Boek van het verbond: belofte in Exodus 23:20-33 (epiloog)

Page 1

EXODUS

bijbelstudie

Menen – van september 2017 tot …


Ex.: indeling rond centrale waarheid

A1 Bouwen voor Farao (1-5)  B1

Het lam van God (6-12)

 C1

De reisgezel God (13-18)

D

De genade van God en de wet van God (19-24)

 C2

 B2 

De inwonende God (25-31)

Het gouden kalf (32-34)

A2 Bouwen voor God (35-40)


3 grote delen in Exodus 

Deel 1: Israël in Egypte: de Verlosser (1:1-13:16)   

Deel 2: Israël bij Sinaï: de Reisgezel (13:17-24:11)   

De verborgen voorzienigheid van de Heer (1:1-2:22) Jahweh geopenbaard (2:22-6:13) De reddende Heer (6:14-13:16, van de plagen tot het paaslam) De publieke voorzienigheid van de Heer (13:17-17:16) Jahweh geopenbaard (18:1-23:33) De Verbondsheer (24:1-11, lees bijv. 24:9-11)

Deel 3: Israël rond de tabernakel: de Inwoner (24:12-40:38)   

De voorziening van de Heer (24:12-31:18) Jahweh geopenbaard (32:1-34:35) De inwonende Heer (35:1-40:38, van heffing voor tabernakel tot maken ervan en vervulling met de heerlijkheid des Heren)


Het boek van het verbond --- Herhaling ---


Het boek van het verbond  boek

van het verbond:

verbiedt niet alleen dat je de zwakke slecht behandelt, maar gebiedt daarenboven dat je hem goed doet

 De

HEERE verlangt dat Zijn volk Zijn karakter weerspiegelt


Het boek van het verbond  23:10-19:  Ziet 

beschrijft ritme van werk en aanbidding

vooruit naar gesetteld agrarisch leven

Hoe ze hun trouw zullen betonen in het land Kanaän

23:10-12: horizontale leven (dagelijks werk)  23:14-19: verticale leven (jaarlijkse feesten in Gods tegenwoordigheid) 

 23:13 daartussen als scharnier: verbondstrouw ‘Bij alles wat Ik tegen u gezegd heb, moet u op uw hoede zijn. U mag niet aan de naam van andere goden denken, die mag niet uit uw mond gehoord worden!’


Het boek van het verbond  23:13:

‘Bij alles wat Ik tegen u gezegd heb, moet u op uw hoede zijn. U mag niet aan de naam van andere goden denken, die mag niet uit uw mond gehoord worden!’

 Exclusieve

trouw

 Primair

om te doen: ‘Bij alles wat Ik tegen u gezegd heb, moet u op uw hoede zijn’ (Eng.: ‘Be careful to do everything I have said’)

 Primair

om niet te doen: ‘U mag niet aan de naam van andere goden denken, die mag niet uit uw mond gehoord worden!’


Het boek van het verbond  23:10-12:

sabbatsjaar en sabbatdag

Verwachting: God zal in de noden voorzien

Ook de armen moeten kunnen eten  De sabbat is teken van het verbond tussen God en Israël (31:12-17)


Het boek van het verbond

 Exclusieve

aanbidding is ook de kern voor de 3 jaarlijkse feesten  Die

vieren de goedheid van God jegens Israël


Het boek van het verbond  23:14-19: 

de 3 jaarlijkse feesten

“Driemaal per jaar moet u voor Mij een feest vieren. Het Feest van de ongezuurde broden moet u in acht nemen. Zeven dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op de vastgestelde tijd in de maand Abib, want in die maand bent u uit Egypte vertrokken. Maar men mag niet met lege handen voor Mijn aangezicht verschijnen. Ook het Feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw werk, van wat u op de akker gezaaid hebt. En het Feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt. Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht van de Heere HEERE verschijnen. U mag het bloed van Mijn offer niet offeren met iets dat gezuurd is, en het vet van Mijn feestoffer mag niet tot de volgende morgen overblijven. De eerstelingen van de eerste vruchten van uw land moet u in het huis van de HEERE, uw God, brengen. U mag een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.”


Het boek van het verbond 

23:14-19: de 3 jaarlijkse feesten  Ziet

vooruit naar de zegen van de HEERE (zie eerstelingen en oogst)

Doel: het volk als pelgrims naar waar de tabernakel zal zijn: ‘voor mijn aangezicht’, 23:15b

God nodigt het volk uit bij Zich

Duidelijk bedoeld als momenten om te vieren, voor blijdschap


Het boek van het verbond  23:14-19:

de 3 jaarlijkse feesten

De vreugde is een ‘opdracht’, is verplicht  Deuteronomium 16:11 ‘En u moet u verblijden voor het aangezicht van de HEERE, uw God, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, de Leviet die binnen uw poorten is, en de vreemdeling, de wees en de weduwe die in uw midden zijn, op de plaats die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen.’  14. Verblijd u op uw feest, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, en de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe die binnen uw poorten zijn.  Merk op: bovenstaande tekst verduidelijkt ‘al uw mannen’ uit 23:17 


Het boek van het verbond  Merk 

nog op 23:19:

‘De eerstelingen van de eerste vruchten van uw land moet u in het huis van de HEERE, uw God, brengen. U mag een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.’

 NBG: “het beste der eerstelingen van uw bodem…” 

Alleen het beste is goed genoeg voor de HEERE

Maar wat is dat, het beste?  zie Deut. 16:16-17  ‘…maar ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van de HEERE, uw God, die Hij u gegeven heeft.’


Het boek van het verbond --- Einde herhaling ---


Het boek van het verbond  23:20-33

 Sterk

Epiloog bij boek v/h verbond

bemoedigend gedeelte

 Nadrukkelijk

de HEERE zelf aan het woord  ‘Zie, Ik zend…’ = Zie, Ik Zelf zend  A.h.w.: ‘Ik ben het!’


Het boek van het verbond  Wederkerigheid

van het verbond tussen God en Israël:  Als het volk God zal gehoorzamen, zullen ze het land binnentrekken (zie vers 22-23)  Merk op ivm deze wederkerigheid:  Zelfde Hebr. woord ‘shamar’ voor:  ‘een engel, om u te bewaren’ (23:20)  ‘neem u voor hem in acht’ (23:21)   Hij zal het volk bewaren als zij zijn instructies navolgen  Vgl. Johannes 14:21 ‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.’

 Gods

zegen wordt bepalend voor:  hun toekomstig leven (vers 25-26)  hun latere veiligheid (27-28)


Het boek van het verbond  kijkt

ook in de nabije toekomst voor het volk:  Voor Israël uit, gaat:  Een engel (Ex.23:20-26)  De schrik voor de HEERE (Ex.23:27-33)

In beide delen terugkerend thema: Israël is exclusief van Jahweh  23:24: ‘U mag zich voor hun goden niet neerbuigen en ze niet dienen. U mag niet doen overeenkomstig hun werken. Voorzeker, u moet ze volledig omverhalen en hun gewijde stenen helemaal in stukken slaan.’  23:32: ‘U mag met hen en met hun goden geen verbond sluiten.’


Het boek van het verbond  Binnen

deze exclusieve relatie:  afgoden en hun offerplaatsen zijn ongepast/absoluut verboden  vs. 24

 Daarom:

verbod om verbond te sluiten met volkeren van Kanaän (‘met hen en met hun goden’; vs.32-33) 

Dit verbod is nodig, want de volkeren worden maar stapsgewijs verdreven (vs.29-30)  Anders: land zou woest worden en wilde dieren te talrijk  Andere reden: Israëls ontrouw; zie Richt.2:1-3;20-23


Het boek van het verbond 

23:20-33  Deze 

beloften uit Ex. komen terug in Joz.24:11-13:

‘Toen u over de Jordaan getrokken was en bij Jericho kwam, streden de burgers van Jericho tegen u, en de Amorieten, de Ferezieten, de Kanaänieten, de Hethieten, de Girgasieten, de Hevieten en de Jebusieten, maar Ik gaf hen in uw hand. En Ik zond horzels voor u uit, die hen van voor uw ogen verdreven, zoals eerder de beide koningen van de Amorieten verdreven werden. Dat gebeurde niet door uw zwaard en ook niet door uw boog. Zo heb Ik u een land gegeven waarvoor u zich niet ingespannen hebt, en steden die u niet gebouwd hebt, en u woont erin. U eet van wijngaarden en olijfbomen die u niet geplant hebt.’

Jahweh blijkt in het boek Jozua trouw aan Zijn beloften  Richteren toont dat Israël zal falen tgo. God 


Het boek van het verbond 

23:20-33: leiding, bescherming en veiligheid

 God

zal de volkeren verdrijven

Dit herinnert aan Adam & Eva die werden verdreven uit de hof (Gen.3:24 – ‘Hij verdreef de mens…’)

Ook aan Kaïn die verdreven werd na de moord op zijn broer (Gen.4:14 – ‘Zie, U verdrijft mij heden…’)

In het NT zien we Christus vaak demonen of onreine geesten ‘uitdrijven’ om Gods plannen te verwezenlijken


Het boek van het verbond  23:20-33:

leiding, bescherming en veiligheid

 De

HEERE zal 3 ‘zendingen’ doen:  ‘Zie, Ik zend een engel voor uw aangezicht’ (vs.20)  ‘de schrik voor Mij zal Ik voor u uit zenden’ (v.27)  ‘ook zal ik hoornaars voor u uit zenden’ (v.28)

 De

HEERE die hen roept tot gehoorzaamheid, zal ook met hen meegaan  Hun overwinningen en beloofde bezittingen zijn verzekerd


Het boek van het verbond  23:20-33:

leiding, bescherming en veiligheid

 De

engel / mijn engel (v.23) kwam al eerder in Ex., bij 2 sleutelmomenten 

Weet je welke?


Het boek van het verbond 

23:20-33: leiding, bescherming en veiligheid  De

engel / mijn engel (v.23) kwam al eerder in Ex., bij 2 sleutelmomenten 

Ex.3:2: ‘En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd.’

Ex.14:19: ‘Toen verliet de Engel van God, Die vóór het leger van Israël uit ging, Zijn plaats en ging achter hen aan. Ook de wolkkolom verliet de plaats vóór hen en ging achter hen staan.’


Het boek van het verbond  23:20-33:

leiding, bescherming en veiligheid

De engel krijgt in Ex.23 deze specifieke rol:  Bewaren (v.20, ‘over u waken’ + ter bestemming brengen)  Onderrichten (v.21-22)  Leiden (v.23, ‘voor u uit gaan en u brengen’)  De vijanden benauwen, verwarren en vernietigen (v.22b-23 en 27)

= verzekeren dat Gods belofte mbt het land wordt vervuld = vijanden die in de weg staan, verdrijven  Hij zal tgo toekomstige vijanden handelen zoals eerder met Egypte (vgl.23:27 en 14:24)  Eerste wat vijanden van Israël zullen zien, is hun God


Het boek van het verbond 

Respons vh volk moet zijn te voorkomen in dezelfde afgoderij te vervallen als deze volkeren (23:24)

Tegenover die verbondstrouw staan verbondszegeningen  Exodus 23:25-26 ‘U moet de HEERE, uw God, dienen. Dan zal Hij uw brood en uw water zegenen. Ik zal ziekte uit uw midden doen wijken. Geen vrouw in uw land zal een miskraam hebben of onvruchtbaar zijn. Ik zal het aantal van uw dagen vol maken.’

De zegeningen staan voor wat mensen nodig hebben om te overleven in het land Basisbehoeften voor dagelijks leven en voortzetting vh gezin


Het boek van het verbond 

Het boek vh verbond eindigt dus met een bemoedigende belofte en een herhaalde waarschuwing  God belooft zegening aan Zijn verlost volk  Hij eist exclusieve aanbidding en verbiedt afgoderij

Dit dubbele aspect vonden we ook aan het begin:  Exodus 20:23-24: ‘U mag naast Mij geen goden van zilver maken, en goden van goud mag u ook niet voor uzelf maken. U moet voor Mij een altaar van aarde maken en daarop uw brandoffers en uw dankoffers, uw kleinvee en uw runderen offeren. Op elke plaats waar Ik Mijn Naam zal laten gedenken, zal Ik naar u toe komen en u zegenen.’

Dit gedeelte wordt uitgediept in Deut.7


Het boek van het verbond  In

de tekst zijn de engel en God nauw verweven  Exodus 23:21-23: ‘Wees op uw hoede voor Zijn aangezicht en luister naar Zijn stem. Verbitter Hem niet, want Hij zal uw overtredingen niet vergeven, omdat Mijn Naam in het binnenste van Hem is. Maar als u aandachtig naar Zijn stem luistert en alles doet wat Ik spreken zal, zal Ik de vijand van uw vijanden zijn en de tegenstander van hen die u in het nauw brengen. Mijn Engel zal namelijk vóór u uit gaan en u brengen bij de Amorieten en de Hethieten en de Ferezieten en de Kanaänieten en de Hevieten en de Jebusieten, en Ik zal hen uitroeien.


Het boek van het verbond  Wie

is de ‘engel’? (Hebr. mal’ak = boodschapper)

Lijkt zichtbare belichaming van God zelf  Van God onderscheiden en toch nauw met Hem verbonden  Zie 33:2-3: ‘Ik zal een engel voor uw aangezicht zenden (…) Want Ik zal in uw midden niet optrekken’

Gods tegenwoordigheid in een schijnbaar menselijke gedaante  Hij staat in contact met mensen, in woord of daad


Het boek van het verbond  Wie

is de ‘engel’?

Hij spreekt met het volle gezag van God (v.22)  Vv.20-23 vermeldt eigenschappen die het menselijke overstijgen 

 Zie: Israëls overtredingen vergeven

Kan vijanden angst aanjagen en volk moed geven  Dit werd al voorzegd in Ex.15:14-16 (lied van Mozes)  Rachab getuigt ervan in Joz.2:8-11


Het boek van het verbond 

23:20-33  Zijn

‘mijn schrik’ (v.27b) en ‘engel’ dezelfde?  De engel zal hen in het land brengen en de vijanden verdrijven (v.23)  Dit is ook wat de schrik zal doen (v.27-28)

 ‘Engel’

en ‘schrik’ zijn nauw verbonden met de HEERE zelf  Als de engel spreekt, is het de HEERE zelf (v22, ‘wat Ik zeg’)  Als de schrik hen verdrijft, is het de HEERE die dit doet (vgl. v.27 en v.28-29)


Het boek van het verbond  Meest

bekende echo van Ex.23:20 = Mal.3:1

 ‘Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mij de weg bereiden zal. Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere Die u aan het zoeken bent, de Engel van het verbond, in Wie u uw vreugde vindt. Zie, Hij komt, zegt de HEERE van de legermachten.’ 

Markus 1:1-3 verbindt Mal.3:1 met Jes.40:3  Markus 1:1-3 ‘Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, en De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.’  Merk op: 1e chr in Hd: zijn van “de weg” (zie Hd.9:2)

Jahweh komt tot Zijn volk, naar Zijn belofte  Zie Jesaja 40:3 ‘Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereid de weg van de HEERE, maak recht in de wildernis een gebaande weg voor onze God.’


Het boek van het verbond 

De Exodus = de lijm tussen beide teksten uit Mk.1:2-3  Jezus zal Zijn volk verlossen, naar het model van de Exodus  In Mk. krijgen we Johannes de doper in rol van de engel  Mal.3:1: ‘Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mij de weg bereiden zal. Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere Die u aan het zoeken bent, de Engel van het verbond, in Wie u uw vreugde vindt. Zie, Hij komt, zegt de HEERE van de legermachten.’  Ex.23:20 ‘Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb.’  Jes.40:3 ‘Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereid de weg van de HEERE, maak recht in de wildernis een gebaande weg voor onze God.’  Boodschap van Jes.40 (tot 66): troost, troost mijn volk. (Want Jahweh komt terug tot zijn volk)


Het boek van het verbond 

Achtergrond bij Maleachi  Het volk is weer in het land, 100 j na de ballingschap  Ze zitten in ellende: waar is Jahweh? Nog niet terug in de tempel…  Profeet komt: jullie zijn ontrouw (slechte offers, geen tienden, priesterschap is overspelig en corrupt en leren het woord niet naar waarheid), volharden in ongerechtigheid  daarom ben Ik nog niet terug  Jahweh ZAL komen tot Zijn tempel, maar jullie zijn daar niet klaar voor  zou met oordeel moeten komen  Beter uw handel en wandel  Daarom: eerst zal Zijn engel komen, om Zijn volk klaar te maken  Want onze God is genadig en barmhartig  Niet de Kanaänieten moeten nu vrezen, maar Zijn eigen volk  Want zij leven als de Kanaänieten destijds (‘rovershol’)  De Elia komt: harten terugvoeren naar de vaderen (die wel trouw waren aan Jahweh en Diens torah)


Het boek van het verbond 

Achtergrond bij Jesaja-tekst  Jes.40-66: boek v. vertroosting, Jahweh komt terug tot Zijn volk  volk is in ballingschap, maar Jahweh zal hen (opnieuw) uitleiden  Ook al zijn ze in hun hart nog afgodendienaars  Nieuwe Exodus komt eraan, in 3 fasen  Machtige verlossing, met uitgestrekte arm, uit macht van Babylon (Hij is een machtig krijgsheer)  Woestijnreis – Hij is ook een herdersvorst en zal hen zachtjes leiden  Tot Zichzelf brengen in het land, de stad Jeruzalem, Sion vd HEERE, stad van de grote Koning  Langs ongekende weg zal Hij dit doen  Israël zal weer opstaan en de volken zullen toestromen onder Gods zegen  vernieuwing hele schepping


Het boek van het verbond  Jes.40:3: Israël moet zich voorbereiden op een nieuwe Exodus  Want Jahweh zal Zijn volk verlossen uit de macht van de sterke  Jes.49:25 ‘Maar zo zegt de HEERE: Toch worden de gevangenen aan een sterke ontnomen, en ontkomt de buit van een geweldige. Ik zelf zal strijden tegen uw bestrijders en Ik zelf zal uw zonen redden.’  Mk.3:27 ‘Niemand kan het huis van een sterke binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst de sterke bindt; en dan kan hij zijn huis leegroven.’


Het boek van het verbond  Jes.42:13 ‘De HEERE zal uittrekken als een held. Hij zal de strijdlust opwekken als een strijdbare man, Hij zal juichen, ja, Hij zal het uitschreeuwen, Hij zal Zijn vijanden overweldigen.’  Vgl. Deut.26:8: ‘En de HEERE leidde ons uit Egypte, met een sterke hand, met een uitgestrekte arm, met grote ontzagwekkende daden, met tekenen en met wonderen.’  De HEERE is bij de Exodus de sterkere van Farao  Jes. 40:10 ‘Zie, de Heere HEERE zal komen tegen de sterke, en Zijn arm zal heersen. Zie, Zijn loon heeft Hij bij Zich, Zijn arbeidsloon gaat voor Hem uit.’ (NBG: … zal komen met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen)


Het boek van het verbond 

Maar dit komt er niet in Jesaja…  Het volk vertrouwt het niet, is blind  Gods boodschapper voor de volken faalt  Geestelijke toestand van Israël is niet veranderd

 Jes.42:19 ‘Wie is er zo blind als Mijn dienaar, doof zoals Mijn bode die Ik zend? Wie is blind zoals de volmaakte, blind zoals de knecht van de HEERE?’  Jes.48:4+8b ‘Omdat Ik wist dat u hard bent, uw nek een ijzeren pees is, en uw voorhoofd van brons (...) want Ik wist dat u volkomen trouweloos handelen zou en dat u van de moederschoot af een overtreder wordt genoemd.’


Het boek van het verbond  Na 400 j. stilte spreekt de HEERE weer in Markus:  Jahweh zal komen tot Zijn tempel  Israël moet zijn paden recht maken en klaar zijn voor de komst

 In Mk.1:14: Joh. de doper al in de gevangenis gegooid  De Elia tot waarschuwing (Mk.1:4) verworpen


Het boek van het verbond 

Markus’ evangelie is een verhaal van de ‘nieuwe Exodus’  God zal verlossing brengen voor Zijn volk, uit slavernij  Hij brengt hen in de nieuwe scheppingsrealiteit van het koninkrijk van God

Christus zien we in het NT vaak wel in een rol als de engel uit Exodus  Hij bewaart, leidt, beschermt, onderwijst Gods volk  Hij verslaat hun vijanden, spreekt in Gods naam en moet gehoord en gehoorzaamd worden  Christus gaat door Zijn Geest mee met Gods volk


Het boek van het verbond  De

engel vormt een tastbare tegenwoordigheid van de HEERE

 Vandaag

kunnen we Gods tegenwoordigheid meer dan ooit ervaren  We kregen Gods Geest inwonend, dankzij de Heer


Het boek van het verbond  Zoals

de engel is Christus vandaag nog met Gods

volk  Mattheüs 28:20 ‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.’  Voorzegd in OT:  Ps.34:8 ‘De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen.’

Christus bewaart en beschermt wie bij Hem schuilen  In Zijn tegenwoordigheid zijn we bij God 

 Christus vervult alles: machtig, engel, God in de wolkkolom, de tegenwoordigheid van God boven de ark


Het boek van het verbond 

Merk nog op in Ex.: sterke identificatie tussen engel en wolk  

Grotendeels vervullen ze eenzelfde functie Zichtbare manifestaties van Gods tegenwoordigheid onder het volk  Zie 14:19-20  Zie ook 40:36-38  Hier geen lett vermelding vd engel  De engel zou voorgaan, maar als de wolk zich niet verhief, bleef het volk ter plekke

Vanaf 25:10-22 zien we zelfs een gelijkaardige rol voor de ark  Zie 25:22  Zie ook Nm.10:33-36  De HEERE is niet louter bij hen, Hij is de figuur die het geheel kenmerkt


Het boek van het verbond  23:20-33

 23:30:

‘Ik zal hen geleidelijk vóór u uit verdrijven, totdat u zo in aantal toegenomen bent dat u het land in erfbezit kunt nemen.’ 

In 1:7 zag farao ‘talrijk worden’ (in aantal toenemen) als hét probleem  Hier wordt het zegen

‘het land’: in 23:20 is dit ‘de plaats’  Exodus 23:20 ‘Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb.’


Het boek van het verbond 

23:20-33 

‘de plaats’ doet denken aan bewoordingen vd tempel  Tabernakel en tempel zullen “Gods plaats” zijn 

Zie Ex.15:17:  ‘U zult hen brengen en hen planten op de berg die Uw eigendom is, Uw vaste woonplaats, die U gemaakt hebt, HEERE, het heiligdom, Heere, dat Uw handen gesticht hebben.’  = ‘de plaats, HEERE, die U maakte om er te wonen’

Gods doel: Zijn volk tot zichzelf brengen, naar Zijn woning, om bij hen te wonen Het herstel van God die bij Zijn volk kan wonen, komt herhaaldelijk terug in de Bijbel


Het boek van het verbond 

23:20-33  Vgl. Joh.14:1-4: ‘Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u.’

In de nieuwe schepping wordt dit samenwonen een hoogtepunt van ‘alle nieuwe dingen’ (Opb.21:1-5)  God bij Zijn volk  Zij bij Hem

Dan zal dit land ook het formaat krijgen dat God bedoelde:  Een herenigde hemel en aarde in de nieuwe schepping  zelfs onder Salomo nooit het formaat van 23:31

Daarvoor was Christus nodig


Het boek van het verbond 

23:20-33 

Zo leidt Christus ons als deze engel naar het ware beloofde land  De belofte van land is niet losgelaten, integendeel 

Dit is het land beloofd in het slot van de Openbaring, hij beslaat de hele wereld en de toekomstige

Zo is Christus ons voorgegaan

In Hem is vandaag al zegen, maar die zal dan nog volkomener zijn



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.