.unst 5

Page 6

Art Attack ’06 tekst Anne Broekman, Rick Steggerda, Willemijn Tillmans, Joram Torny, Edwin Verhoeven, Annelies Vermeulen fotografie Patrick van de Luijtgaarden

ENSEMBLES HISTORISCHE INSTRUMENTEN | Mat applaus voor frivole klanken

FESTIVALOPENING EN FILMSELECTIE _ Voor wie is Art Attack eigenlijk bedoeld?

Doelstelling van de tweede editie van ART ATTACK: het beste van de HKU laten zien op verschillende locaties in de binnenstad van Utrecht. Met een HKU Award, theatervoorstellingen, klassieke en moderne concerten, een modeshow, een talentenjacht en een expositie met beeldende kunst en vormgeving. .unst stuurde haar schrijvers op pad voor een kwaliteitsonderzoek.

AB - Het Ensemble Historische Instrumenten opent deze druilerige zondagmiddag voorzichtig de Muziekparade van het Utrechts conservatorium. De kapel van het conservatorium is nog niet eens half gevuld. Om zo min mogelijk op te vallen, duiken de bezoekers angstvallig op de achterste stoelen in het donkere hoekje onder het orgel. Op deze manier is het hard werken voor Jazmin Rincon Serratos op traverso (een soort dwarsfluit) en Satoko Okitsu op clavecimbel. Toch brengen ze de sonates van onder andere J.S. Bach met overtuiging. De kapel vormt de ideale omgeving voor de frivole klanken van deze barokke instrumenten. Bezoekster Elia van der Kant geeft toe niet zo ‘barokkig’ te zijn: ‘Gister heb ik het strijkorkest in de Leeuwenberghkerk gezien, dat vond ik veel indrukwekkender. Die omgeving is zo mooi. Maar nu heb ik ook genoten hoor, ze spelen heel gepassioneerd.’ Harma Woldhuis is meer onder de indruk, maar ze is niet helemaal onpartijdig: bij Rincon Serratos heeft ze dwarsfluitles. ‘Ik heb zoiets als dit nog nooit gehoord, ik vind het erg mooi.’ ‘De reactie was een beetje lauw,’ zegt Rincon Serratos, zelf vierdejaarsstudente, achteraf. Een maand lang heeft het ensemble geoefend op de stukken, het handjevol toeschouwers doet niet meer dan mat applaudisseren. Na de laatste noten stormen de meeste mensen direct naar buiten. De dames op het podium krijgen nog net op tijd een bloemetje in hun handen geduwd.

DOOD GA JE TOCH _ Verrassende blik

SELECTIE SONNENBORGH _

VONKEN _ Guns ‘n Roses voor dwarsfluit

10

AV - Het concert Vonken van studenten van verschillende muziekopleidingen kan worden omschreven als een interessant geheel van instrumenten, filmpjes en een laptop. Een combinatie die op het podium leidt tot mooie dingen, maar het publiek soms in verwarring brengt. Bart Soeters opent de avond. Door een kwartet tegelijkertijd op klarinet, basklarinet, cello en contrabas lange boventonen te laten spelen, laat hij horen dat deze vaak niet met elkaar samengaan. Eigenlijk is het dus gewoon vals. Dan begint Cliff Dunn met zijn laptop-piep-en-kraakmuziek. Hij pakt zijn dwarsfluit en zet Sweet Child of Mine in. Aleksandra Popovska zingt op een krakerige manier mee. Of het nu de bedoeling van de makers is of niet, de zaal lacht. Behalve de live-muziek is er ook een compilatie te zien van drie studenten die filmmuziek maakten. Minutenlang kijken we naar een film van een boom. Eerst met regenboog, dan met onweer, en uiteindelijk weer met regenboog. Saai is het niet, want de muziek zorgt ervoor dat de sfeer telkens verandert. En je luistert beter naar muziek, wanneer je niet afgeleid wordt door allerlei verschillende beelden. Het laatste optreden van de avond is een compositie van Sjoerd Leijten. Hij verknipte het gedicht Amarillis en maakte er muziek onder. Dat werd een wonderlijk geheel. Ritmes veranderen, zang en trompet wisselen elkaar af. Plots houdt de muziek op. Het publiek kijkt vertwijfeld om zich heen. Is het afgelopen? Als de musici hun spullen inpakken is het duidelijk: het is afgelopen.

op de werkelijkheid

JT - Acht (bijna) afgestudeerde schrijvers aan de opleiding BTh Writing for Performance schreven allen drie korte scènes voor de Buitenkunst-bundel Dood ga je toch. Tijdens Art Attack werd een deel van deze teksten gepresenteerd in een programma met dezelfde titel, dat zowel uit lezingen als uit gespeelde scènes bestond. Een muzikant verbond op het podium de scènes aan elkaar. De teksten kwamen het beste tot hun recht als ze alleen gelezen werden. Dan werd hoorbaar hoe iedere schrijver een unieke manier van verwoorden heeft. De dialogen verwezen naar de realiteit, maar bootsten haar niet na. Soms riep dat vooral vragen op, maar meestal zorgde de woordkeus voor een verrassende blik op de werkelijkheid. Eén van de leukste teksten ging over een meisje dat op

een feestje zou komen. Drie mannen beschreven dat meisje met woorden als ‘hoepla in de benen’ en ‘wat een gotspe’. De acteurs lazen het op zo’n manier dat het feest, de mannen en het meisje zichtbaar werden, zonder dat ze uitgebeeld werden. Wanneer de teksten echter gespeeld werden, was de taal veel minder hoorbaar en lag de focus bij de anekdote. De regie ging in op herkenbaarheid en nabootsing, waardoor het nogal platte verhaaltjes werden over man-vrouw-verhoudingen waarin veel wordt vreemdgegaan en weinig van elkaar wordt gehouden. De overstijgende betekenis van de taal, die uitdrukt hoe de mens zich voelt in relatie tot andere mensen, verdween in de regie. Een andere speelstijl had deze betekenis beter tot zijn recht kunnen laten komen.

VOORSTELLING ZONDER AFSPRAAK _ Hyperactueel halfuurtje

RS - Om een Voorstelling zonder afspraak te maken, moet je toch iets afspreken. Namelijk wie er aan meedoet en wie wat meeneemt. Een actrice, een schrijver en een geluidsmaker spraken af dat ze op 18 november 2006 om 16.00 uur zouden samenkomen: met elkaar, een laptop, een bureaustoel en geluidsapparatuur. En met ons. Als de drie opkomen weet niemand wat er gezegd gaat worden en wat geschreven, welke muziek zal klinken en waar het überhaupt over zal gaan. Dat duurt niet lang. Martelen. Water op je hoofd krijgen, voortdurend geluid horen. De schrijver schetst ons de actualiteit in Irak en dat wij daar als Nederlanders, zoals gisteren bleek, aan meedoen. Het is meteen hyperactueel, iets wat normaal in het theater niet kan. De schrijver probeert te verklaren en je mag als toeschouwer meedenken. Maar niet voor lang. Monotone dreunen, mekkerende schapen. De actrice zit recht voor ons op een stoel. Ze wordt live gemarteld door de geluidsmaker. ‘Wil je me iets vragen?’ zegt ze tegen ons. We blijven stil. ‘Goed. Dan beken ik.’ Ze rijdt met de stoel naar achteren, staat op en vraagt aan de geluidsmaker: ‘Mag ik die schapen nog even horen?’ De schrijver haakt meteen aan en plots gaat het over een kinderboerderij. Daarna over Echt, Limburg. De schrijver heft een lied aan over een hypothetische dictatuur in Nederland: ‘Zouden mijn vrienden desgevraagd mij verbergen, of zou ik dan te veel van hen vergen?’ Maar echt spannend wordt het als de schrijver niet schrijft, maar samen met de actrice zijwaarts loopt. Of als er gefluisterd wordt. Of samen geveegd. Kortom, als er communicatie is. De voorstelling eindigt als na een halfuur het licht langzaam uitgaat. Op afspraak.

STRINGS ATTACHED _ ‘Ik eet een hotdog’

AB - Het mixen van jazz, pop, klassieke en moderne muziek is geen noviteit. Toch wordt Strings Attached, een samenwerking van de faculteiten Kunst, Media en Technologie en Muziek, aangekondigd als iets revolutionairs. Dat blijkt niet onterecht. In een intieme sfeer worden composities van studenten uitgevoerd door een jazzcombo en een strijkkwartet. Duidelijk is dat de samenkomst van studenten van beide faculteiten niet vanzelfsprekend is. De conservatoriumstudenten zitten in hun opleiding vast aan strakke regels, terwijl de KMT-componisten die veel makkelijker loslaten, hun composities zijn gewaagd en speels. Dat de studenten van de Faculteit Muziek hier nog niet zo veel ervaring

mee hebben, is merkbaar aan de manier waarop stukken bijna plichtmatig, met onzekere blik in de ogen worden uitgevoerd. Dit doet een aantal composities bijna de das om. De stukken zelf zijn bloedstollend mooi, met spannende akkoordenwisselingen en een langgerekte spanningsopbouw. Helaas houden ze de aandacht niet vast door gebrek aan bevlogenheid bij de muzikanten. Zodra vocalen worden toegevoegd gaat het ineens leven, het combo wordt wat losser en de strijkers klinken vloeiender. Soms tot in extremen zoals in het met onvaste stem gezongen ‘Ik eet een hotdog’, een croonerparodie waarbij joligheid even om de hoek komt kijken. Toch is het een welkome afwisseling wanneer er werkelijk met plezier gespeeld wordt.

De mogelijkheden van je plafond

EV - Museum Sonnenborgh is een dankbare locatie voor een expositie van beeldende kunst en (mode)vormgeving. Het gebouw straalt binnen een haast religieuze rust uit; je praat er als vanzelf op gedempte toon. Het dozijn afgestudeerden van de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving verdiende meer aandacht dan het handjevol bezoekers dat hier zondagmiddag tussen 15.30 en 17.00 uur hun expositie bezocht. Master Interior Design Tjalf Melle was er niet minder enthousiast om. Gedreven legde hij aan elke voorbijganger de werking van zijn afstudeerproject uit en bracht hij op een paar vierkante meter een verborgen wereld tot leven: die van de ongebruikte ruimte van het plafond. Hierin heeft Melle op vernuftige wijze gebruiksvoorwerpen verwerkt, zodat je je interieur na gebruik als het ware weer ongezien kunt opbergen. Melle zit in zijn Amsterdamse woning op de begane grond regelmatig in zijn raam een pilsje te drinken. Daar ontstond bijvoorbeeld het idee voor een stoel die uit het plafond boven het raam tevoorschijn komt en steun vindt op het kozijn. Voor het slapengaan schuif je boel weer in en dient het plafond als overnachtingsplek voor de stoel. Laat de ingenieuze kap eromheen nu juist de maten van raam hebben en als gordijn te gebruiken zijn. Zo heeft Melle nog tal van andere toepassingen voor de wanden en het plafond van zijn woning verzonnen, waarbij hij verfijnde interieurarchitectuur combineert met maximale functionaliteit. Meer van dit soort toegepaste ontwerpers graag.

WT - Altijd wanneer Astrid Joosten bij Twee voor Twaalf zegt: ‘Dan gaan we nu kijken naar een filmpje gemaakt door studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht,’ ben ik ongelooflijk trots. Ook heb ik de onbedwingbare behoefte om mensen die mij vertellen dat ze aan de HKU studeren, ongevraagd te zeggen dat ik dat ook gedaan heb. Ik weet dat kunstopleidingen altijd met elkaar concurreren, en dat sommige faculteiten van de HKU onterecht minder serieus genomen worden door kunstscheppend Nederland dan diezelfde faculteiten in andere steden. Met Art Attack, waar het neusje van de zalm der afgestudeerden tentoongesteld én geprezen wordt, wil de HKU zich profileren als volwaardige kunsthogeschool. Een initiatief dat ik uiteraard alleen maar kan toejuichen, want afgestudeerde kunstenaars kunnen best een zetje in de goede richting gebruiken, én zo kan de rest van Nederland tenminste zien welke briljante kunstenaars de HKU afwerpt. Er is zelfs een HKU Award in het leven geroepen: een prijs van 5000 euro voor het meest vernieuwende afstudeerwerk, dit jaar uitgereikt tijdens de feestelijke opening van Art Attack 2006 in Tivoli. De teleurstelling was dan ook groot toen de genomineerden voor deze award karig werden geïnterviewd door acteur en HKU-alumnus Errol Struijk. Zijn vragen reikten niet verder dan: ‘Ben je zenuwachtig?’, en: ‘Je afstudeerwerk gaat over beeldvorming, toch?’ In de door KMT-studenten gemaakte filmpjes over de genomineerden vielen vooral de taalfouten op; een heldere inhoud hadden ze niet. Toen ik na de filmpjes en de interviews dus nog steeds geen flauw idee had van het werk van de afgestudeerden, toen ik bij de bekendmaking weinig tot geen pers zag, maar enkel trotse familieleden en faculteitsgenoten, vroeg ik me dan ook af: voor wie is dit festival eigenlijk bedoeld? Een dag later bezocht ik de filmselectie in het Louis Hartlooper Complex: zes filmpjes van studenten van de Faculteit KMT, variërend van animatie tot documentaire. Hun werk had onmiskenbaar kwaliteit. Ik was onder de indruk van de documentaire over de drie Franse broers in Les Frères (Helmie Stil) en heb onbedaarlijk hard gelachen om de korte animatiefilm van het meisje dat alleen maar een stoombootgeluid kon uitstoten in Bwap (Marlies van der Wel). Des te spijtiger was het dat het professionele gehalte van de films de kop werd ingedrukt door de amateuristische interviews na afloop van de vertoning. Opleidingshoofd Dick Willemse probeerde angstvallig de boel informeel te houden, door samen met de afgestudeerden tegen de zijmuren van de zaal te hangen en hen vragen voor te schotelen als: ‘Jouw hoofdpersonage is echt zo’n girlpowertype. Toch?’ Of: ‘Is het zoiets als Femke Halsema achter een winkelwagentje?’ En natuurlijk de afschuwelijkste vraag die je een kunstenaar kunt stellen, omdat het antwoord namelijk altijd tegenvalt: ‘Wat heb je met deze film willen zeggen?’ Zo’n man kent de studenten, de faculteit en de moeilijkheden rond het werk als geen ander: waarom stelt hij dan zulke gesloten, inhoudsloze vragen waar zowel student als toeschouwer ongemakkelijk van worden? Voor wie is dit festival bedoeld als je een peperdure zaal in het LHC afhuurt op zaterdagavond om vervolgens de entourage eromheen af te raffelen met onprofessionele interviews? Voor de kleine selectie afgestudeerden zelf? Voor de pers? Familie en vrienden? Voor wie in godsnaam? Art Attack is een leuk initiatief, maar de onderdelen die ik bezocht, waren verre van professioneel uitgewerkt. Het bleef bij een pretentieuze opzet die niet werd ingelost – alleen al door de afwezigheid van een groot publiek. Volgens mij zou de HKU er beter aan doen door het voormalig HKU Festival in juni weer in ere te herstellen: één groot afstudeerfestival waarop werk van iedereen is te zien en niet alleen de crême de la crême; waar alle afgestudeerden kunnen floreren, omdat het hún welverdiende feestje is. Minder pretentieus misschien, maar wel veel helderder in opzet.

11


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.