Inspelen op veranderend gedrag van toeristen

Page 1

Fryslân moet inspelen op verschuivend gedrag van toeristen Trendsetter op het gebied van toeristisch trendonderzoek. Dat is het European Tourism Futures Institute, onderdeel van de Leeuwarder hogeschool Stenden, naar eigen zeggen. Het Noorden profiteert ervan, stelt directeur Jeroen Oskam. n Goos Bies Leeuwarden | Friese recreatie-ondernemers moeten zich voorbereiden op de komst van Spaanse toeristen, er moet een tastbare bezoekplek komen voor het werelderfgoed de Wadden en watersportbedrijven moeten een gevarieerder product aanbieden. Een greep uit aanbevelingen die voortkomen uit scenario-onderzoek naar trends op toerismegebied de komende vijf jaar. Sinds 2009 heeft het ETFI zich erin gespecialiseerd. Nergens wordt op dit moment dergelijk onderzoek gedaan, en vijftien Europese universiteiten kijken de kunst af. Zo worden op het Frysk Toerisme Kongresdei, op 8 november in Sneek, de resultaten gepresenteerd van onderzoek naar de toekomstmogelijkheden voor jeugd en watersport in Fryslân. ,,Daar zit de klad in”, zegt Oskam. ,,De klanten zijn mensen die zelf van jongsaf aan watersport deden, maar als de jeugd er niet meer aan doet, gaan die straks ook niet meer als volwassene.” Oskam wil alvast wel een aanbeveling uit het onderzoek verklappen: de ondernemers moeten het zoeken in variatie van het aanbod. ,,Dertig jaar lang was het zo dat mensen kwamen zeilen en de kinderen op

zeilkamp werden gestuurd. Dat ze ’s avonds bij het kampvuur konden zingen of naar de disco konden, was een prettige bijkomstigheid. Nu is het omgedraaid. Jongeren beslissen zelf waar ze naartoe gaan. Ze willen uitgaan, en daarnaast willen ze overdag ook wat doen. Dan vinden ze het leuk om een dagje te zeilen. Maar niet vijf dagen achter elkaar. Ze zoeken avontuur, ze willen alles beleven. Dus bijvoorbeeld een dagje zeilen en de andere dag kitesurfen, kanoën of windsurfen.” Ondernemers moeten zich bewust worden van verschuivingen in consumentengedrag. Dan kunnen ze tijdig inspelen op trends, zegt Oskam. ,,Toen ik vroeger naar de Efteling ging met mijn moeder, gingen we naar het sprookjespark. Nu moet ik met mijn kinderen in allerlei achtbanen en, oh ja, ook nog even voor de lol door het sprookjespark.” Nergens wordt op dit moment dergelijk scenario-onderzoek gedaan. Vijftien Europese universiteiten volgen de ontwikkelingen, ze zijn al twee keer langs geweest in Leeuwarden. Het ETFI wil zowel nationaal als internationaal een vooraanstaand instituut op het gebied van toeristische trendonderzoek worden. Onlangs kregen ze daarvoor als expertisecentrum op het gebied van toerisme erkenning

van het rijk. Dat trekt een miljoen euro uit om het onderzoek uit te bouwen. Stenden moet dat samen doen met de hogeschool NHTV uit Breda, die weer gespecialiseerd is in consumentenbeslissingen. Via de door de provincie Fryslân gefinancierde University Campus Fryslân gaan er bovendien naast de acht onderzoekers in vaste dienst vier studenten van de Rijksuniversiteit Groningen aan het toerismeinstituut promoveren. Op waddentoerisme, op vrijetijdseconomie, op leefbaarheid in Fryslân en op toerisme en identiteit. Het Noorden gaat van al die kennis profiteren, zegt Oskam, omdat deze regio als eerste kan inspelen op trends. Dat moet ook wel, want het instituut wordt gefinancierd door de provincies Fryslân en Drenthe,

Nu moet ik met mijn kinderen in allerlei achtbanen en voor de lol door het sprookjespark het Samenwerkingsverband Noord Nederland en de steden Leeuwarden en Emmen. ,,De hele gedachte is dat als hier een topinstituut komt met nieuwe kennis op het gebied van toerisme, waar heel Europa naar kijkt, dat dat het Noorden ten goede komt. Waarom? Omdat de innovaties en trends hier dan zijn ontwikkeld. Het Noorden zit dichtbij het vuur en daardoor is de toegang tot de innovaties voor eigen gebruik eenvoudiger.” Een van de huidige onderzoeken

loopt naar de houdbaarheid van attractieparken. ,,Wat is de levenscyclus van attractieparken. De Efteling zet elke twee jaar een kwart van de begininvesteringen in voor het op peil houden van attracties. Klopt, Aqua Zoo vernieuwt ook voortdurend. Maar ondernemers doen dat intuïtief, er is nooit onderzoek gedaan naar wanneer je je attracties up-to-date moet maken. Misschien veranderen ze wel te vroeg.” Casestudies zijn er inmiddels gedaan naar het Kameleondorp in Terherne, Aeolus in Sexbierum en Dierenpark Emmen. Uit het onderzoek moet met het oog op verschuivende behoeften ook naar voren komen of er nog toekomst is voor vakantieparken en na hoeveel tijd die bijvoorbeeld weer makkelijk afgebroken zouden kunnen worden. Scenario-onderzoek is er in opdracht van de Kamer van Koophandel al gedaan naar de Unesco werelderfgoedstatus van de Waddenzee en de baanverlenging van vliegveld Eelde. Daar is onder meer het advies uitgekomen dat er een fysieke plek, bijvoorbeeld een duurzaam bezoekerscentrum op de Afsluitdijk, moet komen. ,,Het is heel leuk dat de Waddenzee werelderfgoed is geworden, maar als je dan met een bus op bezoek komt, waar stop je dan? Als je uit China komt, dan wil je ergens op een herkenbaar punt op de foto. Eén plek waar je geweest móet zijn.” En zo’n professioneel bezoekerscentrum hoeft echt niet het nieuwste van het nieuwste te bieden. Want wat nieuw is, is morgen alweer achterhaald. Oskam haalt sciencecenter Nemo aan het IJ in Amsterdam aan. ,,Dat opende in 1992 met allemaal computers die top of the world waren. Maar twee jaar later kwamen de kinderen al met eigen apparatuur waar ze veel meer mee konden. Het hoeft niet allemaal zo technologisch mogelijk.”

Ondernemers moeten zich bewust worden van verschuivingen in consumentengedrag. Dan kunnen ze tijdig inspelen op trends, vindt Jeroen Oskam. Foto: Marchje Andringa


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.