Uitkrant februari 2020

Page 39

39

Ondanks het sociale beleid van Amsterdam is het aantal daklozen flink gestegen. Waar ligt dat aan? Kan het anders? ‘Je moet afglijden voordat je geholpen wordt.’ tekst Anne Dirks

HOEZO, ZELFREDZAAM?

R

ond het kinderbadje is een sportklasje bezig. Een stuk of zeven vrouwen in gekleurde leggings volgen de instructies van een trainer op. We lopen door het Vondelpark, op woensdag het vaste rondje van Hanna Wapenaar. ‘Vorige week stond hier ook zo’n groepje’, vertelt ze, ‘nog geen tien meter verderop zat een jongen op een bankje. Dubbelgeklapt, zijn hoofd tussen zijn benen. Tussen zijn voeten lagen zijn sleutels en telefoon. Hij was duidelijk ‘out’. Dan verwacht je toch dat iemand even checkt of hij oké is? Ze staan ernaast!’ Wapenaar is straatpastoor in Amsterdam en richt zich vooral op dak- en thuislozen. ‘Maar je ziet niet altijd aan de buitenkant dat iemand dakloos is.’ Terwijl we richting het Max Euweplein lopen, fronst ze. ‘Ik had hier een paar mannen een pakje shag beloofd, maar dat heb ik nu niet bij me – ik draag het liever niet de hele tijd in mijn jaszak, die gaat er zo van stinken.’ De mannen op wie ze doelt, zijn er niet. HARDE CIJFERS In de afgelopen tien jaar is het aantal daklozen in Nederland verdubbeld naar bijna 40.000, blijkt uit cijfers van het CBS. Met ‘daklozen’ bedoelt het CBS de mensen die slapen in de open lucht of in overdekte openbare ruimtes (stations, fietsenstallingen, winkelcentra, een auto of in een tijdelijke opvang), maar ook zij die bij vrienden, familie en kennissen op de bank pitten en geen eigen verblijfplaats hebben.

In de berekening van het CBS zijn meegeteld: mensen die een uitkering krijgen maar geen woning hebben, mensen die zijn ingeschreven bij de dag- en nachtopvang en daklozen die zich lieten registreren in het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (Landis). ‘Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk nog veel hoger,’ stelt Wapenaar. ‘Mensen die permanent in de daklozenopvang wonen, asielzoekers en wachtenden voor de geestelijke gezondheidszorg zijn niet meegenomen in deze cijfers.’ STRAATLEVEN Badreddine Djeraoui kwam eind maart naar Nederland vanuit Algerije, alleen. Hij is kunstenaar en wilde in het land van Rembrandt wonen. Overdag tekent hij, ’s nachts slaapt hij in een van de bootjes op de gracht. ‘Ik hou van Amsterdam, deze stad is magie. Het eerste wat ik deed toen ik hier met de trein vanuit Parijs aankwam, is naar Het Rembrandthuis gaan. Ik had geen kaartje om naar binnen te gaan, maar ik heb buiten twee uur zitten kijken naar zijn huis.’ Hij verdeelt zijn tijd tussen De Regenboog Groep-inloophuis Makom in De Pijp waar hij kan werken en de OBA, waar hij kunstboeken kan inkijken. Af en toe verkoopt hij een tekening en kan hij weer eten. De meeste opvanghuizen en programma’s in de stad richten zich op verslaafden of mensen met

‘HET LEVEN OP STRAAT IS HARD EN DOET IETS MET JE MENSWAARDEN EN MET DE RUIMTE IN JE HOOFD’

04 UK ETEN & DRINKEN ENZO FEB 2020 MB_SV_MB_SF.indd 39

16-01-20 17:32


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.