Winkelgebouwen in Amersfoort 1880 -1940

Page 1

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 kenmerkende winkelgebouwen uit de eerste detailhandselrevolutie


Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 kenmerkende winkelgebouwen uit de eerste detailhandselrevolutie


Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 kenmerkende winkelgebouwen uit de eerste detailhandselrevolutie

Colofon Auteur Studentnummer Adres

: Joost van Nes : 1225316 : Balthasar van der polweg 418 2628 AZ Delft

Telefoon E-mail Website

: 06 20 740 756 : javannes@gmail.com : www.joostvannes.nl

AR3A151 Scriptie Architectuur Geschiedenis Technische Universiteit Delft Faculteit Bouwkunde Dr. Herman van Bergeijk Mei 2008


0

inhoudsopgave inhoudsopgave voorwoord inleiding

:5 :7 :9

historie amersfoort stijlen in nederland eerste detailhandelsrevolutie

:11 :17 :25

1895 1895 1903 1929 1934

h.j. klein winkel gebr. hamers Ramselaar vroom en dreesmann

:31 :35 :39 :43 :47

afsluiting literatuurlijst beeldverantwoording

:51 :54 :55

| | | | |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

5


1

v a n V&D

voorwoord Het onderwerp voor deze scriptie is voortgekomen uit de relatie met mijn afstudeerproject voor de master Architectuur aan de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft. Het onderwerp wat ik daar aansnijd is het ontwerpen van een grootschalig winkelcentrum in de periferie. De keuze om deze geschiedenisscriptie in het teken van winkelen te schrijven was dan ook snel gemaakt. De keuze voor Amersfoort heeft te maken met mijn achtergrond, in mijn jeugd heb ik in de omgeving van Amersfoort gewoond, waardoor er een aardige basiskennis aanwezig is met betrekking tot de context. Daarnaast is Amersfoort een stad die tijdens de oorlog nauwelijks beschadigd is geraakt, waardoor de ontwikkeling van winkelen in een stadscentrum goed te analyseren valt. Tijdens het onderzoek bleek het lastig informatie te vinden over de diverse gebouwen die in Amersfoort zijn gebouwd, maar ook wat belangrijk is geweest in de ontwikkeling van het winkelen en met name voor winkelgebouwen. Na enkele bezoeken aan het Archief Eemland en een grondige zoektocht naar de juiste literatuur is het toch gelukt een overzicht te geven van kenmerkende gebouwen die tijdens een bepaalde periode (1890- 1935) in de eerste detailhandelsrevolutie (1800-1945) zijn gebouwd. Interessant bleek ook het nazoeken van informatie in kranten. Hieruit was informatie te behalen welke winkels een grote invloed hadden op de stad, maar ook dat deze winkels ook weer verdwijnen of overgenomen werden. Bijzonder tijdens het schrijven van deze scriptie was voor mij het moment dat ik het besef van de schoonheid van de lichtkoepel in het huidige pand van Vroom en Dreesmann beschreef. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik hier vroeger, wanneer ik met mijn moeder mee moest winkelen kon wegdromen bij het lichtspel dat door deze glas-in-lood ramen de vide instraalde.

Joost van Nes Delft, mei 2008

afb. 1.1 | glas-in-lood ramen

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

7


2

inleiding afb. 2.1 | Kamperbinnenpoort

Amersfoort is een stad in het centrum van het land. het is gelegen aan de spoorlijn die het westen van het land verbind met de oostelijke en noordelijke provincies. De stad heeft een gaaf middeleeuws centrum dat tijdens de oorlogen gespaard is gebleven Het centrum heeft een winkelhart wat een regionale functie vervult. Alle bekende merken en winkels zijn er te vinden. De verwinkeling van de belangrijkste straten in Amersfoort vond plaats van 1890 tot 1935. In de eerste helft van deze periode vond met name de komst van winkels als gebouwtype centraal waarna in het tweede deel sprake was van schaalvergroting. Deze periode is dus interessant om te zien hoe de veranderde door de komst van winkels. Wanneer we kijken naar de geschiedenis van retail in Nederland dan valt op dat deze periode te benoemen valt als ‘eerste detailhandelsrevolutie’ 1. De periode waarin de handel zich verplaatste van markt naar winkel en waarbij de komst van massaproductie de verkopen in winkels deed toenemen. Amersfoort was niet een stad die voorop liep in de ontwikkelingen. Het was meer een trendvolgende stad dan een trendsettende stad, zo kwamen de ontwikkelingen die in bijvoorbeeld Amsterdam en Utrecht plaatsvonden later door in Amersfoort. Om nu de hele geschiedenis van het winkelen in Amersfoort te beschrijven is te omvangrijk voor een scriptie als deze. Daarom is er voor gekozen om de periode van eerste detailhandelsrevolutie al eerste afkadering te hanteren. In deze periode zijn er en aantal interessante gebouwen gebouwd die kenmerkend zijn voor deze ontwikkelingen. Van deze gebouwen zijn er 5 uitgekozen die uitgebreid beschreven worden in het laatste deel van deze scriptie. In het eerste deel wordt kort de geschiedenis van Amersfoort als stad beschreven waarna wordt ingegaan op de ontwikkeling van de detailhandel in Nederland, met als belangrijkste periode de eerste detailhandelsrevolutie. Om de gebouwen op een academische wijze te beschrijven word als laatste in het algemene deel een beschrijving van de belangrijkste bouwstijlen in deze periode gegeven. In deze periode van 1890 tot 1935 zijn er een negen tal bouwstijlen de revue gepasseerd. Deze zijn teruggebracht tot drie die van belang zijn voor het beschrijven van de gekozen gebouwen. Naast het beschrijven van de gebouwen is er een korte studie gedaan naar de achtergronden van de diverse architecten die deze gebouwen ontworpen hebben. Deze is opgenomen bij de beschrijving. Als laatste wordt in de afsluiting ingegaan op de algemene betekenis van deze gebouwen voor de stad Amersfoort. 1

Evers, 2005 | p.28 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

9


3

historie amersfoort

afb. 3.1 | Amersfoort 1650

Amersfoort is ontstaan op een verkeerstechnisch gunstige plaats. De beken, die vanuit het zuiden en oosten stroomden, kwamen hier samen en gingen als Eem verder richting Zuiderzee. Door dit omringende water was de plek enerzijds goed verdedigbaar, aan de andere kant bestonden er ook mogelijkheden om hier het water over te steken 1. Er waren twee belangrijke wegen die door Amersfoort liepen. De een en vermoedelijk de oudste was een noord-zuid route, waarvan de Bloemendaalsestraat een onderdeel was. Deze verbonden de buurschappen van Hoogland met Leusden en mogelijk Maarn en Doorn, alle vanaf de vroege middeleeuwen bewoonde gebieden. De andere weg was een west-oost route, waarvan de Langestraat deel uitmaakte. Deze weg verbond Utrecht met Deventer 2. De samenkomst van deze wegen en de aanwezigheid van de samenkomende beken uit het oosten en zuiden, waren de noodzakelijke factoren voor het ontstaan van een handelsplaats. De eerste vermeldingen van een plaats Amersfoort stammen uit 1028. In de 12de eeuw begon de ontginning van de Gelderse vallei die door de bisschop van Utrecht werd geleid. Deze ontginning werd vanuit de ‘Hof te Amersfoort’ gecontroleerd door Hendrik, zoon van Eno, de schout van Amersfoort 3. In de 13de eeuw groeide Amersfoort van nederzetting tot stad. In de tweede helft werd de gehele Hof in een keer opgehoogd en is het vanaf die tijd als marktplaats in gebruik geweest 4. Naast deze werkzaamheden zijn in deze eeuw de meeste waterwerken uitgevoerd. Vele singels zijn in deze tijd gegraven en sommige grachten zijn aangepast. Vanaf 1300 is er gebouwd aan de eerste stadsmuur. Deze muur is nu nog zichtbaar aan de Muurhuizen die op deze voormalige muur zijn gebouwd en aan de Kamperbinnenpoort die op dit moment de start van de winkelstraat symboliseert. In de 14de eeuw kreeg Amersfoort steeds meer de functie van een regionaal centrum. De economie van de stad werd omhoog gestuwd door de vele bierbrouwerijen en de textielnijverheid. Daarnaast zorgden de doorgaande routes niet alleen voor rust en pleisterplaatsen, maar stimuleerde dit ook de handel. 1 2 3 4

10 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Cramer, 1996 | p.15 Cramer, 1996 | p.15 Cramer, 1996 | p.16 Cramer, 1996 | p.17 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

11


Deze groeiende welvaart zorgde er al snel voor dat de ruimte binnen de stadsmuur te klein werd, waardoor er een tweede stadsmuur werd gebouwd. Deze muur was in 1450 gereed.

met Amsterdam-Zuthpen en de lijn Amersfoort- Kesteren in 1886 8. Helaas bracht deze impuls niet een enorme groei met zich mee. Het inwoneraantal steeg naar ongeveer 15.000 in je jaren rond 1880. Door de verkoop van grond aan particulieren kon Amersfoort de straten in de binnenstad verharden. Dit betekende tevens een groei van de inwoners tot 19 duizend in 1900 9.

De economische bloei van de 13de en 14de eeuw kon de stad niet vasthouden. Door zandafzettingen in de Eem werd deze moeilijker bevaarbaar. Bij de monding van de Zuiderzee moest de lading dan ook worden overgezet op kleiner schepen die wel de Eem konden bevaren 5. Door deze stagnatie verloor Amersfoort de concurrentie met de steden Amsterdam, Utrecht en Hanzesteden. Tot de 19de eeuw hebben er dan weinig grote ontwikkeling plaatsgevonden, zowel economisch als ruimtelijk.

Wanneer in 1901 de Woningwet in werking treedt worden gemeente met een inwoneraantal van meer dan 10.000 geacht een uitbreidingsplan op te stellen. Langzaam begon het aantal inwoners in Amersfoort op te lopen wat behoefte aan nieuwe voorzieningen met zich meebracht. Door de groei van de bevolking werd langzaam meer aandacht aan de binnenstad besteed. Men kreeg behoefte aan grotere winkels met een bij het tijdsbeeld behorende architectuur. Het idee voor een betere toegankelijkheid voor het opkomende autoverkeer bleef, vermoedelijk door de economische crises onuitgevoerd. Tussen 1915 en 1940 groeide de stad, ondanks de economische crises van 25 tot 50 duizend inwoners. Dit kwam mede door het inzetten van werkelozen bij grote projecten als de aanleg van een groot wandelgebied en het graven van het Valleikanaal. Deze projecten zorgden er na de oorlog voor dat stadsuitbreidingen snel van de grond kwamen 10.

afb. 3.2 | vismarkt

Ondanks de stagnatie in de 16de en 17de eeuw bleef Amersfoort een belangrijke regionale handelsstad. In 1622 werd, op de hoek van de Groenmarkt en Appelmarkt een waag gebouwd. Tevens werd er boven de Kortegracht een Vismarkt (afb. 3.2) gebouwd met een marktpleintje 6.

Vanzelfsprekend werden de oorlogsjaren 1940-45 gekenmerkt door stilstand. Opmerkelijk is daarentegen dat er opvallend veel panden in de oude binnenstad in deze jaren zijn hersteld. Zo werd er in 1944 een boekje uitgegeven met de titel: Stadsherstel: ‘de tijdsomstandigheden - wel een uitzondering - begunstigen het werk. Hierin schrijft Van der Tak: ‘Soms is met een betrekkelijk gering materiaalverbruik een oud vervallen object te restaureren en daardoor in een exploiteerbare vorm te brengen’ 11. Enkele van deze panden zijn thans nog zeer beeldbepalende panden in het straatbeeld van de Langestraat. De ‘Grote Slok’ op de hoek van de Zevenhuizen en Langestraat is hiervan een goed voorbeeld, zichtbaar op afbeelding 3.3 en 3.4.

Vanaf de 19de eeuw werden ontwikkelingen buiten de binnenstad van belang voor de ontwikkeling van Amersfoort. Vanaf 1822 werd de 16de eeuwse stadsmuur afgebroken en werd de vrijgekomen ruimte gebruikt voor de aanleg van een stadspark naar ontwerp van J.D. Zocher jr 7. Rond 1850 had Amersfoort ongeveer een inwoner aantal van 12.500. Een nieuwe impuls was hard nodig voor de ontwikkeling van Amersfoort en deze impuls werd gevonden in de aansluiting op het spoor. In 1863 lag Amersfoort aan de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle en al snel werd verbonden 5 6 7

Cramer, 1996 | p.21 Cramer, 1996 | p.22 Cramer, 1996 | p.22

Na de oorlogsjaren is Amersfoort sterk gaan groeien. Nieuwe wijken rondom de binnenstad werden gebouwd, maar ook in de binnenstad vonden ontwikkelingen plaats.

afb. 3.3 | ‘De Grote Slok’ voor 1944

12 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

afg. 3.4 | ‘De Grote Slok’ na 1944

8 9 10 11

Cramer, 1996 | p.25 Cramer, 1996 | p.33 Cramer, 1996 | p.33 Cramer, 1996 | p.37 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

13


In 1961 heeft de minister ruim 300 panden in de binnenstad tot monument verklaard, waarbij het historische centrum werd aangewezen als beschermd stadsgezicht. Bij veel nieuwe bouwprojecten in de binnenstad was kleinschaligheid het toverwoord. Een grootwinkelbedrijf verschool zich achter een aantal klein topgevels waardoor het zich had aangepast in de bestaande stedelijke structuur. Rondom de eeuwwisseling vind er enkele ingrijpende projecten plaats in de binnenstad. Zo wordt het winkelcentrum Sint Jorisplein gebouwd, wat een verandering in de winkelstructuur teweeg brengt. Daarnaast worden de winkels aan de Arnhemsestraat verbonden met de Utrechtsestraat door de bouw van de ‘Amicitia promenade’ en is op het Mooierplein een kinderwinkelcentrum ontwikkeld. Dat de binnenstad in het teken komt te staan van het winkelen blijkt ook uit de afsluiting van de winkelstraten voor autoverkeer in 2003. De winkelstraat is dan volkomen het gebied voor langzaam verkeer, voetgangers en fietsers.

14 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

15


4

stijlen in nederland In de periode van 1880 tot 1940 zijn er in Nederland vele architectuurstromingen zichtbaar geweest. In de tijdlijn komen er niet minder dan negen voor. Niet al deze stijlen zijn zichtbaar in de winkelstraat van Amersfoort. Daarom is er voor gekozen om drie kenmerkende stijlen uiteen te zetten waarvan duidelijke kenmerken terugkomen in de kenmerkende winkelgebouwen die later in deze scriptie worden behandeld. De stijlen die hieronder worden beschreven zijn de neorenaissance, een stijl die in Delft is ontstaan onder de hoogleraar architectuur Eugen Gugel 1. Daarnaast is de Jugendstil een belangrijke stijl waarin de vooruitstrevendheid expressief naar voren komt en waarbij winkels een duidelijk nieuw gebouwtype vormen. Als laatste is het expressionisme een stijl die naar voren komt wanneer er eind jaren 30 een schaalvergroting plaatsvindt in de winkelstraten. Neorenaissance (1875-1913) De neorenaissance is ontstaan tijdens de economische bloei aan het einde van de 19e eeuw. Als gevolg van de handel met Indie en de industrialisatie groeide de behoefte aan gebouwen die onze eigen historie weerspiegelden 2. Het architectonisch beeld werd bepaald door bakstenen gebouwen met trapgevels, speklagen en aanzet- en sluitstenen bij de bogen en strekken boven de vensters. Met name de ontwerpers die in Delft zijn opgeleid hebben bijgedragen aan de verspreiding van deze architectuurstijl. Neorenaissance is ontstaan bij de prijsvraag voor het nieuwe Rijksmuseum te Amsterdam. Dit nieuwe museum moest de nationale identiteit uitstralen. Als passende bron van inspiratie werd gebruik gemaakt van de bouwkunst uit de 16e eeuw, het maniërisme. Deze stijl wordt ook wel eens de ‘Oudhollandse’ renaissance genoemd. Na drie varianten is er uiteindelijk gekozen voor de variant van Cuypers. In 1885 is er door J.R de Kruyff en C. Muysken een theoretische onderbouwing geschreven over deze stijl. De auteurs waren leerlingen van Eugen Gugel die in die tijd een nieuwe hoogleraar architectuur was aan de Polytechnische Hogeschool, de huidige Technische Universiteit Delft. Tussen 1884 en 1902 heeft deze hoogleraar vele publicaties geschreven over deze stijl dat heeft bijgedragen aan de verspreiding. Naast de eigen bijdragen, zijn het ook de leerlingen van Gugel die aan de verspreiding van de neorenaissance hebbe bijgedragen. Een aantal van de leerlingen van Gugel zijn later Rijksbouwmeester geworden, of werden stadsarchitect zoals W.H. Kam in Amersfoort. Een belangrijk ontwerp dat Gugel in zijn tijd heeft gemaakt is het Academiegebouw op het Domplein te Utrecht. afb. 4.1 | Warenhuis ‘De Zon’

16 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

1 2

Blijdenstijn, 1994 | p.74 Blijdenstijn, 1994 | p.73 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

17


Het kasteel Oud-Wassenaar te Wassenaar (1876-1879) is een van de meest karakteristieke neorenaissansitische gebouwen die er in Nederland te vinden zijn. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen en is geleed door langgerekte horizontale banden in wit pleisterwerk en natuursteen. De topgevels zijn voorzien van enkele verticale elementen. De gevel is opgedeeld in de 5 klassieke orden uit het maniërisme met medaillons, diamantkoppen en cartouches. De raamopeningen zijn aan de bovenkant voorzien van ontlastingsbogen die aansluiten op natuurstenen aanzet- en sluitstukken. Kenmerkende verschillen tussen de neorenaissance en het daarvan afgeleidde maniërisme heeft te maken met de toenemende seriematigheid van gebouwen. Met name woningen worden vanaf eind 19e eeuw steeds meer seriematig gebouwd in plaats van dat kavels individueel werden ingevuld. Een ander verschil heeft te maken met een verschil in schaal. Gebouwen werden steeds groter en er kwamen nieuwe bouwmaterialen beschikbaar. Zo was het vanaf 1880 mogelijk om platte daken waterdicht te maken met bitumineuze dakbedekking. Hierdoor was het mogelijk om de overspanning niet alleen met dakpannen te bekleden, maar te combineren met platte daken. Naast constructieve elementen werden er tijdens de neorenaissance meer decoratie, in zinvolle betekenis, toegepast. Het beeldhouwwerk en de tegeltableaus waren bedoeld om de identiteit van het gebouw zo goed mogelijk kenbaar te maken. Aan het einde van de periode waren er steeds meer en beter materialen beschikbaar. Stucwerk werd vervangen door natuursteen dat steeds makkelijker te bewerken was, daarnaast werd aan het begin van de 20e eeuw staal een gebruikelijker 18 |

bouwmateriaal. Vanaf het begin van de 20e eeuw werd het uitbundige karakter van de neorenaissance steeds soberder, een uitzondering waren enkele cultureel en maatschappelijk belangrijke gebouwen zoals het Vredespaleis (19091913). Vanaf 1900 was er een duidelijke omschakeling naar Jugendstil zichtbaar.

afb. 4.2 | kasteel ‘Oud- Wassenaar”

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Jugendstil (1900-1918) Jugendstil is ontstaan in een tijd dat de blik op de toekomst werd gericht in plaats van het verleden. De jugendstil heeft gelijkenissen met de art-nouveau, verschillen zijn te vinden in de geometrie van de vormen. Jugendstil is strakker en geometrischer dan het veel zwierigere art-nouveau. De stijl is veel te vinden in nieuwe gebouwtypen van begin 20e eeuw, hieronder vallen bijvoorbeeld winkels, apotheken en verzekeringsgebouwen. Opvallend zijn dit gebouwen die danwel op hun aanwezigheid willen duiden (winkels en apotheken), danwel hun rijkdom willen laten blijken (verzekeringsgebouwen). In tegenstelling tot de neorenaissance is de herkomst van jugendstil te vinden in de landen om ons heen. Rond 1880 is de basis voor de nieuwe kunststijl in Engeland gelegd door de Arts and Craft Movement. Uiteindelijk zijn de art-nouveau en jugendstil als namen blijven hangen. Belangrijke namen van de artnouveau zijn Victor Horta (1861-1947) en Hector Guimard (1867- 1957), voor jugendstil zijn dat Otto Wagner (1841-1918) en Joseph Maria Olbrich (1867-1908) 3. De meer geometrische stijl jugendstil had in Nederland de voorkeur, mede door de geometrische vormen die goedkoper waren om te maken. De kenmerken voor zowel jugendstil als art-nouveau komen overeen in het gebruik van plantaardige motieven als bloemen, bladeren en stengels. Hierbij is een typerende, uitbundig en sierlijke asymmetrische lijnvoering kenmerkend. Bij jugendstil zijn daarbij de hoefijzerbogen, parabool- en cirkelvormige motieven belangrijke vormgevings elementen 4. Vooruitstrevend is het gebruik van veel glas en het zichtbaar maken van de constructieonderdelen. De plasticiteit van de gevels werd versterkt door uitbundig gebruik van loggia’s, erkers en torentjes, aangevuld met opstaande dakstukken als afsluiting van de gevel. 3 4

Blijdenstijn, 1994 | p.80 Blijdenstijn, 1994 | p.81 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

19


Expressionisme (1910- 1930) Het expressionisme is rond 1910 in Amsterdam ontstaan als reactie op het stugge rationalisme van Berlage. Bij het expressionisme gaat het meer om het uiterlijk dan om de constructie. In Amsterdam zijn architecten als De Klerk, Van der Mey en Kramer belangrijke namen die het expressionisme met name in de woningbouwplannen in Amsterdam- Zuid naar voren laten komen 6. Later ontstaat er een gematigde variant alsook het kubistisch expressionisme van W.M. Dudok en het organisch expressionisme van de antroposofen.

Veel gebouwen die in jugendstil stijl waren vernieuwd in zowel de bouwstijl als het programma. Veel handel verplaatste van de markt naar de winkel waardoor veel slagerijen, bakkerijen en kruidenierswinkels in jugendstil stijl zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn ook apotheken, warenhuizen en verzekeringskantoren typische nieuwe gebouwtypen die in deze tijd zijn opgekomen en in jugendstil zijn uitgevoerd. Zo ook het eerste warenhuis van de gebroeders Hamers in Amersfoort. Enkele kenmerkende jugendstil gebouwen zijn het Magazijn De Zon te Deventer (1905) van F.H.J. Caron, het kantoor van verzekeringsmaatschappij ‘De Utrecht’ (1900-1974) van J. Verheul (1806-1948) die ook een kantoor voor ‘De Utrecht’ bouwde in Amsterdam aan het Damrak (1905) 5. afb. 4.3 | Jugendstil winkelpui

De bouwwijzen en materiaalgebruik worden bij jugenstil sterk bepaald door de verbeterde bouwmaterialen en vakmanschap. Er werd meer staal zichtbaar toegepast, zoals bijvoorbeeld de grotere overspanningen bij winkelpuien, meer smeedijzeren hekwerken en gladdere materialen zoals graniet en hardsteen. Kenmerkend voor jugenstil is het gebruik van een gladde strengpers baksteen die in deze tijd is ontstaan. Door deze baksteen te bestrijken met kleislib kreeg deze steen het geglazuurde uiterlijk wat het tot een typische jugenstil baksteen maakte.

Het expressionisme kenmerkt zich door de uiterlijke vorm die in driedimensionale wijze is uitgevoerd in baksteen. De Klerk, Kramer en Wijdeveld zien het gebouw als een grote sculptuur 9. De uiterlijke vorm is het belangrijkste en hierop worden de plattegrond en constructie aangepast zodat het geheel een samenhangende compositie vormt. Om de compositie te vervolmaken worden er vaak torens, geveluitstulpingen en moeilijke details uitgevoerd in baksteen. Een verschil tussen grootstedelijke gebouwen en woningbouw is te vinden in de horizontaliteit versus verticaliteit. Het Bijenkorf gebouw in Den Haag (afb. 4.5) is sterk verticaal geleed, terwijl in de woningbouw een horizontale geleding te zien is.

De jugenstil periode eindigde bij het aanbreken van de Eerste Wereldoorlog, een gebrek aan grondstoffen en einde van de welvarende periode leidde tot een stilstand. Na de oorlog brak de periode van het expressionisme aan waarin voor Amersfoort tevens een aantal kenmerkende winkelpanden zijn gebouwd.

5

afb. 4.4 | woningbouwcomples ‘Eigen haard’

Blijdenstijn, 1994 | p.82

20 |

Het American Hotel (1902) aan het Leidseplein in Amsterdam van W. Kromhout (1864-1940) is een van de eerste aanzetten tot het expressionisme. Met kleurige en decoratieve vormen staat het in schril kontrast tot de koele Beurs van Berlage (1903). De bekendste namen van het Amsterdams expressionisme komen bij het architectenbureau van E. Cuypers vandaan 7. Het Scheepvaarthuis (1911- 1916) wordt gezien als trendsetter dat door M. de Klerk (1884-1923), J.M. van der Mey (1878-1949) en P.L. Kramer (1877-1947) is ontworpen. Het volgende project van M. de Klerk is het woningbouwcomplex voor woningbouwvereniging ‘Eigen Haard’ (afb. 4.4). Dit werk betekend erkenning voor deze nieuwe stijl. Een van de reden dat er in Amsterdam veel is gebouwd in de expressionistische stijl is de oprichting van schoonheidscommissies waarin alleen Amsterdamse Schoolarchitecten zitting hadden 8. Rond 1920 loopt het expressieve karakter van het expressionisme door het teruglopen van de subsidiestromen terug en maakt het plaats voor het Nieuwe Bouwen.

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

6 7 8 9

Blijdenstijn, 1994 | p.97 Blijdenstijn, 1994 | p.98 Blijdenstijn, 1994 | p.99 Blijdenstijn, 1994 | p. 99 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

21


De vormen van de gebouwen zijn bij het expressionisme belangrijker dan innovatief materiaalgebruik. Zo werden de vloeren vaak nog van hout gemaakt terwijl Berlage al aan het experimenteren was met gewapend beton. Alleen bij grote utilitaire gebouwen werd gewapend beton toegepast. Wel werd er gebruik gemaakt van een betonnen draagstructuur waarbij baksteen als een ‘boetseerbare’ schil werd toegepast. Bijzonder is de toepassing van dakpannen op verticale geveldelen en het uitvoeren van metselwerk in sierverbanden. Als gevolg van bezuinigingen verdwijnt de bouwsculptuur en ontdekt men de mogelijkheden van gewapend beton. In het zakelijke expressionisme wordt het gebruik van betonnen luifel-, dak-, en balkonoverstekken gebruikelijker. afb. 4.5 | Bijenkorf Den Haag

Het expressionisme kent een grote verspreiding door het gehele land. Veel gemeenten begonnen met het aantrekken van architecten wat de verspreiding ten goede kwam. Vanaf 1925 werd de invloed van F.L. Wright zichtbaar in de diverse steden. Horizontale lijnen, flauwe dakhellingen en forse overstekken gingen overheersen en zijn met namen zichtbaar bij de betere middenstandswoningen 10. W.M. Dudok (1884-1974) bouwt in 1927 het nieuwe raadhuis van Hilversum wat een grote invloed heeft gehad op de veranderingen van het expressionisme en van invloed was op het Nieuwe Bouwen wat volgt op het expressionisme.

10

Blijdenstijn, 1994 | p.102

22 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

23


5

eerste detailhandelsrevolutie De geschiedenis van het winkelen in Nederland is nog vrij jong. Wanneer rond 1850 de steden uitgegroeid zijn tot ware handelssteden waar de markten floreerden, begint de behoeft te ontstaan voor een permanentere plaats om de handel in goederen te bedrijven. Voor de twee wereldoorlogen ontwikkelde de detailhandel zich snel. Tevens vestigden de hedendaags welbekende grootwinkelbedrijven als Vroom en Dreesman, Hema en de Bijenkorf zich op markante plaatsen in de binnensteden. Met de opkomst van de auto na de oorlogen en de trends die zich ontwikkelde in Amerika ontstaan ook in Nederland grotere zelfbedienings supermarkten die gemakkelijk met de auto bereikbaar waren. Daar waar supermarkten nog buiten het stadscentrum door de overheid wordt toegestaan, worden grootschalige detailhandels centra door de overheid tegengehouden. De stedelijke centra waren de plek waar de detailhandel plaats moest vinden, dit was dan ook de plek waar winkels zich moesten vestigen. Rond de jaren tachtig werd dit beleid enigszins versoepeld en werden er aan de randen van de steden meubelboulevards ontwikkeld die gemakkelijk met de auto bereikbaar zijn. Het vervoeren van grote spullen is nou eenmaal gemakkelijker als de auto dichtbij te parkeren is. Rond de jaren negentig ontstaat in de binnensteden de trend om deze af te sluiten voor autoverkeer en de winkelroute als een lus in het centrum te organiseren. Hierdoor wordt de consument een continue veilige route geboden met afwisseling. De retailer krijg een plaats in een hoogwaardig winkelgebied met zo min mogelijk obstakels. Rond de eeuwwisseling opent het eerste Factory Outlet Centre in Lelystad. Een uniek toevoeging aan de bestaande winkelvoorraad waar Nederlanders vatbaar voor zijn. Dit buiten het centrum geplaatst centrum bied plaats aan modezaken die hier hun overjarige voorraad met grote kortingen kunnen verkopen.

afb. 5.1 | Heiligeweg, zijstraat Kalverstraat Amsterdam omstreeks 1925

24 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

In de Nederlandse detailhandels structuur is de binnenstad een belangrijk en gevoelig element. Mensen hechten veel waarde aan de nostalgie en het gevoel van een plek. De steden zijn in honderd jaar ontwikkeld van handelssteden tot winkelsteden. Nederlanders weten alleen vanuit het buitenland dat er grootschalige winkelcentra buiten de steden te vinden zijn, maar hebben hierbij vaak een negatieve associatie. ‘Die dichte onpersoonlijke dozen langs de snelweg’, is een vaak gehoorde uitspraak. De moderne mens heeft daarentegen steeds minder tijd. Wil de nieuwste gadgets in huis hebben en doet het liefste boodschappen met de auto. Maar hoe is het hele winkelen ontstaan en waar is dit uit voortgekomen dat thans een van de grootste tijdsbestedingen is van mensen?

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

25


Detailhandels revolutie (1800-1945) In de 19e eeuw vond er weinig vernieuwing plaats in de detailhandel. De grootste problemen waren het prijs en betalingsgedrag van klanten 1. Bij het naderen van de twintigste eeuw komt daar verandering in. Er ontstaan nieuwe gebouwtypen, de indeling van de winkel veranderd, de bedrijfsvoering wordt vernieuwd en de logistiek wordt op grote schaal mogelijk 2. Door de opkomst van de industriële revolutie komt er een groter aanbod aan producten. De koopkracht groeit en de bevolking groeit van 5 miljoen in 1900 naar 8 miljoen in 1930. Door deze enorme ontwikkeling is er ruimte voor massaproductie. Tijdens deze ontwikkeling komen ook de merkartikelen als fenomeen opzetten 3. Door de late industrialisatie in Nederland ten opzichte van andere Europese landen speelt de ontwikkeling van winkeltypen zich hier ook trager af. Desondanks ontstaan de meeste typologieën zoals de passage, de speciaalzaak, het warenhuis de verbruikscoöperaties en de eenheidsprijzenwinkel wel in Nederland 4. In 1912 vind de opening plaats van de eerste Vroom & Dreesman in Amsterdam. Dit is het eerste warenhuis met een grote ruimtelijke betekenis in de stad. Het warenhuis komt voort uit de passage die met name in Frankrijk zijn oorsprong vind 5.

van etalages er toe om klanten naar binnen te trekken. Binnen in het gebouw is een omgeving gecreëerd die de klant zodanig overrompeld, dat de buitenwereld volledig buitengesloten kan worden. Het is niet noodzakelijk direct iets te kopen, men kan rustig de artikelen ontdekken, genieten van een kopje koffie in de aanwezige cafés of in een van de rustruimtes een aankoop overdenken. Een belangrijke stap op weg naar de ‘belevenis maatschappij’ en de intrede van ‘fun-shoppen’ 6. De locatie van warenhuizen is in het begin gekoppeld aan intensieve stromen van consumenten. Het verwerven van een optimale ruimtelijke positie in de stad wordt een belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie. Door aansluiting op de nieuwe infrastructuur, namelijk het openbaar vervoer, zijn warenhuizen in staat hun verzorgingsgebeid flink te vergroten. Voor winkels betekend dat ze een zelfstandige bestemming voor mensen uit de hele regio worden 7. Naast de opkomst van grootwinkelbedrijven komen er ook steeds meer organisaties die zich met de winkels gaan bemoeien. Door nieuwe bedrijfsvoering en organisaties proberen de grote spelers de macht te verkrijgen zoals de vroegere gilden dat ook deden. Vanuit de overheid wordt de sluitingstijdenwet ingevoerd die in beginsel bedoeld om de grotere winkeliers te beschermen tegen ‘oneerlijke concurrentie’ van familiebedrijven 8.

Vanwege de architectuur van het warenhuis wordt winkelen een ‘geïsoleerde ervaring’. Het exterieur dient door middel 1 2 3 4 5

Evers, 2005 Evers, 2005 Evers, 2005 Kooijman, 1999 | p.33 Kooijman, 1999 | p.57

6 7 8

26 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Evers, 2005 | p.29 Kooijman, 1999 | p.59 Evers, 2005 | p.30 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

27


8

9

6

7

10

28 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

29


6

1895 | h.j. klein afb. 6.1 | ontwerptekening

afb. 6.1 | situatie omstreeks 1995

Een bijzonder winkelpand staat aan de Langestraat 63 en is gebouwd door Kroes voor Confectiemagazijn H.J. Klein. Het pand kenmerkt de overgang van woonhuizen met stoep waarin een winkel werd gevestigd naar een gebouwtype waarbij zichtbaar wordt wat er binnen te koop is. Grote ramen en versterkt door middel van een opvallend rondboogvenster wordt de begane grond visueel met de eerste verdieping verbonden. Op de eerste verdieping bevond zich de mantelkamer. Op de begane grond bevond zich de winkel. In het straatbeeld valt het pand op door de aandacht die het vraagt van de voorbijganger. Het uitbundige gebruik van spekbanden, consoles met mannenkoppen, obelisken en een attiek met fronton tonen weinig respect met de al eerder gebouwde Lutherse kerk die rechts van het pand staat. Daarbij is het bijzonder dat het fronton dezelfde hoogte aanneemt als de toren van deze kerk. Dit pand, een van de eerste winkelpanden die Kroes heeft ontworpen, heeft een sterk neorenaissansitisch karakter wat blijkt uit het gebruik van speklagen en de decoratie met obelisken en mannenkoppen. De keuze voor deze stijl strookt met de genoten opleiding van Kroes. De entreedeur is gelegen in een portiek waarbij het glas het portiek inloopt. Hierdoor is er vanaf de winkelstraat beter zicht op de artikelen in de etalage en was het niet noodzakelijk om een stoep te maken aangezien deze in het portiek verwerkt was. Het pand is thans nog steeds in dezelfde staat aanwezig als dat het is gebouwd in 1895. Bijzonder is dat de etalage op de begane grond nooit is aangepast aan de eisen en wensen van de tijd. Kenmerkend aan winkelpanden is namelijk de grote wisselingen in uitstraling van de winkelpui. Thans is er een grand cafĂŠ in gevestigd nadat enkele jaren een antieke meubelzaak was vertrokken uit het pand.

30 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

31


Hermanus Kroes (1864-1952) is een van de 2 architecten die rond 1900 van grote invloed is geweest op de gebouwde omgeving in Amersfoort. Zijn opleiding heeft hij genoten in Haarlem aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten 1. In 1890 vestigt Kroes zich, met zijn vrouw in Amersfoort en opent hij een praktijk als particulier Architect. In de opleiding heeft N. Molenaar veel invloed uitgeoefend op Kroes. Hij was een gerenommeerde architect en een voorbeeld hoe je voor de katholieke geloofs- en landgenoten moet bouwen. Molenaar was duidelijk be誰nvloed door P.J.H. Cuypers en ontwikkelde onder invloed van Cuypers een variant van de NeoHollandse Renaissance 2.

afb. 6.3 | detail mannenkop

In het werk van Kroes is een sterke tweedeling zichtbaar. In de diverse decennia heeft hij zich de snel opeenvolgende stijlen eigen gemaakt. Deze heeft hij met name toegepast in modegevoelige markt voor winkels en woningen. Voor religieuze gebouw is hij gelange tijd de Neogotiek en Neorenaissance blijven toepassen. In Amersfoort heeft Kroes aan niet minder dan 177 gebouwde opdrachten gewerkt 3.

afb. 6.4 | detail fronton

1 2 3

32 |

Bijen, 1995 | p.16 Bijen, 1995 | p. 24 Bijen, 1995 | p. 15

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

afb. 6.5 | huidige situatie

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

33


7

1895 | winkel Een van de weinige winkelpanden die Kam heeft ontworpen staat aan de Langestraat 34 en bestaat uit een ensemble van drie panden. Het is een van de weinige winkels met de originele etalage voorzien van zorgvuldig rijk gedetailleerde details die nog steeds in voortreffelijke staat het straatbeeld sieren. Het pand is oorspronkelijke ontworpen met een winkelfunctie op de begane grond en een dubbel woonhuis op de eerste en tweede verdieping. De winkel was opgedeeld in een voor- en achterdeel, waarbij het afb. 7.2 | ontwerptekeningen

afb. 7.1 | huidige situatie

34 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

35


Willem Hendrik Kam (1844-1925) is belangrijk geweest voor de architectuur in Amersfoort rond 1900. Hij is in Rotterdam opgeleid als ‘bouwersleerling’ bij, naar alle waarschijnlijkheid Johan Frederik Metzelaar. Rond 1850 vierde het eclecticisme haar hoogtijdagen. Deze stijl is van grote invloed geweest bij de opleiding van Kam, waarbij het eclecticisme bij aanstelling van Rose als Bouwmeester der landsgebouwen als overheidsstijl werd verheven 1.

afb. 7.3 | bestaande winkelpui

In 1871 wordt Kam leraar lijntekenen aan de pas geopende HBS. Daarnaast wordt hij aangesteld als gemeentearchitect van Amersfoort 2. In 1882 ontwerpt Kam voor zijn remonstrantse gemeenschap een kerk aan de Herenstraat. In tegenstelling tot Kroes werkt Kam aan veel overheidsopdrachten als het gymnasium en de Gemeentelijke Gasfabriek aan de Kleine Koppel. Kam heeft een groot deel van zijn oeuvre uitgevoerd in naar het verleden verwijzende stijlen. Tot ver na zijn pensioen blijft hij de eind negentiende eeuwse architectuurwaarden verdedigen in gemeenteraadsvergaderingen. 1 2

36 |

achterdeel een stuk geslotener was als de open voorzijde. Op dit moment is de winkel geheel geopend tot aan de achterzijde van het pand. Op recente luchtfoto’s is te zien dat alleen het voorste deel van het dak intact is. De daken en opbouwen, die op de ontwerptekeningen zichtbaar zijn, zijn in de loop van tijd verwijderd en vervangen door een platte bitumineuze dakbedekking. Ook de lichtstraat die in het midden van de doorsnede op de tekeningen op de volgende pagina zichtbaar is en de winkel achterin voorzag van daglicht is geweken tijdens verbouwings activiteiten. Op dit moment wordt er nog steeds boven de winkel gewoond. Wel is het zo dat de oorspronkelijke doorgang aan de linkerzijde is verdwenen en aan het winkel oppervlakte is toegevoegd. Om eenheid in de winkelpui te verkrijgen is er hiervoor een travee pui toegevoegd, uitgevoerd in de bestaande detaillering. Helaas is de afsluiting van de pui achterwege gebleven, waardoor men nu het idee heeft dat de pui niet is afgemaakt. Dit heeft te maken met de voormalige tussengang die te smal is voor een extra travee in de winkelpui. In tegenstelling tot het zeer rijk en uitbundige gedecoreerde/ gedetailleerde winkelpand van Kroes voor het confectiemagazijn van H.J. Klein (1985), is dit pand vele male soberder. Bij dit pand is de zwaarte van de detailleringen veel meer gaan zitten in de winkelpui en de afsluiting van de gevel aan de bovenzijde met voor renaissance kenmerkende kam op de bovenzijde van het fronton. Deze is helaas niet meer op het pand aanwezig. Van het ensemble van drie is dit het enige pand dat is aangemerkt als rijksmonument. De andere twee zijn beeldbepalend, danwel een gemeentelijke monument. Het bijzondere van dit pand is dan ook de gaafheid van de winkelpui, die bij de twee buurpanden door de winkeliers in de jaren veelvuldig zijn vernieuwd en aangepast. Deze vernieuwing geeft zo goed als nergens een verbetering van de kwaliteit van de architectuur voor een pand in zijn geheel.

Bijen, 1995 | p. 22 Bijen, 1995 | p. 11

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

37


8

1903 | gebr. hamers afb. 8.1 | situatie rond 1995

Het eerste icoon voor schaalvergroting met betrekking tot winkelgebouwen is te vinden aan de Langestraat 76. Dit warenhuis dat is gebouwd voor de Gebroeders Hamers moet tijdens de bouw opzien hebben gebaard bij de bewoners van de stad. Niet alleen was dit pand groter dan de panden die tot die tijd gebouwd waren, ook de stijl was vernieuwend voor Amersfoort. Kroes laat bij dit ontwerp zien dat naast de decoratieve aspect van de Jugendstil kon toepassen, maar ook de technische vernieuwingen gebruikte om meer mogelijk te maken. Uit de ontwerptekeningen (afb. 8.4) blijkt dat het er veel van het oorspronkelijke ontwerp verloren is gegaan. Met name de relatie tussen de begane grond en de rest van het pand is door toevoeging van natuurstenen platen op de gevel verdwenen. Het schaalverschil tussen de bestaande panden aan de Langestraat en het nieuwe pand van de Gebroeders Hamers is via hoogteverschillen in de diverse traveeën overbrugd. Niet alleen is deze schaalvergroting zichtbaar in de goothoogte, maar tevens in de grote van de raamopeningen. Deze worden naar het ingangstravee steeds groter, tevens op de eerste verdieping waardoor de voorbijganger, net als in het pand voor H.J. Klein (1895) de waren op de eerste verdieping kan aanschouwen. De architectuur van het pand reflecteert de tijdgeest van het begin van de 20e eeuw. Iedereen was met zijn blik gericht op vooruitgang en de toekomst. In dit gebouw wordt dit zichtbaar door de toepassing van ijzeren balken die de overspanning van de kozijnen mogelijk maakt in het zicht te plaatsen. Naast de haast schilderachtige bekroningen van de gevel, de kleine vierkante zuilen afgewisseld door rechte lijsten, deze staan ook in relatie met de ‘fabrieks afb. 8.2 | advertentie 1917 architectuur’ van die tijd. Dit had in deze tijd in zijn geheel geen negatieve associatie 1. Tijdens de Jugendstil was naast de toepassing van ijzeren balken ook het gebruik van nieuwe typen bakstenen erg belangrijk. In dit pand van de Gebroeders Hamers is gebruik gemaakt van een helrode baksteen die wordt afgewisseld met natuursteen op constructief belangrijke plaatsen. In de gevel is thans nog een tegeltableau aanwezig met een plantvormig, zwierig patroon wat duidelijk is geïnspireerd op de jugendstil. Ook sommige natuursteen elementen zijn voorzien van het patroon van een plant, duidelijk zichtbaar op afbeelding 8.7. 1

38 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Bijen, 1997 | p.72 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

39


afb. 8.3 | huidige situatie afb. 8.4 | ontwerp tekeningen gevel

In het pand hebben diverse zaken hun waren verkocht. Thans is het in gebruik als schoenenwinkel, maar het is begonnen als warenhuis van de Gebroeders Hamers. Rond 1923 is het als eerste Vroom en Dreesmann filiaal in Amersfoort verder gegaan samen met de Gebroeders Hamers. Rond het jaar 1930 waren er Amersfoorters die niet blij waren met het pand. ‘In de binnenstad zijn enkele bouwwerken verrezen van zoo infame minderwaardigheid, dat het toch waarlijk noodig is ... aan te toonen, hoe wanstaltig een winkelpand met twee verdiepingen van noodeloze en intens burgerlijke spiegelruiten vloekt tegen de prachtig in zijn omgeving gelegen Sint Joriskerk’. 2 Ondanks deze passage is het pand behouden gebleven en is het opgenomen in de monumentenlijst als Gemeentelijk Monument. Het gebouw is voor Amersfoort dan ook kenmerkend voor de opkomst van warenhuisketens en staat symbool voor de eerste schaalvergroting van winkelpanden. Architectonisch heeft het een lagere waarde, met name veroorzaakt door te toevoeging van de natuursteenplaten aan de gevel op de begane grond.

2

40 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

afb. 8.5 | tegeltableau

afb. 8.6 | hemelwaterafvoer

Cramer, 1996 | p.84 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

41

afb. 8.7 | detail natuursteen element


9

1929 | Ramselaar afb. 9.1 | situatie jaartal onbekend

Dit winkelpand voor de firma Ramselaar is een van de eerste winkelpanden in Amersfoort waarbij een dusdanige schaalvergroting zichtbaar is dat het pand niet meer past tussen de 19e eeuwse panden. Aan de advertentiegrote in de dagbladen is dan ook te zien dan Ramselaar een van de belangrijkste winkels in de binnenstad is. Grote advertenties zoals in afb. 8.4 waarop de nieuwste aanwinsten met het publiek worden gedeeld, moet de klanten naar de stad toetrekken. Naast de grote valt het winkelpand op door het gebruik van een modernistische stijl die nauwelijks voorkomt in het met name op het verleden gebaseerde straatbeeld van de Langestraat. Dit pand werd in het begin gezien als een belangrijke aanwinst voor de winkelstraat 1. Het pand is een van de laatste hoogtepunten uit het oeuvre van Kroes. Dit pand heeft hij samen met zijn zoon, Willem Christiaan Albertus Kroes die een samenwerkingsverband aanging met zijn vader 2, ontworpen. Ge誰nspireerd op het expressionisme van W.M. Dudok laat Kroes bij dit winkelpand nogmaals zien dat hij zich kon aanpassen afb. 9.2 | krantenartikel 1929 aan deze nieuwe modernistische stijl. Kubistische vormen zijn kenmerkend voor het expressionisme van Dudok, deze vormen zijn duidelijk terug te vinden in de opbouw van dit winkelpand. Naast deze kubistische opbouw is de sterke verticale geleding van de bovenbouw kenmerkend waarbij de begane grond wordt afgesloten door een expressief uitstekende luifel waardoor de schaal van de voetganger benaderd wordt en lichtinval beperkt en schittering van de zon op het glas wordt geminimaliseerd. In de jaren zeventig stond dit pand op de inventarisatie van het rijk als beeldverstorend element in het Amersfoortse straatbeeld. Politici hebben daarbij op behoud aangedrongen waardoor dit pand nog steeds aanwezig in het straatbeeld van de Langestraat 3. Thans is het pand op de monumentenlijst van Amersfoort aangemerkt als Gemeentelijk Monument. Helaas zijn er bij enkele verbouwingen karakteristieke details 1 2 3

42 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Amersfoortse Courant/ De Eemlander, 28-10-1929 | p.1 Bijen, 1997 | p.77 Cramer, 1996 | p.85 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

43


afb. 9.3 | huidige situatie

afb. 9.4 | grote krantenadvertentie 1929

verloren gegaan. Zo zijn de smalle raamprofielen verdwenen, maar zijn ook de rondingen uit de luifel gehaald. De kleurstelling is ook aangepast aan de mode van de tijd, helaas vallen door het vele witte schilderwerk de kenmerkende verticale geledingen weg in een wit vlak. Wanneer de oorspronkelijke kleurstelling teruggebracht zou worden, zal dit pand zich vele male sterker kunnen profileren in het straatbeeld.

44 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

45


10

1934 | vroom en dreesmann afb. 10.1 | situatie jaartal onbekend

Het grootste winkelpand in de eerste detailhandelsrevolutie is in 1934 gebouwd voor de firma Vroom & Dreesmann. De huidige locatie aan de Langestraat 76 werd te klein en huisarchitect Jan Kuyt werd gevraagd een ontwerp te maken, de plek waar tot dan toe hotel ‘De Zwaan’ was gevestigd 1. Het is een gebouw geworden dat nauwelijks past in de bestaande korrelgrootte van de aanwezig bebouwing. Met moeite is geprobeerd met het kiezen van een steile dakvorm aansluiting te vinden bij de bestaande daken van de omliggende bebouwing. De ruimte onder deze kap werd tot in de jaren ’60 gebruikt voor de huisvesting van medewerkers die intern waren gehuisvest 2. De schaalvergroting van winkels die dit pand symboliseert overtreft het in 1929 gebouwde pand van de firma Ramselaar waar nog enige geleding in het volume plaatsvond. Bij het nieuwe pand voor de firma Vroom & Dreesmann is er van geleding die aansluit bij de bestaande panden geen sprake. afb. 10.2 | krantenartikel aanbesteding 1935

Het pand kenmerkt zich door het brede, grote glas in lood venster dat kenmerkend is voor de modernistische gedachte van de expressionisten. Een soortgelijk venster komen we in kleinere schaal ook tegen in het winkelpand van Ramselaar aan de Langestraat. Op de begane grond is de etalgeruimte vergroot ten opzichte van de winkelbreedte, door het toepassen van etalageeilanden. Hier kon het publiek omheen lopen waarna zich de entrees in de gevormde portieken bevond, een zelfde oplossing als in het pand van Kroes (1895) zichtbaar is. Bijzonder in de detaillering is de toepassing van baksteen in een motief, passend binnen de stijl van het expressionisme. In afbeelding 10.5 is dit duidelijk zichtbaar boven de huidige luifel. Vroom & Dreesmann is nog steeds gevestigd in dit pand. Het pand is geplaatst op de rijksmonumentenlijst en heeft aan de binnenzijde nog een aantal belangwekkende glas-in-lood vensters. Deze vensters bevinden zich in het authentieke trappenhuis en versterken het lichtspel in de vide die sinds 1 2

46 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Amersfoortse Courant/ De Eemlander, 11-05-1935 | p.3 Architectuurcentrum Twente, 2007 | p.5 Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

47


Johannes Theodorus Aloysius Maria Kuyt (1884-1944) is opgegroeid als tweede zoon in het grossiers gezin Kuyt. Vader was grossier van koloniaal waren en zijn moeder stamde af van de welbekende Rotterdamse manufactuursfamilie Ter Meulen. Kuyt volgde een opleiding aan de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand in Amsterdam. In 1914 trouwde hij een dochter van een winkelier in herenconfectie. 1

Ja n Ku y t ( 1 8 8 4 - 1 9 4 4 ) h u i s a rc h i t e c t v a n V & D

V &D, e en w are nh ui s d a t w e rk t

afb. 10.3 | huidige situatie

In 1906 werd Kuyt lid van het vooruitstrevende Genootschap Architectura en Amicitia (A et A) dat een belangrijke invloed heeft gehad in de opkomst van het expressionisme. 2 In zijn ontwerpen gebruikte Kuyt kenmerken van het expressionisme, Art Deco en de Nieuwe Zakelijkheid. Vanaf 1920 heeft Kuyt veel opdrachten voor Vroom & Dreesmann uitgevoerd almede het Vroom & Dreesmann filiaal in Den Haag aan de Spuistraat en aan op de hoek Rokin- Kalverstraat in Amsterdam. Naast winkels heeft Kuyt ook woningen, scholen, kerken, kloosters en woningblokken voor volkshuisvesting ontworpen. 1 p. 1 2 p. 1

48 |

afb. 10.4 | bestaande glas-in-lood raam

1994 doorkruist wordt door roltrappen. De winkelpui is op de begane grond rond 1994 aangepast aan de nieuwe eisen van de tijd. Helaas zijn hierdoor de kenmerkende etalage eilanden verdwenen en is er een nieuwe luifel gekomen die nauwelijks toegevoegde waarde heeft op de uitstraling van het pand.

afb. 10.5 | metselwerkmotief boven luifel

Architectuurcentrum Twente, 2007 | Architectuurcentrum Twente, 2007 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

49


11

afsluiting De ontwikkeling van Amersfoort kwam aan het eind van de 19 e eeuw moeizamer op gang dan in de steden als Utrecht en Amsterdam. De aansluiting op de spoorlijn heeft een grote bijdrage gebracht aan de ontwikkeling van Amersfoort. Ondanks de trage ontwikkeling van de stad is de opkomst van het winkelen goed te herleiden uit de bestaande panden die te vinden zijn in de binnenstad, het winkelhart van Amersfoort. Belangrijke architectonische veranderingen als stijlen, schaalvergroting zijn, mede door de beperkte schade van de wereldoorlogen duidelijk zichtbaar en herkenbaar. De opkomst van het winkelen aan het eind van de 19 e, begin 20 e eeuw hangt sterk samen met de toenemende industrialisatie. De industrialisatie maakt het mogelijk om massagoederen te produceren voor een lagere prijs. Daarnaast maakt de industrialisatie het mogelijk om grotere gebouwen te realiseren, onder andere door het gebruik van meer staal in constructies en de opkomst van gewapend beton. Doordat de winkels groter worden hebben zij ook een groter aantrekkingskracht om de wijdere omgeving die door nieuwe infrastructuur en transportmiddelen deze winkels gemakkelijker kan bereiken. Bij de architectuur van winkelpanden rond 1900 zijn kenmerken als uitbundigheid, uitstraling en vooruitstrevendheid toe te kennen. Dit blijkt ook als er wordt gekeken welke stijlen zijn te betrekken op winkelpanden. Met name bij de eerste winkelpanden die zijn gebouwd in neorenaissance en jugendstil stijl is de rijkheid aan detaillering en decoratie zichtbaar. Daarnaast is het modische karakter van winkelpanden zichtbaar in de snelle verandering van de uitstraling in winkelpanden. Met name architect Kroes is hier een sprekend voorbeeld. In korte tijd heeft hij verschillende winkelpanden in Amersfoort gebouwd die in verschillende stijlen zijn onder te brengen. In de huidige staat van de panden is dit modische karakter terug te zien in de aanpassingen van etalages door de jaren heen. Uiteindelijk zijn er van de vele tientallen winkelpanden in de binnenstad maar enkele die kenmerkend zijn voor de ontwikkeling van het winkelen. Er zijn vele panden die voor 1900 als woning zijn gebouwd en tijdens de verwinkeling rond 1900 zijn verbouwd tot winkel. De vijf panden die in deze scriptie zijn beschreven kenmerken de invloeden van de detailhandelsrevolutie voor Amersfoort. Nog steeds zijn dit kenmerkende panden die herkenbaar zijn in het Amersfoortse straatbeeld. Niet alle panden zijn nog in hun oorspronkelijke staat. Bij de meeste panden is de samenhang van de begane grond met de bovengelegen verdiepingen verloren gegaan door de voor winkels kenmerkende aanpassingen van de winkelpuien. Duidelijk zichtbaar is dat de ontwikkeling die is beschreven met deze vijf winkelpanden, tevens de 50 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

51


ontwikkeling laat zien van het winkelpand als zelfstandige gebouwvorm. Na de Vroom & Dreesmann zijn er geen nieuwe typen ontwikkeld waarbij de winkel in de binnenstad fungeert als zelfstandig bouwwerk. De ontwikkelingen zijn wel doorgegaan door de komst van centra die bestaan uit een samenhang van diverse winkelunits zoals bijvoorbeeld de Lijnbaan (1953) in Rotterdam. Van de panden die zijn beschreven zijn er nog enkele panden in hun bijna oorspronkelijke staat in het straatbeeld aanwezig. Het pand van confectiemagazijn Klein (1895) en het winkelpand van Kam (1895) zijn in hun huidige staat vergelijkbaar met de staat zoals zij waren tijdens de ingebruikname. Thans zijn deze panden dan ook opgenomen als rijksmonument. Bij de intensief gebruikte panden van de Gebr. Hamers (1903) en Vroom & Dreesmann (1934) zijn met name de winkelpui drastisch gewijzigd ten opzichte van het originele ontwerp. Bij beide panden is dit geen verbetering en met name bij het pand Hamers is de samenhang in het pand verloren gegaan.

52 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

53


13

12

beeldverantwoording

literatuurlijst Literatuur: Architectuurcentrum Twente; Expositie Jan Kuyt; 2007 Barbieri, S.U. en Duin, L, van; Honderd jaar Nederlandse architectuur, 1901-2000 tendensen en hoogtepunten; Nijmegen; Uitgeverij SUN; 1999 Blijdenstijn, R.K.M. en Stenvert, R; Bouwstijlen in Nederland [1040-1940]; Utrecht; Kosmos - Z&K Uitgevers; 1994. Bijen, R.; Bouwen met karakter, De Amersfoortse architecten W.H. Kam (1844-1925) en H. Kroes (1864-1952); 1997; Amersfoort. Cramer, M; Een veranderend stadsbeeld; De Zonnehof Amersfoort; 1988.

Barbieri, 1999 | 4.5. Websites: www.amersfoort.nl geraadpleegd in periode 11.07 – 05.08

Blijdenstijn, 1994 | 4.1; 4.2; 4.3; 4.4 Bijen, 1997 | 6.1; p.16; 7.2; p.36

www.wikipedia.org geraadpleegd in periode 11.07 – 05.08 www.cbs.nl; geraadpleegd op 11.12.07 www.archiefeemland.nl; geraadpleegd in periode 11.07 – 05.08

Cramer, 1996 | 3.3; 3.4; 6.2; 8.3; 8.4; 8.6; 9.1; 10.1 Nes, Joost van | 2.1; 3.2; 6.3; 6.4; 6.5; 7.1; 7.3; 8.3; 8.5; 8.7; 9.3; 10.3; 10.5 Tol, 1993 | 5.1 Architectuurcentrum twente | 1.1; 10.4

www.tijdbalk-amersfoort.nl; geraadpleegd op 28.04.2008

Cramer, M., Groot, A.; Architectuur in Amersfoort, Een overzicht van de bouwkunst na 1800; Bussum; Thoth; 1995.

Googleearth.com | p.29 www.archiefeemland.nl | 3.1 p.10; 8.2; 9.2; 9.4; 10.2

Cramer, M; Amersfoort, Architectuur en Stedenbouw 1850-1940; Zwolle; Waanders Uitgeverij;1996 Evers, D, e.a.; Winkelen in Megaland; Rotterdam, Nai uitgevers; 2005. Kooijman, D; Machine en Theater, ontwerpconcepten van winkelgebouwen; Rotterdam; Uitgeverij 010; 1999. Tol, J. van der: Kalverstraat, de bekendste winkelstraat van Nederland 600 jaar; Amsterdam; Uitgeverij Beelddrift; 1993.

54 |

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

55


bouwproductie kam, dienstverlening : totaal 1

3 3

bouwproductie kroes, dienstverlening : totaal 1

-1903: eerste echte winkelpand in Langestraat3

jugendstil 1900-1918 rationalisme 1900-1920 herorientatie 1905-1925 expressionisme 1910-1930 het nieuwe bouwen 1920-1940 traditionalisme 1925-1955

Winkelgebouwen in Amersfoort 1880-1940 |

57

1

2

1

bijen, 1997 | p.15 tijdbalk amersfoort, www.tijdbalk-amersfoort.nl/cmsmadesimple/index.php/tijdbalk/op_periode, geraadpleegd op 28.04.08 bijen, 1997 | p.15 cramer, 1996 2 tijdbalk amersfoort, www.tijdbalk-amersfoort.nl/cmsmadesimple/index.php/tijdbalk/op_periode, geraadpleegd op 28.04.08 cramer, 1996

-1940: 50.000 inw.3

-1934-35: V&D opent een vestiging aan de Utrechtsestraat3

-1927: eerste warenhuis aan de Langestraat3

TWEEDE WERELDOORLOG

-1930: amersfoortsche autobusdienst gestart2

-1925: 25.000 inw.3

-1917: laatste rit tram van stad naar station2

EERSTE WERELDOORLOG

-1914: tram amersfoort- zeist in dienst2

-1912: reclamecommissie wordt door gemeentebestuur opgericht2

-1910: start gemeentelijk waterleidingbedrijf

- 1900: station Amersfoort wordt gebouwd3

eclecticisme (1850-1910) neogotiek (1830-1910) neorenaissance 1875-1913

-1900: 19.000 inw.3 -1902: amersfoortse trammaatschappij rijdt met paardentram van stad naar station2 - opkomst2 industrie nabij spoorwegen -1903: de kei wordt opgegraven op de varkensmarkt

-1896: eerste bioscoopvoorstelling2 -1897: laatste hessenkar komt aan in amersfoort2 -1898: VVV Amersfoort opgericht2

-1894: aansluiting op landelijk telefoonnet2

-1889: aanleg waterleiding in stad2

-1880: 15.00 inw.3

1740 1750 1760 1770 1780 1790 1800 1810 1820 1830 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 bijlage

A


0491-0881 troofsremA ni newuobeglekniW eituloverlesdnahliated etsree ed tiu newuobeglekniw ednekremnek


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.