
7 minute read
VAN 3 TROUWE ZWERVERS
Ín de maand oktober ontvielen ons wederom 2 personen die een (lange) historie hebben bij De Zwervers. Op 11 oktober overleed op 65-jarige leeftijd Ben Schop. Via de pers heeft u daar wellicht al kennis van genomen, want Ben Schop was een bekend man in IJsselmonde, voornamelijk door zijn activiteiten voor het CDA. Ben werd al in 1955 lid van De Zwervers en bleef dat tot 1961, in 1996 werd hij opnieuw lid. Hans en Erwin belichten Ben ook nog in de rubriek “de ziekenboeg”.
Op 19 oktober overleed Jaap Roos. Hij stond te boek als donateur, al vanaf 1976. Hij bezocht trouw de thuiswedstrijden van ons eerste elftal en kwam dan op de fiets vanaf de Koninginneweg. Daar woonde hij jarenlang en recent was hij verhuisd naar de Grote Hagen. Hij heeft helaas niet lang mogen genieten van zijn nieuwe woning. Jaap Roos werd 84 jaar.
Advertisement
En dan, bijna op de sluitingsdatum van de kopij, krijg je te horen dat Lenie Konijnenburg (op 1 november) is overleden. Een week eerder had ik met Piet nog over haar staan te praten en toen was al duidelijk dat het niet goed ging. Maar als dan het bericht komt, ben je toch even stil. Lenie werd door velen betiteld als “de moeder van De Zwervers” en dat was met recht een eretitel. Lenie was zeer betrokken bij het eerste elftal dat zij zoveel mogelijk volgde, veelal in het gezelschap van haar zus Ada. Verder was Lenie jarenlang nauw betrokken bij het mixtoernooi, denk maar aan de pannenkoekenkraam waar zij achter stond. En natuurlijk haar gastvrouwschap in de bestuurskamer, waar zij de gasten altijd verwende met zelf gebakken boterkoek etc. Toen zij al in Anthonius zat heb ik haar enkele malen bezocht en daarbij was zij altijd zeer nieuwsgierig hoe het met de club ging. Zij miste de club, maar de vereniging zal haar ook missen!
Wij wensen alle families veel sterkte om hun verlies te verwerken.
door Jan Tuinenburg
We deden een polonaise door de bus en hielden de extra edities van het Rotterdams Nieuwsblad en het Algemeen Dagblad tegen de ramen gedrukt, wijzend op de koppen “EUROPA’S STERKSTE” en “Feyenoord wint de Europacup”. Dronken van geluk reisden we vanaf het Zwerversterrein op 7 mei 1970 met de A-, B-, en C-junioren naar een groot voetbaltoernooi op uitnodiging van de Veluwse voetbalvereniging Nunspeet. Alle deelnemers hadden de avond daarvoor onze Rotterdamse trots zien winnen in een zinderende finale van het schotse Celtic in het Milanese San Sirostadion. De tegenstander was torenhoog favoriet, maar na een1-0 achterstand wist aanvoerder Rinus Israel de gelijkmaker in het doel te koppen en in de tweede verlenging schoot Feyenoords beste spits ooit, Ove Kindvall, na een handsball van Archie Gemmil de bal in het Schotse doel. In Nederland en met name in Rotterdam brak een feest uit, dat zijn weerga niet kende en de Coolsingel liep helemaal vol. Ook een aantal van de toernooigangers stortte zich in het feestgedruis en vierde in de bus met wallen onder de ogen verder. Het was het eerste internationale succes voor het Nederlandse voetbal en ons Feyenoord stond aan de top!!
Het was één van de rijkste clubs van de wereld (jaja!!) en toen in de daaropvolgende zomer ook nog eens de wereldcup werd gewonnen tegen de Argentijnse criminelen “Estudiantes de la Plata” lag de (voetbal)wereld aan de voeten. Wie deed ons nog wat!! We hadden het mooiste stadion van de wereld, met de beste spelers, het zou het begin zijn van een Europese hegemonie die nog jaren zou duren!! Niet dus.
Hoe het toernooi af is gelopen weet ik niet meer. Hoe het verder met
Feyenoord ging des te beter!! In voetbal is alles mogelijk. Het trotse, onverslaanbare Feyenoord werd in de eerste ronde van het volgende Europacupjaar verslagen door……UT Arad! Een lullig clubje uit Roemenië, waar niemand nadien ooit nog van gehoord heeft. Het kampioenselftal verouderde, de topspits vertrok en omdat er nooit goede plaatsvervangers werden aangetrokken ging het neerwaarts. Het toenmalige bestuur was ook al heel sterk in het aantrekken van middelmatige spelers; Kindvall werd bijvoorbeeld vervangen door ene Matthias Maiwald (nooit meer wat van gehoord). Het stokje werd overgenomen door de aartsvijand uit de hoofdstad, waarvan het me nog steeds moeite kost de naam te typen. Het Nederlandse voetbal bleef nog een tijd aan de top, maar Feyenoord belandde in een neerwaartse spiraal. Er waren nog enkele succesjes; enkele kampioenschappen werden binnengehaald en in 1977 werd de UEFA-cup gewonnen, maar de grote successen gingen toch aan onze neus voorbij. Hoe kan dat toch? We waren de rijkste (nu zowat de armste), hadden de grootste aanhang (nog steeds) en het mooiste stadion. (Nu een stichting, waar de club miljoenen aan huur voor moet betalen). Natuurlijk te gemakkelijk gelaten, geen belangrijke rol meer kan spelen. Heb je eens goede spelers (Kuyt en Kalou), ben je ze in no-time weer kwijt. Toch gaan clubs als Ajax (gatverrrr, typ ik het toch) en PSV hier veel beter mee om. Die hebben natuurlijk dezelfde problemen, maar zorgen wel voor goede plaatsvervangers. Goede jeugdopleidingen zorgden voor vervangers en goede scouting leverde goede spelers op. Bij Feyenoord lukte dit veel minder. Tot ergernis van het hondstrouwe legioen. om alle schuld bij de besturen te leggen, maar het aantal miskopen was wel erg groot, hetgeen vaak met een kruideniersmentaliteit te maken had. De ontwikkelingen in het internationale voetbal spelen echter de voornaamste rol. In de grote buitenlanden gaat zo veel geld om, dat ons landje, enkele uitzonderingen daar-
Iemand schreef, dat supporter zijn van de Rotterdamse volksclub vooral “lijden” is. Wat doet die club toch een pijn. Wat is die appel vreselijk zuur. Wat een gifbeker! Wat een roeien tegen de stroom in, wat een kwelling!!
En toch is de Kuip iedere thuiswedstrijd weer tot de nok toe gevuld, hopend op een overwinning. Die ook, laten we wel wezen, meestal wel behaald wordt. Maar het is (te) vaak afzien. Waarschijnlijk is dat legioen ook een blok op de schouders van de spelers. Een jonge nieuwe speler voelt de druk van die massa als een molensteen om de nek hangen. Het lijkt ook wel of er een “doem”over de club hangt. En dan zijn er ook nog eens de media. Gerard Cox schrijft als een gefrustreerd konijn in zijn column over de partijdige pers in de Feyenoordkrant. Helemaal ongelijk heeft hij niet. Als er bij Feyenoord “iets” speelt, springen de persmuskieten erop gelijk gieren of hyena’s op de prooi. Geen mooier leed dan Feyenoord-leed.
Is het dan allemaal kommer en kwel?? Geen enkel lichtpuntje? Tuurlijk wel. Wat denk je van de UEFA-cup van 2002. Het laatste grote Nederlandse succes was toch echt van Feyenoord. Wat hebben we genoten van die cup. En wat waren al dat leed, kommer kwel en droefenis toen snel vergeten. Het kan dus altijd nog. En ook al zitten we nu weer even in een dip, verloren we met 4-0 van dinges, we worden dit jaar gewoon vijfde. En dan winnen we de Play-offs. En dan spelen we weer Champions League. En wie weet?? Het is en blijft de mooiste club van Nederland. Toch??
door Karel Jungheim
Het TV programma met de naam X Factor is te zien terwijl de verkiezingstijd volop gaande is. Dat is boeiend. De vraag is namelijk: wie heeft het en wie niet? Ooit gingen in Amerika Nixon en Kennedy met elkaar in debat. De radioluisteraars wezen na afloop Nixon als winnaar aan, de televisiekijkers kozen voor Kennedy. Dat kwam omdat de luisteraars van Nixon wel een aardig verhaal hoorden, maar de bijbehorende tronie niet zagen. De kijkers daarentegen zagen die wel en vonden het verhaal minder interessant; zij werden voornamelijk geboeid door die betrouwbare kop van Kennedy. Die had het en werd dan ook president. In Nederland maken sommigen zich zorgen over wat dan amerikanisering heet. Veel mensen stemmen niet in de eerste plaats op een partij, maar voor een persoon. En wie de x factor heeft kan op veel stemmen rekenen.
Bij deze column staat een foto van de schrijver. Dat betekent dus dat dit verhaal er voor de een geloofwaardiger op wordt en voor de ander juist niet……. Maar dit terzijde. De x factor is bij mij wellicht niet daverend, de y factor des te meer. De ij factor eigenlijk en wel die van IJsselmonde. Want daar heb ik al ruim 55 jaar iets mee. De reden waarom ik wel voorzitter van De Zwervers werd en niet van een andere club is omdat er IJVV voor staat.
Dat brengt mij op de h vraag. De hamvraag dus: kan een voetbalvereniging ook een x factor hebben? Anders gezegd, heeft de ene club iets wat een andere niet heeft? Of weer anders gezegd: heeft IJVV De Zwervers het? De vraag stellen is hem beantwoorden: ja! Ik kom de laatste tijd veel op complexen en in kantines. Heel mooi hoor, maar het ontbreekt vaak aan sfeer. Zo kwam ik nog niet ergens waar een groepje mannen gezellig zat te klaverjassen, om maar iets te noemen. Trouwens, vraag het maar aan een willekeurige Zwerver. Die zal beamen dat de club iets heeft. En dat iets is vaak moeilijk onder woorden te brengen. Laten we het de z fac- tor noemen. Daarbij staat de z voor De Zwervers. En zo kom ik op het belangrijkste deel van deze bijdrage.
Waar ik mij wat zorgen over maak is dat die z factor bij een toenemend aantal leden of bezoekers lijkt te ontbreken. Mensen dus die komen ‘aanwaaien’ om wat te trainen en te voetballen, maar niet echt geïnteresseerd zijn in het overige verenigingsgebeuren; zich er ook niet voor willen inzetten. Of mensen die wel iets voor de club willen doen, maar hun rol niet ondergeschikt willen maken aan het totaal. Mensen dus die zichzelf en de opvatting die zij hebben zo belangrijk vinden dat zij meteen met opstappen dreigen als er tegengas gege- ven wordt. Vaak zijn dit zogenaamde ‘voorbijgangers’ die al meerdere clubs ‘versleten’ hebben. Bij het aannemen van nieuwe leden of het aantrekken ervan zal meer dan ooit gekeken moeten worden of iemand bij de club past; of hij of zij bereid is te accepteren (en er naar te handelen!) dat ook het geheel van een voetbalvereniging meer is dan de som der delen. Ik bepleit dus de komst van een ZFBC, een Z Factor Ballotage Commissie. Want op mensen op ons complex die de z factor missen, op ‘zogenaamde’ Zwervers, zitten we niet te wachten.
Dan loopt namelijk ook onze x factor in de toekomst gevaar. En dat wil toch niemand