IZB | Lichtspoor 5, 2018

Page 1

55ste jaargang | 2018 nummer 5

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 1

29-08-18 14:07


Vreugde Als ouderen in pastorale ontmoetingen vertellen over hun levensloop komen er nogal eens teleurstellingen voorbij. Het leven liep zo anders dan verwacht. U herkent dat misschien wel in uw eigen leven. Na uw huwelijk, na de verhuizing of bij de nieuwe baan, toen de kinderen het huis uitgingen, of toen u met pensioen ging - met veel verwachting was u aan een nieuw hoofdstuk in uw leven begonnen. Maar onverwachte gebeurtenissen gooiden roet in het eten.

bijzonders: de koning heeft het over een vreugde die méér is dan een goede oogst en een rijke wijnopbrengst. Een vreugde die ook bestaat zonder aardse rijkdom. Steeds meer mensen roepen uit teleurstelling: Wie zal ons het goede doen zien? Zoals we in onze tijd soms kunnen horen verzuchten: Waar moet het toch heen met onze wereld? Waar vind je blijvende vreugde? De koning uit deze psalm spreekt zijn onderdanen toe: ‘Wees eens stil voor God, geef je leven in Zijn hand. Vertrouw op Hem.’ Deze koning bidt! Als zijn onderdanen dat ook eerder hadden gedaan hadden ze ontdekt dat God Zijn aangezicht in liefde laat zien. Dat je zelfs echte vreugde kunt kennen als het je in materieel opzicht niet voor de wind gaat.

De dichter van Psalm 4 kan erover meepraten. De regeerperiode van de nieuwe koning leek aanvankelijk veel heil te beloven. Het zag er goed uit: Goede oogsten, rijk wijnopbrengsten, welvaart. Alle reden om te feesten. De mensen vergaten echter dat deze veelbelovende vorst geen garantie zou zijn voor een blijvende vreugde. Ze hadden het kunnen weten. De profeten hadden hun geen toekomstvisie voorgehouden vol rozengeur en maneschijn. Uit hun mond hoorde je niet: ‘Mens durf te leven! Laten we eten, drinken en vrolijk zijn, je leeft toch maar één keer?’

De koning uit deze psalm kan met een gerust hart gaan slapen. Hij kent een vreugde die méér omvat dan een goede oogst, een overvloed aan drank, welvaart en succes. Ga eens na of je dat ook in je leven hebt ontdekt. Dan is Psalm 4 juist een tekst voor teleurgestelde mensen. Als je hooggespannen verwachtingen zijn afgebladderd, als je welvaart wegvalt, je gezondheid wordt afgebroken, als alleen ‘de laatste vijand’ nog overblijft, dan zegt deze psalm: Er is een vreugde die dat alles overstijgt.

Wat God ons wil geven gaat daar ver boven uit, wisten de profeten. Wanneer ons ‘goede leven’ alleen de materialistische kant omvat, blijft dankbaarheid achterwege. Als er geen ruimte is voor geestelijke zegeningen, zoals de vergeving van zonden en de gemeenschap met God, leidt dat tot veel teleurstelling en klagen. Wat is vreugde… zonder dankbaarheid?

In het Nieuwe Testament horen we daar een echo van, in de tekst van Paulus die uitroept: ‘In dit alles zijn wij méér dan overwinnaars.’ Te midden van allerlei teleurstellingen is onze hoogste en blijvende vreugde onze koning: Jezus Christus.

Als in de psalm de hooggespannen verwachtingen uiteindelijk niet uit de verf komen, krijgt de koning daarvan de schuld. Hij wordt zelfs veracht. Hij gaat eronder gebukt. Maar dan volgt in deze psalm iets

Ds. J.H.Gijsbertsen, Voorthuizen

2

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 2

29-08-18 14:07


‘Ik voelde me er meteen thuis en ben altijd gebleven’ In haar tienertijd raakte Leny Lavies in de clinch met de kerk. ‘Maar het geloof heb ik altijd behouden’, zegt ze. Tien jaar geleden nodigde een vrouw uit de buurt haar uit voor de ‘Perron meeting’, een bijeenkomst van een missionaire pioniersgemeente. ‘Ik ben meegegaan en voelde me er meteen thuis. Ik ben altijd gebleven.’

79 jaar is ze, al zou je dat niet zeggen. ‘Onlangs heb ik mijn dochter en schoonzoon eervol ontslag verleend als boodschappenhulp. Ik kan het nu weer zelf redden met mijn rollator. Van november tot april was ik behoorlijk ziek en ben ik heel wat kilo’s kwijtgeraakt, maar dat is gelukkig voorbij. Er is veel voor me gebeden. Ik heb kracht ontvangen om te blijven knokken.’ Ze vertelt over haar jeugd, in Den Haag. Op jonge leeftijd was ze al kritisch op de (rooms-katholieke) kerk van haar ouders. ‘Met een buurmeisje mocht ik mee naar de protestantse zondagsschool. Dat vond ik veel leuker. Daar kreeg je plaatjes mee.’ Aan het eind van haar tienerjaren kwam het tot een breuk met de kerk. ‘Ik was recalcitrant, zeker voor die tijd. Als de pastoor op huisbezoek kwam, ging ik met hem in debat. Mijn vader zat er met grote ogen bij te kijken.’ Waarom mochten priesters niet trouwen en dominees wel? En waarom maakte meneer pastoor steeds opmerkingen over het feit dat Leny enig kind was? Waarom waren de nonnen met hun kledingvoorschriften zo streng voor haar geweest? Fel: ‘Geloof moet je niet koppelen aan dwang. Het was de oorzaak van mijn vertrek uit de kerk, maar gelukkig heb ik het geloof altijd behouden.’

3

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 3

29-08-18 14:07


‘Mijn moeder was altijd een flinke vrouw, maar het verdriet over het sneuvelen van haar negentienjarige zoon in de Tweede Wereldoorlog (mijn broer, met wie ik veertien jaar scheelde), heeft haar destijds zo diep geraakt, dat ze vaak vergat dat ik er ook nog was.’ Door die situatie was Leny al op jonge leeftijd zelfstandig. ‘In latere jaren ging het wel beter met mijn moeder, maar het overlijden van mijn broer heeft ze tot aan haar eigen dood nooit verwerkt.’

‘Het vertrouwen was geschonden. Het was een heftige tijd. Het voelt alsof je tijdens een zware storm langs de vloedlijn loopt. Maar ik heb in mijn leven een uitweg gevonden voor de problemen die op mijn pad kwamen’. Ze vouwt haar handen. ‘Gebed.’ ‘Wat ook helpt’, voegt ze er aan toe, ‘is mijn levensinstelling. Ik probeer tegenslagen altijd om te zetten in iets positiefs. In mijn huwelijk werd ik altijd klein gehouden. “Door je scheiding ben je meer uit de verf gekomen”, zei een collega van me. Dat had-ie goed gezien.’

Na de mulo en een opleiding tot secretaresse ging Leny aan de slag bij een advocatenkantoor. Als je de mensheid beter wil leren kennen, moet je daar gaan werken, zegt ze. ‘Daar sta je echt met twee benen midden in de maatschappij, hoor.’

Ze verhuisde naar een appartement in de nieuwbouwwijk Oosterheem in Zoetermeer, nu 11 jaar geleden, waar ze de weg terugvond naar de kerk; een protestantse pioniersplek. ‘Vriendelijke mensen, een ongedwongen sfeer en een bijbel-uitleg die ik van a tot z begreep. Ik rolde van het een in het ander. Ik ga naar allerlei activiteiten van de kerk: de bijbelkring voor senioren, de vrouwen-ontmoetingsochtenden, de vrijdagse lunchclub, de kring voor ‘groene senioren’ en de tweewekelijkse breiclub. Dan zijn er nog de bijeenkomsten van de zomersenioren en niet te vergeten het kerstfeest van de kerk. Vrijwel iedere zondag ben ik bij de Perron meetings en zo nu en dan ga ik ook naar de gewone kerkdiensten. Door mijn rooms-katholieke achtergrond had ik niet zoveel bijbelkennis, maar inmiddels heb ik heel wat bijgeleerd. De eerste verzen van Psalm 139 bijvoorbeeld, vind ik prachtig. Ik heb al vaak tegen mensen met problemen gezegd: “Ga dat nu gewoon eens lezen… God, die je geschapen heeft, kent je door en door. Dat geeft rust.”’

Tekst en foto: Koos van Noppen.

Op twintigjarige leeftijd verdiende ze al honderd gulden méér dan haar vader, die ambtenaar was op een ministerie. Ze was geknipt voor haar werk; ter zake kundig, stipt en betrouwbaar. Wat haar tijdens het werk ter ore kwam bleef geheim. Kort voordat ze zwanger werd, legde Leny haar werk neer. ‘Zelf had ik als kind weinig aan mijn moeder gehad. Ik wilde er voor mijn dochter zijn. Maar toen die naar de middelbare school ging, kreeg ik toch weer zin om wat te doen.’ Leny pakte de draad weer op en vond opnieuw een baan. In totaal zou ze tot aan haar pensionering 36 jaar in de advocatuur werken. ‘Zeker duizend echtscheidingszaken zag ik als secretaresse voorbijkomen’, vertelt ze. Maar ze had niet kunnen bevroeden ooit zelf nog eens het slachtoffer te worden van zo’n zaak. Ze wees haar man resoluut de deur, nadat hij vreemd was gegaan.

4

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 4

29-08-18 14:07


Een unieke vreugde Bij het ouder worden kan het soms lijken alsof het dagelijks leven vooral bestaat uit moeite en zorg, eenzaamheid, gemis en verdriet. Bepaalde emoties lijken helemaal buiten je bereik geraakt: verwondering, dankbaarheid, en ook: vreugde. Bij dat laatste woord wil ik hier even stilstaan. Kan het zijn dat je vreugde ervaart, ook als het leven zwaar is?

Het is opmerkelijk dat nergens in het evangelie staat dat Jezus gelachen heeft; wél dat Hij gehuild heeft. Bij het graf van Lazarus weende Hij; ook vanwege de weerbarstige houding van de inwoners van Jeruzalem. Maar om daaruit te concluderen dat Hij geen vreugde gekend heeft, klopt echter niet. Hij spreekt namelijk twee keer expliciet over Zijn blijdschap. Zo zegt Hij tegen Zijn leerlingen: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden’ (Joh. 15:11). Verderop bidt Hij tot Zijn Vader: ‘Maar nu kom Ik naar U toe en spreek dit in de wereld, opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben’ (Joh. 17:13). Opvallend is dat Jezus over deze vreugde speekt tijdens de afscheidsgesprekken die direct vooraf gaan aan Zijn kruisiging! De omstandigheden waren dus helemaal niet zo gunstig. Het gaat bij deze vreugde dan ook om een realiteit die dieper steekt dan de blijdschap op het emotionele vlak.

verwant is aan Jezus’ unieke vreugde. Een vreugde die dieper steekt dan emotionele blijdschap, die hun leven overstraalt en lichter maakt en die niemand hen kan afpakken. Dragende kracht Ouder-worden kan zwaar vallen. Je kunt je innerlijk eenzaamheid voelen, je krijgt met lichamelijke gebreken te dealen, je moet voortdurend stappen terug doen, je kunt bang zijn voor afhankelijkheid of opzien tegen de laatste grens. Laten die zorgen ons niet afhouden van de zekerheid dat we door Jezus toegang hebben tot de troon van de genade (Hebr. 4:16) en dat Hij voor ons pleit (Rom. 8:34). Die geloofswetenschap kan een stille vreugde wakker roepen. Een vreugde die dieper steekt dan die donkere randen, omdat ze verbonden is met diepste lagen van onze persoonlijkheid. Een vreugde die nauw verwant is met dragende kracht. Verwondering Mogelijk denkt u: ‘Hoe kan ik delen in die unieke vreugde?’ De eerste stap is ’verwondering’. De vanzelfsprekendheid voorbij dat God ‘natuurlijk’ je Vader is en dat Jezus nabij is. Je dagelijks erover verbazen dat je niet aan je lot bent overgelaten, maar dat Jezus Christus de dragende grond van je leven is. Je telkens weer te binnen brengen hoe rijk je bent in Hem. Bidden om innerlijke ontvankelijkheid daarvoor. De tweede stap is Christus bewust danken voor Wie Hij is en wat Hij voor je betekent. Dit danken kun je het best vormgeven door dankliederen op te zeggen of liever nog (met anderen) te zingen. Zoals Paulus en Silas deden. Zij baden en zongen midden in de nacht in de gevangenis lofzangen voor God (Hand. 16:25). Zo valt er een goddelijke lichtstraal over uw leven en gaat u delen in deze unieke vreugde.

Onafscheidelijk Waar komt deze unieke vreugde uit voort? In de afscheidsgesprekken komt telkens de intieme band tussen Jezus en Zijn Vader naar voren. Zijn vreugde hangt samen met het diepe besef dat Zijn Vader Hem kent en bemint. Hij is de grond van Zijn bestaan. Die geloofswetenschap roept een stille vreugde op die niet verdwijnt ook al wordt hij als een crimineel gearresteerd en gekruisigd. Die vreugde maakt Zijn leven licht. Niet dat het lijden en sterven wel meevallen, maar wél in die zin dat Zijn leven in alles overstraald wordt door de vreugde dat niets of niemand Hem kan scheiden van de liefde van Zijn Vader. Bijzonder dat Jezus Zijn leerlingen laat delen in Zijn unieke vreugde en zelfs zegt dat zij daarin kunnen groeien! De geloofswetenschap dat Hij altijd bij hen is (Matth. 20:28) en dat daarom niets of niemand hen kan scheiden van de liefde van God (Rom. 8:39) roept in hen een stille blijdschap op die

Ds H.G. de Graaff, Nieuwerbrug aan den Rijn

5

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 5

29-08-18 14:07


De dingen van h Aan het eind van het eerste winterseizoen in Asperen, vlak voor Pasen, overleed plotseling ons vierde kind Willemijn, tweeënhalf jaar oud. Ze had al een paar dagen griep. Zondagmorgen vroeg kwam de huisarts nog even voordat ik naar de kerk ging. Er was geen reden om ongerust te zijn. Maar ’s avonds na de avonddienst lag ze rond negen uur ineens dood in haar bedje. Het was niet te bevatten. In een fractie van een seconde gingen alle lampen uit. Wat er op zo’n moment gebeurt, is niet onder woorden te brengen. Je moet het de andere kinderen vertellen, je moet elkaar als ouders steunen. Allerlei mensen lopen door je huis en nemen de leiding over. Het is een komen en gaan. Iemand maakt eten klaar. Aan de tafel zitten zwagers adressen te schrijven, terwijl je zelf een paar stoelen verder aan familieleden en vrienden je ongeloof en pijn probeert over te brengen. We hadden geen ervaring, we maakten veel fouten. Gedachten als: Was ik maar in Laar gebleven! Daar was alles goed. En ook: Had maar beter op haar gelet! Het sloeg natuurlijk nergens op. Volgens de huisarts hadden we het niet voor kunnen zijn. Maak jezelf geen verwijten. Epiglottitis – nog nooit van gehoord – kan zomaar toeslaan. Wat een vreselijk woord. Geen vrede Ds. Wim de Bruijn en zijn vrouw Nel kwamen van Ermelo naar Asperen. In de rouwdienst las hij Genesis 42:6 en Romeinen 8:31. Hij zei onder andere dit: ‘Jakob zei: Alle dingen zijn tegen mij. Hij zei dit in een van de donkerste perioden van zijn leven. Het leven lijkt soms een nachtmerrie. Jakob kijkt naar de dingen. Het is heel menselijk wat hij doet. Als wij naar de dingen kijken, dan komen er duizend vragen. Dan zijn we geneigd terug te grijpen. Als we nu zo... hadden we maar… Paulus zegt: we moeten niet doen als Jakob! Niet alleen naar de dingen kijken, naar de verschrikkingen van het ogenblik. Maar naar…God. Zo God voor ons is… Ook Paulus weet van de dingen af. Hij heeft het er veel over in zijn brieven. Hij heeft juist gezegd: wij weten dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen die God liefhebben. Maar dan staan de dingen niet meer op zichzelf. Dan zijn ze in de handen van God. Maar moeten we hier wel de naam van God noemen? Doet God deze dingen? Hebben we een God die zo maar een jong leven stuk scheurt? Wij schuiven weleens te gemakkelijk deze dingen naar God toe. Wij moeten wel vrede vinden met God, maar we behoeven geen vrede te hebben met die dingen waar God geen vrede mee heeft… We kunnen de troost niet opbouwen vanuit onszelf of vanuit ons kind. Dat moeten we ook nooit proberen. U hebt bij de doop beleden dat we kinderen van de toorn zijn. Maar dezelfde God heeft ook gezegd: Ik wil de Vader zijn voor dit kind. Ik neem het tot mijn kind en mijn erfgenaam. Willemijn had een God die voor ons wil zijn... God in het kruis van Jezus. Hier ligt uw troost en kracht. Dit zijn de geweldige dingen van God... Alles wat God tegen ons

6

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 6

29-08-18 14:07


n het leven en God hebben kan – en dat is zo veel – wil Hij wegschuiven en Hij wil laten zien: Ik ben voor u. God zelf blijft over, de Vader van onze Here Jezus Christus. Wie zal tegen ons zijn?’ Schaduw Twee sterke mannen droegen het kistje voor ons uit naar het kerkhof in de schaduw van de machtige Asperse toren. Als zwart-witfoto’s staan de mensen langs de weg en op het kerkhof, hun gezichten in hun verbijstering en meeleven, op mijn netvlies. Het was een stille ceremonie, ik herinner me niet dat er gezongen werd.

Alles fout ‘Er is gebeld’, zei Cora, ‘door de dochter van iemand hier vlakbij. Haar vader schijnt stervende te zijn. Hij is nog niet zo oud, hij wil dat je langs komt.’ Ik zei: ‘Dan zal hij lang moeten wachten, ik heb zin noch moed. Bovendien heeft die man heel zijn leven de kerk links laten liggen. Als uitslover en wethouder van de PvdA, hij zoekt het nu ook maar zelf uit.’ Maar de volgende dag belde ze weer. En nog eens. Een week later zei ze: ‘Als uw man niet wil komen, ga ik een andere dominee zoeken.’ Toen ben ik er maar heen gelopen. De man bleek opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten, maar hij had al jong met alles gebroken om zich in te gaan zetten voor de idealen van de socialisten, als raadslid en wethouder. Nu liep zijn leven af. Laatste gevecht ‘Fijn dat u even wil komen. U hebt ook veel meegemaakt… Weet u: ik heb in mijn leven alles fout gedaan… hoe kan dat goed komen met God?’ ‘Misschien valt het wel mee’, zei ik. ‘U hebt als wethouder vast ook wel wat goed gedaan.’ Maar daar wilde hij niet van weten. Zonder God ben je uiteindelijk nergens. Ik knapte vreemd op van dit gesprek. Misschien ook omdat ik mijzelf voor het eerst in weken weer eens vanuit de grond van mijn hart hardop hoorde bidden voor een ander. Een paar weken later heb ik hem begraven, gelukkig niet naast Willemijn. Zijn zoon zei op het kerkhof: ‘Pa, je hebt veel gevochten en heel vaak gewonnen, maar dit laatste gevecht heb je verloren.’ Ik luisterde stil, ik dacht: maar juist dit laatste gevecht zou weleens eeuwige winst kunnen zijn.

Uit: Sores en zegen, ds. Piet de Jong, Uitgeverij Boekencentrum Utrecht, 2018.

Op de tweede zondag leidde ik alweer een belijdenisdienst, op Goede Vrijdag vierden we het avondmaal en toen was het Pasen. Ergens heel bizar dat je het Evangelie staat te verkondigen, terwijl alles in je huilde en rafelde. Overigens deden mijn vrouw en ik ons niet sterker voor dan we waren. Op de kansel kon ik het redelijk droog houden, onder de kansel was moeilijker. Ik had totaal geen energie om iets te doen. Ook niet om te bidden. ’s Morgens om half tien zei ik tegen de zon: ‘Van mij mag je weer ondergaan.’ Het donker was me liever. Alles voelde als een donkere schaduw.

7

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 7

29-08-18 14:07


Een liefdeslied voor Christus Ik heb U lief, o mijn beminde, die al mijn vreugd’ en sterkte zijt. Ik heb u lief, o welgezinde, wiens komst ik dag en nacht verbeid. Ik heb U lief, o schoonste licht, glans van Gods aangezicht. Blijf, Heer, mij met uw gunst genegen, dat ik niet weer verdwalen zal; houd Gij mijn voeten op uw wegen, dan brengen zij mij niet ten val. O licht, dat op mijn leven viel, verlicht mij, lijf en ziel. Ik ging verdwaald langs vele wegen, ik zocht U wel, maar vond U niet, Uit het Liedboek voor de Kerken, gezang 430, coupletten 1, 4, 6 en 7. Johann Scheffler, vertaling Ad den Besten

ik ging verblind het duister tegen, ik minde wat de wereld biedt. Nu hebt Gij zo mijn hart gewend, dat ik U heb herkend. Ik heb U lief, o wonderschone, ik heb U lief, Gij zijt mijn God. Ik vraag niet, dat Gij mij zult lonen; ik heb U lief ook in de nood. Ik heb U lief, o schoonste licht, gezegend Aangezicht. Wat een innig lied! Een liefdeslied voor Christus! De dichter bezingt Hem als de hemelse glans, die over zijn leven straalt. Dat is niet altijd zo geweest. Hij dwaalde maar wat rond in zijn leven. Wel op zoek naar God, maar op de verkeerde manier. God Zelf heeft hem in die duisternis opgezocht en het licht van Zijn liefde in Christus over hem laten opgaan. Nu is zijn hart vol van Hem. Tegelijk beseft hij, hoe kwetsbaar dat is. Zomaar kan hij opnieuw aan het dwalen raken en brengen zijn voeten hem weer op wegen bij Christus vandaan. Vandaar zijn nederig gebed, dat Gods genade hem zal blijven beschermen. De dichter was Johann Scheffler, die leefde van 1624 -1677. Hij was arts en schreef veel religieuze poëzie. Later liet hij zich Angelus Silesius noemen, de (hemel)bode uit Silezië. Van hem is de uitspraak: ‘Al zou Christus duizend keer in Bethlehem geboren zijn, maar niet in ons hart, dan waren wij nog verloren’. Maar Christus hebben wij innig lief, juist omdat Hij geboren werd, leed en stierf aan het kruis voor ons! Ds. J. Westland, Putten

IZB Lichtspoor 2018 No.5.indd 8

Lichtspoor verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de IZB, vereniging voor zending in Nederland. Redactie: ds. J.H. Gijsbertsen (voorzitter) M. Verkaik (secretariaat) ds. H.G. de Graaff ds. J. Westland K. van Noppen Redactie-adres: Breestraat 59-61 3818 BH Amersfoort Tel. 033-4611949 E-mail: info@izb.nl Cover foto: Albert Stam, www.albertstam.nl

29-08-18 14:07


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.