Whitepaper nederland belgië desk

Page 1

WHITEPAPER Nederland - België Desk HLB Van Daal & Partners is a member of HLB International. A world-wide network of independant accounting firms and business advisors.

2015

In dit nummer 1. HLB Nederland-België Desk: het beste van beide landen 2. Fiscale motieven emigratie naar België 3. De kwalificerende buitenlandse belastingplicht 4-5. Liquidatiereserve: vermogen vennootschap tegen 10% uitkeren 6. Newsflash: Ontwerp van programmawet betreffende de bijzondere liquidatiereserve 7. Doel Nederland-België Desk 8. Contactgegevens

HLB NEDERLAND-BELGIË DESK: HET BESTE VAN BEIDE LANDEN Hoewel er de laatste decennia veel veranderd is op het gebied van België is in vergelijking met Nederland niet in elk opzicht een de belastingwetgeving, is België voor Nederlanders nog steeds belastingparadijs. Beide landen kennen echter hun eigen fiscale een aantrekkelijk emigratieland. Traditiegetrouw zijn de fiscale stimuleringsregelingen die al naar gelang de situatie een groot motieven voor emigratie naar België: fiscaal voordeel op kunnen leveren. 1. 2. 3. 4. 5.

Goedkoper wonen; Geen aanmerkelijk belangheffing; Goedkoper autorijden; Lagere belasting op vermogen en rendement; Belastingvrij schenken.

Zo is het normaal gangbare tarief vennootschapsbelasting in België met 33,99% een stuk hoger dan het Nederlandse tarief (20/25%). Echter door toepassing van de notionele renteaftrek (fictieve aftrek op het eigen vermogen) kan het toch zijn, dat u in België over de winst van uw vennootschap uiteindelijk minder vennootschapsbelasting betaalt. Verder kennen beide landen een patent- c.q. innovatiebox, echter de voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen zijn niet geheel gelijk.

De financiële crisis en de staat van de overheidsfinanciën hebben er onder meer toe geleid, dat België er niet aan ontkwam om de meeste inkomenscategorieën zwaarder te belasten. Toch zijn er voor wie de weg kent nog steeds aantrekkelijke voordelen te Door zorgvuldige planning en structurering kunt u daadwerkelijk realiseren. profiteren van het beste van beide landen op het gebied van de fiscale mogelijkheden. De HLB Nederland-België Desk helpt en In deze Whitepaper zal allereerst op de hierboven genoemde ondersteunt ondernemers en particulieren bij hun grensoverschrijmotieven nader worden ingegaan. De actuele ontwikkelingen dende activiteiten en het maken van de juiste keuzes. omtrent aftrek van hypotheekrente voor “kwalificerende belastingplichtigen” in Nederland en het nieuwe tarief voor liquidatieuitkeringen in België behandelen wij daarna wat uitgebreider.


FISCALE MOTIEVEN EMIGRATIE NAAR BELGIË Goedkoper wonen Als gevolg van de beperkte hypotheekrenteaftrek in België waren de woningen aan de overzijde van de grens lange tijd een stuk aantrekkelijker geprijsd dan hier in Nederland. Na de belastingherziening in 2001 werd het voor werknemers en ondernemers met inkomen uit Nederland zelfs nóg aantrekkelijker om in België te gaan wonen. Vanaf dat moment was het mogelijk om te kiezen voor binnenlandse belastingplicht in Nederland, waardoor de hypotheekrente voor de Belgische woning effectief in Nederland in aftrek kon worden gebracht. Doordat de wettelijke anti-misbruik bepaling (terugneemregeling) en de inhaalregeling uiteindelijk Europeesrechtelijk niet haalbaar waren, is de Nederlandse Wet op de inkomstenbelasting aangepast en per 1 januari gewijzigd in de regeling van “kwalificerende buitenlandse belastingplicht”. Deze regeling heeft grote gevolgen voor inwoners van België met onvoldoende inkomen uit Nederland. Op de nieuwe regeling zal op bladzijde 3 nader worden ingegaan. Geen aanmerkelijk belangheffing Tot op heden kent België geen aanmerkelijk belangheffing. Dit betekent niet, dat de inkomsten uit een pakket aandelen in de eigen vennootschap voor een inwoner van België altijd belastingvrij zijn. In theorie zijn er de volgende mogelijkheden om vermogenswinst c.q. dividend tóch in de belastingheffing te betrekken: • Bij emigratie is door Nederland een conserverende aanslag opgelegd. De aanslag (25%) over de waardestijging tot aan de datum van emigratie wordt door Nederland alsnog ingevorderd als de aandelen binnen 10 jaar na emigratie worden verkocht of er anderszins een verboden handeling wordt uitgevoerd. • De verkoop “kadert niet binnen het normaal beheer van een privé-vermogen”, bijvoorbeeld in de situatie dat de onderneming of dochtermaatschappij is verkocht en een kasgeldvennootschap resteert die vervolgens wordt vervreemd. De Belgische fiscus kan een behaald voordeel belasten met 33% personenbelasting. • Bij verkoop van een deelneming aan een onderneming buiten de EER bedraagt de vermogenswinstbelasting onder omstandigheden 16,5%. • Bij uitkering van dividend bedraagt de verschuldigde roerende voorheffing in België 25%. Onder omstandigheden kan een tarief van 15% van toepassing zijn. Als het dividend uit een Nederlandse vennootschap betreft is ook nog 15% Nederlandse dividendbelasting verschuldigd. • Uitkering uit een na 2014 te vormen liquidatiereserve is onder omstandigheden niet belast. Bij het vormen van de liquidatiereserve is wel 10% vennootschapsbelasting verschuldigd. Op deze nieuwe regeling wordt door onze Belgische HLB partner HLB Antwerpse Fiducia nader ingegaan (bladzijde 4).

2

Goedkoper autorijden België kent geen BPM zoals in Nederland. Hierdoor zijn de auto’s voor de consument in de regel beduidend goedkoper dan in Nederland. In plaats van een jaarlijks correctie voor het privé-gebruik van de auto is de BTW terzake de aanschaf en de overige autokosten in België echter niet volledig terug te vragen. Dit is weer een aanzienlijk financieringsnadeel ten opzichte van Nederland. De hogere Belgische verzekeringspremies en de BIV (de belasting op de inverkeerstelling) zijn substantiële posten waarmee rekening moet worden gehouden. De laatste jaren is door de beperking van de aftrek van autokosten door middel van de “verworpen uitgaven” en de fiscale bijtelling ook het voordeel voor het privé-gebruik flink aangepakt. Uit onze cijferexercities blijkt evenwel dat bij de wat duurdere auto’s er nog steeds een aanmerkelijk voordeel te behalen is met het rijden op roodwitte plaat. Lagere belasting op vermogen en rendement In België wordt, anders dan in Nederland, nog steeds het daadwerkelijk behaalde rendement op een spaarrekening of effectenportefeuille belast. Ontvangen rente en dividend zijn normaal gesproken belast tegen 25%. Eigen vermogen in een vennootschap, eventueel gecorrigeerd voor bepaalde vermogensbestanddelen, kwalificeert voor toepassing van een fictieve renteaftrek, notionele renteaftrek genaamd, van 2,13% (aanslagjaar 2016, voor KMO’s, zie blz. 4). In Nederland is voor een vennootschap mogelijk het VBI regime (Vrijgestelde Beleggingsinstelling, zie Whitepaper 2014 #2) van toepassing, waardoor in het geheel geen vennootschapsbelasting over de beleggingsopbrengst verschuldigd is (wel jaarlijks 25% inkomstenbelasting over een fictief inkomen van 4%). Het grote verschil met de VBI is evenwel dat voor toepassing van de notionele renteaftrek onderhandse leningen aan de aandeelhouder niet zijn uitgesloten. In Nederland zou de vennootschap hiermee niet kunnen kwalificeren voor de VBI. Belastingvrij schenken Net als in Nederland zijn schenkingen door ouders gedaan aan kinderen belast met schenkingsrecht. De tarieven verschillen per gewest. Voor Vlaanderen loopt het tarief op tot 27%. Echter, handgiften gedaan in de periode van meer dan 3 jaar voorafgaande aan het overlijden van de schenker zijn belastingvrij. Dit opent interessante mogelijkheden voor de overheveling van privé-vermogen.


DE KWALIFICERENDE BUITENLANDSE BELASTINGPLICHT Vanaf 1 januari 2015 geldt er voor niet-inwoners van Nederland een nieuwe fiscale regeling. Het keuzerecht voor buitenlandse belastingplicht is vervangen door de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. De zogenaamde terugneemregeling is hierbij vervallen. Op grond van de regeling van kwalificerende buitenlandse belastingplicht is het voor niet-inwoners van Nederland onder omstandigheden mogelijk om dezelfde aftrekposten te benutten als inwoners. Om als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige te worden aangemerkt moet er wel aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1. Men moet inwoner zijn van een lidstaat van de Europese Unie, de EER, Zwitserland of de BES eilanden en tevens in de belastingheffing worden betrokken; 2. Het i(gezamenlijk) inkomen moet voor meer dan 90% in Nederland aan belastingheffing zijn onderworpen; 3. Men moet een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van de woonstaat aan de Nederlandse belastingdienst kunnen verstrekken. Bij kwalificering is het mogelijk om ook bepaalde aftrekposten van de partner op het Nederlandse inkomen in mindering te brengen. Om inkomensbestanddelen aan elkaar toe te delen is het weer van belang om elkaars fiscale partner te zijn. Teneinde de aftrekposten van de partner op te kunnen voeren, moet wel het gezamenlijke inkomen voor meer dan 90% in Nederland worden verworven. Voorbeeld Frank, inwoner van België, vervult zijn dienstbetrekking in Nederland en geniet een jaarsalaris van € 50.000. Hij is in gemeenschap van goederen gehuwd met Sandra. Sandra werkt in België en geniet een salaris van € 20.000. Ze bezitten een eigen woning in België en de negatieve inkomsten uit eigen woning bedragen per saldo € 20.000. In 2014 kan Frank gebruik maken van het keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen en kiezen voor fiscaal partnerschap. Frank kan dan ook het aandeel van Sandra in de negatieve inkomsten uit eigen woning op zijn inkomen in aftrek brengen. Het belastingvoordeel bedraagt (stel) 42% over € 20.000 ofwel € 8.400. Vanaf 2015 voldoet Frank aan de 90% norm maar Sandra niet. De nieuwe regeling heeft nadelige gevolgen voor Frank en Sandra. Frank geeft als ‘kwalificerende buitenlandse belastingplichtige’ in Nederland € 40.000 aan in box 1 (inkomen uit werk € 50.000 minus zijn aandeel in de negatieve inkomsten eigen woning van € 10.000). Dat levert hem een fiscaal voordeel op van (stel) 42% over € 10.000 ofwel € 4.200. Het aandeel van Sandra in de negatieve inkomsten uit eigen woning kan niet in Nederland in aftrek worden gebracht. Ten opzichte van 2014 gaan ze er dus 4.200 op achteruit. Om toch de volledige hypotheekrenteaftrek bij Frank te krijgen zou Sandra haar baan in België op moeten geven, minder moeten gaan werken of in Nederland moeten gaan werken. Een andere mogelijkheid is om de woning aan Frank over te dragen, maar dit leidt in de regel tot verschuldigdheid van registratierecht en notariskosten.

3


LIQUIDATIERESERVE: VERMOGEN VENNOOTSCHAP TEGEN 10% UITKEREN | ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN BELGIE De Belgische programmawet van 19 december 2014 heeft het stelsel van de liquidatiereserve ingevoerd vanaf aanslagjaar 2015. Het stelsel maakt het mogelijk voor KMO’s om aan de liquidatieheffing van 25%, die met ingang van 1 oktober 2014 was ingevoerd, te ontkomen. De kostprijs voor de aanleg van een liquidatiereserve wordt op 10% vastgelegd. Verder wordt het mogelijk voor KMO’s een verlaagd tarief te verkrijgen op gewone dividenduitkeringen. Een uitkering uit de reserves die niet onder de vorm van een liquidatiebonus gebeurt, resulteert in een belasting van 15% of 5% in functie van de termijn verstreken sinds aanleg van de reserves. Winst gerealiseerd tijdens het boekjaar 2014, voor zover dat verbonden is met het aanslagjaar 2015, komt reeds in aanmerking voor aanleg van een liquidatiereserve. De winst na belasting kan geheel of gedeeltelijk opgenomen worden in de liquidatiereserves met toepassing van een afzonderlijke aanslag van 10%, verschuldigd voor het belastbaar tijdperk waarin de liquidatiereserve is aangelegd. Een latere uitkering van de liquidatiereserves als liquidatiebonus (t.g.v. de liquidatie) kan dan belastingvrij gebeuren. Enkel KMO-vennootschappen komen in aanmerking voor deze maatregel en voor dit criterium wordt verwezen naar artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen. De KMO-voorwaarde dient vervuld te zijn op het moment van aanleg (en op het moment van verdere opbouw) van de liquidatiereserve. Wat zijn KMO’s? Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn klein als ze in het laatst en het voorlaatst afgelopen boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria hebben overschreden: jaargemiddelde personeelsbestand: 50; jaaromzet exclusief btw: € 7.300.000; balanstotaal: € 3.650.000. Een vennootschap is automatisch niet langer klein wanneer het jaargemiddelde personeelsaantal meer dan 100 bedraagt. Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen verbonden is in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen worden voormelde criteria op geconsolideerde basis berekend. De boekhoudkundige verwerking vereist de overboeking van de aangelegde liquidatiereserve naar een afzonderlijke passiefrekening, waarop ze behouden dient te blijven omwille van de vereiste “onaantastbaarheidsvoorwaarde”. In de fiscale aangifte zal een aparte opgave bijgevoegd dienen te worden. De 10% vennootschapsbelasting op moment van aanleg/verhoging van de liquidatiereserve is een “anticipatieve” heffing, die door de vennootschap gefinancierd dient te worden en die niet verrekend kan worden, noch als beroepskost aftrekbaar is. Voor een gewone dividenduitkering tijdens de levensduur van de vennootschap dient een onderscheid gemaakt te worden of de periode tussen het einde van het boekjaar waarin de liquidatiereserve werd aangelegd en het moment van uitkering van het dividend al dan niet minder dan vijf jaar is. Indien minder dan vijf jaar is een roerende voorheffing van 15% van toepassing, wat gecumuleerd met de anticipatieve heffing van 10% resulteert in het tarief van 22,73%. Indien de termijn van vijf jaar wel is overschreden, dan is het toepasselijk tarief 5%, wat gecumuleerd met de anticipatieve heffing van 10% leidt tot een fiscaal gunsttarief van 13,64%. Omwille van dit voordeeltarief wordt de nieuwe regeling de “VVPRter”-regeling genoemd, in navolging van de vorige twee gunstregimes die een verlaagd tarief van 15% invoerden voor de roerende voorheffing op dividenduitkeringen indien aan specifieke voorwaarden werd voldaan. Hoewel de nieuwe regeling in het leven geroepen werd voor uitkering van liquidatieboni, laat ze echter ook toe om de belastingdruk te verlagen bij dividenduitkeringen mits het respecteren telkens van een sperperiode van vijf jaar. De vraag is echter gerezen of een dergelijke dividendpolitiek al dan niet als een misbruik kan aan worden gezien worden dat onder het toepassingsgebied valt van art. 344 WIB 1992. Op basis van o.m. de parlementaire werken en een uitspraak van de Raad van State heeft de rechtsleer echter geconcludeerd dat een dergelijke gefaseerde uitkering wel degelijk een legitieme dividendpolitiek is.

4

Anders is het gesteld met de compatibiliteit (steeds min. 10 % belasting verschuldigd) met de moeder-dochter Richtlijn en de dubbelbelastingverdragen die in vrijstelling/vermindering van de bronheffing voorzien bij (groeps) dividenduitkeringen (E. HvJ). Marc Dierckx accountant-belastingconsulent HLB Antwerpen

Katrien van Goethem belastingconsulent HLB Antwerpen


Voorbeeld liquidatieheffing België Een KMO-vennootschap heeft voor het boekjaar 2014 met afsluitdatum 31/12/2014 een winst voor belasting van € 100.000 en opteert om deze volledig toe te wijzen aan de liquidatiereserves. Voor boekjaar 2014 is door de vennootschap 10% vennootschapsbelasting verschuldigd. Een dividenduitkering voor 01/01/2020 zal bij de aandeelhouders aanleiding geven tot de heffing van een roerende voorheffing van 15%, terwijl een dividenduitkering vanaf 01/01/2020 een roerende voorheffing van “slechts” 5% impliceert. Ingeval de uitkering van de liquidatiereserves gebeurt als liquidatiebonus, is er geen roerende voorheffing meer verschuldigd. Totale belastingdruk : 1. dividenduitkering in jaar X voor 01/01/2020: 2. dividenduitkering in jaar X vanaf 01/01/2020: 3. liquidatiebonus in jaar X :

winst voor belastingen vennootschapsbelasting -

boeking naar liquidatiereserve 10 % Vpb dividenduitkering 25 % Roerende Voorheffing

Liquidatiebonus

Netto

15% Roerende Voorheffing jaar X + 10% Vpb 5% Roerende Voorheffing jaar X + 10% Vpb 0% Roerende Voorheffing jaar X + 10% Vpb MET liquidatiereserve

ZONDER liquidatiereserve

100,00 33,99 % ______

100,00 - 33,99 % ______

66,01

66,01

- 6,00 _____

- 16,50 _____

60,01 ====

60,01 ====

dividend voor 5 jaar 15 % Roerende voorheffing

dividend na 5 jaar 5 % Roerende voorheffing

- 9,00 ______

- 3,00 ____

51,01 ====

57,01 ====

49,51 =====

5


NEWSFLASH: ONTWERP VAN PROGRAMMAWET BETREFFENDE DE BIJZONDERE LIQUIDATIERESERVE In een ontwerp van programmawet is een voorstel opgenomen voor de invoering van een “bijzondere liquidatiereserve” voor de aanslagjaren 2013 en 2014 voor KMO-vennootschappen. Met deze regeling wil men een oplossing bieden voor het probleem dat voor de meeste vennootschappen die per kalenderjaar boekhouden, de boekjaren 2012 en 2013 respectievelijk verbonden aan de aanslagjaren 2013 en 2014, niet in aanmerking kwamen voor een gunstregeling. De zogenaamde “vastklikregeling” ingevoerd door de programmawet van 28 juni 2013 had meestal betrekking op de belaste reserves voor aanslagjaar 2012. De gewone liquidatiereserve ingevoerd door de programmawet van 19 december 2014 geldt voor winst gerealiseerd ten vroegste tijdens het boekjaar 2014, verbonden aan aanslagjaar 2015 voor vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren. Bijgevolge vielen de boekjaren 2012 en 2013 buiten het toepassingsgebied van voormelde wetten. Voor de bijzondere liquidatiereserve zouden grotendeels dezelfde regels en voorwaarden gelden als voor de gewone liquidatiereserve (o.a. anticipatieve heffing van 10%, KMO-karakter, toepasselijk gunsttarief van 0% bij liquidatie, 5% of 15% bij dividenduitkering, onaantastbaarheidsvoorwaarde, niet-aftrekbare beroepskost). Vereist is dat op moment van aanleg van de bijzondere liquidatiereserve nog een bedrag aan reserves beschikbaar is in de boekhouding dat overeenstemt met het bedrag van de winst na belastingen van aanslagjaar 2013 en 2014. Opgemerkt dient nog dat de vijfjarige wachtperiode voor de uitkering van de liquidatiereserve tegen de verlaagde roerende voorheffing begint te lopen vanaf het boekjaar waarin de bijzondere liquidatiereserve wordt aangelegd. In het wetsontwerp van de bijzondere liquidatiereserve wordt voorzien in een apart betalingssysteem voor de anticipatieve heffing van 10% en verloopt de inning niet via de aanslagregeling van de vennootschapsbelasting. Voor de bijzondere liquidatiereserve verbonden aan aanslagjaar 2013 dient de betaling uiterlijk op 30 november 2015 te gebeuren. Voor de bijzondere liquidatiereserve verbonden aan aanslagjaar 2014 dient de betaling uiterlijk op 30 november 2016 te gebeuren. Er zou niet voorzien worden in een terugbetalingsprocedure, wat normaliter wel wenselijk zou zijn indien de algemene vergadering op latere datum geen goedkeuring zou verlenen voor de aanleg van de bijzondere liquidatiereserve. Voor eenzelfde boekjaar zal tegelijkertijd toepassing kunnen worden gemaakt van de gewone en de bijzondere liquidatiereserve, evenwel rekening houdend met het feit dat de bijzondere liquidatiereserve de boekhoudkundige winst van het boekjaar vermindert dat in aanmerking komt voor de aanleg van de gewone liquidatiereserve. Zodra het wetgevend kader voor de bijzondere liquidatiereserve vastligt, zullen we u in een volgende editie hierover verder informeren.

6


DOEL HLB NEDERLAND-BELGIË DESK | HLB VAN DAAL & PARTNERS | HLB ANTWERPEN De HLB Nederland-België Desk wil antwoord geven op vragen als: • Wat maakt emigratie van Nederland naar België voor mij de moeite waard? • Kan ik inmiddels weer remigreren naar Nederland en waar moet ik daarbij op letten? • Wat zijn de mogelijkheden om geen aanmerkelijk belangheffing te betalen en toch geen 10 jaar te hoeven wachten? • Op welke wijze kan door middel van een Belgische vennootschap de belastingdruk op mijn beleggingen worden gereduceerd? • In hoeverre is het mogelijk om nu reeds vermogen belastingvrij naar de kinderen over te hevelen? • Hoe kan ik zo voordelig mogelijk een luxe auto rijden? • Hoe voorkom ik problemen met de Belgische fiscus bij de bouw van mijn Belgische woning? • Waar ben ik sociaal verzekerd en wat betekent dit voor de verschuldigde premies en het niveau van de voorzieningen? • Hoe kan ik voorkomen dat ik nog jaren na mijn emigratie sociale premies in Nederland moet betalen? • Hoe voorkom ik dat ik én in Nederland én in België dividendbelasting moet betalen? • Hoe start ik een vestiging van mijn bedrijf in Nederland of België? • Kan een Nederlandse B.V. ook van het liquidatietarief in België gebruik maken? • Etc. Marc Dierckx Accountant-belastingconsulent

Katrien van Goethem Belastingconsulent

marc.dierckx@hlb.be Tel +32 3 229 27 40 HLB Antwerpen Fiducia NV Roderveldlaan 3 2600 Berchem (Antwerpen)

katrien.vangoethem@hlb.be Tel +32 3 229 27 40 HLB Antwerpen Fiducia NV Roderveldlaan 3 2600 Berchem (Antwerpen)

Mr. M.C.A. (Marc) Lichtenberg Belastingadviseur medewerker “Toegevoegde waarde leveren, dat is mijn drijfveer. Of het nu gaat om internationale zaken (m.n. Nederland-België), expats, transfer pricing, herstructurering, innovatiesubsidies, vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi), ik wil samen met mijn HLB(I)-collega’s het beste resultaat bereiken, in binnen- en buitenland. Vanuit een oprechte betrokkenheid iets moois tot stand brengen en de kansen die zich voordoen zien en grijpen: dát is waar ik voor sta.” m.lichtenberg@hlb-van-daal.nl

T 0416 33 05 05 Prof. Asserweg 8 5144 NC Waalwijk

7


Vestigingen: Breda: St. Ignatiusstraat 255 4817 KK Breda T 076 522 52 25 breda@hlb-van-daal.nl

Heerlen: Nieuw Eyckholt 282 6419 DJ Heerlen T 045 522 21 21 heerlen@hlb-van-daal.nl

Schijndel: Nieuwe Eerdsebaan 14 5482 VS Schijndel T 073 547 49 47 schijndel@hlb-van-daal.nl

Dongen: Lage Ham 10 5102 AC Dongen T 0162 32 20 00 dongen@hlb-van-daal.nl

’s-Hertogenbosch: Pettelaarpark 100 5216 PR ’s-Hertogenbosch T 073 549 44 10 denbosch@hlb-van-daal.nl

Tilburg - Waalwijk: Prof. Asserweg 8, 5144 NC Waalwijk T 0416 33 05 05 waalwijk@hlb-van-daal.nl

Geleen: Rijksweg Noord 45 6162 AB Geleen T 046 474 94 40 geleen@hlb-van-daal.nl

Maastricht: Raadhuisplein 1 6267 CW Cadier en Keer T 043 880 04 00 maastricht@hlb-van-daal.nl

Uden: Losplaats 18-20 5404 NJ Uden T 0413 70 01 22 uden@hlb-van-daal.nl

Gemert: Dommel 57 5422 VH Gemert T 0492 36 12 48 gemert@hlb-van-daal.nl

Oss: Obrechtstraat 43f 5344 AT Oss T 0412 63 20 70 oss@hlb-van-daal.nl

Veghel : Eisenhowerweg 14a 5466 AC Veghel T 0413 37 13 00 veghel@hlb-van-daal.nl

Amsterdam WTC Amsterdam H Tower – Level 5 Zuidplein 36 1077 XV Amsterdam T 020-3012152 amsterdam@hlb-van-daal.nl www.hlb-van-daal.nl

Disclaimer Deze whitepaper bevat algemene informatie en is gebaseerd op de actuele wet- en regelgeving. Neem altijd van te voren contact op met een deskundige. HLB Van Daal & Partners N.V. is niet aansprakelijk voor handelen of nalaten naar aanleiding van deze uitgave. HLB Van Daal & Partners heeft vestigingen in Breda, Dongen, Geleen, Gemert, Heerlen, ’s-Hertogenbosch, Maastricht, Oss, Schijndel, Tilburg-Waalwijk, Uden, Veghel en Amsterdam. Er werken 300 medewerkers die uit de regio komen, de taal spreken en betrokken zijn bij lokale bedrijven. HLB Van Daal & Partners maakt deel uit van het (inter)nationale HLB-netwerk met collega’s in meer dan honderd landen. De klantenkring bestaat uit ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf, die zowel lokaal als internationaal opereren.

8

www.hlb-van-daal.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.