste seks.’ ER KOMT EEN ANDERE PERSOON IN JULLIE NAAR BOVEN. Nick: ‘Op dat moment draai ik gewoon een knop om en verander ik in een halve zot. Er volgt een moment van alles of niks. We zijn dan een kudde beesten.’ WEET JE OMGEVING DAT JE EEN HOOLIGAN BENT? Nick: ‘Mijn ouders hebben liever niet dat ik naar het voetbal ga. Ze hebben een sterk vermoeden, maar het is een taboe thuis. We praten er niet over, maar ze hebben al boetes van de voetbalcel gezien. Zij zijn niet dom. Die boetes kunnen als student financieel zwaar aankomen.’ Maxime: ‘In mijn richting weten alleen mijn echte maten ervan. Het voelt vreemd om mijn andere persoon verborgen te houden. Maar het zou voor rare reacties zorgen en ik zou vrouwen teleurstellen als ze wisten wat ik in het weekend uitsteek. Mijn vorige vriendin is zelfs van mij weggegaan. Ze vond vechten en zuipen elk weekend echt te ver gaan.’

ZIJN JULLIE EXTREEMRECHTS? Nick: ‘Nee. Niet elke hooligan is rechts. Er zijn groepen die claimen antifa (antifascistisch, red.) te zijn, dus extreemlinks, zoals bij Standard Luik. In onze groep vind je alle culturen terug, maar overwegend zijn we blanke mannen van gezinnen uit de arbeidersklasse.’ Maxime: ‘Hier en daar zie je ook mannen met Marokkaanse en Zwart-Afrikaanse roots. In het stadion geldt je politieke voorkeur of achtergrond niet. We komen voor één ding: rellen.’ HOE ONDERSCHEIDEN JULLIE JE VAN ANDERE SUPPORTERS? Maxime: ‘Wij dragen geen sjaals, truitjes of petten van de club. Dat laten we aan de pet- en sjaalsupporters. Onlangs bestelden we zwarte regenjassen met het logo van onze firm op. Enkel leden van de harde kern kregen zo’n exemplaar. Zo hebben we ook donkere mutsen en petten. Als iedereen dezelfde zwarte jas en muts draagt, is het voor de politie moeilijker om ons te identificeren.’ Nick: ‘Ik draag meestal een jeans, polo en sneakers. Een vissershoedje en zonnebril als accessoire. De trend van de casuals uit de jaren 80 en 90 is gaan liggen. Toen droeg iedereen dure merken zoals Lacoste, Fred Perry of Stone Island. Bij de oudere gasten zie je dat wel nog.' GEBRUIKEN JULLIE DRUGS TIJDENS CONFRONTATIES? Nick: ‘Nu en dan snuiven we wel eens een lijntje cocaïne. Ik geef gerust toe dat ik zelf gezondigd heb, maar veel minder dan het drugsgebruik dat ik bij andere terugzie. (lacht) Het gaat mij om de opwinding. Ik heb daar geen extra’s voor nodig.’ Maxime: ‘Het is gewoon leuk om met je maten pinten te drinken. En ja soms snuiven wij wat wit poeder.’ HOE ORGANISEER JE EEN FREEFIGHT? Nick: ‘Iedereen in de scene heeft contact met de leiders van andere groepen. Zij wisselen nummers uit en zo kom je met elkaar in contact. De topboys spreken een gevecht af. Zij beslissen hoeveel man er deelneemt en kiezen de plaats uit. Dat is

altijd een afgelegen plek ergens in een bos. De leiders rijden er op voorhand naartoe en leggen een datum vast.’ LANG OP VOORHAND? Nick: ‘Ongeveer een maand. De mannen die meedoen trainen dan een extra keer per week in de boksclub. We bereiden ons voor, want je wil natuurlijk niet verliezen.’ EN HET GEVECHT ZELF? Maxime: 'De avond vooraf overlopen we op café hoe we het gevecht aanpakken. Eens onderweg in de auto draaien we windels rond onze vuisten en smeren een laag vaseline op het voorhoofd. Zo glijden slagen sneller van je lichaam in plaats van dat een vuistslag je vol raakt. Een mondstuk gaat in en sommigen dragen lederen handschoenen. De spanning stijgt met de seconde. Als je aankomt, is het altijd afwachten of de tegenstander er al is. Soms dagen ze niet op, maar dat is eerder een uitzondering op de regel. De twee leiders gaan naar elkaar toe en kijken of beide groepen zich aan de afspraak houden. We spreken een bepaalde leeftijdscategorie en een aantal knokkers af. Het gebeurt dat groepen oudere gasten meenemen.’ Nick: ‘Als we op elkaar af stappen, krijg ik een heel bruut gevoel. Iedereen begint te roepen: “Komop jongens, opvreten! Laat zien wat jullie waard zijn!” Enkele oer­ kreten volgen daarachter. Dan ga je een paar minuten zonder nadenken vollenbak. Ik vlieg er altijd in als een briesende stier.’ KLINKT VERMOEIEND? Maxime: ‘De adrenaline die door mijn aderen stroomt, compenseert elke impuls van vermoeidheid. Een gevecht duurt zo'n één a twee minuten. Nadien schudden we elkaar de hand om respect te tonen. In de auto kleden we ons om en nadien gaan we nog gezellig nakaarten op café.’ NAKAARTEN? Maxime: ‘Ja, het gevecht bespreken en de filmpjes ervan bekijken. Soms delen we die op sociale media, maar dat verhoogt de pakkans. Er loopt nog een onderzoek naar onze collega’s van Royal Antwerp FC en het parket heeft alle beelden van hun freefights in beslag genomen.’   * Nick en Maxime zijn fictieve namen.


74

MEER DAN MIJN TALENT

‘SOMS DENK IK WTF, MAAR IK TEKST & FOTO’S  ©Eva Vandormael

Influencers zijn een vast onderdeel geworden van ons leven. Pauline en Olivier hebben allebei al een ‘online empire’ uitgebouwd op 22-jarige leeftijd. producten uit. Ik krijg telkens weer voldoening en inspiratie na een leuke samenwerking. Ik kan echt mijn ei kwijt in wat ik nu doe. Zowel mijn vrienden als mijn ouders zagen al vroeg dat ik iets met media zou gaan doen.' (lacht)

IEDEREEN INFLUENCER

Pauline Grossen [ 22 ] ‘Ik ben er per ongeluk ingerold’

P

auline Grossen is een 22-jarige blogster met zowel een diploma Communicatiemanagement als Digital Content and Journalism op zak. Momenteel studeert ze Journalistiek op Thomas More in Mechelen via een verkort traject. Wanneer ze niet bezig is met haar opleiding kan je haar steevast terugvinden achter haar pc om haar blog en Instagram in goede banen te leiden. Ze gaat online door het leven als afashiontaste, waar ze meer dan honderdduizend volgers op regelmatige basis voorziet van vrolijke content. Pauline: ‘Ik ben al van kinds af aan veel met media bezig geweest. Zo speelde ik mee in films en tv-spotjes en deed ik aan modellenwerk. Het internet begon op te komen en mijn modellenbureaus vroegen om een online portfolio aan te maken. Vandaar dat ik toen samen met mijn mama een blog heb aangemaakt. Zonder dat het oorspronkelijk de bedoeling was, is het een échte blog geworden. Ik ben vanaf het prille begin van Instagram mee op de kar gesprongen. Sociale media zijn voor mij wel echt a good fit. Ik heb een breed interesseveld. Op mijn blog combineer ik lifestyle, fashion, beauty en travel met elkaar. Ik zie het als een combinatie van leuke steden, mooie outfits en gezellige adresjes. Soms test ik ook nieuwe

Al is Pauline een influencer, toch is dat niet echt een term die ze graag op zichzelf wil plakken. Pauline: ‘Ik vind het heel raar wanneer mensen mij een influencer noemen. Er hangt een ietwat negatieve connotatie aan vast. Mensen denken altijd meteen dat je anders bent. Ik denk dat de mensen die mij kennen ook wel weten dat ik nog altijd de Pauline van vroeger ben, ook al zijn er nu een paar duizenden volgers meer. Oké, soms denk ik ook wel eens “What the fuck”, maar ik ben nog altijd wie ik ben. Op zich is het ook gewoon mijn job, waar ik dag in dag uit op mijn eigen manier mee bezig ben.’ ‘Bovendien is iedereen een influencer’, gaat Pauline verder, ‘jij ook. Iedereen die positief benaderd wordt met vragen over bepaalde dingen is in feite een influencer. Je hoeft geen duizenden volgers te hebben om een bepaalde invloed uit te kunnen oefenen. Ik vind dat écht een vervelend woord zonder betekenis. Noem mij liever een blogger.’

FAKE FRIENDS

Pauline: ‘Toen ik nieuw was op Thomas More was het eerste wat ik dacht: “hoe lang gaat het weer duren voordat iemand mijn Instagram heeft ontdekt?”. Wanneer ze het te weten komen over mijn sociale media, gaan ze me vaak meteen anders bekijken. Maar hier op school valt dat gelukkig enorm goed mee. (lacht) De strategie is om mijn Instagram zo lang mogelijk verstopt te houden, en zo mensen te leren kennen zonder dat ze dat weten. Maar ook al zeg ik het nooit uit mezelf,

mensen komen het vroeg of laat toch te weten. Ik vind dat niet erg, zolang iedereen er positief over doet.’ (knipoogt) ‘De wereld van de influencers is niet zo hard als iedereen beweert. Je moet natuurlijk wel verwachtingen waarmaken, maar ik ben graag bezig met mijn blog en Instagram. Ik heb ook amper last gehad van bitchy collega’s. Ik hou me daar niet zoveel mee bezig. Negatieve commentaar kan ik makkelijk negeren. Op dat vlak heb ik echt een olifantenhuid. Mijn mentaliteit naar anderen is echt “je m’en fous”. Mensen die mij niet leuk vinden, moeten mij niet volgen.’

‘MIJN MENTALITEIT NAAR ANDEREN IS ECHT "JE M’EN FOUS” ’ FULLTIME GENIETEN

Zoals voor de meeste studenten is de toekomst voor Pauline onzeker. ‘Ik weet nog niet exact wat ik hierna ga doen. Veel mensen zeggen dat ik met mijn blog moet verdergaan en daar mijn fulltimejob van moet maken. Ik zou het leuk vinden mocht dat kunnen, maar ik denk dat de fun dan weg is. Parttime mijn blog en parttime gaan werken lijkt mij wel een goede combinatie. Zo kan ik een beetje genieten van both worlds. Het zou ook kunnen dat Instagram ineens verdwijnt, dus dan is het wel goed om iets achter de hand te hebben als backup. Maar er zijn nu kansen die ik nog eventjes wil grijpen.’


MEER DAN MIJN TALENT

75

BEN NOG ALTIJD WIE IK BEN’ toe krijg ik ook wel te maken met vooroordelen, zoals de meeste influencers. Vroeger trok ik mij dat fel aan. In het begin weet je helemaal niet wat je moet verwachten, of hoe mensen gaan reageren. Maar daar heb ik me redelijk snel kunnen overzetten. De mensen die me niet leuk vinden, moeten me ook gewoon niet volgen.’

TIJDNOOD

‘In het begin stonden mijn ouders sceptisch tegenover mijn Instagramcarrière, vooral het feit dat ik alles deel op mijn sociale media. Ik filmde mijn tuin, mijn huis, mijn ouders, … Echt heel mijn leven eigenlijk. Daar hadden ze het moeilijk mee. Ze hebben me echter zien groeien, en gezien wat ik al allemaal bereikt heb. Daardoor accepteren ze ondertussen dat die openheid op sociale media er gewoon bij hoort. Nu zijn ze stiekem wel trots op mij.’ (lacht) Olivier Bolsius [ 23 ] ‘Door Instagram ben ik sterker in mijn schoenen gaan staan’

O

livier Bolsius is een Antwerpse student Marketing in zijn laatste jaar. Zijn vrije tijd wordt grotendeels in beslag genomen door zijn hobby, of misschien zelfs eerder studentenjob: influencer zijn op Instagram. Met 21.000 volgers op zijn naam is Olivier een volwaardig social mediagezicht dat niet snel weg te slaan is uit dit wereldje.

Zijn bekendheid op Instagram begon ongeveer vier à vijf jaar geleden, toen Olivier startte met modellenwerk. ‘Ik wou bekend worden, en ik had ook al veel vrienden die groot waren op Instagram. Daarnaast heb ik heel wat kameraden uit Antwerpen die een eigen kledingmerk hebben. Via al die connecties word je uitgenodigd op events, leren pr-bureaus je kennen, en zo begon de bal langzaam te rollen.’

ROLMODEL

‘Het is wel leuk als mensen mij herkennen. Ik ben een rolmodel voor mijn volgers. Op sommige momenten komen er fans naar mij om een foto te vragen. Af en

‘Mijn vrienden reageerden net als mijn ouders, maar dat was niet hun enige bezorgdheid. Ze vonden het overdreven dat ik álles deelde op Instagram. Ik kreeg ook de commentaar dat ik te weinig tijd maakte voor hen. Er kruipt veel tijd in Instagram, en niet iedereen begrijpt dat. Toen ik pas begon met mijn Instagram heb ik mijn vrienden een beetje verwaarloosd, waardoor ik de band terug moest opnemen. Die balans moest ik door de jaren heen wel zoeken. De combinatie van mijn opleiding, vrije tijd én Instagram is niet altijd even gemakkelijk.’

OMMEKEER

‘Ik had vroeger slechte vrienden, en kreeg weinig appreciatie van de mensen rondom mij. Dat maakte mij allemaal erg onzeker. Toen heb ik heel mijn leven omgegooid. Ik ben met Instagram begonnen, heb nieuwe vrienden gezocht en de band met mijn ouders terug opgenomen. Dankzij Instagram ging ik, in tegenstelling tot wat de meesten ervaren, sterker in mijn schoenenstaan. Ik kreeg eindelijk appreciatie, mensen keken ineens naar mij op. Veel mensen worden ongelukkig of depressief omdat ze te veel druk op hun schouders voelen door sociale media, maar bij mij is dat totaal niet het geval. Dat wil

niet zeggen dat ik sociale media nooit beu ben, maar ik zou niet zonder kunnen.’ ‘Mijn vroegere vrienden die me nooit echt accepteerden, verschijnen nu soms in mijn inbox. Dan krijg ik complimenten over het feit dat ik goed bezig ben of er goed uitzie, maar dat hoeft voor mij nu niet meer. Ik trek er me weinig van aan, daar ben ik echt hard in geworden. Nu kan ik perfect dingen achter mij laten waarover ik vroeger zou piekeren. Aan zoiets besteed ik mijn aandacht niet meer. De vrienden die ik nu heb, blijven mijn vrienden. Daar moet niemand bijkomen, of dat moet al iets heel speciaals zijn. Bij dat standpunt blijf ik ook.’

‘IK BEN ME BEWUST VAN HET FEIT DAT IK OP EEN OF ANDERE MANIER EEN SOORT VAN ROLMODEL BEN VOOR MIJN VOLGERS’ INSTAGRAM ALS JOB

‘Ik studeer Marketing, net zoals mijn ouders en mijn grootouders ook gedaan hebben. Het is een soort familietraditie. Natuurlijk is Instagram niet dé reden waarom ik voor deze opleiding heb ge kozen. Mijn doel is om binnenkort een eigen zaak op te starten, en deze richting is de perfecte voorbereiding daarop. Het plan voor mijn bedrijf is al helemaal uitgewerkt, maar wat dat precies inhoudt, is voorlopig nog een groot geheim. Ik heb eraan gedacht om van Instagram mijn beroep te maken, maar dat wil ik nu niet meer. Stel dat Instagram verdwijnt, dan ben ik mijn job kwijt. Dat zou ik nooit riskeren.’  


76

MEER DAN MIJN SMAAK

‘IK VOELDE EEN KWADE AANWEZIGHEID IN MIJN LEVEN’ TEKST & FOTO'S  ©Julie Gabriëls

Laura Lisi [ 21 ] is niet je gemiddelde ‘girl next door’. De Limburgse studente Communicatiewetenschappen houdt er namelijk een eerder alternatieve levensstijl op na. Van mediteren tot ‘reiki healings’ met daarbij een vleugje wicca.

H

et verzamelen van kristallen? Niet meteen een doorsneehobby. Toch is dat voor Laura dé ideale manier om tot rust te komen. Haar collectie telt zo’n vijftig kristallen, zowel kleine als grote. De geschiedenis ervan gaat een hele tijd terug.

Het begon allemaal toen ze regelmatig last had van nachtmerries. Die gingen dan over mensen in haar directe omgeving die doodgingen of vermoord werden, waarna ze vaak schreeuwend wakker werd. Op advies van een vriendin bracht ze een bezoek aan de plaatselijke natuurwinkel.

Daar vond ze een klein zwart kristalletje dat ze overdag rond haar hals droeg en ’s avonds onder haar kussen stak. Dit steentje deed haar nachtmerries zo goed als volledig verdwijnen. Een ander kristal dat ze vaak gebruikt, de rozenkwarts, legt ze op haar hart wat


MEER DAN MIJN SMAAK

77

‘TOEN IK AAN HET MEDITEREN WAS, TRAD M’N GEEST UIT MIJN LICHAAM’

Dit zijn Laura's lievelingskristallen.

haar naar eigen zeggen ‘rustiger’ en ‘gelukkiger’ maakt. Alle kristallen stralen dus een soort energie uit. Dit wordt me duidelijk wanneer ik ze aanraak en Laura mij vertelt dat ze voelt welke ik heb vastgehad. ‘Buiten rust en geluk bieden de kristallen me ook bescherming. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een kwade aanwezigheid in m’n bijzijn was. Maar door de energie die de vele stenen in mijn kamer afgeven, voelt de kamer als een sanctuary aan, waarin ik veilig ben.’

ZALIG ZEN

Iets anders dat haar rust brengt, is mediteren. Ze is er nog niet zo lang mee bezig, maar heeft al heel wat gekke dingen meegemaakt. Mensen spreken wel eens over een out-of-body experience, bij Laura moet je dit wel heel letterlijk nemen: ‘Toen ik een keer aan het mediteren was, trad m’n geest volledig uit mijn lichaam, ook de kamer roteerde rond haar as.’ Na deze ervaring is Laura wat voorzichtiger, intensief mediteren laat ze voorlopig even links liggen.

aanwezig in alles wat leeft. Het is de essentiële energie waaruit wij bestaan. Het is een geneeswijze die al eeuwenoud is en zorgt ervoor dat tekorten aan energie in een lichaam worden opgelost zodat de natuurlijke balans van het lichaam hersteld wordt. De meest voorkomende manier van ‘genezen’ is een handoplegging waarbij energie via de handen wordt doorgegeven: ‘Ik was in het begin eerder sceptisch omdat ik niet precies wist wat te voelen en óf ik überhaupt wel iets zou voelen. Maar toen ik uiteindelijk de stap nam om het te proberen, voelde ik heel wat. Het deed fysiek erg veel pijn. Het leek wel een hartaanval.’ De reden hiervoor was dat ze heel veel vasthield in haar hart. Door gebeurtenissen in haar jeugd die ze nooit volledig

REIKI HEALING

Ongeveer een jaar geleden onderging ze haar eerste reiki healing. De term ‘reiki’ komt van de Japanse woorden ‘rei’ en ‘ki’. Dat eerste betekent ‘universele’ en ‘ki’ staat voor ‘levensenergie’. Deze universele levensenergie is overal om ons heen en is

Haar boekencollectie telt ook enkele exemplaren over natuurlijke hekserij.

heeft kunnen verwerken bleven de emoties die hieraan vastzaten zich verschuilen in haar hart. ‘Ook het gevoel dat ik nooit heb kunnen zijn wie ze wou, speelde me parten. Deze gevoelens werden vervolgens losgemaakt, wat een zeer intense pijn veroorzaakte. Maar het voelde voor mij als een tweede kans om alles op een goede manier te kunnen verwerken.’ Een reiki healing gaat als volgt: de reiki-leraar, doorgaans ook reiki-master genoemd, zet ontspannende muziek op en legt kristallen op je chakra’s. Chakra’s zijn energiepunten waardoor levensenergie stroomt. Elk lichaam bestaat uit zeven chakra’s. Vervolgens moet ik mijn ogen sluiten en wordt mijn aura opengezet. Aura's zijn energievelden om ons lichaam heen. Dan wordt per chakra gekeken of er iets niet goed zit, slechte energie dus. Als afsluiter trekt de reiki-master al het negatieve van je lichaam weg en wordt de aura terug gesloten. Een intensieve, maar helende ervaring dus.’

WICCA-WATTE ?!

Wie aan wicca denkt, denkt vaak aan heksen (witchcraft!), vreemde brouwsels en oude heidense gebruiken. Maar Laura denkt hier anders over: ‘Ik zie wicca eerder als een manier om één te zijn met de natuur, een levenswijze. Ik probeer van de natuur mijn thuis te maken, geen gewone bezoekplaats.’ Buiten een paar boeken met informatie over de natuurlijke kant van wicca beschikt ze verder niet over andere attributen. Dit hoeft voor haar ook niet, want het is een denkwijze. Natuurlijk zijn er mensen die iets te verregaand zijn in hun denkwijzen en meedoen aan absurde rituelen of in een cult zitten. Hier voelt Laura zich totaal niet mee verbonden. ‘Dat is allemaal iets te extreem voor mij’, lacht ze.  


78

MEER DAN MIJN KOMAF

GELOVEN

IN GOD ÉN WETENSCHAP TEKST & FOTO  ©Flore Baeken

Manal Elhajjioui [ 19 ] is studente Geneeskunde en moslima. Mensen fronsen wel eens hun wenkbrauwen bij die combinatie, maar Manal niet.

M

anal is afkomstig uit Marokko, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont nu in België. ‘Ik ben opgevoed met dubbele normen en waarden. Soms botst die combinatie. Het is zoeken naar een evenwicht, maar voor mij gaat dat vanzelf. Ik heb er in heel mijn leven nog nooit moeite mee gehad.’

WETENSCHAP VERSUS ISLAM ‘Wetenschap komt aan bod in de Koran. Dat weet niet iedereen. Het boek moedigt aan om te blijven studeren en ontdekken. Niet alleen over de wereld, maar ook over het universum. Je moet je kennis blijven verbreden. Je kan perfect als wetenschapper leven met de islam.’ Wetenschap rust op bewijzen, geloof niet. ‘Het verschil is vertrouwen. Ik geloof in leven na de dood. Niemand weet wat er gebeurt na de dood, er zijn geen bewijzen. Maar ik vertrouw er toch op dat er nog iets is. Mensen zijn fascinerende wezens en het is raar om te denken dat alles wat je bent en denkt ineens weg zou zijn.’ ‘Als het leven van iemand anders op het spel staat, moet je altijd de gezondheid boven het geloof kiezen.’ Volgens Manal is het een kwestie van altijd alles in de juiste

omstandigheden te interpreteren. ‘God gaat je niet straffen als je varkensvlees moet eten om een hongerdood te vermijden.’ Wanneer Manal zelf naar de dokter of gynaecoloog gaat, heeft ze liever een vrouwelijke dokter. ‘Ik vind dat gewoon comfortabeler en het is volgens mijn religie acceptabeler. Als het een kwestie is van leven of dood, dan maakt het niet uit wie mijn dokter is.’

GELOOF ALS RAADGEVER ‘Geloof geeft zin aan mijn leven en is een hulpmiddel. Geloof helpt me met beslissingen maken over wat goed en slecht is. Zeker bij twijfel.’ Manal is een soennitische moslima, ze combineert de Koran en de soenna. ‘De soenna gaat over het leven van de profeet Mohammed. In de Koran staan vooral verhalen. Ik probeer de Koran zo goed mogelijk te volgen.’ Ze bidt elke dag vijf keer, maar het lukt niet altijd om dat op het juiste tijdstip te doen. ‘Op school bid ik niet, dan wacht ik tot ik terug op kot ben. Vijf keer lijkt veel, maar het duurt telkens maar twee minuutjes. Na een tijdje wordt dat deel van je

routine.’ Op de campus van het ziekenhuis is er de mogelijkheid om te bidden in een gebedsruimte.

HOMO’S EN HOOFDDOEKEN ‘Een foute interpretatie van de Koran kan zorgen voor extremisme.’ De visies van moslims zijn niet altijd even modern, ook niet als het gaat over homoseksualiteit. ‘Er staat nergens in de Koran dat je mensen niet moet respecteren. Er staat wel in dat homoseksualiteit een zonde is. Maar ja, liegen, alcohol en roken zijn ook zonden en die mensen worden toch ook niet buitengesloten? Je moet iedereen met respect behandelen en in hun waarde laten.’ In de toekomst wil Manal graag een hoofddoek dragen. ‘Voor mij zou het een extra stap zijn in mijn geloof. Schoonheid is van jezelf, dus je kiest zelf aan wie je dat wil laten zien. Als je het doet uit verplichting, dan telt het precies niet. Je moet het dragen om je relatie met God te verbeteren. Het nadeel van een hoofddoek dragen zit eerder in mensen die het niet zien als eigen keus, omdat ze negatief kijken naar de islam.’ In het ziekenhuis is er de kans om een hoofddoek te dragen. ‘Het


MEER DAN MIJN KOMAF

79

‘JE KAN ALS WETENSCHAPPER PERFECT LEVEN MET DE ISLAM’ ziekenhuis van UZ Leuven heeft speciale stof voor verpleegsters of dokters die een hoofddoek willen dragen. Het past ook bij het uniform. Dat vind ik echt een mooi initiatief.’ Toch krijgt Manal af en toe te maken met racisme: ‘Soms hoor ik wel eens opmerkingen maar ik ben nog nooit aangevallen. Ik denk dat het sneller zou gebeuren als ik een hoofddoek zou dragen.’ De opmerkingen zijn meestal in een toon van verbaasdheid. ‘Uitspraken zoals “oh jij kan praten” of “jij mag wel studeren” ken ik ondertussen. Die mensen weten helemaal niet beter maar ik neem het ze niet kwalijk. Soms voel je ook wat iemand denkt, maar dat negeer ik gewoon. Extreme gevallen zal je altijd hebben.’

JOY OF MISSING OUT ‘Ik drink geen alcohol. Ik heb het zelfs nog nooit gedronken.’ Een stereotiep studentenleven heeft Manal niet. ‘Alcohol stinkt en is ongezond. Ik heb er totaal geen behoefte aan, maar heb natuurlijk altijd vanuit mijn geloof meegekregen dat het niet mag.’ Manal heeft geen last van FOMO (fear of missing out): ‘Vriendinnen van mij gaan wel uit maar ik ga gewoon niet mee. Ik ben een echte huismus. Ik zit liever in bed te netflixen of ga liever met mijn vriendinnen iets eten.’ In de toekomst wil Manal een carrière en een gezin: ‘Ik wil mij graag specialiseren tot spoedarts. Ik hou wel van een adrenalinekick. Ik wil graag kindjes,’ vertelt ze.

Manal omschrijft zichzelf als de mama van haar vriendengroep. ‘Het liefst wil ik dat mijn man ook moslim is. Ik wil mijn kinderen dezelfde opvoeding geven zoals ik heb gehad. Dat gaat makkelijker als mijn man moslim is.’ In principe mag Manal nu geen relatie hebben van haar geloof, maar verliefdheid kan je niet tegenhouden: ‘Er is nog een hele grote stap na die verliefdheid. Als ik nu verliefd word, is dat wel met de intentie om met die persoon te trouwen. Gelukkig heb ik nog geen behoefte aan een relatie.’ (lacht) ‘Het zou leuk zijn mochten er meer gelovige mensen in de wetenschap zitten om het stereotype te breken. Maar uiteindelijk moet iedereen gewoon studeren wat hen het beste ligt.’  


80

MEER DAN MIJN SEKS(E)

‘IK VECHT VOOR DE INTERSEKSE KINDEREN VAN VANDAAG’ TEKST  Nelke Roose

Pidgeon Pagonis [ 33 ] uit Chicago (VS) is intersekse en heeft dus een lichaam met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. ‘Er is letterlijk geen plaats voor mij in onze maatschappij.’

‘O

p onze wereld zijn er ongeveer evenveel intersekse mensen als roodharige: dat is één procent van de bevolking wereldwijd. Maar toch wordt de term vaak fout begrepen’, legt ­Pidgeon uit. ‘Als je intersekse bent, heb je ­geslachtskenmerken die niet precies in het hokje van man of vrouw passen.’ Dat kan gaan over chromo­somen, geslachtsof voort­plantingsorganen, hormonen of ­geslachtsklieren. Intersekse zijn betekent vaak onderdrukt zijn. Daar waarschuwde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch voor in een uitgebreid rapport van 2017 over de VS. Om kinderen ‘zo normaal mogelijk’ te laten opgroeien voeren dokters ingrijpende operaties uit zonder medische noodzaak en beslissen ze zo over het geslacht van ­kin­deren­. Pidgeon maakte het allemaal van erg dichtbij mee. Bij de geboorte leek Pidgeon aan de buitenkant een meisje met bolle wangen, donkere ogen en Mexicaanse en Griekse roots. Maar enkele maanden later ontdekte de kinderarts dat het er anders aan toe ging tussen Pidgeons mollige

babybeentjes: de vagina zag er anders uit dan normaal en na onderzoek ontdekten specialisten mannelijke chromosomen in het bloed. ‘Toch kwam ik zelf pas op mijn negentiende achter de waarheid.' OPERATIES EN LEUGENS

Pidgeon was nog maar een jaar oud toen dokters uit het kinderziekenhuis in ­Chicago de geslachtsklieren wegnamen. Daaruit ontwikkelen zich normaal gezien bij de foetus ofwel eierstokken ofwel testikels. De ouders van Pidgeon k ­ regen, volgens ­Pidgeon zelf, te horen dat hun baby onderontwikkelde eierstokken had met een hoge kans op kanker, terwijl het eigenlijk inwendige testikels waren. ‘De specialisten wisten dat die testikels geen invloed zouden hebben op mijn leven, want ze stelden al eerder het androgeen­ongevoeligheidssyndroom vast.’ Dat is een intersekse variatie waarbij het lichaam niet reageert op mannelijke geslachtshormonen, zoals testosteron, die testikels aanmaken. ‘Maar of mijn ouders echt niet méér wisten, zal ik nooit zeker kunnen zeggen.'

INTERSEKSE OF INTERSEKSUEEL PERSOON? We zeggen best niet ‘interseksueel’ omdat het niet gaat om seksualiteit, maar om geslachtskenmerken. Media en organisaties zoals Intersekse Vlaanderen gebruiken liever ‘intersekse’ om verwarring te voorkomen.

Pidgeon probeert te begrijpen waarom ­dokters dan toch zulke ingrepen doen: ‘Ze zijn bang dat ouders hun kinderen anders gaan opvoeden en riskeren het dus liever niet om de waarheid te vertellen.’ Daar staat de activist totaal niet achter: ­iedereen zou volgens Pidgeon zelf die ­keuzes moeten kunnen maken, want ­alleen zo kan je ­zeker zijn dat kinderen zich goed voelen met zichzelf en hun lichaam. Maar de operaties gingen verder: op vierjarige leeftijd verwijderden chirurgen Pidgeons clitoris. Pidgeon denkt dat ze dat alleen deden omdat die iets groter was dan normaal. Zeven jaar later opereerden ze de vagina, om ook die er “normaler” uit te laten zien. Toen geloofde Pidgeon dat het ging om een blaasoperatie, maar hij merkte na de operatie zelf dat de genitaliën er anders uitzagen dan voordien. ‘Die ingreep liet me achter met littekenweefsel, zenuwschade en veel schaamte over mijn genitaliën.' POWERPOINTSLIDES

Pigdeon studeerde Vrouwen- en Gender­ studies en in het eerste jaar aan de ­universiteit leerde de student over intersekse variaties. Hoe meer slides voorbijkwamen, hoe meer Pidgeon zichzelf herkende in het verhaal van de prof over het inter­sekse androgeenongevoeligheids­ syndroom. Pidgeon kon bijna alle ken­ merken af­vinken, zoals niet menstrueren en geen kinderen kunnen krijgen.   


81

ŠIsabella Giancarlo


82

MEER DAN MIJN SEKS(E)

‘IK TROK MIJN IDENTITEIT HELEMAAL IN TWIJFEL, WANT IK DACHT DAT JE OF MAN OF VROUW MOEST ZIJN’ Maar een ander puntje op de dia was XY-chromosomen hebben, wat mannelijke g ­ eslachtschromosomen zijn. Pidgeon geloofde niet dat dat bij zichzelf zo was. Na de les sloeg de twijfel toe en belde ­Pidgeon naar mama Pagonis en vroeg wat er precies stond in de medische fiche. Daaruit las ze voor over het androgeenongevoeligheidssyndroom. Op de eerste pagina stond in vette letters dat dokters mannelijke XY-chromosomen vaststelden toen Pidgeon zes maanden oud was. ‘En toch hielden familie en artsen me al die tijd voor dat ik gewoon een meisje was.' EEN JONGEN DAN?

‘Zeggen dat op dat moment mijn wereld uit elkaar viel, zou een understatement zijn.' Alles wat de student dacht te weten over zichzelf en de wereld stond plots te ­wankelen als een peuter bij zijn eerste stapjes. ‘Ik trok mijn identiteit helemaal in twijfel. Ik dacht dat je óf man óf vrouw moest zijn.’ Pidgeon wist het op dat moment niet meer: ‘Ik vroeg me serieus af of ik dan een jongen was.’ ‘Toen ik de waarheid kende, zette ik me af tegen alles wat vrouwelijk was, omdat het voelde alsof vrouwelijkheid me als kind altijd maar was opgelegd. Ik schoor mijn haar af, gooide al mijn make-up weg en begon me terug als een tomboy te kleden zoals ik in mijn kinderjaren deed. Dat was zo bevrijdend!’ ‘In het begin moest ik echt nog ontdekken dat zowel seksualiteit als gender een breed spectrum is.’ Pidgeon identificeert zich vandaag als non-binair, noch man noch vrouw, en kiest voor de Engelse voornaamwoorden they/them. ACCEPTATIE EN WOEDE

Het hielp om te beseffen dat er a­ nderen ­waren die hetzelfde meemaakten. Door met lotgenoten te praten en meer te ont-

dekken leerde Pidgeon langzaam maar zeker zichzelf te begrijpen en graag te zien. ‘Ik accepteer nu wie ik ben als intersekse persoon: het is net zoveel deel van mijn persoonlijkheid als vrouw zijn deel is van de persoonlijkheid van mijn vriendinnen. Maar ik accepteer niet – en zal dat waarschijnlijk ook nooit doen – wat dokters met mijn lichaam gedaan hebben.’ Want de ­operaties en de bijkomende schade die de medische wereld veroorzaakte, maken Pidgeon vandaag nog altijd enorm boos. En daaruit komt Pidgeons activisme. ‘Als kind ben ik gecastreerd, zijn mijn vagina en clitoris omgebouwd en dienden ze mij zomaar hormonen toe, allemaal zonder mijn toestemming. Aan mezelf en mijn lichaam kan ik niks meer veranderen. Maar ik kan wel mijn best doen om andere ­intersekse kinderen vandaag te redden door ervoor te ­vechten dat er een einde komt aan de operaties.’ BELGIË SCHULDIG

De Belgische Emanuelle Verhagen herkent zichzelf in Pidgeons verhaal: ‘Ik ben zelf tot mijn vijftiende verschillende ©Michel Deveen keren geopereerd. Bij de geboorte dachten dokters dat ik een jongetje was, maar ik had ook ­vrouwelijke kenmerken. Toch probeerden ze van mij een “echte jongen” te maken en voerden ze operaties uit waarvoor ik verschillende excuses hoorde, bijvoorbeeld dat ik pro-

blemen had met plassen. Ik kreeg geen keuze en niemand vertelde me wat er gebeurde. Pas sinds een paar jaar geleden weet ik beter.’ ‘Ook in België komt het voor. Bijna iedere dag worden in ons land kinderen die een intersekse variatie h ­ ebben, geopereerd zonder hun toe­stemming.' Vandaag werkt Emanuelle bij de vzw Intersekse Vlaanderen. ‘België is zo door de VNkinderrechten­commissie op 1 februari nog op het matje ­geroepen, omdat ons land niets doet tegen de ingrepen om kinderen zo “normaal” mogelijk te maken. En dat is niet de eerste waar­schuwing die België kreeg.’ GRENZEN NODIG

Emanuelle legt uit waarom die operaties toch nog gebeuren: ‘Er zijn verschillende variaties en soms is er wél nood aan medische zorg. Daarom woedt nu de heftige discussie bij de overheid over wanneer je wel en niet mag ingrijpen. En heel belangrijk: als je ingrijpt, vanaf wanneer kan dat?’ Volgens Emanuelle is het duidelijk: er moeten grenzen vastgelegd worden, en dringend. En de rol van ouders? ‘Die willen liefst ­ een “normaal” kind en daarom is de stap tot in­grijpen snel gezet. Emanuelle: ‘In België kunnen ouders keuzes maken voor hun kind. En dat is spijtig, want zo eindigen kinderen zonder zelf te beslissen op de operatietafel.’  

PIDGEONS CARRIÈRE Met activisme bouwde Pidgeon een hele carrière uit: van ontwerper van de non-­ binaire kledinglijn Too cute to be binary tot Youtuber en bekend gezicht bij het populaire mediakanaal Buzzfeed. In 2015 ontving Pidgeon een Champion of change award van toenmalig president Obama. Die awards moesten Amerikanen in de spotlights plaatsen die het land hielpen de uitdagingen van de 21ste eeuw het hoofd te bieden. De recente documentaire A normal girl, waarin Pidgeon centraal staat, is dit jaar te zien op het filmfestival van Cannes in Frankrijk.


REPORTAGE

83

VAN AFVALBERG NAAR AFVALVRIJ ‘In het begin kreeg ik veel gekke blikken’

TEKST & FOTO'S  ©Tiffany Hermans

Zero watte? Zero waste! Letterlijk vertaald: nul afval. Het is een levensstijl waarbij je geen afval probeert te maken. Een verandering in je leven en bij jezelf. Allemaal goed en wel, maar hoe begin je eraan? Stéphanie werpt een (herbruikbare!) blik op een leven zonder afval. De afvalproductie in België alleen al in 2016 bedroeg 63.152.377 ton volgens Statbel, het Belgische statistiekbureau. Dat komt overeen met het gewicht van zo’n 15.788.094 olifanten bij elkaar. Deze cijfers omvatten onder andere huishoudens, landbouw en industrie. Niet al het afval kan gerecycleerd worden, en dus is de stelling dat we ons afval drastisch moeten verminderen een serieus understatement.

LEGE VUILBAK EN GEKKE BLIKKEN ‘Bij een zero waste-levensstijl wil je dat je dagelijks consumeren een zo klein mogelijke impact op het milieu heeft’, zegt Stéphanie Pom (27), die zelf zero waste leeft. ‘Je bent je bewust van wat je koopt en gaat niets verspillen, het is echt een mentaal

bewustzijn.’ Sinds oktober 2017 leeft Stéphanie zonder afval, en dat verloopt vrij vlot. ‘Ik kreeg in het begin niet veel vragen, maar wel veel gekke blikken. Wanneer ik ging winkelen bij Colruyt en mijn herbruikbare tasjes voor groenten bovenhaalde, keken mensen me raar aan. De meeste mensen staan er wel voor open, maar zeggen dat ze het zelf niet zouden kunnen. Ik vind het leuk om iedereen te kunnen inspireren wanneer ik mijn eigen zakken meebreng.’

THE START OF SOMETHING NEW Alles begint bij het analyseren van je eigen spullen. Pas wanneer je weet wat je

hebt, kan je bekijken wat er beter kan qua afvalverbruik. Het is superefficiënt om het kamer per kamer aan te pakken. Begin bijvoorbeeld bij de keuken. Daar kunnen er plastic potjes gevuld met noten staan. Een oplossing voor de plastic kan een glazen pot zijn. Je eigen noten bijvullen in een glazen pot in een zero waste-winkel of biowinkel is de perfecte oplossing. Groenten en fruit kan je los kopen en ze in je stoffen zakje steken dat je van thuis meebracht. Vaak zijn ze wel verpakt in plastic, dan is het een slimmer idee om groenten en fruit te nemen die niet verpakt zijn. Je wordt ook vanzelf creatiever wanneer je op zoek moet gaan naar producten zonder verpakking. Misschien probeer je op deze manier wel eens producten die je anders nooit zou kopen.


84

MEER DAN MIJN SMAAK

10 TIPS OM ZO AFVALVRIJ MOGELIJK DOOR HET LEVEN TE GAAN 1 Move over papieren zakdoeken! Vervang ze door stoffen exemplaren. 2 Kokosolie in de keuken én badkamer: perfect om make-up mee te verwijderen, je benen te scheren en voor een haarmasker. 3 Houd een grote schoonmaak in al je spullen, van kleerkast tot keukenkast. De spullen die je niet meer draagt of gebruikt, verkoop je of geef je weg.

GEHEIMEN In de badkamer kan het al wat lastiger worden om zero waste-producten te vinden. De truc daar is dat je een product voor alles gebruikt. 'Een echte tip is het gebruiken van appelazijn in de badkamer: het is de perfecte reiniger voor je huid én je kan het ook gebruiken in je keuken', legt Stéphanie uit. Doucheproducten bestaan er tegenwoordig in een zero waste-jasje – nu ja, zonder jasje natuurlijk. Een shampoo in blokvorm is niet alleen compact, maar ook budgetvriendelijk, want je doet er langer mee dan met een normale bus shampoo. Zo bestaan er ook zeepjes, conditioners en zelfs tandpastalolly’s. ‘Schoonmaakproducten zijn ook makkelijk zero waste te vinden. Je kan je eigen bussen vullen bij bijvoorbeeld Bio-Planet of een zero waste-winkel. Ook bestaat er voor elk hoekje van je huis wel een ander product: een allesreiniger, ruitenreiniger of een reiniger voor het fornuis. Als een allesreiniger alles kan reinigen, waarom zou je dan vijf aparte busjes kopen als het ook met één busje kan? De verschillende producten zijn enkel en alleen om de consument meer te doen kopen’, zegt Stéphanie.

vrije winkel goedkoper omdat ze in bulk (grote hoeveelheden) worden aangekocht. Hier doe je dus veel profijt mee. In het begin moet je investeren in herbruikbare zakken, flessen en doosjes, wat misschien niet altijd even goedkoop is. Maar je kan ook glazen potjes van kikkererwten of maïs hergebruiken, waardoor je vermijdt glazen potten te kopen. ‘Op lange termijn gaan je uitgaven dalen, want je moet minder vuilniszakken kopen. Als je bewuster bent van wat je koopt, geef je ook minder geld uit, wat een zero waste-levensstijl dus goedkoper maakt’, vertelt Stéphanie.

SNOEPTOMATEN ‘Aardbeien, besjes en snoeptomaten: dat zijn de producten die ik het moeilijkste vind om zero waste te kopen. Snoeptomaten zijn wel los te verkrijgen natuurlijk, maar zo’n emmertje is heel praktisch. Velen zijn ook gehecht aan hun eigen merk en fles shampoo. Overschakelen op een verpakkingsvrije variant is niet altijd even simpel, ook niet voor mij’, aldus Stéphanie.

BULKEN

Eén van de winkels waar ze graag winkelt is Ohne in Gent. Ohne is een verpakkingsvrije winkel die zich ook richt op lokale en biologische producten. De producten die niet lokaal verkrijgbaar zijn, worden in grote hoeveelheden aangekocht. Er zijn twee winkels in Gent en eentje in Zwalm.

Voor buitenstaanders lijkt het alsof zero waste-leven duurder is, omdat ze het linken aan dure verpakkingsvrije winkels. Deze winkels blijken niet eens zo duur te zijn: als je een product koopt, is de prijs per kilogram het belangrijkste. Vaak zijn de meeste producten in een verpakkings-

Een zero waste-levensstijl is dus niet enkel goed voor het milieu, maar ook voor je eigen portemonnee én je mentale gezondheid. Je staat meer bewust in het leven, zowel op vlak van consumeren als het leven in het algemeen. ‘Je krijgt meer appreciatie voor de spullen die je hebt.’  

4 Gebruik gerecycleerd en ongebleekt wc-papier: beter voor jou en het milieu. 5 Overschotten bij het eten? Eet ze de volgende dag als lunch of nog een keer als avondeten. 6 Schaf een herbruikbare drinkfles en brooddoos aan. 7 Draag altijd een linnen zakje met je mee, ook wanneer je gaat shoppen. 8 Op wandel? Ruim afval dat je onderweg tegenkomt op. 9 Toch papier printen? Druk dubbelzijdig af! Schrijf ook altijd op beide kanten van papier. 10 Gebruik herbruikbare wattenschijfjes in plaats van katoenen exemplaren.


85

MEER DAN MIJN KOMAF

KILLERSTYLISTE FARAH EL BASTANI GAAT VOOR DIVERSITEIT IN DE FASHIONINDUSTRIE

‘IK WIL MODE TONEN ZOALS IK DE SAMENLEVING ZIE: MET HEEL VEEL KLEUR’ TEKST & FOTO  ©Roxanne Wellens

Roze nagels, gele jas, rode lippenstift en een maxidress in leopardprint. Dat is Farah El Bastani. De 29-jarige styliste met Marokkaanse roots uit Antwerpen kleedt zich zoals ze is: vrolijk, kleurrijk en uitbundig. ‘Als je iets draagt met zelfzekerheid en flair kan het niet anders dan cool zijn.’ Vandaag is Farah niet meer weg te denken uit het modelandschap. Ze stylede bekende figuren zoals Eurosongkandidate Blanche, Emma Bale, popster Angèle en ze deed shoots voor De Standaard, Sjiekmagazine en het Antwerps modemuseum MoMu. ‘Het was niet makkelijk om stylist te worden. Er was al een select groepje stylisten waar ik mij tussen moest proppen. Maar ik had passie en ambitie, en daarmee kom je al een heel eind.’ EEN ANDERE KIJK ‘Ik heb mijn roots nooit als struikelblok gezien. Ik weet dat ik buitenlands ben. Dat is voor sommige mensen moeilijk, maar ik ben wie ik ben. Ik heb een andere kijk dan mensen zonder migratieroots. Dat zie ik als iets positiefs.’ Toch is de modewereld voor Farah nog te eentonig. ‘Het heeft echt keilang geduurd voor er een zwart model op de runaway liep. Dan

duurde het nog eens jaren voor er een zwarte vrouw op de cover van een magazine stond. Ik denk dat modemerken vandaag vooral gekleurde modellen gebruiken als statement. Ze willen dat klanten zien dat ze aan diversiteit doen, maar diversiteit is meer dan donkere meisjes alleen. Het is ook iemand met een lui oog, een maatje meer of veel tatoeages. Soms denk ik dat diversiteit gewoon een trend is. Nu is het bij grote merken hip om hun modellen hoofddoekjes om te doen. Voor hoelang vraag ik me dan af, twee seizoenen?’ BUITEN DE LIJNTJES Voor Farah is diversiteit geen trend maar een must. ‘Ik wil een divers beeld van mode laten zien, aan de hand van hoe ik de samenleving zie. En dat is met heel veel kleur. Ik ben er constant mee bezig om een divers tableaux te tonen. Zowel jongens als meisjes, gay en trans. Ik gebruik alle soorten mensen.’ Blanke modellen domineren nog steeds de westerse media en mode-industrie. Farah ziet het dan ook als haar taak om daar iets aan te doen. ‘Soms willen klanten een campagne maken waarin ze onopzettelijk alleen blanke mensen casten. Dan probeer ik diversiteit wel te pushen. Op school leren we ook


86

‘SOMMIGE MENSEN ZIJN OPGEGROEID IN EEN DORP WAAR ALLEEN BLANKEN WONEN’

niet veel over diversiteit, terwijl het daar zou moeten beginnen. Sommige mensen zijn opgegroeid in een dorp waar alleen blanke mensen wonen. Ik kom zelf uit de Kempen dus kan het weten. Dan komt het niet in je op dat er op een groepsfoto ook gekleurde mensen horen te staan. Stimuleerde de school je trouwens om een eigen kledingstijl te hebben? Over identiteit werd zelfs amper gepraat. Het kwam eens aan bod in humane wetenschappen, maar dat was het dan ook.'

‘Jij als persoon moet dat kledingstuk dragen en niet andersom.’ Ze geeft wel toe dat het niet altijd gemakkelijk is om je uniek te kleden. ‘Mensen die zichzelf durven zijn en dragen waar ze goesting in hebben, moeten sterk in hun schoenen staan. Want het zijn vaak die mensen die worden gepest. Op dat vlak heb ik nooit een rolmodel gehad. Toen ik jonger was, waren er weinig Belgische vrouwen met migratieachtergrond waarnaar ik kon opkijken. Ik hoop dat ik wel zo’n rolmodel kan zijn voor buitenlandse meisjes.’

EENHEIDSWORST Hoe zit het met de modeindustrie? Doen zij wél waar het onderwijst niet in slaagt? ‘Absoluut niet’, antwoordt Farah stellig. Modemerken moedigen ons aan om hetzelfde te dragen omdat ze de hot items willen verkopen. We moeten allemaal die jurk van Zara of die tas van Mango hebben. Winkels stellen voor hoe je die jurk moet combineren, de juiste personen dragen hem en plots wil iedereen er ook zo uitzien. Is de mode all nude dan loopt iedereen in beige rond, zoals de Kardashians. Dat is gemakkelijk. Als we allemaal een eigen stijl zou hebben, zouden mensen nadenken over hun kleding en bijvoorbeeld vintage kopen. Dat wil de mode-industrie helemaal niet.’ WHAT YOU SEE IS WHAT YOU GET Aan die eentonigheid doet deze fashionqueen niet mee. Farah gaat voor

BLOTE TEPELS

authenticiteit en uitstraling. ‘Als je naar mijn kleding kijkt, zie je mij. Ik ben een mega-uitbundig persoon. Altijd positief en kleurrijk. Je zal me nooit in zwarte kleren zien, behalve als ik een slechte dag heb.' Farahs geheim? Zelfvertrouwen. ‘Het maakt niet uit wie het draagt, zolang je het goed draagt’, zegt ze schouderophalend.

‘Je ziet steeds meer mensen die er bewust voor kiezen om minder van hun lichaam te tonen. Die trend heet modest fashion’, legt Farah uit. ‘Vroeger ging ik kortgerokt door het leven. Nu vind ik het sexyer om iets langs aan te doen waarmee ik mooi sta, dan mijn borsten of benen te tonen.’ Of modest fashion zich afzet tegen al het bloot dat tegenwoordig te zien is? Farah denkt van wel. 'We komen van de jaren vijftig waarin iedereen modest was en gingen naar een tijd waarin het plots wel oké is om naakte huid te laten zien. Modellen staan nu bijna in hun blootje op de catwalk’, zegt ze. ‘Vrouwen die zich bewust modest kleden willen misschien zeggen: 'Hey, ik moet niet met mijn blote tepels op straat lopen om knap gevonden te worden”.’  


MEER DAN MIJN KOMAF

87

Telkens wanneer we op reis gaan, komen we in contact met verschillende culturen die ons keer op keer verbazen. Overal ter wereld leven mensen op een andere manier. De manier van leven wordt van generatie op generatie doorgegeven. Wat wordt er verwacht van de nieuwe generatie millennials in hun geboorteland? Aan welke verwachtingen moeten zij voldoen? Hoe verschillen die met de andere kant van de wereld? Wat is de identiteit van hun identiteit?

BEN JE TROTS OP JE GEBOORTELAND? ‘Ik voel me hier thuis, maar ben niet trots op mijn land.’ VIND JE DAT ER VEEL VRIJHEID VAN MENINGSUITING IS IN JE GEBOORTELAND? ‘Neen, totaal niet. Mijn land is communistisch en niet democratisch zoals veel landen in het Westen. Journalisten die schrijven tegen de haren van de overheid in, worden opgepakt en in de gevangenis gestoken.’ ‘Socialemediawebsites als Facebook, YouTube, Instagram en zelfs bepaalde Google-resultaten die China in een negatief daglicht plaatsen, zijn (grotendeels) geblokkeerd door de Great Firewall of China. Burgers gebruiken vaak een VPN-server om de firewall te omzeilen.’ ‘In Macau en Hong Kong is er wel vrijheid van meningsuiting, op hetzelfde niveau als in het Westen, omdat ze hun eigen grondwet hebben. Ieder jaar worden er

nog steeds betogers opgepakt die pleiten voor democratie.’ WAT WORDT ER VAN JE VERWACHT WANNEER JE OPGROEIT? ‘Trouwen is essentieel, anders word je niet als volwassen bekeken. Families regelen vaak het huwelijk. De moeder gaat op zoek naar een echtgenote voor haar zoon. Andersom is dat niet het geval, omdat er een groot overschot is aan mannen.’ WAARIN VERSCHILT JE LAND VAN ANDERE LANDEN? ‘De religieuze situatie is heel vreemd. China is een van de enige landen in de wereld waarvan de meerderheid atheïstisch is. Dat is door het communisme dat religie heeft proberen kapot te maken. Zij waren radicaal tegen religie.’ WAT IS JE MENING OVER DE POLITIEK IN JE LAND? ‘Je hebt slechts één partij in China en mensen denken vaak dat het een dictatuur is waar inwoners luisteren naar één leider: Xi Jingping. Burgers kunnen niet stemmen. Elke regio heeft een afgevaardigde in een grote raad die elk jaar samenkomen in Bejing. Daar bespreken ze hoe ze het land moeten besturen.’ ‘De voorzitter van de communistische raad is de feitelijke machthebber en heeft alle touwtjes in handen. De huidige voorzitter, president van China en topman van het leger is Xi Jingping, en is dus alleenheerser. Op de 19de partijtop op 24 oktober 2017 hervormde Xi Jingping de grondwet. Hij haalde er een amendement uit waarin het voorzitterschap op basis van termijnen werd beperkt. Hij is nu voorzitter voor het leven. Dit is niet meer gedaan sinds het bewind van Mao.’

DE IDENTITEIT VAN IDENTITEIT

CLAIRE CHEUNG [ 25 ]

studeert Business Support in Hong Kong (China)

TEKST Brent Geenen


88

MEER DAN MIJN KOMAF

CHRISTOPHER KABEYA [ 23 ] is geboren in België, maar voelt zichzelf Congolees

BEN JE TROTS OP JE ROOTS? ‘Ik ben trots op mijn roots door haar landschap, bevolking, cultuur, muziek, natuur en taal, maar niet op haar leiders en politiek.’ VIND JE DAT ER VEEL VRIJHEID VAN MENINGSUITING IS IN JE GEBOORTELAND? ‘Er is in theorie vrijheid van meningsuiting in Congo omdat het een democratisch land is, maar als je slecht praat over een invloedrijk persoon, neem je het risico om dat met je leven te betalen. Door de corruptie kan je er quasi iedereen en alles kopen.’

shit ze zich ook bevinden, ze blijven altijd positief en gaan zo ook door het leven. Iets negatiefs is dat de Congolese administratie een complete joke is.

mer genoeg niet goed genoeg om daar te wonen vanwege de corruptie. Daarom woon ik nu samen met mijn familie in België.’

Dat is waarschijnlijk ook zo in andere derdewereldlanden, maar in Congo is dat wel next level.’

VIND JE DAT ER VEEL VRIJHEID VAN MENINGSUITING IS IN JE GEBOORTELAND? ‘Op vlak van geloof wel, maar op vlak van seksualiteit niet. Mensen die homoseksueel geaard zijn, worden dagelijks op straat vermoord, enkel en alleen omdat ze vallen op iemand van hetzelfde geslacht.’

WAT IS JE MENING OVER DE POLITIEK IN JE LAND? ‘Het is een levensecht theaterprogramma. Zoals we allemaal in het nieuws hebben gezien dit jaar, blijven politieke leiders soms meer dan tientallen jaren aan de macht terwijl je maximaal twee mandaten mag hebben. Ze geven echt niets om de bevolking en steken alles in hun eigen pocket. Macht wordt doorgegeven van familie op familie. Tijdens de verkiezingen verdwijnen er stemmen en zelfs kandidaten van de oppositie.’

AMANDA SOARES [ 18 ] studeert Psychologie in Brazilië

WAARIN VERSCHILT JE LAND VAN ANDERE LANDEN? ‘In Brazilië toont iedereen heel veel liefde voor elkaar. De mensen zijn daar heel anders, maar dat is moeilijk om uit te leggen. Om dat echt te begrijpen zou je daar zelf een tijdje moeten verblijven om dat bijzondere warme gevoel te ervaren.’ WAT IS JE MENING OVER DE POLITIEK IN JE LAND? ‘De media hebben gelijk dat Bolsonaro extreemrechts is, maar dat heeft Brazilië op dit moment nodig. Iemand met een harde aanpak.

WAT WORDT ER VAN JE VERWACHT WANNEER JE OPGROEIT? ‘Er wordt verwacht dat je je familie uit de miserie haalt. Familie komt en staat altijd op de eerste plaats in Congo, wat er ook gebeurt.’ WAARIN VERSCHILT JE LAND VAN ANDERE LANDEN? ‘Wat er ook gebeurt, Congolezen zullen altijd blijven lachen en dansen. In welke

WAT WORDT ER VAN JE VERWACHT WANNEER JE OPGROEIT? ‘Er wordt van je verwacht dat je studeert en ook in je studies slaagt. Familie komt altijd op de eerste plaats. Iedereen verwacht dat je later kinderen gaat krijgen. Mensen kijken je raar aan als je zegt dat je later geen kind wilt.’

BEN JE TROTS OP JE GEBOORTELAND? ‘Ja en nee. Ik vind Brazilië een van de mooiste paradijzen op aarde. Maar jam-

Buitenstaanders zien enkel en alleen wat zij willen en kunnen zien. Zij hebben nooit echt de geschiedenis en realiteit in Brazilië gezien en weten niet wat voor corruptie er is. De vorige drie presidenten zaten allemaal vast wegens corruptie.’  


MEER DAN MIJN ONRUST

LEVEN MET EEN ANGSTSTOORNIS

‘EVEN NAAR DE WINKEL GAAN IS AL EEN OVERWINNING’ TEKST  Chloé Stouten

Gemiddeld een op drie Belgen krijgt ooit te maken met een psychische stoornis  ©Levi Letor

Sarah [ 21 ] * en Anna [ 18 ] * zijn twee jonge meisjes die het dagelijkse leven moeilijker ervaren dan andere jongeren. Ze hebben allebei last van één of meerdere angststoornissen. *Om privacyredenen zijn de namen in dit artikel aangepast.

89


90

MEER DAN MIJN ONRUST

‘MIJN PSYCHIATER HELPT ME IEDERE DAG OM EEN ZO NORMAAL MOGELIJK LEVEN TE LEIDEN’ met een angststoornis denkt daarom vaak dat hij gek is. Het is vooral voor personen met een angststoornis belangrijk om te weten dat ze niet alleen zijn, en zeker dat ze niet gek zijn.’

‘Ik heb een lange lijst met simpele situaties die telkens weer een struikelblok vormen’, zegt Sarah. ‘Ik ben al 21 jaar maar toch ben ik nog maar twee keer uit geweest met vriendinnen. Gelukkig valt het nu al wel veel beter mee dan een paar jaar geleden. Toen kwam ik enkel en alleen buiten om naar school te gaan bijvoorbeeld. Omdat ik wel moest. Door mijn sociale angststoornis doe ik gewoon minder sociale dingen dan andere jongeren.’ Uit cijfers blijkt dat Vlaanderen koploper is op gebied van zelfdodingen. Ook België scoort hoog als het gaat over het opnemen van patiënten in instellingen. Ondanks alles blijft er een taboe bestaan rond psychische aandoeningen.

‘LIEVER EEN GROTE MASSA DAN EEN KLEINE GROEP ONBEKENDEN’

ANONIMITEIT

‘Anna gaat nauwelijks uit met vriendinnen’, zegt Marijke*, de mama van Anna. ‘Dit komt door de sociale angst die ze heeft. Gelukkig heeft ze een goede vriendin die op de hoogte is van de hele situatie, maar ik twijfel of ze zelfs aan haar alles vertelt. Anna gaat heel graag winkelen in grote steden zoals Brussel, Londen of Parijs. Daar verdwijnt ze in de massa en kan ze de anonimiteit echt opzoeken. Dat heeft ze duidelijk liever omdat de kans daar minder groot is om iemand van haar vrienden tegen het lijf te lopen.’ ‘Ikzelf ben ook liever in het midden van een grote massa mensen dan in een kleine groep vol onbekenden’, legt Sarah uit. ‘In de massa kan je gewoon beter verdwijnen. Zo voel ik me meer op mijn gemak.’

‘Angsten hebben zelfs een positieve invloed, wanneer ze tenminste niet in het extreme gaan. Het is een compleet normale en menselijke emotie. Ik zou zelfs durven zeggen dat ze broodnodig zijn. Ze waarschuwen ons namelijk voor een gevaar dat mogelijk om de hoek loert.’

Therapeute Carine Opdenakker legt uit dat angsten ook gezond zijn.  ©Chloé Stouten

‘DE ANGSTSTOORNIS HEEFT EEN ANDERE WENDING GEGEVEN AAN

KINDERTIJD

Marijke zegt dat de grootste uitdaging voor haar als moeder het loslaten blijft. ‘Ook al voelt Anna zich op dit moment al veel beter, toch blijft het moeilijk toekijken als mama. Ik ben steeds weer bang dat ze zich niet goed zal voelen in bepaalde situaties en dat ze dan een paniekaanval krijgt.’ ‘Als mama blijft het natuurlijk moeilijk maar tegelijkertijd hebben we wel antwoorden gekregen op vragen die we al stellen sinds Anna een kleuter was. Anna was als kind heel verlegen, zelfs naar eigen familieleden toe. Ze speelde meestal alleen en zonder speelgoed. Er waren maar enkele dingen die ze echt leuk en interessant vond zoals kleuren en verven.’

HAAR KARAKTER’

TIPS & TRICKS

‘De uitspraak “wij vinden dat ook moeilijk hoor” ben ik echt beu gehoord’, licht Sarah toe. ‘Het is een cliché waar mensen het nogal graag over hebben maar ze beseffen niet dat de dingen die alledaags zijn, zoals naar de winkel gaan, dat voor mij helemaal niet zijn. Banale uitstapjes zoals naar de bakker of supermarkt gaan of de bus nemen zijn voor mij écht moeilijk. Iedere dag staat er wel weer een nieuwe uitdaging te wachten. De grootste uitdaging is simpelweg het dagelijkse leven zelf.’

‘Angsten zijn gezond’, legt therapeute Carine Opdenakker uit. ‘Iedereen heeft ze en dat is maar goed ook, ze hebben namelijk een beschermende functie.’

‘Gelukkig helpt praten enorm. Mijn psychiater geeft me tips om het gemakkelijker te maken, iedere dag opnieuw. Dat wil ik zeker meegeven aan anderen: blijf er niet mee zitten en praat erover met iemand die je vertrouwt.’

‘Er wordt altijd over angsten gepraat in een negatieve zin, als iets abstracts waar je maar beter geen last van hebt. Iemand

‘Mijn therapeut helpt gelukkig me iedere dag om een zo normaal mogelijk leven te leiden.’


MEER DAN MIJN ONRUST

DE ENE ANGST IS DE ANDERE NIET Angsten, fobieën en stoornissen, we hebben er allemaal al van gehoord. Hoe kan je ze herkennen? 1 GEGENERALISEERDE ANGSTSTOORNIS Deze vorm van angst komt het meeste voor. Deze angsten zijn een perfect normale emotie, het zorgt voor het zenuwachtige gevoel bij een presentatie. 2 SOCIALE FOBIE Iemand met deze vorm van angst houdt er niet van om in een ruimte samen te zijn met vele anderen. Spontaniteit en interactie met anderen is moeilijk. 3 PANIEKSTOORNIS Deze angststoornis wordt bepaald door paniekaanvallen die vaak zeer intens zijn. Ze gaan vaak gepaard met fysieke symptomen zoals een verhoogde hartslag en ademnood. 4 AGORAFOBIE In deze situatie is de persoon bang voor grote en open ruimtes. Het kan er zelfs voor zorgen dat je je huis niet uit durft. 5 SPECIFIEKE FOBIEËN Iedereen heeft wel ergens angst voor: of dat nu voor spinnen, clowns of bliksem is. Een fobie is een irrationele angst, die je moeilijk onder controle kan houden. 6 POSTTRAUMATISCHE STRESSSTOORNIS Deze stoornis ontstaat wanneer trauma’s hun sporen nalaten. Daardoor ontstaan verschillende symptomen zoals slapeloosheid. 7 OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS Deze stoornis wordt herkend door het herhalen van bepaalde handelingen. Het wordt daarom ook wel een dwangstoornis genoemd. Deze dwanghandelingen komen voort uit obsessies.

‘ANGSTEN ZIJN NIET ALLEEN NEGATIEF, ZE ZIJN ZELFS GEZOND’

‘Als angsten zo extreem worden dat ze je leven gaan bepalen, dan is er iets aan de hand.’ Therapeute Opdenakker legt uit dat de oorzaak van een angststoornis niet altijd aan de oppervlakte zichtbaar is. ‘De angststoornis heeft altijd dieperliggende gronden, ook al lijkt dat eerst misschien niet het geval.’ ‘De oorzaak kan je zien als een soort van wortels die verstrengeld zijn doorheen alle levensjaren van de persoon in kwestie. Het is aan ons als therapeuten om uit te zoeken waar die wortels ergens samenkomen. Wij gaan op zoek naar dit centrale punt. Dat is de échte oorzaak. Dat kan een zwaar trauma zijn uit de kindertijd of een andere heftige situatie die de persoon heeft meegemaakt. Misschien is het wel een situatie waar iemand met een angststoornis niet meteen nog herinneringen aan heeft.’ Ook Anna krijgt hulp van een specialist, en maar goed ook. ‘Na vele psychologische en psychiatrische consultaties heeft Anna technieken geleerd om bepaalde angsten onder controle te houden. We merken dat ze doorheen de tijd er al erg op vooruit is gegaan, al blijft spontaan zijn moeilijk voor haar. Als ze dan toch even alleen naar de winkel gaat, is dat een echte overwinning.’

91

iets slechts over je zeggen en je stemt met alles veel makkelijker in. Het zelfbeeld van iemand met een sociale angststoornis bijvoorbeeld is daarom minder ontwikkeld dan dat van iemand zonder een angststoornis. En net daardoor ontwikkelt ook de identiteit van deze persoon zich niet ten volle’, aldus therapeute Opdenakker. ‘Als therapeute geloof ik erin dat dit volledig terug in orde kan komen. Door professionele hulp te zoeken, veel te praten én door erkenning aan zichzelf te geven. Daardoor neemt de angst geleidelijk af. De angststoornis heeft jezelf niet meer in zijn grip maar de grip, maar je krijgt weer grip op jezelf.’ ‘De angststoornissen beïnvloeden Anna’s volledige dagelijkse leven: op school, onder vrienden en ook thuis’, aldus Marijke. ‘We kennen haar binnen het gezin natuurlijk het beste en we kunnen het dan ook aflezen van haar gezicht wanneer ze het moeilijk heeft.’ ‘Volgens mij heeft de angststoornis zeker en vast een invloed gehad op de ontwikkeling van Anna’s identiteit. Het heeft

‘MENSEN MET EEN ANGSTSTOORNIS ZIJN NIET GEK’

IDENTITEIT

‘Of ik denk dat iemand met een angststoornis een minder ontwikkelde identiteit heeft? Absoluut!’, beaamt therapeute Opdenakker. ‘Je zelfbeeld ligt aan de basis van de ontwikkeling van je identiteit. Het zorgt ervoor dat je eens ‘neen’ durft te zeggen en dat je durft tegen te spreken wanneer er iets negatiefs over jou wordt gezegd.’ ‘Een angststoornis geeft je een negatiever zelfbeeld. Je gelooft anderen wanneer ze

echt wel een wending aan haar karakter gegeven. Ze kan bijvoorbeeld maar moeilijk onverwachte situaties aan.Ik denk dat ook haar jeugdige spontaniteit erdoor verdwenen is. Ze kan gewoon geen spontane dingen doen zoals anderen van haar leeftijd.’  

Herken je jezelf in dit artikel, aarzel dan niet om professionele hulp te zoeken. Anoniem praten kan via Tele-Onthaal, te bellen via het nummer 106. Heb je nood aan een gesprek over zelfdoding, kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.


92

MEER DAN MIJN SMAAK

‘IK HEB GEEN BEHOEFTE OM MET MENSEN AF TE SPREKEN DIE IK AL DAGELIJKS VAN ACHTER MIJN GSM CHECK’ TEKST & FOTO  ©Maarten De Cock

Jongeren en hun gsm, ze lijken onafscheidelijk. Morgane Uyttendaele [ 20 ] deelt die mening: ’Ik zou me vervelen zonder mijn smartphone en mijn online leven.’ Niet iedereen is overtuigd van dat standpunt: Arno Ons [ 20 ] heeft een klassieke gsm en bezit alleen maar een Facebookaccount.

WAAROM HEB JE (GEEN) NOOD AAN SOCIALE MEDIA? Arno: ‘Ik heb gewoon geen nood om foto’s van mezelf te posten en bezig te zijn met likes. Ik heb sinds kort een Facebookaccount, maar ik gebruik het weinig. Ik maakte dat aan, omdat klasgenoten en vrienden me heel

moeilijk konden bereiken. Daarbuiten heb ik geen sociale media. Ik heb niet het gevoel dat ik veel dingen mis ondanks het feit dat ik geen ‘online leven’ heb. Waarom heb ik sociale media nodig als ik mijn goei maten bijna wekelijks zie? Wat brengen ze me bij?' Morgane: ‘Instagram en Snapchat maakte ik aan toen iedereen dat begon te gebrui-

ken. Ik ging mee met de flow. Sindsdien vind ik het echt leuk om dat te kunnen gebruiken en foto’s te kunnen zien van andere mensen. Als ik een week niet op sociale media kom, dan weet ik niet wat de mensen gedaan hebben en dan word ik gek. Ik merk wel dat ik minder met mensen afspreek in real life, omdat ik met hen in contact kan blijven via alle soorten sociale


MEER DAN MIJN SMAAK

93

‘ALS IK ZOVEEL AANDACHT ZOU GEVEN AAN MIJN GSM ALS MORGANE, DAN ZOU IK WEGKWIJNEN IN MIJN ZETEL’ - ARNO media. Ik heb geen behoefte om mensen te zien die ik al dagelijks check vanachter mijn gsm. Ergens vind ik het wel jammer dat ik zo achter mijn scherm leef.’ DENK JE DAT EEN FACEBOOKACCOUNT HEBBEN EEN NORM GEWORDEN IS IN DEZE MAATSCHAPPIJ? Arno: ‘Facebook is een handig platform. Dat zag je bijvoorbeeld bij de aanslagen op 22 maart van drie jaar geleden. Veel mensen konden laten weten dat ze oké waren door het op Facebook te posten. Het gsmverkeer lag plat, maar Facebook werkte.’ Morgane: ‘Inderdaad. Als je in een gevaarlijk gebied verkeert, kan je jouw familie en vrienden via Facebook laten weten dat er niets aan de hand is.’ VOEL JE JE EENZAAM MET OF ZONDER JE GSM? Morgane: ‘Ik kan me best heel eenzaam voelen door mijn smartphone, ja. Het gebeurde al dat ik haatberichten kreeg via Instagram. Er was bijvoorbeeld een periode dat ik veel ging fitnessen. Als ik dan een keer ongezond at en dat online deelde, dan kreeg ik bakken kritiek daarvoor. Soms denk ik: als ik dit niet zou plaatsen, zou ik ook geen negatieve reacties krijgen.’ Arno: ‘Ik zou me eenzaam voelen met een smartphone, inclusief sociale media. Als ik daar zo veel aandacht aan zou moeten

'MOCHT IK NOOIT BEGONNEN ZIJN MET INSTAGRAM, DAN BEN IK ER ZEKER VAN DAT IK GELUKKIGER ZOU ZIJN’ - MORGANE -

geven, dan zou ik wegkwijnen in mijn zetel.’ STEL DAT JULLIE VOOR ÉÉN DAG ELKAARS GSM MOESTEN WISSELEN. HOE ZOUDEN JULLIE DAARMEE OMGAAN? Arno: ‘Dat kan ik mentaal echt niet aan. Zoveel tijd in je gsm en je sociale media steken, ik zou er echt helemaal gek van worden.’ Morgane: ‘Zonder mijn smartphone en mijn online leven verveel ik me vooral. Arno, jij verveelt je toch vaak?’ Arno: ‘Nee, niet echt eigenlijk. Als ik onderweg ben, dan luister ik muziek. Op de trein doe ik meestal een dutje. Ik heb mijn gsm niet nodig om mezelf bezig te houden. Voor het slapengaan kijk ik tv of speel ik op de Playstation. Ik ga meermaals per week zwemmen of lopen. In het weekend speel ik wedstrijden met mijn zaalvoetbalploeg. Ik heb geen tijd om zo druk bezig te zijn met de technologie.’ BEPALEN SOCIALE MEDIA JE GELUK? Morgane: ‘Mocht ik nooit begonnen zijn met Instagram, dan ben ik voor 200 procent zeker dat ik gelukkiger zou zijn.’ Arno: ‘Hmm, dat weet ik niet. Ik denk dat als je er al minder zou mee bezig zijn, dat dat ook al een groot verschil maakt. Je moet een uitlaatklep zoeken. Ik snap dat je Instagram wil hebben om jezelf te tonen, maar je moet daar niet dagelijks mee bezig zijn. Als je weinig likes krijgt en volgers verliest, kan dat je toch heel ongelukkig maken? Mocht ik Instagram hebben en opeens geen likes meer hebben, dan zou ik me slecht voelen. Nu heb ik er geen last van.’ Morgane: ‘Ik heb dat zelf niet altijd in de hand, hoor. Als je ineens veel aandacht krijgt op sociale media omwille van een foto, dan probeer je dat aantal likes gewoon altijd te verhogen. Zo blijf je bezig. Het is wel bewezen dat als je veel

likes krijgt, dat dat endorfine vrijmaakt en je daardoor een heerlijk gelukzalig gevoel krijgt.’ DUS ALS JE ’S OCHTENDS WAKKER WORDT, IS JE INSTAGRAMACCOUNT HET EERSTE WAAR JE AAN DENKT? Morgane: ‘Ja. Allez, niet iedere ochtend. Op maandag en op donderdag. (lacht) Dat zijn mijn vaste dagen om een foto te uploaden. Vroeger was dat nog extremer dan nu. Nu ik een relatie heb is dat wel minder, maar toen ik single was, hield ik mij daar veel meer mee bezig. Sociale media en relaties zijn geen goede combinatie, want uiteindelijk ben je wel op zoek naar bevestiging van anderen.’ Arno: ‘Ik snap dat je bevestiging zoekt, want iedereen zoekt bevestiging. Iedereen streeft naar erkenning. Elke dag op sociale media zitten en er zo veel mee bezig zijn, is wel helemaal niets voor mij.’ ARNO, ALS JE EEN RELATIE ZOU HEBBEN MET IEMAND ZOALS MORGANE, ZOU JE DAN WEL SOCIALE MEDIA AANMAKEN? Arno: ‘Misschien later, maar ik zou me er nooit zo intensief mee bezighouden als Morgane.’ Morgane: ‘Doe je dat dan uit eigen initiatief of om je partner te controleren?’ Arno: ‘Zeker niet om te controleren. Ik zou er gewoon niet vaak mee bezig zijn.' OVERWEEG JE NA DIT INTERVIEW OM MEER OF MINDER GEBRUIK TE MAKEN VAN JE GSM? Morgane: ‘Mocht ik de stap kunnen zetten om van mijn gsm-verslaving af te geraken, dan zou ik dat wel doen. Ik wil Arno’s ‘levensstijl’ wel proberen, maar ik denk niet dat ik het kan.’ Arno: ‘Ik sluit niet uit dat ik ooit actiever zal zijn op sociale media, maar niet in de mate waarin Morgane ermee bezig is. Dan word ik echt depressief.’  


94

MEER DAN MIJN TALENT

‘IK HEB NOG GENOEG TIJD OM TE STUDEREN, MAAR ALS IK PROFVOETBALLER WIL WORDEN MOET IK DAT NU DOEN’ TEKST  Duarte De Munter

Op het einde van vorig academiejaar besloot Tom Standaert [ 20 ] zijn studies Journalistiek op te geven voor zijn jongensdroom: profvoetballer worden. Een jaar later is Tom een voltijdse speler bij Global Football Academy, een instituut dat ambitieuze voetballers voorbereidt op een carrière binnen de voetballerij. Ook als mens maakte Tom de voorbije maanden een hele metamorfose door.

JE VOETBALT NU BIJ THE GLOBAL FOOTBALL ACADEMY. HOE BEVALT HET JE DAAR? ‘Dit is het belangrijkste jaar uit mijn leven geweest. Ik ben gegroeid als voetballer, maar ook als persoon. Qua voetbal is het hier geweldig, maar het leven buiten het voetbal is een pak minder. Ik woon met de andere buitenlandse ploegmaats op een campus in Apeldoorn en daar valt weinig te beleven. De dagen zijn hier bovendien loodzwaar. We trainen elke dag aan een hoog tempo en ook de krachttrainingen zijn zeer intensief.’ JE LEVEN ZIET ER HELEMAAL ANDERS UIT DAN TOEN JE NOG STUDENT WAS. ‘Dat kan je wel stellen: ik sta elke dag op om half acht en ga slapen om twaalf uur. Dat zijn momenten waar je als student de bloemetjes kan buitenzetten. Het grootste verschil met het studentenleven is dat ik nu meer met mijn voeding bezig ben. Ik heb tijd om bewuster met mijn lichaam om te gaan omdat ik naast de training relatief weinig te doen heb.’

©  Global Football Academy

'IK MIS HET WEL OM MET VRIENDEN EEN PINTJE TE DRINKEN BIJ HET KAMPVUUR OF OM TE CHILLEN OP KOT.'

MIS JE HET OM ALS EEN DOORSNEE 20-JARIGE UIT TE GAAN EN PLEZIER TE MAKEN? ‘Het uitgaansleven mis ik niet echt. Ik had in België ook al het gevoel dat ik dat steeds minder leuk begon te vinden. Ik mis het wel om met vrienden een fris pintje te drinken bij het kampvuur of om te chillen op kot. De frituur mis ik nog het meest maar er zit niets anders op dan vol te houden. Ik weet dat ik iets aan het opbouwen ben waar ik later de vruchten van zal plukken.’ JE VERBLIJFT IN NEDERLAND. HET IS VAST MOEILIJK OM ZO VER VAN HUIS TE ZIJN. ‘Ik zou liegen als ik zeg dat het niet moeilijk is. Iedereen kende mij altijd als een zeer sociaal persoon: het sociale leven kwam naar mij toe. Nu moet ik dat zelf creëren. Met de tijd heb ik geleerd om mijn eigen structuur te maken, om zelf dingen te doen en te organiseren. Zelfstandig leven lukt mij steeds beter maar ik besef nu ook hoe belangrijk mijn familie en vrienden zijn.’


MEER DAN MIJN TALENT

HOE HEEFT HET AFGELOPEN JAAR JOU ALS PERSOON VERANDERD? ‘Mijn voetbalavontuur heeft mij normen en waarden bijgebracht. Op de academie werken we samen met een mental coach en die heeft mij geholpen om mijn leven op de rails te zetten. Ik heb de kleine dingen weer leren appreciëren. Ik vond het vanzelfsprekend dat ik een familie en vrienden had maar nu realiseer ik me hoe gelukkig ik mag zijn, dat ik moet genieten van elk moment en mijn hart moet volgen.’ VEEL VAN JE LEEFTIJDSGENOTEN VERKIEZEN EEN ZEKERE TOEKOMST MAAR JIJ KOOS ERVOOR OM JE DROOM WAAR TE MAKEN. ‘In het begin had ik het daar ook best moeilijk mee maar ik ben nog steeds maar 20 jaar. Ik wil later geen spijt hebben dat ik mijn dromen niet gevolgd heb. Ik heb nog genoeg tijd om te studeren of te werken, maar als ik profvoetballer wil worden moet ik dat nu doen. Mijn moeder heeft mij altijd geleerd dat ik mijn dromen moet volgen en hard moet werken om die te kunnen realiseren. Zij heeft haar dromen nooit nagejaagd en heeft daar nog steeds spijt van. Ik heb van dichtbij gezien wat er gebeurt als je gewoon met de stroom meezwemt. Dat is niet de toekomst die ik wil.’ JE BENT 20 JAAR. OP DIE LEEFTIJD HEBBEN DE MEESTE VOETBALLERS HUN AMBITIE OM PROF TE WORDEN ALLANG OPGEBORGEN. WAT MAAKT DAT JIJ WEL ALTIJD IN DEZE DROOM BENT BLIJVEN GELOVEN? ‘Ik ben altijd in mezelf blijven geloven omdat ik er vroeger nooit volledig voor ben gegaan. Nu gooi ik mezelf voor de volle 100 procent. Ik weet dat ik harder kan werken dan de rest. Als ik dat blijf doen en fysiek nog beter word, maak ik zeker nog een kans om professioneel voetballer te worden. ZIJN ER HET AFGELOPEN JAAR MOMENTEN GEWEEST DAT JE NIET MEER IN JE EIGEN KWALITEITEN GELOOFDE? ‘Natuurlijk zijn er momenten van twijfel geweest. Dat kwam dan vaak omdat ik me moe of slecht voelde. Op zulke momenten probeer ik mijn gedachten te verzetten en even niet meer aan het voetbal te denken.

95

WAAR HAAL JE DE KRACHT OM OP ZO’N VOLWASSEN MANIER IN HET LEVEN TE STAAN? ‘Ik weet waarvoor ik dit allemaal doe en put enorm veel kracht uit mijn eigen overtuiging. Ook de mensen rondom mij spelen een belangrijke rol. Mijn familie en vrienden staan als een blok achter mij. Hun steun zorgt ervoor dat ik mijn focus niet verlies.’ HOE ZIET JOUW TOEKOMST ERUIT OP PROFESSIONEEL GEBIED? KREEG JE AL AANBIEDINGEN VAN CLUBS? ‘Nog niet zolang geleden zat ik samen met enkele bedrijven. Zij zouden een scholarship voor mij regelen om in Amerika te ©Global Football Academy gaan voetballen. Ik zou de kans krijgen om voor een divisie 1-universiteit te gaan voetballen. Jammer Het is ook niet erg om af en toe eens aan genoeg ging dat niet door omdat ik niet jezelf te twijfelen. Dat houdt je scherp. speelgerechtigd ben. Dat komt omdat ik Zolang je die gedachten kan relativeren mijn studies vorig jaar heb onderbroken. en de volgende ochtend weer helder kan Er lag ook nog een ander aanbod uit Amenadenken is er geen probleem.’ rika op tafel maar dat was niet echt aantrekkelijk. Daarnaast heb ik ook enkele wedstrijden gespeeld tegen topclubs. Zo mocht ik naar Engeland om mee te spelen in een wedstrijd tegen West-Ham United maar daar vloeide niets concreets uit. Ik ben van plan om deze zomer in België mee te trainen met een paar clubs, in de hoop zo een contract te kunnen scoren.’

‘IK WIST NIET MEER WAT TE DOEN.

NU ZIJN MIJN OGEN GEOPEND: IK WEET WAT ER MOGELIJK IS EN WAT IK BELANGRIJK VIND IN HET LEVEN’

BEN JE VAN PLAN OM DAT TE COMBINEREN MET EEN STUDIE? ‘Dat is wel de bedoeling maar ik weet zelf nog niet precies wat ik wil studeren. Voor mij is het vooral belangrijk dat ik er dezelfde motivatie voor kan opbrengen als voor het voetbal. Ik moet echt iets vinden waar ik zelf voor 100 procent achter sta. Het heeft weinig zin om je te engageren voor iets waarvoor je niet gepassioneerd bent.’ WAS HET DE MOEITE WAARD OM JE STUDIES TIJDELIJK STOP TE ZETTEN VOOR HET VOETBAL? ‘Uiteindelijk wel. Vorig jaar wist ik totaal niet meer wat te doen. Nu zijn mijn ogen geopend: ik weet wat er allemaal mogelijk is en wat ik belangrijk vind in het leven. Ik heb mijn hart gevolgd en heb genoten van elk moment. Tenslotte is dat het allerbelangrijkst. Zonder plezier is het leven zinloos.’  


96

MEER DAN MIJN KOMAF

Vier jonge vrouwen op zoek naar een collectieve identiteit

‘JE BENT HIER PUUR. JE HEBT GEEN KLEDING OF SOCIALE MEDIA OM JE ACHTER TE VERSTOPPEN’ TEKST & FOTO’S   © Dorien Ceulemans


MEER DAN MIJN KOMAF

97

Je bent jong en je wil wat. Drugs, seks en rock & roll? Of intreden in een klooster misschien? Van Julie naar Zuster Magdalena. Op bezoek bij de ‘Zusters van Liefde’. Kortemark, West-Vlaanderen. Dat is de place to be om vier jonge zusters te spotten. De ‘Zusters van Liefde’ hebben hun naam niet gestolen. Wie bij een klooster denkt aan een kille, ijzige sfeer is hier duidelijk nog niet op de koffie geweest. Een dertigtal zusters die grappen over de crush van zuster Monica op de Jesus look alike, a.k.a. de schilder van het gebouw? Hier kan het allemaal. Op het eerste gezicht is het moeilijk de vier jonge vrouwen van de uniforme groep te onderscheiden. Maar door hun vlotte en vooral luide babbel haal je ze er zo uit. Het lijkt wel alsof de leesclub zijn wekelijkse meeting heeft, de sfeer is uitgelaten, op de koele setting na dan. De zusters praten over het internaat, waar ze elke dag kinderen met een moeilijke thuissituatie opvangen. De vier jonge zusters zijn als het ware moeders voor een twintigtal kinderen. Ja, de liefde is hier te voelen.

JESUS CALLING

Waarom traden deze levendige twintigers in? Het lijkt haast on­begrijpbaar, maar voor hen was het een evidentie. ‘Het was een roeping’, begint zuster (Zr.) Benedicta [ 34 ]. ‘Toen ik op mijn vijf jaar zusters achter de tralies zag, zei ik tegen mijn mama: later word ik dat ook.’ Toch was zuster worden niet iedereens kinderdroom. Zo vertelt Zr. Magdalena [ 28 ] : ‘Ik was er altijd van overtuigd dat ik op mijn 22ste zou trouwen. Er waren genoeg geschikte kandidaten, maar toch was er steeds iets dat me weerhield. Toen ik 22 werd en nog altijd alleen was, vertrok ik op bedevaart. Daar kwam ik een seminarist tegen die me de vraag stelde: “Waarom ga je niet in het klooster?”. Die vraag maakte me kwaad. In het klooster gaan? Dat was wel het laatste wat ik zou doen. Ik wilde mijn eigen leven leiden, mijn familie en vrienden zou ik nooit kunnen achterlaten. Maar na een tijdje vroeg ik me af waarom me dat zo kwaad maakte. En toen wist ik dat het God was die mij ervan

weerhield te trouwen. Toen ik me ervoor begon open te stellen, besefte ik dat ik een roeping had.’ Zr. Catharina [ 28 ] was dan weer een echte rebel voor ze intrad. ‘In het middelbaar kwam ik terecht in een slecht milieu. Mijn punten daalden aanzienlijk en ik was een moeilijke puber. Mijn moeder stuurde me op internaat, in de hoop dat mijn gedrag én punten zouden verbeteren. Ik was kwaad, woedend zelfs. Ik had veel vrienden en voelde me gelukkig, ik wou helemaal niet naar een internaat en al zeker geen met zusters. Ik gedroeg me dan ook heel vijandig. Maar na een tijdje besefte ik dat de zusters heel vriendelijke madammen waren, tegen mijn eigen verwachtingen in. En omdat het internaatleven zo hectisch was, zonderde ik me vaak af in de kapel. Zo begon ik me meer open te stellen voor het religieuze leven en door een gebedsgroep ging ik me er ook meer in verdiepen. Uiteindelijk koos ik dan ook voor het kloosterleven.’ Zr. Magdalena vult aan: ‘Maar dat is een proces dat maanden duurt hé, zo'n beslissing neem je niet zo maar. Het is ook enorm moeilijk om alles los te laten. Je leven zoals het is, laat je achter, inclusief vrienden en familie. Dat is zwaar.’

SEKS BEDOELT GE?

Zr. Benedicta was 20 toen ze intrad. Twintigers nu zweren bij feestjes, serieus wat drank, een jointje of een sigaret en sluiten de avond graag af met een onenightstand. Het verschil in leefwereld kan quasi niet groter zijn. Maar was intreden niet moeilijk, gezien die jonge en net spannende leeftijd? ‘Seks bedoelt ge?’, vraagt Zr. Magdalena lachend. ‘We krijgen die vraag vaak. Maar we waren allemaal nog maagd op het moment van intreden. Ook al had ik in die tijd wel eens een vriendje’, geeft Zr. Catharina toe. Het klinkt vreemd. Jonge vrouwen hebben toch ook een seksueel verlangen? ‘Nee, wij missen dat niet. Ook onze oude kleding, sociale media of

hobby's missen we niet. We kijken er wel mijmerend op terug, maar het is niet dat we onszelf elke avond huilend in slaap wiegen’, zegt Zr. Theresia [ 24 ]. ‘Natuurlijk missen we onze familie wel. Maar ik zie dat niet als een droevig gemis, ik zie het eerder als een waardevol gemis’, vult Zr. Benedicta aan.

BE A BLESSING

Of Zr. Catharina veranderd is sinds haar intreden? ‘Ik vind van niet. Maar ik snap dat mensen van buitenaf daar anders over denken. Zij zien ons natuurlijk een hele metamorfose ondergaan. Ja, ik heb niet meer dezelfde hobby's als vroeger. En toegegeven, ik ben ook niet meer dezelfde. Maar ik denk dat het religieuze leven, het leven in een gemeenschap, er juist voor zorgt dat je jezelf beter leert kennen.’ ‘Onze buitenkant is hetzelfde. We dragen allemaal hetzelfde habijt en we gedragen ons hetzelfde. Maar vanbinnen zijn we totaal andere mensen, met eigen persoonlijkheden’, legt Zr. Benedicta uit. 'Je bent gewoon puur. Je hebt geen kleding of sociale media om je achter te verstoppen. En je identiteit ontwikkelt zich ook. Dingen die ik vroeger nooit durfde, doe ik nu toch voor de gemeenschap.’ ‘Ik durfde vroeger niet praten voor een grote groep’, vertelt Zr. Catharina. ‘Alleen al eraan denken gaf me rillingen. Maar nu ik geen andere keuze heb, merk ik dat het helemaal niet zo erg is. Vanaf dat je het geloof hebt, verander je sowieso. Je pakt dingen anders aan, denkt meer aan je medemensen en je geweten spreekt. In die zin kan je wel zeggen dat onze identiteit veranderd is: wij leven voor God en onze naasten, terwijl we vroeger meer op onszelf gericht waren.’ Ten slotte brengen de zusters een stukje poppenkast. Be blessed of: hoe een zegen te zijn. De kinderen zingen luidkeels mee: ‘Jezus houdt van mij.’ Eigenlijk zijn de zusters ook een blessing. Een zegen voor deze kinderen.  


MEER DAN MIJN KOMAF

98

Lisa De Baet [ 25 ] werd zuster Theresia

Julie De Wilde [ 28 ] werd zuster Magdalena

‘Ik deed vroeger waterballet. Ondertussen ben ik een pak minder sportief.’

‘Vroeger ging ik vaak op vakantie. Ik ging van reiziger naar echte huisduif.’

Svenja Bruyninckx [ 28 ] werd zuster Catharina

Elizabeth De Taeye [ 34 ] werd zuster Benedicta

‘In het klooster heb je geen hobby’s meer. Vroeger reed ik paard en ging ik vaak op reis.’

‘Dat strikte, wederkerende patroon was in het begin wennen.’


MEER DAN MIJN KOMAF

Op mijn verjaardag wachtte ik op een bericht van mijn vriend. Om twaalf uur ’s nachts belde hij om ‘Lang zal ze leven’ te zingen, daarna hoorde ik niets meer van hem. Verjaardagen zijn bij hem thuis niet echt een big deal, terwijl de jarige in mijn gezin centraal staat. Als zelfs gewoontes rond verjaren een stukje van mijn identiteit bepalen, wat dan nog meer? Ik groeide op met een gedisciplineerde moeder die gezond eet, geen alcohol drinkt en op tijd gaat slapen. Een levensstijl die voor mij nu bijna even natuurlijk voelt als praten. Mijn vader leeft voor zijn werk en vecht tot hij krijgt wat hij wil. Als ik mezelf omschrijf, staan gedisciplineerd, perfect­ionistisch, workaholic en vastberaden bovenaan mijn lijstje. Ben ik dan ik een optelsom van mijn naam, gewoontes, dromen, passies, herinneringen, verdiensten, opvattingen, gedachten en omgeving? We denken allemaal dat zelbewustzijn iets hyperindividueels is, maar het is eerst en vooral een sociale constructie. Wie ik denk te zijn is dus aangeleerd.

Een som van mijn opvoeding, de invloed van leraars, vrienden en de waarden van de maatschappij. Als ik was opgegroeid in een gezin dat verjaardagen niet zo belangrijk vond, hadden mijn vriend en ik vast geen ruzie gekregen. Identiteitsidealen komen en gaan. Nu moet iedereen die ook maar iets wil betekenen in het Instagramwereldje een kont hebben zoals de Kardashians. Dat terwijl vrouwen zo’n dertig jaar geleden zouden hebben gemoord voor het smalle achterwerk van Kate Moss. We streven met z’n allen naar eenzelfde identiteit, een norm die niet haalbaar is en dat ook nooit zal worden. De prehistorische mens eerde de Moeder, de Grieken Zeus en de Germanen Thor. In de middeleeuwen was een atheïst ondenkbaar en vandaag kan je als westerling boeddhist zijn en toch elke week gaan feesten. Door onze moderne technologie maken we binnenkort uitstapjes naar Mars en met onze iPhones onderhouden we vriendschappen met mensen uit Japan alsof het buren zijn. Weet jij wie je dan bent? Ik in elk geval niet. Ik weet wel wat ik niet ben: al het bovengaande. Wanneer we iets weten, weten we het gewoon. Dan stellen we ons niet de vraag of het klopt. Als je valt, voel je pijn. Je gaat niet eerst vijf minuten nadenken over de aard van pijn. Je plakt gewoon een pleister op de wonde of gaat naar de dokter. We weten niet wie we zijn. Om dat besef te verdoezelen maken we onszelf allerlei dingen wijs. En voor die dingen vechten we soms tot de dood. Of toch. Misschien is er wel iets dat we zeker kunnen weten over onszelf: we zijn. Wanneer alles wat je hebt, weet en bent van je wordt weggenomen, ben je nog altijd. Is dat geen geweldig nieuws?  

WIE DENK JE WEL DAT JE BENT ?

Nee, ik ben niet mijn naam. Het is een reflex geworden om Roxanne te zeggen als ik mij voorstel, terwijl er honderden anderen zijn die ook zo heten. Nee, ik ben niet mijn lichaam. Ik zou nog altijd hetzelfde zijn zonder linkerarm of lever. Ben ik dan mijn brein? De kans is klein dat je enthousiast je hand zou opsteken en een begroeting zou roepen als je mijn hersenen op een kale laboratoriumtafel zou zien liggen. Ja, ik besta in mijn gedachten. De stem in mijn hoofd bepaalt wie ik ben. En toch bewijst niets dat mijn gedachten echt waar zijn, of alleen van mij. Mijn gedachten zijn al miljoenen keren door iemand anders gedacht. Gedachten zijn dus niets persoonlijks. Van de prehistorie tot nu dachten mensen in grote lijnen hetzelfde. Wie was eerst? Ik gok op Eva.

TEKST Roxanne Wellens



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.