Professionalisering
Zoektocht naar succesvol samenwerken
Samenwerkingsvaardigheden stimuleren ‘Jullie moeten meer aandacht besteden aan het samenwerken’, is een opmerking die al snel gemaakt wordt als de leerkracht ziet dat het samenwerken tussen leerlingen niet soepel verloopt. Of deze opmerking helpt om het samenwerken tussen leerlingen te verbeteren, is nog maar de vraag. Hoe leerlingen dit kunnen doen, wordt niet duidelijk gemaakt. Op een basisschool is praktijkonderzoek gedaan naar succesvol samenwerken. Hoe pakt de leerkracht dit tijdens het coöperatief leren aan, en wat is er op deze school nodig om het samenwerken tussen leerlingen succesvol te laten zijn?
Marjolein Dagevos is intern begeleider op de Andreasschool en geeft leiding aan onderzoeksgroepen binnen deze school en is Master of Education (MEd)
Sociale interactie zet diepere, indi viduele, cognitieve processen in gang, waardoor kennis beter georganiseerd en onthouden wordt 12
JSW 8 april 2017
V
eel scholen in het basisonderwijs zijn met coöperatief leren aan de slag gegaan. Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarbij leerlingen op een gestructureerde manier in interactie met elkaar, onder gedeelde verantwoordelijkheid, samenwerken aan een leertaak met een gemeenschappelijk doel (Van Vugt, 2002). De achterliggende gedachte, die voortkomt uit het sociaal constructivisme, is dat leren geen individuele aangelegenheid is, maar dat kennis zich ontwikkelt en betekenis krijgt in interactie met elkaar. Coöperatief leren is een krachtige leeromgeving: de sociale interactie zet diepere, individuele, cognitieve processen in gang, waardoor kennis beter georganiseerd en onthouden wordt (Veenman, 2001). Structuuraanpak Leerkrachten die starten met coöperatief leren, doen dit meestal door het toepassen van coöperatieve werkvormen in de les. Door je als leerkracht te houden aan de strakke structuur van de werkvorm wordt de interactie tussen leerlingen middels actief en constructief leren gestimuleerd (Förrer, Kenter, & Veenman, 2000). In de praktijk is dit zichtbaar doordat leerlingen in tweetallen of kleine groepjes een opdracht volgens een bepaalde structuur uitvoeren. Deze aanpak, ook wel de structuuraanpak genoemd, heeft echter als risico dat door de beperkte aandacht voor de achterliggende principes van coöperatief leren de kans bestaat dat de sociale ontwikkeling, het samenwerken, minimaal is (Kagan, 2005). De leerkracht is vooral bezig ervoor te zorgen dat de werkvorm goed wordt uitgevoerd.
Ook op deze basisschool bleek één jaar na het invoeren van coöperatief leren met de structuuraanpak het accent vooral op de werkvorm te liggen, en was de leerkracht niet bewust bezig met het sociale doel van de coöperatieve les. ‘Best gek’, zo concludeerde één van de leerkrachten. ‘Bij het evalueren, bespreek je wel hoe het samenwerken gaat, maar tijdens mijn voorbereiding denk ik hier eigenlijk nooit over na.’ Waar wringt de schoen? Succesvol coöperatief leren veronderstelt dat leerlingen sociaal vaardig zijn. Het leren samenwerken is effectiever wanneer leerlingen over de sociale vaardigheden beschikken die daarvoor nodig zijn. Als samenwerken tussen leerlingen niet goed gaat, ligt dit vaak aan een gebrek aan sociale vaardigheden (Ebbens & Ettekoven, 2013). Deze vaardigheden ontwikkelen zich echter niet vanzelf. De kans dat leerlingen een specifieke samenwerkingsvaardigheid goed leren, is het grootst wanneer de leerkracht hier gericht aandacht aan besteedt (Förrer et al., 2000). Het onderzoek naar de manier waarop leerkrachten op deze school samenwerkingsvaardigheden aanleerden, bracht aan het licht dat de leerkrachten niet bewust bezig waren met het ontwikkelen van samenwerkingsvaardigheden en dat niet alle leerlingen in de groepen voldoende samenwerkingsvaardigheden lieten zien. Daarbij bleek uit klassenobservaties dat er geen sprake was van succesvol coöperatief leren. Coöperatief leren is pas succesvol als een les aan vijf basiskenmerken voldoet. Deze vijf basiskenmerken zijn positieve wederzijdse