Jubileumboek IJ.V.V. "DE ZWERVERS" 1919 - 2009

Page 21

VAN 1949 TOT EN MET 1966

taak toch rusten op de schouders van het bestuur, omdat weinigen zin hadden om tot deze commissie toe te treden.

goed gevonden, wat tijdens de competitie nogal eens te wensen overliet." De spelers kregen door gulle gevers en geefsters gesponsorde trainingspakken aangeboden. Aanvoerder Koos Ouwens schreef hiervoor een dankwoord in 't Zwervertje: "Ik verzeker u dat de trainingspakken ook bij mijn voetbalvrienden bijzonder in de smaak zijn gevallen. Dat wij hier een gretig gebruik van zullen maken staat boven alle twijfel. Wat ons betreft: OP NAAR HET VOLGENDE KAMPIOENSCHAP." Dat volgende kampioenschap zat er helaas niet in. In tegenstelling tot voorgaande jaren, toen telkens voor de winter De Zwervers ongenaakbaar bleek, werden in het seizoen na de euforie van het kampioenschap na 9 wedstrijden slechts drie (!) punten behaald en stonden we onderaan op de competitieladder. Puck Hokke schreef: "Willen wij ons handhaven in de KNVB dan dienen de zaken steviger aangepakt te worden. De snelheid moet omhoog, iedere speler van het 1e zal hieraan zijn steentje moeten bijdragen. Door de aanvaarding van het lidmaatschap onzer vereniging rusten verschillende verplichtingen op aller schouders. Men moet als goed lid zijnde deze verplichtingen nakomen." Deze wijze woorden bleken niet aan dovemansoren gericht te zijn geweest, want uiteindelijk wist het elftal als 4e van onderen de competitie af te sluiten. In het seizoen 1959-1960 stond het 1e team na 16 wedstrijden opnieuw bovenaan met 25 punten. Door uit de laatste 2 wedstrijden slechts een schamel punt te halen, verprutste het de kansen op een herhaald kampioenschap en eindigde het uiteindelijk als teleurgestelde tweede achter kampioen VVE.

In de tweede helft van de jaren vijftig moest het bestuur nog steeds roeien met de riemen die het ter beschikking had en die riemen waren niet al te lang. Het probeerde zo goed en zo kwaad als het ging de zaak draaiende te houden, doch meer dan dat zat er niet in. Men vergaderde nog immer zeer onregelmatig en incompleet en acteerde met veel te geringe inzet en dat laatste was een doorn in het oog van voorzitter Herman Breeman die op een gegeven moment zijn bestuursleden voorstelde "bij zichzelf te rade te gaan of de animo tot het bekleden van een bestuursfunctie nog wel aanwezig was en zonodig de consequenties te trekken." Het wat oudere deel van het bestuur zag het allemaal niet meer zo zitten en gaf de wens te kennen te stoppen, zodat men in januari 1959 reeds begon uit te zien naar opvolgers. In het jaarverslag lazen we: "Er moeten jongeren in het bestuur komen. Van die jongeren mag worden verwacht dat zij voor een groot aantal jaren zitting zullen hebben, ook al zal hun incasseringsvermogen bij voorkomende teleurstellingen groot zijn." In de loop van datzelfde jaar traden uiteindelijk twee jonge mensen aan, waarvan één jarenlang in het college zou blijven: Leen de Zeeuw. Het blijft verbazingwekkend dat ondanks alle sores toch nog zoveel zaken onder ieders aandacht werden gebracht. Zo werd op een buitengewone ledenvergadering op 27 januari 1956 een wijziging in de statuten bewerkstelligd. Voortaan zouden de leden van het bestuur voor 3 jaar worden gekozen met dien verstande dat 1/3 deel jaarlijks zou aftreden volgens een bij loting te maken rooster. Tot die tijd was jaarlijks het gehele bestuur in principe aftredend! In een tijdsbestek van elf en een half jaar verschenen 6 jaargangen van ’t Zwervertje. Het bleek niet altijd even gemakkelijk het clubblad vol te krijgen. Rienus Jongejan, één van de eindredacteuren uit deze jaren, stelde op een gegeven moment: "Nachten lig je er van wakker en mager word je van het prakkiseren." Voor wat betreft dit laatste verwees hij naar de heren Herman Breeman en Siem Vlot: "Je zou haast voorstellen om ze op kosten van de vereniging naar een rusthuis te zenden." Aan het einde van het decennium (in 1959) kreeg het bestuur te maken met de vraag of enige luister kon worden bijgezet bij de viering van het 40-jarig jubileum in de vorm van het houden van een receptie. Dat bleek wegens geldgebrek helaas niet mogelijk. Wel werd besloten voor het einde van oktober een feestavond te organiseren in de schouwburgzaal van Stadion Feyenoord. Die feestavond kwam er, zij het pas in mei 1960. Voorafgaande aan het jubileumfeest werd op 2 april een reünie gehouden. Het kort daarna verschijnende mei-nummer van ’t Zwervertje stond boordevol verhalen daarover. Tijdens de reünie werd het voorstel gelanceerd elk jaar op 19 september een reünie te houden, welk voorstel van harte werd toegejuicht. Zoals zo vaak gebeurt na het houden van dergelijke evenementen werd de uitvoering van het voorstel nooit en te nimmer nagekomen.

C-ELFTAL UIT 1959-1960. Staand v.l.n.r.: Alex Halter; Henk Biest; Hennie van Horsen; Wim Huizer; Wim v.d. Graaff; Piet Biest (leider); Koos v.d. Heuvel; Piet van Riemsdijk en Dick Mourik. Gehurkt v.l.n.r.: Henk Mourik; Frans Teirlinck; J. Roos; Piet Mourik; Cees Heiden en Alex van Hengel.

Vanaf het seizoen 1955-1956 werden de namen van de mensen die de elftalcommissie bemanden vrijgegeven. Om aan te geven waarmee de leden van doen hadden schreef Theo Spelman ter uitbreiding van de toenmalige commissie een wervend stukje: "Wordt lid van de elftalcommissie. Je kunt fijn je vriendjes opstellen, je kunt vijanden maken; van alles en nog wat de schuld krijgen en voor gek worden verklaard ...." Uiteindelijk bleef de ondankbare 19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.