Valfactoren Bij de keuze van valbeveiliging speelt het begrip ‘valfactor’ een belangrijke rol. Het is belangrijk om verbindingsmiddelen en ankerpunten zorgvuldig te kiezen. We onderscheiden vier soorten valfactoren; - Valfactor 2 - Valfactor 1 - Valfactor 0 - Pendule-effect. Valfactor 2 Zit het verankeringspunt onder of op dezelfde hoogte als de voeten van de gebruiker? Dan kan er een valafstand ontstaan van tweemaal de lengte van de vanglijn voordat de valdemper (max. 1,75 m) in werking treedt.
Valfactor 1 Zit het verankeringspunt op ongeveer dezelfde hoogte als het bevestigingspunt van het harnas of daarboven? Dan is er kans op een vrije val. De diepte van die val is gelijk aan de lengte van de vanglijn vóórdat de valdemper in actie komt (max. 1,75 m) om de val te stoppen.
Valfactor 0 Zit het verankeringspunt boven het hoofd van de gebruiker en staat de vanglijn gespannen tussen het ankerpunt en de gebruiker? Dan wordt de vrije valhoogte korter. De maximale valafstand is dan 1,75 m (dit is de maximale lengte van de valdemper).
Valbeveiliging
Pendule-effect De levenslijn is bij voorkeur verticaal boven de werkplek bevestigd. Als dat namelijk niet het geval is, maakt de gebruiker bij een val een pendelbeweging. Hij of zij kan dan tegen van alles aanstoten: wanden, balken, ruiten. Of zelfs de grond raken. Daarom is het belangrijk om vooraf de valweg te bepalen en vast te stellen of de vrije valruimte voldoende is.
Bron: "Miller by Honeywell" en Petzl
www.intersafe.eu
Valbeveiliging
25