13 minute read

Duiken op Noordzeewrakken in België

Next Article
BEFOS-FEBRAS

BEFOS-FEBRAS

De postzakken met vistuig moeten nu nog aan boord geraken.

Het is 18 juni 2021. Wij gaan van start met de 15e expeditie van 'Stichting Duik de Noordzee Schoon' met als doelstelling het schoonmaken van de grote wrakken in België. Er liggen wrakken van 140 meter lang en ze staan rechtop op de zeebodem. Ze zijn voor een groot deel behangen met visnetten en vislijnen in alle soorten en maten. Dat klinkt veelbelovend. De keuze van onze nieuwe bestemming is snel gemaakt.

Advertisement

We zetten koers naar de Birkenfels. Dit blijkt een goede keuze te zijn. Het zicht zo dicht bij het Engelse Kanaal is spectaculair. Er zijn twee grote Duitse vrachtschepen met de naam Birkenfels gezonken in het Belgische deel van de Noordzee op 30 mijl afstand van elkaar en bijna op dezelfde breedtegraad. In 1940 werd de SS Birkenfels aangevallen door de Engelse MTB boten en zonk op de huidige vaarroute naar Antwerpen. Dit schip was 132 meter lang en 17 meter breed en is na de oorlog door bergingsbedrijf Van den Akker opgeblazen en voor het grootste deel geruimd. Hier kan je niet op duiken. Dit blijft toch wel een mooi verhaal. De MV Birkenfels, het wrak waar we op gedoken hebben, is op 7 april 1966 aangevaren in dichte mist door de Duitse MV Marie Luise Bolten. Alle 49 opvarende konden door dit schip worden gered en in Rotterdam aan de wal worden gezet. Dit wrak is 156 meter lang en 18 meter breed en staat 15 meter uit het zand. De bovenkant van de 4 grote laadmasten komen tot 15 meter diepte en zijn volledig begroeid met anemonen en wieren. De lading zit nog voor een deel in de vrachtruimen en bestaat uit de plasticflessen met olie, jeeps, auto's, tractoren, accu's, toiletten en waskommen. Al spoedig begon het grote vrachtschip te zinken om daarna als artificieel rif en kraamkamer een verblijfplaats te worden voor enorm veel zeeleven.

een feest om op de MV Birkenfels te duiken

Met een flinke sprong komen we in de koele Noordzee terecht, altijd een heerlijk moment. We hebben hiernaar verlangd. Als we afdalen, zien we van dit enorme wrak al snel de drie hoge masten van ongeveer 15 meter hoog opdoemen. Hieraan zijn de laadbomen bevestigd, zodat het schip geen havenfaciliteiten nodig had, maar zelf haar lading kon laden en lossen. Het grote hoofddek bevindt zich op 25 meter, zodat we hier met EANx35 in onze dubbel 12-literflessen meer dan een uur kunnen verblijven. Het is een feest om hier te duiken. Grote scholen zeebaarzen, duizenden steenbolken en een enkele kabeljauw zwemmen om ons heen. Op het dek wandelen grote kreeften en krabben. Bijzonder zijn de grote spinkrabben die wij nog niet eerder in de Noordzee hebben waargenomen. Door de klimaatverandering wordt het zeewater warmer en komen er invasieve soorten met het ballastwater mee, waardoor de biotoop in de Noordzee langzaam verandert.

Op dit wrak wordt veel gevist, dat is snel duidelijk. Overal versperren de dunne nylon vislijnen onze route en we moeten constant ons mes gebruiken om de zwemweg veilig te maken. In één van de vrachtruimen ont-

dekken we honderden witte plastic flessen, gevuld met olie, die onder in het laadruim ronddrijven. Deze smerige olie blijkt vaak op de stranden aan te spoelen na stormachtige dagen. Dat geeft ons weer te kennen dat de golven tot deze diepte, 25 meter, komen. We vullen hier een paar postzakken mee. Dat ruimt lekker op! Het aanbod van netten en afval is zo groot dat we twee dagen op de Birkenfels blijven duiken, terwijl de 'Big Bags' aan dek steeds voller worden. Eddy Beerten, onze Belgische duiker, heeft het bijzonder naar zijn zin. Hij wordt glansrijk de nummer 1 met het vullen van de meeste postzakken onder water. Logisch, want hij is voor eigen publiek bezig, dat constant om hem heen blijft zwemmen en ziet dat hun verblijfplaats zienderogen opknapt.

Engelse onderzeeboot

Het wordt tijd om andere wrakken te bezoeken. De MS Tender, ons expeditieschip met kapitein Frank en stuurman Eddy, brengt ons team snel en veilig naar hydrografie wraknummer 2860. Volgens opgave van www.wrecksite.eu moet hier het wrak van de Engelse onderzeeboot de HMS-10 liggen. Het werd gebouwd in Canada in 1915 en deed dienst voor de British Royal Navy. Met haar lengte van 46 meter en een breedte van bijna 5 meter was het destijds een middelgrote onderzeeboot. De bewapening bestond uit acht torpedo's en een dekkanon om oppervlaktedoelen mee uit te schakelen. Tijdens een patrouille is deze onderzeeboot op 19 januari 1918 verloren gegaan. Nu rust dit wrak op 32 meter diepte, omgeven door een veelheid aan zeeleven op de bodem.

We dalen af langs de lijn en zien vanaf 15 meter diepte de grote grijze schaduw langzaam meer vorm en kleur krijgen. De toren is niet meer aanwezig en op de plek waar ze heeft gestaan rest een groot gapend gat. Waarschijnlijk is deze bronzen toren er door een zwaar sleepnet van een sterke viskotter afgetrokken. Het verbaast mij tekens weer hoe goed deze ruim 100 jaar oude onderzeeboten er nog bijliggen. De buitenste huidplaten zijn weggeroest en de afsluiters, leidingen en kabels liggen bloot. Maar de grote cilinder, de drukhuid, is helemaal gaaf en door de cilindrische vorm ook ontzettend sterk. Deze onderzeeboten konden in de Eerste Wereldoorlog dieptes van 50 tot 60 meter halen. Ze voeren boven water en als de vijand naderde, verdwenen ze onder het wateroppervlak waar ze maximaal 60 minuten konden verblijven. Dan was het zuurstofpercentage zover gedaald dat ze moesten bovenkomen. Een bijzonder gevaarlijk moment, omdat ze dan kans liep om ontdekt te worden. Via een snorkel moesten de luchttanks worden gevuld en de compartimenten geventileerd. De kans om het als bemanning te overleven was niet veel meer dan 30%. In de propagenda leek het alsof de meest heldhaftige kerels dit werk zelf uitkozen, maar de realiteit was dat als je uit een arm gezin kwam, je onderaan de ladder stond en gedwongen werd om dit gevaarlijke werk te doen.

Als ik naar binnen kijk, zie ik de bezweette jongemannen, soms niet ouder dan 17 jaar, hard werken voor een karig loon. Met meer dan 30 bemanningsleden in deze kleine cilinder was er totaal geen privacy. De matrozen moesten zelfs hun kooi delen met degene die op wacht moest. Douchen en wassen was haast niet mogelijk en de atmosfeer in de boot was altijd vochtig en klam. Na een paar weken op zee liep iedereen te hoesten en iedereen was brak door het eenzijdige voedsel en gebrek aan frisse buitenlucht. Nu ligt hun laatste rustplaats er vreedzaam bij. Anemonen hebben bezit genomen van bijna ieder stukje scheepshuid en de altijd aanwezige steenbolken hebben hier een veilige schuilplaats gevonden. Grote stukken afge-

Foto's (4): Joost van Uffelen.

De gemonteerde duikflessen staan klaar.

In het Belgische deel van de Noordzee zijn wrakken meer intacter dan in het Nederlands deel.

Heel veel steenbolken op het wrak Birkenfels.

Op de Birkenfels treffen we meerdere grote spinkrabben aan.

Foto's (4): Joost van Uffelen.

Plastic flesjes met olie, die binnenin de Birkenfels tegen het plafond dreven.

Ook in het Belgische deel van de Noordzee is er heel wat vistuig te vinden op de wrakken.

De losgesneden drijvende netten worden aan boord gehaald.

Sorteren van het stinkend vistuig.

scheurd visnet hangen over de voor- en achterkant van dit wrak. In de afgelopen 100 jaar is menige schipper met zijn netten achter dit toen nog onbekende voorwerp blijven hangen. Tegenwoordig staat dit obstakel op de zeebodem vermeld op alle zeekaarten, zodat de schippers er met een boog omheen varen.

Ons team vult acht postzakken met de meest schadelijke netten, het staand want, vislijnen en vislood. Het wrak ziet er na deze clean-up een stuk veiliger uit. We zijn weer een mooie duik rijker.

stinkend afval van de SS Ptarmigan

Het volgende wrak op onze lijst is de SS Katwijk. Tenminste, dat denken wij. De SS Katwijk was een Nederlands vrachtschip van 88 meter lang, geladen met mais. Het lag op 14 april 1915 voor anker te wachten op een loods toen ze werd getorpedeerd door een Duitse U-boot. De 23 opvarenden konden het zinkende schip verlaten met de reddingsboot.

Als we op de bodem aankomen, zien we op 39 meter diepte een enorm puinveld van wrakdelen waar alleen de achterkant van het wrak, een stuk van 10 meter lang, bovenuit steekt. In het midden van dit schrootveld ligt de grote stoomketel met leidingen en pijpen met manometers en afsluiters. Tussen al dit schroot zit verrassend veel zeeleven. Hier maakt de natuur duidelijk gebruik van het onzinnige geweld dat zich boven water afspeelt.

We halen in totaal vier postzakken netten, vislood en vislijnen op en laten ook deze site mooi schoon achter. Als we aan boord zijn en deze duik analyseren, komen een aantal zaken niet overeen met de beschrijving die we van het wrak hebben. Na speurwerk van Erik Bronsveld, onze amateurarcheoloog, blijkt dit wrak de Engelse SS Ptarmigan te zijn die op 15 april 1915, één dag na het zinken van de SS Katwijk op slechts 4 mijl afstand werd getorpedeerd en waarbij acht bemanningsleden het niet overleefden. De gegevens van dit wrak komen beter overeen met de onze waarnemingen onder water en hiermee is er weer een raadsel opgelost. Hopelijk gaan we de volgende expeditie de SS Katwijk vinden.

Inmiddels stapelen de 'Big Bags' met netten, vislijnen en plasticafval zich gestaag op en begint het kwalijk te ruiken op het voordek. Frank, de schipper loopt gekscherend te mopperen dat zijn mooie schip begint te stinken als een oude garnalenkotter. Ja, de Noordzee schoonmaken vraagt offers …

We hebben veel geluk met het weer en het goede onderwaterzicht gedurende deze expeditie. We duiken vanaf een uitstekend schip, waarbij de vier bemanningsleden ons op alle mogelijke manieren ondersteunen. Er is een gezellige gemeenschappelijke ruimte en het eten is goed verzorgd. We hebben veel ruimte aan dek met comfortabele duikbanken en kunnen via een doorlussysteem de duikflessen na de duiken weer snel vullen met allemaal exact hetzelfde EANx35 mengsel. Voor de deco- en veiligheidstops gebruiken we onze stageflessen met daarin EANx50 of 70. Als de duikers met de lift uit het water komen, weten ze precies wat hun taak is.

Voor de veiligheid blijven er altijd een paar in hun duikpak aan dek staan, klaar om in te grijpen als dat nodig mocht zijn. Anderen beginnen met het doorkoppelen van de duiksets om snel te kunnen vullen na de duik. Als de laatste duikers uit het water komen, wordt de

buit met de hijskraan aan boord getakeld. Alles wat nog leeft, wordt uit de netten gehaald en gaat terug het water in. Er worden monsters gesneden uit de geborgen netten en die worden gelabeld en apart gehouden voor onderzoek aan de wal. Als in de haven onderzoekers van de Malacologische Vereniging (NMV – Nederlandse vereniging voor mensen met interesse in schelpen en slakken) zich op deze stinkende netten storten, worden er ieder jaar weer nieuwe soorten voor de Noordzee ontdekt.

vrachtwagens vol netten

We verleggen de koers naar het noorden. Daar komen we iets gunstiger uit met de kenteringen, zodat we drie duiken per dag kunnen maken. Het is belangrijk om dan de duikdieptes niet te overdrijven, omdat wij redelijk (in)spannende duiken maken.

Het wrak van de MS Callisto voldoet helemaal aan deze voorwaarden. Dit immens grote wrak is 146 meter lang en 19 meter breed en staat 8 meter hoog rechtop op de zeebodem. De duikdiepte op het hoofddek is 24 meter. Op 24 februari 1959 was de Callisto in dichte mist vanuit Afrika met 9.600 ton ijzererts op weg naar Rotterdam. Plotseling kwam vanaf stuurboord het Libanese schip Andros Stream uit een mistbank. Het was te laat om de koers te wijzigen. Met een snelheid van 10 knopen boorde het Libanese schip zich met een daverende klap in de zijkant van de MS Callisto. De voor- en achterkant van een vrachtschip zijn het sterkst, maar de zijkant van een groot vrachtruim kan een dergelijke impact niet verdragen en scheurt open. In enkele minuten stroomden er honderdduizenden liters zeewater naar binnen. Het eens zo trotse vrachtschip eindigde op de zeebodem. De 34 bemanningsleden konden het schip met reddingsboten verlaten, maar de Andros Stream bood geen enkele hulp en verdween in de dichte mist.

We duiken hier bij de uitgang van het Engelse Kanaal en zien op korte afstand grote en kleine schepen langsvaren. Het is nu belangrijk om de opstijging te maken via de shotlijn om na de duik niet af te drijven naar deze drukke vaarroute. Wij leggen daarom zware uitzwemlijnen (reels) over het wrak, zodat we de terugweg naar deze veilige opstijglijn altijd terug kunnen vinden. Als ik beneden aankom, zie ik een enorm wrak met een grote scheur aan stuurboordzijde. Duidelijk de oorzaak van de aanvaring in 1959. Grote staalplaten zijn afgescheurd en liggen er gekreukeld bij op de zeebodem.

Dan zien we een grote grijze massa vissen aankomen boven het gapende gat in het wrak. Als de school vissen dichterbij komt, blijken het de zilverkleurige zeebaarzen te zijn. Deze schuchtere vissen vluchten normaal gesproken als ze ook maar even verstoord worden, maar nu cirkelen ze boven ons en het wrak. Klaudie Bartelink en Joost van Uffelen proberen met hun camera's deze unieke ontmoeting vast te leggen. Onze supportduikers gaan ondertussen aan de slag. Hier liggen nog vrachtwagens vol netten waar we nog jaren werk aan zullen hebben. We blijven dit kolossale wrak twee dagen schoonmaken en genieten tussendoor van het prachtige, unieke zeeleven. Het einde van de expeditie nadert en we moeten helaas weer richting haven.

Op zondag 27 juni komen we om 14.00 uur moe, maar voldaan terug in Scheveningen. In totaal hebben wij in 18 duiken 5.000 kilo aan netten, afval en loodblokjes boven wa-

Foto: Joost van Uffelen.

ter gehaald. Wij kunnen terugkijken op een hele succesvolle expeditie met een heel goed duikteam en een fantastisch nieuw duikschip. Wij verlangen nu al naar de volgende expeditie in 2022, waarop we terugkeren naar deze mooie grote wrakken om nog veel meer afval en netten te bergen.

Met iedere duikexpeditie die we ondernemen, wordt onze Noordzee er een stukje schoner op.

Geweldig dat onze sponsors ons steeds het vertrouwen geven om dit mogelijk te maken en dat ons duikteam, bestaande uit ervaren en nieuwe vrijwilligers, zich hiervoor vol passie en enthousiasme blijft inzetten.

BEN STIEFELHAGEN Veel info over de Noordzeewrakken is te vinden in het boek 'Schatten en scheepswrakken' van Dirk & Thomas Termote. In het Belgische deel van de Noordzee liggen veel scheepswrakken waarvan er 277 in dit boek worden beschreven.

Meewerken bij een clean-up of een duikexpeditie

Ben je een goede (Noordzee)wrakduiker en ben je enthousiast geworden door dit verhaal? Neem dan een kijkje op: www.duikdenoordzeeschoon.nl voor de instroomeisen en kijk voor de Maritieme trainingen op: www.getwet.nl.

Hierbij de data van de SDDNZS-activiteiten in 2022 op een rij: • Wrakken in België.

Duikweekeind van vrijdagavond 10 juni tot zondagmiddag 12 juni 2022.

Vertrekhaven Scheveningen of Vlissingen. • Wrakken in België.

Duikweekeind van vrijdagavond 17 juni tot zondagmiddag 19 juni 2022.

Vertrekhaven Scheveningen of Vlissingen. • Wrakken in België en in Oost-Engeland.

De expeditie van vrijdagavond 24 juni tot zondagmiddag 3 juli 2022.

Vanuit Scheveningen vertrekken en terugkomen. • MSZ ZOË afval en richting Doggersbank.

De september expeditie van vrijdag 2 tot zondag 11 september 2022.

Vanuit Lauwersoog vertrekken en terugkomen.

Aan boord komen met een lift is een heuse luxe.

This article is from: