
6 minute read
AFSCHEID VAN 2 TROUWE LEDEN
Door Jan Laffeber
Ín de maand september ontvielen ons 2 personen die een lange historie hebben bij De Zwervers. Op 7 september overleed op 82-jarige leeftijd Leen van Zwol. Leen werd via de bekende ledenwerfactie van Anton v.d. Graaff in 1947 lid van De Zwervers, samen met zijn broer Jo van Zwol. Leen is vanaf dat moment altijd bij de club betrokken gebleven, na zijn actieve voetbalperiode bezocht hij trouw de wedstrijden van het 1e team en stond hij als donateur in de boeken. Leen laat een vrouw en dochter achter, die wij vanaf deze plaats alle sterkte toewensen dit verlies te verwerken.
Advertisement
Op 15 september overleed ons lid Anton Kok. De ouderen onder ons herinneren hem als een snelle linksbuiten, die in zijn jonge jaren de pech had dat de club over een uitstekende linksbuiten beschikte, in de persoon van Wout Lems. Daardoor kwam Anton niet voor het 1e team in aanmerking, waarin hij overigens wel meerdere wedstrijden heeft gespeeld. Ik heb het genoegen gehad om met Anton in het “roemruchte” 9e elftal te spelen. Een elftal dat jarenlang met elkaar speelde. Ik ben zo vrij geweest een oude foto op te zoeken, dan weet u meteen weer wie Anton was. U vindt Anton op de foto gehurkt, 2e vanaf rechts. Anton mocht slechts 61 jaar worden, waarvan hij er maar liefst 49 te boek stond als lid van De Zwervers. Want, hoewel hij alweer jarenlang buiten Rotterdam woonde, hij handhaafde zijn lidmaatschap. Wij wensen de kinderen en verdere familie van Anton alle sterkte bij dit verlies.
door Jan Tuinenburg
Zoals al eerder gememoreerd, was ik met mijn gezin dit jaar in de Verenigde Staten van Amerika. We reisden bijna 5000 mijlen, ongeveer 8000 kilometer. Bezochten zeven nationale parken, de één druk, de ander rustig, maar allemaal even mooi. We spraken met vele Amerikanen, allemaal zeer vriendelijk en aanspreekbaar. En ook verstaanbaar. Dankzij de Nederlandse televisie die weinig aan synchronisatie doet, komen we dagelijks in contact met het Amerikaans-Engels. Het klinkt misschien niet altijd even fraai, maar een Amerikaan spreekt niet zo snel en de woorden en zinnen zijn goed te volgen. Dat geldt ook andersom; ik heb geen Amerikaan gesproken die mij niet verstond. Degene die ik het slechtst kon verstaan, ontmoette ik bij een benzinepomp in de buurt van Yosemite National Park. Voor Amerikaanse begrippen was de “gasoline” daar nogal duur; $ 3,50 per gallon, omgerekend ongeveer tachtig eurocenten per liter. Toen ik dat als rechtgeaard Hollander natuurlijk even moest melden aan mijn tankgenoot kreeg ik als reactie “It’s still a lot sjieper ten in the Joekéi!!!” Deze reactie moest ik even tot mij door laten dringen en toen begreep ik, dat dit biggengeknor van een Engelsman afkomstig was!! Geef mij maar een Yank. Die kun je tenminste verstaan!! Weinig negatiefs te vermelden dus. OK, niet overdrijven natuurlijk, als kind van de jaren zestig en zeventig heb ik natuurlijk genoeg op en aan te merken op de “American way of life” en ook de huidige Amerikaanse president Bush kan wat mij betreft rekenen op een forse portie kritiek. Maar dat hebben de Amerikanen zelf ook. Vooral in Californië. Op een bumpersticker las ik de volgende schitterende uitspraak: “We want more trees and less Bush”.
DAMES EN HEREN op woensdag tot 20.00 uur geopend
NOORDERHAVENKADE 15
TELEFOON 010 - 466 45 14
Terug in Nederland vielen een paar dingen me op. Het regende, Nederland is hartstikke groen, door het vele gras en dat gras is ook nog eens keurig gemaaid. Zoals ons hele land keurig aangeharkt en mooi aangelegd is. We leven met z’n zestienmiljoenen op een postzegel en toch hebben we overal wel een prachtig grasveldje in de buurt. Waar we dus kunnen voetballen!! In de Amerikaanse woestijnen of bergen is dat toch aanmerkelijk moeilijker. Toch is het verschil met Amerika minder groot dan je zou verwachten. Ik begrijp ook beter dat ik zo weinig moeite had met de taal. In Nederland is ook alles Amerikaans!!! Op iedere hoek van de straat zie je wel een MacDonalds, waar je Big Macs eet, de Burger King en de Kentucky Fried Chicken vergeet ik maar even. We doen boodschappen in de supermarket, waar zo langzamerhand de helft van boodschappen Engelse, eigenlijk Amerikaanse namen heeft. We gaan “funshoppen” in de stad. Schelden doen we zelfs al in het Amerikaans en sinds de computer z’n intrede heeft gedaan beginnen we zelfs al te denken in het Amerikaans. Er zijn al Nederlandse scholen waar in het Engels les wordt gegeven en als je een titel haalt op de universiteit haal je je “bachelor” en nog later je “master” Vroeger was dat gewoon doctorandus en doctor! Zestienhoven heet “Airport Rotterdam” en een winkelcentrum wordt “mall” genoemd. M´n klomp brak toen zes blikjes bier een “sixpack”werd genoemd.
En toen ik een vrachtwagentje met erop de reclame “Landscape designer” zag, met een aanhangwagen waar een grasmaaier op stond, brak ook mijn andere klomp! Eigenlijk is onze moedertaal helemaal doorspekt van het Amerikaans. Daar baal ik van! In mijn bovenstaande lofzang op het land der Yankees bewijs ik helemaal niets tegen onze overzeese vrienden te hebben. Bijna niets in ieder geval. Maar om hier nu als een soort vazalstaat alles maar kritiekloos over te nemen vind ik toch wel erg gemakkelijk. De Belgen doen dat veel beter. Die verzinnen voor ieder leenwoord een Nederlands of liever gezegd Vlaams woord. Ze winnen niet voor niets ieder jaar het Nationaal Dictee! Ze zijn gewoon een stuk zuiniger op hun taal.
Wat heeft dit alles nou in vredesnaam met voetballen te maken? Helemaal niets!! Voetbal, of SOCCER in het Yankees, is het tegenovergestelde!! Voetbal heeft zijn bakermat waarschijnlijk in Engeland. Waarschijnlijk schopten alle holbewoners, waar dan ook, wel eens tegen een steen of een schedel of wat dan ook, maar de Engelsen hebben wel de regels verzonnen en benoemd. En wat is nou het leuke? Die Engelse termen hebben we wèl netjes vertaald in het Nederlands. Wie heeft het nog over een “free kick” als je een vrije trap krijgt. Wie noemt een strafschop nog een “penalty” en ook de corners worden meer en meer vervangen door een “hoekschop”. Buitenspel is nu gewoon buitenspel, alleen de Engelsen noemen het nog “off side” en de “referee”is gewoon een “scheidsrechter”. Zo is het voetbal lekker Hollands gebleven en een voorbeeld voor andere maatschappelijke sectoren. Laten we onze taal hoog houden en vooral niet ten onder gaan in Amerikaans gewauwel.
Zeg nou zelf, dat zou toch hartstikke SHIT zijn!!!
door Karel Jungheim
Waarom zijn de bananen krom? Die vraag werd mij ooit gesteld en omdat ik het antwoord niet wist zei ik: daarom. Het goede antwoord was: anders passen zij niet in hun schil. De waarom-vraag achtervolgt ons een mensenleven. Vooral kinderen kunnen er wat van. Waarom is het gras groen? Waarom eten we op oudejaarsavond oliebollen? Waarom dit en waarom dat. Veel ouders weten er soms geen raad mee. Die van mij vroeger ook niet altijd en dus kreeg ik vaak als antwoord: daarom! Echt bevredigend was dat niet, maar ja de geest van de Griekse wijsgeer Socrates, die opvoeders aanraadde het stellen van vragen bij kinderen juist te stimuleren (“Wie vraagt wordt wijs”), waarde niet echt rond. Nu verwijt ik mijn ouders natuurlijk helemaal niets. Ik heb er immers inmiddels ook al vele jaren als opvoeder (vader en leerkracht) opzitten, dus ik weet wel beter. En hoeveel vragen je ook naar vermogen probeert te beantwoorden, er blijven vragen waar je ook als volwassene mee blijft worstelen.
Over dat laatste gesproken, sinds dit voorjaar loop ik warm voor een bestuursfunctie bij De Zwervers. In de afgelopen maanden heb ik daarom vele mensen gesproken, bestuursvergaderingen bijgewoond, veel op het complex rondgelopen, stukken gelezen enzovoorts. Buitengewoon leerzaam. Ik weet dus waar ik aan ben begonnen. Veel vragen die in deze periode bij mij opkwamen werden keurig door altijd welwillende Zwervers beantwoord. En nooit kreeg ik als antwoord: daarom. Maar er zijn ook nogal wat vragen niet beantwoord. Ik zet er een willekeurig aantal op een rijtje. Waarom zitten er geen vrouwen in het bestuur? Waarom staan wij toe dat er wordt gerookt in de kantine? Waarom staan er na een wedstrijd zoveel lege flesjes langs het veld? Waarom betalen veel leden hun contributie niet op tijd? Waarom zetten niet meer mensen zich in voor de club? Waarom wordt er langs de lijn en op het veld nog ze veel gescholden? Waarom worden de kleedkamers niet altijd schoon en netjes achtergelaten? Waarom wordt de door de vereniging verstrekte informatie zo slecht gelezen? Waarom blijven spelers onaangekondigd weg bij wedstrijden, daarmee hun medespelers duperend? Waarom zijn niet meer ouders bereid af en toe eens te rijden bij uitwedstrijden? Waarom? Waarom?
Toen ik in mijn ‘stageperiode’ eens iemand trof die vreselijk liep te klagen en te zeuren over van alles en nog wat, vroeg ik: Als er in jouw ogen dan niets deugt, waarom hoepel je dan niet gewoon op? Zijn antwoord was: Bij een andere club zal het niet veel beter zijn en De Zwervers is en blijft ondanks alles toch mijn cluppie.
Het laatste deel van dat antwoord deed me wel iets omdat die uitspraak meteen een begin was van een goed gesprek, een aanknopingspunt om toch samen verder te gaan. En als iemand mij ooit vraagt waarom ik, ondanks de vele vragen waar ik nog mee worstel, een deel van mijn vrije tijd aan De Zwervers wil besteden, dan zal mijn antwoord zijn: ’t is altijd al mijn cluppie. Daarom dus!!