De Oehoe in Nederland anno 2005

Page 4

In 2006 werden op 4 nesten minimaal 10 pullen waargenomen, een gemiddelde van 2,5 per geslaagd nest. Bij de Enci-groeve is niet helemaal duidelijk geworden of er ook een derde jong is uitgevlogen. Op basis van foto’s en in overleg met andere onderzoekers (verenigd in de internetgroep “Oehoenews”) is de leeftijd van de pullen ingeschat. Uitgaande van een gemiddelde broedduur van 33,9 dagen en de aanname dat het vrouwtje meestal begint met broeden na het leggen van het eerste ei, (Gluts von Blotzheim U.N. & Bauer K.M.) is vervolgens het legbegin uitgerekend (datum – geschatte leeftijd-33,9=geschat legbegin). Gemiddeld vonden 3 broedsels hun aanvang op 27 februari (18 feb., 28 feb. en 8 maart). Dat is nagenoeg gelijk aan het broedbegin van vorig jaar; toen begonnen 6 paren (incl. een Duits paar) gemiddeld op 28 februari met de eileg. Nestplaatsen In de Achterhoek werd voor het vierde achtereenvolgende jaar op het kunstnest gebroed. Overigens ziet dit nest er gewoon uit als een roofvogelnest. In Limburg werd gebroed in groeves. In het ene geval werd een kleine ondiepe holte gebruikt, en bij het tweede territorium vonden we het nest open en bloot op een richel tussen grasachtige vegetatie. In de Noordelijke lob van de Enci-groeve is een vogel gezien in liggende houding in een van de gaten bij de bocht in de oostelijke wand. Jef Beuken zag echter minimaal 2 kleine jongen in dezelfde rechthoekige broedholte als vorig jaar. Over de grens bij Haltern werden 3 jongen grootgebracht in een oud roofvogelnest. Bij Munster is het nest niet gevonden, maar zijn wel jongen uitgevlogen (aldus de groeveeigenaar).

Vrouwelijke oehoe op het kunstnest in de Achterhoek

foto: Gejo Wassink


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.