h2owaternetwerk.nl Vakblad van Koninklijk Nederlands
Waternetwerk 7/8|’24 13 september 2024
57ste jaargang
Wendy Francken (Vlario, EWA): ‘
Vlaanderen verder met wetgeving dan Nederland’
Oasen omarmt de toekomst
Plaagplanten in de Wieden, hoe roei je ze uit?
Nereda gaat mobiel
Performance³ - The new generation
The innovative Roots, Screw and Turbo Blowers
Up to 30 % efficiency increase
Up to 40 % CO2 reduction
Less than 2 years amortisation
Artikel 7 lid 3
In deze uitgave van H2O leest u artikelen over nieuwe ontwikkelingen in het zuiveren van water. Drinkwaterbedrijf Oasen omarmt in NieuwLekkerland en Kamerik de toekomst met One Step Reverse Osmose, NX Filtration maakt in de nieuwe membranenfabriek in Hengelo ROwater van precies 20, 55 en 78 graden voor het productieproces, op de rwzi in Weert draait de eerste mobiele versie van de Neredatechniek en onder de paraplu van het Groeiplan Watertechnologie wordt een full scale test voorbereid met zelfstandig opererende afwaterzuiveringen die worden bestuurd met behulp van artificial intelligence. Deze opsomming schetst de stappen die waterzuiveraars zetten om het hoofd te bieden aan een reeks van opgaven en problemen, zoals de almaar vuiler wordende bronnen, watertekort door droogte, groeiende vraag naar drinkwater en steeds strengere waterkwaliteitsnormen. Maar ook spelen kwesties als krapte op de arbeidsmarkt, cybersecurity en duurzame opgaves om emissies (CO2) en energieverbruik te reduceren, grondstoffen terug te winnen en efficiënt te produceren om operationele kosten zo laag mogelijk te houden.
Ga er maar aan staan. Drinkwaterbedrijf Oasen neemt met One Stap Reverse Osmose, algoritmen, digital twins, IoT, AI en augmented reality de vlucht naar voren om onberispelijk drinkwater te kunnen blijven maken. Hoe indrukwekkend ook (en dat is het), deze inzet is tegengesteld aan wat er in de Europese
Kaderrichtlijn Water (KRW) is afgesproken. In artikel 7 lid 3 van de richtlijn staat: “De lidstaten dragen zorg voor de nodige bescherming van de aangewezen waterlichamen met de bedoeling de achteruitgang van de kwaliteit daarvan te voorkomen, teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen.”
KRW zegt: zorg dat de bron schoon is, dan kan de inspanning die nodig is om er drinkwater van te maken, verminderen. Neem maatregelen om verontreiniging te voorkomen of te beperken, bescherm de waterlichamen, stel bufferzones in. Kortom: regel het!
De praktijk is dat de bronnen almaar vuiler worden en dat drinkwaterbedrijven zich maximaal moeten inspannen om onberispelijk drinkwater te kunnen blijven maken. In de wereld van de waterschappen is het niet anders. Bij de toelichting op weer een miljoeneninvestering om een rioolwaterzuivering met een extra zuiveringsstap te wapenen tegen de vloed van medicijnresten, microplastics en forever chemicals in het afvalwater, klinkt steevast de bestuurlijke frustratie dat het probleem aan de bron moet worden aangepakt. “Wat er niet in zit, hoeft er ook niet uitgehaald te worden!”
Het is de echo van artikel 7 lid 3. Die is niet waargemaakt. De proactive Mobilisation for the Environment (MOB) heeft het artikel er inmiddels bij gepakt om de overheid aan te klagen voor de vervuiling van het drinkwater met per en polyfluoralkylstoffen (PFAS). In de MOBbrief aan het kabinet staat, zoals u kunt lezen op H2O online: “Hoe meer PFAS er in het oppervlaktewater aanwezig mag zijn, hoe hoger de zuiveringsinspanning van drinkwaterbedrijven, hetgeen strijdig is met de KRW”. De brief is de opmaat tot een juridische strijd op basis van artikel 7 lid 3.
Bert Westenbrink
Mous Waterbeheer werkt dagelijks aan nieuwbouw, renovatie en onderhoud van gemalen, sluizen en bruggen. Onze jarenlange ervaring en expertise in telemetrie, elektrotechniek, werktuigbouwkunde en civiele techniek zetten we in voor toonaangevende projecten door heel Nederland.
R W Z I
In de wereld van blowerfabrik anten maakt het overgrote deel gebruik van commerciële specificaties. U wilt de werk elijk e prestaties weten die herleidbaar zijn naar internationaal geaccepteerde meetstandaarden. Factory Acceptance Tests zijn indrukwekk end, maar onder andere debietmetingen zijn onderhevig aan data acquisitie en ja, dan weet u wel hoe laat het is. Ook blijkt nauwk eurig luchtdebiet meten in het veld nogal een kostbare aangelegenheid te zijn waarbij de aanbestedingsgrens ruim over schreden wordt. Daarmee worden de commerciële specificaties in stand gehouden. Dutair® doet het ander s: Werk elijk e wire-to-air specificaties. Bij Sjerp & Jongeneel in Zoetermeer meten wij de specificaties van blower s tot 750 kW met een uiter st transparant meetsysteem. Met andere woorden, nauwk eurige meetinstrumenten zijn herleidbaar naar internationaal geaccepteerde meetstandaarden en metingen zijn te verifiëren voordat het door data-acquisitie verwerkt wordt. Debiet meten we compromisloos met een DN40 0 turbine gasmeter Kijk op:
Technologisch superieur & grootste assortiment
Dutair installeert meer dan 80 typen turboblowers
Vakblad van Koninklijk
Nederlands Waternetwerk Nr7/8 September 2024
8
Inhoud
18
Daar ben ik erg blij om’ ‘
Wendy Franken: Blue Deal kan niet overboord.
14
Exoten bestrijden met grof geschut
Hans van Duivendijk is 89 en promoveert: ‘Het is de uitdaging’
24
NVVP, de mobiele versie van de Nereda techniek
OEM NIVEAUSENSOREN
O.A. VOOR IOT TOEPASSINGEN
VOOR GRONDWATER EN ANDERE VLOEISTOFNIVEAUEN TANKINHOUDSMETINGEN
• Zeer nauwkeurige meetwaarden
• Uitstekende stabiliteit op lange termijn
• Vele jaren onderhoudsvrije werking
KELLER 26X
• Ideale niveausensor voor grondwatermetingen in IoT netwerk
•RS485 interface & eventueel 4…20 mA of 0…10 V
• Analoge en digitale interfaces-kunnen worden gecombineerd
•Analoge en digitale interfaces-kunnen worden gecombineerd
• Schaalbare analoge uitgang (turn-down)
• Voeding vanaf 3,2V
Inhoud
Oasen: in 2028 centraal realtime beheer van distributie en productie
En verder
17 COLUMN
Harrie Timmer: 3M als boosdoener in de KRW-problematiek
23 IN THE PICTURE
Mert Köseberg: ‘Als ik iets leuk vind dan kan ik het ook!’
26 HOOGSTANDJE
NX Filtration maakt slimme rietjes nu in Hengelo
29 COLUMN
Phebe Kloos: Meten is weten, voelen is begrijpen
34 H2O ONLINE
41 H2O PODCAST
Dankzij Ronald Waterman kreeg Nederland er 3.500 hectare land bij
42 NEW BUSINESS
• IWA en EWTW: ideaal voor versterken netwerk
• ‘Wetgeving moet hergebruik zwart water impuls geven’
• Wat is de status van Groeiplan Watertech nologie?
De
Zandmotor: ingewikkeld spel van wind en water
48 WATERONDERZOEK
Broedvogels en natuurvriendelijk onderhoud van watergangen
51 WATERNETWERK
• Doe mee aan regiobijeenkomsten Operatie Sterk Water!
• Groenblauwe transities in steden: congres voor denkers en doeners
• Call for Abstracts WaterMicro2025
• Prijzen voor afstudeerders/stagiairs MBO, HBO en WO
COLOFON
Vakblad H2O, H2O Online en kennismagazine Water Matters zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).
UITGEVER/BLADMANAGEMENT
Monique Bekkenutte (KNW).
HOOFDREDACTEUR
Bert Westenbrink. Redactieadres: Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, mail: redactie@h2omedia.nl. Aan dit nummer werkten mee: Wim Eikelboom, Mirjam Jochemsen, Dorine van Kesteren, Phebe Kloos, Rens Nijholt, Barbara Schilperoort, Harrie Timmer Nico van der Wel Bijdragen aan H2O Online: Hans Klip, Pauline van Kempen, Kees Jan van Kesteren, Jaap Hoeve. REDACTIEADVIESRAAD
Jan Appelman, Arjan Budding, Erwin de Bruin, Diederik van Duuren, Alice Fermont, Roberta HofmanCaris, Pieter Hymstra, Warry Meuleman, Tico Michels, Leon Korving, Ton Peters, Jan Roelsma, Martijn Tas VORMGEVING
Vlario, het Vlaams kenniscentrum voor gemeentelijk waterbeheer, maakt burgers en bedrijven bewust van de waarde van (zuiver) water. Directeur Wendy Francken vertelt over het waterbeleid van onze zuiderburen, blauwgroene oplossingen in eigen huis en tuin en de Europese richtlijn stedelijk afvalwater. “De nieuwe regering kan de Blue Deal niet overboord gooien. Daar ben ik erg blij om.”
TEKST DORINE
WBij jullie is het allemaal wat meer vrijblijvend’ ‘
Het lijkt bijna niet meer van deze tijd, zo’n lang dienstverband, maar Wendy Francken werkt al sinds haar afstuderen bij Vlario, het kenniscentrum en overlegplatform van de Vlaamse hemelwater en afvalwatersector. Moeite kost haar dit allerminst. “Ik houd van de maatschappelijke relevantie van mijn werk.” Ze vereenzelvigt zich met de missie van Vlario: samen werken voor zuiver water. Dat gaat door in haar privéleven. “Buren, familieleden en vrienden vragen mij regelmatig hoe het nu zit met al die regen en die vermeende watertekorten. En wat ze in hun eigen huis en tuin kunnen doen om water vast te houden. Nee, dat vind ik absoluut niet vervelend. Het betekent dat wij slagen in onze opzet om mensen bewust te maken van de waterproblematiek in Vlaanderen.”
Bij Vlario zijn niet alleen gemeenten en rioolbeheerders aangesloten, maar ook ingenieursbureaus, aannemers, inspectiebedrijven, leveranciers en architecten. “Kortom, iedereen die betrokken is bij het gemeentelijk waterbeheer. Omdat onze achterban zo breed is, hebben wij de positie om de sector te vertegenwoordigen.”
Door de jaren heen heeft Francken de activiteiten van Vlario zien veranderen. “Dertig jaar geleden waren erg veel woningen in Vlaanderen niet aangesloten op het riool. De uitbouw van het stelsel was toen de eerste prioriteit. Tegenwoordig is de waterkwaliteit uiteraard nog steeds belangrijk, maar de hoeveelheid evenzeer. Er is te veel of te weinig water, en het geluk is dat de oplossing voor beide problemen hetzelfde is. Namelijk: regenwater zoveel mogelijk ter plaatse vasthouden. De omgeving tot spons maken, bovengronds, liefst met nature based solutions zoals bekkens en parken.”
En de capaciteit van het rioleringsstelsel zelf vergroten, zodat dit piekbuien beter kan verhapstukken?
“Als we de riolering geschikt willen maken voor buien die eens in de honderd jaar vallen, dan zijn de investeringen gigantisch. Het is veel efficiënter en effectiever om de bovenbouw te laten fungeren als tijdelijke wateropslag.>
Tegelijk moeten we schade voorkomen en zorgen dat er geen water in woningen en gebouwen loopt. Waterbewust bouwen is dan ook noodzakelijk: niet meer bouwen in overstromingsgevoelige gebieden of ontwerpen met verhoogde vloerpeilen en overstroombare kelders. Een land als Denemarken doet dit goed, met een slimme ruimtelijke inrichting. Daar kent de weg bijvoorbeeld verschillende niveaus, zodat voetgangers hun
weg kunnen vervolgen als de lagere gedeeltes voor de fietsers en auto’s zijn ondergelopen. Vervolgens kan het water bezinken in grote ondergrondse regenwaterbassins.”
Zijn er verschillen tussen Vlaanderen en Nederland?
“In Vlaanderen ligt de rioleringsgraad lager dan in Nederland. Bij jullie is 99 procent van de huishoudens aange
Te veel of te weinig water, de oplossing voor beide problemen is dezelfde: regenwater zoveel mogelijk ter plaatse vasthouden’ ‘
sloten; bij ons 94 procent. Er zijn dus nog altijd woningen die hun afvalwater ongezuiverd lozen op het oppervlaktewater. Wij moeten nog veel individuele systemen plaatsen, wat in Nederland nauwelijks voorkomt en wat jullie ook liever niet doen.
Verder is Vlaanderen vatbaarder voor droogte. Van 164 landen staat België op de 23ste plaats in de categorie ‘hoge waterschaarste’. Er zit te weinig water
Er zijn in Vlaanderen nog altijd woningen die hun afvalwater ongezuiverd lozen op het oppervlaktewater’ ‘
in de Vlaamse bodem. Het is vooral de regen die onze waterreserves moet aanvullen, want in tegenstelling tot Nederland en Wallonië hebben wij niet zoveel rivieren die water aanvoeren. Bij jullie brengt bijvoorbeeld de Rijn veel smeltwater uit de Alpen binnen. Dat wordt opgeslagen in het IJsselmeer, een gigantisch reservoir dat wij niet hebben.”
Dus?
“Is Vlaanderen verder met wetgeving die zorgt dat burgers, bedrijven en overheden zoveel mogelijk regenwater vasthouden. Bij jullie is dit allemaal wat meer vrijblijvend. Zo zijn Vlamingen verplicht om bij iedere nieuwbouw of grondige verbouwing van hun woning een regenwaterput te plaatsen. Het water uit die put gemiddeld 10.000 liter is bedoeld voor toilet, wasmachine en tuin. De overloop wordt geïnfiltreerd in de bodem. Voldoet het regenwaterverhaal niet aan de eisen, dan krijg je simpelweg geen bouwvergunning. Een andere wet verplicht mensen om bij nieuw en verbouw of de aanleg van een gescheiden stelsel in de straat het regenwater af te koppelen en het afvalwater apart te lozen in de riolering. Ook publieke instanties moeten een bijdrage leveren. Bij infrastructurele en bouwprojecten gelden allerlei eisen voor opvang, buffering en infiltratie, om uiteindelijk te komen tot geheel waterneutrale projecten. Overigens zijn er nog wel stappen te zetten op het gebied van handhaving. Vlario helpt gemeenten bij de controle en opvolging van de keuringen, maar we zien dat dit nog niet overal is ingeburgerd. Dit blijft een werkpunt.”
In juni waren er verkiezingen. Gaat de nieuwe regering door met dit type wetgeving?
“De maatregelen die ik net noemde, zijn onderdeel van de zogeheten Blue Deal: het plan dat de Vlaamse regering in zomer van 2020 lanceerde in de strijd tegen waterschaarste en droogte. Het bevat meer dan 70 acties en 400 projecten op het vlak van minder verharding, meer vernatting en maximaal circulair watergebruik. De Blue Deal was een eenmalig programma van de huidige minister van Omgeving, maar het is wettelijk verankerd dat de volgende regering ermee verdergaat. Die kan het budget wijzigen, maar het plan niet overboord gooien. Daar ben ik erg blij om.”
Ziet u op tegen de nieuwe Europese richtlijn die bepaalt dat er meer nutriënten en microverontreinigingen moeten worden verwijderd uit stedelijk afvalwater?
“Deze richtlijn is een logische uitwerking van de Europese Green Deal, goed voor natuur en gezondheid, maar vraagt natuurlijk wel wat van rioolbeheerders en rioolwaterzuiveraars in de lidstaten. Het gaat om forse investeringen om de vierde zuiveringstap te realiseren. Ook moeten we serieus gaan nadenken over innovaties om energie en grondstoffen terug te winnen.”
De Nederlandse waterschappen maken zich zorgen over de stijgende kosten. In de wandelgangen gaan verhalen over 1 miljard euro per waterschap. Weliswaar uitgesmeerd over een lange periode, maar toch.
“Dat snap ik. Het helpt wel dat de richtlijn een producentenaansprakelijkheid in het leven roept. De farmaceutische en cosmetische industrie moeten straks 80 procent van de kosten dragen van de verwijdering van microverontreiniging. Hoe zij dit onderling verdelen, zal ongetwijfeld een hoop discussie losmaken,>
maar het wordt in ieder geval mogelijk om de kosten deels op hen te verhalen. Daarmee krijgt het principe ‘de vervuiler betaalt’ voor het eerst echt invulling.”
U bent voorzitter van EWA, de European Water Association. Wat wilt u bereiken in die functie?
“Dat EWA gesprekspartner en klankbord voor Europa is en blijft als het gaat om wet en regelgeving rond stedelijk afvalwater. En dat de leden onderling kennis en goede praktijken uitwisselen. Grosso modo zijn de uitdagingen in alle lidstaten hetzelfde, maar sommige landen lopen voor op andere. Nederland is kampioen inzameling en zuivering, daarna volgen andere noordelijke landen, maar het zuiden hergebruikt bijvoorbeeld al veel meer gezuiverd effluent. In Malta zit men rond de 60 procent effluentgebruik, in Cyprus zelfs op 90 procent. We kunnen dus veel van elkaar leren.”
Deltacommissaris Co Verdaas zei in H2O over waterschaarste: “Stel dat Duitsland meer regenwater gaat vasthouden, gaat dat dan ten koste van ‘onze’ hoeveelheid?
Het is een overstijgend belang om het water netjes te verdelen.” Hoe kijkt u naar zulke grensoverschrijdende verdelingskwesties?
“Nederland en België hebben al een verdrag dat inhoudt dat Vlaanderen jaarlijks 2.500 miljoen kubieke meter water laat doorgaan via de kanalen en rivieren. Los van of wij te veel of te weinig water hebben; dat moet altijd. Maar ik kan me inderdaad voorstellen dat er nieuwe, aanvullende internationale afspraken nodig en mogelijk zijn voor de toekomstige periodes van droogte.”
Is de noodzaak van de mindshift al voldoende doorgedrongen bij de gemiddelde Vlaming?
“Door de wettelijke maatregelen wordt men met de neus op de feiten gedrukt. Daarnaast hebben wij een online tool ontwikkeld, groenblauwpeil.be, waar mensen kunnen zien hoe ze hun eigen huis of perceel kunnen aanpassen. De
WENDY FRANCKEN (1979) studeerde Handelswetenschappen aan Hogeschool PXL in Hasselt. Daarna ging zij aan de slag bij Vlario als projectcoördinator. Sinds 2004 is zij er directeur. In mei 2023 werd zij benoemd tot voorzitter van de European Water Association, waarbij vanuit Nederland Stichting RIONED is aangesloten. Francken zit ook in het bestuur van BIWA, het Belgische lid van de International Water Association.
blauwe score laat zien hoe je regenwater nuttig kunt gebruiken en de groene score hoe je de biodiversiteit en luchtkwaliteit in de tuin kunt verbeteren. Met deze tool kunnen mensen ook uitrekenen wat de optimale grootte van hun regenwaterput is. Maar natuurlijk zijn we er nog niet. Het is ons werk om te blijven vertellen dat het anders moet, dat drassige weilanden niet zeggen dat de diepere bodemlagen verzadigd zijn, dat we geen grondwater meer moeten oppompen voor drinkwater maar naar alternatieve bronnen moeten zoeken. 60 procent van het drinkwatergebruik vindt plaats in woningen, door particulieren. Als we dit
vervangen door regenwater en gezuiverd afvalwater, dan hoeft er jaarlijks 150 miljoen kubieke meter water minder te worden opgepompt en opgeschaald tot drinkwater. De regenwaterputten zijn een goede eerste stap. Kijk maar naar het verschil in drinkwaterverbruik tussen Vlaanderen en Nederland: 89 tegenover 130 liter per persoon per dag.”
U klinkt alsof u vertrouwen heeft in een goede afloop.
“Zeker. Onze voorzitter, hoogleraar Patrick Willems van de KU Leuven, heeft uitgerekend dat Vlaanderen voldoende gewapend is tegen klimaatverandering als we erin slagen om 10 procent van het water vast te houden dat op dit ogenblik tijdens natte periodes naar de zee loopt. Dat kunnen we bereiken met een combinatie van maatregelen: de helft van het regenwater dat nu naar de riolering loopt infiltreren in de bodem, zorgen dat burgers 50 procent van het regenwater in de eigen tuin infiltreren, dat zij regenwater gebruiken voor iedere toepassing waarvoor dat kan, dat de drainage van landbouwgronden naar waterlopen met 20 procent afneemt en dat het bedrijfsleven de helft van z’n water hergebruikt. Bij een verdergaande klimaatverandering kan het vereiste percentage oplopen tot 20 procent, maar laat ons eens beginnen bij 10 procent. Dat moet toch haalbaar zijn?
De boodschap van Vlario is dat burgers, bedrijven en overheden geen individueel recht hebben om regenwater af te voeren naar de riolering, maar een collectieve verantwoordelijkheid om het zoveel mogelijk vast te houden. Het geeft voldoening dat onze inspanningen hun vruchten beginnen af te werpen. Al is het met kleine stapjes, we gaan vooruit.”•
‘Waterbewust bouwen, een land als Denemarken doet dat erg goed’
Mobiel meet- en bemonsteringsysteem voor afvalwater onderzoek
Hans van Duivendijk promoveert op 89-jarige leeftijd
‘HET IS VOORAL DE UITDAGING’
Hij is de oudste promovendus ooit een de TU Delft. Hans van Duivendijk. Hij promoveerde in juni op 89-jarige leeftijd aan de universiteit waar hij 66 jaar eerder afstudeerde. In de tussenliggende jaren werkte hij in de wijde wereld van het water. Wat hem dreef? “De uitdaging. Nieuwsgierigheid. Problemen willen oplossen.”
“Je moet toch wat met je tijd”, dacht Hans van Duivendijk toen hij op zijn 75e met pensioen ging. Eerst deed hij onderzoek naar zijn familiegeschiedenis van drie eeuwen scheepswerfdynastie op de Zeeuwse en ZuidHollandse eilanden. Hij publiceerde daarover in ‘Het liefst eigen baas. Vervolgens wijdde hij zich aan ‘Fighting against the current’. Met dit onderzoek werd hij de oudste promovendus ooit aan de TU Delft waar hij in 1952 zijn eerste colleges volgde. Maar het begon allemaal in 1948, met de bioscoopfilm Tycoon. “Ik was veertien en zag hoe hoofdrolspeler John Wayne de opdracht kreeg om in de Andes een brug te bouwen, tunnel aan te leggen. Van alles ging mis, maar ik wist: dit wil ik ook!” Met zijn diploma HBSB en een renteloos voorschot op zak toog hij vanuit Zierikzee, op SchouwenDuiveland, naar Delft voor
een studie weg en waterbouwkunde. Omdat de afstand naar het ouderlijk huis te groot was, logeerde hij tijdens de weekeinden bij familieleden in de buurt. In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 verbleef hij in Den Haag. Ook daar bulderde de storm. “We vroegen ons af hoe het in Zeeland zou zijn. Maar omdat de hele communicatie platlag, hoorden we pas dagen later wat er was gebeurd. Dat bijvoorbeeld bijna heel SchouwenDuiveland onder water stond, ook ons vroegere woonhuis. Gelukkig waren mijn ouders kort daarvoor verhuisd naar Terneuzen, dat nauwelijks was getroffen. Ik wilde meehelpen, vroeg en kreeg daarvoor toestemming van mijn docenten. De ramp werd een goede aanleiding om praktijkervaring op te doen.”
Emigrantenschepen
Hij werkte mee aan de sluiting van
de Schelphoek aan de zuidkant van SchouwenDuiveland (de lastigste klus, omdat het gat in de dijk in de maanden na de ramp steeds groter werd), later aan het dichten van het Dijkwater, een zeearm van de Grevelingen (een soort slufter). Na zijn kandidaats volgden stages bij het bouwen van een waterkrachtcentrale in het Oostenrijkse Salzburg en in de bush bij Quebec. “Het waren de jaren ’50. Op volle emigrantenschepen staken we de oceaan over naar Canada, moesten hutten delen met anderen. Tijdens de terugreis, toen de lading gelukzoekers was afgeleverd, hadden we alle ruimte.”
Na afstuderen en militaire dienst, had het voor de hand gelegen om bij Rijkswaterstaat mee te werken aan het Deltaplan. Maar omdat het buitenland lokte, koos hij voor Haskoning, een van de grote drie ingenieursbureaus uit die tijd, die ook buitenlands werk deden.
TEKST BARBARA SCHILPEROORT
Hans van Duivendijk heeft zijn doctoraatsbul
HMatrassen van palmbladeren
Nieuwkomers moesten er eerst verplicht meewerken aan binnenlandse projecten. Maar eindelijk mocht hij beginnen aan een groot project in Nigeria. Pas getrouwd vertrok hij voor 4 jaren naar het Afrikaanse land waar later ook beide zonen geboren zouden worden. Meer buitenlandse projecten volgden. Zoals het dichten van een doorbraak in een lagune, in Ghana.
En een soortgelijk project in Bangladesh. “We maakten ‘matrassen’ van een mengsel van palmbladeren en riet. Aan de onder en bovenkant plaatsten we roosters van bamboe die we met touw aan elkaar bonden. Het geheel verzwaarden we met zakken klei. We werkten in de winter, omdat lokale boeren dan weinig te doen hadden, konden meehelpen om zo nog wat bij te verdienen. Bovendien zijn de getijdenverschillen minder groot dan ‘s zomers.”
Van het een kwam het ander. Voor congressen, werkbezoeken, projecten reisde hij meermaals af naar Qatar, Israël, Egypte, Jemen, de binnenlanden van Birma. “‘Als je toch die kant op gaat, neem dan eens een kijkje daar en daar. Zo ging dat. Zo’n 3 maanden per jaar was ik onderweg. Ons gezin bleef thuis, vanwege de school van de kinderen, die soms klaagden dat ze mij zo weinig zagen.”
Het werken aan de waterkrachtprojecten in Oostenrijk en Canada en zijn stages na de stormramp hebben de carrière van Van Duivendijk enorm beïnvloed. “Al in Zeeland kreeg ik belangstelling voor het gebruikmaken van zogeheten ‘primitieve’ middelen bij het maken van afsluitingen.
Promotieonderzoek en boek
Ingenieursbureaus waren geïnteresseerd in die aanpak. Zo kregen wij onze kans om daarmee verder ervaring op te doen, van ontwerp tot en met uitvoering. Het werd een persoonlijke specialiteit.” Aan de TU Delft viel hij op een gegeven moment in als docent voor colleges over onder meer waterkrachttechniek. Tot zijn 75e. Toen ging hij toch echt met pensioen.
Het liefst eigen baas “Ja, dan moet je toch wat”, grapt hij. “Eindelijk kreeg ik tijd voor mijn familiegeschiedenis. Ik ontdekte zo’n 35 werven die allerlei schepen en scheepjes bouwden: van schouwen voor boeren tot binnenvaartschepen, vissersschepen en zeeschepen. In de loop der tijd werkten er ruim 140 ‘Duivendijks’, mannen en jongens. Ook vrouwen, die als weduwe het bedrijf voortzetten en vaak betere bedrijfsvoerders waren dan hun overleden echtgenoten. Een van hen, Lena Vermeer, inspireerde Herman de Man tot het schrijven van zijn boek ‘Scheepswerf de Kroonprinces’.”
Voor zijn onderzoek dook Van Duivendijk in oude archieven, raadpleegde nota
‘Ja, dan moet je toch wat’
riële akten, bevolkingsregisters, burgerlijke standen, onderhield contacten met de ‘Landelijke Vereniging tot het Behoud van het Historische Bedrijfsvaartuig’. Zelfstandigheid, groot vakmanschap en groot doorzettingsvermogen typeren de scheepsbouwers Van Duijvendijk. Vandaar de titel van zijn boek ‘Het liefst eigen baas’. Uitgegeven in eigen beheer dat spreekt vanzelf.
Fighting against the current Werkervaringen in Ghana en Bangladesh dienden als basis voor zijn promotieonderzoek. Hij zocht ook uit hoe wij in Nederland vroeger gaten in dijken dichtten. En hoe andere landen dat deden. ‘Fighting against the current’ geeft een historisch overzicht van dijkreparatie tussen 1200 en 1900 en hoe deze relatief eenvoudige methoden in ontwikkelingslanden nog steeds worden toegepast. “’By input of human energy’ zou ik er nu aan willen toevoegen. Vanwege het onderscheid met onze huidige Nederlandse aanpak: door energie uit fossiele brandstoffen en techniek te gebruiken.” Van zijn 14 pensioenjaren besteedde hij er ruim 10 aan beide onderzoeken. Nee, er wacht geen nieuw groot project. “Eerst maar eens opruimen.” Wat hem zijn hele werkzame leven lang dreef? “De uitdaging”, antwoordt hij na enig nadenken, “nieuwsgierigheid. Problemen willen oplossen.” Zoals de held van de veertienjarige Hans van Duivendijk in Tycoon.
Meer informatie over ‘Het liefst eigen baas’ is te vinden op de website van Hans van Duivendijk: www.vanduivendijk.nl. ‘Fighting against the current’ staat op de website van TU Delft.
Hans van Duivendijk
•REKO statische, vibrerende en drukgevoede zeefbochten
•REKO inwendig en uitwendig gevoede trommelzeven
• REKO hydrocycloonsystemen
• REKO asloze transportschroeven
• REKO schroefpersen en ontwateringspersen
• REKO schroefseparatoren
•60 jaar ervaring in de meest uiteenlopende toepassingen en industrieën. Duizenden referenties w ereldwijd.
•Ontworpen en vervaardigd in Nederland. Een ruim assortiment standaardapparatuur maar ook custom made oplossingen. Testapparatuur is beschikbaar voor proefnemingen op locatie bij de klant.
Chemiebedrijf 3M is een terugkerende naam in de problemen rond de Kaderrichtlijn Water (KRW). Ooit het boegbeeld van innovatieve producten, maar inmiddels is het bedrijf vooral verbonden met narigheid. Door de emissies van het wonderproduct PFAS uit hun fabriek in Antwerpen is de Westerschelde zo vervuild dat we geen vis meer kunnen eten. Tegelijk moet de grond rondom de productielocatie gesaneerd en loopt hierdoor de aanleg van de Antwerpse rondweg jaren vertraging op en kost inmiddels vele miljarden euro meer.
Naast directe vervuiling hebben ze ook indirect een negatieve bijdrage op de waterkwaliteit. 3M is de producent van ’Postit’ sticky notes: de bekende gele plakbriefjes. Wekelijks heb ik sessies over waterkwaliteit waar ‘we in groepjes uit elkaar gaan en allemaal individueel gedachtes op gele briefjes rond thema X opschrijven, op een flipover plakken en terugkoppelen’. Dit voorjaar plakte ik mijn 10.000ste gele briefje. 30 jaar lang, 40 werkweken per week, 2 keer per week, 45 briefjes per sessie. Reken maar uit.
Conclusie na 30 jaar: gele briefjes zijn verworden van middel tot doel en illustratief voor de KRW. Veel inventariseren en rapporteren, (te) weinig actie. Ooit een nuttig instrument om met specialisten snel de belangrijkste aspecten in beeld te krijgen en te prioriteren, inmiddels gedevalueerd tot een luie tijdsvulling van workshops en bestuurlijke bijeenkomsten.
In sessies over waterkwaliteit plakt iedereen braaf zijn bekende visie op thema’s als bestrijdingsmiddelen, vergrijzing waterkwaliteit, nitraat, medicijnresten,
PFAS en opkomende stoffen waarna de altijd opgewekte ingehuurde dagvoorzitter concludeert dat we met elkaar een inspirerende, vruchtbare middag hebben gehad. De ambitie om met de resultaten echt iets te doen lijkt in al die jaren steeds minder geworden, ook omdat we weten dat een stapje extra tot lastige keuzes en problemen leidt. Tegenwoordig eindigen de sessies dan ook zonder conclusies of vervolg. Het moet wel leuk blijven.
Zowel PFAS als de gele briefjes zijn illustratief voor de KRW. De bedoeling van de KRW is het verbeteren van de waterkwaliteit. Het opnemen en normeren van probleemstofgroep nummer 1 (PFAS) is dan ook volstrekt logisch. Toch willen Nederland en Europa hier pas in 2039 (met uitloop tot 2051) echte deadlines voor afspreken.
Parallel laten de gele briefjes sessies zien dat we de problemen en de oplossingen vaak prima in beeld hebben. We vinden het alleen lastig om hier echt wat mee te doen: chemische stoffen serieus toetsen vóór toelating, lozingsvergunningen bezien en herzien, ambitieuze implementatie van de richtlijn stedelijk afvalwater, et cetera. Echt doorpakken lukt ons slecht.
Zonder
enige (zelf opgelegde) dwang gebeurt er niks
Behoedzaam opereren en realisme in doelstellingen zijn natuurlijk altijd verstandig, maar realisme is óók het besef dat we zonder scherpe en juridisch afdwingbare regels en doelen niet in beweging komen. We hebben een stok achter de deur nodig om het goede te doen. We zijn net mensen. 3M stopt inmiddels versneld met de productie van PFAS. Dat was niet spontaan. Zonder enige (zelf opgelegde) dwang gebeurt er niks. Dat geef ik je op een briefje.
Harrie Timmer is geohydroloog
Molle
In Overijssels moerasgebied is de strijd tegen plaagplanten een militaire operatie
Jarno Rijk verwijdert met de harkboot planten van de bodem en dumpt deze op de oever
PMet een onderwaterhark schrapen we alle planten van de bodem. Zie het als een antibioticakuur, die is ook drastisch’ ‘
De uitroeiing van ongewenste woekerende waterplanten in een
Overijssel moerasgebied heeft alles van een militaire operatie. Er zijn stafkaarten waarop de vijand nauwkeurig staat aangegeven, er is een aanvalsplan en de strijd moet in een paar jaar zijn gewonnen, met hulp van forse Europese steun. TEKST EN BEELD | WIM EIKELBOOM
Libellen vliegen als minidrones langs de rietkraag. De oevers zijn bedekt met moerasvarens. Het is een plek waar elk moment een otter kan opduiken. De uitgestrekte laagveenmoerassen van De Wieden en Weerribben tussen Zwartsluis en Giethoorn vormen een prachtig palet van cultuurnatuur.
Eeuwenlang stond dit gebied in het teken van turfwinning. In de natte veengrond die achterbleef vestigden zich boeren, binnenvissers en riettelers. Tegenwoordig worden deze ambachten nog altijd beoefend in De WiedenWeerribben. Natuurbescherming en watersport zijn er bijgekomen. Het moeras heeft nu de status van Nationaal Park. Albert Flier stuurt behendig het stalen motorbootje van waterschap WDODelta door de watergangen van de Wieden.
Flier is bij het waterschap verantwoordelijk voor de bestrijding van invasieve exoten. Vandaag laat hij samen met collega Bart Rosenboom de aanpak zien in dit grootste aaneengesloten laagveengebied van NoordwestEuropa. Die aanpak is anders dan anders, omdat dankzij flink wat Europese subsidie een grondige operatie op touw is gezet tegen twee gevreesde exotische waterplanten die van nature niet in Nederland thuishoren: ongelijkbladig vederkruid en waterwaaier, ook wel cabomba genoemd. “Dat zijn geliefde aquariumplanten uit Amerika. Eenmaal in open water is er geen houden meer aan. Dan groeit
met name het vederkruid als een dolle”, zegt Flier.
Op een kaart van Nationaal Park WeerribbenWieden staan alle plekken gemarkeerd waar de invasieve plaagplanten zijn gesignaleerd. Hoe feller de bolletjes van kleur, hoe hoger de besmettingsgraad, legt Rosenboom uit. Hij is medeverantwoordelijk voor de bestrijding van de ongewenste waterplant. “We hebben ook inzichtelijk gemaakt in particuliere havens en wateren het vederkruid woekert. Vorig jaar hebben we in Wanneperveen zo’n particuliere haven schoongemaakt, omdat het uit de hand dreigde te lopen.”
Krabbenscheer
Exotische waterplanten vormen op verschillende manieren een bedreiging voor de waardevolle moerasnatuurgebieden van de WiedenWeerribben in de Kop van Overijssel, vertelt Rosalie Martens, boswachter ecologie bij Natuurmonumenten. “Exotische waterplanten hebben als kenmerk dat ze heel hard groeien en dat ze oorspronkelijke waterplanten die hier thuishoren, overwoekeren. Op verschillende plekken zien we krabbenscheer, fonteinkruid en kranswieren verdwijnen. Daarnaast vormt ongelijkbladig vederkruid een dikke deken onder het wateroppervlak, waardoor de zuurstof afneemt. De planten belemmeren de lichtval in het water en dat is nadelig voor het dierenleven.”
Ook de pleziervaart heeft hinder van de overdadige plantengroei.>
Op verschillende plekken zien we krabbenscheer, fonteinkruid en kranswieren verdwijnen’
De WiedenWeerribben is een populair gebied onder watersporters met jachten, zeilboten, kleine motorbootjes en kano’s. Met name voor die laatste twee is het ongelijkbladig vederkruid een bezoeking. Watergangen zijn plaatselijk zo dicht gegroeid dat er geen doorkomen aan is. Bovendien lopen scheepsschroeven vast in de planten, zegt Flier. Even later levert hij zelf het bewijs, als een klont waterplanten de buitenboordmotor laat pruttelen. Flier zet de boot stil en trekt de planten los. “Wat veel mensen doen is achteruit gas geven en daarna weer doorvaren. Ze hebben niet door dat je daarmee de verspreiding van deze waterplant in de hand werkt. Want dan blijven er stukjes achter in de buitenboordmotor die op andere plekken achter blijven en verder groeien.”
Het ongelijkbladig vederkruid is volgens Rosenboom op twee manieren in de WiedenWeerribben terechtgekomen.
“We zien dat de eerste haarden ontstaan op plekken waar mensen wonen. Dus die zijn via leeg gekieperde aquariums in het water beland. Daarnaast vermoeden we dat watersporters uit andere delen van Nederland resten van deze waterplant hebben meegenomen met hun vaartuigen. In de Loosdrechtse plassen en Vechtplassen zijn vederkruid en cabomba al langer een plaag.”
In het uitgestrekte laagveenmoeras van De Wieden wisselen broekbosjes, hooilanden en rietvelden elkaar af. Aan weerszijden van de hoofdvaarweg zijn smalle doorgangen voor kleine bootjes en kano’s. Bijna alle waterwegen zijn toegankelijk. Dat werkt mede de verspreiding van de ongewenste waterplanten in de hand.
Het tij keert
Maar het tij keert, dankzij een stevige Europese subsidie. Provincie Overijssel, WDODelta, gemeente Steenwijkerland, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hebben de handen ineengeslagen om de bestrijding van de exotische waterplanten de komende 5 jaar zeer grondig ter hand te nemen. Vanuit Euro
pa is 4,3 miljoen euro op tafel gelegd en de overheden leggen daar samen zo’n 3 miljoen euro bij.
Van dat bedrag zijn twee vaartuigen bezig om met speciaal materieel waterplanten met wortel en al te verwijderen. Dat gebeurt met grof geschut, erkent Rosenboom. “Met een onderwaterhark schrapen we alle planten van de bodem. Zie het als een antibioticakuur, die is ook drastisch. Dan gaan er behalve ongewenste bacteriën ook gezonde en goede bacteriën dood. Bij een schoonmaakbeurt van een watergang gebeurt dat ook. Maar we zien daarna vrij snel herstel van waterplanten optreden die we graag zien.”
In de oorlog tegen de plaagplanten in De WiedenWeerribben wordt ook een bewustwordingscampagne gevoerd voor het publiek. Onder de slogan ‘Exoten uit de sloten’ roepen de waterbeheerders en overheden iedereen op om ervoor te zorgen dat de ongewenste waterplanten zich niet verder verspreiden. Flier: “We vragen watersporters om hun schroeven van hun motoren goed schoon te maken voordat ze te water gaan of als ze uit het water komen. We roepen mensen om hun geen aquariumplanten te dumpen in de natuur en we hebben een meldpunt voor invasieve exoten.”
Experiment
Even later passeert het waterschapsbootje een petgat dat helemaal is volgegroeid met exotische waterplanten. Bij wijze van experiment wordt hier niets gedaan, vertelt boswachter Martens. “We hebben deze plek afgesloten en we gaan nu volgen water gebeurt met deze plek. Hoe ontwikkelt zich de waterkwaliteit en wat is het moment dat verlanding inzet door de overvloed aan waterplanten.”
Dat exoten inheemse planten overwoekeren, zag Martens in de Mastenbroekerkolk. “Zes jaar geleden was dat een prachtplek met krabbenscheer, witte waterlelies en gele plomp. Die zijn compleet verdwenen als gevolg van het vederkruid. Als de krabbenscheer ver
dwijnt, verdwijnt ook de groene glazenmaker, een prachtige libel.”
Verderop roert een werkschuit door de bodem van een watergang tussen het riet. Het water klotst alle kanten op en kleurt grijszwart door de modder. Schipper Jarno Rijk pakt het grondig aan. Hij vaart vier keer heen en weer op hetzelfde traject. De opgeviste planten dumpt hij op de oever. Daar verteert het als organisch materiaal en kan het geen kwaad meer.
De inzet van twee harkboten waarmee alle waterplanten van de bodem worden geschraapt is een eerste stap in de strijd tegen de plaagplanten. De vaartuigen beschikken ook over een veegmes, een soort schoffel over de bodem. “We doen twee rondes: in de zomer en in de herfst. Daarnaast gaan we aan de slag om met handgereedschap plukjes waterplanten die achterblijven te verwijderen.”
Waternavel
Het is de vraag of het lukt om de plaagplanten compleet uit te roeien. Flier en Rosenboom geloven daar in elk geval wel in. “Wij zijn heel gemotiveerd om De WiedenWeerribben volledig vrij te maken van exoten. Dat verdient de natuur in dit fraaie Nationaal Park. Als we het handmatig kunnen bijhouden, is de finish in zicht.” Natuurmonumentenboswachter Martens is er nog niet van overtuigd dat het er zo zonnig uitziet. “Ik vrees dat we er nooit meer vanaf komen. We gaan het in elk geval beheersbaar maken.”
Wat het spannend maakt is dat aan de randen van De WiedenWeerribben alweer een nieuwe exotische waterplant de kop opsteekt: de grote waternavel. “Die is met name in Drenthe zeer wijd verspreid”, zegt Flier. “Bij een stuw in het Meppelerdiep ligt een plak waternavel. Als die ons gebied bereikt, zijn de rapen gaar. Ook de kaapse waterlelie is gemeld in Giethoorn. En er is parelvederkruid ontdekt in Wanneperveen. We zullen er alles aan doen om te zorgen dat deze exoten geen kans krijgen in dit prachtige moerasgebied.”•
DUIZENDKNOOP
LANGS RIVIEREN: VECHTEN TEGEN DE BIERKAAI
Langs de grote rivieren is de Japanse duizendknoop een groeiend probleem. Met name de oevers van de Maas zijn zo zwaar besmet met deze exotische woekerplant, dat bestrijding ervan vechten tegen de bierkaai is.
“Het is echt heel extreem en vrij hopeloos”, verzucht boswachter Jeroen Hurkmans van Natuurmonumenten in Limburg. Hij is verantwoordelijk voor de bestrijding van exoten in de natuurgebieden van zijn organisatie in MiddenLimburg. Hurkmans doelt met name op de Japanse duizendknoop, die kilometers oevers bedekt van de Grensmaas tussen Maastricht en Maasbracht.
“Met elk hoogwater komen er wortelstokken en stengels mee van uit Frankrijk en België. Die komen terecht tussen de stortstenen in de steile oevers en kunnen daar naar hartenlust groeien.” De groeiplekken op steile oevertaluds tussen grove stenen maakt de bestrijding vrijwel onmogelijk. “Er is bijna niet bij te komen met machines.”
Bevers
In de natuurgebieden van Natuurmonumenten in de Grensmaas kiest Hurkmans voor een gerichte aanpak op zandbanken. De rest laat hij zitten. “Met vrijwilligers uit dorpen houden we zandbanken schoon van duizendknoop. We steken bij Meers en Nathoven de jonge scheuten uit met een giek of met een graafmachinetje. Zo houden we het behapbaar.”
Bevers lusten ook duizendknoop, maar hun knaagwerk zet geen zoden aan de dijk. “Hier en daar zien we kleine kaalslag in de duizendknoop met dank aan bevers. Het is geen doen om deze invasieve plant onder controle te houden.”
Ook bij Rijkswaterstaat baart de duizendknoop de meeste zorgen van alle invasieve exoten. “Relatief
veel aandacht, tijd en geld gaat naar de Aziatische duizendknopen”, laat een woordvoerster weten. “Uit waterkerende dijken verwijderen we altijd de duizendknoop, vanwege mogelijke erosie in het winterhalfjaar. Rijkswaterstaat gebruikt hierbij nooit gif.”
Schoffelen
Langs de Waal, IJssel en Nederrijn zijn de concentraties duizendknopen relatief gering. Daar is het mogelijk de woekerplanten gericht op te ruimen. “We hebben op diverse plekken langs de Rijntakken successen geboekt met de aanpak van Japanse duizendknoop door deze om de paar weken weg te schoffelen, waardoor de plant uitput. Hiervoor is een lange adem nodig, maar het is wel effectief. In de Rosandepolder langs de Nederrijn hebben we enkele grotere complexen met Japanse duizendknoop. Met name langs de Maas in Zuid-Limburg is deze exoot een probleem.”
Volgens Rijkswaterstaat gedijt de duizendknoop extra goed door opwarming als gevolg van veranderend klimaat. Een aanpak voor het bestrijden van de duizendknoop langs de Maas is er niet. Daarom kiest Rijkswaterstaat voor beheersing. “Er zijn exoten die zo algemeen en weid verspreid zijn, dat bestrijding tegen redelijke kosten niet mogelijk is. Dan is beheersing de beste optie. Daarmee voorkomen we verdere verspreiding en schade aan vaarwegen, sluizen en gemalen.”
Voor de aanpak ligt de bal bij de provincies, vindt Rijkswaterstaat. “Zij hebben als bevoegd gezag in natuurbeheer wettelijk de taak plannen voor bestrijding en beheersing in het eigen gebied op te stellen. Zij voeren regie. Actie is ook nodig van andere organisaties zoals waterschappen, natuurterreinbeheerders en gemeenten. Rijkswaterstaat is niet dwingend gehouden aan de regionale plannen.”
Rosalie Martens
Bart Rosenboom (l) en Albert Flier
Procesverbetering is als een trapezeact. Je hebt een betrouwbare partner nodig die op het juiste moment helpt.
Net zoals atleten vertrouwen op hun teamgenoten, weten wij dat samenwerking met onze klanten hetzelfde niveau van ondersteuning en betrouwbaarheid biedt op het gebied van productieproductiviteit. Samen kunnen we uitdagingen overwinnen en een gezamenlijk doel bereiken; processen optimaliseren met het oog op economische efficiëntie, veiligheid en milieubescherming. Laten we samen verbeteren.
Wil je meer weten? www.nl.endress.com
IN THE PICTURE
Als ik iets leuk vind, dan kan ik het ook!’
Mert Kösedag (23), junior projectmanager
WIE
Al was hij als kind was hij dol op water, speelde ermee en erin, zwom graag, in eerste instantie bereidde Mert Kösedag zich voor op een loopbaan in de retail. Hij volgde mavo en mbo, verdiende als scholier bij als vakkenvuller bij Jumbo en koesterde ambities om teamleider te worden. Zijn leidinggevende zag wel wat in hem en bood hem aan een opleiding te volgen tot filiaalmanager. Jumbo zou alles betalen. Maar gaandeweg ging hij twijfelen: “Lag mijn toekomst wel in de supermarktbranche?”
Hij besloot om zich breed op iets anders te oriënteren. Op een gegeven moment ontdekte hij de opleiding watermanagement aan de
‘Meedoen aan waterschapsverkiezing, wie weet…’
Hogeschool Rotterdam, maar herkende zich niet in het profiel en schrok terug voor vakken als natuurkunde en wiskunde B. Toch besloot hij om open dagen te bezoeken en vroeg zijn vader met hem mee te gaan. “Hij is een wijs man, ik vertrouw op zijn oordeel. ‘Zoon, dat moet je zeker gaan doen’, zei hij op een gegeven moment. En ik besloot me aan te melden. Want als ik iets leuk vind, dan kan ik het ook.”
WAAR
Bij de Maeslantkering, die raakt aan het onderwerp van zijn afstudeeronderzoek.
“Dit laatste onderdeel van de Deltawerken heeft een sluitfrequentie van eens per 18 jaar. Bij een zeespiegelstijging van één meter loopt dit op tot víjf sluitingen per jáár. Wanneer de Maeslantkering dicht gaat, blijft het buitendijks gebied grotendeels droog. Maar veel activiteiten in de Rotterdamse haven komen dan stil te liggen. Met alle nadelige gevolgen van dien, voor economie en imago van de haven. Ik onderzocht wat de effecten zijn op het buitendijks gebied, de buitendijkse natuur én de Rotterdamse haven. Afwegingen die een rol moeten spelen bij een besluit over de waterveiligheid in de regio RijnmondDrechtsteden. Hoogst actueel, want in 2026 staat de herijking van het
Deltaprogramma gepland.”
“Na mijn afstuderen kwam ik dienst bij BWZ Ingenieurs, waar ik eerder stage liep. Toch kies ik nu voor To Interface waar ik op de Maasvlakte ga meewerken aan de bouw van de grootste waterstoffabriek van Europa.”
(TOEKOMST)DROOM
“Ik droom van een huis buitenaf, aan het water, met een hond en een eigen paard. Om dat te realiseren moet ik hard werken. Maar daarvan krijg ik juist energie. Ik wil iets ondernémen, ook door me inzetten als belangenbehartiger voor andere mensen. Een paar jaar geleden ben ik benaderd om mee te doen aan de waterschapsverkiezingen. Dat kwam te vroeg. Maar wie weet…”•
‘To Interface’
Locatie: Maeslantkering
TEKST BARBARA SCHILPEROORT
NEREDA GAAT MOBIEL: WATER OP MAAT
PRODUCEREN
“De droogte biedt kansen voor waterhergebruik”, opent Andreas Giesen, directeur watertechnologie en leading professional bij Royal HaskoningDHV, het gesprek. “In Nederland zijn we in de situatie terechtgekomen waarin waterhergebruik belangrijker wordt. Door klimaatverandering en bevolkingsgroei krijgen we steeds meer met verdroging te maken. Onze wetgeving wordt nu zo gedraaid dat de industrie minder toegang tot drinkwater krijgt. Er komt meer noodzaak om water te hergebruiken. Gelukkig bestaan geschikte technieken hiervoor al heel erg lang.”
De Neredatechnologie werd in de jaren negentig door TU Delft in samenwerking met STOWA en diverse Nederlandse waterschappen ontwikkeld. Uniek vanwege de bezinking van de gevormde biomassa. Conventionele systemen gebruiken vlokkig slib voor het zuiveren van rioolwater. Het bezinken van deze vlokken vraagt tijd en ruimte in een speciale nabezinktank. Nereda zuivert met compacte korrels (aërobe bacteriën) het rioolwater in dezelfde tank
waar zowel het zuiveringsproces als de bezinking plaatsvindt. Korrels die sneller bezinken. Hierdoor kan een grote verscheidenheid aan biologische processen tegelijkertijd plaatsvinden, zoals nitrificatie, denitrificatie en biologische fosfaatverwijdering.
Agglomerate korreltjes
“Dat is de grote doorbraak van Nereda”, zegt Giessen. “Biologische afvalwaterzuiveringen maken gebruik van bacteriën die het water schoonmaken. Deze aërobe bacteriën moeten afgescheiden worden van het gezuiverde water. Nereda zorgt ervoor dat diezelfde bacteriën automatisch agglomerate korreltjes vormen. Die korreltjes zijn een stuk zwaarder. Bij het afscheiden, bezinken ze snel. Zo kunnen we veel meer bacteriën in de reactor houden.” Een groot voordeel hiervan is dat de Neredareactor een stuk compacter is, waardoor de footprint klein blijft. Nereda heeft slechts een kwart van de oppervlakte van een conventionele actief slib installatie nodig. Daarmee is het goedkoper en, belangrijker, verbruikt het zeker 30 tot 50 procent minder energie, zegt Giesen. “Het is een
onetankconcept. Als bonus merkten we naderhand ook dat de stoffen die de korrels vormen, terug te winnen zijn als een biopolymeer. Kortom: er zijn grote milieuvoordelen.”
De NVPP, die in 2022 de Vernufteling Award won, is inzetbaar op plaatsen waar afvalwaterinfrastructuur en de vraag naar aanvullende beschikbaarheid van zoetwater samenkomen. De NVPP is modulair en transportabel. Dit maakt de techniek geschikt op locaties waar de watervraag tijdelijk is of permanent. Voor de komende twee jaar draait de eerste NVPPinstallatie op de rwzi in Weert bij WBL. “Alle infrastructuur en vergunningen zijn daar aanwezig. Later kunnen we de installatie ergens anders gebruiken. Bijvoorbeeld in gebieden waar er vraag is vanuit de agrarische sector of bij een specifieke industrie”, zegt Giesen.
Water op maat
De NVPP biedt de mogelijkheid om ‘water op maat’ te produceren. Afhankelijk van de behoefte levert de installatie een hoeveelheid tot 500 kuub per dag, goed voor het verbruik van circa 2.700 tot 3.000 personen. Ook bestaat
Nde mogelijkheid om verschillende waterkwaliteiten aan te leveren. In landbouwgebieden met een rioolsysteem in de buurt is het mogelijk om de NVPP aan te sluiten. Aldaar is het afvalwater op te werken naar de gewenste kwaliteit. “Denk aan een boer die graag stikstof en fosfaat in zijn water wil voor het beregenen van zijn land. We kunnen deze meststoffen in het gezuiverde water laten zitten”, zegt Giesen. Vorig jaar verkocht Royal HaskoningDHV zijn 100ste Nereda installatie wereldwijd. Ondertussen loopt de teller gestaag door, zegt Bert Bakker, Nereda sales manager bij Royal HaskoningDHV. “Momenteel zitten we op 121 projecten in 25 landen in 6 continenten. Het is echt begonnen als een Nederlands innovatie. Verdygo is een gestandaardiseerde ontwerp en bouwtechniek. Het Verdygoconcept is inmiddels al door
Het
‘Concept is modulair en transportabel’
Op de rioolwaterzuivering in Weert van Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) wordt deze maand de eerste afvalwaterzuivering Nereda Verdygo Package Plant (NVPP) opgeleverd. De NVPP, een coproductie van Royal HaskoningDHV, SBE Eijsden en WBL, is de mobiele versie van de Nereda techniek. Wat zijn de ambities met deze mobiele afvalwaterzuivering? TEKST RENS NIJHOLT
vijf andere Nederlandse waterschappen (WBL, Vallei en Veluwe, HDSR, WRIJ en Rijnland) omarmd. Binnen deze samenwerking wordt kennis uitgewisseld op het gebied van doorontwikkeling, beheer en onderhoud en de werking van verschillende Verdygounits. Meerdere andere waterschappen hebben inmiddels aangegeven interesse te hebben in deze samenwerking.”
De verkoop ambities van het ingenieursbureau met de NVPP zijn in Nederland helder, zegt Bakker. “Hier positioneren we het NVPPconcept als oplossing om in tijden van droogte afvalwater op de plek waar nodig beschikbaar te maken voor hergebruik. We hebben met name van 2018 tot 2021 een aantal verschrikkelijk droge jaren gehad. Dit jaar is het weer een belachelijk nat jaar, maar volgend jaar kan het weer een heel droog jaar zijn.”
Anders dan bij andere installaties die Royal HaskoningDHV bouwt, wil het van de NVPP maximaal twee verschillende versies maken. “De NVPP is design one, build many. Dat is de gedachte achter het concept. Anders wordt het te duur en kan het niet uit. Het is echt een offtheshelf oplossing.”
Ontvangstcentrum
Waar in Nederland de positionering duidelijk is, kan dit, afhankelijk van de vraag, in het buitenland variëren, zegt Bakker. “Recentelijk ontvingen wij veel belangstelling van Aquafin uit België. Zij hebben veel meer installaties in stedelijke gebieden staan. Daar is hergebruik misschien niet een verplichting, waardoor het concept verandert. Wij ontwikkelen voor een bepaald land een oplossing die voldoet aan de behoefte. Die oplossing wordt voor daar gestandaardiseerd. Duitsland is bijvoorbeeld voor ons ook een potentiële afzetmarkt.” Bakker heeft hooggespannen verwachtingen van de NVPP. “Dat merk ik nu al aan de hoeveelheid vragen die binnenkomen. De mobiele installatie is een uniek concept.” Geïnteresseerde partijen kunnen een rondleiding aanvragen bij de rwzi Weert. Hoewel het ingenieursbureau eerst de installatie in Nederland goed wil beproeven, durft Bakker al vooruit te kijken. “Het is niet ondenkbaar dat de NVPP’s, net zoals de Neredainstallaties, in de toekomst elders op de wereld komen te staan.”•
Andreas Giesen
Bert Bakker
De Nereda Verdygo Pacjage Plant op het terrein van rwzi in Weert
OHENGELO TEKST BERT WESTENBRINK | FOTOGRAFIE MARCEL MOLLE
Koningin Maxima opende 11 september de nieuwe membraanfabriek van NX Filtration in Hengelo. Ze deed dat samen met Erik Roesink, oprichter en chief technology officer van de producent van holle vezel nanofiltratiemembranen. De koningin kreeg een rondleiding door ‘de stateoftheartfabriek’ en maakte zo kennis met de ‘slimme rietjes met coating’, de innovatieve en unieke zuiveringsmethode waarmee NX Filtration de wereldmarkt wil veroveren.
De opening is een mijlpaal, schrijft het beursgenoteerde bedrijf dat als missie heeft om ‘innovatieve oplossingen voor waterzuivering wereldwijd toegankelijk te maken’. Het waarmaken van de ambities gaat met vallen en opstaan. Vorig jaar realiseerde het bedrijf een tegenvallende omzet, maar in de eerste helft van dit jaar zat de groei er weer in met de verwachting van een verdubbeling van de omzet dit jaar.
De technologie met de holle vezel nanofiltratiemembranen verwijdert micropolluenten (inclusief geneesmiddelen, medicijnen, PFAS en insecticiden), kleur en selectieve zouten, maar ook bacteriën, virussen en nanoplastics uit vervuild water.
Belangrijk kenmerk van de technologie is dat water in één stap wordt behandeld. Behalve een zeef of zandfiltratie is er geen verdere voorbehandeling nodig, aldus de producent.
Daarmee vervalt de noodzaak om flocculanten en coagulanten te gebruiken in de voorbehandeling en dat leidt tot een lage chemische reinigingsfrequentie, schrijft NX Filtration. De membranen zijn bovendien energiezuinig, waardoor de CO2voetafdruk kleiner is dan bij conventionele technologieën zoals omgekeerde osmose.
De nieuwe fabriek, waarvan het dak vol ligt met 1.350 zonnepanelen, heeft een productiecapaciteit van 50.000 membraanmodules per jaar met de mogelijkheid om deze uit te breiden tot 120.000. De membranen worden in een gepatenteerd ‘laagvoorlaag proces’ geproduceerd, waarna ze in de modules worden geplaatst.
Deze productie van membranen en modules is voor buitenstaanders verboden terrein. Dat geldt niet voor het eerste deel van de fabriek waar water wordt behandeld dat nodig is voor het productieproces. Vooralsnog is dat water uit het Twentekanaal en ook grondwater, een inname die in de regio tot kritische reacties leidt. Derde bron wordt het eigen afvalwater, dat na zuivering opnieuw gebruikt gaat worden in het productieproces en een belangrijke bijdrage moet gaan leveren aan het verkleinen van de waterfootprint.
NX Filtration ontwikkelt in eigen beheer het behandelingsproces van het water. Het concept is modulair opgezet, zodat het mee kan groeien als de productie opschaalt, vertelt projectmanager Robin ter Maat. De ‘waterfabriek’, die voor de productie ROwater moet leveren van respectievelijk 20, 55 en 78 graden, is volgehangen met sensoren om de zuivering precies te kunnen volgen en om het proces verder te optimaliseren. Dan gaat het om zaken als efficiënt gebruik van energie, terugwinnen van grondstoffen en vasthouden van warmte in het hele proces, waarbij de fabriek warmte en koude uitwisselt met een naburig datacenter.
Houd je kennisontwikkeling op peil
VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL!
JOUW
PERSOONLIJK LEIDERSCHAP VOOR TECHNICI
10, 11 oktober en 14, 15 november 2024
A. van Lint (Firma Mens)
BINNENSTEDELIJKE KADEMUREN
13, 20 en 27 november 2024
dr. ir. Alfred Roubos (Port of Rotterdam)
GEOHYDROLOGIE VAN WATERKERINGEN
14, 21 en 28 november 2024
drs. Bas Berbee (Fugro)
MODERN RIVIERBEHEER
19, 20, 26 en 27 november 2024
ir. Hermjan Barneveld (HKV lijn in water)
ZETTINGSVLOEIING
21 en 22 november 2024
dr. ir. Richard de Jager (Boskalis)
KADERRICHTLIJN WATER (KRW) IN EEN NOTENDOP
28 november 2024
Lianne Slagter MSc (Witteveen+Bos)
ONTWERPEN EN BEOORDELEN VAN WATERBOUWKUNDIGE KUNSTWERKEN
18, 19, 25 en 26 maart 2025
dr. ir. Hessel Voortman (Hessel Voortman Engineering Consultancy)
INSCHRIJVEN OF RESERVEREN?
Ga naar www.paotm.nl of scan de code:
Wie je ook zoekt voor je vacature, ze kunnen overal zitten. Daarom bereik je op Watervacatures.nl kandidaten in álle windrichtingen van de watersector. Want wij verspreiden je advertentie niet alleen via de site en de vacaturebank van H2O en KNW, maar ook via onze nieuwsbrieven, de app, het magazine, sociale media en beurzen. Zodat je iedereen een stuk makkelijker bereikt: degenen die hard op zoek zijn en degenen die misschien geïnteresseerd zijn maar het nog niet weten.
• Je topvacature zichtbaar op de homepage.
• Je vacature tevens zichtbaar op elke afzonderlijke vacaturepagina.
• Tweewekelijks in de H2O-KNW=nieuwsbrief.
• Ook zichtbaar o.a. in app en op sociale media.
Wil je je vacature nu plaatsen of meer weten over het bereik van Watervacatures.nl? Bel of e-mail Tamara Bos op 0612065758 of info@watervacatures.nl
www.watervacatures.nl
COLUMN PHEBE KLOOS
Meten is weten, voelen is begrijpen
Het water duwde tegen m’n kuiten en de kou liet mijn huid tintelen. Toen ik vooroverboog om waterwezens te determineren, gleed mijn verrekijker van mijn nek en plonsde zo de sprengenbeek in. Als ik mijn collega hierover vertel om een irritatie over verzekeringsgedoe in te leiden, verzucht hij: “Het is zo fijn om in de beek te staan. Helaas ben ik daarvoor te duur.” Ik schrik. Hoezo te duur? Hij stelt zo’n veldbezoek niet te kunnen verantwoorden vanuit zijn ‘kantoorfunctie’. Het ‘buiten spelen’ voelt als ‘spijbelen’. We verschillen hierin van mening, maar ik begrijp hem wel.
In onze westerse cultuur zit, met dank aan Descartes (‘I think, therefore I am’), een diepgewortelde scheiding tussen lichaam en geest. We zijn gesteld op een rationele manier van kennisvergaring. Via instrumenten die we overal door het stroomgebied in de grond prikken en in de beek hangen, zetten we computers vol met cijfers. Onder het alom omarmde credo ‘meten = weten’ monitoren we nauwkeurig het grondwaterniveau en de hoeveelheid imidacloprid per liter. Op kantoor analyseren we de binnengehengelde data waarmee we beleidsvoorstellen onderbouwen en in flitsende PowerPoint dia’s presenteren. Om de kennis te absorberen kan de bestuurder kiezen tussen tal van wandschermen en tablets.
Tegenover deze hoofdelijke methodiek staat lichamelijke kennis, opgedaan door bijvoorbeeld in de beek te staan. Deze manier van kennisvergaring noem je ook wel ‘embodied knowledge’ – belichaamde kennis. Kennis die niet enkel via je geest wordt geregistreerd, maar ook via je zintuigelijke lichaam.
Van de beek waarin ik stond weet ik nog steeds de stroomrichting, omdat ik het water tegen mijn kuiten voelde duwen. Door het gestuntel om mijn voeten op te liften, noteerde ik een drassige ondergrond. Via teen naar dij voelde ik hoe diep het water was van oever tot centrum. Ik rook dat het weiland ernaast zojuist bemest was en mijn plotselinge hooikoortsaanval verried een stel elzen.
Belichaamde kennis als deze bevat data die lastig expliciet te maken zijn – want ja, hoe kan ik je nu uitleggen hoe koud het water was? Het is subjectief, anekdotisch of zelfs metaforisch. Tegelijkertijd is het wel kennis die ik zo met je kan delen, omdat het in mijn lichaam is opgeslagen. Had ik de stroomrichting via een getekend pijltje op een kaart gelezen, kon ik het niet meer reproduceren.
We herkennen het verschil tussen objectieve rationele kennis en sensitieve subjectieve kennis. Het is opmerkelijk dat we daarbij die laatste in hiërarchie lager waarderen. En onnodig. Onze lichamen organiseren ons weten, voelen en zijn. Alle kennis ontstaat ‘daar waar het vlees van ons lichaam het plaveisel van de wereld ontmoet’ stelt socioloog Michael Carolan (in MorethanRepresentational Knowledge/s of the Countryside: How We Think as Bodies, 2008). Carolan beweert
Onze lichamen organiseren ons weten, voelen en zijn
dat het negeren van belichaamde kennis van bijvoorbeeld een beek of dijk in een besluitvormingsproces, betekent dat je de belangrijkste bron van begrip uit de data snijdt.
‘Buiten spelen’ brengt juist kennis voort. In de beek en op de dijk, begrijpt je lichaam én geest deze en plaatst ze in context. In plaats van grip over de beek en de dijk, ontwikkel je begrip met de dijk en de beek. En omdat ons lichaam het meet én dataopslagcentrum ineen is, is het ook nog eens goedkoop. Behalve als je verrekijker in het water valt.
Phebe Kloos is antropoloog, met als specialisme mens-water relaties
Reverse osmose, digital twin, algoritmen, augmented reality, artificial intelligence
OASEN OMARMT DE TOEKOMST
BIJ DRINKWATERPRODUCTIE
TEKST BERT WESTENBRINK | BEELD ISTOCK
O
Het systeem moet in 2028 maximaal zelfsturend zijn met een overall view voor de beheerder
Hoe maak je als drinkwaterbedrijf ook in de toekomst onberispelijk drinkwater? Het is zo langzamerhand een ingewikkelde puzzel. Oasen zoekt oplossingen in het project Kamerik Lighthouse. Met toepassingen als reverse osmose, predictive maintenance, digital twin en augmented reality omarmt het drinkwaterbedrijf daarbij de toekomst. Het doel: een centraal realtime operationeel beheer van de gehele distributie en productie in 2028.
Aan de rand van NieuwLekkerland, dorp aan de Lek, staat de nieuwe waterzuivering van drinkwaterbedrijf Oasen. Het modern vormgegeven gebouw geeft onderdak aan het zuiveringssysteem reverse osmosis waarmee Oasen een belangrijke stap wil zetten in modernisering van de drinkwaterbehandeling.
Het nieuwe zuiveringsstation dat werd gebouwd op de locatie van de oude zuivering De Put, werd vorig jaar geopend. Een markant moment in de ontwikkeling die het drinkwaterbedrijf doormaakt: in NieuwLekkerland staat het eerste zuiveringsstation in Nederland dat volledig op basis van membraanfiltratie drinkwater produceert. Een omslag die is gemaakt onder leiding van Walter van der Meer, de directeur die eerder dit jaar afscheid heeft genomen van het drinkwaterbedrijf. Hij introduceerde One Step Reverse Osmose (OSRO) als behandelingsmethode en hervormde het bedrijf tot een procesgerichte organisatie.
Daarmee is de basis gelegd voor de transformatie die Oasen – 800.000 klanten, 45 miljoen kuub water per jaar, een leidingnet van 4.300 kilometer, 7 zuiveringsstations en 7 pompstations – wil doormaken om ook in de toekomst onberispelijk drinkwater te kunnen maken. Dat is voor drinkwaterbedrijven een ingewikkelde puzzel, want niet alleen worden bronnen steeds vuiler door >
‘Slimme watermeters bij de mensen thuis luisteren ook het leidingnet in’
(nieuwe) verontreinigende stoffen, ze hebben ook te maken met de toenemende vraag naar drinkwater en steeds strengere waterkwaliteitsnormen. Maar ook met krapte op de arbeidsmarkt, cybersecurity en duurzame opgaves om emissies (CO2) en energieverbruik te reduceren en efficiënt te produceren om operationele kosten zo laag mogelijk te houden.
OSRO-concept
Eén ding is zeker: conventionele waterbehandelingsprocessen voldoen op den duur niet meer om drinkwater te maken als drinkwaterbronnen almaar vuiler worden. En waar drinkwaterbedrijven inzetten op intensivering van zuiveringsstappen, kiest Oasen als eerste daarnaast ook voor het OSROconcept, bestaande uit rivieroeverfiltratie en omgekeerde osmose. Het is de combinatie van een natuurlijke en goedkope voorbehandeling van oevergrondwater uit de Lek en het geavanceerde zuiveringssysteem reverse osmose.
Deze OSRObehandeling verwijdert bijna 99,9 procent van de deeltjes, pathogenen, virussen en organische microverontreinigingen, evenals de overgrote meerderheid van de voedingsstoffen, en voldoet daarmee na remineralisatie aan de eisen voor de chloorvrije levering van drinkwater met een hoge biostabiliteit, schrijft Van der Meer met anderen in een wetenschappelijke publicatie uit 2020.
Maar omgekeerde osmose heeft ook zijn schaduwkanten: er ontstaat een flinke reststroom met hoge concentraties verontreinigingen ongeveer 20 procent van behandelde water.
Bovendien vraagt het ROproces veel energie omdat water onder verhoogde druk door de membranen wordt gepompt. Daar staat tegenover dat de CO2uitstoot lager is dan conventionele zuivering vanwege het beperkte gebruik van grondstoffen.
Rondleiding
Oasen zoekt in NieuwLekkerland naar
oplossingen. In de productiehal van de waterzuivering wordt het opgepompte oevergrondwater anaeroob gezuiverd in een reverse osmoseinstallatie, gevolgd door een nabehandeling die bestaat uit ionenwisseling, calcietfiltratie en beluchting. Locatiemanager Aart Romeijn geeft aan een klein gezelschap een rondleiding en doet het proces uit de doeken. Het inkijkje leert dat er nog altijd sprake is van finetuning van het zuiveringssysteem, waarvan het hele proces wordt gemonitord met sensoren. Het levert een datastroom op die in Scada wordt omgezet en gevisualiseerd. Zo heeft Romeijn in zijn kantoor op beeldschermen realtime zicht op het hele proces.
Op zijn PC’s kleuren vakjes in het processchema rood, wat duidt op haperingen. Die hebben doorgaans geen impact op de drinkwatervoorziening, maar de locatiemanager weet meteen de oorzaak en waarde van het getoonde rood; het is opgebouwde kennis gedurende de opstart van het systeem. Met die wetenschap bepaalt hij of en hoe hij ingrijpt in het volledig geautomatiseerde productieproces van drinkwater. Zo is hij een belangrijke factor met geïsoleerde kennis bij één man. En dat is niet waar Oasen naartoe wil: het systeem moet maximaal zelfsturend zijn met een overall view voor de beheerder.
Oasen leert van de lessen in NieuwLekkerland voor het vervolg in Kamerik. Daar wil het drinkwaterbedrijf op productielocatie De Hooge Boom de volgende stappen zetten naar een zelfsturende zuivering, het uiteindelijke doel dat ook een naam heeft: Kamerik Lighthouse.
Oasen trekt in het vernieuwingsproces op met Schneider Electric, wereldwijd actief in industriële technologie, met specialisatie in energiemanagement en automatisering. Voor Oasen trekt assetmanager Nino Marino de kar. Hij is de bedenker van de strategie voor zowel de informatie als de operationele technologie bij Oasen. Hij omarmt daarbij nieuwe ontwikkelingen als IoT, AI en
digital twins om distributie en productie te optimaliseren.
Witte raaf
Het maakt hem tot witte raaf. Op congressen in binnen en buitenland (Londen, San Sebastian, Manchester, Parijs) wordt hij gevraagd om uit te leggen waarom het lekverlies (Non Revenue Water NRW) bij Oasen zo laag is (4,7 procent). Zijn toehoorders, gewend aan NRWpercentages tot 50 procent (!), luisteren nauwgezet als hij vertelt over het gebruik van algoritmen, digital twin en ook slimme watermeters om lekken in het waterleidingennet tijdig te detecteren. Oasen voert pilots uit met slimme watermeters bij de klanten thuis. De meters versturen automatisch de waterstanden en helpen bij het sneller opsporen van een lekkage in de woning. “Maar”, zegt Marino, “de meters luisteren ook het net in”. “Ze detecteren een lek tot zo’n 150 meter in het leidingnet. Dat is natuurlijk goud. Vorig jaar ben ik gestart met een project in Leimuiden en dat is een succes. Als je een hele woonwijk inricht met slimme watermeters met een druksensor kun je lekken in het leidingnet heel snel vinden. Nu doen we een test met huizen langs de rivier, die staan natuurlijk op veel grotere afstand van elkaar. We kunnen, denk ik, met deze technologie het lekverlies verder terugbrengen naar 3,7 procent. En het idee is om dit concept met sensoren ook te gaan toepassen in de productie van drinkwater.”
Optimale procesbeheersing
In Kamerik moet het gebeuren, daar ontstaat het productiebedrijf van de toekomst (Lighthouse) met OSRO en een optimale procesbeheersing. In de uitleg wordt gesproken over ‘energy optimization’,‘predictive maintenance’, ‘digital twin’ en ‘augmented reality’, maar verdere invulling wordt uitgewerkt op basis van de ervaringen in de distributie, de geleerde lessen in NieuwLekkerland en interviews met medewerkers van
OASEN OMARMT DE TOEKOMST BIJ DRINKWATERPRODUCTIE
Oasen en stakeholders, van allerlei disciplines. “We gaan in die interviews vragen: wat zijn nou voor jou de belangrijkste problemen, je grootste zorgen die we in Kamerik moeten oplossen. En vervolgens vragen we ook: wat zijn jouw belangrijkste visies die in Kamerik tot uiting moeten komen. Zo kom je tot een lijst met misschien wel tien punten. En uiteindelijk moeten we de belangrijkste problemen en beste oplossingen die er zijn, aan elkaar gaan koppelen. Dat is het proces”, legt Michel van Veen, hoofd digital transformation van Schneider Electric, uit.
Als het aan Marino ligt wordt dat proces in een jaar afgerond (‘je moet ambitie hebben’), waarna de volgende stappen worden gezet in Kamerik conform de ‘roadmap voor vernieuwen’ die Marino heeft opgesteld. Dat ontwikkelingsplan heeft als uiteindelijk doel een centraal realtime operationeel beheer van de gehele distributie en productie van Oasen in 2028.•
NIET ALLEEN EEN KWESTIE
VAN TECHNIEK
Schneider Electric en Oasen werken samen op basis van raamovereenkomst, vertelt Stefan Buurman, solution architect water & waste water van het Franse concern: “Binnen Schneider praten we over EcoStruxure architectuur, een structuur die alle lagen verbindt, van hardware tot software.” De samenwerking tussen Oasen en Schneider betreft in het project met Oasen drie stromen, blijkt uit de schets van Buurman: “Er stroomt water, er stroomt elektriciteit en er stromen data. Schneider kan daar integraal naar kijken en verbinden.” Zo werkt het bedrijf - thuis in water, elektriciteit en data – aan ‘een transparant en betrouwbaar systeem’, dat ‘bijdraagt aan een duurzame waterinfrastructuur’. En dat mondt uit in een Unifed Operations Center, een centrale regiekamer waarin alle informatie samenkomt en de basis vormt voor een realtime operationeel prestatiebeheer. Maar in algemene zin is een transitie niet alleen een kwestie van techniek, het menselijke aspect speelt ook een rol, zegt Michel van Veen van Schneider Electric. Dan gaat het volgens hem om vragen als: Is er binnen het bedrijf overeenstemming over
de noodzaak? Steunen de belangrijke mensen in de organisatie het initiatief? Heeft de verandering prioriteit? Werken afdelingen samen en zijn investeringen op elkaar afgestemd? Is er genoeg daadkracht?
In veel organisaties loopt het op dit vlak spaak, aldus Van Veen. Om een transitie succesvol te maken is een eenduidige doelstelling noodzaak, zegt hij. “Er zijn veel technologieën om alle problemen aan te pakken, maar in de praktijk is er een gat tussen wat mogelijk is en wat er gebeurt. En dat gat wordt alleen maar groter. Het lukt veel bedrijven gewoon niet om bij te blijven. Ze verdrinken er ook in, want welke technologieën passen nou het beste om de problemen op te lossen?”
Nino Marino noemt bij Oasen als voorbeeld augmented reality, een toepassing die nieuwe medewerkers meteen wegwijst maakt in het zuiveringsproces, een toepassing om nieuwkomers snel kennis bij te brengen. Hij wil er in Kamerik mee aan de slag. “Zodat je op je tablet door het hele proces kunt lopen. Dat hebben we 5 jaar geleden al eens gedaan, maar nu is de techniek veel verder en de directie vraagt er ook om. En dat heb je nodig, dit soort toepassingen moet vraag gedreven zijn vanuit de verantwoordelijke mensen in het bedrijf.”
Aart Romeijn
Nino Marino
Stefan Buurman
Michel van Veen
Actueel !
Harbers over impuls waterkwaliteit:
‘Verbetering gaat niet hard genoeg’
De waterkwaliteit gaat vooruit, maar het tempo ligt te laag. Het is dan ook erg spannend of de huidige aanpak voldoende is om in 2027 aan de KRW te kunnen voldoen. Dat schrijft Mark Harbers in zijn laatste brief over waterkwaliteit als demissionair minister aan de Tweede Kamer. Het is mede afhankelijk van de inzet van het nieuwe kabinet of de doelen worden gehaald, aldus de bewindsman. “Met name op het vlak van de aanpak van nutriënten en stoffen.”
Onderzoek: tal van ecosystemen zeer kwetsbaar voor verergeren droogte
Naarmate perioden van droogte extremer worden door de klimaatverandering, neemt de schade aan ecosystemen onevenredig toe. Dat concludeert Qi Chen in haar promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden. Aan de hand van satellietbeelden keek ze naar de afname van het bladoppervlak in 21 soorten Europese ecosystemen tijdens de zeer grote droogte in 2018. Geïrrigeerde landbouwgrond is volgens het onderzoek het meest kwetsbaar voor ernstigere droogtes die ook langer zullen aanhouden. Daarentegen zijn gemengde bossen het meest veerkrachtig.
Wat betekenen klimaatkantelpunten voor drinkwater?
Klimaatscenario’s zijn belangrijk voor waterbedrijven die zich willen voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Vanwege de lange levensduur van infrastructuur en lange doorlooptijden van ontwerp en aanleg is ver vooruitkijken noodzakelijk. Niet alle mogelijke ontwikkelingen van het klimaat zijn echter opgenomen in veelgebruikte klimaatscenario’s. Voorbeelden hiervan zijn klimaatkantelpunten. Een mogelijke ineenstorting van de Atlantische Meridionale Overkiepende Circulatie (AMOC) voegt een nieuwe klasse klimaatscenario’s toe. Voor Europa kan dit aanzienlijke gevolgen hebben over een periode van mogelijk slechts enkele tientallen jaren. Monitoring van vroege waarschuwingssignalen is essentieel, evenals het vergroten van de flexibiliteit van de drinkwatervoorziening.
Geschreven door Peter van Thienen, Herbert ter Maat en Sija Stofberg (KWR Water Research Institute)
Minder
drukschommelingen met modelgebaseerde regeltechniek
Drukschommelingen in waterleidingen kunnen onder meer leiden tot leidingbreuk. Om deze schommelingen te beperken, heeft Best Works (inmiddels Witteveen+Bos) samen met Brabant Water een modelgebaseerde distributieregeling ontwikkeld. De regeling brengt niet alleen drukschommelingen terug tot een lager niveau, maar heeft ook andere voordelen, zoals een lager energieverbruik.
Geschreven door Jørgen Best, Gilian van Lenthe (Witteveen+Bos)
Vakartikel
Gebruik bioassays om genotoxische activiteit te meten in alternatieve bronnen
De watersector voorziet grote uitdagingen in waterbeschikbaarheid. Het benutten van alternatieve bronnen en waterhergebruik zijn hiervoor mogelijke oplossingen, maar de kwaliteit van het water moet goed worden onderzocht. De waterkwaliteit van alternatieve bronnen en de effectiviteit van waterzuiveringsprocessen kunnen worden onderzocht met bioassays. Dit onderzoek biedt handvatten voor de keuze van bioassays voor het meten van genotoxische activiteit binnen waterkwaliteitsmonitoring van alternatieve bronnen en hergebruikstoepassing. Deze bioassays kunnen worden ingezet bij het nemen van beslissingen op het gebied van alternatieve bronnen en waterhergebruikstoepassingen.
Geschreven door Astrid Reus (KWR), Corine Houtman (Het Waterlaboratorium, Vrije Universiteit Amsterdam), Raymond Pieters (Hogeschool Utrecht), Giel Hendriks (Toxys), Jochen Kuckelkorn (Umweltbundesamt)
Hergebruiksmogelijkheden water beoordelen met bioassays
De watersector kent grote uitdagingen door waterschaarste. Het benutten van alternatieve waterbronnen en waterhergebruik zijn mogelijke oplossingen voor waterschaarste. Dit kan echter gezondheidsrisico’s met zich meebrengen omdat vervuilende stoffen en ziekteverwekkers kunnen rondgaan en/of ophopen in (gedeeltelijk) gesloten waterketens. Bioassays kunnen inzicht geven in eventuele gevaren van vervuilende stoffen voor gezondheid en milieu. Ze kunnen worden toegepast voor de beoordeling van waterbronnen en om de effectiviteit van waterzuiveringsprocessen te onderzoeken. Hierdoor kunnen ze een rol spelen bij het nemen van beslissingen op dit gebied.
Geschreven door Astrid Reus (KWR), Roberta Hofman-Caris (KWR, Hogeschool Utrecht, Wageningen University & Research), Ron van der Oost (Waternet), Evelyn De Meyer (De Watergroep), Maaike Hoekstra (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Actueel !
KLIMAP: ‘Bodem onder gebiedsprocessen gelegd’
Het project KLIMaatAdaptatie in de Praktijk is afgerond. KLIMAP heeft in een periode van viereneenhalf jaar instrumenten ontwikkeld om te werken aan het klimaatadaptief inrichten van hooggelegen zandgronden voor landbouw en natuur. “Met KLIMAP hebben we de basis onder de gebiedsgerichte processen gelegd”, zegt Myrjam de Graaf, senior onderzoeker bij Wageningen University en projectleider van KLIMAP.
Vakartikel
Vakartikel
Snel inzicht in ecologische waterkwaliteit met diatomeeën
Diatomeeën zijn een diverse groep microorganismen die in aangroeisel van water en oeverplanten in alle watertypen voorkomen. Ze bieden snel inzicht in de ecologische waterkwaliteit, vanwege hun gevoeligheid voor veranderingen in het milieu. Diatomeeën kunnen als indicator dienen voor factoren als zoutgehalte, zuurgraad, organische belasting en toxische stoffen. Recente ontwikkelingen in DNAtechnologie maken snellere en goedkopere identificatie mogelijk, waardoor diatomeeën een waardevol instrument blijven voor waterkwaliteitsbeheerders en gebruikers. Hun toepassing biedt inzicht in zowel actuele als historische watercondities en helpt bij effectief reageren op milieuveranderingen.
Geschreven door Jako van der Wal (AQUON), Joep de Koning (Hoogheemraadschap van Delfland) en Herman van Dam (adviseur Water en Natuur)
Een tuinder heeft bekend verantwoordelijk te zijn voor een omvangrijke lozing van het al lang verboden middel dichloorvos in het oppervlaktewater in het Westland. Het Hoogheemraadschap van Delfland en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit spoorden de veroorzaker op en maakte proces-verbaal tegen hem op. Delfland vond in december 2023 tijdens een reguliere controle het middel in het oppervlaktewater. Het betrof een forse overschrijding: 6.000 keer de norm.
Onafhankelijkheid van chemische hulpstoffen op de rwzi
Het gebruik van chemicaliën bij het zuiveren van stedelijk afvalwater is noodzakelijk om te voldoen aan de wettelijke taken van het waterschap. Tijdens de schaarste van onder andere ijzerchloride afgelopen jaren bleek dat deze markt erg afhankelijk is van externe variabelen. Daardoor was het voor de waterschappen soms lastig om hun wettelijke taak te vervullen. Op basis van onderzoek van AquaMinerals zijn er vier adviezen uitgebracht aan de Vereniging van Zuiveringsbeheerders (VvZB). Dankzij deze adviezen krijgen de waterschappen een sterkere concurrentiepositie en worden ze minder afhankelijk van de veranderingen op de chemicaliënmarkt.
Geschreven door Joshua de Jong, Olaf van der Kolk (AquaMinerals), Bart Bergmans (Blueprofs), Jeroen Hulsbeek (Columbus Innovation Group), Coert Petri (Waterschap Vallei & Veluwe)
Vakartikel
Vakartikel
Ook in Canada wordt gepionierd met nature-based solutions
In de delta van British Columbia (Canada) worden diverse pilotprojecten rond Naturebased Solutions uitgevoerd. Net als in Nederland spelen natuurorganisaties daarbij een belangrijke initiërende rol. Zij proberen natuurherstel te combineren met waterveiligheid en andere doelen. Ook in Canada werken natuurorganisaties samen met het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen om gezamenlijk kennis te ontwikkelen en te delen en het draagvlak voor NbS te vergroten. Wageningse studenten kregen via het Canadese project ‘Living with Water’ de kans hierin te participeren.
Geschreven door Sanne Valentijn, Max van Gaalen (Wageningen UR), Jantsje van Loon-Steensma (Wageningen UR, Hogeschool Van Hall Larenstein)
Vakartikel
Spelend aan de slag met de watertransitie: serious game Aqua Ludens
Om de watertransitie in Groningen met regionale betrokkenen te ervaren is de serious game Aqua Ludens ontwikkeld. De doelen, het ontwerp en de toepassing ervan zijn samen met stakeholders vormgegeven. De game geeft inzicht in de complexiteit van het watersysteem en de belangen die spelen, vergroot de ervaren noodzaak van andere werkwijzen en versterkt de behoefte aan een gezamenlijke ‘stip op de horizon’ in de watertransitie. Het ontwerpproces en de speelsessies hebben bijgedragen aan het samenbrengen en vergroten van begrip tussen stakeholders in de watertransitie. Het project toont aan hoe serious gaming kan worden ingezet als tool in gebiedsprocessen.
Geschreven door Nicolien van Aalderen, Sija Stofberg, Joep van den Broeke (KWR), André van Toly (Waterbedrijf Groningen) en Boudewijn Dijkstra (NHL Stenden)
Actueel !
Actualisatie
praktijkcodes drinkwater:
Hygiënecode Drinkwater
Eind mei 2024 is een herziene praktijkcode drinkwater vastgesteld en inmiddels beschikbaar. De praktijkcode PCD 1-1 is als volgt:
PCD 1-1 ‘Hygiënecode Drinkwater; Deel 1: Algemeen’ De praktijkcode PCD 1-1 met betrekking tot algemene aspecten voor hygiëne op het gebied van voor de menselijke consumptie bestemd water is ‘verbindend’ van karakter, aangezien die expliciet wordt genoemd in lid 2 van Artikel 21 van het Drinkwaterbesluit.
De tweede editie uit 2020 vormde het uitgangspunt voor de herziening. Door de begeleidende projectgroep is de volledige tekst van die editie doorgenomen en kritisch tegen het licht gehouden. In de nu verschenen derde editie zijn de vigerende Europese en de nationale wet- en regelgeving op het gebied van drinkwater inclusief risicobeoordeling en -beheer van het ‘watervoorzieningssysteem’, en biociden geïmplementeerd evenals de toekomstige Europese systematiek voor de toepassing van materialen en daarop gebaseerde producten in contact met (drink)water als uitwerking van Artikel 11 van de Europese Drinkwaterrichtlijn met inbegrip van een groep ‘middelen’. Voor in de drinkwatersector toegepaste chemicaliën wordt nu verwezen naar de praktijkcode PCD 17.
Hoofdstuk 6 ‘Opleiding’ is beperkt tot een algemene beschrijving. Voor hygiënisch werken in de zuivering en aan de drinkwaterinfrastructuur wordt nu uitsluitend verwezen naar de praktijkcodes PCD 1-3 (bereiding van drinkwater) respectievelijk PCD 1-4 (opslag, transport en distributie). In het kader van opleiding zij de leerdoelen op het gebied van hygiënisch werken (algemeen) van opleidingsinstituut Wateropleidingen toegevoegd. Diverse onderdelen van de bijlage over indicatororganismen zijn bijgesteld.
Drinkwaterbedrijven gebruiken praktijkcodes als handvatten voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. Het Platform Bedrijfsvoering zorgt ervoor dat deze documenten structureel worden geactualiseerd. ‘Praktijkcodes drinkwater’ met de onderliggende documenten zijn in te zien via de website www.PraktijkcodesDrinkwater.nl
Voor meer informatie: Martin Meerkerk van KWR Water Research Institute, (030) 60 69 591
Een nieuw perspectief op hydroinformatica
De drinkwatersector staat voor complexe uitdagingen, zoals waterkwaliteit, beschikbaarheid en toenemende watervraag, die vanwege de complexiteit ervan een integrale benadering vereisen. Dit vraagt om het gebruik van diverse tools uit de hydroinformatica – feitelijk een uitgebreide gereedschapskist waarbij de keuze van het startperspectief sterk het eindresultaat bepaalt. Vanwege dit laatste is het tijd voor een nieuw perspectief op hydroinformatica, waarin, afhankelijk van het doel en de toepassing, de data, de modellen, of het risico als uitgangspunt worden genomen.
Geschreven door Peter van Thienen, Ina Vertommen, Dragan Savić (KWR)
Actueel !
Medewerkers
in laatste bijdrage over splitsing Waternet: ‘Doe het niet’
Lijkt op bestuurlijk niveau de splitsing van de Amsterdamse watercyclusorganisatie Waternet onafwendbaar, de medewerkers blijven zich uitspreken tegen ontvlechting. Bij elk bestuurlijk overleg spreken ze in en waarschuwen ze voor de gevolgen. In het overleg van het algemeen bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht vatte beleidsadviseur Lauri Schippers van Waternet als laatste inspreker alle betogen samen in drie woorden: “Doe het niet.”
Vakartikel
Waterwijzer Natuur: hulpmiddel bij ruimtelijke afwegingen in planning en beheer
De Nederlandse natuur staat onder druk door verdroging, stikstofdepositie en klimaatverandering. Dit dwingt tot anders omgaan met beschikbaar water en ruimte. De Waterwijzer Natuur (WWN) is ontwikkeld om het natuurbehoud en herstel te ondersteunen bij deze complexe ruimtelijke afwegingen. De WWN kan worden ingezet om te bepalen hoe veranderingen in waterbeheer, klimaatverandering en stikstofdepositie doorwerken op de natuur. Aan de hand van twee casussen wordt in dit artikel beschreven hoe de WWN toegepast kan worden.
Geschreven door Sharon Clevers, Jelmer Nijp (KWR), Tom van Steijn (Brabant Water), Rob Ruijtenberg (STOWA), Flip Witte (Flip Witte Ecohydrologie)
Nederland telt nu 18 miljoen inwoners. Gelet op het enorme ruimtegebrek en de verdergaande bevolkingsgroei is het van een zeer hoge urgentie dat de Markerwaard wordt aangelegd, stelt Leo Onderwater in een opiniebijdrage. Maar inpoldering van het Markermeer dient meerdere doelen, zoals verbetering van de ecologie en de waterhuishoudkundige functie van het IJsselmeergebied. “De aanleg van de Markerwadden door Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat is een ecologische miskleun.”
Actueel !
Wetenschappers
wereldwijd erg bezorgd over klimaatverandering
Een grote meerderheid van de wetenschappers van over de hele wereld maakt zich aanzienlijke zorgen over de klimaatverandering. Ook vinden veel wetenschappers dat er fundamentele veranderingen nodig zijn. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit van Amsterdam.
Ecologische Autoriteit: provincies moeten meer aandacht hebben voor waterkwaliteit
De provincies moeten bij het opstellen van gebiedsprogramma’s meer aandacht hebben voor waterkwaliteit. Dat stelt de Ecologische Autoriteit. De belangrijkste maatregelen om tot verbetering van de waterkwaliteit te komen worden ‘mogelijk niet, of niet op tijd genomen’, schrijft de autoriteit in de beoordeling van de Handreiking voor provinciale gebiedsprogramma’s Deze handreiking geldt als leidraad voor provincies bij het opstellen van hun provinciale gebiedsprogramma’s (PPLG’s).
Uitgelicht
Vakartikel
Vakartikel
NGS en NTS: slechts één letter verschil en een veelbelovende combinatie
Twee nieuwe technieken in de moleculaire biologie en analytische chemie zorgen voor grote veranderingen in detectiemogelijkheden: next generation sequencing (NGS) en nontarget screening (NTS). Het zijn twee zeer uiteenlopende technieken die worden ingezet bij het zoeken naar onbekende microorganismen (NGS) of onbekende chemische microverontreinigingen (NTS). In dit artikel wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen en hoe de krachten van deze twee technieken gebundeld kunnen worden.
Geschreven door Nienke Meekel, Aleida Hommes, Michiel Hootsmans, Ton van Leerdam (KWR)
Actueel !
Schieland en de Krimpenerwaard naar
Raad van State vanwege bebouwing Zuidplaspolder
Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gaat in beroep bij de Raad van State tegen het bestemmingsplan ’Middengebied Zuidplaspolder’ van de gemeente Zuidplas. In de Zuidplaspolder moet hét klimaatdorp van Nederland komen. De gemeente wil 8000 woningen en 2 bedrijventerreinen bouwen in de laaggelegen polder. Het hoogheemraadschap vindt dat de waterveiligheid niet genoeg geborgd is.
“Idealiter bevat het bestemmingsplan van een gemeente ook het waterhuishoudkundig plan”, stelt Ietske Roest van Schieland en de Krimpenerwaard. “Dat is nu niet het geval. Daarmee wordt niet voldoende zekerheid gegeven dat de wijk in de Zuidplaspolder ook echt op een toekomstbestendige manier wordt gebouwd, als het gaat om de waterhuishouding.”
(ADVERTORIAL)
Tijdelijke meetcampagnes op effluenten voor rijkelijk inzicht
ELSCOLAB
Da Vincilaan 11 b 6716 WC EDE
Telefoon +31 (0)342 42 60 80 E-main@elscolab.com Web www.elscolab.com
Toezichthouders en handhavers krijgen het in Nederland steeds drukker bij het uitvoeren van metingen en bemonsteren van effluenten en riolen voor de vergunningverlening en handhaving. Regelmatig uitgedaagd om ook op ontoegankelijke spots te meten.
De rQPOD drone brengt de veelzijdige YSI EXO multiparameter probe vlot op de moeilijkst bereikbare spots. Om vervolgens even snel de waterkwaliteit van de volledige waterloop in beeld te brengen. Een simpele, efficiënte en veilige manier voor het vinden van hotspots. Het daar effectief inzetten van tijdelijk gecombineerde metingen om excessen te registreren en trends in beeld te brengen, vergroten de kans op waarneming en sluitende data.
De logger staat hierin centraal: batterij gevoed, wanneer op de meetlocatie geen stroomvoorziening aanwezig is. Zoals bij het monitoren van korte meetcampagnes van effluenten biedt de Ijinus compacte datalogger met radar niveau uitkomst. Combineer hem met overstort, waterkwaliteit, stroomsnelheid of een watersampler. Wanneer langer gemonitord wordt, is het kosteneffectief om te investeren in een 4G optie om online de data te kunnen volgen en instellingen op afstand te wijzigen.
Het toepassen van onbeperkte zonne-energie op de ISCO DuraTracker vermindert het aantal bezoeken aan de locatie aanzienlijk. Wanneer boren niet is toegestaan, kan de Sommer SQ-Radar mobiele unit met flexibele installatiebeugel voor mangaten dienst doen om onderhoudsvrij contactloos niveau, snelheid en debiet te meten.
Hoewel geen enkele Nederlandse kustuitbreiding zijn naam draagt, geldt Waterman als aanjager van 12 plannen die tot stand zijn gebracht. Het meest trots is hij zelf op de Slufterdam op de Maasvlakte, tussen Rotterdam en Westvoorne. Daarvan was hij hoofdontwerper. “Het ontroert me als ik zie hoe de natuur zich hier heeft ontwikkeld. De Slufterdam zou beter Slufterduin moeten heten, want het is een prachtig zandig natuurgebied geworden.”
Op 12 plekken langs onze Noordzeekust zijn de afgelopen 25 jaar relatief kleine ingrepen gedaan die ervoor zorgden dat ons land zeewaarts is gegroeid met strand en duinen, zoals de Van Dixhoorndriehoek met Kapittelduinen. Waterman adviseerde bij de kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen, bij de aanleg van duinen met daaronder een parkeergarage bij Katwijk, de Marina Seaport en een derde haven met strand bij IJmuiden. Ook is Waterman geraadpleegd bij de versterking van de Hondsbossche en Pettemer Zeewering, waarbij de strekdammen en het asfalt verdwenen onder nieuw aangelegde duinen.
De zandmotor voor de ZuidHollandse kust past ook in zijn denken. Hier wordt gesuppleerd zand door golven en stromingen geleidelijk naar andere delen van de
Podcast
Dankzij Ronald Waterman kreeg
Nederland er 3.500 hectare land bij
Je hoort zelden dat ons land de afgelopen halve eeuw zo’n 3.500 hectare groter is geworden dankzij zeewaartse groei. Ronald Waterman (89) heeft daar een grote bijdrage aan geleverd. Met dezelfde gedrevenheid als waarmee Jan Leeghwater polders drooglegde, maakte Waterman onze Noordzeekust weerbaarder met natuurlijke duinontwikkeling en havenuitbreiding.
TEKST WIM EIKELBOOM
kust gevoerd, zodat een steviger fundament ontstaat langs de stranden. Al deze kustwerken leverden 3.500 hectare nieuw Nederland op langs de Noordzeekust.
Vlaamse kustvisie
Het gedachtengoed van Waterman staat aan de basis van de kustvisie van Vlaanderen. Het is een strategisch beleidsplan van de Vlaamse overheid om de kust te beschermen tegen een stijgende zeespiegel.
“Ik ben er trots op dat mijn gedachtengoed hierin volledig tot uitdrukking komt”, zegt Waterman in de H2Opodcast De Toekomst van ons Water.
Waterman is doctor Civiele Techniek en Geowetenschappen en studeerde af in chemische en milieutechnologie. In Nederland was hij adviseur bij tal van overheidsorganisaties en kennisinstituten, waaronder het Waterloopkundig Laboratorium, de Rijksgeologische Dienst, TNO, gemeenten Rotterdam en Den Haag, de Provincie ZuidHolland en Rijkswaterstaat.
In 56 landen gaf hij – vaak op verzoek van de Nederlandse overheid – advies over de toepassing van bouwen met natuur langs kusten en in delta’s en zogeheten aquapunctuur.
Waterman hoopt dit jaar zijn 90e verjaardag te vieren. Maar hij krijgt geen genoeg
van zijn missie om te adviseren over hoogwaterveiligheid en de rol van natuurlijke processen. Inmiddels zijn ‘nature based solutions’ aardig ingeburgerd in het vakgebied van de waterbouw. Dat is mede te danken aan het waterstaatkundige zendingswerk van Waterman.
Wat Waterman kenmerkt is zijn integrale en systematische benadering van watervraagstukken. “Dat is me van huis uit met de paplepel ingegoten. Bovendien ben ik zeer oplossingsgericht.” Ook blinkt hij uit in grondige historische kennis van het landschap. “Goede plannen wortelen altijd in het verleden en wijzen naar de toekomst, is mijn adagium.”
PODCAST ‘DE TOEKOMST VAN ONS WATER’
Beluister het gesprek met Ronald Waterman in de H2O-podcast
De Toekomst van Ons Water
Ronald Waterman
NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM
VOORAF | IWA en EWTW: ideaal voor versterken netwerk
Het tweejaarlijkse IWA World Water Congress & Exhibition werd vorige maand in Canada gehouden. In Toronto om precies te zijn. En zoals elke keer kwamen er ook deze keer een hoop waterprofessionals op af.
Uit de hele wereld, maar vooral uit NoordAmerika, wat gezien de gekozen congreslocatie logisch was. Maar als Nederland waren we ook goed vertegenwoordigd. De drinkwaterbedrijven waren er bijna allemaal samen met Vewin en onderzoeksinstituut KWR. En wij van Water Alliance hosten samen met het NWP de NL Lounge.
En hoewel het een andere opzet heeft als beurzen als IFAT, Weftec en Aquatech is het interessant voor ons om het IWAcongres bij te wonen. Ik heb op de beursvloer veel contacten kunnen leggen en mensen van andere clusters gesproken, wat allemaal bijdraagt aan het versterken van ons netwerk. Zo tekenden wij een MoU met het Deense Water Valley Denmark in het kader van onze samenwerking in het Water4Allprogramma.
Daarnaast hebben we, net zoals vorig jaar op de UN Waterconferentie in New York en op de COP28 in Dubai, een workshop ‘Blueprint for a Circular Water Smart Society’ gegeven. Circulair water in de stedelijke omgeving is een belangrijk thema. Onze Expertgroep Circulair Water trekt er hard aan om Nederland klaar te maken voor circulaire watertoepassingen in de bebouwde omgeving. En waar in ons land vooral het bouwbesluit en wet en regelgeving nog een belemmering zijn voor brede toepassing van beschikbare innovatieve technologieën, zie je dat buiten Nederland en Europa het besef over de noodzaak van circulair water in stedelijke omgeving nog flink moet groeiendaar gaat de aandacht vooral nog uit naar thema’s als riooloverstort en lekverlies. Ook belangrijke thema’s overigens.
Met deze workshop wilden we circulair water in steden
internationaal meer op de kaart zetten. We hadden diverse sprekers, zoals Marette Zwamborn van KWR, Bonita Mathew (Foresight Canada), Tom Arnot (University of Bath, namens Water Europe) en Melissa Lubitz van Hydraloop Inc. die een presentatie gaf over grijswaterrecycling in huis.
En die laatste bijdrage sloot mooi aan bij de eerste installatie die Hydraloop onlangs in Ontario heeft geplaatst. En zoals Hydraloop present was op het congres, gold dat ook voor LG Sonic, specialist in toxische algendetectie en bestrijding. In Canada kan het bedrijf met zijn milieuvriendelijke ultrasone bestrijdingsmethode goed zakendoen, want het land telt vele meren en reservoirs die voor drinkwaterinname worden gebruikt en dus vrij moeten blijven van toxische algen. Van het IWAcongres naar de European Water Technology Week (EWTW) is een kleine stap, want ze lijken in opzet wel wat op elkaar. Op 23 september is het weer zover, dan trapt EWTW 2024 af in De Harmonie in Leeuwarden. En ook EWTW trekt internationale aandacht met de komst van collegaclusters als Cleveland Water Alliance, British Water, PUB Singapore Clean en Water Valley Denmark en vele anderen. En ik kijk ernaar uit! Wetsus zorgt voor de wetenschappelijke bijdrage met zijn congres en vanuit Water Alliance leveren we een belangrijke bijdrage aan het businessdeel van de week. Dat vullen we op verschillende manieren in met op woensdag de finale van de WISAward. Op die dag verzorgt het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Water (CIV Water) ‘s morgens een programma gericht op talentontwikkeling. Ook voor het bedrijfsleven een belangrijk onderwerp. En zo zijn er de hele week interessante thema’s voor het bedrijfsleven op de EWTW in Leeuwarden. Niet in de laatste plaats om bij te praten op de netwerkvloer. Ik hoop je daar te zien!
Hein Molenkamp
Managing Director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl
Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, lobby, netwerken en business development.
Agora 4 | 8934 CJ Leeuwarden | 058-2849044 www.wateralliance.nl
‘Wetgeving moet hergebruik zwart water impuls geven’
Nu klimaatrisico’s groter worden, moet het hergebruik van zwart water een grotere rol spelen in de watertransitie, zeggen Sybrand Metz, technisch directeur van Desah, en Ton Koekkoek, eigenaar van Akanova. Technologisch is er volgens hen geen uitdaging meer. Wat is er nodig om zwart water als waterbron toe te passen? “We lopen vaak tegen ingewikkelde besluitvorming aan”, zegt Metz.
Beide Sneker bedrijven houden zich al jarenlang bezig met circulaire oplossingen voor zwart water. Zo lanceerde Desah onder andere een project in Sneek, waar 207 huishoudens afvalstromen lokaal inzamelen en worden nutriënten teruggewonnen.
Akanova draait onder meer een project in Almere met een decentrale afvalwaterzuivering voor 800 woningen. Water dat herbruikbaar is als zwemwater of als sproeiwater voor de moestuin.
Ondanks deze voorbeelden komen grootschalige vervolgprojecten in Nederland lastig
van de grond. “Het werkt allemaal heel goed”, zegt Koekkoek. “Het zijn geen pilots meer. In Nederland wordt graag gesproken over pilots, maar een pilot optuigen betekent vaak simpelweg uitstel.”
Hoe dat komt? Ingewikkelde besluitvorming, stelt Metz. “Er zijn verschillende partijen die hun zegje moeten doen. De gemeente, het waterschap, drinkwaterbedrijf en de projectontwikkelaar.”
Veel gemeenten zijn volgens Metz heel positief over lokaal water zuiveren en lokaal hergebruik. “Ze zien de voordelen voor bijvoorbeeld de natuur.”
Toch ontstaan er ook vaak discussies over verantwoordelijkheden en financiën, ziet Koekkoek. “Wie betaalt wat en wie is waar verantwoordelijk voor? Ook zijn er verschillende stromingen binnen overheidsinstanties. Een deel wil vernieuwen en een ander deel niet.”
Koekkoek constateert een patroon. “Zestig jaar geleden was een drukriolering ook
iets nieuws en was men huiverig. Nu zweert iedereen erbij. Maar er heerst nog conservatisme. Er wordt graag vastgehouden aan het vertrouwde.“ Om het tij te keren pleit Koekkoek voor wetgeving. “Ik zou willen zeggen: bij elk nieuwbouwproject moet waterhergebruik plaatsvinden. Het liefst op wijkschaal, omdat dat veel doeltreffender en betaalbaarder is.”
Metz haalt als voorbeeld het project aan in Helsingborg, Zweden. “Daar hebben we dezelfde installaties zoals in Sneek gebouwd, maar dan voor een woonwijk van 2.500 mensen. In Helsingborg is er één partij verantwoordelijk voor de riolering, afvalwaterzuivering en drinkwater, waardoor de besluitvorming een stuk eenvoudiger is. Daarnaast heeft de stad een sterke visie op het gebied van duurzaamheid. Het is eigenlijk fantastisch dat de Zweden pronken met in Nederland ontwikkelde technologie.”
Volgens Koekkoek is het
echter een kwestie van tijd dat zwart water ook in Nederland meer wordt gezien als een bron. Hij trekt een parallel met de energietransitie. “Daar riepen ze 15 jaar geleden: let op het stroomnet, want dat is overvol. Niemand deed wat en nu hebben we problemen. Wij waarschuwen nu voor het water en hebben een oplossing. Er moet eerst een watercrisis ontstaan. In 2018 ging het net goed, maar misschien is het nodig dat het echt een keer misgaat.”•
Afvalwaterbehandelingsinstallatie voor zwart en grijs water in de wijk Noorderhoek in Sneek
Sybrand Metz
Ton Koekkoek
Wat is de status van Groeiplan Watertechnologie? ‘WE ZIJN
ALVAST BEGONNEN’
Op 1 januari 2024 kreeg de watertechnologiesector voor het komend decennium steun van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met het Groeiplan Watertechnologie. Het plan moet een impuls geven aan de innovatiekracht, groei en export van de sector. New Business vroeg de programmatrekkers naar de stand van zaken.
Uit het Nationaal Groeifonds is 135 miljoen euro vrijgemaakt voor het groeiplan. Dat wordt aangevuld met privaat (bedrijven) en publiek (decentrale overheden en kennisinstellingen) geld. Zo is een bedrag van ruim 340 miljoen euro beschikbaar dat wordt verdeeld over 4 verschillende programma’s in het groeiplan: ‘Enabling Watertech’, ‘Pilots & testen’, ‘Fullscale Demonstratie’ en ‘Naar de Markt’. Initiatiefnemers van het plan zijn Wetsus, KWR, STOWA, Water Alliance, TKI Watertechnologie en de vijf oostelijke waterschappen Vechtstromen, Zuiderzeeland, Drents Overijsselse Delta, Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe.
“Formeel zijn we begin dit jaar begonnen”, zegt Heleen Sombekke, programmadirecteur van het Groeiplan Watertechnologie. “Desalniettemin hebben we nog niet de volledige beschikking gekregen van het ministerie. Toch zijn we alvast gestart. Zo hebben we de voorbereidingen getroffen om het programmabureau in te richten en ook boekten we voortgang met de programma’s. We verwachten
nu in oktober groen licht te krijgen. Daarvoor organiseren we een startevent. Dit zal op 17 oktober plaatsvinden in het waterschapshuis van het waterschap Vechtstromen in Almelo.”
PROGRAMMA 1: ENABLING WATERTECH
‘PFAS ook vernietigen’
Trekker: Jan Post, programma directeur bij Wetsus
“Wij hebben elf projecten per jaar die we kunnen starten met het plan. Dit doen we binnen de consortia die actief zijn in het Wetsusprogramma, waar bedrijven bij kunnen aansluiten. Een keer per jaar starten we een compleet nieuw consortium, zodat we in kunnen springen op nieuwe ontwikkelingen en dat we niet eindeloos door blijven gaan met dezelfde innovaties. Van de acht projecten die er nu draaien waren er zeven die we konden oppakken vanuit bestaande consortia in het Wetsusprogramma. Voor een project is een nieuw consortium gevormd.”
“Het nieuwe consortium dat we dit jaar zijn gestart is gericht op PFAS. Een onder
werp dat tijdens het schrijven van het plan steeds groter werd. Het doel van dit consortium is om PFAS niet alleen uit oppervlaktewater te verwijderen, maar ook te vernietigen. Dat is uniek. We willen de stoffen concentreren, want alleen als het heel geconcentreerd is, kun je het ook afbreken.”
“Momenteel zitten er vijf bedrijven in het consortium. De waterschappen, Witteveen+Bos, AquaCare, chemiebedrijf Kemira en Murata, een elektronica fabrikant, die ook bepaalde randvoorwaarden kan bieden voor het proces. We zijn nog in gesprek met een aantal technologieleveranciers en drinkwaterbedrijven. De ambitie is om een hele keten in een consortium te krijgen. Van een producent van het ruwe adsorptiemateriaal tot een bouwer van een installatie, tot aan de eindgebruikers. En dat zijn de
waterschappen en de drinkwaterbedrijven in dit geval.”
PROGRAMMA 2: PILOTS & TESTEN
‘Ontwikkelingsfase voorbij’
Trekker: Joep van den Broeke, senior onderzoeker bij KWR
“Ons programma heeft het afgelopen jaar in het teken gestaan van de voorbereiding van de subsidieregeling waar straks alle projecten onder gaan vallen. De regeling is inmiddels bijna gereed, en we
De opzet van het Groeiplan Watertechnologie
verwachten dat deze dit najaar opgesteld wordt. Partijen kunnen dan in de 5 focusgebieden (waterbehandeling, alternatieve bronnen, circulariteit, digitalisering en waterbeschikbaarheid) met projectvoorstellen komen voor pilots. Dit zullen projecten moeten zijn die de ontwikkelingsfase voorbij zijn. Technologieën die al aangetoond zijn in het lab. Het kan een kleine pilot in een praktijksituatie zijn of een pilot in een gecontroleerde omgeving die relevant is voor de praktijk. Voor ons programma is ruim 18 miljoen euro subsidiegeld beschikbaar.”
PROGRAMMA 3: FULLSCALE DEMONSTRATIE ‘Zelfstandig zuiveren met AI’
Enschede zit bovenaan in het watersysteem en dat betekent dat wij vrij hoge verwijderingeisen hebben waar we iets mee moeten omdat de verdunning met overig oppervlaktewater minimaal is.”
Op 17 oktober houden we een start-event’ ‘
“Het afgelopen half jaar zijn wij bezig geweest om twee fullscale oplossingen op de aanbestedingskalender te krijgen. Een van de oplossingen is een innovatieve membraantechnologie om microverontreinigingen te verwijderen uit het effluent van de rioolwaterzuivering Enschede. Een zuivering met een relatief hoge verontreiniging aan microverontreinigingen. De zuivering van
“Het andere aanbestedingsproject is datagestuurd zuiveren. Op welke wijze kun je met datagestuurd zuiveren het zuiveringsproces verbeteren? Wij denken aan het zelfstandig laten opereren van waterzuiveringen door nieuwe besturingssystemen, bijvoorbeeld met artificial intelligence (AI). Als het lukt om monsteropname, de beoordeling daarvan en de daaruit volgende aanpassing van het proces zelf te laten uitvoeren, heb je niet meer vijf tot zes mensen nodig om de installatie aan te sturen, maar is een toezichthouder genoeg. Met de kwaliteitsverbetering van het zuiveringsproces door innovatieve oplossingen proberen we de KRW doelen te behalen voor eind 2027.”
“Beide projecten staan inmiddels op de aanbestedingskalender. We willen met drie of vier marktpartijen een consortium beginnen, om in 2025 te starten met de uitvoering van de projecten. Daarnaast zijn de andere waterschappen in
Heleen
Sombekke, programmadirecteur van het Groeiplan Watertechnologie
Waterkrachtverband ook gestart met de voorbereidingen van de fullscale projecten die tot de eerste fase (20242028) van het groeiplan behoren.”
PROGRAMMA 4: NAAR DE MARKT
‘We bouwen end-user platform’
“Wij hebben twee hoofdtaken: ondernemerschapsontwikkeling en technologieën naar de internationale markt brengen. Het ondernemerschap deel sluit aan op het ondernemerschapsprogramma dat al loopt bij Water Alliance. Het afgelopen jaar is dat ontwikkeld en is vrij succesvol. We voegen daar drie zaken aan toe. Allereerst zijn we bezig met het vormgeven van een ondernemerschapscommunity. Dat is een community
waarvoor we ondernemers uitnodigen die samen met techneuten bedrijven gaan opzetten of techneuten willen helpen bij het opzetten van bedrijven. Techneuten kunnen namelijk goed hulp gebruiken van ondernemers die daar ervaring mee hebben.”
“Het tweede wat we doen is het bouwen van een enduser platform. We zien dat het in de technologiesector vaak lang duurt voordat een ontwikkeling gedeeld wordt met potentiële klanten. Als je dat in een veel vroegere fase doet, is de aansluiting tussen de technologie die je ontwikkelt en de markt veel beter. Dat willen we samenbrengen in het platform.”
“Als laatste bieden we een voucherregeling aan waarmee we kleine bedrijven helpen met kennis. Dat bekijken we breed. Het kan zijn dat een technologie het in ZuidAmerika heel goed kan doen. Bedrijven kunnen dan een marktonderzoek doen in ZuidAmerika. Of financiering krijgen als ze een keer naar een interessante internationale beurs willen. Dat soort zaken kost best veel geld. Op die manier helpen we kleine bedrijven om hun technologie naar de markt te brengen.”
“Verder ondersteunen we de bedrijven die naar de internationale markt willen. Dat doet we met de inzet van onze Business Development en ons uitgebreide internationale netwerk. Dit onderdeel sluit nauw aan bij het WTEX10 programma waar de Water Alliance al enkele jaren uitvoering aan geeft, gefund door de ministeries Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken.”•
Trekker: Piet van Erp, strateeg externe financiering bij Waterschap Vechtstromen
Trekker: Ronald Wielinga, operationeel directeur bij Water Alliance
Tijdens zijn master Waterbouw aan de TU Delft greep BART VAN WESTEN de kans om mee te doen met een multidisciplinair project in Cuba. Het werd de trigger om te switchen van ‘harde dijken bouwen’ naar bouwen met de natuur, de dynamiek van wind, water en zand aan de kust. Hij kreeg een afstudeerplek bij Deltares, en is daar sinds 2021 PhD-kandidaat. De wetenschappelijke publicaties
‘AeoLiS: Numerical modelling of coastal dunes and aeolian landform development for real-world applications’ en ‘Predicting marine and aeolian contributions to the Sand Engine’s evolution using coupled modelling’ zijn te lezen op ScienceDirect.
DE ZANDMOTOR: EEN INGEWIKKELD SPEL VAN
WIND EN WATER
De tijd dat Nederland voor de kustbescherming alleen vertrouwde op dijken en natuurlijke duinaangroei, is al lang voorbij. Al sinds 1990 wordt actief zand opgespoten (zandsuppleties) om de kustlijn op zijn plaats te houden. Maar wat gebeurt er precies onder en boven water? Dat willen we graag kunnen voorspellen om beslissingen rond kustbeheer beter te onderbouwen. Onderzoeker Bart van Westen vertelt.
TEKST MIRJAM JOCHEMSEN
Na de eerste relatief kleine zandsuppleties aan de kust van rond de 2 miljoen kuub zand, volgde in 2011 een reus: de Zandmotor voor de Delflandse kust, met ruim 20 miljoen kuub. Hoe de natuur het zand zou gaan verspreiden langs de kust en in de duinen was lastig te voorspellen. Waar komt het Zandmotorzand terecht? Helemaal bij Scheveningen? In de duinen? Spoelt het terug naar Hoek van Holland? Blijft het dichtbij?
Bij het ontwerp van de Zandmotor is een vrij simpel model gebruikt voor de spreiding van het zand, met focus op het ‘mariene domein’: golven, getij en stroming. Een nieuwe versie van dit model (Delft3D Flexible Mesh) kan al behoorlijk precies deze bewegingen uitrekenen. Maar wat gebeurt er boven water? Ook de wind verplaatst het zand langs de kust, en zorgt zo voor duinaangroei.
Windgedreven zandtransport
Precies daaraan werkt de onderzoeksgroep van Sierd de Vries, waar Van Westen mee samenwerkt. Van Westen en De Vries ontwikkelden het model AeoLiS voor de windgedreven (‘eolische’)
zandverplaatsingen. Van Westen: “We begonnen met voornamelijk ‘Delftse’ ingenieurs bij TU Delft en Deltares. Inmiddels doen ook ecologen uit Wageningen en België mee. Die kijken meer naar de invloed van de vegetatie op de beweging van het zand en het aangroeien van de duinen. Een Zweedse collega denkt mee vanuit haar grondwaterachtergrond: hoe beïnvloeden grondwaterstromen de bewegingen van het zand? Zo kom je met elkaar steeds verder.”
Onder water weet je: als er getij en golven zijn, verplaatsen die het zand. Boven water is dat niet per se zo. Dat komt onder andere doordat ook hoger liggend zand nat wordt door golven en getij, en ook door regen. Nat zand waait veel minder weg dan droog zand. Ook zie je dat de bovenlaag van de zandsuppletie langzaam verandert van samenstelling en steeds grover wordt. Het fijne zand wordt immers veel gemakkelijker meegenomen dan het grovere materiaal.
Onlangs hebben Van Westen en collega’s AeoLiS uitgebreid met mogelijkheden voor het simuleren van kustlandvormen. Dat neemt al deze aspecten mee. Het model berekent bijvoorbeeld
Bart van Westen
Geschematiseerd bovenaanzicht Zandmotor: de invloed van wisselwerking tussen eolische en mariene zandafzettingen langs de kust (links) en in de voorduinen (rechts) in ongekoppelde (boven) en gekoppelde (onder) simulaties (Bron: ‘Predicting marine and aeolian contributions to the Sand Engine’s evolution using coupled modelling’)
het effect van topografische sturing (waar leg je het zand neer) op zeer lokale windveranderingen (windschering), afslag van steile hellingen en vegetatieprocessen.
Samenspel
Toch is nog het zandtransport langs de kust en in het voorduin duinontwikkeling vaak anders dan je uit de modellen zou verwachten. Van Westen: “We zetten nu een belangrijke volgende stap: een koppeling tussen de onderwater en de bovenwatermodellen, waarmee de interactie tussen die twee is te berekenen. We proberen daarvoor drie bestaande modellen (Delft3D Flexible Mesh, SWAN en AeoLiS) met elkaar te laten praten, en zo de processen op de vooroever, het strand en de duinen met elkaar te verbinden.”
Als je de uitkomsten van dit gekoppelde model vergelijkt met die van de losstaande modellen, dan zie je dat windgedreven zandtransport naar het voorduin, zand onttrekt aan het mariene domein. Als gevolg hiervan neemt de herverdeling van zand langs de kust door mariene processen af met 70.000 m3 over een periode van 5 jaar, wat neerkomt op 1,7 procent van de totale mariene verspreiding. Tegelijk geven door de zee veroorzaakte afzetting en erosie een nieuwe vorm aan strand en duinen, die op zijn beurt weer de mogelijkheden voor windtransport beïnvloedt. Het meenemen van deze mariene processen in het gekoppelde model resulteerde op de zuidflank van de Zandmotor in 5 jaar tijd in een toename van de duinaangroei van 1,3 procent naar 6,7 procent. Op de noordelijke flank, waar de zich ontwikkelende lagune en het getijdekanaal meer beschutting bieden aan het strand, nam de voorspelde voorduinafzetting juist af tot 11,5 procent.
Deze bevindingen laten zien dat zowel wind als watergedreven transport van invloed is op de verdeling van het opgespoten zand, en dat de ontwikkelingen in het ene domein van invloed zijn op het andere. Deze wisselwerking is relevant bij het voorspellen en optimaliseren van zandige nature based solutions
Monnikenwerk
Is het niet heel ingewikkeld om in het veld te bepalen wat er precies gebeurt? Hoe meet je eigenlijk hoeveel zand er is verplaatst, en waar dat precies terechtgekomen is? Dat is inderdaad superlastig, vertelt Van Westen. “Elders in de wereld wordt het wel geprobeerd met verf, maar het terugzoeken en tellen van de gekleurde zandkorrels is natuurlijk bijzonder arbeidsintensief. Ook zijn wel radioactief gemerkte zandkorrels gebruikt. Makkelijker, maar verder ook geen fijne optie. Wij gebruiken een apparaat dat we in het zand zetten en dat met tikjes meet hoeveel korrels er langskomen. Zo kan je inschatten hoeveel zand er verplaatst wordt.”
Dergelijke metingen in het veld zijn noodzakelijk om te begrijpen hoe het zand zich verspreid. Maar als je er op grotere schaal mee gaat modelleren, wordt je rekentijd al snel heel groot. De grote uitdaging is: hoe kun je de werkelijkheid zó versimpelen dat het werkbaar is én dat het resultaat nog steeds overeenkomt met wat we zien in het veld? Die balans blijft Van Westen zoeken: “We hopen dat we met alle modellen en berekeningen meer kunnen zeggen over wat eronder en boven water gebeurt bij toekomstige grootschalige nature-based solutions voor kustbescherming. Dat we die oplossingen kunnen optimaliseren al tijdens de ontwerpfase.”•
Een grote sloot nabij Mussel (Groningen). In de snor liesgras, pijlkruid, grote egelskop en kikkerbeet. Op talud veel uitgebloeid jacobskruiskruid.
BROEDVOGELS EN NATUURVRIENDELIJK ONDERHOUD VAN WATERGANGEN
Bij het maaien van watergangen kunnen nesten van vogels verloren gaan. In Groningen en Drenthe blijkt natuurvriendelijk maaibeheer goede kansen te bieden voor broedvogels.
AUTEURS: PAUL HENDRIKS EN EELKE SCHOPPERS (WATERSCHAP HUNZE EN AA’S), HENK JAN OTTENS EN POPKO WIERSMA (GRAUWE KIEKENDIEF – KENNISCENTRUM AKKERVOGELS)
Waterschap Hunze en Aa’s onderhoudt in Groningen en Drenthe 2600 kilometer aan watergangen in landbouwgebied. Vanuit de Omgevingswet geldt daarbij een zorgplicht voor beschermde planten en dieren. Grauwe KiekendiefKenniscentrum Akkervogels onderzocht in 2020 en 2021 de waarde van natuurvriendelijk onderhoud van watergangen voor broedvogels.
Het waterschap hanteert een habitatbenadering: bij het maaien waar mogelijk de vegetatie op de taluds en in de ondiepe delen laten staan. Die laatste zone heet de ‘snor’, er groeien moerasen waterplanten. Hoe breder en groter de watergang, hoe meer ruimte er is om begroeiing en daarmee leefgebied te sparen.
Langer dan twee jaar wordt begroeiing niet gespaard, omdat daarna bomen en struiken in de taluds doorgroeien en er te veel verlanding plaatsheeft.
Vier maaibeelden
Het minst natuurvriendelijke beheer is ‘Natuur’. Daarbij wordt twee tot drie keer per jaar alles gemaaid: onderhoudspaden
aan beide kanten, beide oevers, beide snorren en het water. Het is klassiek onderhoud, strak, kort en netjes, met een eerste maaibeurt vanaf 1 mei. Het betreft vooral kleine watergangen, totaallengte 580 kilometer (22 procent).
Het andere uiterste is het maaibeeld ‘Natuur+ groot’. Dit zijn grotere watergangen, totaallengte 1.430 kilometer (55 procent).
De eerste maaibeurt is vanaf 15 juni, later in het broedseizoen.
Dan blijven beide oevers ongemaaid (talud en snor; de onderhoudspaden en het water zelf worden wel gemaaid). Bij de tweede maaibeurt, na het broedseizoen, worden talud en snor van één oever gemaaid, aan de andere oever blijven ze ongemoeid, ook in de winter. ‘Natuur+/‘ (360 kilometer) verschilt hiervan alleen door een complete maaibeurt in het najaar.
Het maaibeeld ‘Natuur+ klein’ (230 kilometer) zit hier tussenin en geldt voor kleine watergangen.
In 2020 en 2021 was op 15 juli van de maaibeelden Natuur+ groot en Natuur+/ 20 tot 30 procent van de watergangen gemaaid.
Voor Natuur (steeds volledig gemaaid) was dit 80 procent
Tabel 1. Aantallen broedparen langs of op de watergangen in het werkgebied van Waterschap Aa’s en Hunze (geëxtrapoleerd). Hoe roder, hoe meer broedparen.
Vogels in oevers
In 2020 en 2021 is van elk van de maaibeelden 25 kilometer onderzocht. We kozen daarbij voor karakteristieke watergangen, namelijk voerend door open agrarische gebieden en niet of beperkt langs bomenrijen, wegen of bebouwing. Van april tot eind juli zijn broedvogels geïnventariseerd en nesten opgezocht en is het broedsucces bepaald. Daarnaast gebruikten we gegevens van 350 nesten uit verschillende databases.
Het broedseizoen langs watergangen blijkt te lopen van maart tot en met juli. Vanaf 10 april komt de gang erin en begin mei is ongeveer de helft van de legsels geproduceerd. In juli dooft het broedseizoen langzaam uit. De 15 meest gevonden broedvogels (tabel 1) broedden meest in het talud, alleen meerkoet en waterhoen hadden nesten op het water.
Uitgemaaide nesten
Voor drie representatieve soorten, graspieper, wilde eend en paapje, hebben we het risico op uitmaaien ingeschat. Wilde eenden broeden van begin maart tot half juli, graspiepers van begin april tot half juli. Paapjes moeten nog terugkomen uit Afrika als wilde eenden en graspiepers al jongen hebben. Hun broedseizoen is kort, van begin mei tot ongeveer half juni. De overlevingskansen van nesten blijken af te hangen van de tijd en ruimte die het taludbeheer biedt, waarbij het paapje een voorbeeld is van een kwetsbare soort met een hoog risico op uitmaaien (tot 50 procent). Als we naar alle broedvogels kijken is het risico op uitmaaien laag bij de maaibeelden Natuur+ groot en Natuur+/ (26 procent). Voor de intensievere maaibeelden zijn de verliezen groter (1725 procent).
Tabel 2. Ruwe schattingen van uitgemaaide nesten van graspieper, wilde eend en paapje bij verschillend beheer.
Tweede leg
Voor alle maaibeelden geldt dat de gemiddelde periode tussen maaibeurten van twee á drie maanden lang genoeg is voor een tweede legsel. Kwetsbaar zijn vooral de soorten die op de intensief onderhouden onderhoudspaden broeden en in gebieden met het maaibeeld Natuur, vooral als ze laat broeden.
Naast habitatbeheer is ook het zogenoemde ‘voorlopen’ een manier om broedvogels te beschermen. Daarbij moeten broedende vogels actief worden opgezocht en nesten gemarkeerd, om er later omheen te kunnen maaien. Voorlopen is echter tijdrovend en niet efficiënt. Het gaat om 2.600 kilometer aan watergangen in landbouwgebied en nesten vinden is niet eenvoudig en moeilijk te leren. Nesten sparen draagt ook niet bij aan een goede leefomgeving voor vogels, en gemarkeerde nesten zijn een makkelijke prooi voor predatoren. Habitat sparen is dan ook veel effectiever. Als het waterschap meer voor broedvogels wil doen, ligt het voor de hand om zoveel mogelijk over te schakelen van het maaibeeld Natuur naar Natuur+ groot of Natuur+/
Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2OOnline. Maak daarvoor gebruik van de QRcode of ga naar www.h2owaternetwerk.nl (onder H2Ovakartikelen).
SAMENVATTING
Grauwe KiekendiefKenniscentrum Akkervogels onderzocht de waarde van natuurvriendelijk onderhoud van watergangen door Waterschap Hunze en Aa’s voor vogels. De meest natuurvriendelijke maaibeelden bieden goede kansen voor vogels en kennen beperkte nestverliezen. Het is veel effectiever dan het gangbare opsporen en markeren van nesten, het zogenoemde voorlopen.
Voor meer info en aanmelden mail naar info@waternetwerk.nl, tenzij anders vermeld.
2326 SEPTEMBER, UTRECHT
Future Green City World Conference, bringing together the worlds of green and civil engineering https://fgc2024.com/
910 OKTOBER, ESSEN
Praktijkbezoek over slibverwerking
14 NOVEMBER, ALMERE
Nationaal Deltacongres, save the date
22 NOVEMBER, UTRECHT
SAVE THE DATE KNW Najaarscongres ism Unie van Waterschappen over gedragsverandering bij transities
Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aanmelden voor de H2O-agenda? Mail dan naar: info@waternetwerk.nl
Prijzen voor afstudeerders/stagiairs
MBO, HBO en WO
Heb je je eindopdracht/scriptie over een relevant onderwerp voor de watersector gehouden en heb je een goed resultaat, stuur deze dan in en maak kans op een mooie prijs met eervolle vermelding in H2O, een uitnodiging voor het KNW-jaarcongres en een leuk geldbedrag. Bovendien helpt het je in je netwerk en staat goed op je CV! Ben je begeleider van een afstudeerder, geef dit door! Meer info vind je op waternetwerk.nl
Doe mee aan regiobijeenkomsten Operatie Sterk Water!
In een tijd waarin waterbeheer steeds complexer wordt door klimaatverandering, verstedelijking en de energietransitie, staat ons vakgebied voor grote uitdagingen. Tegelijkertijd zien we een tekort aan mensen om het belangrijke werk uit te voeren. Operatie Sterk Water is in het leven geroepen om dit probleem aan te pakken. Om een krachtig actieplan te ontwikkelen, organiseren wij vijf regiobijeenkomsten verspreid over het land. Hier gaan we samen met vakgenoten dieper in op de personeelsuitdagingen in de watersector en bedenken we concrete oplossingen. We willen jullie uitnodigen om mee te denken en bij te dragen aan dit belangrijke proces.
Deze bijeenkomsten bieden een unieke kans om met collega’s uit de regio te brainstormen over manieren om de glans van ons vakgebied te herstellen en nieuwe mensen enthousiast te maken voor een carrière in de watersector. Jouw kennis, creativiteit en ervaring zijn onmisbaar om tot een effectief actieplan te komen.
Kom langs op een van de bijeenkomsten en help ons om de watersector weer sterk en toekomstbestendig te maken. Deelname is gratis, maar vanwege de beperkte plaatsen (maximaal 15-20 per bijeenkomst) raden we je aan snel in te schrijven. Meer weten en/of aanmelden? Stuur een e-mail aan monique.bekkenutte@waternetwerk.nl
Groenblauwe transities in steden: congres voor denkers en doeners
Van 23 tot en met 26 september 2024 verandert Utrecht in het wereldwijde epicentrum op het gebied van leefbare blauwgroene steden met toekomst. Vier dagen lang komen tijdens het Future Green City World Congress in het Beatrix Theater in Utrecht denkers en doeners uit de werelden van bouw, groen, infra en water bij elkaar om elkaar te inspireren en te ontmoeten. Samen vormen zij een katalysator in het realiseren van blauwgroene transities voor steden. Wat kunnen deelnemers verwachten?
• Inspirerende presentaties door ’s werelds meest vooruitstrevende geesten, zoals Kongjian Yu over zijn baanbrekende werk aan sponssteden, Adriaan Geuze over verhalende iconische openbare ruimtes en Carine Saloff-Coste over de indrukwekkende verandering die Parijs doormaakt naar een hotspot met een hoge biodiversiteit.
• De mogelijkheid zich onder te dompelen in het beste wat Nederland te bieden heeft tijdens de Field Trips XL door het hele land en Urban Trails door de omgeving van Utrecht.
• Aan de slag met experts rondom je eigen concrete vraagstukken tijdens de Workshops XL.
• Netwerkmogelijkheden met denkers en doeners van over de hele wereld. Meer info en aanmelden: https://fgc2024.com/
Call for Abstracts WaterMicro2025
Tot 4 oktober kun je een abstract in te dienen voor WaterMicro2025, dé toonaangevende conferentie op het gebied van watermicrobiologie. Dit bied je een kans om je baanbrekend onderzoek, innovatieve technieken en praktische toepassingen te presenteren aan een internationaal publiek. Of je nu werkt aan microbiologische waterkwaliteit, gezondheidseffecten of nieuwe methoden voor monitoring en analyse, wij ontvangen graag je bijdrage. Indienen kan tot 15 januari 2025 via onze website. Samen brengen we wetenschap en praktijk dichter bij elkaar voor een gezondere wateromgeving. Voor meer info, ga naar https://watermicro2025.nl/
Voorkom dataverlies, zorg dat jouw dataloggers blijven werken
Verplichte migratie van 2G- naar 4G netwerk
Wist jij al dat de netwerkbeheerders in Nederland het 2G-netwerk opheffen? Odido heeft de stap inmiddels al gezet, Vodafone geeft aan tot het eind van dit jaar in werking te zijn en KPN heeft december 2025 als einddatum doorgegeven. België volgt daarna met een deadline in 2028.
Wat betekent deze verandering voor jou en jouw meetpunten in het veld? Zijn jouw dataloggers gekoppeld aan het 2G-netwerk? Moet je de dataloggers volledig vervangen, of is een kleine aanpassing voldoende? Wat zijn de kosten en hoe snel kan dit geregeld worden?
Wij begrijpen dat je misschien nog wel meer vragen hebt rondom deze verplichte migratie; en wij staan klaar om deze te beantwoorden.
Houd jouw (ElliTrack) meetpunten operationeel!
Op donderdag 19 september om 10.00 uur zal Jeffrey tijdens een Online FAQ de meestgestelde vragen over de verplichte 2G-migratie beantwoorden.
Schrijf je gratis nog snel in via: www.leiderdorpinstruments.nl (Terugkijken ook mogelijk)