Tabernakel: het grote verhaal - deel 3 beelddragers weerspiegelen Gods heerlijkheid

Page 1

EXODUS Menen – 2022 bijbelstudie

De tabernakel

Exodus 25 e.v.

Ex.: indeling rond centrale waarheid

 A1 Bouwen voor Farao (1-5)  B1 Het lam van God (6-12)  C1 De reisgezel God (13-18)  D De genade van God en de wet van God (19-24)  C2 De inwonende God (25-31)  B2 Het gouden kalf (32-34)  A2 Bouwen voor God (35-40)

3 grote delen in Exodus

Deel 1: Israël in Egypte: de Verlosser (1:1-13:16)

De verborgen voorzienigheid van de Heer (1:1-2:22)

Jahweh geopenbaard (2:22-6:13)

reddende Heer (6:14-13:16, van de plagen tot het paaslam)

Deel 2: Israël bij Sinaï: de Reisgezel (13:17-24:11)

De publieke voorzienigheid van de Heer (13:17-17:16)

Jahweh geopenbaard (18:1-23:33)

De Verbondsheer (24:1-11, lees bijv. 24:9-11)

Deel 3: Israël rond de tabernakel: de Inwoner (24:12-40:38)

De voorziening van de Heer (24:12-31:18)

Jahweh geopenbaard (32:1-34:35)

De inwonende Heer (35:1-40:38, van heffing voor tabernakel tot maken ervan en vervulling met de heerlijkheid des Heren)

 De

Tabernakel:

verhaal

het grotere
 In de Bijbel wordt Eden geschilderd als een tempel en woonplaats van God  God ‘wandelt’ in de hof (Gen.3:8)  Zelfde bewoordingen voor Gods tegenwoordigheid in de tabernakel (o.a. Leviticus 26:11-12 en Deut. 23:14)  Meer expliciet noemt Ezechiël Eden ‘een tempel’

Tabernakel: het grotere verhaal

Gods tegenwoordigheid in Eden wordt voorgesteld met beelden van leven en betekenis

Zie de rivier des levens en de vrucht van de boom des levens

Tabernakel: het grotere verhaal

 Edens bomen en rivieren staan voor overvloedig leven in Gods tegenwoordigheid  Dit zien we later terugkomen in tabernakel en tempel

Tabernakel: het grotere verhaal

Zo dient de ‘boom des levens” als model voor de kandelaar buiten het heilige der heiligen

De kandelaar is een beeld van de levenbrengende vruchtbaarheid in Gods tegenwoordigheid

Tabernakel: het grotere verhaal

overvloedig

 Overvloedig leven zien we ook in het overvloedige groen van de hof  Ook de latere tempel van Salomo telt
groen  Ook de eindtijdtempel barst van het leven   Waar God is, is er overvloed van leven   Gods tegenwoordigheid barst van het leven

Tabernakel: het grotere verhaal

de rivier uit Gen.2 doet denken aan het overvloedige

dat uit Gods tegenwoordigheid voortkomt

Het water vloeit uit Eden en geeft water aan de hof

Van daaruit aan de rest van de aarde en plaatsen waar volkeren zouden wonen

patroon in latere beschrijvingen van de tempel

 Ook
leven
 Eenzelfde

Tabernakel: het grotere verhaal

rivier vloeit van het heilige der heiligen

Naar het heilige

naar de volkeren

Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis. En zie, er stroomde water uit, van onder de drempel van het huis naar het oosten, want de voorkant van het huis lag naar het oosten. Het water stroomde naar beneden van onder de rechterzijde van het huis, ten zuiden van het altaar.

22:1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.

 Gen.2:10-14: de levensrivier (vervolg)  Vergelijkbaar beeld in Ez. en Opb.  De
 Zo
 Ezechiël 47:1
 Openbaring
Tabernakel: het grotere verhaal  Gen.2:10-14: de levensrivier (vervolg)  In Eden…  De rivier stroomt vanuit Gods tegenwoordigheid in Eden  Naar de hof  Naar de rest van de aarde waar later de volkeren zouden wonen  Zie Gen.2:10-14  Opnieuw: vanuit de meest heilige plaats (Eden/heilige der heiligen)  Naar uiteindelijk de rest van de aarde waar de volkeren leven

grotere verhaal

Tabernakel: het
 Deze gradatie van heiligheid vinden we verder in de parellellen tussen Eden én de tempel/tabernakel  Zo bevat de hof van Eden de (échte) boom des levens (Gen.2:8-9)  En voorziet de hof in voedsel voor (priester) Adam (Gen.2:16)  Parallel:  Het heilige bevat de kandelaar (in de vorm van de boom des levens)  Het heilige bevat ook de tafel met toonbroden voor de priesters

Tabernakel: het grotere verhaal

 Deze gradatie van heiligheid vinden we nog verder  Buiten de hof lagen het land en de zeeën waar Adam zou over heersen  hier: de naties Ethiopië (Cusj) en Assur, toen nog niet bevolkt - Gen.2:13-14  Parallel  De voorhof van de tempel/tabernakel bood plaats aan de volkeren

Tabernakel: het grotere verhaal

Tabernakel: het grotere verhaal

Zoals de levensrivier uit Gods tegenwoordigheid naar de volken vloeide

brengen wij het leven dat we vinden in Gods

naar de volkeren

 Zo
tegenwoordigheid

Tabernakel: het grotere verhaal

 Samengevat  Eden was de eerste plaats van aanbidding  Want daar was God tegenwoordig  Gods plan was dat Zijn heerlijkheid de aarde zou vervullen

Tabernakel: het grotere verhaal

Einde herhaling

Tabernakel: het grotere verhaal

 God is tegenwoordig in Eden  Het is een plaats van aanbidding  Beelddragers weerspiegelen Gods heerlijkheid  Met dat heerlijke beeld moeten ze de aarde vervullen (Gen.1:28)

Tabernakel: het grotere verhaal

zagen we Adams priesterlijke rol in de

Eden

Hij moest die bewerken en bewaren (voor verderf)

Genesis 2:15 ‘De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden.’

Adam toonde als beeld van God de aanwezigheid en heerschappij van God over de aarde

Adam en Eva moesten als koningen regeren, ze waren daarin

van God

 Eerder
tempeltuin
vertegenwoordigers

Tabernakel: het grotere verhaal

 Een icoon staat voor een grotere werkelijkheid  Een icoon wijst niet op zichzelf  Het verbeeldt iets groters  Zo staan Gods beelddragers voor de tegenwoordigheid van God  dat beeld roepen we op, waar we ook komen  Het beeld is vertekend door de intrede van de zonde  Zie Gen.3, als Adam niet heerst over de slang

Tabernakel: het grotere verhaal

Maar Gods beeld wordt hersteld in ons door aanbidding

Door Christus, het ware en volmaakte beeld van God

Kolossenzen 1:15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.

2 Korinthe 3:18 Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.

naar hetzelfde beeld = “eikon” (icoon)

 

grotere verhaal

Tabernakel: het
 God schiep de mens naar Zijn beeld  Dit beeld wordt uitgedrukt als we het werk doen van God in deze schepping  D.i.: heersen over de schepping en haar onderwerpen zoals Hij (Gen.1:26-28)  Zoals God de chaos onderwierp en over de schepping heerste en de aarde vulde met leven, moeten Adam en Eva dit doen  Ze moeten de aarde vullen met beelddragers van God  Adam heerst over de schepping door die te benoemen (2:18)  Dit is ook hoe God heerste: Gen.1:5,8,10
Tabernakel: het grotere verhaal  Maar Adam faalt: hij laat een onrein in de hof toe, hij onderwierp het dier niet  Hij werd zelf onderworpen via verleiding  Adam en Eva breidden Gods tegenwoordigheid niet uit, maar werden uit de hof gebannen  Dan.7:13-14 blikt vooruit naar wanneer een zoon van Adam zal slagen waarin Adam zelf faalde  ‘mensenzoon’: lett. “Een als een zoon van Adam”  Hij onderwerpt de dieren: Dan.7:1-8
Tabernakel: het grotere verhaal  Die dieren staan voor destructieve machten die zich verzetten tegen Gods plannen (Dan.7:15,17)  De zoon van Adam staat op en slaagt waar de eerste Adam faalde  Jezus overwint in de verzoeking in de woestijn  Lk.3:38-4:13  Hij overwint de wilde dieren, Mk.1:13
Tabernakel: het grotere verhaal  Bij Zijn hemelvaart wordt Hem alle gezag gegeven  Zie Mt.28:17  Zoals in Dan.7:13-14  De eerste Adam faalde tgo. de slang  De tweede Adam overwint de slang:  Openbaring 12:9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.

Tabernakel: het grotere verhaal

 Toch blijft de oude slang nu nog oorlogvoeren  Zie Opb.12:17  Toch staat de overwinning vast: Opb.12:10-11  De oude slang wordt nu overwonnen door het bloed van het Lam en het woord van hun getuigenis  Adams priesterlijke roeping uit de hof om die te bewaren voor onreine invloed, gebeurt nu door het werk van Christus  Door Zijn werk in ons leven en in de kracht van Zijn woord  We houden ons aan Zijn woord, de waarheid

Tabernakel: het grotere verhaal

van

en de vijand verslaan

niet tegen elkaar, aangezien u de oude

hebt, en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.

met zijn daden

Gods beeld meer en helderder

alleen om de boze te overwinnen

om die beelden van God de aarde te zien vervullen

 Christus is het volmaakte beeld
God (Kol.1:15)  Naar zijn beeld blijven wij leven
 Kolossenzen 3:9-10 Lieg
mens
uitgetrokken
 In aanbidding vertonen we
 Niet
 Ook
 Zie Gen.1:28

Tabernakel: het grotere verhaal

 Vanaf het begin is de aarde bedoeld voor bewoning

 Zie Jesaja 45:18: “Want zo zegt de HEERE, Die de hemel

geschapen heeft, die God Die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft. Hij heeft haar gegrondvest, Hij heeft haar niet geschapen opdat zij woest zou zijn, maar Hij heeft haar geformeerd opdat men erop zou wonen: Ik ben de HEERE, en niemand anders.”

 Zie ook Psalm 8:2 HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde! U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.

 10. HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!

Tabernakel: het grotere verhaal

verheerlijken

door discipelen te maken

is ook hoe Christus God verheerlijkte:

heb

volbracht

heb Uw Naam

verheerlijkt

de aarde. Ik heb het

U Mij gegeven hebt om te doen.

de mensen die U Mij uit

waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen.

wereld gegeven hebt.

 Vers 6-7 van Ps.8 tonen hoe de mens bedoeld is om die heerlijkheid te weerspiegelen  We
God
 Dit
 Johannes 17:4 Ik
U
op
werk
dat
 6. Ik
geopenbaard aan
de
Zij

Tabernakel: het grotere verhaal

kenmerk

gaan in Zijn spoor en maken ook discipelen door onze

de taal van vrucht en talrijk worden uit Gen.1:28 in:

het Woord van God verbreidde zich (lett. droeg

het aantal

Jeruzalem nam sterk toe (werd talrijk);

een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.

bewoordingen

 Jezus verheerlijkt God door discipelen te maken die Gods woord bewaren  Hun
is gehoorzaamheid  Wij
levens  Zie
 Handelingen 6:7 En
vrucht) en
discipelen in
en
 Hd.12:24 idem
 Hd.19:20

Tabernakel: het grotere verhaal

dan

draagt ook het woord vrucht in Kol.1:6, zie 1:10

zoals Adam en Eva in Gen.1:28, draagt nu het

groeit het

aarde

en vullen de aarde

het

 Anders
in Gen.1:28 is het het woord dat in Hd. vrucht draagt, niet mensen  Zo
 Net
evangelie vrucht en
 Tot het de
vervult, zie Kol.  Geestelijke nakomelingen worden talrijk
door
evangelie

Tabernakel: het grotere verhaal

van God

Gen. waren het letterlijk personen, fysieke nakomelingen

de stamboom van Adam in Gen.5 zien we Seth verschijnen,

ook naar het beeld van Adam was geschapen, naar Gods beeld (Gen.5:1,3)

beeld van God in Adam gaat via Seth die zich aan Gods

houdt

en Kol focussen nu op geestelijke nakomelingen

geestelijke kinderen van de laatste Adam (Kol.1:15-18)

 Vandaag hebben we geestelijke beelddragers
 In
 In
die
 Het
woord
 Hd
 De

verhaal

Tabernakel: het grotere
 Daarom is de groei van het evangelie de sleutel tot groei van de gemeente  Dit gebeurt door het levende woord van God (Hd.7:38)  Het is onze taak om de discipelen te zien vermenigvuldigen  Beelddragers van God die Gods woord kennen en het gebruiken om de verleiding van de boze te weerstaan  Zie Christus in Opb.19:15, met een scherp zwaard van Gods woord dat uit Zijn mond komt
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.