tfg-magazine-7

Page 1

Nr.7

MAGAZINE

14

Jaar Beleving...

Rabobank Hockey World Cup 2014

Emirates, beleving op grote hoogte

Philips Health Tech Root Cause Analysis FUTUREMAGAZINE NR7

2



Vo o r w o o rd In 2010 brachten we ons eerste Future Magazine uit ter ere van ons tienjarig bestaan en onze net opgerichte Future Foundation, met als doel vooral de promotie van deze twee heuglijke feiten. Niemand had toen al gedacht aan meerdere edities van Future Magazine. Bijzonder om te zien dat Future Magazine is geworden tot een steeds breder en verbindend podium voor iedereen die deel uitmaakt van ons expertisenetwerk: klanten en maten. Wat verbindt ons dan? Wat mij betreft heel simpel: de behoefte aan specialistische ICT-expertise en de wijze waarop we deze kennis op vernieuwende wijze toegankelijk maken, met elkaar delen, uitbouwen en borgen. De kracht van een uniek en goed doordacht concept en het uitdragen hiervan door de juiste beleving hieraan toe te voegen. En natuurlijk gewoon de eigenschap om de beste te willen zijn.

W

ij nemen inspirerende en toonaangevende mensen en bedrijven graag als voorbeeld en daarom leest u in dit Magazine een exclusief interview met luchtvaartmaatschappij Emirates: wat maakt hen zo succesvol? Maar ook laten we Johan Cruijff (de legendarische nummer 14) en hockeyers Ellen Hoog en Wouter Jolie aan het woord over het nastreven van het hoogst haalbare doel en de absolute beleving hierbij. Verder geven wij u een kijkje in onze eigen keuken: wat maakt nu eigenlijk TFG? Waar doen we het allemaal voor? Deze zevende editie van het Future Magazine is tot stand gekomen in het veertiende levensjaar van The Future Group. Het jaar 2014 was in vele opzichten een bewogen jaar. Het economische klimaat in Nederland herstelde zich stukje bij beetje ondanks de toegenomen onrust in de wereld. Met een werkzame beroepsbevolking van 7,2 miljoen Nederlanders in het tweede kwartaal van 2014 zochten nog 1,2 miljoen mensen naar werk en waren er 2,6 miljoen mensen die aangaven niet te kunnen of willen werken. Met dit soort cijfers in je achterhoofd word je nog meer bewust van de kracht van de steeds groter wordende groep zelfstandigen in Nederland. De zzp’er is creatief en vormt een structureel onderdeel van de Nederlandse beroepsbevolking. Daarnaast onderneemt deze groep geheel voor eigen risico en rekening, en levert op zijn manier een meer dan substantiële bijdrage aan onze vaderlandse economie en welvaart. Spijtig genoeg worden er ook mensen noodgedwongen zelfstandig. Vanzelfsprekend en gedeeltelijk terecht werd juist deze kwetsbare groep breed uitgemeten in de media. Maar laat er ook vooral geen onduidelijkheid over ontstaan. Het overgrote deel kiest zelf voor het zelfstandigenbestaan. Deze trend is onomkeerbaar, of zoals prof. Mr. P. F. van der Heijden, hoogleraar internationaal arbeidsrecht, zegt: ‘Flexibilisering is ook een sociaal cultureel fenomeen, dat samenhangt met de individualisering en de behoefte om eigen keuzes te maken.’ In dit magazine onze bijzondere aandacht voor dit maatschappelijke fenomeen waar zowel politiek als bedrijfsleven mee worstelt. Volgens cijfers van het CBS waren er in het vierde kwartaal van 2013 in totaal 314.000 zzp’ers met een hoog opleidingsniveau. Daarmee is deze groep meer dan anderhalf keer zo groot als het totale aantal arbeidskrachten in de landbouwsector en anderhalf keer zo groot als het aantal leerkrachten in het basisonderwijs in ons land. Een aanzienlijk deel van het electoraat dus, omgerekend vijf kamer zetels. Aan onze Politieke ronde tafel hebben Tweede Kamerleden, HR-directeuren en inkopers van grote bedrijven een stoel om samen na te denken over de arbeidsmarkt van de toekomst. Niet voor niets loopt er momenteel, ondersteund door het Ministerie van Financi-

ën, een Interdepartementaal Beleidsonderzoek om de ‘trends en gevolgen’ van de groei van het aantal zzp’ers beter te begrijpen. De afronding van dit onderzoek wordt inmiddels over de verkiezingen heen getild in de strijd om de stem van de zzp-er. Met de ruim veertien jaar ervaring als ondernemerscollectief wil TFG met deze politieke ronde tafel een maatschappelijke bijdrage leveren: politiek en bedrijfsleven dichter bij elkaar brengen. Wij zien in samenwerkingsverbanden van zzp-ers de bedrijven van de toekomst. Deze bedrijven zijn berekend op een nieuwe economie waarin durf, delen en duurzaamheid centraal staan. Dat is precies wat TFG al is: een sterk collectief van bijna tweehonderd in ICT gespecialiseerde ondernemers verdeeld over inmiddels tien maatschappen. Voor de wet is iedere maat bij TFG ook zzp’er. In onze praktijk heeft echter iedere maat via het TFG-maatschapskantoor mensen in dienst. Dit maakt de zelfstandige bij TFG niet bepaald zonder personeel. De Nederlandse economie is toe aan arbeidsmarktvernieuwing ingegeven door individualisering van de arbeidsmarkt. Hier anticiperen we al enige jaren op met TFG door sociaal te innoveren. Wij geloven in een andere, vernieuwende, manier van samenwerken waardoor de kwaliteit van het werk en de arbeidsproductiviteit verbeteren, maar ook leven en werk meer met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Uitgangspunt hierbij is steeds het groter te maken dan het individu zelf. We geven U in dit magazine op verschillende manieren een kijkje in onze keuken. In mijn optiek een unieke vorm van (ver) binding waardoor we het maximale uit het netwerk en elkaar halen. De inhoud en kracht van ons ICT-expertisenetwerk komt misschien nog wel het best tot uiting in de interviews in Future Magazine met ‘externen’. Met een tiental klanten praten wij over de innovatie die zij toepassen in hun vakgebied en de manier waarop zij hun ondernemerschap etaleren. Natuurlijk is de eerste aanleiding om zaken te doen met TFG onze specialistische ICT-expertise, maar nog veel leuker om te zien is de relatie die ontstaat doordat we kennis en contacten met elkaar delen. En bovenal de beleving die daaruit over en weer ontstaat. Zo worden dingen groter dan een persoon of organisatie. Door zaken los te durven laten maak je het geheel groter dan jezelf. Wat vaak begint bij een interimopdracht eindigt met TFG meestal in een duurzame relatie. Succes zit hem in mensen die kunnen overtuigen of zich laten overtuigen en durven te delen. Vanuit die overtuiging delen wij graag onze toekomst met u. Wij wensen u veel leesplezier! Namens het bestuur,

Bart Timmer FUTUREMAGAZINE NR7

3


The Future Group gelooft dat haar organisatie naast haar economische en sociale functie ook een zichtbare maatschappelijke rol moet vervullen. Dit wordt sinds juli 2009 concreet ingevuld door de stichting The Future Foundation. Sinds haar oprichting schonk the Future Foundation al meer dan € 150.000,aan goede doelen.

De jeugd in beweging brengen Met de oprichting van de Cruyff Foundation was Johan Cruijff in Nederland één van de eerste (ex)sporters die zijn naam aan een eigen stichting verbond en hier daadwerkelijk invulling aan wilde geven. Met sport kun je niet vroeg genoeg beginnen. Sport en kinderen zijn daarom de pijlers geworden onder de Johan Cruyff Foundation, in het bijzonder kinderen met een handicap.

Fondsen werven voor speciale onderzoeken KiKa heeft als doel: het werven van fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Daarnaast richt KiKa zich op het geven van voorlichting.

Sport Helpt kinderen aan een glimlach De stichting “Sport Helpt” organiseert droomontmoetingen tussen ernstig zieke kinderen en zijn of haar (Olympische & ex)droomsporter. Ieder kind verdient een lach op zijn of haar gezicht en daarvoor is deze stichting in het leven geroepen.

• 21 juni hockey clinic bij HC Bloemendaal waar The Future Foundation, KiKa en Sport Helpt ondersteunt. • In mei/juni doet The Future Foundation weer mee met de Cruyff Foundation Cup.

Ook mee doen met de Cruyff Foundation Cup of de hockey clinic? Bel met ons op 079 363 2905 of mail naar contact@the-future-group.com 4

FUTUREMAGAZINE NR7


Inhoudsopgave

9

Let’s Celebrate Hockey! De beste twaalf mannen en dames teams streden om de wereldtitel.

24

Philips Healthcare: “We hebben de Root Cause Analysis hier aardig in de vingers.“

50

Emirates “Elke maand groeit het be­ drijf, elke maand vervoeren we weer meer passagiers.”

En verder... 30 Het TFG Collectiviteits-programma: De macht van het getal

52 WoningNet maakt de markt van huurwoningen inzichtelijk

34 AMBER Alert Europe: Een Europees netwerk van kinderalarmen

54 Kopen of verkopen? Dat bepaalt de klant bij Powerhouse zelf

18 Met Trending Technologies problemen voorkomen

36 Nadenken over de arbeidsmarkt van de toekomst aan de Politieke Ronde Tafel

56 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gooit de archieven open

20 Bureau Jeugdzorg Utrecht: één gezin, één plan, één regisseur

40 Energyworx: ‘Geen zorgen over upgrades, aantal licenties of hoeveelheid gebruikte data’

22 TFG Vlag on Tour

42 Wat vinden de maten er eigenlijk van?

60 Casemix specialiseert zich in slimme IT-oplossingen en data-analyse

44 Best Golf: ‘Gastvrijheid, uitmuntende voorzieningen, en authenticiteit’

62 TFG Academy: Kennis delen, kennis zichtbaar maken, klanten bij TFG betrekken

26 Erik van Gemert, Sales manager TFG: ‘Ik wil dynamische meerwaarde leveren’

46 Johan Cruijff: Amsterdam is zijn stad, Barcelona zijn thuis

64 SAS, specialist op het gebied van business analytics software en dienstverlening

28 Omniplan: ‘De consument verlangt nu naar overzicht en inzicht’

50 Emirates: The right service for the right price

6 Operationeel directeur Ruud Verhagen: ‘We maken met recht Maatwerk’ 9 Hockey World Cup 2014 Let’s Celebrate Hockey!

24 Philips Health Tech: ‘Problemen bij de bron aanpakken’

58 Specialized maakt fietsen: mooie fietsen, snelle fietsen, uitstekende fietsen

FUTUREMAGAZINE NR7

5


‘Mijn belangrijkste taak als Operationeel Directeur is het matchen van sales en recruitment. Zorgen dat we de juiste opdrachten binnenhalen.’

6

FUTUREMAGAZINE NR7


Operationeel directeur Ruud Verhagen:

‘We maken met recht W

anneer je als buitenstaander op de burelen van The Future Group rondloopt

valt op dat het er best gemoedelijk aan toe gaat. Je wordt vriendelijk ontvangen en degene met wie je een afspraak hebt laat nooit lang op zich wachten. Toch gebeurt er heel veel: er wordt gebeld, met elkaar gesproken – je mag het ook vergaderen noemen – mensen lopen heen en weer en het pand in en uit, er wordt hard gewerkt. Maar je hoort nooit iemand zeggen dat ze het druk hebben. Misschien is dat analoog aan het horeca-adagium ‘nooit hollen!’: de klant mag niet merken dat het druk is of dat er iets misgaat. Het kan ook zijn dat de organisatie zo goed is dat alles gesmeerd loopt.

Iemand die het gezien het aantal mensen dat hij aanstuurt en de groei die TFG doormaakt wel druk móet hebben, is Operationeel Directeur Ruud Verhagen. Toch neemt hij ruim tijd voor een interview over zijn rol binnen The Future Group en wat hem drijft. Dat hij daarbij veel met zijn handen praat en zo nu en dan van de hak op de tak springt heeft niets met stress of drukte te maken: Ruud is nu eenmaal een energiek type dat vol passie praat over wat hij leuk vindt, en dat is onder andere zijn werk.

De taken van de Operationeel Directeur ‘Ik ben bij The Future Group in oktober 2012 begonnen als maatschapmanager van de maatschappen Demand

Maatwerk’ en FACT. Als maatschapmanager ben je het aanspreekpunt van de maten, je zorgt ervoor dat alles op rolletjes verloopt in de maatschap en je bent de verbindende factor tussen ‘jouw’ maten, backoffice en de directie. Blijkbaar waren ze tevreden over mij: het aantal maatschappen dat onder mij kwam te vallen breidde zich uit, en ze vroegen me Operationeel Directeur te worden. Dat ben ik inmiddels ruim een jaar en ik heb het uitstekend naar mijn zin. Mijn belangrijkste taak als Operationeel Directeur is het matchen van sales en recruitment. Zorgen dat we de juiste opdrachten binnenhalen en dat daar de juiste maten op komen te zitten, ik ben dus heel druk met sales bezig. Daarnaast zie ik het als mijn verantwoording dat het systeem, het platform waarmee we nu binnenshuis werken veel flexibeler wordt; de infrastructuur is nu nog niet hightech, en dat moet ze wel worden. Over zeg maar anderhalf jaar moet iedere maat op zijn tablet alles over TFG eenvoudig op kunnen halen. Denk aan urenverantwoording, alle informatie over de afzonderlijke maten, misschien automatisch tweeten. Nu is alles nog wel persoonlijk te behappen, maar omdat we gaan groeien moeten we bepaalde zaken gaan automatiseren. Verder valt het contact met de accountant onder de Operationeel Directeur en het personeelsbeleid. Heel belangrijk vind ik dat TFG naast een commercieel netwerk ook een expertisenetwerk is. Om die expertise zichtbaar te maken en onze eigen kennis te vergroten, hebben we de TFG Academy opgezet. Daar wil ik graag in een ander gesprek met je op terugkomen (pagina 63).

De Operationeel Directeur is ook voorzitter van de Raad van Maten, het gremium waarin maten en directie met elkaar sparren. Afgelopen jaar is uit dat overleg onder andere de Startersguide gekomen, een brochure waarin beginnende maten kunnen lezen wat de visie van TFG is, wat TFG voor de maten doet en wat er van hen wordt verwacht. Daarin staat ook wat we voor voordelen uit onze schaalgrootte kunnen halen, het TFG Collectiviteitsprogramma, niet alleen voor beginnende maten handig, maar ook voor hen die al langer deel uitmaken van TFG.’

Volle dagen ‘Wil je echt weten hoe mijn dag eruitziet? Elke dag is anders, en dat maakt het ook zo leuk. Vanmorgen ben ik bij een grote klant langsgegaan om te praten over hun resource management. Ik moet eerlijk zijn: eigenlijk had ik deze afspraak niet zelf gepland, maar ben ik in de plaats gegaan van een zieke collega. Het was wel heel nuttig, want die klant is een overheidsorganisatie en er gaat daar veel veranderen. Zo word ik daarover uit de eerste hand geïnformeerd. Nu dit interview met jou, daarna nog wat taken op kantoor. En vanavond heb ik een maatschapsmeeting, want naast operationeel directeur ben ik ook nog steeds maatschapmanager van een aantal maatschappen. Druk? Nou, wel erg volle dagen, maar al die afspraken en contacten geven mij energie in plaats van dat ze me energie kosten, zo leuk vind ik het allemaal! Deze dag is absoluut geen uitzondering. Ik maak veel uren, maar heb ook nog tijd voor heel veel hobby’s. En mijn relatie heeft er gelukkig ook niet onder te lijden.’

FUTUREMAGAZINE NR7

7


Meerwaarde voor de klant Het mooie aan The Future Group vind ik dat we alles samen creëren. Er bestaat geen hiërarchie tussen maten en directie. Dat vereist wel een heel goede, tranparante communicatie. Het moet een win-winsituatie zijn: wat goed is voor de maten is goed voor TFG. TFG heeft behoefte aan goede maten, de maten hebben behoefte aan goede ondersteuning. Dat blijft zoeken naar de juiste aanpak, want alles kan altijd beter. We creëren waarde, niet alleen financieel, ook als kennisnetwerk en als het goed is ook op maatschappelijk gebied. Zoiets kan alleen maar als je het met zijn allen doet, dan pas ontwikkel je de optimale situatie. Heel belangrijk vind ik de kennisdeling en kennisborging binnen de maatschappen, maar ook de grenzen van de maatschappen overschrijdend. Daarmee creëer je meerwaarde voor de klant. Door meer aan presales te doen, bevorder je die meerwaarde ook. Ik wil de maten meenemen in dat presalesproject, en gelukkig vinden zij dat zelf ook belangrijk. Het levert misschien niet direct geld op, maar het betaalt zich later dubbel en dwars uit. Want je bouwt je netwerk uit, en dat is niet alleen voor jouzelf als maat belangrijk maar ook voor de andere maten en het bedrijf TFG. We weten dat we anders zijn dan de rest en moeten daarom de markt ook anders benaderen. Dit is daar een van de manieren voor, we maken met recht maatwerk.’ Zijn we er al? Nee, dat heb ik al gezegd. Het kan altijd beter, bijvoorbeeld ons eigen interne platform en de communicatie tussen de maten onderling. Maar we hebben inmiddels een matendiner om dat te bevorderen en je ziet steeds meer dat maten uit verschillende maatschappen met elkaar gaan samenwerken om zo verschillende problemen bij een klant vanuit TFG te kunnen tackelen. Daar werken we ook actief aan mee met bijvoorbeeld de Kennisdagen. Met de TFG Academy zijn we erg goed bezig, maar ook daar zit nog groei in. Wat echt al goed werkt is het maat-voor-maatprogramma. Maten regelen via hun eigen netwerk projecten voor andere maten. Daar zit echt groei in. Via een app moet het heel eenvoudig worden om de juiste maat voor een

8

FUTUREMAGAZINE NR7

‘De toekomst ziet er mooi uit. Er komt steeds meer vraag naar specialistische IT’ers.’ bepaald project te vinden en ik denk dat we binnenkort vijfentwintig procent van de opdrachten op die manier kunnen binnenhalen en “invullen”.

‘Tot mijn pensioen blijven klinkt wat raar hè?’ ‘De toekomst ziet er mooi uit. Er komt steeds meer vraag naar specialistische IT’ers. En die kunnen wij leveren. Wat mijn eigen toekomst betreft: ik wil dat er meer maatschapmanagers komen, zodat ik dat niet meer allemaal zelf hoef te doen. Ik wil wel betrokken blijven bij de maatschappen, maar dan vooral om het contact met de maten te behouden en coachend te kunnen zijn naar de maatschapmanagers.

Ik hoef niet bij elke meeting bij te zijn. Zo hoop ik ook de valkuil te vermijden dat ik alles altijd zelf wil doen. Daarnaast wil ik me inzetten voor duurzaamheid en de organisatie zo stroomlijnen dat TFG nog unieker wordt. Ik wil iets neerzetten dat als ik wegga en over een jaar of vijf eens terugkom, ik kan zien dat de organisatie er nog steeds zo staat als ik die heb achtergelaten. Maar ik wil nog minstens tien jaar blijven hoor, en dan heeft TFG zeshonderd maten. Eigenlijk wil ik gewoon tot mijn pensioen blijven, maar dat klinkt wat raar hè, in deze tijd als je werkt voor zo’n progressief denkend bedrijf. En druk? Nee hoor, niet als je dingen doet waarin je gelooft en die je leuk vindt.’


Rabobank Hockey World Cup 2014 Let’s Celebrate Hockey!

D

en Haag was afgelopen jaar twee weken lang de hockeyhoofdstad van de wereld. Van 31 mei tot en met 15 juni be-

wezen de organisatoren van de Rabobank Hockey World Cup 2014 dat een WK Hockey meer is dan het spelen van wat wedstrijden. De beste twaalf teams bij zowel de vrouwen als de mannen streden om de wereldtitel. Meer dan 300 spelers, in totaal 76 wedstrijden op het hoogste niveau. Het centraal gelegen Kyocera Stadion, thuisbasis van ADO Den Haag, vormde het hart van alle activiteiten. Rondom de beide speellocaties werden de bezoekers vermaakt in het Hockey Park. Zowel op als buiten de velden werd het voor iedereen een bijzonder feest. ‘Let’s Celebrate Hockey!’ luidde de slogan van het WK. Dat hebben de meer dan 200.000 toeschouwers en de vele miljoenen

die het toernooi volgden via de media geweten: wat een sfeer en wat een beleving, bij spelers en iedereen die erbij aanwezig was! Supporters met toeters en bellen zingend op de tribunes, blije gezichten en respect voor alle landen die deelnamen. Goed weer, tophockey, de vaste tune tijdens de wedstrijden ‘When I Met You In The Summer …’, uitstekende prestaties van Oranje (goud voor de vrouwen, zilver voor de mannen). De muziekoptredens, activiteiten voor de kinderen en culinaire verrassingen op het Hockey Park. Alle extra evene¬menten zoals het

Jeugd World Hockey Festival, trainerscursussen en interessante seminars. Het was een sportfestijn, volgens voorzitter Leandro Negre van de internationale hockeyfederatie FIH, het beste evenement ooit in de historie van de bond. Voor Heleen Welschen-van Rooij, de 67-jarige voorzitter van het organisatiecomité hoefde er geen einde aan te komen: ‘Het is jammer, want zo’n feest zou nog best wel een poosje mogen duren.’ Een evenement waar Nederland trots op mag zijn. The Future Group gelooft als organisatie zeer sterk in hoe men-

sen iets beleven. Niet alleen in hoe iemand de dienstverlening van TFG ervaart, maar ook in hoe bezoekers een sfeervol evenement als de Rabobank Hockey World Cup beleven. En hoe was het voor de deelnemers? Dat laatste hebben we voorgelegd aan twee hockeyers die op het WK topprestaties hebben geleverd: TFG, Pascal de Koning, sprak met Ellen Hoog en Wouter Jolie, respectievelijk winnaars van een gouden en een zilveren medaille. Hoe hebben zij het toernooi ervaren? Wat is hun achtergrond? En wat kunnen ondernemers leren van dit succesvolle evenement dat door iedereen zo intensief beleefd werd? Twee keer veertien – nee, toch vijftien - vragen aan twee gedreven sporters.

••

FUTUREMAGAZINE NR7

9


Ellen Hoog:

Bitchfight?

‘Het is echt alleen maar leuk bij ons! Factsheet Ellen Hoog Geboren 26 maart 1986 in Bloemendaal

Het WK 2014, wat een ongekend succesvol toernooi qua beleving! Hoe hebben jullie dit ervaren?

Debuut In Nederlandse elftal op 17-jarige leeftijd

Beroep Hockey professional

Huidige club Amsterdamsche Hockey & Bandy Club (AH&BC)

Betrokken bij KiKa kinderen kankervrij

FACTS 187 wedstrijden in Nationale Team, 49 goals 2x Olympisch Goud (Beijing 2008, Londen 2012) 2x Wereld Kampioen (Madrid 2006, Den Haag 2014) 3x Europees Kampioen (Dublin 2005, Amstelveen 2009, Mönchengladbach 2011)

2x Nederlands Kampioen (2009 & 2013 met AH&BC (Amsterdamsche Hockey & Bandy Club)

1x World Hockey League Champion (Argentinië 2013) Genomineerd “world wide talent of the year” (2005 & 2008) Genomineerd best player of the world” (2013) Best player of the tournament (WK 2014)

Social Facebook: 164.000 likes

Twitter: 28.000 volgers

Instagram: 43.000 volgers

Website:

ellenhoog.com

Het was echt een hele bijzondere ervaring, het Kyocera stadion voelde als ons huis. Dat bepaalde deels zeker de kracht van ons team, maar dat mag ook wel met 15.000 Oranjesupporters. Een onvergetelijke ervaring die de rest van mijn leven in mijn geheugen gegrift zal blijven. Dat gevoel begon al voor de start van het toernooi. Echt een van de mooiste toernooien die we hebben gehad. Als we over de middenlijn kwamen ging het publiek helemaal los. Daar kregen we zoveel energie van.

Wat maakte dit toernooi anders dan de andere toernooien? Waar zitten de USP’s qua organisatie? Voor het WK leefde het al, de KNHB maakte veel reclame. Het was enorm groots neergezet, in een voetbalstadion, het hele dorp eromheen, iedereen die er was, mijn vrienden en familie, de sfeer. Het was niet alleen maar een wedstrijdje kijken, er zat zo veel omheen. De KNHB heeft daar heel goed over nagedacht. Alle eer naar de organisatie! Bij ons lag alle focus op het team, op het hockey.

Je wordt wereldkampioen, wat doet dat met je? Ik krijg deze vraag vaak. Het

10

FUTUREMAGAZINE NR7

blijft altijd bijzonder, iedere keer weer! Vier jaar geleden hebben we de finale verloren en we moesten die titel weer terugwinnen - in eigen land. Vier jaar leef je naar de volgende WK toe. Een nieuw team, nieuwe begeleiding. Ieder team heeft weer een eigen verhaal. Na de Olympische Spelen in Londen ben je er twee jaar naar toe aan het trainen en dat levert veel heftige momenten op; het is zwaar, en er komen momenten voorbij dat je denkt ‘waar doe ik het allemaal voor?’ Je leeft met een team naar een toernooi toe, maakt heel veel mee en als het dan lukt is dat een ongelooflijke beloning en ontlading, helemaal hier in eigen land. Fantastisch! Vanzelfsprekend? Ik dacht het niet, je traint er keihard voor, zes dagen per week, twee keer per dag, je hebt de druk van het favoriet zijn. Als je dan uiteindelijk wint is dat zo ongelooflijk mooi.

Hoe uniek was het team waar je goud mee won op het WK? Kan dit team nog lang door? Ik heb nog nooit twee toernooien achter elkaar met hetzelfde team gespeeld. Er gebeurt altijd wel iets. Mensen die stoppen, een nieuwe coach, mensen die geblesseerd raken. We zijn nu met eenendertig meiden aan het trainen. Soms wel lastig hoor, je maakt met een team dingen mee en dan moeten er toch meiden uit die groep afvallen. De


No way!

“Zeventien van de achttien spelers van het WK in 2014 zijn er nog.”

Nou ja, bijna altijd. coach bepaalt dat. Ik maak dat al tien jaar mee, ik weet niet beter inmiddels. We gaan het weer zien nu.

Nieuwe coach, andere doelen? Max Caldas, onze vorige coach, is nu de coach van het herenteam. Sjoerd Marijne is onze nieuwe coach. Best lastig voor hem dat hij die gouden erfenis meekrijgt, maar de doelstellingen blijven hetzelfde: de top bereiken, het beste hockey spelen,

aanvallend en creatief spelen. Ik ken Sjoerd nog niet goed, het zal aanpassen zijn voor alle partijen. Zeventien van de achttien spelers van het WK in 2014 zijn er nog. Sjoerd traint wel anders, en hij heeft een iets andere visie die toch dicht bij die van Max Caldas ligt. De zwakke punten zijn geanalyseerd en worden verbeterd. Lastig om er nu al iets over te zeggen, maar ons eerste toetsmoment ligt in november als we de Champions Trophy hebben gespeeld (op het

moment van schrijven van dit stuk moet deze nog worden gespeeld). Onder Max trainden we op Papendal en onder Sjoerd in Amsterdam, maar dat maakt mij niets uit.

Hoogtepunt en dieptepunt in je carrière? Dat is lastig, ik heb zoveel mooie momenten meegemaakt. Londen 2012 was zeker een hoogtepunt. Tien maanden daarvoor was ik uit de selectie gezet door de coach en ik heb

me keihard moeten terugknokken. Londen was mijn beloning voor heel hard werken. Het team was ook heel hecht, fantastisch. We hebben heel veel lol gehad, en het was mijn tweede gouden medaille. Peking was ook top, maar Londen heb ik bewuster meegemaakt. Het WK 2014 was zeker ook een hoogtepunt. Dieptepunten? We hebben een jaar geleden een slecht EK gespeeld. We werden daar derde, ondanks hard getraind te hebben. Uiteindelijk heeft dat dieptepunt wel bijgedragen aan een betere toekomst. Er moesten zaken veranderen. Ik ben ook niet iemand die in een dieptepunt blijft hangen, zie snel weer de positieve elementen ervan in. Het afvallen voor de selectie voor de Champions Trophy was zeker een dieptepunt. Dat heeft mij geraakt, maar het heeft mij ook weer tot het uiterste gedreven. Juist daardoor heb ik een hele goede Olympische Spelen gespeeld. Ik heb het beste weer uit mijzelf weten te halen door alle punten te verbeteren.

FUTUREMAGAZINE NR7

11


Ik heb eigenlijk gewoon heel veel mooie dingen meegemaakt.

Waarom is Nederland zo sterk als hockeyland? Vanaf de jeugd hebben we in Nederland een hele goede begeleiding, de trainers zijn heel goed geschoold. Er komen veel buitenlandse spelers naar Nederland. Zo spelen er op dit moment vier spelers van het Australische nationale team in de Nederlandse competitie. Die willen leren, goed trainen, op hoog niveau competitie spelen, ervaring opdoen. De faciliteiten bij de clubs zijn ook heel erg goed. Bijna alle clubs hebben alleen nog maar watervelden, niemand speelt nog op gras. Je hebt snelle velden en dus een hoog tempo met veel techniek in

12

FUTUREMAGAZINE NR7

het spel. Bijna alle verenigingen hebben een mooi clubhuis, goed eten, douches, zaken die ze in het buitenland vaak minder goed hebben geregeld. In Nederland leeft hockey echt heel erg. Hockey en het financiĂŤle model. Hoe ziet het model eruit en wat vind jij ervan? Moet het anders of is het goed zo? NOC*NSF geeft mij een soort van beurs aanvullend op mijn inkomsten bij de club. Verdien je meer dan de regels van het NOC*NSF dan word je gekort op deze beurs. Het is niet te vergelijken met andere sporten. Ik mag niet klagen, maar je moet er wel iets naast doen. Er zijn manieren om bij te verdienen: via onder andere sponsoring en clinics. Hockey is een teamsport,

het team wordt vaak gesponsord, zoals Adidas dat bijvoorbeeld doet en niet de individuele sporter. Als je commercieel ingesteld bent, kun je meer verdienen. De mix van inkomsten maakt het prima. Bij de mannen wordt meer geld verdiend. Het herenteam komt vaker op tv, daar gaat meer aandacht naartoe. Ze verdienen daardoor meer, er gaat meer sponsorgeld heen. Dat is nu eenmaal zo, en dat is ook prima. Kun je professioneel hockey spelen in combinatie met een fulltime baan? Eigenlijk niet. Ik speel fulltime hockey en ben gestopt met mijn studie voor de Olympische Spelen in Londen. We zaten toen vijf dagen intern en het viel niet te

combineren. Veel overdag met de club, veel intern. Ik doe er wel dingen naast, want ik ben niet zo van het thuiszitten. Ben een actief type, veel bezig met heel veel dingen. Dat is mijn eigen keuze. We moeten veel blijven trainen om de concurrentie voor te blijven. Zaterdag ben ik vrij, de overige zes dagen speel ik en train ik twee keer op een dag. Heftig, maar wel heel leuk. Ik ga het ook steeds leuker vinden, ik geniet ervan! Voor je werk op het veld lekker hockeyen, hoe mooi is dat!

Hoe vaak word je gevraagd om clinics te verzorgen of andere dingen te doen voor clubs en bedrijfsleven? Dat verschilt heel erg. In oktober had ik drie clinics staan, en dan


is er weer een periode waarin het rustig is, dat bepaal ik zelf. In de aanloop naar een toernooi doe ik niets. Alle focus ligt dan op hockey.

Vroeger was hockey een sport voor de elite, inmiddels voor iedereen? Hockey lijkt steeds toegankelijker te worden. Zeker na het WK in Den Haag, waar ook veel niet-hockeyers op af zijn gekomen. De kinderen op school delen ervaringen, zien het opeens veel op televisie en worden enthousiast. Het is niet meer zo’n kaksport als vroeger misschien. Het spel zelf is zeker geen kaksport. Het is wel een bepaalde laag uit de bevolking die naar het hockey komt. De mensen zijn netjes. Op het WK viel het wel mee, daar ging het los. Dat is wel iets anders, die show eromheen. Dat was niet echt typisch zoals we het gewend zijn bij hockey. Maar het wordt steeds losser. De jaarcontributie voor je lidmaatschap bij hockey is misschien veel geld, zeker als je dan ook nog sticks en kleding moet kopen voor meerdere kinderen in een gezin. Clubs hebben veel kosten, dat is de reden van de hoge contributie. Als je dan ook nog eens kinderen hebt zoals ik vroeger was, slordig, die steeds weer sticks kwijtraakte zodat mijn ouders weer nieuwe moesten kopen… Ik heb twee broers, allebei ouder dan ik, die ook hockeyden. Ik leende wel eens de stick van mijn oudere broer als ik er weer een kwijt was of de mijne kapot was.

Waar ben je als je niet in Nederland bent en niet aan het hockeyen? Meestal hebben wij maar twee weken vrij. Dan ga ik bij voorkeur naar Italië. Een prachtig land. Afgelopen zomer kwam het zo uit met het WK dat we viereneenhalve week vrij waren. Ik ben toen een maand in de USA geweest, naar de westkust - een fantastisch land, dat was echt heel mooi.

Volgers op Twitter, Facebook en Instagram. Vind je dat belangrijk? Ik heb veel volgers op de social media. Na de Olympische Spelen in Londen ontplofte mijn Facebook. Toen had ik wel een moment dat ik vond dat ik daar professioneler mee om moest leren gaan. Ik denk er nu bijvoorbeeld langer over na voor ik een bericht post. Als mijn bericht veel wordt geliket, bereik ik zomaar een miljoen mensen. Daar moet ik dus wel over nadenken en er goed mee omgaan. Maar als ik met vriendinnen uit eten ga of op vakantie ben in de USA, zet ik dat gewoon op de social media. Vind ik leuk om te laten zien. Na de Olympische Spelen kreeg ik ook veel buitenlandse volgers, dus nu post ik ook veel in het Engels. Uiteindelijk kun je er ook wel iets mee bereiken. We spreken er ook wel over met het team. Op Instagram volgen heel veel jonge meisjes mij die zelf hockeyen. Die vinden het leuk dat ik hen op de hoogte houd, en ik vind het zelf ook geweldig.

Wat doe jij over tien jaar? En waar staat het hockey in Nederland over tien jaar? Ik ben over tien jaar zeker gestopt met hockey. Ik ben niet zo’n vooruitplanner, maar natuurlijk ben ik er wel een beetje mee bezig, af en toe. Ik wil wel beperkt actief blijven in de hockeywereld. Als manager bij een jeugdteam bijvoorbeeld, in een rol tussen de begeleiding en het team zelf. Bedrijfspresentaties vind ik leuk om te doen, misschien ligt daar mijn toekomst. Of productioneel werk bij een mediabedrijf. Er zijn genoeg dingen die ik leuk vind, maar ik heb nog geen plan de campagne. Hockey gaat de komende tien jaar nog zeker groeien. De sport zal toegankelijker worden voor iedereen. Welke vraag ben ik vergeten te stellen? Ik krijg bijna ieder interview wel de vraag:’Je hebt al zoveel gewonnen, wat drijft jou nog om

weer voor de volgende titel te gaan?’ Nu ook weer, en ik vind dat geen goede vraag. Wij werken iedere keer weer keihard voor iedere titel, zes dagen per week, en zetten daar heel veel voor aan de kant. Kijk naar het WK dat we wonnen en de ontlading daarna: niets is vanzelfsprekend en iedere titel is weer even uniek en bijzonder. Niemand vraagt ooit hoe je het hele jaar met achttien vrouwen zonder ruzie door kunt komen, zonder haat en nijd. Hoe gaat het in een vrouwenteam met achttien vrouwen? Het is echt alleen maar leuk bij ons! Nou ja, bijna altijd. Ha, we hebben het met elkaar eigenlijk alleen maar over die lastige coach,

nooit over teamgenoten en de onderlinge relaties en verhoudingen. Natuurlijk hebben we wel eens lastige periodes. Maar je wordt uitgedaagd om elkaar feedback te geven, verplicht, negatieve en positieve dingen. We moeten open communiceren met elkaar, elkaar aanpakken, in de wedstrijd hard, daarbuiten echt heel goed, we hebben nooit echt ruzie. Dat is uniek. Er is bij ons nooit een bitchfight en dat is echt heel bijzonder! Die dolgelukkige spelers met blije gezichten na de overwinning op het WK, dat is dus allemaal echt. We zijn een ontzettend leuk team met elkaar. Dat is het antwoord op de vraag die nooit gesteld wordt, maar die wel de kern van ons team raakt.

Hockeyclinic TFG organiseert in 2015 in samenwerking met Ellen Hoog & Wouter Jolie een hockeyclinic voor de kinderen van TFG-rela“Duis arcu tortor, suscipit ties. Deze clinic vindt plaats op 21 juni op Hockeyclub Bloeeget, imperdiet mendaal. Naast Ellen & Wouter zullen nec, er dezeimperdag ook andere hockeyinternationals aanwezig zijn. Meer info via backoffice@ diet iaculis, ipsum.” the-future-group.com. De hockeyclinic komt mede tot stand dankzij de Future Foundation, de stichting van The Future Group die op deze dag extra aandacht zal besteden aan KiKa en Sport Helpt.

FUTUREMAGAZINE NR7

13


Wouter Jolie: ‘Hockey is echt de van Nederland’ Het WK 2014, wat een ongekend succesvol toernooi qua beleving! Hoe hebben jullie dit ervaren?

Factsheet

Zelf ben ik met mijn ouders naar het WK geweest in 1998, ik was toen twaalf. Dat heeft ongelooflijk veel indruk op mij gemaakt. Zestien jaar later mag je het zelf doen, sta je daar zelf als speler. Een fantastische ervaring. De deelname aan de Olympische Spelen was onvergetelijk, maar een WK in eigen land is toch anders: alles oranje, iedereen staat achter je, veel aandacht van de pers, iedereen kent je. Op de Olympische Spelen zijn er zesentwintig sporten, niet alleen hockey, dat maakt het mooi maar heel anders dan een WK Hockey met alle focus op die ene sport, in Nederland! We liepen door Den Haag op een vrije dag: mensen zaten toeterend in auto’s, een unieke ervaring.

Wouter Jolie Geboren 7 juli 1985 in Naarden

Debuut

Nederlandse elftal in 2006

Beroep

M&A consultant bij Rembrandt Fusies en Overnames

Huidige club

HC Bloemendaal

Betrokken bij Sport Helpt

FACTS 157 interlands in het Nationale Team FIH All Star Team 2011

1x Zilver Olympische Spelen 2012, Zilver WK 2014, Brons WK 2010, Goud EK 2007, Zilver EK 2011, Brons EK 2009 en 2013, Goud Hockey World League 2014, Zilver Champions Trophy 2012, 10 jaar Bloemendaal heren 1, aanvoerder sinds 2012, Elftal van het jaar 2014, 5x Landskampioen (2006, 2007, 2008, 2009 en 2010), 3x Europees Kampioen (2006, 2009, 2013). Deelname Hockey India League 2013 voor de UttarPradesh Wizards.

Social Website: www.thundersports.nl

14

FUTUREMAGAZINE NR7

Twitter: 2770 volgers

Instagram: 1563 volgers

Wat maakte dit toernooi anders dan de andere toernooien? Waar zitten de USP’s qua organisatie? De Hockeybond heeft diverse elementen toegevoegd. Een dagkaart met meerdere wedstrijden en de beleving voor de hele dag, niet alleen de 2-3 uur dat je er normaal bent voor één wedstrijd. Een land dat centraal staat op een dag: op de Spaanse dag lekker paella & tapas eten, muziek van het land dat centraal staat, maar ook informatie over hoe tomaten groeien op een steenworp afstand in het Westland. Ook waren de spelers zeer benaderbaar tijdens het toernooi: voor de wedstrijd liepen we door het dorp, er waren

geen achteringangen, op de foto met kinderen en ouders, veel handtekeningen geven, erg leuk om te doen. We werden tweede, je zou mokkende gezichten verwachten na afloop, maar we zagen tweeduizend juichende mensen in de hal waar we het publiek kwamen bedanken. Maar ook bij de huldiging van Australië was het publiek dolenthousiast, terwijl het ook zo had kunnen zijn dat de tomaten uit de Westlandse kassen naar het team zouden worden gegooid. Respect voor ieder team was er, dat maakte het nog meer bijzonder, zo hoort het te zijn! Je wordt geen wereld­kampioen maar tweede, wat doet dat met je? Nederland was zeker kanshebber, niet de grote favoriet. Dat was Australië. De prijzen worden eigenlijk altijd verdeeld tussen Duitsland, Australië en Nederland. België en Engeland schurken daar tegenaan, maar Australië en Duitsland pakken de afgelopen jaren de grote prijzen. Tijdens de Hockey World League hebben we twee keer van Australië gewonnen. Ook van Duitsland hebben we wel eens gewonnen. We speelden prima, wonnen van Duitsland en ook van Engeland in de halve finale. Dan begint de finale waar Australië een doelsaldo heeft van dertig voor en twee tegen, overduidelijk de favoriet. Met een hele goede dag zouden we een kans maken. Helaas hadden we een off day, bij Australië lukte alles. We zijn terecht als nummer twee geëindigd. Dat deed wel pijn.


leukste sport

Hoe uniek was het team waar je zilver mee won op het WK? Kan dit team nog lang door? Het is een goede kern van jongens die 25-26 zijn met daaromheen een schil van mensen met veel ervaring. Dat is een hele mooie samenstelling voor een groep die over twee jaar op de Olympische Spelen in Rio wil spelen. De jonge jongens moeten aanhaken, de oudere groep zal hun ervaring moeten delen. De komende vier jaar staat er een sterk team. Australië en Duitsland hebben dat overigens ook. We zullen niet als het damesteam van Nederland favoriet

zijn, maar we zijn zeker kanshebber voor belangrijke titels.

Nieuwe coach, andere doelen? Max Caldas, voormalig coach van het dameshockeyteam, is nu de nieuwe coach van het herenhockeyteam. Goud in Rio is doel nummer één. Onder de vorige coach zijn we op alle toernooien tweede geworden, behalve op de Hockey World League waar we eerste werden. Deze coach eist van ons dat we meer aanwezig zijn, frequenter bij elkaar zijn. Caldas eist 100% commitment en dus meer opof-

feringen. In de praktijk betekent dit twee jaar lang iedere maandag en dinsdag op Papendal zitten. De Hoofdklassecompetitie (bij de club) is in Nederland ook belangrijk, de clubs betalen de spelers en de internationals kunnen nu dus niet meedoen op de maandag en dinsdag bij de training van hun eigen club. Dat is altijd een strijd tussen de clubs en de bond. De bond heeft in dat opzicht twee petten op. Het belang van de Hoofdklasse met de clubs van de spelers (Bloemendaal in mijn geval) versus de belangen van het Nationale Team. In veel landen is

alleen het Nationale Team van belang, in Nederland niet.

Hoogtepunt en dieptepunt in je carrière? Hoogtepunten waren de Olympische finale en de titels die ik heb gewonnen met Bloemendaal. Het is inmiddels mijn tiende seizoen voor Bloemendaal, waar ik nu voor het derde seizoen aanvoerder ben. Ik heb daar acht prijzen gewonnen: drie keer de Europese titel, vijf keer de nationale titel. De halve finale van de WK in Londen waar we met 9-2 van Engeland wonnen was voor mij ook een hoogtepunt.

FUTUREMAGAZINE NR7

15


Het thuisspelende land voor eigen publiek zo verslaan was heel bijzonder. Dieptepunt: de WK-finale 2014, vernederend, 6-1 voor eigen publiek waar je alles voor hebt gelaten. Dat kwam hard aan bij mij en het team.

Waarom is Nederland sterk als hockeyland?

zo

Nederland heeft veruit de meeste hockeyers, 239.000 in totaal. De Duitse bond heeft iets meer dan 80.000 leden en de Australische 90.000. Technisch zijn we in Nederland zeer sterk. We beginnen vroeg met hockey, al op zesjarige leeftijd vaak. In Nederland beginnen we al snel op clubniveau met trainen, terwijl men in veel andere landen de eerste vaak cruciale jaren de sport alleen op school beoefent. Nederland is daarnaast klein, we kunnen daardoor makkelijk veel bij elkaar komen om te trainen. Dat is in Duitsland en Australië wezenlijk anders. Verder hebben we een goed sponsorbeleid in Nederland - met Rabobank en ABN AMRO als grootste sponsors - waardoor we goede budgetten hebben en we ook goede trainers kunnen inzetten en behouden.

Hockey en het financiële model. Hoe ziet het model eruit en wat vind jij ervan? Moet het anders of is het goed zo? Als international kun je prima leven van hockey. Een spaarpot zal het je echter niet opleveren. We hebben het niet slecht, maar veel geld verdien je er niet mee. De Hockey India League (één keer per jaar een maand lang spelen in India als international) is lucratief voor deelnemers. Als je stopt met spelen als professional moet je wel iets anders hebben om daarna te gaan doen. Internationals krijgen het meest betaald, zijn het gezicht van de club, hebben soms de A-status bij NOC*NSF, wat een extra vergoeding oplevert. Daarnaast hebben de meeste internationals een contract met een stick- of schoenensponsor. In vergelijking met andere sporten

16

FUTUREMAGAZINE NR7

als voetbal verdien je niet veel, maar dat is logisch. Er zijn bijvoorbeeld veel meer mensen die naar voetbal kijken. Met vijftigduizend mensen die naar Ajax gaan, krijg je een heel ander verdienmodel. Er komen duizend tot drieduizend mensen bij hockey naar een wedstrijd in de Hoofdklasse kijken. Je moet vooral liefhebber zijn van de sport, het een eer vinden voor je land te mogen spelen, het leuk vinden de hele wereld over te reizen met een leuke groep van hockeyers, de leukste dingen meemaken. Dat is een erg mooi onderdeel van mijn leven, al twaalf jaar lang. Het is een heel leuk leven met veel erkenning. Het zorgt voor bewustzijn, het is niet alleen het geld waar je het voor doet. Er is zoveel meer dan dat. We hebben niets te klagen. Kun je professioneel hockey spelen in combinatie met een fulltime baan? Als je in het Nederlands elftal speelt, kun je het eigenlijk niet combineren. Als international ben je al twee hele dagen aan het trainen, de Hoofdklasse vraagt naast de wedstrijden ook nog eens drie avonden plus de donderdagmiddag van je agenda. Erg lastig dus. Hoe vaak word je gevraagd om clinics te verzorgen of andere dingen te doen voor clubs en bedrijfsleven? Gedurende grote toernooien ben je interessant voor media en sponsors. Ik doe ongeveer tien keer per jaar een hockeyclinic en vijf presentaties per jaar aan business clubs of bedrijven. Vroeger was hockey een sport voor de elite, inmiddels voor iedereen? Hockey is geen elitesport, de sport is voor een grote groep toegankelijk. Wel zijn het denk ik op sommige clubs nog steeds de ‘betere’ families die hockey spelen. Met een lidmaatschap van 400 euro per jaar per kind en dan nog de aanschaf van de spullen ben je al snel veel geld kwijt. Na het WK van 1998 groei-

de het aantal leden van 100.000 naar nu bijna 240.000. De bond is druk bezig om een betere doorsnee van de samenleving actief aan het hockeyen te krijgen. Waar ben je als je niet in Nederland bent en niet aan het hockeyen? Met mijn vriendin lekker op vakantie. We zijn afgelopen zomer een maand in Mozambique en Zuid-Afrika geweest. Daarnaast vinden we skiën erg leuk. Dat doen we overigens alleen in de rustige tijden van het jaar om te voorkomen dat iemand mij van de piste afskiet en ik niet meer inzetbaar ben op het veld. Volgers op Twitter, Facebook en Instagram. Vind je dat belangrijk? Het zijn leuke media om te laten zien waar je mee bezig bent. Je bent een voorbeeld, je deelt wat je aan het doen bent. Je mag het naar mijn mening niet verplichten of eisen van een speler. Veel kinderen vinden het leuk om te zien hoe mijn week eruitziet. Een aantal collega-hockeyers nut het commercieel goed uit. Ik vind het wel leuk om te laten zien dat ik aan de Icebucket Challenge heb meegedaan of te laten zien dat ik met een andere international onderweg ben naar een belangrijke wedstrijd. Ik heb geen bepaalde structuur om mijzelf neer te zetten. Wat wel leuk is dat ik veel volgers uit India heb. Komt vooral door de India League waarin ik heb gespeeld. Ik krijg per dag nog steeds minimaal tien verzoeken uit India: continu berichten, ‘Hello Jolie, how are you doing…’, zo leuk! Zodra ik één seconde online ben, regent het berichten binnen vanuit India, erg grappig. Wat doe jij over tien jaar? En waar staat het hockey in Nederland over tien jaar? Hockey blijft groeien, is echt de leukste sport van Nederland. Het is een zeer sociale sport. Met teamgenoten hockeyen is gewoon leuk. Hockey blijft hopelijk de Olympische status hou-

den. Men denkt na over 5 tegen 5 spelen als Olympische sport: kleiner, sneller, aantrekkelijker, misschien kortere periodes spelen tegen elkaar. Er wordt over veel nagedacht. Over tien jaar ben ik 39 en nog steeds actief in de hockeysport; ik ken die wereld goed en vind


het denk ik wel leuk om daarin betrokken te blijven. Daarnaast ben ik hopelijk partner bij Rembrandt Fusies & Overnames waar ik nu werk. Een heel leuk bedrijf dat bedrijven begeleidt bij de koop en verkoop van hun onderneming.

Welke vraag ben ik vergeten te stellen? Ik vind het leuk om nog iets te vertellen over de stichting Sport Helpt, een fantastisch goed doel waar ik ambassadeur van mag zijn. “Sport Helpt organiseert droomontmoetingen tussen ernstig zieke

kinderen en zijn of haar (Olympische & ex)droomsporter.” Ieder kind verdient een lach op zijn of haar gezicht en daarvoor is deze stichting in het leven geroepen door twee goede vrienden en teamgenoten van mij, Rogier Hofman en Tim Jenniskens. Kijk vooral eens op hun site: www.sporthelpt.nl.

FUTUREMAGAZINE NR7

17


Met Trending Technologies problemen voorkomen waarvan de klant niet eens vermoedt dat ze zouden kunnen ontstaan.

D

anny van IJzendoorn was van 2007 tot en met 2013 actief als operationeel directeur bij The Future Group, nu is hij er Managing Partner. Hij is ook als aandeelhouder verbonden aan TFG. Op het maat-

schapskantoor in het TFG House te Zoetermeer hebben we een gesprek met hem over het investeren in nieuwe activiteiten, verbreding, verdieping, kennisaanbod en de kracht van autonome groei. Als Managing Partner is van IJzendoorn verantwoordelijk voor het starten van nieuwe maatschappen en het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden.

‘Deze ruimte is eigenlijk heel erg TFG’, zegt Van IJzendoorn. ‘Er kunnen zo’n twintig man in en dat is precies groot genoeg voor de maatschapmeetings die elke maatschap van TFG een keer of acht per jaar heeft. We geven hier ook trainingen aan maten en klanten. En we organiseren hier de Open Space Sessies, waarin klanten vrijblijvend kunnen sparren met een aantal specialisten over een probleem dat zich bij hen voordoet. Groter moet niet, deze ruimte dwingt je tot actief luisteren, meedenken en meepraten: je moet meedoen.’

Nieuwe markten, nieuwe technologieën ‘De kracht van TFG zit in de maten en het concept eromheen. We hebben dat in de afgelopen jaren steeds verder uitgewerkt en opgetuigd. We zijn op vele vlakken gegroeid. Bij groei hoort voor ons ook verbreding en verdieping. Voor TFG is het een logische stap aanpalende IT-vakgebieden op te pakken. We spelen in op relevante markt‑ ontwikkelingen. De kunst is om deze ontwikkelingen om te zetten in het business- en kennismodel van TFG. Een mooi

18

FUTUREMAGAZINE NR7

voorbeeld is de explosieve toename van de nieuwe generatie gebruikers van tablets en smartphones. Het is nog knap lastig om aansluiting te vinden op het juiste gedeelte van de nieuwe kennis- en waardeketen.’ ‘The Future Group investeert de komende jaren significant in nieuwe activiteiten en technologie. We zijn gestart op de gebieden van Mobile, Security en Cloud big data. Nieuwe markten, nieuwe technologieën vergen een andere opstart. Het is nog niet eens complexer maar eerder intensiever. Dit geldt voor TFG, onze maten, maar ook voor onze opdrachtgevers. Inzetten en toepassen van nieuwe technologie impliceert, of zou moeten impliceren, een business improvement en/of concurrentievoordeel. Hier ligt onze kracht! Het niet alleen kunnen inzetten en toepassen van nieuwe technologieën, maar ook het meedenken over de toegevoegde waarde ervan.’

Sterker gewor teld, groei in de breedte en diepte ‘In de basis zijn we een beta-gedreven kennisorganisatie, en dat zullen we ook blijven. Als je ziet welke maatschappen er

in de loop der jaren bij zijn gekomen, hebben we ons in de breedte ontwikkeld: meer specialisten op meer vakgebieden. Maar we zijn ook sterker geworteld en gegroeid in de diepte. De nadruk is komen te liggen op de waarde van elke afzonderlijke maat binnen het sterke kader dat TFG biedt, zowel binnen het bedrijf als naar de klanten. Dat mag je de beleving noemen die is toegevoegd. Die verdieping zie je ook in het contact met de klant. ‘De klant vraagt inmiddels vaak meer dan alleen maar een oplossing voor een probleem, is helemaal niet meer zo gericht op de technologie als vroeger.’ Ze willen dat we meedenken om problemen te voorkomen, liefst ver voordat ze überhaupt hebben bedacht dat er zich wel eens een probleem zou kunnen gaan voordoen.’ ‘In onze nieuwe maatschap Trending Technologies (opgericht januari 2014) focussen we ons heel sterk op dat laatste aspect. Technologische ontwikkelingen gaan erg snel en we willen bedrijven vanuit onze kennis begeleiden op hun customer journey. Ze hebben bijvoorbeeld een systeem staan met allemaal data,

maar weten niet meer hoe al die inhoud ontsloten kan worden. Vanuit Trending Technologies kunnen wij daarmee helpen. Hetzelfde geldt voor veiligheid: hoe zorg je ervoor dat de gegevens alleen door de juiste mensen opvraagbaar zijn en hoe borg je de privacy? Eigenlijk is er maar één manier voor om absoluut zeker te zijn, namelijk niet met een computer werken. Maar dat gaat niet meer. Dan moet je keuzes maken. Want ergens in de wereld zit altijd wel een creatief brein dat je systeem weet binnen te dringen. Voor met name overheidsinstellingen, banken en verzekeringsmaatschappijen is security natuurlijk extreem belangrijk. Een deel van hun bedrijfsmodel is dat zij garant staan voor “vertrouwen”. Deze partijen zullen veel geld uittrekken om zowel individuele creativiteit als georganiseerde misdaad voor te zijn. Voor andere bedrijven is de kans om gehackt te worden en de impact daarvan gewoon kleiner. Moet je dan ook zoveel geld uitgeven om ervoor te zorgen dat je IT-omgeving op het hoogste niveau veilig is? Voor een hele dure designerfiets koop je een


‘Moet je dan ook zoveel geld uitgeven om ervoor te zorgen dat je IT-omgeving op het hoogste niveau veilig is?’

paar hele dure, zogenaamd onkraakbare sloten, maar voor je tweedehands stadsfietsje is een klein ringslot en een kettingslot misschien wel genoeg. Met dat soort beslissingen kunnen wij klanten ook helpen: wij weten wat er mogelijk is, kunnen de vertaalslag maken hoe hoog de risico’s zijn, en samen besluiten we wat noodzakelijk is. Het mooie van de maatschap Trending Technologies is dat er zo veel mogelijk is, dat er zo veel nieuwe technologie en toepassingen worden bedacht waar we mee aan de slag kunnen en

moeten. Dat is heel uitdagend en trekt nieuwe, jonge maten binnen TFG. Het vereist ook een andere benadering van de klant: we gaan kijken welke nieuwe ontwikkelingen voor welke klanten van belang kunnen zijn. En misschien doen we dan heel veel moeite voor niets, omdat zo’n bedrijf er (nog) niet klaar voor is, maar dat is ondernemen! Maar vergis je niet hoor, de klant weet en kan vaak meer dan ze zelf denken. En ook dat gaan we naar boven halen!’

Nieuwe maatschappen Vanuit bestaande maatschap-

pen ontstaan nieuwe maatschappen. Die vorm van autonome groei zit in ons DNA. Inmiddels is na tien maanden het eerste concrete succes vanuit Trending Technologies alweer een feit. Vanaf januari 2015 wordt het vakgebied security bestreken door een eigen maatschap. Het starten van TFG Security betekent een logische aanvulling op het inhoudelijke TFG-dienstenpakket en -expertisenetwerk. De groeistrategie van TFG is erop gericht om door diversificatie van maatschappen voorop te blijven lopen in technologie waarvoor we onze be-

staande klanten optimaal blijven bedienen. De hiermee gepaard gaande toenemende schaalvoordelen en commerciële slagkracht zijn prettige bijkomstige gevolgen. Ik wil in dit interview niet te ver vooruitlopen of voorspellingen doen, maar het heeft er alle schijn van dat wij voor de zomer van 2015 nog een nieuwe maatschap mogen verwelkomen binnen de TFG-familie. Anno 2015 zal TFG bestaan uit twaalf bedrijven (maatschappen) met een gezamenlijke omzet van 22 miljoen Euro.’

FUTUREMAGAZINE NR7

19


Bureau Jeugdzorg Utrecht:

vlnr: Quiryn Springeling, Gerhard Stuurman, Sijta de Vries

Op 1 januari 2015 hebben de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg overgenomen van de provincies en het Rijk. Het kabinet wil zo een effectiever, samenhangender en goedkoper stelsel van jeugdzorg verwezenlijken, dat dichter bij de mensen staat. TFG-maat John van der Stap helpt Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) bij deze grote transitie. 20

FUTUREMAGAZINE NR7


1

gezin, plan, regisseur

We melden ons half oktober met procesanalist John van der Stap bij het kantoor van Bureau Jeugdzorg Utrecht op de Nijenoord in Utrecht, de voorbereiding op de overgang van Rijk en provincie naar de gemeenten is nog in volle gang. Meestal werkt John op een andere locatie van BJU, maar we hebben hier afgesproken met drie mensen met wie hij nauw samenwerkt bij deze opdracht. Terwijl wij wachten in een vergaderruimte, druppelen uit verschillende hoeken van het gebouw projectleider Sijta de Vries, projectleider Primaire Processen en teammanager Meld- en Crisispunt Gerhard Stuurman en adjudant programmamanager van het programma Informatie & Infrastructuur Quirijn Springeling binnen. Voordat we met het interview kunnen beginnen, gaat er een minuut of tien voorbij omdat de vier gegevens over verschillende afspraken met elkaar moeten kortsluiten. De transitie blijkt heel veel tijd van de toch al drukke medewerkers van BJU in beslag te nemen.

SAVE: SAmenwerken aan Veiligheid ‘We gaan vanaf januari echt heel anders werken bij de BJU, de transitie heeft voor alle medewerkers heel veel voeten in de aarde. Zowel voor de mensen in het veld als voor de mensen op kantoor’, zegt Sijta de Vries. ‘Van inwoners wordt verwacht dat zij veel meer op eigen kracht hun problemen oplossen. Wij van jeugdzorg moeten daarvoor meer zichtbaar zijn in de buurt, zodat mensen ons ook kunnen vinden. De doelstelling is dat de hulpverlening zo efficiënt mogelijk wordt. Hulp moet

integraal gegeven worden met een betere samenwerking rondom gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur. Bij Bureau Jeugdzorg Utrecht doen we dat aan de hand van de benaderingswijze SAVE: SAmenwerken aan VEiligheid. Alles wordt hierop ingericht. Dit vereist een andere manier van denken dan we gewend zijn en een andere procesinrichting van onze organisatie. Binnen de organisatie ontbrak een deel van de proceskennis om dit voor elkaar te krijgen en daarom hebben we John gevraagd ons te helpen.’ Gerhard en Quirijn vullen aan: ‘Vroeger werd er gedacht vanuit de keten, vanuit de medewerkers. Nu stellen we het gezin centraal. We hebben onszelf een beetje opnieuw moeten uitvinden en daar is hulp bij nodig.’ ‘En we hebben de hele ondersteunende organisatie aan moeten pakken, ook de ICT. Daar ben ik als programmamanager I & I heel druk mee, om de wensen en eisen die SAVE stelt te vertalen naar de ondersteuning waarmee medewerkers als vanzelf de SAVE-gedachte zullen toepassen. We hebben wat schuttinkjes moeten slopen…’. ‘Je moet anders gaan denken, echt vanuit het idee van wat de medewerker in het veld tegen kan komen.’

Afstand tot de materie ‘Ik heb geprobeerd mensen los te weken uit de waan van de dag’, zegt John, ‘er werd onvoldoende procesmatig gedacht.’ ‘Dat klopt’, valt Sijta hem bij: ‘We hebben heel wat sessies met elkaar gehad van november tot april om iedereen op een lijn te krijgen, termen te benoemen, ervoor te zorgen dat iedereen

het over hetzelfde had. John kon als buitenstaander met afstand tot de materie iedereen goed bevragen. Je ziet nu de werkprocessen veranderen, de medewerkers willen het nu ook echt. John heeft het opgezet, de organisatie moet dat nu overnemen en beheren. Er zijn flinke stappen gezet, maar we hebben het wel over een continu proces dat je moet blijven monitoren en onderhouden.’ De transitie van de zorg naar de gemeenten is veelomvattend en intensief, maar Bureau Jeugdzorg Utrecht is er klaar voor om met SAVE de problemen het hoofd te bieden. Klaar ermee zullen ze nooit zijn, alle medewerkers zijn veel te bevlogen om hun klanten in de kou te laten staan. Ze realiseren zich dat er zich heus nog wel problemen zullen voordoen, maar zijn ervan overtuigd die op eigen kracht – en de kracht van de cliënt – op te kunnen lossen.

‘Er zijn flinke stappen gezet, maar we hebben het wel over een continu proces dat je moet blijven monitoren en onderhouden.’ FUTUREMAGAZINE NR7

21


TFG Vlag on Tour Lorenzo, Kim, Yvonne en Pascal de Koning,

The Future Group Vlag on Tour volgt TFG-ers die naar een voor hen bijzondere bestemming gaan in het buitenland. Sommige TFG-ers doen projecten in het buitenland, vaak langdurig en enerverend van aard, veel energie kostend. Werk en privé moeten in balans zijn. Om goed te blijven presteren worden er ook hele mooie reizen gemaakt voor maximale ontspanning. Aan de TFG-ers is gevraagd de TFG vlag mee te nemen naar locaties die er voor hen toe doen, waar een verhaal aan vastzit.

Medeoprichter The Future Group Waar is de foto genomen? Almancil, Vale do Lobo (Vallei van de wolven), Portugal. Waarom deze locatie? Heerlijk klimaat, aardige en leuke mensen, vooral veel Engelsen, 3 uur vliegen van Rotterdam, lekker eten, mooie plek vol palmbomen, mooie accommodaties, aan het strand. Met wie ben je daar en waarom? Ik was er op vakantie met mijn gezin: mijn vrouw Yvonne en mijn kinderen Lorenzo (7) en Kim (12).

Carolina Holzweissig, TFG Finance Waar is de foto genomen? De foto is gemaakt in Yosemite National Park (Lower Yosemite Falls). Waarom deze locatie? Yosemite was een van de hoogtepunten van onze vakantie. Het is erg indrukwekkend om te zien hoe het water uit de bergen in een keer naar beneden komt.

Met wie ben je daar en waarom? Mijn vriend Denis en ik waren hier tijdens onze drie weken durende rondreis door de VS. Wat maakt deze plaats zo bijzonder? Het is bizar hoe je binnen een aantal uur rijden in een volledig ander klimaat terechtkomt. Je rijdt door de droge woestijn en komt opeens in een landschap dat heel erg op Zwitserland lijkt.

Wat maakt deze plaats zo bijzonder? Al vijf jaar komen we hier. Het geeft ons de ontspanning die je in een vakantie zoekt. Lekker eten, mooi weer, een prachtig park en heel veel jonge gezinnen, veelal met een ondernemersachtergrond. Zo is dit park ooit door de voormalig eigenaar van Schaap & Citroen juwelen opgezet en het is uitgegroeid tot een bestemming waar heel veel mensen genieten van de rust en al het goeds dat het te bieden heeft. Een plek waar veel ondernemers zich hebben genesteld met aan de basis een Nederlandse ondernemer. Ook hier tonen Nederlanders aan dat we onderscheidend kunnen zijn. Misschien dat we ons daarom hier zo lekker voelen?

Wij hebben in de vallei gekampeerd (hoewel wij amper hebben geslapen na alle verhalen over de rondlopende beren), de hele dag door de bergen gelopen en toegekeken hoe anderen bergen aan het beklimmen waren. Gewoon een geweldige ervaring! Voor mij was dit één van de mooiste en meest bijzondere vakanties ooit. Een absolute aanrader voor iedereen!

Het internationale avontuur van 22

FUTUREMAGAZINE NR7


Peter van Lint, Tjerk van Lint, TFG Maatschap Testdynamics Waar is de foto genomen? In Zweden op de poolcirkel, langs de E10 even ten zuiden van Gällivare. Waarom deze locatie? De noordelijke poolcirkel is een van de vijf belangrijke breedtegraden van de aardbol, op iets meer dan 66 graden noorderbreedte. De andere vier cirkels zijn de noordelijke keerkring, de evenaar, de zuidelijke keerkring en de zuidelijke poolcirkel. Met wie ben je daar en waarom? Het bijzondere van de poolcirkel is dat ten noorden ervan de zon tenminste één dag per jaar niet ondergaat en ten minste één dag per jaar niet opkomt. Eind augustus merk je hier overigens niet veel meer van, het wordt ‘s nachts gewoon donker hoewel de schemering wel veel langer duurt dan wij gewend zijn. We passeerden de poolcirkel

Cees Hoogendoorn, TFG Maatschap Trending Technologies Waar is de foto genomen? De foto is genomen in Istanbul bij de Blauwe Moskee en de tapijtwinkel van mijn vriend Masallah naast de Blauwe Moskee. Waarom deze locatie? Istanbul is voor mij “thuiskomen”. De stad ademt de verbinding tussen Oost

op 25 augustus in Noord Zweden. Ik was daar met mijn zoon Tjerk in mijn Citroën CX, samen met twee andere CX’en en een service-auto van de Wegenwacht. Wat maakt deze plaats zo bijzonder? We waren op weg naar Gällivare ten noorden van de poolcirkel om veertig jaar na dato de zogenaamde Raid Arctique opnieuw te rijden. Citroën heeft namelijk in 1974 de CX in Lapland aan de pers geïntroduceerd en heeft vervolgens 400 autojournalisten uit heel Europa de auto’s vanuit Gällivare laten terugrijden naar Parijs. Men noemde dit de “Raid Arctique”. In die tijd was het een behoorlijke onderneming omdat veel doorgaande wegen in Zweden nog niet geasfalteerd waren maar bestonden uit gravel, veelal met “wasborden”. Een prima plek dus om het comfort van het hydropneumatische onderstel aan te

en West uit. Zowel het oude Europese als het hypermoderne Aziatische deel geeft mij energie. De Turken zijn kleurrijk en warm. Ik heb Istanbul ontdekt tijdens een project dat ik daar heb gedaan voor een opdrachtgever. De contacten die ik toen heb opgedaan heb ik warm gehouden en uitgebreid. Daarnaast doe ik met mijn vriendin in sieraden die ik daar inkoop Met wie ben je daar en waarom? Ik ben daar vaak met mijn jongste doch-

tonen. Aan de Raid Arctique 2014 namen zeventien CX’en deel uit Nederland, Duitsland, Noorwegen, Finland en Rusland, en er was zelfs een deelnemer uit Australië met een rechtsgestuurde CX. De rit ging weer van Gällivare naar Parijs, een afstand van zo’n 3400 km over zoveel mogelijk dezelfde wegen als veertig jaar geleden. Op 1 september arriveerden we in Parijs, waar we met de hele groep een aantal rondjes over de Champs-Elysées hebben gereden. De rit werd onder andere gesponsord door de ANWB die een volledig uitgeruste Wegenwachtbus ter beschikking had gesteld. Onderweg heeft een aantal auto’s hiervan gebruikgemaakt omdat er wat defecten optraden. Zo kreeg mijn CX halverwege Zweden een lekkende radiator die door de Wegenwachters perfect werd gerepareerd.

ter, soms alleen, en midden september was ik er met mijn vriendin die Istanbul ook wil ervaren en ruiken. Wat maakt deze plaats zo bijzonder? Istanbul is bijzonder door de mensen, de cultuur, de warmte en kleurrijkheid. Ik ben op veel plaatsen in de wereld geweest. Van Tokyo tot Houston, New York tot Moskou en Parijs, waar ik een jaar gewerkt heb. Maar Istanbul is voor mij the place to be.

The Future Group FUTUREMAGAZINE NR7

23


Problemen bij de bron aanpakken en de

N

og nooit hebben we onze fotograaf Rob van Wieringen zo voorzichtig zijn foto’s zien maken. We staan dan ook in een ruimte waar een groot

aantal MRI-scanners wordt getest, en van tevoren zijn we gewaarschuwd dat de magneetvelden heel sterk zijn. Die kunnen geen kwaad, maar als je vlakbij zo’n scanner bijvoorbeeld een schroevendraaier zou laten vallen, gaat die dwars door een tien centimeter dikke perspexplaat heen. En als je een ijzeren plaat in je been hebt, moet je ook niet te dicht in de buurt komen.

Jan van Moll, Senior Quality & Regulatory Manager Philips Healthcare

24

FUTUREMAGAZINE NR7

Horloge om? Doe maar af! Hmm, dan houden we toch maar wat afstand.


Die MRI-scanners staan in Best, op het terrein van wat op het moment van het interview nog Philips Healthcare heet, maar na de samenvoeging van Healthcare en Consumer Lifestyle op 1 januari Philips Health Tech wordt genoemd. Jan van Moll werkt hier inmiddels vier jaar als Senior Quality & Regulatory Manager, specifiek voor de business unit MRI. ‘Wat we hier

aan de betrokken partijen. Het is nu eenmaal lastig om de schuldvraag te scheiden van de oorzaak, en die probeer je als forensisch onderzoeker te vinden. Aan wat voor onderzoeken je moet denken? Sowieso zaken die softwaregerelateerd zijn, want daar ligt mijn expertise. Ik zal er twee noemen waar ik niet aan mee heb gewerkt, om het zuiver te houden: het ongeluk

noemde Van Moll de essentie van RCA ‘to dig below the symptoms and identify the fundamental, underlying decisions and contradictions that led to undesired consequences’. Dat kost tijd, maar helpt nieuwe problemen voorkomen. ‘Bij Philips Healthcare is alles gereguleerd. Als er hier iets mis gaat, wordt er meteen heel diep gezocht naar de oorzaken, we hebben de

kwaliteitscontroles

aanpassen maken moet van topkwaliteit zijn, volkomen betrouwbaar en veilig. We testen alle producten daarom door en door. Daarnaast bewaken we alle ontwikkel- en productieprocessen nauwgezet, ook die maken deel uit van het kwaliteitssysteem. Een Philips MRI-scanner mag en kan niet stukgaan in het ziekenhuis, voor die kwaliteit kiezen de ziekenhuizen, daar vertrouwen ze op. Ziekenhuizen kopen tegenwoordig zorgoplossingen, gaan langdurige relaties met klanten aan. Je moet wat Philips betreft dan bijvoorbeeld denken aan apparatuur die in de ambulance al naar het ziekenhuis doorgeeft hoe de patiënt eraan toe is. Daar kunnen ze alles dan al voorbereiden, wat tijd scheelt en soms levens.’

met het toestel van Turkish Airlines bij Schiphol zo’n zes jaar geleden en de problemen die spelen rond het communicatiesysteem van de nooddiensten, C2000. C2000 werkt al vanaf de invoering ervan in 2006 niet goed, wat onder andere bleek bij de rellen in Hoek van Holland in 2009. Juli vorig jaar zijn er heel veel zendmasten bijgeplaatst om de dekking te verbeteren. Dat betreft een deeloplossing, maar je moet echt zoeken naar de onderliggende oorzaak. Bij het ongeluk bij Schiphol is na diepgaand onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid gebleken dat er een fout in de hoogtemeter van het toestel zat. Dit soort onderzoeken doe je met een Root Cause Analysis (RCA).’

Forensisch onderzoek

Root Cause Analysis

Naast zijn werk bij Philips is Jan van Moll ook forensisch onderzoeker. Als er zich ergens ongelukken voordoen door fouten in technische systemen wordt hem gevraagd de oorzaken daarvan te zoeken. Hij is dan óf leider van een team specialisten, óf hij wordt opgeroepen als onafhankelijke getuige. Die onafhankelijke rol is heel belangrijk om de waarheid naar boven te krijgen, iets wat niet zeker is als je het onderzoek overlaat

In april 2013 hield Jan van Moll een lezing op het TFG Innovation Event over RCA, die door de aanwezigen zeer werd gewaardeerd. Zeer leerzaam, want iedereen werd met de neus op de feiten gedrukt. De ICT-sector lost vaak problemen op door snel even wat regels in de software te herschrijven. Dan kun je misschien wel weer verder, maar je haalt er de echte oorzaak meestal niet mee weg. Daarvoor moet je dieper graven. In zijn lezing

Root Cause Analysis hier aardig in de vingers. En als we de oorzaak gevonden hebben, pakken we het probleem aan en zorgen ervoor dat de kwaliteitscontroles worden aangepast, zodat het nooit meer kan optreden.’ Deze passie voor kwaliteit is ook hetgeen Jan en TFG verder verbindt. Jan: “TFG heeft kwaliteit van software en dienstverlening hoog in het vaandel staan. Hierdoor is TFG voor mij een uitstekende sparringpartner en tevens klankbord om mijn idealen naar de praktijk te brengen.” Ik geef overigens ook colleges op de TU Eindhoven als docent Requirements Engineering & Testing. Ik vertel mijn studenten dat zij als technici de morele verplichting hebben om een product veilig te maken voor de gebruikers. Daar wordt nog veel te weinig nadruk op gelegd in het onderwijs, vind ik. Ik leg ze uit dat het noodzakelijk is dat ze bij het maken van een product moeten nadenken over hoe het getest kan worden, en over het borgen van kwaliteit. Dan kan er bijna nooit iets mis gaan, hoop ik.

Nawoord: Met de gezondheid van onze fotograaf gaat het nog steeds goed, en ook zijn geheugenkaart bleek onbeschadigd.

FUTUREMAGAZINE NR7

25


Erik van Gemert, sales manager The Future Group:

M

eerwaarde leveren is voor Erik van Gemert zijn commerciĂŤle drijfveer,

liefst in de hoogste versnelling. We hebben echter een moment kunnen vinden om even terug te schakelen en te reflecteren op de zeven jaar dat hij binnen The Future Group actief is. Van een Seven Year’s Itch blijkt in ieder geval geen sprake, Erik is nog lang niet uitgekeken op TFG.

26

FUTUREMAGAZINE NR7


‘Ik wil dynamische meerwaarde leveren’ ‘In 2006 ben ik met TFG in contact gekomen en in 2007 ben ik er gestart. Het bedrijf bestond zeven jaar, groeide sterk, de oprichters zochten mensen om TFG sterker en groter te maken. We moesten het bedrijf vanuit de pioniersfase naar een volgende fase brengen. Veel bedrijven slagen daar niet in, maar TFG wel! Een groeiend, innoverend bedrijf heeft mensen nodig om aan alle ideeën vaste vorm te geven en de dagelijkse gang van zaken te begeleiden. Mijn focus lag met name op de commer‑ ciële slagkracht. Hierdoor konden de oprichters weer in hun kracht komen. Mijn persoonlijke uitdaging was om The Future Group van een good concept tot een great company te maken. Ik geloof heel sterk in het matenconcept van The Future Group. Binnen dit concept kunnen de beste mensen binnen hun vakgebied optimaal presteren. Maten willen zich behalve vakinhoudelijk ook commercieel ontwikkelen, nieuwe dingen oppakken. Misschien is het wel de grootste kracht van The Future Group dat iedereen een echte ondernemer is en commercie een grondbeginsel van elk ondernemerschap.’

Identificatie met onze klant ‘Niet iedereen is geschikt om maat te worden bij The Future Group, maar ook niet elke klant is geschikt. Wij bieden specialistische technische kennis, maar

een belangrijk deel van onze meerwaarde zit in het feit dat we ons sterk met de klant kunnen identificeren. Als de wens en de gedachte is dat we zo maar ICT’ers bij een bedrijf neerzetten dan gaat het niet werken. Klanten moeten daar ook in mee willen gaan. Onze klanten krijgen bij TFG niet alleen het slimste jongetje van de klas, maar ook iemand die zichzelf bewust is dat hij iedere dag meerwaarde wil en moet leveren. Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe projecten, zowel bij bestaande klanten als bij nieuwe opdrachtgevers. Iedereen binnen TFG is zich ervan bewust dat als een maat na een project de deur van de klant achter zich dichttrekt, de opgeleverde kennis geborgd moet zijn en dat de klant tevreden moet zijn over de geleverde prestatie. Ons team van accountmanagers blijft het contact met deze klanten onderhouden. Ook dus als hij even geen TFG-er inhuurt. Je bouwt een contact op met de klant, je levert een dienst af en je wilt dan je opdrachtgevers uiteraard blijven binden.’ ‘Ik wil The Future Group een dynamische meerwaarde geven en dat kan alleen door zelf van meerwaarde te zijn voor zowel onze klanten als maten. Het commerciële apparaat van TFG kent feitelijk twee opdrachtgevers: de klant en de maat. We moeten op alle niveaus blijven (ver)binden en boeien. Om beide partijen in de gelegenheid te

stellen inhoudelijk te laten zien waar ze mee bezig zijn heb ik het TFG Innovation Event in het leven geroepen.

Delen leidt tot vermenigvuldigen Het TFG Innovation Event brengt veel kennis samen en die wordt gedeeld. Dit delen gaat vanzelfsprekend over ICT, ondernemerschap, en het innoverend vermogen van mensen en bedrijven. Wij geloven dat delen leidt tot vermenigvuldigen. Individuen maken het verschil en als groep kom je verder! Zowel klanten als maten vragen mij regelmatig wanneer het volgende Event is, maar nog veel belangrijker, welke onderwerpen op het programma staan. Dat is toch wel een teken dat het werkt! Het organiseren van inhoudelijke evenementen waar ook entertainment aan is gekoppeld, is voor klanten en maten belangrijk. In onze filosofie kan het een niet zonder het ander. Er zijn altijd onderwerpen die we willen uitdiepen en klanten die verder in de materie willen

duiken. Hiervoor organiseren wij deep-dive sessies, trainingen en kennis- en matendagen. Juist het combineren en het openstellen van vraag en aanbod maakt mijn commerciële werk dynamisch. Het genereert naar zowel je klanten als je maten een unieke onderlinge band. En ja, natuurlijk is het best intensief om alles te regelen, maar echt, het biedt meerwaarde! En als je dan een berichtje krijgt dat het heeft geleid tot business, geeft dat weer dat extra stukje energie om het de volgende keer nog beter, mooier en professioneler neer te zetten. Dat bij The Future Group alles snel gaat ben ik inmiddels wel gewend. Als je de ontwikkelingen in de afgelopen jaren achter elkaar zet kun je hier wel honderd magazines mee vullen. Aan content geen gebrek! En of ik soms niet een keertje achterover moeten leunen? Nee, we zitten nog zo boordevol ideeën, daar gaan we de komende jaren full speed mee door.’

FUTUREMAGAZINE NR7

27


‘Vroeg de consument vro product, nu verlangt hij ove

I

n een kantoorpand aan de Stationsweg in Purmerend huist Omniplan, een

toonaangevend bedrijf op het gebied van adviessoftware in de Nederlandse financiële sector. Samen met TFG’s salesmedewerker Sherida Alihusain gaan we er kennismaken met HR-manager Dennis van der Veen en manager product development Richard van der Pal. Wat verklaart hun succes, en hoe werven zij personeel?

Richard van der Pal, Manager product development

Het geval wil dat Purmerend twee Stationswegen heeft. Bij het maken van de afspraak meldt de secretaresse nadrukkelijk dat het slim is om op de TomTom de postcode in te voeren. Toch bekruipt je het gevoel dat je fout zit als je opeens rechtsaf een woonwijk wordt ingestuurd door een vriendelijke Vlaamse vrouwenstem. Het adres blijkt wel te kloppen.

28

FUTUREMAGAZINE NR7

Ser vice en ver trouwen ‘Ha, angst voor te veel advies, dat is een nieuwe! Zonder die postcode zou je best eens in Kwadijk uitgekomen kunnen zijn. Maar door het precieze en juiste! - advies verwacht je misschien niet dat je door kleine straatjes gestuurd wordt. Zo zie je maar hoe belangrijk het is om als adviseur vertrouwen te kweken en advies te leveren

dat op de persoon is toegesneden’, zegt Richard van der Pal lachend. ‘Het geeft een ontwikkeling aan die Omniplan heeft doorgemaakt. Het bedrijf begon in 1995 met financieel advies, ze gebruikten er toen nog Excel voor. Inmiddels is dat uitgebreid tot een groot platform met allerlei diensten dat gebruik maakt van state of the art technology. Vroeg de consument vroeger


oeger naar een erzicht en inzicht’

‘We maken een mooi innovatief product en vinden het gewoon leuk om hier te werken.’ Sinds 2010 doet Omniplan in Purmerend een beroep op TFG. Inmiddels is de samenwerking uitgegroeid tot een hecht partnership waarin naast vooral de mensen van het bedrijf zelf ook circa vijftien specialisten van TFG hun bijdrage leveren of hebben geleverd aan het doorontwikkelen van de software van Omniplan. Redenen genoeg om Omniplan te vragen om een kijkje in hun keuken te mogen nemen.

worden er grappen gemaakt. Dat kan aan het weer liggen, of aan de aanwezigheid van Sherida, de vrouwelijke toets in het gesprek. ‘Nee hoor’, zegt Dennis van der Veen, ‘we maken een mooi innovatief product en vinden het gewoon leuk om hier te werken. Het gaat goed met Omniplan. Crisis? Wat ons betreft daalt die nu pas een beetje in: klanten vragen opeens meer voor minder geld.’ ‘Maar we staan voor ons product en concurreren niet op prijsniveau’, vult Richard aan. ‘Dat kost je misschien wel eens een klant, maar de kennis die wij verkopen is zo uniek. Wij leveren high end, dan concurreer je niet op prijs. Alles daaronder is een vechtmarkt, daar gebeurt dat wel. Wij concurreren op service door veel met onze klanten te praten en goed naar hen te luisteren.’

Dennis van der Veen, HR-manager

naar een product, nu verlangt hij overzicht en inzicht. Ons platform is zo gebouwd dat de motor voor iedereen hetzelfde is, maar dat je daaromheen maatwerk levert voor de afzonderlijke klanten, de financiële adviseurs. Hun bedrijfscultuur, hun insteek bepaalt uiteindelijk hoe zij ons platform benutten. Service staat voor ons centraal, naast vertrouwen. Consumenten vinden dat

belangrijk, dus de bedrijven die ons product afnemen ook. Wij eisen van onszelf het uiterste, zij bepalen hoe ze er gebruik van maken.’

‘Crisis daalt nu pas een beetje in’ Opvallend is de goede sfeer en de vrolijkheid bij Omniplan. Al bij de receptie lachende gezichten en ook tijdens het interview

Postcodepersoneel en cv-schuivers ‘Detacheringsbureaus werken ook op een vechtmarkt’, zegt Van der Veen. ‘Het leek wel of er steeds meer cv-schuivers kwamen. Ik werk nu met drie preferred aanbieders voor vast personeel en drie voor inhuurkrachten. TFG staat nummer één als het gaat om mensen

met specifieke kennis. We willen mensen met de ondernemerszin die wij ook hebben. Eerlijk gezegd gaat het ons om de kwaliteit van de maten, niet om TFG zelf. We hebben via TFG ook wel eens niet-maten ingehuurd, maar we hebben afgesproken dat niet meer te doen: aardige mensen, maar er ontbrak iets. Onder het vaste personeel hebben we weinig verloop. Maar er zijn plannen om te verhuizen naar Amsterdam, dan kunnen we wel eens een deel van het ‘postcodepersoneel’ kwijtraken. Dat hoeft geen ramp te zijn, daardoor kan ook de leeftijdsopbouw in het bedrijf veranderen, en nieuw bloed geeft nieuwe ideeën. Het inhuren van personeel zal alleen maar makkelijker worden door een centralere vestigingsplaats.’ De afsluiter is voor Richard: ‘Dat feest vorig jaar, TFG & Friends, dat was leuk! Heel veel plezier gehad, maar we zijn wel voor het eind weggegaan: het blijven IT’ers, er wordt toch heel veel over computers gepraat. Toen hebben we hier in Purmerend nog maar wat kroegen onveilig gemaakt.’

FUTUREMAGAZINE NR7

29


Z

elfstandig ondernemer zijn geeft vrijheid en kan heel leuk zijn. Maar er komt ook veel

rompslomp bij kijken waar je veelal niet op zit te wachten. De administratie, finance, marketing, het regelen van verzekeringen en van vervoer, zaken die tijd kosten en je afhouden van het werk waar je goed in bent. De maten van The Future Group worden op dat vlak ‘ontzorgd’ door The Future Group. Een gesprek met Pascal de Koning, financieel directeur en mede-oprichter van TFG over hun collectiviteitsprogramma.

30

FUTUREMAGAZINE NR7


Het Collectiviteits­ programma van TFG:

de M8 van het getal ‘De maten van The Future Group zijn kennisprofessionals met een gigantische expertise op het gebied van ICT. En het zijn ook allemaal ondernemers die ervoor hebben gekozen om niet in loondienst te werken. Ze willen de vrijheid hebben om hun kennis te leveren aan iedereen die daarom vraagt, ze zijn steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen en willen niet altijd maar op dezelfde plek blijven. Daarom hebben ze het besluit genomen om voor zichzelf te beginnen. Als ondernemer ben je echter heel veel tijd kwijt aan dingen als verzekeringen afsluiten, het regelen van een auto, zoeken naar een goed en voordelig abonnement voor je telefoon. Die tijd kun je niet bezig zijn met waar het je eigenlijk echt om begonnen is en waar je je op wilt focussen:

het inzetten van jouw specifieke kennis. Door onze maten te ontzorgen – zeg maar al die ellende wegnemen rondom hun eigenlijke focuspunt – kunnen zij zich helemaal op hun werk richten.’

Alles moet goed geregeld zijn ‘De macht van het getal! We zijn met velen en als collectief zijn er voordelen te halen, op prijs en vooral ook op het gebied van service. Wij gaan op zoek naar partners die bij The Future Group passen, die onderscheidend zijn. We voeren met veel aanbieders gesprekken en maken dan de keus. Het is van belang om nadat die keuze is gemaakt de zaken te blijven monitoren. Minstens twee keer per jaar vragen we aan onze maten of ze tevreden zijn over het aan-

bod in het collectiviteitsprogramma en we volgen de aanbieders nauwgezet om te checken of alle afspraken worden nagekomen.’ ‘Waarom ik me er persoonlijk mee bezig houd? Simpel, wij gaan en staan voor service naar onze maten. Hoe beleeft een maat onze organisatie, onze dienstverlening. Daar is dit een belangrijk onderdeel van. Het is toch heerlijk als je als maat weet dat zaken goed geregeld zijn, je met één mail of één telefoongesprek weet dat het in orde komt? Daar geloof ik in. De krachten bundelen. En laten we eerlijk zijn, de maten van TFG zijn zeer hoog opgeleid, verdienen goed, zijn kritisch maar eerlijk en dus kunnen we de collectiviteitspartners ook iets bieden: heel veel goede klanten.

Sommige onderdelen uit het programma zijn handig, fijn om te hebben. Andere zijn in mijn beleving essentieel om te hebben. Denk aan een arbeidsongeschiktheidsverzekering of een overlijdensrisicoverzekering. Bijna alle maten hebben een gezin, daar wil je toch je zaken voor regelen als er iets fout gaat! Ik heb thuis ook een partner en ben vader van twee kinderen. Dan wil je dat alles goed geregeld is wanneer er iets gebeurt waardoor je niet meer kunt werken; je wilt niet dat je dan met zijn allen opeens op straat of onder een brug moet gaan wonen. En dat kan zomaar gebeuren hoor, we hebben het van dichtbij meegemaakt! TFG wil een goede huisvader zijn, wil dat de gezinnen van de maten veilig zijn als er zich iets voordoet.

FUTUREMAGAZINE NR7

31


FACET Accountants en Adviseurs: waarom zijn wij anders? FACET is een toonbepalende dienstverlener, die graag samenwerkt met ambitieuze ondernemers die ook willen vernieuwen, verbeteren en hun groeigrenzen willen opzoeken. U staat bij ons elke dag centraal en in het middelpunt van ons denken en doen; wij willen ondernemers beter laten ondernemen! Wat houdt u bezig? Deze vraag stellen wij ons continu. Binnen de accountancybranche is veel gaande. Ons werk maakt een enorme omslag. De jaarrekening is niet langer meer het middelpunt, het is slechts een ijkmoment. Het draait binnen de accountancy tegenwoordig om “continuous monitoring”. Wij kunnen u vertellen wat wij allemaal doen, zoals alle andere accountantskantoren. Maar de kracht ligt bij een goede sparringpartner zijn. De mensen van FACET kruipen graag in uw onderneming om uw blikveld te verbreden. Kijk voor meer informatie op www.facet-accountants.nl.

TFG-er Kees Overboom: ‘Ik ervaar FACET als een betrouwbare, toegankelijke partner waarmee ik snel kan schakelen als ik fiscaal gerelateerde zaken geregeld wil hebben.’ TFG-er Robert Visser: FACET : Snelle en to-the point antwoorden op alle mail vragen. TFG-er Frank Hepkema: De mensen van FACET helpen mij enorm met de jaarlijkse belastingaangifte en alle vragen die ik daar over heb worden direct en adequaat beantwoord. Een grote hulp bij het ondernemen. TFG-er John van der Stap: FACET, de vriendelijke en behulpzame administratie-ontzorger voor ZZP-ers!

We hebben een tijd geleden aan de maten gevraagd hoe het met hun arbeidsongeschiktheidsverzekering stond. Tachtig procent van hen was slecht verzekerd! We hebben dat percentage aan de maten voorgelegd en eigenlijk was iedereen het met ons eens dat dat niet kon.’

Deals op prijs en vooral ser vice ‘Natuurlijk is het de maat zelf die uiteindelijk beslist. Maar we hebben hele goede deals kunnen sluiten met Centraal Beheer Achmea en Mandema & Partners voor de verzekeringen. Een goede prijs, maar vooral ook de service dat je altijd meteen te maken krijgt met iemand die van de TFG-hoed-en-rand weet. En onze dames van de backoffice

32

FUTUREMAGAZINE NR7

houden in de gaten of alles naar wens verloopt. De Inkomstenbelastingaangifte via FACET Accountants, het inregelen van een Makropas en het bestellen van de MKB Brandstofpas: je tankt en de betaling gaat helemaal automatisch. En dan rijd je natuurlijk in een BMW die je least bij één van onze leasepartners, die allerlei extra service levert die anderen niet krijgen. Weet je wat mooi zou zijn? Een hele TFG-vloot BMW i3’s, heel goed voor het milieu en met veel subsidievoordelen vanuit de Overheid!’ Met BMW hebben we een major account-contract getekend met financiële voordelen voor iedere TFG-maat. Niet meer zelf langs vier dealers moeten gaan om de hoogste korting op te halen.

Lease2Move

Niet meer nodig! We hebben al de nodige BMW’s hier voor de deur zien staan in Zoetermeer, veel blijde gezichten van maten die hier elektrisch over het terrein aan het rijden waren en enthousiast werden. We weten inmiddels ook dat de stekker niet aan een verlengsnoer moet worden gekoppeld in de meterkast, het werd even donker in ons pand… Lease2Move, een zeer belangrijke leasepartner van TFG sluit het ene contract na het andere. Waarom? Omdat ze er keihard aan werken het verschil te maken. Dat ervaren maten zo en dus sluiten de maten daar hun contract. Zo simpel kan het zijn, inmiddels is het zo simpel. De volgende stap ? Ook die is eenvoudig. In eerste instantie bewaken wat we nu hebben. In 2015 gaan we ons aanbod uitbreiden. Financieel advies op maat, ook wel private planning genoemd. Wat gaan we met spaargeld doen, hoe gaan we pensioen opbouwen, hoe gaan we alles financieel goed inregelen.

betekent leasen met de charme van een kleine leasepartner en het comfort van een grote leasemaatschappij. Lease2Move is namelijk onderdeel van het Leaseplatform met 60.000 rijdende leaseauto’s en daarmee een Top 5-speler in de Nederlandse leasemarkt. De belangrijkste uitgangspunten voor een exclusief partnership zijn voor ons flexibiliteit, laagdrempeligheid, intensief persoonlijk contact en transparantie. En natuurlijk gegarandeerd scherpe leasetarieven. Een partnership moet simpel en duidelijk zijn, en afspraak is afspraak. Buiten de standaardvoordelen die het leasen bij Lease2Move met zich meebrengt, bieden wij The Future Group exclusief nog een groot aantal extra voordelen. Wilt u weten welke, neem dan contact op met Stef Vrijberghe via info@lease2move.nl


Ook blijven we als te doen gebruikelijk zeer goed luisteren naar onze maten. Met regelmaat komen ze met goede ideeën en met organisaties aan die wij niet kennen en die interessante producten hebben waar we als collectief goed gebruik van kunnen maken. Zo werken we nu een voorstel uit dat private leasing heet. Full operational lease maar dan privé. Voor heel veel maten van TFG erg interessant. Dat kan iedereen voor zichzelf gaan uitzoeken, wij doen het liever voor heel TFG in één keer!

Mandema & Partners is een onafhankelijk, financieel adviesbureau met ruim 55 jaar ervaring. Wij maken risico’s inzichtelijk, bieden deskundig advies en totaaloplossingen voor Bedrijfsrisico’s, Pensioen en Zorg & Verzuim. Voor ondernemingen van beursgenoteerd tot MKB, werknemers en directeuren/eigenaren. Wij bouwen aan een langdurige relatie met onze klanten; hun bedrijfscontinuïteit is onze drijfveer.

Mandema & Partners en The Future Group doen inmiddels naar volle tevredenheid een jaar zaken met elkaar. Het nakomen van afspraken, goed luisteren, snel reageren en achteraf vragen of alles naar wens verloopt zijn onderwerpen die het verschil maken. Mandema & Partners snapt dat je geen relatie opbouwt door je niet te onderscheiden van de massa. The Future Group legt de lat terecht hoog, en dat doen wij ook. Voor meer informatie: www.mandema.nl

‘Wij gaan op zoek naar partners die bij The Future Group passen, die onderscheidend zijn.’

FUTUREMAGAZINE NR7

33


AMBER Alert Europe: een ontvoerder van een kind stopt immers toch ook niet bij de grens! Alleen bij levensbedreigende omstandigheden komt er een AMBER Alert.

A

MBER Alert Europe streeft ernaar een Europees netwerk van kinderalarmen op te bouwen. Het is het grootste burgerparticipatie-initiatief van Europa. AMBER Alert Nederland maakt deel uit van dit initiatief. Volgens Peil.nl bereikt een AMBER Alert in ons land bijna 12 miljoen mensen. We praten met de man die de aanzet gaf tot AMBER Alert Nederland en AMBER Alert Europe, Frank Hoen.

Fotografie: Rob Oostwegel

34

FUTUREMAGAZINE NR7


Iedere Nederlander kent AMBER Alert wel. Hoe is dit idee ontstaan? In 2001 kwam ik in gesprek met Carlo Schippers, gedragskundige bij de politie. Carlo had in Amerika tijdens zijn FBI-training kennisgemaakt met het Amerikaanse AMBER Alert en gezien dat het kinderlevens redt. We waren het erover eens dat er in Nederland eigenlijk ook zo’n kinderalarm moest komen, waarmee de politie hard op de trom kon slaan als er een kind vermist werd. Daar wilden we iets aan doen. Toch heeft het nog tot 2008 geduurd voor het AMBER Alert er echt kwam. Je bent ondernemer en huisvader. Waar komt je motivatie vandaan om dit te (blijven) doen? Ik moet eerlijk bekennen dat het van de grond krijgen van het Nederlandse AMBER Alert ook een beetje therapie was. Mijn kind was destijds ernstig ziek. AMBER Alert ontwikkelen werd mijn manier om daarmee om te gaan. Achteraf gezien was het natuurlijk een stuk goedkoper en minder arbeidsintensief geweest om gewoon naar de psychiater te gaan. Welk logisch verband zit er tussen jouw bedrijf en het AMBER Alert? Mijn bedrijf, Netpresenter, heeft de eerste drie jaar het AMBER Alert systeem om niet aangeboden aan de overheid. Ook daarna is Netpresenter alle techische aspecten van het systeem blijven coördineren. Hierbij werken we nauw samen met andere sponsors, zoals hosting provider Jitscale. Inmiddels zijn we ook hoofdsponsor van AMBER Alert Europe, een stichting die tot doel heeft te zorgen voor een Europees netwerk van kinderalarmen. Een ontvoerder stopt immers niet bij de grens, waarom een AMBER Alert dan wel? Waar komt die naam AMBER Alert eigenlijk vandaan? Op 13 januari 1996 werd in de Amerikaanse staat Texas de negenjarige Amber Hagerman ontvoerd terwijl ze in de buurt

aan het fietsen was. Twee dagen later werd zij helaas vermoord teruggevonden. Deze ontvoering was de aanleiding voor het opzetten van het eerste AMBER Alert systeem, in Texas. Steeds meer Amerikaanse staten volgden. Tegenwoordig hebben alle Amerikaanse staten een AMBER Alert. Ook heel wat andere landen hebben inmiddels een kinderalarm. De meest gebruikte naam is hierbij AMBER Alert. Ook in Nederland is voor die naam gekozen. Ter herinnering aan het meisje waar het allemaal mee begon. Ontvoering en kidnapping gaan natuurlijk over de landsgrenzen heen. Dat maakt het terugvinden veel complexer, maar ook de samenwerking tussen de verantwoordelijke instanties. Dat klopt. Daarom is in 2013 AMBER Alert Europe opgericht: om ervoor te zorgen dat een AMBER Alert ook de grens over kan gaan. Inmiddels hebben al heel wat organisaties zich achter dit initiatief geschaard. In oktober hebben wij bijvoorbeeld een event georganiseerd in het Europees Parlement, waar afgevaardigden van politie, ministeries en ngo’s uit twintig verschillende landen aan deelgenomen hebben. Denk hierbij aan organisaties als Europol, Interpol en Frontex. Daarnaast steunen meer dan honderd Europarlementsleden AMBER Alert Europe, uit alle EU-landen en van alle politieke gezindten. Er lijkt een spanningsveld te zijn tussen de formele opsporingsinstanties en goedwillende burgers. Dat bleek vorig jaar bijvoorbeeld bij een vermissing van twee kinderen. Wie zit er feitelijk achter de knoppen van AMBER Alert? Het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LVBP), onderdeel van de Landelijke Eenheid binnen de Nationale Politie, is verantwoordelijk voor de inhoud van de AMBER Alerts. Zij hanteren hierbij strikte criteria. De LBVP-verantwoordelijke is ook diegene die feitelijk achter de knoppen zit. Het AMBER Alert-team biedt hierbij ondersteuning.

Waarvoor AMBER Alert wordt ingezet is duidelijk, maar wanneer voldoet een vermissing aan de eisen om via AMBER Alert een melding te krijgen? Zo’n drie keer per jaar wordt er een AMBER Alert verstuurd. Zoals gezegd hanteert het LBVP hiervoor strikte criteria. Zo komt er bijvoorbeeld alleen bij levensbedreigende omstandigheden een AMBER Alert. Omdat een AMBER Alert het hele land op zijn kop zet, kun je niet iedere dag een AMBER Alert uitsturen. Het gebruik van AMBER Alerts bij minder risico opleverende vermissingen zou het speciale effect van het systeem wegnemen. Voor die kinderen vragen we overigens wel aandacht via onze website en sociale media. Kun jij het succes van AMBER Alert verklaren? AMBER Alert Nederland is zeer succesvol. Activering betekent dat met één druk op de knop bijna 12 miljoen mensen een AMBER Alert onder ogen krijgen. Dat is een percentage dat in geen enkel ander land wordt geëvenaard. Daarnaast trekken kindervermissingen de aandacht, het zit hem in de emotie die mensen voelen als er een kind vermist is. Dat wil je toch gewoon oplossen? Hoe zien je werkzaamheden voor AMBER Alert er op een dag als vandaag eigenlijk uit? Vanochtend was ik om half negen op kantoor in Beek, Limburg. Daar werk ik samen met ons communicatieteam aan een voorstel voor wetgeving voor de Europese Commissie. Daarna heb ik gepraat over de afspraken die morgen in Brussel

plaatsvinden, met onder anderen Europarlementariër Sophie in ‘t Veld. Verder hadden we een bespreking met politiemensen uit Duitsland, België en Nederland voor een nieuw grensoverschrijdend project. Nu geef ik dit interview aan Future Magazine en dadelijk heb ik een conference call met het hoofd van onze partner in Duitsland over een politieconferentie in Hamburg. Daarna heb ik een gesprek met de Poolse politie. Op onze internationale conferentie in Brussel is bekend gemaakt dat we gaan helpen het Poolse systeem verder te verbeteren. Daar moet nu vaart mee worden gemaakt. Wat kunnen de lezers van Future Magazine concreet toevoegen en waarmee kunnen ze helpen? ‘Organisaties en bedrijven kunnen zich op verschillende manieren inzetten voor vermiste kinderen. Om het AMBER Alertplatform te versterken en uit te breiden is AMBER Alert voortdurend op zoek naar organisaties en developers die zich bij ons netwerk aan willen sluiten, bijvoorbeeld op technisch vlak. Ik roep graag alle lezers die denken ‘dat wil ik ook’ op contact met ons op te nemen. Bovendien willen we uiteraard het bereik van een AMBER Alert blijven vergroten. Meld je dus aan voor de ontvangst van AMBER Alerts! Bijvoorbeeld via Twitter @AMBER_Alert_NL, Facebook/AlleenAMBERAlerts of de AMBER Alert Nederland App. Ook kunnen organisaties zich centraal aanmelden en zorgen dat al hun medewerkers AMBER Alerts meteen zien.’

In 2009 is de TFG Foundation in het leven geroepen. De Foundation richt zich op organisaties waar het welzijn van het kind centraal staat. Naast financiële steun levert TFG ook een contributie in actieve (technologische) vorm. Sinds 2014 levert TFG met grote voldoening aan AMBER Alert een bijdrage door het beschikbaar stellen van technische kennis om het AMBER Platform te verbeteren. Een team experts vanuit TFG heeft in 2014 onder andere de AMBER Alert Android App doorgelicht. Verder hebben we op diverse podia ( o.a. Innovation Event) AMBER Alert nader onder de aandacht gebracht. Graag richten we in deze editie van Future Magazine de spotlight op dit fantastische initiatief, dat door TFG een warm hart wordt toegedragen.

FUTUREMAGAZINE NR7

35


Nadenken over de arbeidsmarkt van de toekomst aan de Politieke Ronde Tafel ‘Laten we beginnen met wat cijfers om de urgentie van dit onderwerp voor TFG, haar klanten en maten te onderstrepen, geeft Timmer aan. In 2010 was bijna 12,5% van de werkzame beroepsbevolking zelfstandig, het betrof 791.000 mensen. Anno 2030 is dat naar verwachting 20%, in totaal zo’n 1 miljoen personen. Een onomkeerbaar proces waarbij het aantal zelfstandigen de komende jaren dus nog verder gaat toenemen. Binnen ons vakgebied, de ICT-dienstverlening, is het percentage zzp-ers erg hoog, naar schatting nu al 17% van de in totaal 283.000 mensen. Binnen de EU behoort Nederland tot de landen met de sterkste groei, in de helft van de EU-lidstaten daalt het percentage zelfstandigen juist.’

De arbeidsmarkt in 2020 ‘We merkten dat veel bedrijven zoekende zijn naar een concreter beeld van de arbeidsmarkt anno 2020. En tevens naar welke koers moet worden ingezet om op lange termijn concurrerend te zijn in de arbeidsmarkt. Met de Politieke Ronde Tafel beogen we met onze tafelgenoten inzicht te krijgen in de gezamenlijke standpunten, met

36

FUTUREMAGAZINE NR7

name in relatie tot de hoger opgeleide zelfstandigen. Inmiddels zijn bijvoorbeeld Tata Steel, NS, Achmea, ASR, KasBank, Alliander, ABN AMRO en ING vaste gast aan tafel. Voor TFG betekent het vooral haar verantwoordelijkheid nemen: klanten in staat stellen kennis te delen, samen visie te vormen en uiteindelijk met elkaar de brug naar de politiek slaan. Waar andere initiatieven vooral zijn vormgegeven via belangenverenigingen van zzp’ers, spreken wij juist met de bedrijven zelf, want wie betaalt, bepaalt.’

Kennis borgen ‘The Future Group (TFG) is een ICT-dienstverlener die bestaat uit een verzameling van maatschappen waarin hoogopgeleide ervaren en gespecialiseerde ICT-ondernemers participeren. Zij delen kennis, kunde en kosten en treden als één organisatie naar buiten. Kenmerkend is de extreem hoge mate van binding op basis van exclusieve samenwerkingsafspraken zonder dat er sprake is van hiërarchie. Dat is een interessant fenomeen voor het bedrijfsleven als je spreekt over het binden en boeien van kenniswerkers (HBO/WO met +7

jaar ervaring in zijn specialisatie) zonder deze in dienst te hebben. Bedrijven zijn bang dat met hen de kennis verdwijnt, dat die niet wordt geborgd. Bij TFG zorgen we er binnen en met de maatschappen voor dat zoiets niet gebeurt. Onze klanten beschikken niet alleen over de know how van de maat maar ook over de continuïteit en het kennispotentieel van de hele groep.’

De zoektocht naar de gespecialiseerde kenniswerker “Aan tafel bij TFG werd zichtbaar dat volgens het bedrijfsleven de zzp’ers meer en meer aan belang winnen. Het bedrijfsleven heeft meer behoefte aan zeer specifieke kennis en meer mensen zetten de stap naar het bestaan als zelfstandige. Toch bleek ook dat de grote bedrijven moeite hebben met het vinden van gespecialiseerde kenniswerkers. Veel bedrijven richten zich steeds vaker zelf rechtstreeks tot de zzp’er. Het succes is volgens de tafelgenoten nog niet overweldigend. Het bereiken van de zzp’er via een eigen marktplaats/zzp-portal wordt door één van de aanwezige tafelgenoten betiteld als post and pray: “We moeten maar zien wat er

uitkomt”. Veel reguliere functies zijn zo nog wel in te vullen, het werk is vaak niet zo boeiend en niet zo specialistisch dat de kennis van één persoon gevraagd wordt en behouden moet blijven. En als het om die echte specialisten gaat, merk je dat het veel moeilijker wordt. Aan ons als The Future Group is het dan de taak om uit te leggen dat ons arbeidsmarktmodel hiervoor een mooie oplossing biedt.’ ‘Samen met het bedrijfsleven wil TFG de brug slaan naar de politiek. Met de deelname van de fractieleden van D66, CDA, PvdA en VVD aan de Politieke Ronde Tafel is de eerste stap gezet en is de mogelijkheid aanwezig “Den Haag” te voeden. De Tweede Kamer kan er door beter beleid voor zorgen dat de rem op het werken met zzp’ers verdwijnt en dat bedrijven meer gaan samenwerken met zzp’ers in georganiseerd verband. Zelfstandige kenniswerkers in coöperatieve verbanden kunnen de Nederlandse economie versterken. Sterker nog, het zijn de bedrijven van de toekomst, mits de politiek dat toestaat.’


‘Samen met het bedrijfsleven wil TFG de brug slaan naar de politiek.’

T

oen The Future Group (TFG) in 2000 werd opgericht had circa zes procent van de Nederlandse beroepsbevolking een bestaan als zelfstandige. De term zelfstandige zonder personeel (zzp-er) deed in 2004 zijn intrede en sindsdien is het aantal zelfstandigen sterk toegenomen. Dat dit ingrijpende gevolgen gaat hebben voor de arbeidsmarkt, het sociale stelsel in Nederland en het bedrijfsleven in het bijzonder is evident. Mede om die reden initieerde TFG halverwege 2013 de Politieke Ronde Tafel, waaraan politiek en bedrijfsleven debatteren over de toekomstige (zzp)-arbeidsmarkt. Future Magazine ging in gesprek met Bart Timmer, mede-oprichter en Algemeen Directeur van TFG, over dit initiatief en de maatschappelijke verantwoordelijkheid die TFG in dit opzicht op zich wil nemen.

FUTUREMAGAZINE NR7

37


Nadenken over de arbeidsmarkt van de toekomst aan de Politieke Ronde Tafel Reactie Steven van Weyenberg, Tweede Kamerlid D66, Portefeuille Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Reactie Mei Li Vos, Tweede Kamerlid PvdA, Portefeuille ZZP’ers, Marktwerking, Kansspelbeleid en Wetenschapsbeleid ‘Ik zeg altijd tegen collega-politici: “Ooit word jij ook zzp’er, dus denk mee over de rol van de zzp’er, en vooral over alle wetten en regels waar ze mee te maken hebben.” Goed dus dat de Future Group ook bijdraagt aan de discussie, want er valt nogal wat te verbeteren voor de zzp’er. Voor de PvdA staat buiten kijf dat de zelfstandig ondernemer het toonbeeld van de geëmancipeerde ‘arbeider’ is. Hij of zij bepaalt zelf wat, wanneer, waar en hoe het werk wordt verricht. De PvdA spreekt meestal over de zelfstandig ondernemer, om te benadrukken dat het om ondernemende mensen gaat. Het debat gaat ook over mensen die vooral zelfstandig werkende zijn, omdat er voor hun specialisme of aanbod van diensten meer vraag is als ze dat als zzp’er aanbieden. De collega’s van D66 en CDA merkten het al op: voor werkgevers is het soms aantrekkelijker en goedkoper om iemand als zzp’er in te huren in plaats van een arbeidscontract aan te bieden. De PvdA ziet dat er behoefte is aan flexibel inzetbare arbeid, maar wil niet dat de werkende zelf daarvoor betaalt: met minder zekerheid en lagere vergoedingen. Net als D66 vindt de PvdA dat zzp’ers betere toegang moeten hebben tot de basale inkomensverzekeringen: arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioen. Wij denken dat een collectieve verzekering voor arbeidsongeschiktheid wenselijk is: het maakt de premies lager en het switchen tussen werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap makkelijker. Om concurrentie op tarieven en loon te verminderen moeten tegelijkertijd de kosten van arbeid voor werknemers worden verlaagd. Dan zal er een gelijker speelveld zijn tussen zzp’ers en werknemers. In de bouw en transport, maar ook in de zorg en media is concurrentie op tarieven tussen werknemers en zzp’ers aan de orde van de dag. In een land met een hoge arbeidsproductiviteit en relatief hoog opgeleide bevolking moet je geen concurrentie op loon willen, vinden wij van de PvdA.’

38

FUTUREMAGAZINE NR7

‘De positie van zelfstandigen en de noodzaak van een flexibele arbeidsmarkt is terecht voer voor debat. Het was goed hierover bij The Future Group in gesprek te gaan met opdrachtgevers en werkgevers. Wat hebben zij nodig, en hoe leiden we de flexibele arbeidsmarkt in goede banen? D66 staat daarbij pal voor het belang van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Zij leveren met hun flexibiliteit en specifieke kennis immers een belangrijke bijdrage aan onze economie. En volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau zijn zzp’ers vaker tevreden dan werknemers: minder tijdsdruk, leuker werk, en vooral een betere combinatie van werk en privé. Binnenkort komt het kabinet met een rapport over zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Soms lijkt “minder zzp’ers” het doel van deze regering. Al in het Regeerakkoord spraken VVD en PvdA af om 500 miljoen euro te bezuinigen op de zelfstandigenaftrek. In het Herfstakkoord konden wij dit ongedaan maken, maar er is meer. Zo hoorden 1200 verpleegkundigen dit voorjaar dat zij plotseling niet meer als zzp’er mochten werken. Pas na zware druk van de Tweede Kamer keerde het kabinet op zijn schreden terug. En op dit moment ligt een wetsvoorstel in de Kamer waardoor zzp’ers moeilijker ingehuurd kunnen worden. D66 staat pal voor zelfstandig ondernemers. Gaat er dan helemaal niets mis rond de zzp’ers? Jawel. De samenleving en de arbeidsmarkt veranderen in hoog tempo. Een steeds ongelijker speelveld voor werknemers en zzp’ers is het gevolg. Voor een werknemer betaalt de werkgever het salaris, maar ook premies voor bijvoorbeeld pensioen, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Een zzp’er betaalt dit allemaal zelf. Als zzp’ers zich op hetzelfde niveau verzekeren, zijn zij in theorie net zo duur. De praktijk is anders. Zzp’ers bouwen minder pensioen op en verzekeren zich vaak niet tegen arbeidsongeschiktheid. D66 wil het daarom voor zzp’ers makkelijker maken om zich te beschermen tegen arbeidsongeschiktheid en pensioen op te bouwen. Ten tweede moet het voor werkgevers veel aantrekkelijker worden om mensen in loondienst te nemen. Nu is een werkgever aan loonkosten bijna het dubbele kwijt van wat de werknemer op zijn bankrekening krijgt.’


Reactie Erik Ziengs, Tweede Kamerlid VVD, Portefeuille EZ: MKB, toerisme, ondernemers/ondernemerschap; FIN/EZ terugdringen administratieve lasten, beperking regeldruk bedrijfsleven; EZ PBO’s en aanbestedingen; ZZP-ers “Een bijzondere dag aan tafel bij The Future Group. Een bijzondere omgeving, in een bijzondere setting en een bijzondere ambiance. Goed dat de Future Group met een dergelijk debat het initiatief neemt en daarmee aantoont ook verantwoordelijkheid te willen nemen in de politieke discussie die gevoerd wordt rond de flexibiliteit van de arbeid. Onderstaand het VVD standpunt met betrekking tot de ZZP arbeidsmarkt”

Reactie Pieter Heerma, Tweede Kamerlid CDA, Woordvoerder sociale zaken en mediazaken Goed dat The Future Group het initiatief tot een rondetafeldebat heeft genomen om over de positie van zelfstandigen te discussiëren in relatie tot de huidige ontwikkeling naar een steeds meer flexibele arbeidsmarkt. Debat hierover is noodzakelijk omdat de verschillen tussen vaste en flexibele banen steeds groter worden. Deze tegenstelling is in Nederland groter dan in de rest van de Europa. De groei van het aantal zzp’ers draagt bij aan de groeiende kloof tussen vast en flex. Zolang zelfstandigen zonder personeel echte ondernemers zijn, is dit geen probleem. Zij kiezen er bewust voor om zelf te zorgen voor hun pensioen en eventuele verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en krijgen daar veel vrijheid voor terug. Er zijn echter steeds meer zzp’ers (onder andere in de zorg en de bouw) die zich hiertoe gedwongen voelen en eigenlijk geen echte ondernemers zijn. Zij bouwen nauwelijks pensioen op en zijn vaak niet in staat zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. De vraag is hoe wij met dit verschijnsel omgaan.

‘Zelfstandigen zonder personeel zijn echte ondernemers. Daar kan wat de VVD betreft geen enkel misverstand over bestaan. Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) zetten hun talenten en creativiteit om in de flexibiliteit en de productiviteit die we nodig hebben om onze welvaart te vergroten. Zzp’ers leveren zo een grote bijdrage aan de welvaart van ons land. Zij ondernemen voor eigen rekening en risico en moeten zelf zorgen voor hun pensioen en verzekering tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Daar staan - geheel terecht! fiscale voordelen tegenover zoals de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Soms laait de discussie over die fiscale voordelen voor zzp’ers op. De VVD vaart in die discussie op een helder kompas: zzp’ers die voor eigen rekening en risico zelf hun boontjes doppen, verdienen de ruimte om te ondernemen, en zeker geen straf. Wat de VVD betreft is er geen fundamenteel probleem met zzp’ers, maar wel met de zware lasten, risico’s en verplichtingen waar werkgevers tegenaan lopen als zij iemand in dienst willen nemen. Zaken als de loondoorbetaling bij ziekte en re-integratieverplichtingen maken werkgevers kopschuw om mensen een contract te geven. Natuurlijk moet schijnzelfstandigheid worden aangepakt. Want schijnconstructies stralen negatief af op de hardwerkende zelfstandigen die er zelf in vrijheid voor kiezen om te ondernemen en hun bedrijf te laten groeien. De zzp’er is geen probleem, maar een broodnodige oplossing.’

Zeker is dat een verdere (oneigenlijke) zzp-groei het sociale zekerheidsstelsel ondergraaft en het onbetaalbaar dreigt te maken. De sociale regelingen, zoals wij die nu kennen, zijn gebaseerd op een vast arbeidscontract. Hoe minder vaste banen er overblijven, hoe minder premies er betaald worden en hoe duurder ze worden. Het CDA juicht het zelfstandig ondernemerschap toe, maar wil voorkomen dat mensen die meer geschikt zijn voor een baan in loondienst, zich gedwongen voelen zzp’er te worden. Daarom moeten de kosten op arbeid omlaag, zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen in vaste dienst aan te nemen en moet het voor zzp’ers makkelijker worden om een pensioen op te bouwen en zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.

FUTUREMAGAZINE NR7

39


geen zorgen over upgrades, aantal licenties

H

et is snel gegaan voor Edwin Poot en Erik van Wijk, oprichters en eigenaren van Energyworx. Twee jaar geleden startten ze met hun bedrijf. Nu hebben

ze twintig werknemers, is Ciber een van de integration partners, Google technical partner, en zijn ze als twee Hollandse jongens regelmatig in Silicon Valley om daar te sparren over de laatste trends.

‘Het is echt ongelofelijk wat we meemaken’, zeggen de heren. Een paar jaren geleden besloten we eens na te gaan denken over meetdata. Er op een andere manier over denken, andere oplossingen zoeken. Eigenlijk zoals TFG ooit op een andere manier is gaan kijken naar de arbeidsmarkt. Wij vroegen ons af hoe je op zeer grote schaal meterdata van – vooral slimme – meters en sensoren kunt verwerken. En hoe je dit schaalbaar kunt maken, hoe je er de juiste infrastructuur onder kunt zetten en het uiteindelijke prijsmodel ook nog kloppend kunt krijgen. Dat denkwerk leverde het Energyworx-platform op. Het platform biedt een SaaS Meter Data Management‑ oplossing voor het verwerken van die slimme meterdata. Gebaseerd op een pay-per-use pricing model. Onze klanten – en de klanten van onze klanten – hebben hierdoor volledig inzicht in hun verbruik en hun gedrag; ze kunnen dat vergelijken met wat hun peers verbruiken en het prijsmodel schaalt mee naarmate de behoefte toeneemt. Bij het gebruiken van conventionele IT-systemen voor het meten van gegevens krijg je veelal te maken met torenhoge licentiekosten, performance problemen, beperkte flexibiliteit en astronomische kosten voor beheer en storage. Omdat het Energyworx platform een volledige SaaS MDM toepassing is, hoeven onze klanten zich alleen maar te focussen op de analyse van de data - en betalen ook niet voor data die ze niet nodig hebben of gebruiken. Het platform is altijd beschikbaar, kent ongekend hoge perfor-

40

FUTUREMAGAZINE NR7

mance en onze klanten hebben geen omkijken naar onderhoud en updates.’

Ground breaking changing

en

game

‘We realiseerden ons eigenlijk meteen dat we iets unieks in handen hadden. Maar hoe komt de rest van de wereld dat te weten? We hebben daar keihard aan gewerkt, en hebben de lat op alle vlakken steeds op maximale hoogte gelegd. Bij onze eerste klant, Alliander, kregen we het gevoel dat we echt ground breaking en game changing bezig waren. En dat werd alleen maar sterker toen Ciber en Google geïnteresseerd bleken. In het begin vraag je je ook af of er wel iemand voor je wil werken, maar inmiddels staan ze bij wijze van spreken in rijen voor de deur. Wij hebben een van andere aanbieders afwijkend business- en verdienmodel. Wij kennen geen licentiekosten. In plaats daarvan hanteren wij een pay-per-use model. Gebruikers van het platform betalen een bedrag per maand. De hoogte van het bedrag wordt bepaald door het aantal data delivery-punten en de dataresolutie. Voorbeeld: een slimme meter heeft over het algemeen drie data delivery-punten: elektra leveren, elektra terugleveren - daar hebben we het nog niet over gehad, maar dat kan via het Energyworx-platform ook - en gas. Hoe meer data delivery-punten, hoe meer men betaalt per maand, maar hoe lager de prijs per data delivery-punt per maand. Daarnaast blijven wij aan het platform werken: nieuwe toepassingen, nieuwe mogelijkheden. Al onze

klanten krijgen automatisch deze toepassingen zonder extra kosten. Discussies over upgrades, aantal licenties, hoeveelheid gebruikte data kennen wij dus niet.’

‘Energiegebruik en –verbr uik wordt een soor t lifestyle’ ‘Security en privacy zijn voor ons heel belangrijk. Wij hebben bij de opzet van het platform onderscheid aangebracht tussen de persoonlijke gegevens en de meetgegevens die daarbij horen: privacy-gevoelige gegevens worden gepseudonimiseerd, ze kunnen onmogelijk worden herleid tot privacy-gevoelige persoonsgegevens. Het platform is een honderd procent SaaS-op-PaaStoepassing, en bij PaaS is de fysieke toegankelijkheid tot infrastructuur en platformen volledig afgeschermd. Zelfs Energyworx kan daar niet bij. En natuurlijk is Application Security van groot belang en dus volledig opgenomen in het fundament van ons platform. ‘De laatste jaren wordt iedereen zich steeds bewuster van hoeveel energie er wordt verbruikt. Energie terugleveren aan het net, daar hoorde je een aantal jaren geleden niet veel over, nu wel. Energiegebruik en –verbruik wordt een soort lifestyle. Natuurlijk spelen we hierop in, wij vinden het supergaaf om daar met het Energyworx-platform een bijdrage aan te kunnen leveren. Onze raad aan consumenten: Bestel een slimme meter en meld je gratis aan op app.energyworx.org!’


of hoeveelheid gebruikte data

‘De laatste jaren

Erik van Wijk, mede-oprichter en mede-eigenaar van Energyworx

wordt iedereen zich steeds bewuster van hoeveel energie er wordt verbruikt.’

FUTUREMAGAZINE NR7

41


Wat Wat ? vinden de maten er eigenlijk van

T

ijd om wat maten van The Future Group enkele vragen te stellen. We hebben al zo vaak gehoord dat de maten ‘ontzorgd’ worden, dat we nu willen weten wat zij daar zelf van vinden. En hoe zien zij de toekomst? We nodigen John van der Stap, Bert Dingemans, Dennis Biesma en Guido van Deursen uit voor een groepsgesprek.

Bert Dingemans is al zes jaar maat bij TFG. Na zijn HBO-studie Tropische Landbouw raakte hij geïnteresseerd in informatiesystemen. Hij gaat aan de Open Universiteit studeren, waar hij zich vooral richt op de technische kant van de ICT maar ook op bestuurskunde. Hij ging aan het werk als IT’er, werd zzp’er en zette daarna samen met een aantal anderen een consultancy bureau op. Dat ging te goed: zijn bedrijf groeide en hij moest daardoor veel tijd besteden aan het managen van het bedrijf. Terwijl hij juist met IT bezig wilde zijn. Hij ging weg bij het bureau en werd maat bij The Future Group. Hij maakt deel uit van de maatschap Demand en noemt zichzelf ICT-bioloog, ICT-gezinsvoogd en ICT-architect. ‘Ik heb passie voor mijn vak. Wanneer je voor jezelf werkt, ben je veel tijd bezig met alles regelen. Bij TFG regelt de backoffice dat allemaal, en dat doen ze goed. Ja, dat van dat ontzorgen klopt wel.’ John van der Stap heeft HBO informatiekunde en een Post-HBO studie bedrijfskunde gedaan en heeft altijd in loondienst gewerkt, onder andere bij CSC, Wegener en de TU Delft. Maar steeds liep

42

FUTUREMAGAZINE NR7

hij tegen de grenzen op die zijn werkgever hem aangaf. John is echter een man met ambitie, visie en nieuwsgierigheid: hij wilde over die grenzen heen kijken. Iemand bij CSC raadde hem in 2001 aan zich te verdiepen in (enterprise)-architectuur. Vanaf dat moment is John verkocht en werkt hij jarenlang aan verschillende architectuurprojecten. De laatste jaren heeft hij wat andere rollen vervuld maar miste hij iets. In 2013 besloot hij dat hij geen baan meer wilde, maar leuk werk en is hij teruggekeerd naar het vakgebied waarin zijn passie ligt: architectuur. Net op dat moment vroeg een TFG-maat hem om eens te komen praten. Hij werd maat en kan zich nu volledig op zijn werk storten, zonder te hoeven denken aan al het andere waar een zzp’er zich mee bezig moet houden. ‘Wat TFG en mij betreft kun je zeggen dat één plus één drie is. Ik kan doen wat ik leuk vind en waar ik goed in ben, TFG regelt de randzaken en we hebben er allemaal profijt van.’ Hoewel Guido van Deursen al vier jaar maat is, is hij pas vijfendertig. Een van de jongere maten dus. Guido begon zijn carrière in

de IT-sector in ’99. Aanvankelijk was dat alleen maar werken en uren draaien in bekende vakgebieden en weinig nieuwe kennis opdoen, maar in de loop van de jaren is het hem gelukt hier verandering in aan te brengen. Hij heeft zich, na te hebben kunnen kijken in meerdere keukens van diverse detacheringsbureaus, in 2010 aangesloten als maat bij TFG. De mogelijkheid om veel kennis op te doen en te delen vindt hij een van de mooiste dingen van TFG: ‘Heerlijk dat ik me niet bezig hoef te houden met administratie en zo. Maar het delen van kennis op allerhande vlakken met maten maakt het geheel zo sterk.’

Kennis opdoen en delen Wat het ontzorgen betreft zit het wat deze maten betreft wel goed bij The Future Group. Guido bracht het gesprek al op het delen van kennis. Daar heeft John ook wel wat over te zeggen: ‘TFG zorgt ook nog voor een studiebudget. Dat zet je in om extra kennis te vergaren, en die kun je dan weer doorgeven aan je maten.’ Helaas gebeurt dat volgens Bert eigenlijk nog te weinig: ‘Dat moet echt nog naar een hoger plan worden gebracht. Er komt ook nog te weinig uit de maten zelf. Misschien heeft dat wel wat te maken met het feit dat we allemaal bevoorrecht zijn door het geld dat we verdienen, daardoor verdwijnt de prikkel misschien een beetje bij sommigen. Binnen onze maatschap hebben we nu het initiatief genomen voor een masterclass architectuur en ik heb goede hoop dat die wordt

opgepikt door de andere maten.’ Guido vindt het een mooi voorbeeld van hoe kennisoverdracht moet lopen: ‘Sowieso binnen het bedrijf, maar het zou ook prachtig zijn als je het naar de klant kunt brengen.’

‘Je hebt elkaar nodig om verder te komen’ Het expertisenetwerk bestaat, de TFG Academy werkt, maar sommige dingen kunnen beter. Bestaat bij de maten het idee dat TFG leert en vooruitgaat? Dingemans: ‘We groeien, en niet alleen in aantal maten. Maar groeien gaat in golfbewegingen. Er worden veel initiatieven genomen, we zijn nu eenmaal allemaal ondernemers. Vaak zakt na een tijdje de animo voor iets weer in. Als voorbeeld kun je de architectuurscan nemen die ik in elkaar heb gezet. Een mooi initiatief, maar helaas ontbreekt de follow up dan toch een beetje.’ Volgens John zit het ondernemen wel in het bloed, maar heb je elkaar nodig om verder te komen. Hij heeft samen met andere maten bijgedragen aan het opzetten van een Ondernemerskamer binnen TFG: ‘Stel, je ontwikkelt als maat een product, maar je weet niet hoe je het moet vermarkten. Sommige maten kunnen dat goed, die zouden in zo’n Ondernemerskamer moeten zitten, zodat je dat soort vragen aan hen kunt voorleggen. Natuurlijk kun je het ook gewoon in de maatschap inbrengen, maar ik heb toch het idee dat dat minder goed werkt. Ondanks alles blijft het, als ik Koot & Bie mag citeren, toch een beetje


John van der Stap Dennis Biesma

V

Guido van Deursen

oor het matengesprek nodigden we ook Dennis

Biesma uit. Helaas moest hij op het laatste moment afzeggen. We hebben hem toch nog wat vragen voorgelegd.

John van der Stap

Bert Dingemans

‘Je moet je echter wel realiseren dat je in je eentje misschien sneller gaat, maar dat je samen toch verder komt!’ ‘samen voor ons eigûh’. Aan de andere kant, het maten-voor-matenprogramma werkt wel goed: zonder Bert hier zat ik nu niet op een project bij Bureau Jeugdzorg Utrecht. Hij heeft daar gewerkt en mij geïntroduceerd.’ ‘Je hebt wel een beetje gelijk’, vult Van Deursen aan. ‘Misschien ben ik er heel naïef ingestapt, ik dacht echt dat we alles met honderdtachtig maten samen zouden doen. Maar dat kan misschien wel niet, ik merk nu ook dat je toch je eigen maten een beetje uitzoekt en opzoekt.’ ‘Ach’, sluit Bert Dingemans af, ‘met zijn allen is misschien een utopie. Je moet je echter wel realiseren dat je in je eentje misschien sneller gaat, maar dat je samen toch verder komt!’

De toekomst: een nog sterker netwerk en een voorlopersrol Er gaat dus heel veel goed bij The Future Group. Hoe kan het in de toekomst nog beter worden? John van der Stap: ‘Ik zie de toekomst zonnig tegemoet. Wel moet de naamsbekendheid groter worden, we zijn nu nog een beetje het best bewaarde geheim van Nederland. Ik wil goed in de gaten houden hoe de markt zich ontwikkelt. Niet alleen voor mezelf, maar ik vind dat ik die verantwoordelijkheid draag voor mijn maten en TFG als geheel.’ Ook Bert Dingemans ziet het niet somber in: ‘We moeten alleen ons netwerk nog sterker zien te maken. En dan niet alleen het netwerk binnen je eigen maatschap maar over alle maatschappen en klanten heen.’ Guido van Deursen kan ook niet anders dan positief afsluiten: ‘Ik voel me geweldig thuis bij TFG. Ik geloof dat we ons in de toekomst commercieel nog sterker gaan ontwikkelen.

We moeten ons nog meer als kennishuis profileren en ik hoop dat maten daarin hun verantwoordelijkheid nemen en zelf dingen gaan organiseren. Weet je, samenwerken komt steeds meer in de mode. De jongeren van nu weten niet anders, en er komen veel jonge ICT-specialisten aan. Die moeten we bij TFG betrekken.’ ‘Inderdaad’, zegt John, ‘en dan heb ik meteen een mooie uitsmijter. Enige tijd geleden zag ik Neelie Kroes op een of andere bijeenkomst. Zij vertelde een verhaal dat zij op een Europese jongerenconferentie was. Daar zat een Spaanse jongen die zijn kennis deelt met een Iers meisje, en mevrouw Kroes vraagt waarom hij dat doet: zo doet hij toch zijn concurrentievoordeel teniet! Het antwoord was zo mooi: ‘Madam, you’re so old fashioned.’ Punt! Daar moeten we als The Future Group naartoe, naar een voorlopersrol in die moderne maatschappij.’

‘Ik ben inmiddels vier jaar maat bij TFG. Tijdens mijn studie heb ik met drie andere studenten een eigen mediabedrijf opgericht. We wilden “unieke” websites bouwen en geen enkele keer hetzelfde doen. Na mijn studie heb ik gewerkt bij Accenture en Zwitserleven. Ik denk dat het Zwitserleven-gevoel iets te goed beviel: de drang naar zelfstandigheid begon te knagen en ik heb uiteindelijk de knoop doorgehakt. De reden om voor TFG te kiezen was het financiële vangnet dat ze boden en dat ik welgeteld een week nodig heb gehad. Maten-voor-maten: iemand had mijn cv bij zijn opdrachtgever neergelegd, en ik kon vrijwel meteen starten.’ ‘De persoonlijke aanpak binnen TFG spreekt me aan, het is geen massabedrijf. We doen hier samen mooie dingen en genieten daar met elkaar van. Dat sluit goed aan bij mijn visie op het leven. Het als groep samenwerken is ook een van de usp’s van deze club. Het verdienmodel/afdrachtenmodel vind ik belangrijk en natuurlijk het delen van kennis. Dat laatste is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. En het backoffice is in die jaren ook geprofessionaliseerd. Dat zijn mooie ontwikkelingen en ik denk dat we in de komende jaren nog “volwassener” zullen worden.’

FUTUREMAGAZINE NR7

43


Pieter van Heesewijk, eigenaar van Best Golf

‘Het “Best Golf-gevoel” moet je een keer ervaren hebben.’

G

eloof het of niet, maar golf is een van de grootste sporten in ons land. Inmiddels lopen er zo’n 400.000 Nederlanders op de greens

rond en bedraagt de totale bedrijfsomzet een half miljard euro. We togen naar het Brabantse Best om met Pieter van Heesewijk, eigenaar van Best Golf, te praten over de sport, gastvrijheid, zijn bedrijfsmodel en de toekomst van golf in Nederland.

www.bestgolf.nl

44

FUTUREMAGAZINE NR7


Kernwoorden Best Golf: ‘Qua leden is golf de derde sport van Nederland, na voetbal en tennis. Er spelen zo’n 400.000 mensen golf in Nederland. De Rabobank schat dat er inderdaad zo’n half miljoen omzet wordt gemaakt in de branche. Er zijn inmiddels zo’n tweehonderd golfbanen in Nederland en die bieden werk aan ongeveer vijfduizend mensen.

ruimte, Business Club en Bedrijfsgolf. Daartussen moet je een balans vinden en ervoor zorgen dat ze elkaar versterken. Je hebt dus ook verschillende klanten: volwassen clubleden, jeugdleden, zakelijke leden en de green fee-spelers. Die wil je allemaal op de beste manier ontvangen en bedienen, zodanig dat je eigenlijk hun hoogste

gastvrijheid, Het aantal mensen dat speelt kan nog veel verder groeien: golf is een sport waar je mee kunt beginnen op je achtste en die je bij wijze van spreken actief kunt blijven beoefenen tot je honderdste. Vanuit ondernemersperspectief betekent dit dat je een waanzinnig groot potentieel hebt. De kunst zit

verwachtingen overtreft. We leggen daarin onze lat hoog en dan moet je als ondernemer maximale grip hebben op elk onderdeel van het bedrijf. Wij hebben voor onszelf meer dan honderdvijftig ‘belevingsmomenten’ benoemd en die moeten allemaal kloppen: van slagboom tot slagroom! Van een mooie en goed

uitmuntende voorzieningen hem erin dat je die hele brede doelgroep moet proberen te bereiken en aan te spreken.’

‘ V an slagboom tot slagroom’ ‘Grofweg kun je een verdeling maken tussen verenigingsbanen en commerciële golfbanen. Best Golf is een commerciële baan met leden. Onze leden bieden we extra mogelijkheden als speelgarantie en kortingen bij ons restaurant. Ons bedrijf rust op verschillende pijlers: de clubleden, ons uitstekende restaurant Dimples, verhuur van vergader-

onderhouden baan, de gebouwen en aankleding, schilderijen die recht en niet scheef hangen tot het dessert in Dimples. Wij maken het onze gasten naar de zin, benaderen ze proactief. Het verschil wordt gemaakt in de details. Kernwoorden voor mij zijn gastvrijheid, uitmuntende voorzieningen en authenticiteit.’

‘Meer aandacht aan de zakelijke kant’ ‘Het aantal golfbanen in Nederland is in de laatste jaren sterk gegroeid. Eigenlijk zijn er inmiddels misschien wel te veel.

en authenticiteit

De jeugd is veel meer gaan golfen, maar die groei vlakt af. De trend is dat er een lichte toename is van het aantal green fee-spelers maar dat de vaste leden minder gaan spelen. Bij Best Golf zijn we daarom meer aandacht gaan besteden aan de zakelijke markt. Succes van een geslaagde golf dag heeft alles te maken met het creëren van persoonlijke relaties. Het vervolgens zaken doen op de golfbaan komt mede vanuit die relaties en de setting die Best Golf realiseert. Je mengt privé met zakelijk. Je komt bij elkaar omdat je iets van elkaar wilt, een dienst of een product. Je neemt de tijd voor elkaar, je trekt intensief met elkaar op. Je leert elkaar daardoor beter kennen en je kunt meer uitleg geven over wat je aanbiedt of waarom je iets wilt hebben. Hierdoor ontstaan kortere lijnen tussen mensen en bedrijven. Best Golf speelt hier natuurlijk op in, wij introduceren graag mensen en bedrijven bij elkaar. Dat doen we onder andere via bedrijfsdagen. Onze medewerkers realiseren zich dat alles elke dag moet kloppen om de zakelijke ontmoetingen te laten slagen. De greens zijn hier letterlijk en figuurlijk groener dan bij de buren, en daar zijn we trots op.’ Ondernemend Nederland moet zeker een bezoek brengen aan Best Golf. Het lijkt mij een goed plan om in samenwerking met TFG en ons restaurant Dimples alle lezers het “Best Golf-gevoel“ te geven. Of je nu opzoek bent naar een goed georganiseerde bedrijfsclinic of misschien wel een eigen bedrijfsgolfdag. Wij laten met veel genoegen iedereen kennismaken met topkwaliteit in een Brabants jasje. Graag zal ik iedereen persoonlijk ontvangen en desgewenst een rondleiding geven op ons golfcomplex.’

FUTUREMAGAZINE NR7

45


Doelstelling The Future Foundation:

A

msterdam of Barcelona? Johan Cruijff: wat heeft hij gedaan, wat doet hij nu en waar ligt zijn toekomst? Namens The Future Foundation stelde Pascal de Koning hem een aantal vragen.

Johan Cruijff: Amsterdam is zijn stad, Sinds 2013 doen er elk jaar twee teams van TFG mee aan de Cruyff Foundation Cup. Via de TFG Foundation schenkt TFG zo als vaste partner achtduizend euro aan de organisator van dit evenement, de Johan Cruyff Foundation. Het is een ongelooflijk mooi bedrijfsvoetbal‑ evenement waar de TFG-teams spelen tegen Johan Cruijff en andere voetbalhelden van weleer als Wim Kieft, Aaron Winter, Edwin van der Sar en Wim Jonk, en tegen mensen als Humberto Tan, Barbara Barend en Hazes junior. Met elkaar geld ophalen voor een meer dan goed doel waar Johan de anchorman van is en Carole Thate, de directeur van de Johan Cruyff Foundation, alles in goede banen leidt.

Cruijff, de legende Wie kent Johan Cruijff niet? De legendarische nummer 14 met een ongekende staat van dienst, inmiddels niet meer alleen in voetballand. Hij heeft een eigen sportmerk dat wereldwijd wordt verkocht, hij heeft zijn eigen Foundation en hij is nog steeds de man die op geheel eigen wijze op heel veel vragen nog meer antwoorden heeft! Hendrik Johannes Cruijff, de legendarische nummer 14, geboren 25 april 1947, getrouwd met Diana (Danny) Coster in 1967 en vader van 3 kinderen: Chantal, Susila en Jordi. Erkend als één van de beste, zo niet de beste speler aller tijden. Alle denkbare

46

FUTUREMAGAZINE NR7


Het bevorderen van de levensvreugde van minderbedeelde kinderen

Barcelona zijn thuis voetbaltitels behaald. Koninklijke onderscheidingen: Ridder in de Orde van Oranje Nassau en Officier in de Orde van Oranje Nassau. Woont in Barcelona sinds 1988. Geroemd tijdens zijn voetbalcarrière vanwege zijn techniek, startsnelheid, handelingssnelheid en spelinzicht. Johan houdt graag privé en werk gescheiden. Zijn beide dochters zijn actief achter de schermen voor de vele initiatieven waar Johan zich mee bezig houdt. Jordi is als technisch directeur werkzaam bij Maccabi Tel Aviv in Israël. Cruijff geniet van iedere dag in Barcelona. Hij woont net buiten het centrum van Barcelona op de berg Tibidabo, met een fantastisch uitzicht over de stad en weg van de drukte. Hij is daar destijds gaan wonen omdat hij er ging voetballen, later werd hij er coach. Vervolgens is hij er niet meer weggegaan. Het klimaat is er fantastisch en de Catalanen hebben net als Johan een sterke wil, een mentaliteit om te overleven, iets dat Johan erg aanspreekt ! Johan staat bekend in Catalunya als El Salvador en El Dios, de Verlosser en God. Hij bracht in 1992 FC Barcelona de Europa Cup 1 overwinning en maakte zich daarmee onsterfelijk voor de Catalanen.

lers uit zijn tijd als trainer van Barcelona nog contact. De bekendste is Guardiola (op dit moment de zeer succesvolle coach van FC Bayern München) die zelf regelmatig heeft gezegd dat het Barcelona van een aantal jaren geleden, toe hij daar zelf coachte, veel invloeden kende van Cruijff. En onlangs opende Johan in het Spaanse plaatsje Terrassa een Cruyff Court bij een goede bekende van hem, Xavi Hernández, de aanvoerder van FC Barcelona. Je mag hem Johan noemen, maar de meeste mensen spreken hem eigenlijk liever aan als Meneer Cruijff omdat ze zo ontzettend veel respect voor hem hebben. Hij kent de hele wereld, spreekt met de hele wereld. Alle grootheden uit voetballand en niet voetballand vinden het een eer met hem te mogen praten. Hoe ervaren wij Johan tijdens een dag voetballen in het Olympisch Stadion? Johan is open en eerlijk, gaat met iedereen graag op de foto en je kunt hem altijd een vraag stellen. Hij geniet zichtbaar van een dagje lekker voetballen en het rijden in een rolstoel met een basketbal in zijn hand. Arrogant? Totaal niet. Altijd normaal gebleven, iedereen in zijn waarde latend.

Cruyff Foundation Spreek je nog veel mensen van toen? Johan heeft met een aantal spe-

Hoe ziet een gemiddelde werkdag van Johan er uit? Veel werk of ook veel ontspanning?

Dat verschilt nogal. Belangrijk vindt Johan het dat hij vooral geniet van de dingen die hij doet. Hij zet zich veel in voor de verschillende organisaties die zijn naam dragen (Foundation, Institute, Football, Classics) maar is ook veel in de zon te vinden op de golfbaan. Golf spelen vindt hij heerlijk om te doen en het staat hem soms ook wel aan het niet al te druk te hebben. In de Foundation - waar hij erg trots op is - gaat veel tijd zitten. De Foundation is actief op drie gebieden: sportprojecten voor de gehandicapte jeugd, Cruyff Courts en Schoolplein14. De Foundation richt zich vanaf de oprichting in 1997 op sportprojecten voor de jeugd met een handicap. In de loop der tijd is de stichting enorm gegroeid. In 2003 kwamen de Cruyff Courts erbij. Het creëren van deze duurzame en veilige speelvoorzieningen in de wijk is één, maar nog belangrijker is er op toe te zien dat ze ook daadwerkelijk (goed) gebruikt worden. De verwachting is dat in het voorjaar van 2015 het 200ste Cruyff Court geopend zal worden. Er liggen op dit moment ook al veldjes buiten Nederland, namelijk in Spanje, Israël, USA, Afrika, Japan, Maleisië, Denemarken, Polen, Engeland, Brazilië en België. Binnenkort komen er courts in Argentinië, Italië en India bij. Sinds de 65ste verjaardag van Johan Cruijff (nu 2 jaar geleden)

FUTUREMAGAZINE NR7

47


houdt de Foundation zich ook bezig met het opknappen en uitdagender maken van bestaande schoolpleinen. Dit project heeft de naam: Schoolplein14. Net als bij alle Cruyff Courts spelen de “14 regels van Johan Cruijff” hier een belangrijke rol. De focus ligt vooral op het creëren van een uitdagender buitenruimte, opdat de jeugd wordt gestimuleerd om voor, tijdens en na schooltijd meer met elkaar te bewegen. Ook dit project werkt vanuit de gedachte “alleen kun je niets, je moet het samen doen”. Eind 2014 zijn er ruim 100 pleinen opgeknapt. Alle Cruyff-organisaties worden zelfstandig geleid door goede mensen. En alle onderdelen lopen geweldig. In onderling overleg worden zaken met elkaar afgestemd en de verwachting is dat dit de komende jaren alleen maar beter gaat worden. Het is belangrijk dat de naam beschermd wordt en dat ervoor gezorgd wordt dat er geen gekke dingen mee gebeuren. De wens van alle organisaties zelf is vooral te groeien. Er zal extra aandacht besteed worden om dit goed te begeleiden en ervoor te

zorgen dat alles goed blijft gaan. Het is duidelijk dat Johan voldoende om handen heeft om naast het golfen ook nog de rest van zijn dag gevuld te krijgen. Dankbaar is hij voor alle dingen die hij mag doen met heel veel enthousiaste mensen, veelal vrijwilligers die zich inzetten voor al deze goede doelen. Echte wensen naar de toekomst heeft Johan niet. Hij heeft niet echt een lijstje met onderwerpen die hij nog wil doen. Cruijff leeft met de dag en geniet van iedere dag. Achter de geraniums zal hij niet snel belanden…

Maatschappelijk betrokken Vele honderden interview verzoeken, veel mensen die iets van je willen ongetwijfeld. Ook veel vrienden daardoor? Johan heeft nog een aantal echte vrienden, van heel vroeger uit Betondorp. Daarnaast is het inderdaad zo dat veel mensen hem kennen en iets van hem willen. Maar aangezien dit al zoveel jaren het geval is, is hij daar wel erg aan gewend geraakt. Zelf vindt Johan het fijn om veel met jonge en ambitieuze mensen te werken, vandaar ook dat hij al

weer vijftien jaar geleden het Cruyff Institute for Sport Studies in het leven heeft geroepen. Om juist jonge en talentvolle sporters de kans te geven om hun sport met studie te combineren. En om iets zinvols te doen ná hun sport. Slechts een heel klein deel van de sporters kan met de sport echt geld verdienen. De rest, het overgrote deel, zal toch ook na hun actieve carrière deel moeten gaan nemen aan de maatschappij. Sportorganisaties moeten volgens Cruijff geleid worden door sportmensen. Zij hebben namelijk zoveel kennis, ervaring én de juiste instelling! Mits goed begeleid en geholpen kunnen zij in ‘het leven na de actieve sportcarrière’ veel meerwaarde bieden. Het Cruyff Institute heeft inmiddels kantoren in Barcelona, Mexico, Peru, Zweden en Maleisië. Maar het biedt vooral een heel uitgebreid online educatieprogramma. Nederland kent naast het Institute vertakkingen in de vorm van de Cruyff University (Amsterdam en Tilburg) en het Cruyff College (Amsterdam, Breda, Groningen, Enschede en Nijmegen). Er is volgens Johan veel in het

‘Alleen kun je niets, je moet het samen doen.’

48

FUTUREMAGAZINE NR7

voetbal veranderd. De meeste voetballers komen uit een gewoon gezin, maar krijgen opeens te maken met de enorme bedragen die worden betaald. Probeer dan maar eens normaal te blijven! Volgens Johan ligt hier een grote verantwoordelijkheid voor de clubs, die zij helaas niet altijd pakken. Ze leiden namelijk niet alleen een voetballer op, ook een mens. Daarom de link naar het Cruyff Institute en ook de insteek die zijn bedrijf Cruyff Football heeft: aandacht voor het gehele individu en niet alleen de voetballer.

Amsterdam of Barcelona? Johan heeft veel van de wereld gezien. Zijn stad is toch wel Amsterdam, maar zijn thuis is en blijft Barcelona. Het fijne klimaat en het lekkere eten maken Barcelona natuurlijk een plek waar het heerlijk vertoeven is. Maar hij kan ook erg genieten van boerenkool met worst of een broodje halfom. Dat is weer iets makkelijker te krijgen in Amsterdam.

Voor meer informatie over Johan en zijn “World of Johan Cruyff”: www.johancruyff.com


THE FUTURE FOUNDATION The Future Group verkeert in de gelukkige omstandigheid jaar op jaar weer af te sluiten met winstgevende resultaten. Al sinds 2000 neemt ieder jaar de omzet en winst weer iets verder toe. Hieraan hebben heel veel mensen bijgedragen. Samen met hen is in 2009 besloten dat TFG ook financieel bij wil dragen aan de maatschappij via goede doelen. Voor TFG één van de zaken die hoort bij maatschappelijk verantwoord ondernemen

Doelstelling The Future Foundation: Het bevorderen van de levensvreugde van minderbedeelde kinderen.

Het beleidsplan: The Future Group gelooft dat de organisatie naast haar economische en sociale functie ook een zichtbare maatschappelijke rol moet vervullen. Dit wordt sinds juli 2009 concreet ingevuld met de oprichting van The Future Foundation. Een van de doelen van deze stichting is ieder jaar evenementen te organiseren om fondsen te genereren voor het verbeteren van de toekomst van minder bedeelde kinderen. Per jaar worden één of meerdere goede doelen gekozen, die door middel van donaties ondersteund worden. Dit betreffen zowel grote als kleinere goede doelen die zich richten op een positieve toekomst voor minder bedeelde kinderen. De donaties komen voort uit de netto winst van TFG, bijdragen van collega’s door middel van het afstaan van uur- of dagomzetten en door specifieke evenementen die zich richten op fondsenwerving of hier veel aandacht aan besteden

Goede GOEDE doelen DOELEN2015: 2015 • CRUYFF CUP 2015 • SPORT HELPT en KiKA, TFG Hockeyclinic 21 juni, HC Bloemendaal

Ook doneren? Dat kan op 1505.70.341 t.a.v. The Future Foundation.

www.the-future-group.com FUTUREMAGAZINE NR7

49


Emirates:

Thierry Aucoc, Senior Vice President Commercial Operations van Emirates

The right service for the right price! E

mirates maakt al zesentwintig jaar achter elkaar winst. Dat is een prestatie, zeker als je de cijfers van andere luchtvaartmaatschappijen ziet. Ze weten blijkbaar een gevoelige snaar te raken bij mensen, anders win je geen vijfhonderd International Awards en word je niet binnen negenentwintig jaar de grootste luchtvaartmaatschappij ter wereld. Ze hebben een heel sterk concept waarmee ze mensen kunnen overtuigen om te kiezen voor Emirates. Pascal de Koning ging namens TFG in gesprek met Thierry Aucoc, Senior Vice President Commercial Operations van Emirates, verantwoordelijk voor de Europese en Russische markt. Thierry Aucoc is van Frans-Italiaanse komaf, en begon zijn carrière in de luchtvaart bij Air France. Emirates heeft tweeëntwintig countrymanagers in Europa, die allemaal verantwoording aan hem moeten afleggen. Hij moet wel een druk man zijn, want hij probeert ze allemaal elke week persoonlijk te spreken in hun respectievelijke landelijke hoofdkantoren: alleen aan reizen ben je dan al heel wat tijd kwijt! Boven hem in de hiërarchie staat Executive Vice President, Thierry Antinori. ‘Antinori en ik kennen elkaar nog van Air France. Hij ging op een gegeven moment naar Lufthansa, ik naar Alitalia/KLM. Blijkbaar heb ik iets fout gedaan, want hij staat nu boven mij’, zegt Aucoc lachend. ‘Maar we zijn allebei erg gelukkig met onze banen bij Emirates.’

De cijfers ‘Er werken zo’n 52000 mensen voor

50

FUTUREMAGAZINE NR7

Emirates, als je Dnata meetelt zelfs 75000. We maken vrij weinig gebruik van mensen van buiten, ons eigen personeel is hoog opgeleid en uitstekend getraind. Elke maand groeit het bedrijf, elke maand vervoeren we weer meer passagiers. Dat is helemaal in lijn met de toename van onze capaciteit, zo’n vijftien procent per jaar. Emirates is de grootste luchtvaartmaatschappij naar internationale vervoerscijfers. Niet slecht als je bedenkt dat we pas negenentwintig jaar bestaan. Afgelopen jaar maakten we een winst van 800 miljoen dollar bij een omzet van 22,5 miljard dollar. De voornaamste reden dat we groeien komt door de ligging van Dubai. 75 procent van de wereldbevolking woont op nog geen acht uur vliegen van de ultramoderne hub die we daar hebben. We vliegen inmiddels naar 147 bestemmingen in vierentachtig landen, en elk jaar komen er nieuwe bestemmingen bij.

Daarnaast hebben we de grootste vloot, 230 operationele vliegtuigen, waarvan de gemiddelde leeftijd zes jaar is. We hebben nu orders uitstaan voor ongeveer 300 nieuwe vliegtuigen ter waarde van zo’n 138 miljard dollar, dat is 25% van het BNP van De Verenigde Emiraten.’ ‘Het merendeel van die vliegtuigen zijn Boeing 777’s en Airbus 380’s. Die A380’s zijn gloednieuwe vliegtuigen, we hebben er nu 54, oftewel 37% van alle A380’s in de wereld. Ze zijn nieuw, dus weinig onderhoudskosten, kostenefficiënt, ze zijn minder vervuilend dan welk ander vliegtuig dan ook per kilometer per passagier en ze zijn zo gebouwd dat we de passagiers top of the art service kunnen leveren. Die A380’s zijn echt super! Wat ze kosten? Geen idee… Kan ik u niet zeggen, volgens mij staan ze voor ongeveer 480 miljoen dollar in de catalogus bij Airbus. We hebben overigens ook een grote cargo fleet: 20% van onze inkomsten komt uit transport van goederen.’

The right ser vice for the right price De centrale hub dus, en een uiterst moderne, grote vloot. Dat zijn al twee dingen die kunnen verklaren dat het zo goed gaat met Emirates. Maar er moet meer zijn! Want al die andere maatschappijen blijven ver achter.


‘Het is niet zo dat wij het goed doen en zij fout. Ik heb bij vijf concurrenten gewerkt en dat waren allemaal degelijke bedrijven. Wij hebben het voordeel dat we een jong bedrijf zijn, dat zich niet heeft hoeven aanpassen aan de moderne tijd. Wij zijn meteen begonnen met die stervormige hub, met vluchten naar alle windrichtingen, andere maatschappijen hadden dat voordeel niet. En Dubai ligt zoals gezegd heel centraal en is trouwens ook een van de mooiste plekken ter wereld om te wonen en te werken. Daarnaast hebben we veel geïnvesteerd in service. We leiden al ons personeel zelf op, onze mensen ademen bij wijze van spreken Emirates. Ze komen uit alle werelddelen, spreken vele talen, hebben een internationale uitstraling, zijn open minded – precies wat Emirates is. De arbeidsomstandigheden zijn goed, we bieden een mooi salaris, een mooie plek om te wonen – dat motiveert enorm. Elk jaar solliciteren er bij ons honderdduizend mensen, terwijl we maar zo’n vierduizend banen te vergeven hebben! We hebben drie klassen: economy, business en first class. Een A380 heeft 517stoelen, waarvan 76 in de business en 14 in first class. Alle drie hebben ze een bezettingsgraad van tachtig procent. In de twee hoogste klassen bieden we heel veel service: in first class hebben we een bar en een douche. Tachtig procent van de first classpassagiers maakt gebruik van die douche! Maar ook de service in de economy class is hoog, en dat heeft te maken met het feit dat we vooral lange vluchten maken. Als je naar Australië vliegt of Zuid Amerika móet je wel service leveren, je kunt iemand toch niet zoveel uren laten verkommeren! Het gaat om the right service for the right price, en bij Emirates voldoen we aan de hoogste standaard op alle terrein. Nee, de bezettingsgraad van de duurste klassen is helemaal niet teruggelopen. Waarom denk je dat? Ja, grote bedrijven hadden de policy van “geen businessclass meer, neem maar economy” en dat werd uiteindelijk “ach, ga maar lopen!” Erg politiek correct… Maar bij middelgrote en kleine bedrijven merkten we daar niets van. En vergeet niet dat ook veel vakantie‑ gangers op lange vluchten voor een hogere klasse en meer service kiezen.’

Loyalty-programma

Emirates en Dubai

‘We luisteren goed naar onze klanten, leveren topservice, zijn efficiënt en innovatief. We blijven om ons heen kijken. Als mensen naar nieuwe bestemmingen willen, gaan we die aanbieden. Zo creëren we een nieuwe markt, we pakken geen deel van andere maatschappijen af. En elke nieuwe bestemming zorgt voor groei in de hele business, levert banen op en biedt nieuwe mogelijkheden. Maar je moet wel durven en altijd de beste willen zijn. We mogen niet op onze lauweren gaan rusten en denken dat we er zijn. Dat pikken onze klanten gewoon niet.’ We hebben een prachtig loyalty-programma. Daar binden we veel mensen

‘Dubai is een geweldige plek om te wonen of om eens te bezoeken. Dubai is Emirates, en Emirates is Dubai. Twintig jaar geleden kwamen hier bijna geen buitenlandse toeristen. Inmiddels zijn dat er 12 miljoen per jaar. Ter vergelijking: er gaan er 16 miljoen per jaar naar Parijs. Dubai is een jong land, ontwikkelt zich heel snel. Dat groeiende aantal toeristen is deels te danken aan Emirates: mensen die een paar dagen in Dubai blijven als ze hier een tussenstop hebben bijvoorbeeld.’

‘Committed to the highest standards in everything we do!’ mee. Eigenlijk verschilt het niet veel met andere partijen: per kilometer verzamel je punten. Maar die punten kun je bij heel veel partners gebruiken: voor hotels, autohuur, geen enkele maatschappij heeft zoveel partners waar je je punten kunt besteden als wij. Wij hebben veelal lange vluchten, de meeste mensen vliegen niet vaak zo lang. Daarom kun je onze punten ook gebruiken bij Easy Jet, heel veel mensen weten dat nog niet.’

Spor tsponsoring We hebben nog een laatste vraag: waarom stopt Emirates zoveel geld in sportsponsoring? ‘We bouwen een merk en topsport past extreem goed bij Emirates. We willen winnen, ons ontwikkelen, mensen samen brengen en een internationale uitstraling. In landen waar voetbal populair is, sponsoren we de grote teams: Arsenal, Paris Saint Germain, Real Madrid. In Argentinië hebben we ons op polo gestort, in een tennisland als Australië sponsoren we de Australian Open. Zo betrek je de mensen van een land bij ons merk.’ ‘Maar ik wil zelf ook nog één ding zeggen. Volgens mij zijn we ook zo groot geworden omdat we negentwintig jaar geleden een strategie hebben bedacht waar we nog steeds aan vasthouden. We veranderen niet elke drie jaar onze plannen, maar gaan door op de weg die we ooit zijn ingeslagen, committed to the highest standards in everything we do!’

FUTUREMAGAZINE NR7

51


WoningNet maakt de markt van huurwoningen inzichtelijk ‘Funda is een begrip, huurwoningnet.nl en woningnet.nl zijn dat wat minder. Toch hebben onze sites maandelijks meer dan een miljoen bezoekers. En we zijn druk bezig om de site nog meer onder de aandacht te krijgen. WoningNet is in 2001 opgericht door woningcorporaties uit Amsterdam en Utrecht. Dat was de tijd dat internet in opkomst was, en ze bedachten dat het aanbieden van hun huurwoningen anders kon en moest. De grote steden hadden toen woningkranten, en daarin moest je gaan zoeken in het aanbod. Je kon daarin wel zien of je qua wachttijd voor een bepaald huis in aanmerking kwam, maar eigenlijk had je altijd het idee dat er nog minstens honderd wachtenden voor je waren. Het was absoluut niet inzichtelijk hoeveel kans je op een woning maakte. Via een website zou dat allemaal veel makkelijker moeten kunnen, en daarin hebben ze gelijk gekregen. In de loop der jaren is WoningNet gigantisch gegroeid, inmid-

52

FUTUREMAGAZINE NR7

dels maken zo’n tweehonderd corporaties gebruik van onze diensten, dat is ongeveer de helft van alle corporaties in Nederland. Vroeger bestonden er veel meer corporaties, maar een groot aantal daarvan is de laatste jaren gefuseerd of is gaan samenwerken. Ze zijn gaan kijken wat er efficiënter en beter kon. Het resultaat was vaak dat ze hun service uitbesteedden aan ons.’

‘Corporaties hoeven niet zelf het eigen wiel uit te vinden’ ‘We proberen continu onze service te optimaliseren. De klant staat bij ons centraal. Onze aandeelhouders zijn onze klanten – corporaties, gemeenten, institutionele beleggers –, maar niet al onze klanten zijn aandeelhouder. Corporaties kunnen hun woningen aanbieden via onze site. Dat is gebruikmaken van onze schaalgrootte, ze hoeven niet zelf het eigen wiel uit te vinden. We bieden ook professionele ondersteuning, zoals onderzoek

op het gebied van woonwensen en trends in de woningmarkt, en geven deskundige voorlichting. We doen ook veel onderzoek naar huurders en de huurmarkt, wij hebben een schat aan gegevens die we bijvoorbeeld kunnen matchen met huurdersenquêtes die de afzonderlijke corporaties doen.

60.000 mails en 200.00 telefoontjes van woningzoekenden per jaar Aan de andere kant zijn mensen die een huurwoning zoeken onze klanten, vooral als het gaat om sociale huurwoningen. Ons Klantcontactcenter handelt per jaar meer dan zestigduizend e-mails en tweehonderdduizend telefoontjes van woningzoekenden af. Er zijn 2,4 miljoen sociale huurwoningen in heel Nederland. Wij bieden een overzicht van wat er vrij is bij de bij ons aangesloten corporaties: je hoeft je niet meer in te schrijven bij verschillende corporaties om het aanbod te zien te krijgen en erop te reageren. Dat is een grote service, zeker als je bedenkt dat we van eindeloze lijsten met

aanbod af zijn en dat je door een profiel aan te maken haast 1-op1- advies krijgt. Voor de vrije sector zijn we rooftrack.nl gestart, een platform voor betrouwbare vastgoedaanbieders in het hogere huursegment. Aan de bovenkant van de markt was het lastig zoeken voor de consument, met rooftrack.nl wordt dat veel eenvoudiger. Wij willen mensen ook in staat stellen keuzes te maken: ga je huren of toch kopen? Iedereen maakt daarin zijn eigen afwegingen, en wij willen helpen die inzichtelijker te maken.’ ‘WoningNet heeft ongeveer honderdtachtig medewerkers, waarvan zestig ICT’ers en zo’n zelfde aantal op het callcenter. We zijn op technologisch gebied vooruitstrevend en toonaangevend. Wij hebben er de kennis voor in huis. En als we specifieke expertise niet hebben, huren we die in. Daar komt The Future Group om de hoek kijken. Want bij samenwerking moet gelden dat één plus één drie is, anders hoef je het niet te doen.’


Justus Temme, CEO Woningnet NV

Jeffrey Havelaar, The Future Group

‘Wij willen mensen ook in staat stellen keuzes te maken: ga je huren of toch kopen?.’

I

edereen weet dat je op Funda moet kijken als je een huis wilt kopen. Sterker, er zijn mensen die helemaal niet op zoek zijn naar een huis,

maar toch verslaafd zijn aan deze site: om te dromen over iets groters, of om een voyeuristische blik in de interieurs van anderen te kunnen werpen. Er zijn ook dit soort sites voor huurwoningen, zoals woningnet.nl. Ook die worden zeer frequent bezocht, zeker in steden als Utrecht, Amsterdam en Groningen. Jeffrey Havelaar, TFG; Gaat in Weesp langs bij Justus Temme, directeur van WoningNet.

FUTUREMAGAZINE NR7

53


K

ort door de bocht: Powerhouse is een energiele­ verancier. Maar daar zijn er veel van. Wat maakt het

bedrijf zo bijzonder? TFG-maat Guido van Deursen heeft zijn vroegere studiegenoot Quincy Verkolf, manager business development solutions a.i. bij Powerhouse, uitgenodigd op de burelen van The Future Group om daarover te praten.

Kopen of verkopen? ‘Je hebt gelijk, energie leveren is zo moeilijk niet, genoeg bedrijven die dat probleemloos doen. Wij bieden echter meer dan alleen het leveren van elektriciteit en gas. Dit doen wij door grootverbruikers toegang te bieden tot de belangrijkste energiemarkten en daarmee de mogelijkheid om zelf het juiste moment van in- en of verkoop te kunnen bepalen tegen een zo gunstig mogelijk tarief, afgestemd op het eigen productieproces. Hierbij bege-

54

FUTUREMAGAZINE NR7

leiden wij onze klanten naar een goede energiestrategie. Natuurlijk, we zijn een energieleverancier, maar misschien zijn we wel vooral een IT-bedrijf, want het grootste deel van onze kracht zit verwerkt in het online Powerhouse Energy Platform.’

Niet alleen meer de agrarische sector ‘Tien jaar geleden, vlak na de liberalisering van de energiemarkt werd Powerhouse opge-

richt. We zijn gestart en groot geworden met het leveren van producten en diensten aan de agrarische sector. Ondernemers in de glastuinbouw die zelf een warmtekrachtkoppeling hadden aangeschaft, zagen de potentie van die geliberaliseerde markt. Daarmee ontstond de behoefte aan meer zelfsturing en het flexibel afnemen en of leveren. Wij bieden de klant die flexibiliteit. Via het Powerhouse Energy Platform krijgen klanten, naast 24/7

toegang, de mogelijkheid hun energie volledig te laten meebewegen met ontwikkelingen op de markt. Online modules en een app maken het verder mogelijk om op ieder gewenst moment energie vast te kunnen leggen. Wordt het kopen of verkopen? Dat bepaalt en regelt de klant zelf. Powerhouse wil zich blijven ontwikkelen en heeft een groeistrategie. We willen de basis ver-


Quincy Verkolf, Business Development & Solutions

‘Onze kracht zit verwerkt in het online Powerhouse Energy Platform.’

D at bepaalt de klant bij Powerhouse zelf. breden door op meer terreinen actief te worden. Dit kan binnen de grenzen van Nederland maar ook zeker daarbuiten. Zo zijn we reeds actief in België en leveren al een deel van het platform aan andere energieleveranciers zoals npower in Engeland. In de toekomst zullen we daarom ook een groot aantal gespecialiseerde ICT’ers nodig hebben, met kennis van bedrijfsprocessen en slimme technische oplossingen. Om voorop te blijven lopen, moe-

ten we de juiste mensen bij ons in dienst hebben; we houden de arbeidsmarkt daarom constant in de gaten.’

Windenergie in de zeilen Een goed voorbeeld van onze groeistrategie komt tot uiting in de windpropositie van Power­ house, want ook op het gebied van windenergie zijn wij een grote speler. De keuze om een sponsorschap aan te gaan met Team Vestas Wind, een van de

deelnemers aan de Volvo Ocean Race, is dan ook een zeer bewuste. Vestas, ’s werelds grootste windenergiebedrijf, bouwt met moderne technologie windmolens, en zorgt daarmee op globaal niveau voor schone energie. Los van de link met Vestas zien wij ook een mooie parallel met zeilen waarbij het draait om sturen op energie. Het gaat om inzicht, flexibiliteit en inspelen op verandering. Dat sluit naadloos aan op de visie

van Powerhouse. De race doet verschillende landen aan waar de tuinbouw een grote sector is, zoals Brazilië en China. De zeilwedstrijd biedt dan ook een uitgelezen mogelijkheid om in deze landen een eerste voet aan wal te krijgen met de flexibele concepten van Powerhouse.

FUTUREMAGAZINE NR7

55


Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed de archieven open

Dirk Houtgraaf, programmadirecteur Erfgoed Digitaal

H

alverwege de historische binnenstad van Amersfoort en het station staat het hoofdkantoor van de

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. We hebben er een afspraak met Dirk Houtgraaf, programmadirecteur Erfgoed Digitaal en TFG-maat Erik Visser.

56

FUTUREMAGAZINE NR7

Stiekem hoop je misschien wel wanneer je op bezoek gaat bij een organisatie die zich bezighoudt met erfgoedzorg, dat je terechtkomt in een statig oud gebouw waarin die lastig te omschrijven geur van oude archieven hangt. Dat je na het passeren van een stevige dubbele houten deur via verborgen trappen een hoge salon wordt binnengeleid waar je de geheimen van het verleden zullen worden geopenbaard. Hoe anders is het hier: een modern kantoorpand - zeker niet lelijk overigens, gelegen aan een park met hoge bomen - met een parkeergarage eronder, met ruime werkplekken, licht en open. Het pand blijkt een afspiegeling te vormen van hoe

de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed tegenwoordig opereert.

Kennis met elkaar verbinden en doorzoekbaar maken ‘We hielden ons bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – wij hebben het zelf over de RCE – veelal bezig met onderzoek, de uitvoering van beleid, de uitvoering van subsidieregelingen en ook bijvoorbeeld inspecteren van monumenten’, zegt Dirk Houtgraaf. ‘Maar steeds meer groeide het besef dat we zoveel meer te bieden hebben. En dat willen we laten zien. De zorg voor het erfgoed is een publiek belang. We willen het erfgoed behouden en duur-


het gooit

medewerkers even makkelijk was. Als iedereen via het web kan zoeken, komen eventuele fouten ook naar boven. Dat werd aanvankelijk als een bedreiging gezien. Nu ziet iedereen eigen-

‘Als je alle documentatie van de rijksmonumenten naast elkaar zou zetten, zou je een boekenplank van 700 meter nodig hebben.’ lijk de voordelen van openstelling. Onvolkomenheden komen aan de oppervlakte en kunnen met hulp van betrokkenen geleidelijk aan hersteld worden. Dat maakt het geheel alleen maar sterker.’

zijn destijds keuzes gemaakt die later niet handig bleken te zijn. Hierdoor is de verwerking van de digitale bestanden een enorme puzzel geworden. Binnen het project zijn we opnieuw begonnen met het leggen van die puzzel waardoor alle digitale bestanden toch op gelijke manier verwerkt kunnen worden. Tevens is hiermee een werkmethode bepaald die in de toekomst gebruikt kan worden. Dirk kende mij van een eerdere opdracht bij Bibliotheek.nl, waar we allebei hebben gewerkt. Hij weet dat ik analytisch en logisch kan denken, iets wat voor deze klus onontbeerlijk is. Je moet ook de taal van de gebruikers kunnen spreken, zodat je er voor kunt zorgen dat alle gebruikers, zowel de cultuurhistorici, de bouwkundige adviseurs als de juristen, goed met het resultaat van het project kunnen werken.’

De structuur en de puzzel

Erik Visser, The Future Group

zaam ontwikkelen. Dat doen de medewerkers vanuit hun wetenschappelijke kennis en hun ervaring. Zorg voor en kennis van het erfgoed ligt niet alleen bij ons. Sterker nog, er zijn heel veel betrokkenen, en niet in het minst de eigenaren. En gemeenten zijn tegenwoordig zelfs primair voor het gebouwde erfgoed verantwoordelijk. Maar ook musea – en misschien klinkt dit gek – ook een vereniging van duivenmelkers die de geschiedenis van hun hobby documenteren. Er is op heel veel verschillende plekken zoveel informatie aanwezig, vaak ook relevante informatie voor eigenaren en andere betrokkenen, en wij hebben ons tot doel gesteld dat allemaal

voor iedereen beschikbaar te maken. We willen al die kennis, informatie en gegevens die bij de partners in het veld aanwezig zijn met elkaar verbinden en doorzoekbaar maken.’ De RCE heeft in de laatste vijf jaar een enorme omslag gemaakt van een gesloten kenniscentrum naar een open organisatie die aan alle betrokkenen in het veld zijn diensten aanbiedt. De archieven worden niet alleen fysiek opengegooid, het programma Erfgoed Digitaal moet ervoor zorgen dat alles ook voor iedereen thuis beschikbaar komt. ‘We hebben in een paar jaar een volledige kanteling meegemaakt, die niet voor alle

Voor ons van Erfgoed Digitaal is het een geweldige, maar veelomvattende klus. We hebben een structuur ontworpen die uit drie lagen bestaat. Onderop heb je alle data, de databases met onze archieven en de externe databases van betrokken organisaties, bedrijven en universiteiten. Die worden gekoppeld aan een enorme termenlijst-in-opbouw, de Erfgoedthesaurus. Alle data zijn gecategoriseerd en benoemd – de metadata – en aan elkaar gelinkt. En dan komt het vervolgens beschikbaar (via de zoekschermen met toegang tot de Erfgoedthesaurus) voor de websites en app’s die elke gebruiker op basis van de onderliggende data en met behulp van slimme connectoren, kan bouwen.’‘Dat oogt eenvoudig, maar vergt heel veel denkwerk en strategisch vernuft’, valt Erik Visser in. ‘In maart belde Dirk mij, omdat ze op een probleem stuitten waar ze op dat moment zelf geen oplossing voor konden vinden. Stel je voor: Als je alle documentatie van de rijksmonumenten naast elkaar zou zetten, zou je een boekenplank van 700 meter nodig hebben. Bij het scannen van de documenten

‘Ik wil je nog een voorbeeld geven van wat ons voor ogen staat’, zegt Houtgraaf. ‘Neem een schilderij van Van Gogh. Daarop staat een molen. Je weet uit de beschrijving bij het schilderij waar die molen staat en je kunt een foto van die molen opzoeken. Maar je kunt ook allerlei informatie over molens naar boven halen: wat voor soort molen is het, hoe werkt zo’n molen, enzovoort. Misschien ben je helemaal niet zo geïnteresseerd in die molen, maar in het soort verf dat Van Gogh gebruikte. Ook dat haal je zo uit de database, net als waar die verf van is gemaakt. Of hij gebruikt een bepaalde kleur, vermiljoen. Mooi rood, maar een raar woord. Je kunt daarvan de etymologie achterhalen. Je kunt dus heel diep zoeken en alle relevante informatie naar boven halen. Dat kun je misschien met Google ook, maar lastiger. De manier van Google is overigens óók prima, maar simpelweg veel breder en minder gestructureerd. Het zijn twee naast elkaar staande methodieken. Uiteindelijk zal ook Google bij ons de informatie gaan zoeken.’

FUTUREMAGAZINE NR7

57


Mooie fietsen, snelle fiet

Rob Beelen Koos de Boer

58

FUTUREMAGAZINE NR7


sen, uitstekende fietsen S

pecialized maakt fietsen: mooie fietsen, snelle fietsen, uitstekende fietsen. Fietsen voor fietsers,

gemaakt door fietsers. De beste fietsen, gemaakt vanuit de passie voor fietsen en de wil om te winnen. Fietsen – en accessoires niet te vergeten – die voldoen aan ieders wensen, behoeften en eisen.

Oprichter en eigenaar van Specialized is Mike Sinyard, een Amerikaan met een passie voor fietsen. Na zijn studie verkocht hij het enige bezit dat hij had naast zijn fiets, zijn Volkswagenbusje, om een fietstocht door Europa te kunnen maken. Toen tot hem doordrong hoe sterk de fietscultuur hier was en hoe goed de producten, besloot hij die te gaan exporteren naar de VS. In 1974 startte hij Specialized in Morgan Hill, CA. Specialized, omdat de vakmensen die de beste fietsen maakten in Europa Specialistas werden genoemd. Het hoofdkantoor van Specialized zit nog steeds in Morgan Hill. Van daaruit legt het bedrijf de focus op de behoeften van fietsers en fietssters aan functionele en technologisch vooruitstrevende producten die een betere prestatie leveren. In het Gelderse ’s Heerenberg is het Europese hoofdkantoor gevestigd, van waaruit drieëntwintig landen worden bediend. We ontmoeten daar Koos de Boer, Marketing Coordinator en natuurlijk ‘fietsionado’. ‘Wij gaan uit van het principe “Voor fietsers, door fietsers”. Dit betekent dat alle producten die wij op de markt brengen niet alleen ontwikkeld zijn door onze eigen medewerkers, maar dat ook het testwerk gedaan wordt door zowel onze eigen medewer-

kers als door onze gesponsorde atleten. De samenwerking met deze atleten en hun teams is zeer nauw. Naast “voor fietsers, door fietsers” is het bij ons overigens ook “voor dames, door dames”. Vrouwen raken steeds meer geïnteresseerd in het wielrennen, de fietsenmarkt ziet daar op dit moment grote kansen liggen. Specialized bracht al in 2004 haar eerste damesproduct uit en nog altijd zijn we zeer actief op deze markt. Alle dames‑ producten worden ontwikkeld, ontworpen en getest door een productteam dat volledig bestaat uit dames! We maken fietsen omdat we er zelf gek van zijn, voor mensen die er gek van zijn. We hebben allemaal een echte ondernemersgeest. En iets waar ik niet genoeg de nadruk op kan leggen: we vinden het uiterst belangrijk dat we nauwe banden onderhouden met onafhankelijke fietsenwinkels.’ ‘We hebben nog een motto: “Innovate or Die”. Dat geldt voor alle technische aspecten van alle producten die we maken, maar ook voor de software waar we gebruik van maken. We willen de beste zijn, we willen winnen, dat zit in onze bedrijfscultuur. We willen dat de wielrenners op onze fietsen de Tour de France, de Giro en de Vuelta en alle klassiekers winnen, maar omdat we

TFG helpt Specialized Europe BV al sinds 2010 met de automatisering van haar B2B-systeem. Fietsdealers kunnen hun producten bestellen via de web store van Specialized (gebaseerd op de iStore module van Oracle e-Business Suite). Nederlandse dealers kunnen tevens via hun kassasysteem en een (mede dankzij TFG gerealiseerde) SOAP-WebService product- en verzendgegevens ophalen en orders plaatsen. Tegenwoordig adviseert Oracle-maat Rob Beelen de IT'ers in 's-Heerenberg bij hun locale automatiseringsuitdagingen.

eigenlijk via het mountainbiken groot zijn geworden – een Amerikaans bedrijf immers – willen we ook die wereldbekerwedstrijden winnen.’ ‘Dat willen winnen gaat ver. Hier in ’s Heerenberg werken zo’n negentig mensen en die fietsen in hun lunchtijd een rondje van zo’n dertig kilometer. Goed voor de gezondheid, gezellig, maar op het eind wil iedereen als eerste aankomen. Overigens krijgt iedere medewerker elk jaar een fiets in bruikleen. Zo rijdt TFG-maat Rob Beelen nu bijvoorbeeld op een zeer geavanceerd model, de Specialized Roubaix Disc, met schijfremmen. Daar rijden ze in het peloton nog niet eens mee, kun je zien hoe innoverend wij en TFG zijn! Iedereen die hier werkt is gek van fietsen, dat is ook een van de vereisten om hier te werken. We hebben een eigen fietsteam, het Specialized Workforce Racing Team, daar organiseren we trainingskampen voor in het buitenland en in het weekend doen we mee aan

wedstrijden. Welke fietsgek wil er nu niet werken voor en bedrijf dat de fietsen van Tourwinnaar Nibali, de winnaar van de Vuelta Contador en wereldkampioen Kwiatkovski maakt? In ons pand besteden we daar ook aandacht aan: eerst was alles geel, daarna rood en nu hebben we bij de ingang twee mooie regenboogvlakken. Ik kan iedereen aanraden om op onze site www.specialized.com ons zogenaamde Brand Book te bekijken. Hierin staat onze hele filosofie beschreven: wie we zijn, wat we doen en onze missie en onze drijfveren. Bij Specialized zijn we altijd opzoek naar jonge en sportieve fanatiekelingen die zich kunnen identificeren met de cultuur die Specialized, Specialized maakt. Specialized Europe B.V. is een vooruitstrevend, ambitieus en persoonlijk bedrijf dat kansen biedt op ieder gebied. Mocht je interesse hebben in de mogelijkheden, dan nodigen we je graag uit om een email te sturen naar cejobs@specialized. com!’

FUTUREMAGAZINE NR7

59


Zo snel als Google, zo mooi en gebruiksvriendelijk als Apple

‘We begonnen in een heel klein kamertje en nu vullen we met zijn allen twee grote etages’

Robin Kleijwegt, voorzitter van het managementteam product afdeling

60

FUTUREMAGAZINE NR7


C

QT Zorg & Gezondheid is een bedrijf dat met zo’n honderd medewerkers actief is in alle sectoren van de zorg. Q-Consult biedt consultancy, Q-Talent detacheert jonge talenten en Q-Academy verzorgt trainingen en coaching. Wij concentreren ons op de vierde tak van de organisatie, Casemix, dat zich specialiseert in slimme IT-oplossingen en data-analyse. Een gesprek met Robin Kleijwegt, voorzitter van het managementteam product afdeling.

‘Ik ben hier een meubelstuk! Samen met een andere collega trad waren wij in september 2005 de eerste medewerkers in loondienst van Casemix, dat toen nog zelfstandig was. Een paar jaar geleden zijn wij onderdeel geworden van CQT Zorg & Gezondheid. We begonnen in een heel klein kamertje en nu vullen we met zijn allen twee grote etages. Ik ben nu voorzitter van het managementteam product afdeling van CQT. Eigenlijk is de product afdeling gewoon Casemix, het deel binnen CQT dat bezig is met ICT, lees: softwareontwikkeling en hosting.’ ‘CQT Zorg & Gezondheid wil bijdragen aan een gezonde samenleving met een toekomstbestendige zorgsector. We volgen de vele veranderingen binnen de zorg op de voet – denk aan steeds wijzigende wetgeving – en proberen die zo optimaal mogelijk te implementeren in de praktijk. Wij denken in managementinformatiesysteem-oplossingen waarmee de financiële staat van een ziekenhuis of een zorginstelling kan worden geanalyseerd. Wat wij bij Casemix doen is op basis van de elk jaar wijzigende regelgeving een simulatie maken waarop mensen hun plannen kunnen baseren voor dat komende jaar en kosten en opbrengsten kunnen begroten. In de loop van dat jaar kunnen onze klanten dat ook monitoren. Wij doen dit met een online portal: ziekenhuizen leve-

ren hun gegevens, wij leveren de managementinformatie terug. Instellingen zijn niet meer afhankelijk van hun eigen datawarehouse, wij beheren en bewerken hun informatie in de cloud. Omdat de regelgeving in de zorg snel verandert, zou elke klant daaraan steeds zijn software aan moeten passen, en dat zijn soms erg ingewikkelde modellen die de traditionele leveranciers van managementinformatiesystemen niet aankunnen. Wij wel met ons online portal!’ ‘Het willen dat de informatie steeds sneller en beter bij de eindgebruiker terecht komt. We kijken continu of we nieuwe technieken kunnen gebruiken om dat te realiseren, we kijken bijvoorbeeld of portable devices onze klanten hierbij kunnen helpen. We blijven innoveren. Casemix denkt in modellen, hoe kunnen we de regelgeving in een model vertalen waarmee onze klanten het volgende jaar kunnen begroten. Dat was ons idee, we waren daarmee de eerste in de markt en we zien dat concurrenten dat nu ook oppakken. Net zoiets: toen Silverlight werd gelanceerd hebben we dat heel snel opgepikt om er een visualisatietool mee te maken voor de zorgproductstructuur in heel Nederland. Binnen een paar maanden zag je dat bij alle instellingen op het beeldscherm staan. Het is natuurlijk ontzettend gaaf om te zien dat iets wat je maakt ook echt aan-

slaat. We hebben dat als eerste op de I-pad uitgebracht en dat leverde ook veel enthousiaste reacties op. Droge tabellen en beschrijvingen omzetten naar een prachtig inzichtelijk plaatje, dat is mooi om te doen.’ ‘Op dit moment is Bob Gladon via TFG bij ons aan het werk. Hij is bezig met het ontwikkelen van een infrastructuur om het binnenhalen en verwerken van data van ziekenhuizen volledig te automatiseren. Dat is heel belangrijk om de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) transparant te krijgen. Hiermee regelen ziekenhuizen hun financiering. Ze rekenen ermee af, maar als er iets niet klopt worden ze erop afgerekend.’ ‘Onze toekomstplannen? Heel veel! We willen een vaste waarde zijn voor klanten aan wie we state of the art managementinformatie leveren: zo snel als Google, zo mooi en gebruiksvriendelijk als Apple. De markt wordt voor ons groter: de gemeenten worden verantwoordelijk voor de AWBZ. Die willen transparantie in de afspraken met zorgaanbieders. Daar ligt een mooie taak voor ons. En in die toekomst zie ik zeker een rol voor TFG weggelegd, omdat daar de goede ontwikkelaars zitten. Binnenkort moeten we eens gaan brainstormen om te kijken wat we elkaar te bieden hebben.’

FUTUREMAGAZINE NR7

61


T

he Future Group is naast een commercieel netwerk ook een expertisenetwerk. De expertise is eigenlijk de inhoud die TFG in de markt zet. Je moet je klanten ook duidelijk maken dat het om die inhoud gaat. Hoe vergaar je kennis, hoe borg je en deel je die? We praten erover Met Ruud Verhagen.

62

FUTUREMAGAZINE NR7


TFG Academy: Kennis delen, kennis zichtbaar maken, klanten bij TFG betrekken ‘De maten van TFG zijn ICT-specialisten. Klanten vragen ons hun problemen op te lossen omdat ze weten dat wij de kennis in huis hebben om dat te doen. Je laat dat zien door projecten goed af te ronden. De maat die dat heeft gedaan, gaat weg en zorgt ervoor dat het resultaat van wat zijn kunde en kennis heeft opgeleverd wordt geborgd – binnen het bedrijf van de klant, maar ook binnen TFG. Zo kan een andere TFG-maat naadloos instappen bij die klant als er zich een soortgelijk probleem voordoet.

Nooit uitgeleerd Wij vinden dat je nooit bent uitgeleerd, je moet je kennis altijd blijven bijspijkeren, zowel op je eigen vakgebied als daarbuiten. TFG biedt alle maten daarom een studiebudget waar ze naar believen gebruik van kunnen maken. De enige vragen die we er wel altijd bij stellen is: ‘Hoe kun je wat je geleerd hebt overbrengen op je maten? Hoe zorg je ervoor dat met wat jij aan kennis hebt opgedaan TFG als geheel sterker wordt?’ Eigenlijk vraag je dus naar hoe de meerwaarde kan worden doorgegeven aan de maten en uiteindelijk de klanten. Een van de manieren om dat te doen is zelf de kennis in een cursusvorm te gieten en die als cursus of training aan

te bieden aan je collega’s. Maar je kunt die training ook aanbieden aan klanten, die je zo laat zien dat de kennis van TFG als geheel groeit, waardoor je als specialistische organisatie nog aantrekkelijker wordt. Dat delen van kennis is niets nieuws voor TFG, dat doen we al heel lang. Maar we hebben nu de TFG Academy opgezet om de boel te stroomlijnen, te optimaliseren. De Academy coördineert het aanbod en via de Academy halen we indien nodig specifieke kennis in huis. Het streven is dat op die trainingen en cursussen minstens een kwart tot de helft van de deelnemers klanten zijn. Zo ziet de buitenwereld wat we in huis hebben. Dat hoort ook heel erg bij The Future Group, dat transparant zijn. Tot nu toe zijn er tien verschillende trainingen die in totaal zo’n vijfentwintig keer zijn gegeven. Vooral de Agile/Scrumtraining doet het erg goed: vier trainingen die meteen vol zaten, en bijna iedereen is gecertificeerd. Veel nieuwe maten volgen deze training en klanten zijn er erg blij mee. Ook worden sommige trainingen aangepast en als maatwerk voor een specifieke klant gemaakt en in house bij de klant gegeven. Zo levert kennis uiteindelijk ook weer opdrachten op. Maar we bieden ook wel

eens iets aan waar maar weinig interesse voor blijkt te zijn. We evalueren alles, dus in zo’n geval vragen we onze maten waarom ze die specifieke training niet oppikken. Het resultaat is dat je die training schrapt, of zo aanpast dat hij wel interessant wordt.

Kennisdagen Niet elke cursus of training levert een certificering op. We houden bijvoorbeeld ook deep dive-bijeenkomsten, Kennisdagen, waarin we met een aantal maten van verschillende maatschappen en klanten een zich voorkomend probleem aan de orde stellen. De klanten betalen daar niet voor, zie het als een gratis consult. Je laat echter wel zien wat je in huis hebt, je breidt je netwerk uit en dat levert later absoluut een keer rendement op. En het is geweldig leuk om te doen!

“Je moet je kennis altijd blijven bijspijkeren, zowel op je eigen vakgebied als daarbuiten.”

Eigenlijk moet vraag en aanbod van de TFG Academy helemaal uit de maten komen... De interesse is er van de maten, maar ik wil ze er graag nog dichter bij betrekken. Trainingen geven is niet onze core business, het is een middel om onze kennis te delen, kennis zichtbaar te maken en klanten nog meer bij TFG te betrekken.

FUTUREMAGAZINE NR7

63


Tevreden medewerkers zorgen voor tevreden klanten “D

e opkomst van Big Data gaat gepaard met steeds hogere verwachtingen rond informatievoorziening. Topmanagers rekenen erop dat ze via toe-

gankelijke en betrouwbare informatiebronnen snel inzicht krijgen in de voor hen belangrijke informatie, uiteenlopend van corporate risk tot klantgedrag. SAS is specialist op het gebied van business analytics software en dienstverlening, en de grootste onafhankelijke business intelligence-leverancier. Dagelijks helpt SAS bedrijven om de juiste informatie uit hun data te halen. Met innovatieve oplossingen worden klanten op meer dan 70.000 locaties in 139 landen geholpen hun prestaties te verbeteren en waarde te creëren door sneller betere beslissingen te nemen op basis van hun big data. Bij SAS Nederland werken zo’n tweehonderd mensen en worden praktisch alle branches waar informatie en data een rol spelen bediend. Bedrijven als Euramax, DirectPay, Heineken, ING, DSM, Ziggo en Rijkswaterstaat behoren tot de klanten van SAS.”

“Ons uitgangspunt is jezelf, je team en de organisatie te blijven verbeteren.” Al bij de eerste vraag aan Remco Korzaan en Eddie Uittenbogaard – Korzaan is Director Human Resources & Internal Customer Services, Uittenbogaard Hospitality Manager - is duidelijk dat SAS een wereldspeler is als het gaat om superieure software. Ze zijn er trots op voor het bedrijf te werken. Dat zouden wij ook zijn, want SAS is de afgelopen twee jaren ook nog uitgeroepen tot Beste Werkplek van Nederland. Hoe zijn ze daarin geslaagd?

Verandering en Innovatie ‘Er wordt met enige regelmaat gevraagd hoe SAS het voor elkaar heeft gekregen om twee jaar achtereenvolgens bovenaan te eindigen als Great Workplace’, zegt Korzaan. ‘Ik begrijp deze vraag zeer goed, zou hem zelf ook stellen, alleen het antwoord is niet makkelijk te geven. Het is ook geen kwestie van één ding goed aanpakken en je bent er! Het gaat bij SAS om het creëren van een cultuur van vertrouwen, veel elementen zie je daarvan bij ons terugkomen. Wat SAS daarom typeert is dat het zijn van een Great Workplace niet van essentieel belang is. Het gaat om de weg daarnaartoe, wat je ervoor doet. Natuurlijk is dat makkelijk praten als je bovenaan deze ranglijst staat, maar dat is uiteraard lang niet altijd zo geweest. Ons uitgangspunt is jezelf, je team en de organisatie te blijven verbeteren. We blijven streven naar continue verbetering door verandering en innovatie.

64

FUTUREMAGAZINE NR7


Eddie Uittenbogaard

Natuurlijk zijn we tegelijkertijd enorm vereerd dat we nu aan kop staan. Dat geeft aan dat de mensen het hier naar hun zin hebben. Dit laatste is voor ons erg belangrijk. Wij geloven er sterk in dat tevreden medewerkers zorgen voor tevreden klanten. "If you treat your employees like they make a difference, they will make a difference...", zegt onze oprichter en CEO Jim Goodnight regelmatig. Om dit in de praktijk te realiseren, creëren we omstandigheden waarin iedereen het beste uit zichzelf kan halen. Denk hierbij aan op maat ontwikkelde talentscans, waarbij we op zoek gaan naar ieders ongepolijste diamanten. We vertrouwen in de kracht van onze mensen. Iedereen bij SAS voelt dat zo, en dat merken onze klanten ook. Mensen werken relatief lang bij SAS. Dat is ook precies de insteek, SAS gaat een langetermijnrelatie aan met haar klanten en dat kan alleen als je ook een langetermijnrelatie aangaat met je medewerkers. We zijn daarin anders dan andere bedrijven. Dat zie je ook op de manier waarop we personeel werven. We kijken bij onze selectie nauwgezet naar de juiste attitude en de persoonlijkheid van de nieuwe collega, die prevaleren boven je know how. Oftewel “hire for attitude and train for skills”: je kunt iemand vaardigheden leren, maar je kunt bijvoorbeeld iemand niet leren geen botterik te zijn. De aandacht voor de medewerker

Remco Korzaan

vind je ook terug in de werkomgeving. Elk kantoor van SAS is uniek in zijn soort. Binnen merk je dat er voor je wordt gezorgd, we serveren in het bedrijfsrestaurant goede lunches met hoofdzakelijk biologische ingrediënten, er is altijd vers fruit. Hierdoor blijven de medewerkers vitaal. Vitaliteit is de basis voor optimale prestaties van onze medewerkers. Ons bedrijfsrestaurant is vorig jaar zelfs uitgeroepen tot beste bedrijfsrestaurant door NRC Next.’

“If you treat your employees like they make a difference, they will make a difference...”

Hospitality gaat verder dan gastontvangst ‘Hospitality is voor ons bij SAS erg belangrijk’, vult Uittenbogaard aan. ‘Wij vinden dat de gast Hospitality (lees: gastvrijheid) moet beleven. Van elk eerste contact vooraf aan het bezoek, tot de ontvangst bij SAS in het pand, het afscheid en de aandacht achteraf. Als onze gast bij SAS op bezoek is dan zijn de eerste acht seconden belangrijk, de eerste indruk moet goed zijn. Gasten worden persoonlijk en hartelijk ontvangen door ons Hospitality-team. In Nederland is Hospitality bij bedrijven nog niet zo ingeburgerd, zeker niet het idee dat die gastvrijheid begint bij het zorgen voor je eigen medewerkers. Wij onderscheiden ons hiermee denk ik wel van andere bedrijven. Bij ons is het geen trucje, het zit in ons DNA. Hospitality gaat verder dan gastontvangst, het moet onderdeel van je cultuur zijn, van wie je bent… hoe je wilt zijn!’

FUTUREMAGAZINE NR7

65


Colofon

Future Magazine is het podium voor TFG-relaties om (hun) ondernemerschap en innovatie met de arbeidsmarkt te delen.

Uitgever - The Future Group

Hoofdredactie - Antoine CronĂŠ - The Future Group

Concept, realisatie en vormgeving - The MindOffice, Vlaardingen www.themindoffice.nl

Reacties Voor vragen en meer informatie over adverteren in Future Magazine kunt u contact opnemen met The Future Group, te bereiken op 079 - 36 32 905 of via contact@the-future-group.com

Oplage 10.000

Druk - EMP-Grafimedia, Houten

66

FUTUREMAGAZINE NR7

www.the-future-group.com


Save the date!

05-09-2015

2015 15 jaa r TFG!

MUZIKAAL SPEKTAKEL! Members only! W W W. T H E F U T U R E G R O U PA N D F R I E N D S . C O M FUTUREMAGAZINE NR7

67


www.the-future-group.com 68

FUTUREMAGAZINE NR7


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.