9 minute read

Intellectuele eigendomsrechten in de jaarrekening

Intellectuele eigendomsrechten in de jaarrekening

Innovatie en intellectuele eigendom kunnen een zeer belangrijke waarde vertegenwoordigen en zijn zeer belangrijke parameters voor het succes van een onderneming. Desalniettemin wordt er in ondernemingen in vele gevallen te weinig aandacht besteed aan intellectuele eigendomsrechten en dit vaak omwille van een gebrek aan bewustzijn en kennis over deze materie. De bedoeling van deze bijdrage is deze materie beknopt en praktisch toe te lichten.

Advertisement

1. Wat verstaan onder ‘intellectuele eigendomsrechten’?

Zoals aangegeven op de website van de federale overheidsdienst Economie, omvat het begrip “intellectuele eigendom” alle “voortbrengselen van de geest” (FOD Economie, 2021a). Verder wordt aangegeven dat intellectuele eigendom zowel literaire en artistieke eigendom (zijnde het auteursrecht, de naburige rechten en databankenrecht), alsook industriële eigendom omvat. Industriële eigendom heeft betrekking op de bescherming en valorisatie van uitvindingen, innovaties en creaties.

Intellectuele eigendomsrechten geven de houder ervan een tijdelijk exclusief exploitatierecht, geldend voor een bepaald territorium (FOD Economie, 2021a). Ze omvatten, onder andere, octrooien, aanvullende beschermingscertificaten, kwekersrechten, geneesmiddelen, data- en marktexclusiviteit en auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s. Zo zal, bijvoorbeeld, de houder van een uitvindingsoctrooi de enige zijn die de betreffende uitvinding mag exploiteren (bijvoorbeeld door het op de markt brengen van het product dat door het octrooi beschermd wordt).

Bij kmo’s die intellectuele eigendomsrechten bezitten, liggen de gemiddelde opbrengsten per werknemer bijvoorbeeld 68% hoger dan bij kmo’s die niet over intellectuele eigendomsrechten beschikken.

Er bestaan dus verschillende soorten intellectuele eigendomsrechten, die zoals aangegeven door het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) los van elkaar of in combinatie gebruikt kunnen worden (BOIP, 2021). Op hun website verwijzen ze naar een concreet voorbeeld voor een pasjeshouder, waar volgende opties van toepassing kunnen zijn:

• een modelrecht voor het design van de pasjeshouder;

• een octrooirecht voor de techniek waarmee de pasjes in en uit de houder geschoven kunnen worden; en/of

• een merkrecht voor de naam en/of het logo waaronder het product op de markt wordt gebracht.

Intellectuele eigendomsrechten zijn bijgevolg belangrijk voor ondernemingen omdat ze de mogelijkheid geven om belangrijke voordelen te genereren gerelateerd aan eigen origineel werk en bovendien toelaten dit werk adequaat ten gelde te maken (EUIPO en EPO, 2021). Belangrijk om te beseffen is dat intellectuele eigendomsrechten ook onrechtstreeks ten gelde gemaakt kunnen worden, door ze bijvoorbeeld te delen met andere ondernemingen middels een licentieovereenkomst en/of in de vorm van een joint venture (EUIPO en EPO, 2021).

Op basis van het voorgaande, is het duidelijk dat een basiskennis over intellectuele eigendom(srechten) van belang is voor het succes van een onderneming. Zo toont een recente studie van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) en het Europees Octrooibureau (EPO) bij meer dan 127.000 Europese ondernemingen een significant positief verband tussen het bezit van intellectuele eigendomsrechten en ondernemingsprestaties (EUIPO en EPO, 2021)1. Bij kmo’s die intellectuele eigendomsrechten bezitten, liggen de gemiddelde opbrengsten per werknemer bijvoorbeeld 68% hoger dan bij kmo’s die niet over intellectuele eigendomsrechten beschikken. Verder blijkt het bezit van intellectuele eigendomsrechten bij kmo’s eerder de uitzondering dan de regel. Zo bezit minder dan 9% van de beschouwde Europese kmo’s intellectuele eigendomsrechten. Gebrek aan kennis over intellectuele eigendomsrechten, alsook de perceptie dat registratieprocedures complex en duur zijn, zijn enkele redenen die hiervoor aangehaald worden (BOIP, 2021).

In dat opzicht is de website van het BOIP zeker nuttig als aanvulling op de website van de FOD Economie (2021b) omdat er een duidelijk overzicht gegeven wordt van de verschillende soorten intellectuele eigendomsrechten (en een calculator voor de berekening van de kostprijs van een eventuele registratie). Bovendien is op de website van het BOIP, net zoals op de website van de FOD Economie (2021b), een link opgenomen naar de “ideeSCAN” (www.ideescan.be) waar door middel van een online vragenlijst inzicht gegeven wordt in de rechten die van toepassing kunnen zijn op een nieuwe onderneming, een nieuw product of een nieuw idee.

2. Intellectuele eigendomsrechten in de jaarrekening

Op de balans worden intellectuele eigendomsrechten opgenomen onder de rubriek ‘II. Immateriële vaste activa’. Onder immateriële vaste activa moeten immers de ondernemingsmiddelen van onlichamelijke aard worden verstaan die bestemd zijn om duurzaam voor de bedrijfsactiviteit te worden gebruikt, en waaruit naar verwachting toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen vloeien. Intellectuele eigendomsrechten die aan deze voorwaarden voldoen (dit is duurzaam gebruik en verwachte toekomstige economische voordelen), dienen bijgevolg opgenomen te worden onder de immateriële vaste activa.

CBN-advies 2012/13 (CBN, 2012) geeft een duidelijk overzicht van de boekhoudkundige verwerking van immateriële vaste activa (en is dus ook van toepassing op de boekhoudkundige verwerking van intellectuele eigendomsrechten). In wat volgt worden de belangrijkste krijtlijnen opgesomd (gebaseerd op het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (KB/WVV) en CBN-advies 2012/13). Voor meer details verwijzen we naar het KB/WVV en het desbetreffende CBN-advies.

2.1. Waardering op basis van aanschaffingswaarde

Wanneer de intellectuele eigendomsrechten van derden worden verworven, dan wordt hun verwerving boekhoudkundig verwerkt als een gewone verwerving onder bezwarende titel van immateriële vaste activa. Concreet impliceert dit dat indien de eigendomsrechten:

(1) worden aangekocht bij derden, de waardering gebeurt op basis van de aanschaffingsprijs (zijnde de aankoopprijs verhoogd met eventuele bijkomende kosten) (artikel 3:14 KB/WVV);

(2) worden verkregen naar aanleiding van een ruil, de waardering gebeurt op basis van de marktwaarde (op ruildatum) van het (de) in ruil voor dit actief overgedragen actiefbestanddeel (actiefbestanddelen). [Is deze marktwaarde moeilijk vast te stellen, dan betreft het de marktwaarde (op ruildatum) van het door de ruil verkregen actiefbestanddeel.] (artikel 3:14 KB/ WVV);

(3) worden verkregen door inbreng, de waardering gebeurt op basis van de bedongen waarde van de inbreng (artikel 3:17 KB/WVV).

Wanneer de intellectuele eigendomsrechten intern worden ontwikkeld, dan worden ze gewaardeerd op basis van de vervaardigingsprijs (artikel 3:15 KB WVV). De vervaardigingsprijs omvat de rechtstreekse productiekosten, alsook het evenredig deel van de onrechtstreekse productiekosten, voor zover die kosten betrekking hebben op de normale productieperiode. Onrechtstreekse productiekosten hoeven evenwel niet (of kunnen slechts gedeeltelijk) in de vervaardigingsprijs opgenomen worden, maar dit moet dan wel vermeld worden in de toelichting. Let wel, waardering op basis van de vervaardigingsprijs is enkel mogelijk indien deze niet hoger is dan een voorzichtige raming van de gebruikswaarde of van het toekomstig rendement van het desbetreffende actief voor de onderneming (artikel 3:38 KB/WVV).

Artikel 3:16 van het KB/WVV laat toe dat de rente op het vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor de financiering van immateriële vaste activa in de aanschaffingswaarde wordt opgenomen (d.i. de rente voor de periode die bedrijfsklaarheid van het desbetreffende actief voorafgaat). Die keuze moet bij de waarderingsregels in de toelichting worden vermeld.

2.2. Afschrijvingen en waardeverminderingen

Voor immateriële vaste activa (en bijgevolg ook intellectuele eigendomsrechten) met een beperkte gebruiksduur wordt overgegaan tot jaarlijkse afschrijvingen (gebaseerd op de waarschijnlijke economische levensduur) (artikel 3:39 KB/WVV). Hoewel er geen verplichte afschrijvingstermijnen worden opgelegd, kan, voor het berekenen van de afschrijvingen, de economische levensduur nooit de juridische levensduur overschrijden (wat bijvoorbeeld het geval is bij een octrooi dat juridisch beperkt is in de tijd) (CBN-advies 2012/13).

Eigendom geeft bepaalde rechten over materiële dingen. Intellectuele eigendom bestaat uit een geheel van exclusieve rechten, maar dan niet op tastbare zaken, wel op ‘de voortbrengselen van de geest’.

Aanvullende (niet-recurrente) afschrijvingen zijn vereist indien, op balansdatum, blijkt dat de boekwaarde van het immaterieel vast actief de gebruikswaarde overstijgt (artikel 3:39 KB/WVV).

Indien het een immaterieel vast actief betreft met een onbeperkte levensduur (wat impliceert dat zowel de juridische als de economische levensduur onbeperkt is in de tijd), zijn reguliere afschrijvingen niet van toepassing. In dergelijk uitzonderlijk geval wordt overgegaan tot een waardevermindering bij duurzame minderwaarde of ontwaarding (artikel 3:39 KB/WVV). Dergelijke waardevermindering moet later teruggenomen worden in die mate waarin ze op balansdatum hoger is dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling van de minderwaarde waarvoor ze gevormd werd. De Commissie (CBN) is van oordeel dat de kwalificatie van een immaterieel vast actief als actief met een onbeperkte levensduur niet definitief kan zijn. Van zodra de onbeperkte levensduur niet langer van toepassing blijkt, moet de onderneming het actief alsnog afschrijven over de geschatte nog resterende levensduur (CBN-advies 2012/13).

2.3. Herwaarderingen

Omdat intellectuele eigendomsrechten deel uitmaken van de immateriële vaste activa, komen ze niet in aanmerking voor een eventuele herwaardering.

3. Het belang van intellectuele eigendomsrechten op de balans

Om inzicht te krijgen in het belang van intellectuele eigendomsrechten op de balans bij Belgische ondernemingen, geeft tabel 1 een overzicht van het gemiddeld aandeel van immateriële vaste activa (balans – code 21) in het totaal van de activa (balans – code 20/58) (dit is kolom IVA/TA). Daar de immateriële vaste activa ruimer zijn dan louter intellectuele eigendomsrechten (ze omvatten bijvoorbeeld ook goodwill), geeft tabel 1 ook een overzicht van het gemiddeld aandeel van concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten (toelichting – code 211) in het totaal van de activa (balans – code 20/58) (dit is kolom Co/TA). Omdat de nettoboekwaarde van concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten (toelichting – code 211) enkel terug te vinden is in de toelichting bij het volledig schema van de jaarrekening is tabel 1 gebaseerd op Belgische ondernemingen die het volledig schema van de jaarrekening neerleggen (en de vereiste gegevens werden op basis van deze selectiecriteria uit Belfirst geëxporteerd). Omwille van te verwachten sectorverschillen worden de gemiddelden in tabel 1 per sector gerapporteerd, waarbij sectoren gedefinieerd werden op basis van de NACEBEL nomenclatuur.

TABEL 1 – Sectorgemiddelden Immateriële vaste activa en Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten van Belgische ondernemingen (volledig schema van de jaarrekening) 2019 2018 Sector (NACEBEL) IVA/TA Co/TA IVA/TA Co/TA

Volledige tabel: https://amp.issuu.com/visual-stories/1o1XNe9hPA7

Zoals blijkt op basis van tabel 1 is er zeer duidelijk sprake van sectorverschillen (vergelijk bijvoorbeeld de gemiddelden voor sector J (hoogste waarden) met sector T (laagste waarden)). Het is zeer belangrijk te benadrukken dat de gerapporteerde waarden in tabel 1 gemiddelden betreffen. Het gros van de ondernemingen rapporteert immers geen immateriële vaste activa op de balans (wat in lijn ligt met de eerder vermelde bevindingen in de studie van EUIPO en EPO (2021)) en bijgevolg bedragen de mediaanwaarden voor nagenoeg alle sectoren 0%. Derhalve werd ervoor geopteerd om die mediaanwaarden niet mee op te nemen in tabel 1 (daar ze immers nauwelijks extra inzichten zouden opleveren). Verder kunnen we besluiten dat immateriële vaste activa (en derhalve ook concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten) gemiddeld gesproken een zeer gering deel uitmaken van het totaal van de activa.

4. Fiscaliteit - Innovatieaftrek

Verder is het belangrijk de innovatieaftrek te vermelden die 85% van de netto-inkomsten voortvloeiend uit een aantal intellectuele eigendomsrechten vrijstelt van de vennootschapsbelasting. Volgende intellectuele eigendomsrechten komen in aanmerking voor de innovatieaftrek (vanaf het ogenblik van de aanvraag van het desbetreffende intellectuele eigendomsrecht) (FOD Financiën, 2021):

• octrooi,

• aanvullend beschermingscertificaat,

• kwekersrechten,

• auteursrechtelijk beschermde software (dewelke moet voortvloeien uit een onderzoeks- of ontwikkelingsproject),

• weesgeneesmiddelen, en

• data- en/of marktexclusiviteit voor gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen voor menselijk of dierlijk gebruik.

Ook vanuit fiscaal oogpunt is het bijgevolg belangrijk de nodige aandacht te besteden aan een goede bescherming van intellectuele eigendom. Voor meer details verwijzen we naar de website van de federale overheidsdienst Financiën (FOD Financiën, 2021).

iStockphoto.com/gorodenkoff.

5. Referenties

• BOIP (2021). https://www.boip.int/nl/ ondernemers/intellectuele-eigendom, laatst geconsulteerd op 6 april 2021.

• CBN (2012). CBN-advies 2012/13 - De boekhoudkundige verwerking van immateriële vaste activa, beschikbaar op https://www.cbncnc.be/nl/adviezen/de-boekhoudkundige-verwerking-van-immateriele-vaste-activa, laatst geconsulteerd op 6 april 2021.

• EUIPO en EPO (2021). Intellectual property rights and firm performance in the European Union, beschikbaar op https://euipo. europa.eu/tunnel-web/secure/ webdav/guest/document_library/ observatory/documents/reports/ IPContributionStudy/IPR_firm_performance_in_EU/2021_IP_Rights_ and_firm_performance_in_the_ EU_en.pdf, laatst geconsulteerd op 6 april 2021.

• FOD Economie (2021a). https://economie.fgov.be/nl/themas/intellectuele-eigendom/innovatie-en-intellectuele/wat-intellectuele-eigendom, laatst geconsulteerd op 6 april 2021.

• FOD Economie (2021b). https://economie.fgov.be/nl/themas/intellectuele-eigendom, laatst geconsulteerd op 16 april 2021.

• FOD Financiën (2021). https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/ pages/fisconet/document/0761cf604d51-46bd-8901-2559f70a52e6#_ Toc45178354, laatst geconsulteerd op 16 april 2021.

• Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (KB/WVV)

• Louwers, E.-J. (2012). Belang en risico’s intellectueel eigendom te veel onderschat, Het Financiële Dagblad, 1 september 2012.

Tom Van Caneghem

Hoofddocent Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

This article is from: