OP&doek jaargang 12 nr 5

Page 1

TOELATINGSNUMMER P 209004 AFGIFTEKANTOOR GENT X

J A A R G A N G 1 2 ~ D E C E M B E R 2 0 1 3 ~ O P E N D O E K V Z W ~ Z I R K S T R A AT 3 6 ~ 2 0 0 0 A N T W E R P E N

5

#


‘Brand’ – Toneelvereniging De Vlasbloem (Landjuweelfestival 2013) © Katleen Clé

Landjuweelfestival 2013

In vino…

Een stukje kurk in je glas? Vis het er uit, zonder veel misbaar.

Naast de berichtgeving over de opgeviste lijken van vluchtelingen rond het eiland Lampedusa geeft de weekendkrant ons ook het antwoord op de levensbelangrijke vraag: wanneer mag je een fles wijn teruggeven? Je moet geen frequente bezoeker van restaurants zijn om te weten dat dit vooral het geval is als de wijn naar kurk smaakt. Op voorwaarde natuurlijk dat op de fles geen draaidop staat, anders sla je wel en mal figuur. Komt het door het duiveltje in mij dat ik telkens hoop dat dit gebeurt bij die blasé wijnkenner die na het walsen, het ruiken en het smaken tergend traag en tot ergernis van de meeste tafelgenoten eindelijk besluit: “Kurksmaak!” en dan een nieuwe fles vraagt. Soms is het inderdaad beter de wijn te vervangen door water, maar dat kon een alerte restaurantbezoeker al weten als hij zich vooraf voldoende over de zaak had geïnformeerd en de wijnkaart wat beter had bekeken… Geldt dit ook voor een toneelvoorstelling? Wanneer mag ik een voorstelling teruggeven? Als ze mij niet smaakt? Wanneer weet ik of mijn smaak voldoende is ontwikkeld om het onderscheid te merken tussen wat goed is, minder goed of zelfs niet te pruimen? Of stopt het ook bij mijn blasé houding: “Kurksmaak! Andere fles!” Bij toneel kan ik geen nieuwe voorstelling vragen, maar mijn oordeel kan wel even arrogant en vernietigend klinken voor mijn toneelgenoten, voor degenen die mij hun werk presenteren, voor de dames en heren in de keuken, en voor de bestuursleden die instaan voor de aankoop. Een psalm uit de bijbel leert ons nochtans dat ‘vinum bonum laetificat cor hominis’. (Goede wijn verblijdt het hart van de mens.) Maar wie bepaalt wat ‘vinum bonum’ is? Had ik mij vooraf niet beter moeten informeren? Als ik in een frituur een fles wijn bestel, moet ik voor twaalf euro geen Bourgogne grand cru verwachten. Mijn wijn zal een rode kleur hebben, net als die wijn van een hogere klasse, maar het staat wat zielig om met dezelfde termen van appreciatie mijn slobberwijntje te benaderen. Diepe kleur, robuust gecorseerd, complexe structuur van aroma’s, pittige tannine, enzovoort. Het klinkt niet alleen pretentieus, het is ook niet eerlijk. Mijn dorpstoneelgezelschap presenteert mij een hartige toneelavond, is blij – soms zelfs onnodig vereerd – als ik langs de kassa passeer voor een toegangskaartje. Zij vragen mij na afloop geen diepzinnige ontleding van wat zich op de scène heeft afgespeeld. Ze vragen mij of ik mij heb geamuseerd, zelfs al was het geen kluchtige avond. En ze bieden mij een glas aan. “We hebben ook een wijntje!” Want ze weten dat ik geen echte bierdrinker ben en het mag voor vanavond iets meer zijn. En bij zoveel geluk en oprechte tevredenheid kan ik alleen maar meegenieten. Zelfs de afdronk wordt er alsmaar beter door. Na het flesje huiswijn wint het gezegde ‘in vino veritas’ (in de wijn schuilt de waarheid) steeds meer terrein: want de waarheid is dat ik me geamuseerd heb, dat wil zeggen: ik heb genoten. Vooral ook omdat zij zich niet willen meten met anderen, geen sterren of andere klassering wensen, maar alleen willen spelen voor mensen die hun onbevangenheid willen delen. En oh ja, onze wijnkenner vindt dat een stukje kurk in je glas geen reden is voor een andere fles. Vis het er gewoon uit, zonder veel misbaar. Mag ik hopen dat de lieve Sint of witte Piet een lekker flesje in mijn schoen deponeert, ik zal het op de gezondheid van alle liefhebbers degusteren. Jef Mellemans hoofdredacteur

5

# 4-7 7 8 9

jaargang 12 december 2013

Op zoek naar een nieuwe kunstvorm OP&doek poll Rituelen van regisseurs voor de première Vergeet het vergeten niet

10-11 12 13

De Multa viert 100 jaar Vooruit Looking back in anger? Weg met onderbroekenhumor?

14-15 16 17

GAMA voor de doe-het-zelvers Rien à déclarer? Liefhebbers zien liefhebbers

18-19 20 22 23

Boeken op de planken Marijke Pinoy Wat doen die poppen in de opera? Spreken is niet zwijgen In de kijker

24-25

Kunst inspireert scenografie

26-27 28

U was weer geweldig Hij & zij

29-30 31

Repertoire Illustratie Koen Aelterman COLOFON

REDACTIE P/A OPENDOEK ZIRKSTRAAT 36, 2000 ANTWERPEN T 03 222 40 90 ~ F 03 233 81 33 REDACTIE@OPENDOEK-VZW.BE • WWW.OPENDOEK-VZW.BE DIRECTEUR OPENDOEK ~ BERNARD SOENENS HOOFDREDACTEUR ~ JEF MELLEMANS COÖRDINATIE ~ NINA VAN CAUWENBERGE VERANTWOORDELIJKE UITGEVER ~ ROB VAN GENECHTEN P/A OPENDOEK, ZIRKSTRAAT 36, 2000 ANTWERPEN VORMGEVING ~ YELLOWSUBMARINE.BE DRUK ~ GEERS OFFSET • WWW.GEERS-OFFSET.BE PERIODICITEIT ~ VERSCHIJNT 5X PER JAAR OPLAGE 17.400 EX • ISSN NR 1377/9478 VOLGEND NUMMER ~ 2 JANUARI 2014 (SPECIAL) COVER ~ ‘KOUD ALS JE ME AANRAAKT’ - JEUGDATELIER K.T. ROSTUNE (LANDJUWEELFESTIVAL 2013) © KATLEEN CLÉ


Vamonos © Karel De Puysseleir

Op zoek naar een nieuwe kunstvorm! Lieselot Deckers

In theater is beweging en dans niet ongewoon. Evenmin dat er een decor is of muziek uit de boxen galmt. Muziek, dans en beeld worden doorgaans ingezet om het verhaal te ondersteunen. Maar wat als beeld, muziek en dans in het maken van een eindproduct evenwaardig zijn aan theater? Wat als deze vier kunstdisciplines elkaar ondersteunen en inspireren en zo samenvloeien tot één geheel, dat groter is dan de vier delen? Hebben we dan een nieuwe kunstvorm? Dat is het uitgangspunt van ‘Vàmonos, let’s go!’, een interdisciplinair (en internationaal) kunstenproject waar OPENDOEK, Kunstwerkt, Danspunt en Muziekmozaïek samen hun schouders onder zetten: een kruisbestuiving tussen verschillende kunstdisciplines. Lieselot Deckers beschrijft uitgebreid haar ervaringen als deelneemster. Ze doet dit vanuit vier invalshoeken. Als afsluiter maakt artistiek coördinator Bart Van Gyseghem zijn synthese van het project. Het wordt een boeiende zoektocht.

“ december 2013

Is een beeldend kunstenaar geen ploegspeler?”

4

1

CaDANS: de verschillende fases van het proces

In de eerste fase van het proces volgen de beeldend kunstenaars, de muzikanten, de acteurs en de dansers een voortraject binnen de eigen discipline. De beeldend kunstenaars gaan naar twee beeldende voorstellingen kijken, ‘The Artificial Nature Project’ van Mette Ingvartsen en ‘SONG#2’ van Benjamin Verdonck en Abke Haring. Na de voorstellingen krijgen ze de kans om de makers te ontmoeten en vragen te stellen. Daarna volgen ze twee werkdagen in CAMPO (Gent) begeleid door Ben Benaouisse, beeldend en performance kunstenaar. We worden meteen uitgedaagd om na te denken over onze eigen invulling van ‘interdisciplinariteit’ (wat een woord!) via denkopdrachten, die we nu eens alleen en dan met anderen maken. En dan zijn we plots niet meer met een tiental, maar met zes keer zoveel. Op twee intensieve werkweekends in Tinnenpot in Gent worden de verschillende kunstenaars en hun disciplines met elkaar geconfronteerd en uitgedaagd om samen te creëren. We werken nog een dag verder met Ben, en gaan deze keer niet enkel mentaal aan de slag. Op basis van onze voorkeur voor één item van het inspirerende materiaal van de artistiek coördinator van Vàmonos!, Bart Van Gyseghem, worden we in vier groepen verdeeld, disciplines door elkaar. Onder begeleiding van vier coaches (elk uit een andere discipline) wordt op aan het eind een toonmoment gepresenteerd. Tijdens de laatste fase worden we opnieuw in groepen ingedeeld. Acht spelers, dansers, beeldend kunstenaars en muzikanten zetten dit proces verder in Cuba, samen met acht Cubaanse kunstenaars. De thuisblijvers worden onderverdeeld in twee nieuwe groepen. Onder leiding van een coach werken we aan een eindproduct. Daarna

5


Vamonos © Karel De Puysseleir

Mijn handen jeuken om iets te doen.”

vliegen de Cubanen naar Vlaanderen om het proces nog eens in het kort over te doen. (De resultaten werden gepresenteerd op 1, 2 en 3 november op het Vàmonos!-festival in Antwerpen, Gent en Brussel.)

2

THEATER: groepsprocessen

zijn altijd een beetje drama Al tijdens de eerste fase is het duidelijk dat onze groep zeer divers is qua doelstelling, ervaring en achtergrond. Er zijn studenten beeldende kunsten, mensen met jaren ervaring, professionele kunstenaars en hobbyisten. Er zijn mensen die nog amper ervaring hebben met kijken/ luisteren naar andere kunstvormen en anderen, die uit zichzelf al interdisciplinair denken of werken. Zoals mijn motivatie om deel te nemen aan dit project de zoektocht naar interdisciplinariteit is, zo zijn er ook die in de eerste plaats een verrijking van eigen werk zoeken. Er bestaat een clichébeeld van de beeldend kunstenaar: alleen, zwoegend in zijn atelier. Hij broedt op iets, zweet over iets, creëert iets, en levert het af. Helemaal in zijn eentje. Wat er daarna met zijn creatie gebeurt, is voor de anderen. Hij is geen ploegspeler. In tegenstelling tot acteurs, muzikanten en dansers, die door hun kunst wel moeten samenwerken. Niet echt een goed startpunt voor een project waar samen kunst gecreëerd wordt, zou je denken. Maar ofwel klopt het clichébeeld niet, ofwel trekt de oproep de juiste mensen aan, want het valt heel goed mee. En die ene kunstenaar, die wel aan dat beeld beantwoordt, concludeert wijselijk na de eerste fase dat dit niets voor hem is, en stapt er uit. We raken aan elkaar gewend op het vlak van aanpak en van ideeën over interdisciplinariteit. Daarna vormen we een groep met kunstenaars uit andere disciplines. Het is als beeldend kunstenaar niet makkelijk om je plaats te zoeken tussen het verbale, lichamelijke of geluidsgeweld van acteurs, dansers en muzikanten. Je maakt geen gebruik van je lichaam (of een instrument dat je met je lichaam bedient) om je uit te drukken. De coaches tonen veel respect voor ieders discipline en achtergrond. Zo zoeken we de juiste invalshoek en zijn als beeldende kunstenaars niet langer buitenbeentjes. Voor de laatste fase kom ik in het groepje Antwerpen-Brussel terecht. Dat bestaat grotendeels uit mensen met wie ik in dit

december 2013

6

traject nog niet in aanraking ben gekomen. De rol van de coach neemt af, want nu moeten we zelf iets creëren, als interdisciplinair collectief. Om samen iets te maken, moet je eerst een gemeenschappelijke taal vinden. Dat blijkt in onze groep absoluut niet evident. We vinden geen werkwijze en geen procesaanpak waarmee iedereen het eens is. Wanneer je over het werkproces al niet op dezelfde golflengte zit, mag je een eindproduct waar iedereen zich in kan vinden, al op voorhand vergeten. Gepaard met het nodige drama, artistieke onenigheden en onbegrepen individuen, en enkele afvallers later, ontstaat er dan toch een groepje dat er voor wil gaan. Misschien hebben we deze toestand over onszelf afgeroepen, want we kozen al zeer vroeg in het proces als thema van onze voorstelling ‘het onvermogen om te communiceren’… Als we eindelijk een beetje als een collectief beginnen te functioneren, blijkt de tijd om iets te maken heel kort. Te kort eigenlijk. Te weinig tijd om te improviseren, om te experimenteren. Te weinig tijd om dingen in vraag te stellen, om stil te staan. Om toch iets toonbaars af te leveren, neemt coach Johnny Weustenraed de rol van regisseur op zich. Het stukje krijgt vorm, er zit een verhaal in, we zijn er zelfs in geslaagd om er op een redelijk organische manier de inbreng van alle artiesten in te verwerken. Maar ik heb de indruk dat we nog maar net het bovenste laagje van de pot choco hebben afgeschraapt.

3

VerBEELDing: mijn eigen artistieke traject Het was slim van Kunstwerkt om ons in het begin naar een theatervoorstelling en niet naar een tentoonstelling te sturen. We zien er beelden die deel uitmaken van een groter geheel, bewegend in plaats van statisch en op zich staand in een museum. Een beeld met houdbaarheidsdatum, want na de voorstelling wordt het terug afgebroken. Bij de tweede voorstelling wordt het zelfs tijdens de voorstelling opgebouwd. Dat zet mij als beeldend kunstenaar wel aan het denken: hoe krijg je die interdisciplinariteit in beeld? Hoe kan beeld aansluiten bij de podiumkunsten? Het is een interessante optie om de handeling van het maken tot performance te verheffen. Wat normaal achter vier muren gebeurt, het werkproces eigenlijk, maakt nu deel uit van of valt samen met het eindproduct. Het is een punt van waaruit ik doorheen het hele traject zal experimenteren.

De twee werkdagen spelen zich vooral af in onze verbeelding, in onze hoofden. We krijgen opdrachten om alleen of samen over na te denken. Je confronteert je eigen visie met die van een ander, om te horen hoe anderen hun individuele kunstenaarsstijl opentrekken en grenzen overschrijden. Mijn brein slorpt ideeën op en braakt ze uit. Maar het blijft nog heel erg in die ene beeldende hoek hangen. En ondertussen jeuken mijn handen ook ongelofelijk: hoog tijd om iets te doen. Aan die behoefte wordt voldaan tijdens de werkweekends. De verschillende kunstdisciplines komen samen. Ik heb er naar uitgekeken, en het blijkt een heel fijne confrontatie te zijn. Met acteurs en dansers kan ik snel een gemeenschappelijke taal vinden. Vooraleer we het goed en wel beseffen, zijn we al samen iets aan het maken. Bij muziek lukt dat wat minder. Ook helemaal op het einde, bij het zien van de eindproducten, heb ik het idee dat de synergie van muziek en beeld de moeilijkste combinatie blijkt. Bij de laatste fase ben ik de enige beeldend kunstenaar in ons groepje. Ik laat me inspireren door het thema dat we samen kozen ‘het onvermogen om te communiceren’ en de improvisaties waar ik aan deelnam en verzin een beeld dat deel uitmaakt van de voorstelling. Het inspireert hen op hun beurt. Het is een extra speler. Het brengt een extra dimensie. Het hindert hen, en helpt hen tegelijk vooruit. Het is het resultaat van een wisselwerking van ideeën.

4

Een beeld hindert en helpt vooruit.” inwerken, mekaar versterken, maar geen nieuwe kunstvorm creëren. Ze passen nog steeds in de categorie ‘theatervoorstelling’ of ‘performance’. Dat denken de andere kunstenaars, coaches of regisseurs blijkbaar ook, want in het programmaboekje staan bij de ‘credits’ alle namen netjes per discipline opgesomd (woord, beeld, spel en dans). Er is niettemin veel geëxperimenteerd en kunstenaars zijn aangezet om hun grenzen te overschrijden en andere invloeden te absorberen. Ik reken mezelf absoluut niet tot die groep kunstenaars, maar ik voelde me uitgedaagd, en blijkbaar zijn mensen ook gewoon trots op hun eigen discipline.

MIJN VOORKEUR GAAT UIT NAAR: Dans- of bewegingstheater Muziektheater

Tijdens de werkweekends noemde de muziekcoach de beeldend kunstenaars in het publiek per ongeluk ‘knutselaars’. Dat leverde luid protest op. En na de laatste voorstelling feliciteerde de artistiek coördinator ons met ons ‘decor’. Hij voegde er wel meteen aan toe “Of mag ik dat zo niet noemen?”

Teksttheater Beeldend theater Een mengeling van deze vier

Uiteindelijk denk ik dat de beginfocus fout zit. Het gaat immers niet om het eindproduct, dat al dan niet een nieuwe overkoepelende vorm van kunst moet opleveren. Het gaat om het experiment, het onderzoek, het ontdekken, het uitdagen en uitgedaagd worden. Om je eigen taal te verrijken en hetzelfde te doen bij anderen. Om het vervagen en verleggen van grenzen. En in die zin is het project ten minste voor één iemand absoluut geslaagd.

55%

MUZIEK: harmonisch

samengaan van kunstdisciplines Daarmee kom ik op mijn beginvraag terug: is het mogelijk dat vier kunstdisciplines gecombineerd worden op zo’n manier, dat ze een soort nieuwe kunstvorm creëren? Op het toonmoment van de werkweekends zegt iemand: “Ik heb daar geen theater gezien, geen dans, geen beeldende kunst en geen muziek gehoord.” Hij besluit dat het project daarom mislukt is… Je kan, als repliek, de vraag stellen of het feit dat je die vier niet hebt kunnen onderscheiden, niet aantoont dat er een nieuwe kunstvorm is ontstaan. Aan het eind van de rit moet ik die vraag negatief beantwoorden. Ik heb voorstellingen gezien waar die vier disciplines aan bod komen, op elkaar

“Dit experiment heeft niet de bedoeling om van muzikanten of acteurs plots dansers of beeldend kunstenaars te maken, maar de vaststelling dat beeldend kunstenaars zich niet vastklampen aan hun materiaal is erg mooi. Als op een bepaald ogenblik een danseres in één van de toonmomenten enkele noten op een ukelele speelt en daarna een minuut stilte houdt waarin ze begint te huilen en verschrompelt tot een uitgedroogde citroen, is er geen sprake meer van theater of muziek of dans of beeldende kunst, maar zijn we sterk aan het performen en uitdrukken wat menselijk is.” Bart Van Gyseghem, artistiek coördinator

7

27%

6%

5%

7%

Aantal respondenten: 204

Intussen staat de volgende poll op de website van OPENDOEK! Surf er als de bliksem naartoe en geef je mening! Het resultaat lees je in het volgende nummer. Meer info: www.opendoek-vzw.be.


'Het Lortcher Syndroom' - eindregie Fred Vanderlinden © Wim Mertens

Rituelen van regisseurs voor de première

Vergeet het vergeten niet Alzheimer en dementie op de planken

“Het was een hel. Normaal duurt het aftakelingsproces zeven à acht jaar. Bij onze vader duurde het amper drie maanden. Een fiere man van 82 zien verworden tot een onherkenbare schaduw van zichzelf, vreet aan je.” Walter Samoy

Bert Demunter

Zijn regisseurs vóór een première zenuwachtiger dan de acteurs? Onze zoektocht leverde geruststellende getuigenissen op. De regisseur straalt rust uit. Dirk Crommelinck probeert vooral rust uit te stralen en zo bemoedigend en vertrouwensvol mogelijk te zijn en de stress weg te nemen door luchtig hier en daar schouderklopjes uit te delen. Vóór een première die volgt op een goede generale repetitie probeert hij iedereen scherp en geconcentreerd te houden. Op een slechte generale komt hij niet meer terug omdat iedereen dan gebeten is om revanche te nemen en dus met nog meer adrenaline staat te wachten… Annelies De Wolf houdt vlak voor het ‘belangrijke moment’ haar team samen, fysiek en mentaal: met ademhalingsoefeningen, een opwarming voor het totale lijf en het spreekorgaan en met aandacht voor alertheid en verbeelding. “Free your mind and go!” Luc De Ruelle is altijd als eerste aanwezig om de acteurs warm te ontvangen, laatste check-up van scène en rekwisieten, keuvelend in een zeteltje bij de grime, aankondiging laatste toiletbezoek, korte peptalk gekruid met humor voor techniek en acteurs, stevige groepsknuffel, vijf minuten voor aanvang samen het podium op met voor iedere acteur/actrice een kus en bemoedigend schouderklopje, in een ijzige stilte wachten tot het zaallicht dimt… december 2013

Jos Adam geeft vooraf aan alle acteurs, actrices en directe medewerkers een aandenken om hen te danken voor de maandenlange samenwerking. Op dat moment voelt hij zich niet langer regisseur en vindt het niet nodig net voor de voorstelling ‘erbij te horen’. Hier en daar een knuffel en eens iemand goed vastpakken die het nodig heeft, volstaat. Voor Rubben Smits is het belangrijk naar de première toe samen met alle betrokkenen een samenhorigheidsgevoel op te bouwen. De uiteindelijke uitdaging is dat de hele cast de regisseur buitengooit, laat zien dat zij aan het spelen zijn... Hij strest alleszins meer als coach, regisseur, maker dan als speler. Als beginnende regisseur is ook Chantal Van Den Eede zenuwachtiger dan wanneer ze acteert. Vóór een première tracht zij vooral rust uit te stralen, roept iedereen bijeen om in een kring te gaan staan en een ‘yell’ te laten doen. Bij ‘De getemde feeks’ wordt dat ‘bitch’ en ‘rotzak’, scheldwoorden die toch symbool staan voor plezier. Frank Vanhavermaat laat vóór hij thuis naar de première vertrekt nog even wat hevige muziek uit de boxen knallen. Dat geeft een goede adrenalinekick. In de kleedkamer ijvert hij voor een rustige, ontspannen sfeer met behoud van concentratie en zorgt er voor dat hij altijd als laatste naar het podium gaat. Hij moet voor zichzelf de deur van de verlaten, stille kleedkamer kunnen dichtdoen.

8

Herman Van Den Bulcke tracht vóór een première de acteurs en actrices zo rustig mogelijk te houden door hen erop te wijzen dat ze hun energie op een positieve manier moeten gebruiken, geen schrik moeten hebben dat er iets mis zou gaan, maar wel blij zijn dat na het maandenlang repeteren er eindelijk een voorstelling volgt. Na het nog vlug schrijven van de kaartjes om de acteurs een hart onder de riem te steken, komt Benny D’Haeseleer ‘de kalmte zelve’ de zaal binnen. Een uur voor de voorstelling knalt in de kleedkamer een goeie fles champagne en wordt geklonken op de rust die nodig is om goed te presteren. De bubbels die als een frisse douche de grijze massa prikkelen… en dan: “Merde hé mannekes”, de kleedkamer uit, snel naar ’t Foyer, een Duvel bestellen en doen of er niks aan de hand is… “Behoorlijk macho eigenlijk”, bedenkt hij zelf. Voor een première zorgt Willi Dewit altijd voor een warm onthaal van de spelers. Koffie… een warme knuffel. Juist voor de voorstelling doet hij met alle acteurs nog enkele leuke oefeningen om het groepsgevoel te versterken tot iedereen op dezelfde golflengte zit. Dan nog ‘ne stevige knuffel en nen dikke kus’ waarbij de kus langzaam veranderd is in ‘tuftuftuf’. “Gekke gewoonten/rituelen misschien maar ze worden nooit geforceerd opgelegd. We doen het gewoon, en iedereen doet mee. Misschien zit er ook wel een beetje bijgeloof in.” besluit Willi.

Aan het woord is Fred Vanderlinden, al twintig jaar voorzitter en motor van ‘Het Kinderuur’ uit Rode. “Van zeer nabij maakte ik mee wat Alzheimer aanricht. Het begint met schijnbare kleinigheden die je probeert te verdoezelen. Je geraakt je sleutels kwijt, verdwaalt op de terugweg van het ontbijtbuffet naar de tafel, verstopt cava in een handtas… ’s Nachts duiken hallucinaties op en dweil je bloed op dat er niet is. Op foto’s kan je geen namen meer plakken. Het evolueert van korte tot langere periodes en van onschuldige tot gevaarlijke toestanden al naargelang de persoon in kwestie. Vaak word je uit onmacht agressief tegen je huisgenoten. De situatie ontsnapt aan de controle en je kan het niet uitleggen. Op een bepaald ogenblik kan het ernstig worden. Er waren toestanden met een mes waarin mama gevaar liep. Dat was het sein om voor papa een geschikte opvang te vinden. Dat geluk hadden we. Die gespecialiseerde mensen waren uiterst toegewijd. Ook de familie kreeg hulp. Muziek helpt als therapie. Liedjes van vroeger worden meegezongen al begrijp je er geen woord van. EINDWERK Als eindwerk na een driejarige toneelopleiding aan de academie van Gent wilde ik iets doen rond die problematiek. Ik botste op het schitterende ‘Het Lortcher Syndroom’ van Dimitri Leue dat hij samen met oom Warre Borgmans met groot succes speelde. De opgelegde speelduur dwong mij tot een bewerking. Dimitri had daar geen moeite mee en gaf me vrij spel. Ik kortte het wat in, maakte er drie rollen van: vader, zoon en broer, en voegde er vier fragmenten piano-

muziek aan toe, speciaal geschreven door de leraar van mijn zoon. De jury vindt dat ik er mee naar buiten moet komen. Maar ik wil eerst het verwerkingsproces afsluiten.”

Precieze cijfers bestaan niet, maar men schat het aantal Alzheimerpatiënten in Vlaanderen op 180.000. Dat is een pak. Er wordt serieus onderzoek gedaan om een remedie te vinden tegen de ziekte of middelen om de evolutie af te remmen. Het afwegen van de juiste medicatie is van groot belang. Het onderwerp dementie is actueel. Daarnaast bezit het een dubbel facet. In essentie is het een droevig gegeven maar tegelijk is humor nooit ver weg. Er vallen boeiende voorstellingen mee te maken vanwege het kundig balanceren tussen die twee polen. Heel wat groepen bewezen al dat het kan. TONEELTEKSTEN OVER VERGETEN EN DEMENTIE: ‘Dozen’ van Arne Sierens ‘Brand in Mokum’ van Bruno Timp ‘Rijstpap, jongen’ van Paul Dewilde ‘Een bruin leren zakske’ en ‘De achterkant van de maan’ van Mark Broekaert ‘Het Hans Heimer-project’ van Alex Van Haecke ‘La Scarlatti’ van Benjamin Sercu ‘Vergiet’ van Freek Mariën ‘Kortsluiting’ van Haye van der Heyden (www.theaterbib.be)

9


‘Het Feestkomitee’ - Multatuliteater (2013) © Dagmar Blommaert

De Multa viert 100 jaar Vooruit van de socialistische beweging met Vooruit als vaste stek en volksverheffing als ambitie. Multatuliteater en Vooruit hebben dus een gemeenschappelijke geschiedenis. Ter gelegendheid van het honderd jarig bestaan van de Vooruit, bouwden ze samen een feestje om dat te vieren. En daar is letterlijk en figuurlijk een Feestcomité voor nodig. De Multa speelde gedurende de Gentse Feesten ‘Het Feestkomitee / Le Comité des Fêtes’, een bewerking van de tekst van Alan Ayckbourn. Meteen ontstond er een mix tussen theater en werkelijkheid. De knipoog naar vandaag is nooit veraf. Het Multatulitheater bezint zich op dit feest over de noodzaak om politiek theater vandaag al dan niet in de verf te zetten. Het toneelstuk gaat over een feestcomité van een theatergezelschap dat iets wil organiseren, maar de groep valt uiteen omdat de ene er

december 2013

Frank Maes

Bernard Soenens

Het Gentse Multatuliteater ontstond in 1874 in de schoot

Het is vrij speciaal. Je komt met een groep mensen samen die elkaar dikwijls niet zo goed kennen. Je maakt samen iets. Dat worden vrienden voor die periode. Nadien is dat misschien gedaan.”

een toegankelijke musical van wil maken, met zang, dans en muziek, en de ander een politiek statement dat mensen wakker schudt. ‘Rechts’ en ‘links’ botsen, artistieke en zakelijke ambities komen in conflict en raken verweven met persoonlijke motieven, emoties en ego’s. Er wordt gevierd. Of gedemonstreerd? Met dans, muziek, drank en hotdogs. En met een schreeuw. Met oude getrouwen, theaterdiva’s, jong geweld, muzikanten, majorettes, linkse rakkers, grijze muizen, hondenfokkers en burgertrutten is er een feest van formaat. Een bende spelers, dansers en muzikanten ontrolt zich tot een dynamisch en doorleefd geheel. De geschiedenis van het Multatuliteater, de speelplek in de balzaal van Vooruit en het tijdstip op de Gentse Feesten zijn cruciaal. Regisseur Marijke Pinoy maakt handig gebruik van de inzet en de kwaliteit van de spelersgroep.

10

In de originele versie van Alan Ayckbourn ligt de focus op het kleine intermenselijke verhaal van bedrog, politieke manoeuvres en kleingeestigheid. In Gent krijgt het grote verhaal van ideologie en maatschappelijke conflicten steeds meer ruimte. Ook het publiek wordt betrokken bij de voorstelling. Toeschouwers worden de scène opgestuurd, er wordt gescandeerd. In de marge van deze feestproductie getuigen actieve en niet-meer-actieven van De Multa over honderd jaar sociale en artistieke geschiedenis. We horen Frank Beke, Herman Balthazar, Karin Temmerman en andere oude en jonge Multa-leden over het nut en de schoonheid van (amateur)toneel en de vermenging van theater, politiek en menselijke anekdotiek. Een van de oudste Multatulileden Josiane Rimbaut, de vrouw van Herman Balthazar, speelt mee als de verwarde mama van het comité.

Bij de Multa moest ik ineens timmeren en verven. In een mottige school moesten we ineens zwarte doeken hangen om het een beetje op een theaterzaal te doen lijken. Een heel speciale ervaring. Het was heel tof om daar samen te staan.” Helena Elshout

Wij waren voortrekkers. Ook op het vlak van vormgeving. We brachten toneelwerk dat ook in het beroepstheater pas later aan bod kwam. Dat had ook veel te maken met het aantrekken van beroepsregisseurs. Die kerels kwamen aandraven met stukken, waar ze elders geen kans voor kregen. Met zo’n bende amateurs lukte dat wel. Ze konden ons zo zot als iets krijgen.”

De Multa heeft in alle geval een traditie te verdedigen van maatschappelijk engagement. Dat hoeft daarom geen strijdend theater te zijn dat de revolutie voorbereidt maar wel zinvol maatschappelijk progressief theater. Het staat in de naam. ‘Ik heb veel geleden’. Je moet dat zien in zijn tijdsbeeld. Dat moet nu niet meer met grote spandoeken en affiches. Maar het moet meer zijn dan humor. Graag ook wat sociale relevantie.” Herman Balthazar

Het is altijd moeilijk om in een nieuwe vereniging binnen te komen en nieuwe mensen te leren kennen terwijl dat in de Multa heel makkelijk was. Ik heb me er heel erg thuis gevoeld maar ook heel alleen.” Karolien Van Kerckhove

Theater is een grote machine. Je hebt mensen aan de knoppen, aan de kostuums, aan de kassa en dat loopt allemaal terwijl op de scène acteurs hun ding doen. En dat grijpt in elkaar. Die machine is zo mooi.” Walter Schudel

De affiche uit die tijd. Menuet uit dagblad Vooruit. Het Multablad maakte deel uit van de socialistische familie. Dat was een ander tijdperk. De toneelgroep koos toch wel voor geëngageerde politieke stukken die de andere Gentse amateurgezelschappen niet brachten.”

Josiane Rimbaut, moeder van Nick Balthazar

André Vermaercke

11

Goede kunst is altijd kritisch. Kunstenaars, acteurs, regisseurs, bekijken de werkelijkheid op hun manier en dwingen je om daarover te reflecteren. Het maakt je leven op één of andere manier breder en opener.” Herman Balthazar


Looking back in anger? INTERVIEW MET JOHN OSBORNE (1929-1994) Eline Van de Voorde

Weg met onderbroekenhumor?

John Osborne staat bekend om zijn norse houding, bitse kritieken en zijn vele liefdeloze huwelijken. Na een tijd van zoeken en mislukken, maakt de Engelse auteur furore met ‘Look back in Anger’. Een stuk dat aanleiding geeft tot de benaming van een generatie auteurs als ‘angry young men’. Met een bang hartje interview ik deze cynicus over zijn leven en werk. Waar is het voor jou allemaal begonnen? Met wat? Hoe bedoel je, waar is het voor mij allemaal begonnen? Moet ik heel mijn leven uit de doeken doen dan? Met theater uiteraard. Hoe ben je in de theaterwereld terecht gekomen? Dat is al duidelijker. Stel geen domme vragen. Mijn eerste theaterervaringen zijn er geen als schrijver. Ik ben begonnen bij het gezelschap van Anthony Creighton, als toneelmeester en acteur. Ik wist dat ik wilde schrijven en ben dat ook snel beginnen doen. Al ben ik gestart met co-auteurschap, met Stella Hinden en Anthony Creighton. ‘Personal Enemy’ heb ik bijvoorbeeld met Creighton geschreven. ‘Look Back in Anger’ was voor jou de doorbraak. Kan je daar meer over vertellen? Dat kan ik, ja. Dat zal dan wel mijn doorbraak geweest zijn. Zo wordt het toch altijd genoemd. Al was het geen onverdeeld succes. Nu wordt het gezien als een revelatie in het Engelse theater, maar ik kreeg bakken kritiek. Het werd ook door vele gezelschappen geweigerd. Pas met de English Stage Company is het me gelukt om het stuk op scène te brengen. Waarom werd het een revelatie genoemd? Moet ik dat allemaal nog eens vertellen? december 2013

12

Ik ben dat zo beu. Altijd alles herhalen. En altijd over dat ene stuk. We zouden het toch graag horen. Goed dan. Voor de zoveelste keer. ‘Look Back in Anger’ was vooral inhoudelijk een vernieuwing. Het gaat over een verloren generatie van jonge mannen die niet meevochten in de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn werkloos, hebben geen geld en zien hun persoonlijke toekomst en die van het hun land somber in. Kortom, een gebrek aan kansen, met cynisme tot gevolg. Jimmy Porter, het hoofdpersonage, is uiteraard een verpersoonlijking van deze generatie. Maatschappijkritiek lijkt de rode draad in uw werk. Ja, uiteraard. Dat is de essentie van ‘Look Back in Anger’, maar ook van ‘The Entertainer’ die de teloorgang van een muziekgenre gebruikt om de machtswissel tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië te kunnen duiden. Jouw politieke visies zijn wel veranderd doorheen de tijd. Van links naar libertair? Ja, maar mijn maatschappijkritiek is nooit gestopt. Het is een beetje zoals Churchill zei: “Show me a young Conservative and I’ll show you someone with no heart. Show me an old Liberal and I’ll show you someone with no brains.”

Alex Desiron

Marc Verfaillie

Edgard Van Gijsel

Grappen die je van ver ziet aankomen, vind ik vreselijk. Het gemis aan inhoud stoort me daarbij mateloos en zelden hou ik het langer vol dan tot aan de pauze. Geef mij maar een sterk verhaal met een inhoud waarbij er komische situaties ontstaan. Als de acteurs en de regie er door mimiek, lichaamshouding en een juiste timing in slagen die situaties uit te vergroten, kunnen hilarische toestanden ontstaan. Ik bewonder het talent van auteurs die ook in de meest dramatische stukken toch lachmomenten weten in te bouwen. De lach en de herkenbaarheid breekt dan even de spanning en vergroot het genot van het geheel.

Op het toneel kan ik met alles lachen zolang de humor, in de breedste zin van het woord, niet de bedoeling heeft de mens of groepen van mensen te kwetsen.

Ik lach met alle soorten humor Ik hou van de stoïcijnse Engelse humor, de absurde Monty Python humor, de situatiehumor, de emotionele humor, de relativerende miseriehumor, de net-op-tijd-af en de net-op-tijd-op humor… zelfs de platte onderbroekenhumor als hij maar goed gebracht is en in de bewuste driehoek, stuk, cast en publiek, past.

Kurt Velghe

Het leven is veel mooier als je lacht. Alleen wil ik, bij een toneelvoorstelling, net dat ietsje meer. Heel vaak wordt een voorstelling met te veel sérieux en dramatiek gebracht dat het slaapverwekkend wordt. Het kan geen kwaad om jezelf in vraag te stellen. Denken we maar aan Ayckbourn die aan de hand van rake observaties van de kleine kantjes van de mens een lach op je gezicht tovert.

Anoniem

Ik lach dikwijls niet wanneer het publiek wel lacht. Vreemd. Ik leg waarschijnlijk andere accenten. Om onderbroekenhumor moet ik helemaal niet lachen. Wanneer iets pijnlijk verkeerd gaat en de zaal barst het uit, dan is dit niet voor mij. Edwin Vandermeeren

Ik ben geen bulderaar. Maar een sterk gespeelde klucht, met een razend tempo, personages soms ‘flirtend’ met de overacting, gemixt met een perfecte timing en een grabbel leuke vondsten kan me aan het lachen brengen. Toch kan ik evenveel genieten van de humor die voortvloeit uit het confronterende, het herkenbare dat meestal verweven zit in een tragikomedie, of soms zelfs in een tragedie. Ik laat me dan ook heel graag prikkelen door contrasten.

Luc Vierendeels

Een klucht spelen en geen reactie uit het publiek waarnemen is verschrikkelijk. Ik lach zeer uitzonderlijk uitbundig. Ik kan ik enorm genieten van een perfecte timing, van een uitspraak, grap of situatie. Soms is het beter om iets juist niet te doen dan het onnodig uit te vergroten. Peter De Pauw

Wat mij aan het lachen brengt, moet origineel en goed gevonden zijn. Onderbroekenlol en schuine moppen kunnen leuk zijn, maar dan moeten ze wel heel goed gebracht zijn. Humor moet verrassen.

Gwendoline Depez

Ik lach niet met het laten zakken van een broek of bij het voorspelbare. Wel met het onverwachte. Visueel of tekstueel, het moet in strijd zijn met de verwachtingen. Ook een subtiele expressieverandering vind ik belangrijk. Iemand die iets zegt, maar in zijn blik lees je het tegenovergestelde terwijl de antagonist zich nergens van bewust is. Ik heb een absolute hekel aan een acteur die door zijn overdreven ‘stil spel’ en met onnozelheden onnodige aandacht trekt. Hij denkt de clown te zijn maar verpest in wezen de hele scène.

13

Jos Heylen

Een onderbroek uittrekken is zo goedkoop. Nog erger is het dat de acteurs zelf aan het lachen geraken. Dan draait mijn maag om en ben ik geneigd de zaal te verlaten. Voor mij zijn er in dat geval maar twee mogelijkheden: ofwel kan men niet acteren ofwel neemt men het publiek niet ernstig. Marleen Korthoudt

Ik kan absoluut niet lachen met overacting en overdreven tics en typeringen. Het is heel moeilijk om een komedie juist op de planken te zetten. ‘Less is more’ is een gouden regel. Roland De Blende

Mijn voorkeur gaat uit naar onderhuidse humor en gevatte woordspelingen. Droge humor, fijnzinnige ironie en bijtend sarcasme kan ik zeer waarderen. Onderbroekenhumor is niet aan mij besteed. Toon Van Hoyweghen

To laugh: lach gerust eens op een repetitie! Maar overdrijf niet, blijf professioneel. Ook tijdens een voorstelling mag je eens lachen, maar zorg wel dat dit binnen de scene en bij je rol past. Not to laugh: Als je personage heel serieus een mopje vertelt, schiet dan zelf niet in de lach, dat neemt kracht weg.


‘They shoot horses, don’t they’ – coproductie GAMA-festival.

GAMA voor doe-het-zelvers

Het gaat er niet om wie de beste is.”

Tania Vanden Bossche

Meer dan twintig Gentse AMAteurtheaters hebben zich verenigd onder de koepel GAMA. Belangrijkste activiteit is het tweejaarlijkse festival van het Gentse amateurtoneel. Binnen GAMA gingen nog eens drie verenigingen samen zitten, namen er een vierde partner bij en zo ontstond er nog een samenwerkingsverband: samen sterk. Leidraad is een verregaande kruisbestuiving zonder de eigenheid van elk gezelschap op zich te verliezen. Hoe zit dat nu?

“I

n Gent heb je de unieke situatie dat er bijna dertig amateurgezelschappen bestaan die willen overleven en dus ook elkaars concurrenten zijn. Alleen al voor de verdeling van de subsidies kan dit leiden tot ingewikkelde situaties. Daarom wou de Stad Gent iets doen voor de gezelschappen. Vzw GAMA is een overkoepelend orgaan dat ervoor zorgt dat de subsidiedossiers van de aangesloten kringen bij het stadsbestuur geraken en daar verdedigd worden. Het subsidiereglement en bijhorend formulier is wel raadpleegbaar op de website van het stadsbestuur, maar de gezelschappen kunnen zeker wat hulp gebruiken. GAMA is een soort buffer tussen de verenigingen en het stadsbestuur. We centraliseren alles. De aangeslotenen ontvangen een soort standaardformulier van ons en wij maken het de Stad Gent makkelijker door alle gegevens te centraliseren.” Wie kan aansluiten? “Alle amateurtoneelverenigingen met hun zetel in Gent zijn welkom en op dit moment zijn er tweeëntwintig aangesloten. De Raad van Bestuur is net vernieuwd. We willen meer zijn dan alleen een administratief bureau. We willen groepen samenbrengen en laten samenwerken. Daarom organiseren we om de twee jaar het festival van het amateurtoneel van de stad Gent. Ook willen we creaties aanmoedigen, we pleiten voor reisvoorstellingen buiten Gent en we stimuleren vorming.”

Hoe organiseert GAMA dit festival? “Het festival bestond al maar werd georganiseerd door Circa, het cultuurcentrum in Gent. Bij Circa komen zowel film, muziek, theater, dans als beeldende kunsten aan bod. Het was dus de logica zelve dat GAMA de organisatie op zich nam en het festival terugbracht naar december 2013

14

waar het oorspronkelijk voor diende: het amateurtoneel in de spotlights plaatsen. Elk lid van GAMA kan zich inschrijven. Dit jaar waren er elf inzendingen. Elke kandidaat kan een afgevaardigde sturen om in de jury te zetelen. Zo gebeurt de selectie door de deelnemende gezelschappen zelf en niet door een externe jury. Van de elf verenigingen werden er zeven geselecteerd om deel te nemen aan het festival. We zweren prijzen af. Het gaat er niet om wie de beste is, wel om het samen zijn tijdens het festival. De voor- en nagesprekken bij de voorstellingen zijn een grote meerwaarde. Je bereikt een ander publiek, je kan spelen in de Minard en de ontmoetingen zorgen voor een nieuwe dynamiek.” Het festival is achter de rug. Wat nu? “Het nieuwe bestuur organiseerde voor het eerst het festival en betaalde wel leergeld. Daarop gaan we nu verder bouwen. Er is nood aan media-aandacht tussen de festivals. Ondertussen moeten natuurlijk de subsidiedossiers binnen, we weten wat te doen. We hebben ondervonden dat we een goede planning moeten maken om het project te doen slagen. Gelukkig is de samenwerking met de stad goed en is er een ruim draagvlak. Anders kan je niet beginnen aan een dergelijke samenwerking.”

SAMEN STERK

maar (net) geen fusie GAMA is niet het enige samenwerkingsverband in het Gentse amateurtheater. Vier gevestigde waarden sloegen de handen in elkaar. Theater Hoger Streven, Theater Krakeel, Theater de WAANzin en Theater Trac bundelden de krachten in ‘Samen Sterk’, een samenwerking maar geen fusie. Nog niet. Dirk en Reginald van GAMA zitten ook in Samen Sterk. “Het begon tijdens het Landjuweelfestival met een samenwerking tussen Hoger Streven en De WAANzin. We voelden toen aan dat we beter de samenwerking in stand konden houden en we gingen op zoek naar meer partners. Theater Krakeel en Trac kwamen er ook bij, wat niet onlogisch is, want Theater Trac speelt in de zaal van Krakeel. Elk van de vier verenigingen vaardigden twee personen af in een stuurgroep en we staan ‘samen sterk’.” Verlies je door de samenwerking niet de eigenheid van elk gezelschap? “Natuurlijk was er in het begin argwaan.

15

We vroegen ons af wat dat ging geven. Onze doelstelling is wel heel duidelijk omschreven. We willen structureel samenwerken, elkaar versterken en helpen bij de doorstroming van nieuw bloed. De samenwerking situeert zich op administratief, logistiek en artistiek vlak. Dit houdt in dat we elkaar helpen als er een acteur nodig is, we kunnen bij elkaar een regie doen of elkaar praktisch helpen bij techniek. De jongeren krijgen ook extra speelkansen als je ze eens uitwisselt. Ondanks de eerste argwaan voelen we nu een ‘boost’ door de samenwerking. Je kan ervaring opdoen door te kijken hoe anderen iets aanpakken, je komt terecht in een andere sfeer en naast een coproductie kan je anderen ook depanneren in hun eigen productie als er acteurs nodig zijn. Zo werk je eens met een andere ploeg.” Jullie spreken over een coproductie naast de eigen producties. Is dit haalbaar voor een gezelschap? “Samen Sterk verzorgt inderdaad ook coproducties. Die zijn heel zuiver wat betreft de samenwerking. Alles gebeurt met vier. Het publiek gaat erin mee. Ze komen van alle kanten en weten dat het een coproductie is. We spelen dan ook in de Minard waar veel publiek binnen kan. Naast het verzorgen van de coproductie loopt de samenwerking nog te vrijblijvend. We zouden bijvoorbeeld een rode draad kunnen hebben in de dramaturgie. Elk gezelschap brengt een stuk van dezelfde auteur, maar dit vraagt een mentaliteitswissel. Hiervoor is het nog te vroeg. De eigenheid van elke groep speelt een grote rol. Nu trachten we erop te letten dat onze premières of speeldata niet samenvallen, we zetten elkaars logo’s op de website van ieders gezelschap en we geven korting bij elkaar. We maken de samenwerking duidelijk in de communicatie.” Komt er een fusie van? “Dat is nu nog te vroeg. Sommigen blijven nog aan de zijlijn. Laat het groeien. Op dit moment is de eigenheid van elk groepje ook belangrijk. En terecht! Het engagement van de mensen telt. Het subsidiereglement is momenteel ook nog niet klaar om samenwerking te promoten. Integendeel je verliest financiële armkracht. Tijdens de samenwerking kan je alles eens meemaken van de andere kant, los van een coproductie kan je ook bij elkaar gaan proeven. Dat is een verrijkend gevoel. Met mensen die je niet kent, toch gezamenlijk naar een productie toewerken. Dat geeft zuurstof.”


Compagnie De Zere Knie (Landjuweelfestival 2013)

‘Revue Grand Cru’ – Kunst en Geest (2013)

© Katleen Clé

© Johan Wynants

Professionelen zijn ook liefhebbers Kurt Velghe

Hoewel een professioneel zijn boterham verdient met theater, is ook hij ooit begonnen als liefhebber. Ofwel is zijn fascinatie voor het medium als kind reeds ontstaan, ofwel ging hij kijken naar de lokale amateurvereniging ofwel waren vader of moeder fervente toneelliefhebbers, ofwel... Hoe dan ook, ooit zijn ze begonnen als liefhebber. Wij gaan regelmatig kijken naar professionele ‘liefhebbers’:

Rien a déclarer? Koen Demuynck

Deze drie Franse woorden blijven hangen in ons

e grens had een ingrijpende invloed op het alledaagse leven van de grensbewoners. Dit komt tot uiting in de honderden verhalen die langs beide kanten de ronde doen. De gemeente Langemark-Poelkapelle, de Erfgoedcel C07, Office de Tourisme Cassel Horizons en vertelassociatie ‘Paroles Bohèmes’, namen het initiatief.

Vertelster Ingeborg Sohier: “Ik heb geleerd om een verhaal op een andere manier of vanuit een andere context te vertellen.” “Ik kan nu vertellen”, zegt Wim Parmentier, ”ik heb geleerd om de verteller in mij naar buiten te brengen: houd het eenvoudig.” Op twee zomerse uitwisselingsavonden luisterde een gemengd publiek van Belgen en Fransen naar grensverhalen. Elke verteller ging creatief aan de slag met het thema. “Ik heb mij gebaseerd op een Chinees verhaal”, vertelt Wim, “met linken naar de vluchtelingenthematiek. De absurditeit in dit verhaal boeide mij.” Ingeborg bracht een levensverhaal, waarin ze haar eigen grenzen verlegt. “Ik zat met de vraag wie heeft er nu iets aan zo’n banaal en alledaags verhaal. Maar ik stelde vast dat het herkenbaar was voor mijn collega-vertellers. Het kan iedereen overkomen.” Hiermee raakt ze de eigenheid van het vertellen. Mensen moeten zich kunnen herkennen in een verhaal.

Het project begon met het verzamelen en registreren van verhalen aan beide kanten van de grens. Met dit verzamelde materiaal gingen drie Vlaamse en drie Franse vertellers aan de slag. De Vlaamse vertellers, geselecteerd via een auditie, kregen een coach ter beschikking.

Doorheen het project werden niet enkel verhalen uitgewisseld. Volgens Jacques Phalempin, verteller binnen Paroles Bohèmes, maken Vlaamse vertellers meer gebruik van beeldtaal. “Misschien door het gebruik van het West-Vlaamse dialect. In Frankrijk hebben wij

collectief geheugen, al verdwenen ze officieel met het openstellen van de Europese binnengrenzen twintig jaar geleden. De Frans-Belgische grens werd vastgelegd in het verdrag van Utrecht driehonderd jaar geleden, samen met het grootste deel van de Europese grenzen. Deze dubbele verjaardag was voor ons vertellers een aanleiding om dit jaar het leven aan de Frans-Belgische grens in de kijker te zetten. Dit gebeurde in de Westhoek met een uniek vertelproject.

D

december 2013

16

meer uitleg nodig, we gebruiken meer intellectuele woorden om iets uit te leggen.” Jacques is opgegroeid in Noord-Frankrijk met in de woonkamer Nederlandstalige liedjes. “In de verhalen verteld door de Vlamingen herken ik de typische klanken. Ze zijn voor mij zachter en meer familiaal.” Dit project is voor de vertellers ook een nieuw begin. Jacques, een oude rot in het vak, stopt. “Maar mijn levensvreugde stopt niet. Ik heb de vertelkunst kunnen doorgeven.” Ingeborg en Wim zijn uitgegroeid tot een samenwerkingskoppel. Ze dromen luidop. Misschien kom je hen wel tegen bij een bezoek aan de grens in de Westhoek.

Tijdens de Gentse Feesten zagen we Pak mij eens stevig vast van Pieter Van Nieuwenhuyze, een grappige en ontroerende muzikale vertelling over de ongewone vriendschap tussen de bejaarde Odette en haar buurjongen Thomas. Een valies, een zetel, een piano, een begeesterd verteller en een uitmuntende zangstem. Meer was er niet nodig om ons anderhalf uur aan onze stoel gekluisterd te houden. Om dit stuk te zien, trokken we naar De Toren Van Babel, in een uithoek van Gent, ver weg van al het feestgedruis. Wellicht ook daarom dat er relatief weinig volk aanwezig was. En tijdens het stuk overviel mij geleidelijk aan een gelukzalig gevoel omdat wij gekozen hadden voor deze voorstelling terwijl alle andere feestvierders misschien ook aan het genieten waren, maar niet beseften wat voor moois ze misten door in het hart van Gent te blijven.

in het hartje van Kortrijk en in het gezelschap van wat persmensen, konden we genieten van dit literaire testament van Eugene O’Neill. In dit stuk rekent hij namelijk af met zijn eigen familie. In die mate zelfs dat hij verbood het stuk op te voeren. Het werd pas na zijn dood aan het Amerikaanse publiek voorgesteld. Tania Van der Sanden was weergaloos in haar rol van morfineverslaafde moeder. De schitterende acteurs brengen de personages mooi tot leven, maar het overdreven fysieke spel in het tweede deel lijkt wat overbodig. Na afloop sprong Jos Verbist plots op een van de tafeltjes in de bar om de lokale beenhouwer en dito huisleverancier te bedanken voor de lange jaren van bewezen diensten. Een mooi moment dat aantoont hoe een klein gebaar een hele gelagzaal in vervoering kan brengen. Theater Pact is dan wel geen professioneel gezelschap, maar het blijft wel één van de meest gerenommeerde gezelschappen in het Vlaamse theaterlandschap. Bijgevolg trekken wij altijd met heel veel goesting richting het verre Aalst. We gingen kijken naar In wankel

Peter Monsaert verraste ons vorig jaar nog met Offline, een Vlaamse film die nogal wat bijval oogstte bij pers en publiek. Nu regisseert hij Lange dagreis naar de nacht bij Theater Antigone. In het gezellige kader

17

evenwicht van Edward Albee (ja, die van Wie is bang van Virginia Woolf? en Alles voor de tuin). Het stuk klinkt misschien minder bekend in de oren, maar het is wel met dit stuk dat Albee een Pulitzer Prize binnenhaalde. Meteen wordt duidelijk dat dit een typische Albee is. De drank vloeit rijkelijk en het absurdisme is nooit veraf. Het had misschien allemaal wat meer gebald gekund, maar desalniettemin genoten we van de sterke acteerprestaties in een heel mooi, origineel en strak decor. Ondanks de professionele uitstraling van dit gezelschap, blijft dit een uiterst gezellige bedoening met een supergezellige, multifunctionele zaal en een aangename bar om na te praten. Deze professionele en semiprofessionele liefhebbers lieten ons niet onberoerd. De komende maanden staan heel wat nietprofessionele liefhebbers gepland. Benieuwd wat ze ons zullen tonen. Benieuwd of zij er in slagen ons te verrassen met een stuk dat we nog niet zagen, een originele invulling van een klassieker of een gekende komedie. Je leest het volgende keer.


© Johan Jacobs

We vroegen de Vlaamse actrice Marijke Pinoy naar de drie toneelstukken die de meeste indruk op haar gemaakt hebben. Ze gaf er ons vier…

Marijke Pinoy

Als een beest om het beest dat hij niet was in bed liet ik hem bloeden waar ik ons bloeien wou Als melk om de melk die hij mijn mammen elk ontzei spoot het bloed uit hem Zo zoogde hij de dood, die onvertakte mens, dat opgedroogde spoor.” (Uit ‘Yerma’)

I

k vind het zo moeilijk om keuzes te maken, omdat ik telkens weer opnieuw door andere toneelstukken meegenomen word, afhankelijk van waar ik op dat moment mee bezig ben, wat mij op dat moment beroert en wakker houdt. Teksten voeden je op, laten je reflecteren, zijn zalvend, slaan en houden je wakker: wat een zaligheid om daartussen te vertoeven. Toch heb ik een strijd geleverd met teksttheater. Ik zag Julien Schoenaerts als geen ander teksten beleven, dit was zo indrukwekkend, maar tegelijk zag ik ook acteurs die precies geen voeling hadden met de tekst die ze toen declameerden. De belevenis van een stuk te lezen, met je eigenste fantasie, en dit in stilstand te beleven vind ik nog altijd bijzonder.

‘Yerma’ Federico Garcia Lorca

Jaren geleden, een paar jaar voor ik ingangsexamen deed in het Conservatorium, moest ik in de academie waar ik les volgde, een klein stukje uit het hoofd leren, een dialoog tussen Yerma en de heidense vrouw. De thematiek raakte mij diep, want op dat moment was ik zwanger van mijn tweede kindje. Het bleef mij achtervolgen, tot ik jaren later aan Dimitri Verhulst vroeg om er een bewerking van te maken: ‘Yerma vraagt een toefeling’. Een vrouw wil een kind, wordt daar zo geobsedeerd door, en vermoordt haar man als blijkt dat hij geen kinderen kan krijgen en het haar niet gezegd heeft. Het is een oerverhaal. Het stuk zit in een bad van surrealisme, diepe emotie, familiedrama’s, en vooral een aanklacht op het kleine van een dorpsgemeenschap. García Lorca was homoseksueel en kon in het provincialistische en nationalistische Spanje ten tijde van Franco niet direct uiting geven aan zijn gevoelens. Hij ventileerde zijn frustraties en angsten denk ik daarom via zijn vrouwelijke personages. Alles in de tekst is implosie, ingesnoerd, één en al broeierigheid, en als uiteindelijk de zweer uitbreekt, dan is het één en al tragedie. Zelf ben ik geboren aan de Franse grens in een klein dorp, en de worsteling van toen als jong meiske herken ik heel erg in de thematiek van García Lorca. Alleen wil ik mij niet neerleggen bij het determinisme waar al zijn stukken over gaan.

Dimitri Verhulst heeft de tekst een vuistslag gegeven, met een taal die alleen van hem kon komen. De strijd tussen man en vrouw is bij hem zo gelijkwaardig dat dit mij raakt tot in mijn diepste zijn.

‘Platonov’ Anton Tsjechov

Begeerte, verlangen, lijden, aanvaarden, revoltes, vriendschap, ontrouw, destructie, de pijn van het zijn, van het niet kunnen zijn: noem de grote worstelingen des levens en het zit in ‘Platonov’. Alle filosofische vragen die zich in een mensenleven opdringen, worden u kwistig voor de voeten gegooid. Jaren geleden wou ik Anna Petrovna zo graag spelen: de zogezegd vrijgevochten vrouw die intellectueel Platonovs gelijke is. Ze zuipt, verleidt, leeft alleen, één en al aantrekking. De interpretatie van Luc Perceval was zo naar zijn essentie herleid, ik was er helemaal ondersteboven van. Zelden zo van mijn sokkel geslagen als met deze voorstelling.

‘De Trojaanse vrouwen’ Euripides

Een aanklacht tegen de gruwelen van de oorlog. De vrouwen wachten, alles is vernield, onteerd. Ik zag een voorstelling in de Hallen van Schaarbeek , jaren geleden, in een regie van Thierry Salmon. Die gebeurtenis is zo aan mij blijven kleven. Alleen maar vrouwen die de Oudgriekse teksten ingestudeerd hadden, een internationale cast, ze weenden, zongen en schreeuwden. Een mix van Brechtiaans kritisch denken en opera in zijn meest juiste vorm. Het primitieve van oorlog voeren kreeg daarbij zo een grote impact, vooral omdat er zoveel vrouwen samen dat verhaal ‘vertelden’. Ik kende de inhoud van het stuk, maar verstond niets van de letterlijke tekst die avond. Euripides laat de goden minder schuld dragen, en legt de verantwoordelijkheid veel meer bij de mens, dat maakt dit stuk heel menselijk en de vertelling blijft vandaag nog leesbaar en helder.

althans wel, maar het is toch ook evenzeer een compositie, te vergelijken met een muziekcompositie, maar dan met woorden. Woorden die repetitief betekenis krijgen door het geheel, maar dit was nu net de bedoeling van de dadaïsten. De dadaïsten gingen van deur tot deur om kunst onder de mensen te brengen, zij wachtten niet tot het publiek tot hen kwam. Ze protesteerden tegen de gangbare normen in de politiek en in de kunst. De schijnheiligheid van de zogenaamde beschaving, terwijl Wereldoorlog I voortduurde in de loopgraven. De artistieke vrijheid en het irrationele was heel belangrijk voor hen. Dat vind ik schitterend. Theater is als het goed is onrechtstreeks een kritische uiting of een uitvergroting van het alledaagse leven en denken. Er wordt de laatste jaren een terechte denkoefening gemaakt over de verhouding publiek en theater. Wij, de artiesten, doen een grote inspanning om naar het publiek te gaan, niet met platvloerse stukken, maar door bijvoorbeeld op locatie te spelen, of door mensen via zomerfestivals een eerste kennismaking te geven van wat theater beleven kan zijn. Ik ga de ‘Ursonate’ opnieuw brengen in het concertgebouw in Brugge. Het stuk bestaat uit vier delen: rondo, largo, scherzo en presto. Het klankgedicht is opgebouwd zoals een muziekpartituur, maar met woorden zonder directe betekenis. Op het einde wordt het alfabet van achter naar voren geschreven, drie keer, en twee keer zonder de eerste A, de laatste keer wordt pas de A toegevoegd. Dat is een mooie metafoor voor het leven, met al haar voorgekauwde voorschriften, wetten en regeltjes. Ik maak via die woorden een gans verhaal voor het publiek, emotioneel, zonder dat ik zelf een hele concrete invulling geef. De ‘Ursonate’ wordt meestal door muzikanten of zangers gebracht, ik interpreteer het als een monoloog. Het publiek maakt er emotioneel een eigen verhaal van.

‘Ursonate’ Kurt Schwitters

Ik heb vier stukken gekozen, omdat ik dacht dat de ‘Ursonate’ niet echt als pure theatertekst kan aanzien worden, voor mij

19

De teksten kan je ontlenen via www. theaterbib.be. De ‘Ursonate’ vind je via http://www.costis.org/x/schwitters/ ursonate.htm.


‘Die Zauberflöte’ © Salzburger Marionettentheater

Maandenlange voorbereiding... Uw theaterproductie is bijna klaar... De première-koorts stijgt…

Wat doen die poppen in de opera?

Wij maken sprekende foto’s in uw generale week. Met vakkennis, zonder flitslicht, in de belichting zoals uw regisseur het voorzien heeft.

www.toneelfotografie.be

Dirk Vermeylen • 0495/25.18.69 www.release66.com: theater websites, programmaboekjes en affiches

Luk De Bruyker

F

igurentheater en muziek zijn al eeuwenlang een niet onaardig duo en de laatste jaren gebeuren er opnieuw verrassende dingen. We hebben in Vlaanderen zelfs één beroepsgezelschap, Theater De Spiegel, dat erkend werd in de sectie muziektheater van het Theaterdecreet maar dat jammer genoeg nog uitsluitend voor de allerkleinsten speelt.

‘Trouble in Tahiti’ op vraag van de producent Muziektheater Transparant. Het Zuid Afrikaanse gezelschap The Handspring Puppet Company leverde samen met William Kentridge in De Munt prachtig werk bij het uit- en verbeelden van de barokopera ‘Il Ritorno d’Ulisse’ en ook FroeFroe waagde zich sporadisch aan een hedendaagse interpretatie van barokopera met poppen (‘Orpheus’ en ‘Dido en Aeneas’).

tatie. Een tiental jaren terug voerde Jos Van Immerseel met hen een barokopera op met live orkest en solisten. De zangers stonden naast de kast. Van enige integratie was geen sprake. En nochtans lenen barokopera’s, met hun vele metamorfoses, zich uitstekend voor een poppentheaterinterpretatie. Maar ook hedendaagse operaregisseurs zorgen tegenwoordig voor verrassende interpretaties.

In het verleden werd niet zoveel muziektheater geschreven voor figurentheater. Uiteraard is er de poppenopera ‘Bastien und Bastienne’ van Mozart en de onafgewerkte opera van Erik Satie ‘Geneviève de Brabant’ en verder de vele klassieke composities die zich uitstekend lenen voor een montering in het figurentheater (’Peter en de Wolf’, ‘Carnaval des animaux’). De laatste jaren ontdekte de operawereld dat figurentheater een toegevoegde waarde kon zijn in de toenemende visualisering van het medium. Sporadisch duikt dus een cross-over op. Zo had ik een tiental jaren geleden het genoegen een aantal fragmenten te spelen in

Stellen dat opera en figurentheater altijd uitstekende bondgenoten zijn, is zeker nog een brug te ver. Toch worden al vele jaren opera’s uit het klassieke repertoire met poppen opgevoerd. Het bekendste voorbeeld is ongetwijfeld het Salzburger Marionettentheater. De klassiekers van hun beroemde stadsgenoot Mozart staan op het repertoire. Toen ik jong was, dweepte ik met hen, ging er in de leer en sta nog steeds versteld van hun technische virtuositeit. Toch valt het mij meer en meer op dat het poppenspel hier geen toegevoegde waarde is. De poppen handelen met weidse gebaren, zoals in de traditie van de opera ‘old style’. Slechts sporadisch overstijgt de pop er de menselijke mogelijkheden. En heel zelden zijn de effecten groter dan die in de echte opera. Iemand noemde kijken naar de Salzburger marionetten dezelfde belevenis als kijken in een operazaal maar dan met de verrekijker omgekeerd.

Zijn opera en figurentheater dan helemaal geen goede partners? Toch wel, op voorwaarde dat de uitwerking voor beide media een meerwaarde betekent. Niet elke opera is geschikt voor een herbewerking naar het figurentheater. De vaak erg realistische handelingen en de lange aria’s, met herhalende passages, beletten dit. En zomaar een zanger laten zingen, terwijl hij of zij de pop al dan niet zelf beweegt, om nogmaals hetzelfde uit te beelden, is nutteloos. De pop zal het zelden halen van de vaak expressieve zanger. En toch kan het. Enige jaren geleden maakte Francis Pollet, artistiek directeur van I Solisti del Vento, mij attent op het feit dat bepaalde opera’s in het verleden in een gebalde versie herwerkt werden, weliswaar zonder zang. Hier lag een uitstekende kans om een expressieve pop, in een goed uitgebalanceerd concept, het verhaal te laten vertellen aan de hand van de muziek. De mogelijkheden zijn quasi onbeperkt en voor de liefhebbers van beide genres ligt hier nog een groot onontgonnen terrein.

De opera ontdekt dat het figurentheater een toegevoegde waarde kan betekenen.

december 2013

Ook het befaamde Colla gezelschap uit Milaan is schatplichtig aan een dergelijke interpre-

20

MAGAZINES I JAARVERSLAGEN I KUNSTBOEKEN I BROCHURES

Eekhoutdriesstraat 67 - 9041 Gent / België T +32 9 251 05 75 - F +32 9 251 62 40 info@geersoffset.com - www.geersoffset.com

adv_Geers_125x190.indd 1

22/04/13 08:58


‘Ouderdomsvlekken’ – Theater Filet Puur (Landjuweelfestival 2013) © Katleen Clé

Spreken is niet zwijgen Joris Denoo

E

r was eens een man die meespeelde in een theaterstuk van een amateurgezelschap. Tijdens elke repetitie bleek hoe monotoon hij sprak. Tot grote wanhoop van iedereen. Er hielp geen lievemoederen aan. Men maakte hem boos. Men slingerde hem scheldwoorden naar het hoofd. Men behandelde hem met zachtheid. Men legde begrip aan de dag. Men voerde hem dronken. Men daagde hem uit. Men behandelde hem met hardheid. Men dreigde. Men smeekte. Men suste. Men opperde een vitaminekuur. Niets hielp. De man – een imposant exemplaar van de menselijke soort – bleef al zo toonloos als een Engelse radiocommentator bij een paardenrace op een zelfmoordzondagnamiddag. Misschien genoot hij wel stiekem van doffe e’s, vlakke klanken en comateuze medeklinkers? Op de schaal van Richter zou hij nooit ook maar één expressief jotaatje scoren. Hij kon waarschijnlijk zelfs geen vlinder overstemmen. Hoe was het in hemelsnaam mogelijk dat deze man als hobby voor theater had gekozen? Het huidige in te studeren stuk heette dan nog ‘Heren onder het mes’ – stuk waarin heel wat afgekrijst diende te worden. Als er al een Nobelprijs voor Gelijkmoedigheid uitgereikt kon worden, dan viel die zeker te beurt aan de … stommeling, zoals zijn medespeelsters en –spelers hem achter zijn rug om noemden. Toch kon men niet om de man en zijn rol heen. Hij was een broodnodige belangrijke tegenspeler van de protagonist. En hij moest imposant zijn. En daar waren geen andere kandidaten voor. Nou: vooruit dan maar met de (niet-mekkerende) geit. En zie, voorwaar: na de première van het stuk gingen alle toeschouwers in vervoering rechtop staan. Daar waar gevreesd werd voor minutenlang tergend duimapplaus, daar plakte de volle zaal de handen tegen elkaar tot het pijn deed. Voor de monotone man. “Nog nooit een dergelijke volgehouden rol aanschouwd!” - “Chapeau voor die realistische no-nonsensevertolking!” – “Meer van dat!” - “Nee: minder van dat!” – “Een verse trend!” – “Nooit gezien, nooit gehoord!” De man werd al zo beroemd als Susan Boyle. In eigen stad.

december 2013

22

23


H

oeveel keer hebben we op toneel al eens een kamer gezien waar het lelijk aan toe is gegaan. Zo moest het in ieder geval lijken. Meestal gooiden we dan wat spullen op een hoop, schopten er wat wanorde in, en letten er op dat die spullen niet al te vreemd zijn aan de bewoner(s) van de kamer. Maar meestal bleef het maakwerk dat als zodanig wordt herkend. Een paar spulletjes moeten dan die chaos maar suggereren. De Canadese fotograaf Jeff Wall (1945) opteert voor een realistisch decor in The Destroyed Room (1978). Perfect uitvoerbaar op een kleine scène. Decor? Een fotograaf neemt een foto van een bestaande situatie en soms heeft hij geluk, zoals hier… Niks van. Dit is een geënsceneerde foto. Met een ongelooflijk geduld, en met picturale vaardigheid is hier een kamer gebouwd. We noemen een aantal voorwaarden voor dit resultaat. Je hebt een paar grote vlakken nodig, wand, maar vooral de lichte vlakken van het witte blad links aan de deur, de matras, het tafelblad… Lichtinval via deur en raam. Een verhaal en de consequenties ervan, hier de ‘vernieling in een vrouwenkamer’: de gescheurde wand, de diagonale scheur in de matras, de openstaande lades en de kledingstukken die eruit hangen, kapotte kaders en stoelen, kledingstukken van een vrouw. Het contrast in de zonnehoed centraal, de blauw gestreepte stof tegen de wand… Kleuren en lijnen. Ook zonder bloed kleurt alles rood en contrasteert met wit. En wil je de hand van de artiest zien? Volg dan de lijnen die wijzen naar het breekbare vrouwenbeeldje, en besef dat het licht en de wand links ons vertellen dat heel de enscenering gebeurde in de studio van de fotograaf. Maar als je echt een interieur wil zien waar je van achterover slaat, kijk dan eens naar de foto die Jeff Wall plaatste op de cover van Invisible Man van Ralph Ellison.

IN DE REEKS HOE KUNST ONS KAN HELPEN BIJ ONZE SCENOGRAFIE, ZOEKEN WE DEZE KEER INSPIRATIE BIJ VIER BEROEMDE FOTOGRAFEN. Jef Mellemans

Z

oals deze compositie maakte Annette Messager (1943) een reeks van afzonderlijk ingekaderde foto’s onder de noemer Mes Voeux (1988). Het zijn foto’s van lichaamsdelen, ogen, oren, genitaliën, monden, handen, enzovoort. Ze zijn opgehangen aan rode touwtjes en bevestigd tegen de wand. Alle samen nemen ze hier de vorm aan van een cirkel. Maar soms heeft het geheel ook een andere vorm, zoals een hart. Wat je ook probeert, je kan het geheel nooit in één oogopslag vatten. Je kan de totale vorm wel zien, maar dan zie je geen enkel onderdeel en dat stelt je niet tevreden. Het totaalbeeld is gefragmenteerd en toch wil je het hele verhaal kennen. Zowel in de vorm, in de onderwerpen en de kleuren als in de situering van het geheel kan je variëren naargelang het thema of het verhaal van je toneelstuk. Op een kleine scène, waar het publiek dichterbij zit, is het effect natuurlijk groter. Je zou het beeld kunnen laten groeien, d.w.z. dat tijdens de voorstelling steeds meer foto’s worden opgehangen, zodat pas op het einde de vorm zichtbaar wordt. De artieste heeft dit procedé ook toegepast met fotokaders die op stevige stangen staan, alle van een andere lengte. Zo krijg je een bos beelden, waartussen de spelers hun weg kunnen banen. Ze vergelijkt haar werk soms met regendruppels.

E

leanor Antin (1935) fotografeert, schrijft, maakt films en is professor emeritus aan de University of California in San Diego. Ze heeft iets met laarzen, getuige hiervan haar foto 100 Boots. Met vijftig paar laarzen is ze twee jaar door heel Amerika getrokken en op wel duizend locaties heeft ze er foto’s mee gemaakt. Op elke foto zien we in onze verbeelding eerder personen dan voorwerpen. Soms zijn ze dreigend als ze rond een huis staan opgesteld, soms zijn ze speels als ze over een auto lijken heen te wandelen, soms doen ze heel militair aan. Ze zorgt er wel voor dat we telkens toch min of meer paren kunnen zien, zelfs al staan ze zoals hier op één rij opgesteld. Het kan ons inspireren om een toneelruimte betekenis te geven met eenvoudige zaken. Vervang de laarzen door kinderschoentjes, vrouwenschoenen met hoge hakken of sportschoenen en je krijgt totaal andere interpretaties. Maar ze gaan telkens over mensen, die deze schoeisels droegen of zullen dragen. Door hun opstelling kunnen we in een verschillende context, verschillende emoties suggereren. Hetzelfde kunnen we doen met andere aan het menselijk lichaam gerelateerde voorwerpen. De uniformiteit ervan versterkt zeker de gewenste indruk.

A

sylum (1994) is een voorbeeld van architecturale ruimte waarnaar de fotograaf James Casebere (1953) voortdurend op zoek is. Soberheid is meestal een absolute voorwaarde. Dat geldt niet alleen voor de vorm, maar ook voor de kleur. Hij houdt ervan zijn foto’s monochroom te houden. Eén kleur, gecombineerd met wit volstaat. Zijn werkwijze kan inspirerend zijn voor decorontwerpers. Hij ziet een reëel beeld, komt thuis en probeert dit opnieuw te construeren, waarbij hij uitsluitend op zijn herinnering voortgaat en vooral sterk condenseert. M.a.w. hij bouwt in zijn studio een decor, dat hij belicht naar zijn wensen en dan fotografeert. Dat model wordt na de foto altijd onmiddellijk vernietigd. Waarschijnlijk heeft hij deze werkwijze gevolgd voor deze foto. Dat zien we aan de vorm van het raam. Dat is duidelijk een projectie. Op toneel kunnen we dit bereiken door middel van een gobo. D.i. een metalen plaatje waarin een figuur – hier een raam – is uitgesneden en dan voor de lens van een theaterspot, meestal een profile spot, wordt geschoven, zodat die figuur op een wand kan worden geprojecteerd. Vaak wordt op toneel iets vergeten, waaraan de fotograaf wel heeft gedacht. Namelijk de lichtinval die door dat gesuggereerde raam valt. Anderzijds wringt hier iets qua perspectief. De bank sluit links aan tegen de wand en eindigt rechts bijna onder het raam. Is die bank dan breder aan de rechterkant? Haar eigen schaduw bevestigt dit.

december 2013

24

25


He b j ij ook e e n the ate rfoto die om e e n be paalde re de n he t tone n w aard is?

© Frank Deckers

En w il j e he t ge publice e rd zie n? Stuur ze dan in naar re dactie @ope ndoe k-vzw .be !

© J.J. Hogeveen

Een beeld uit ‘Midlife’ door Theaterwerki ng Joker Producties uit Boechout.

De K.M De Vliegende Ster uit Humbeek was in feeststemming. Pierre Sonck en Patrick De Groef werden voor respectievelijk 25 en 40 jaar medewerking gehuldigd. Proficiat! erd!

Het Maasmechels Volkstheater bestaat 10 jaar. Gefelicite

Met een lach en een traan gaven de acteurs van ’t Klavertheater uit Belsele het beste van zichzelf tijdens de opvoering van ‘Per(r) ongeluk’. werd op De eenakter ‘Vruchtwater’ Tardi uit Vremde. verplaatsinggespeeld door

© WVW2013

Achter de schermen bij de opvoering van ‘Les liaisons dangereuses’ van Toneel Fragment uit Londerzeel.

Toneelgezelschap De Banneuxkes uit Zonho ven vierde zijn 20-jarig bestaan!

FC Kadee, de jeugdafdeling van Nut en Vermaak uit Mariakerke, bracht met veel spelplezier ‘Het Jubilé’.

Twintig jongeren van Toneelkring Ware Vreugd uit Waardamme gaven het beste van zichzelf in ‘De bengels van het Vissengat’.

Toneelgezelschap De Banneuxkes uit Zonhoven vierde zijn 20-jarig bestaan!

Cie. Fietswolven uit Gent brachten ‘Meneer Fiets’ waarbij de twee spelers geen onderdeel van hun fiets onbenut lieten.

Tijdens de Bibliotheekw eek legde de theaterbib haar klanten extra in de watten. Wil je ook geweldig lezen? Eén adres: www.theater bib.be.

Ook het Koninklijk Hasselts Operettengezelschap (KHOG) gaf er het beste van zichzelf.

uit Yvegem ‘Bommen in de barak’ van De Vlaschaard toeschouwers! was een groot succes met meer dan 1000

Klein Teater Bolderberg uit Heusden-Zolder startte het theaterseizoen met een stevige wandeling van 8 km.

Marcel Daver, Lieve Vereecken en Bart Danneels van de Koninklijke Rederijkerskamer Sint-Pieter Vreugd en Deugd uit Geraardsbergen worden in de bloemetjes gezet voor hun respectievelijk 75 jaar en 25 jaar toneelactiviteit. Een dikke proficiat!

© Mark De Vriendt

TDM uit Mechelen vangt het nieuwe theaterseizoen aan met ‘Hakkelgaren‘.

december 2013

26

Roland De Lathouwer ontleende ‘Dansmarathon’ en diverse titels van Ad de Bont. Teater Lier wil graag eens een grootse voorstelling brengen met live muziek. Misschien wordt het wel ‘Dansmarathon’ ook wel gekend als ‘They shoot horses, don’t they?’.

Peter Wolfs ontleende ‘Alias Madame de Pomapadour’ en ‘Een weekendje moorden’. Voor Kunst na Arbeid uit Ekeren kwam Peter enkele komedies ontlenen.

Jos Verwilghen ontleende ‘Festen’. ‘Festen’ ligt al jaren in de kast bij Sjato ’84 uit Machelen: ooit willen ze dit fantastische stuk spelen, maar het moment moet zich aandienen. Misschien wel het komende seizoen?

Gerda Cabus leest ‘Lysistrata’. ’t Zandtheater uit Oelegem wil graag een jongerenproductie maken in de herfstvakantie 2014. De zoektocht naar een geschikt stuk – én enthousiaste jongeren – is begonnen.

Chris Van Goethem ontleende studieboeken over belichting en podiumtechniek. Chris is docent podiumkunsten aan het RITS en werkt momenteel aan een tentoonstelling over de evolutie van scenografie.

Hanne De Backer las ‘Variaties omtrent eend’ van David Mamet. Docente en theatermaakster Hanne De Backer kan ‘Variaties omtrent eend’ aanbevelen voor jongeren. Ook vinden haar leerlingen de teksten van Koos Terpstra geweldig.

27

Irina Biscop las o.a. ‘Rail Gourmet’ van Annelies Verbeke. Irina volgt de docentenopleiding aan de Toneelacademie Maastricht en is op zoek naar een geschikt stuk voor haar stage. Ingrid Peeters en Paul Malfliet ontleenden heel wat titels. Voor ’t Familietheatertje in Hoevenen zijn ze op zoek naar een geschikt stuk. Wordt het ‘Wie doodde de kerstman?’, of ‘Het bed van A tot Z’ of ‘De nacht van de alligators’ of…?


Ieder nummer grasduinen we in de collectie van de theaterbibliotheek van OP&doek. Toch je gading niet gevonden? Neem dan een kijkje in onze catalogus. Al de besproken teksten kan je ontlenen via www.theaterbib.be. Frans Vanderschueren & Alexis Desiron

Instappen a.u.b.

“Een frisse komedie waarin zes acteurs 57 rollen spelen.”

Gérard Darier

Een vlucht heeft vertraging. Op het vliegveld zoeken passagiers een oplossing. Ze komen zo in contact met personeelsleden van de luchthaven, met het vliegend personeel en met andere mensen in de vertrekhal.

3D, 3H

KOMEDIE

AVONDVULLEND

KERSTMIS

De moeder, de hoer en zo

Jef Mellemans

ZIJ HIJ

Wie komt er met Kerstmis?

Stop daarmee! Ik bedoel: wie komt er met Kerstmis ‘eten’?

Van wie?

De os en de ezel. Of is dat met nieuwjaar? God, nee, met nieuwjaar is het kalkoen. Kalkoen farci! Gevulde kalkoen! Heb dat altijd al een vieze bedoening gevonden. Eerst alles er uit, en dan alles er weer in! Moet er niet van ‘weten’! Van die kalkoenen!

Komen je ouders?

Je ouders!

Komen je pa en je ma eten, ja of nee?

Met Kerstmis is er geen kalkoen!...

OK, je weet het niet. Van wie weet je dan wel dat hij komt?

Veel te droog! Kan ook moeilijk anders. Hoelang lopen die al rond? Niks dan pezen en pluimen. En het woord alleen al; kalk-oen! Wie eet er nu kalk! Welke oen eet er nu kalk?

2D, 3H

TRAGIKOMEDIE

AVONDVULLEND

De boze wolf!

Gérard Bitton en Michel Mutz

De boze wolf eet kalk! Anders laten de zeven geitjes hem niet binnen. Maar als hij krijt eet, klinkt zijn stem als de moeder geit en laten de zeven geitjes…

1D, 4H

Waarom lach je nu zo?

Jouw vader heeft wel iets van die boze wolf. Grrrr… Zijn stem klinkt inderdaad alsof hij een kilo krijt heeft binnen gespeeld. Grrrr…

KOMEDIE

Laat mijn ouders hier alsjeblief buiten!

Mogen ze niet komen? Sorry…

AVONDVULLEND

Ik wil weten voor hoeveel mensen ik moet koken. Met Kerstmis!

Dat was mijn vraag! Ik moet weten hoeveel ik moet bestellen.

En of ze hier allemaal wel deftig binnen geraken.

Moet daar nogal een smulpartij geweest zijn!

Stop daarmee! Alsjeblief, stop daarmee! Stop daarmee! Stop! … Dank je… Als ik ons meereken, kom ik aan twaalf.

Wie? … Verdomme, jij krijgt mij nog even gek als jezelf!

2H

Ze waren toch met zeven?

Wie?

Mèèèè!

Verdomme, nu trap ik er ook in! En als je het wil weten dat zevende geitje…

… zat in de kast van de klok. Ik weet alleen niet meer hoe het afloopt. Gevulde wolf! Le loup farci! Schrijf jij de uitnodigingen? Wat? Wat is dat?

Kunnen we met twee in die kast van de klok? december 2013

Douglas Maxwell

Hij heeft er maar zes opgegeten. Ik kom aan zestien als Kaat en Hans hun lief mogen meebrengen en als Bert…

Geen al te origineel gegeven maar door er een homohuwelijk van te maken is het verrassend fris. (FVDS)

Helmet (Pots)

Nogal wat anders dan kalkoen farci. Niks te farci, allemaal lekkere, jonge…

Kom laat ons eens tellen…

Om een erfenis in de wacht te slepen moet Henri trouwen. Hij heeft echter geen zin om zich te binden en vraagt daarom aan zijn vriend Dodo om met hem te huwen. Alhoewel Dodo eerst tegenstribbelt, vindt hij dit na een tijd een comfortabele situatie. Aangezien het de bedoeling is dat dit huwelijk geheim blijft, draait de komediemolen op volle toeren. Uiteindelijk sijpelt toch geleidelijk de waarheid naar buiten. Als dan blijkt dat zijn vader homo is, is er toch nog een roze bruiloft.

Dat hangt ervan af hoeveel mensen er komen.

Met meel aan zijn poten! Hij is binnen geraakt met veel meel aan zijn poten! De geitjes hoorden een hoge stem en zagen witte pootjes en dus…

“Een komedie over het homohuwelijk van twee hetero’s.”

Wanneer?

Mijn ouders, mijn zussen, je broer, je ma en je pa…

Drie zonen: een rechter, een mislukte vastgoedmakelaar en een homoseksuele kunstenaar. Hun moeder sterft. In haar nalatenschap blijft ze ‘zorgen’ voor haar zonen: zo valt hen Eva, het buitenechtelijk kind van haar man zaliger, ten dele. Wreekt ze zich zo op haar man die haar geen dochters kon geven? Of op haar zoons die haar alleen achterlieten? Of? In een opeenvolging van flashbacks, confrontaties tussen de broers en mijmeringen van de moeder wordt op een subtiele, soms surreële manier de psychologie en de frustraties van de personages laag na laag blootgelegd, waarbij erotiek niet wordt geschuwd. Boeiend, nieuw en aangrijpend. Vlotte, levendige dialogen met een fijn humorgehalte. Verrassend einde ook. Een fikse uitdaging voor regie en acteurs. Voor een publiek dat zich wil laten verrassen. (AD)

De roze bruiloft

Stop daarmee!

“Tragikomisch verhaal over een eigenaardige erfenis.”

Wat!? Mijn pa lust ook geen kalkoen.

Stop daarmee!

Kris Van Steenberge

Het kindeke Jezus.

Om te eten!

Twee families maken het allemaal mee. Mooi om te zien hoe de draad van die twee families door elkaar gesponnen wordt. Waar de omringende personages vlak getekend zijn, hebben de personages van de twee families sterk uitgetekende karakters. Het is dankzij die tekening dat de contacten met de anderen boeiend en vermakelijk worden. Een mooi geschenk voor zes acteurs met een goede lichaamstaal die weten hoe typetjes te creëren. (FVDS)

Nee? Neem een schaar, knip de buik van de wolf open, geitjes er uit, keien er in, en dan toegenaaid. Oh oh!

DRAMA

AVONDVULLEND

“De spanning van computergames spelen vertaald naar het podium” Sal sluit zijn zaak van computergames. Hij is bankroet. Ronny, een game-verslaafde puber, is zijn laatste klant. Hij kan er niet bij dat zijn toevluchtsoord verdwijnt. Sal praat op hem in, tracht hem de weg naar de echte wereld te wijzen; tevergeefs. Het decor wordt ingenomen door LED-panelen die de niveaus van de games en het energieniveau van de spelers weergeven, aangevuld met bijhorende licht- en klankeffecten. De personages worden figuurtjes uit een game. Of toch niet? Het effect werkt bevreemdend, haast allegorisch. Al pratend kijkt Ronny terug op zijn ‘echte’ leven. Zijn broer belt hem met verschrikkelijk nieuws. Is de vlucht naar de games wel zo onbegrijpelijk? Bevreemdend, actueel, spannend met ook zwarte humor en verrassende plotwendingen. (AD)

De uitnodiging van je ouders. We worden met Kerstdag bij hen verwacht.

28

29


De eerste viool Frie Viccy en Nester Kempens

In ’de eerste viool’, een bar met animeermeisjes, zijn de drie vaste ‘allumeuses’ ziek. Voor een goed prijsje willen de poetsvrouwen hen wel vervangen. En dus worden: de gefrustreerde, de nog-steeds-maagd en de wildebras de bedgenoten van de klanten. Deze klanten zijn: een boer die zijn zoon het leven wil leren kennen en zelf ook nog wel eens van bil wil gaan, de man van de gefrustreerde, het lief van het maagdje. Het gezelschap wordt compleet gemaakt door de inhalige bareigenares, een onhandige loodgieter die voor de fiscus werkt en het lief is van de zatte zieke prostituee. Na allerlei complicaties, misverstanden en verkleedpartijen komt uiteraard alles op zijn pootjes terecht.

5D, 5H

BLIJSPEL

AVONDVULLEND

“Een klucht over drie poetsvrouwen die voor barjuffrouw moeten spelen.”

Verstand op nul en genieten als je van dit soort stukken houdt. (FVDS)

Wat ik vorige zomer deed A.R. Gurney Jr.

2 JONGENS, 2 MEISJES (14 TOT 16 JAAR), 2 DAMES

DRAMA

AVONDVULLEND

Pikant is plezant Jean-Luc Lemoine

3D, 3H

KOMEDIE

AVONDVULLEND

Tot Verdoodt ons scheidt

Jessie Jones, Nicholas Hope en Jamie Wooten 4D, 2H

KOMEDIE

AVONDVULLEND

december 2013

“Een verhaal van pubers in oorlogstijd” Vader is aan het front. Moeder probeert twee adolescenten, in afwezigheid van vader op het rechte pad te houden. Een zigeunerin met een slechte reputatie trekt de aandacht van de zoon en wil hem zijn eigen weg laten ontdekken. Kende de moeder die vrouw in haar jeugd ook al? Een zacht, mooi en oprecht verhaal van een jongeman op zoek naar zijn identiteit. Het leven drijft hem echter onontkoombaar in het voorbestemde stramien. Helaas, alleen een onuitwisbare herinnering blijft. Levensecht, waarachtig zonder franjes of dramatische effecten. (AD)

“Spitante komedie over een koppel dat overweegt om een pornofilm van zichzelf op te nemen.” Het huwelijksleven van Jan en Celine slabakt. Een vriend raadt hen aan om een pornofilmpje van zichzelf te laten maken. Ze nodigen de makers uit voor een verkennend gesprek, net als de ouders van Celine opdagen met de boodschap dat ze gaan scheiden. Het jonge koppel moet nu de aanwezigheid van Lucrezia, de pornomeesteres, verklaren. Dit leidt tot grappige toestanden waar zowel de ouders, als het jonge koppel, als de pornomakers ronddraaien op een carrousel van halve waarheden en verrassingen. De replieken zijn snedig en vol humor, de omstandigheden wisselen in een hoog tempo, de karakters zijn voldoende getekend om de amusementswaarde te verhogen. Een aanrader! (FVDS)

“Komische en kluchtige verwikkelingen wanneer een carrièrevrouw haar omgeving uit het oog verliest.” Suzanne kan het werk niet meer aan en engageert een assistente. Claudine is zo sluw en efficiënt dat Suzanne haar man aan de deur zet en geen tijd meer heeft voor haar vrienden. Claudine wil echter zelf de baan van Suzanne. Haar man en vrienden proberen dit te veranderen. De dialogen en verhaallijnen zijn die van een komedie. Wanneer de bazin van Suzanne op bezoek komt, neemt Hans haar plaats in en begint de klucht met een man als vrouw verkleed, de echte bazin die op een dwaalspoor moet, het elkaar ontlopen en andere gekende kluchtelementen. De mix van deze genres kan een groot publiek aanspreken. (FVDS)

30


Kalender 2014 02/01: OP&doek special

01/04: OP&doek Nr. 2 12/04 - 18/04: amateurTONEELhuisfestival 25/04 - 27/04: Today-festival

11/07 - 13/07: Spots op West 14/07 - 25/07: OPENDOEK is met vakantie

01/10: OP&doek Nr. 4 24/10 - 29/10: Landjuweelfestival

JANUARI M D W D V Z Z

FEBRUARI M D W D V Z Z

MAART M D W D V Z Z

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31

1 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 24 25 26 27 28 29 30 20/03: Wereldverteldag 31

APRIL M D W D V Z Z

MEI M D W D V Z Z

JUNI M D W D V Z Z

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30

1 2 3 4 1 25/04 - 04/05: Week van de 5 6 7 8 9 10 11 2 3 4 5 6 7 8 Amateurkunsten 12 13 14 15 16 17 18 9 10 11 12 13 14 15 19 20 21 22 23 24 25 16 17 18 19 20 21 22 02/06: OP&doek Nr. 3 26 27 28 29 30 31 23 24 25 26 27 28 29 30

JULI M D W D V Z Z

AUGUSTUS M D W D V Z Z

SEPTEMBER M D W D V Z Z

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31

1 2 3 1 2 3 4 5 6 7 4 5 6 7 8 9 10 8 9 10 11 12 13 14 11 12 13 14 15 16 17 15 16 17 18 19 20 21 18 19 20 21 22 23 24 22 23 24 25 26 27 28 25 26 27 28 29 30 31 29 30

OKTOBER M D W D V Z Z

NOVEMBER M D W D V Z Z

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31

1 2 1 2 3 4 5 6 7 3 4 5 6 7 8 9 8 9 10 11 12 13 14 10 11 12 13 14 15 16 15 16 17 18 19 20 21 17 18 19 20 21 22 23 22 23 24 25 26 27 28 24 25 26 27 28 29 30 29 30 31

03/02: OP&doek Nr. 1

31/08: Cultuurmarkt 27/09: OPENDOEK-beraad

DECEMBER M D W D V Z Z

03/12: OP&doek Nr. 5 23/12 - 03/01: OPENDOEK is met vakantie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.