Boodschap van onze Oprichter & Executive Director Hein Deprez
Een leidende rol in de noodzakelijke transitie naar voedzame en duurzame pure-plant voeding
Iets meer dan veertig jaar geleden werd Greenyard opgericht vanuit een gedurfde, duidelijke visie op de toekomst van voeding. Naarmate de tijd vordert, wordt die visie steeds relevanter. Vandaag is iedereen het erover eens: we moeten de manier waarop we voedsel consumeren en produceren veranderen. Een transitie naar meer pure-plant voeding en minder afhankelijkheid van dierlijke eiwitten is niet langer optioneel. Het is de enige weg vooruit naar een gezondere levensstijl en een duurzamere voedselketen.
De wereld staat momenteel voor twee cruciale uitdagingen: de openbare gezondheid en de klimaatopwarming. En de feiten spreken voor zich: ongezonde voeding kost de wereldwijde economie naar schatting 11 biljoen dollar per jaar, en klimaatverandering is niet langer een vage dreiging. We zien de impact van extreme en onvoorspelbare weersomstandigheden dagelijks om ons heen. Daardoor bevindt onze sector, groenten en fruit, zich in een grote paradox: het is enerzijds één van de sectoren die de impact van klimaatverandering het hardste voelt, maar anderzijds is de sector ook net een cruciaal onderdeel van de oplossing.
Een verschuiving naar meer pure-plant voeding kan onze milieuvoetafdruk drastisch verkleinen: onderzoek toont aan dat het vervangen van 100g vlees per dag door puur plantaardige alternatieven de koolstofuitstoot met 75% vermindert. Voedselproductie is verantwoordelijk voor ongeveer 34% van de totale wereldwijde koolstofuitstoot. Een eenvoudige mentaliteits- en consumptieverandering kan dan ook 25% van onze wereldwijde uitstoot wegnemen.
Om het volledige potentieel van onze sector waar te maken, moeten we in de eerste plaats onze activiteit grondig begrijpen. We moeten de feiten, de argumenten en de logica achter de kracht die we als groenten- en fruitsector hebben door en door kennen. Pas dan kunnen we met één stem spreken, onze verantwoordelijkheid nemen en meer gewicht hebben in het publieke debat. Als iedereen aan hetzelfde zeel trekt, wordt onze boodschap duidelijker en onze uitvoering scherper.
Van begin af aan waren we er van overtuigd dat onze sector nood had aan een andere benadering. Vanuit die idee hebben we een uniek bedrijfsmodel uitgebouwd dat op een vraaggestuurde manier synergiën creëert tussen alle stakeholders in de voedselwaardeketen, van consumenten tot retailers en telers. Datzelfde Mondtot-Grond-model onderscheidt ons vandaag nog steeds en maakt ons de vertrouwde partner van de grootste retailers in Europa. Het verbindt ze met ons wereldwijde telersnetwerk en biedt consumenten het hele jaar door het juiste assortiment aan. In elk marktsegment, zowel Fresh als Long Fresh, leveren we lekkere, eenvoudig te bereiden
en voedzame pure-plant oplossingen die voor iedereen betaalbaar zijn. Zo winnen we de harten en de hoofden, evenals de schappen voor onze categorie.
Ons Mond-tot-Grond-model zorgt er ook voor dat telers een economisch en ecologisch duurzame business kunnen opbouwen. We geven ze niet alleen toegang tot miljoenen consumenten, we helpen ze ook hun efficiëntie te verbeteren, hun ecologische impact te verminderen en om te gaan met de negatieve effecten van klimaatverandering waarmee ze steeds vaker geconfronteerd worden. De pure-plant toekomst van voeding kan eenvoudigweg niet bestaan zonder een gezonde landbouwsector.
Het afgelopen jaar werd gekenmerkt door een snel verschuivende marktdynamiek, harde concurrentie op onze markten en toenemende klimaatuitdagingen. Hoewel onze visionaire benadering onze Groep hierop in de afgelopen vier decennia heeft voorbereid, vraagt deze realiteit ook om flexibiliteit en een tomeloze inzet van iedereen binnen de Greenyard-familie.
“ Onze sector, groenten en fruit, bevindt zich in een grote paradox: het is enerzijds één van de sectoren die de impact van klimaatverandering het hardste voelt, maar anderzijds is de sector ook net een cruciaal onderdeel van de oplossing.”
Echte betrokkenheid begint met de juiste mentaliteit. Als familiebedrijf voelt iedereen bij Greenyard zich persoonlijk betrokken. Die emotionele band stimuleert ons om voortdurend kleine inefficiënties te verbeteren, van een misplaatste pallet tot een onnodige vertraging. Het zijn net deze details die belangrijke aandachtspunten zijn, met de tijd tellen ze bij elkaar op, en zo dragen ze rechtstreeks bij aan onze activiteiten.
Wij blijven trouw aan onze unieke visie die we van bij de start omarmen, ook in uitdagende tijden. Hiervoor is hard werk, expertise en toewijding van onze mensen nodig, elke dag opnieuw. Ik wil iedereen dan ook bedanken voor zijn of haar steun en hun inzet op onze reis naar een gezondere pure-plant toekomst. Samen kunnen we echt een verschil maken, op onze borden en voor onze planeet.
Hein Deprez, Oprichter en Executive Director van de Raad van Bestuur
Commercieel verslag
Boodschap van onze CEO
Francis Kint Chief Executive Officer
“ In het afgelopen boekjaar 24/25 hadden we te maken met een bijzonder complexe en volatiele omgeving. Tijdens deze moeilijke marktomstandigheden zijn we onze purpose-driven strategie blijven volgen. Sinds onze oprichting helpen we onze klanten om consumenten wereldwijd smaakvolle, gezonde, voedzame en duurzame voeding aan te bieden. Door onze nauwe banden met telers en retailers verder aan te trekken en door te blijven investeren in onze infrastructuur, hebben we de efficiëntie in onze hele waardeketen verbeterd, onze volumes verhoogd en ervoor gezorgd dat onze producten beschikbaar en betaalbaar bleven. Dankzij onze focus op technologie en innovatie konden we voldoen aan de groeiende vraag naar gezonde voeding, die tegelijk ook scoort op gebruiksgemak, smaak en voedingswaarde.
Volatiliteit op de markt en in het klimaat
In de eerste helft van het boekjaar werden heel wat telers geconfronteerd met extreme weersomstandigheden: in sommige regio’s zorgde dat voor lange periodes van droogte, in andere net voor intensieve neerslag en overstromingen. Die hebben onvermijdelijk geleid tot extra uitdagingen voor onze inkoop en hogere handlingkosten om ervoor te zorgen dat de volumes en kwaliteit op niveau bleven.
Tegen het einde van 2024 zagen bedrijven de effecten van een dalend consumentenvertrouwen door geopolitieke spanningen en onzekere economische vooruitzichten. Dit leidde tot een hogere prijsgevoeligheid en voorzichtigere uitgaven voor voeding. In sommige van onze markten zagen we de prijsdruk toenemen door een verhevigde concurrentie onder leveranciers.
Ondanks deze uitdagingen steeg de verkoop in de meeste divisies. Groenten en fruit blijven de belangrijkste driver voor winkelbezoeken en de categorie trekt meer dan ooit consumenten naar het winkelpunt. De kracht van de categorie, en onze leidende rol hierin, maken van ons een strategische partner voor onze klanten en bij uitbreiding voor de hele voedselwaardeketen. In het Fresh-segment presteerden we zelfs beter dan de markt, dankzij onze Geïntegreerde Klantenrelaties (ICR).
De Frozen-divisie zette een goed resultaat neer, dankzij de stijgende vraag naar pure-plant en convenience. We hebben ook een momentum kunnen creëren met de introductie van kleine, disruptieve merken in waardevolle categorieën.
In de divisie Prepared daalde de vraag naar traditionele ingeblikte producten, wat grotendeels gecompenseerd werd door een sterke, dubbelcijferige groei in meer innovatieve convenience categorieën als sauzen, soepen en dips.
Dit alles leverde een globale verkoopstijging op like-forlike basis van 5,1% naar € 5,3mld op. Aangepaste EBITDA daalde met € 3,5m naar € 183,0m. Ons financiële resultaat werd daarnaast ook beïnvloed door twee niet-recurrente desinvesteringen: de sluiting van Greenyard Fresh France en ons servicecentrum in München, Duitsland. Dat leidde tot een negatief nettoresultaat van € -2,9m. Toch slaagden we erin om onze vrije kasstroom te verbeteren tot € 72,4m en onze netto financiële schuld te verlagen tot € 256,5m, voor een schuldgraad van 1,86x.
IGR & ICR – de kracht van een geïntegreerde waardeketen
Onze Mond-tot-Grond-benadering blijft het fundament van ons unieke bedrijfsmodel. Door geïntegreerde samenwerking met telers (IGR) en retailers (ICR) creëren we een vraaggestuurde waardeketen die voedselverspilling voorkomt, de beschikbaarheid van de juiste producten op het juiste moment garandeert en de milieu-impact van de hele waardeketen vermindert. Het model stelt ons in staat om ook in moeilijke omstandigheden flexibel te blijven, ons snel aan te passen en te focussen op de toegevoegde waarde die we voor alle partijen leveren. In een sector met kleine marges en een hoge complexiteit onderscheiden wij ons door dit hoge niveau van integratie en flexibiliteit.
Via onze ICR ontzorgen we klanten – we helpen hen om aan de groeiende vraag naar gezonde voeding te voldoen en waarde toe te voegen aan de pure-plant categorie. We integreren met klanten in ieder segment, van de ontwikkeling van nieuwe, trendy producten als huismerkpartner in Long Fresh tot het aanbieden van een volledig assortiment groenten en fruit in Fresh. Ons nieuwe partnership met een foodserviceklant in België bewijst dat ons ICR-model ook perfect aansluit bij de noden van de sector, waar we producten leveren in alle divisies: Fresh, Frozen en Prepared.
Aan de andere kant van onze waardeketen intensifiëren we onze samenwerking met onze telers door middel van onze Geïntegreerde Telersrelaties (IGR). De oprichting van de Green Farmers Group in Italië en de exclusieve onderhandelingen met Gelagri zijn twee goede voorbeelden van hoe we dit afgelopen jaar waarmaakten.
In de komende jaren zal een nauwe samenwerking met telers crucialer zijn dan ooit om ervoor te zorgen dat consumenten het hele jaar door beschikken over het beste dat de natuur te bieden heeft. Onze telers vormen een zeer diverse groep van telersorganisaties en coöperaties, lokale en overzeese telers, grote teeltbedrijven en kleine familiebedrijven. Ondanks die diversiteit ondergaan ze allemaal de gevolgen van klimaatverandering, strengere en complexere regelgeving en economische uitdagingen. Het is onze verantwoordelijkheid om hen daarbij te helpen, door samen te investeren in mechanisatie, een doeltreffender gebruik van gewasbescherming, en duurzamere manieren van werken, en – misschien wel het belangrijkste – door ervoor te zorgen dat hun harde werk beloond wordt.
Infrastructuur – pionieren in food-tech
Intussen zetten we onze investeringen in onze infrastructuur voort om de efficiëntie van onze operationele activiteiten in al onze divisies te verbeteren. De stijgende vraag naar onze convenience producten vereist niet alleen extra productiecapaciteit, maar ook geavanceerde productiefaciliteiten. De nieuwe Tetra Pak®-lijn bij Greenyard Prepared is hier een mooi voorbeeld van: een nieuwe, aantrekkelijke verpakking die ervoor zorgt dat onze producten opvallen in het schap. Ook in onze Frozendivisie blijven we investeren in infrastructuur en capaciteit. Twee voorbeelden hiervan zijn de nieuwe spinazielijnen in Comines (Frankrijk) en een nieuwe, automatische verpakkingslijn in Lipno (Polen). Met de overname van Crème de la Crème haalden we 25 jaar knowhow in zuivelvrije
desserts binnen, een bijzonder veelbelovende categorie waarin we vorig jaar ons eigen merk Gigi introduceerden.
In Nederland is Bakker begonnen met de bouw van een nieuw, geavanceerd servicecentrum, een mijlpaal voor het bedrijf die toekomstige groei zal ondersteunen. Het bedrijf heeft ook een nieuwe, hoogtechnologische mangosorteerlijn in gebruik genomen om ervoor te zorgen dat de hoogste kwaliteit altijd in de winkels verkrijgbaar is.
De gezonde keuze moet makkelijk en aantrekkelijk zijn
Door economische en geopolitieke onzekerheid zijn consumenten duidelijk voorzichtiger geworden in hun voedingsuitgaven. Toch blijven ze op zoek naar voeding die smaak combineert met gebruiksgemak, een hoge voedingswaarde en betaalbaarheid. In AY 24/25 zijn we blijven innoveren om aan deze vraag te voldoen en de transitie naar gezondere voeding te stimuleren.
Het succes van onze verspakketten in de Fresh-divisie spreekt voor zich. We breiden onze recepten uit en roteren ze om meer variatie te brengen en nieuwe, inspirerende antwoorden te geven op de vraag: “Wat eten we vanavond?” We introduceren onze maaltijdpakketten ook op nieuwe markten, waaronder Tsjechië.
In Long Fresh voegen we bijna dagelijks nieuwe convenience producten aan onze huismerkportefeuille toe. We helpen onze klanten in retail en foodservice om in te spelen op nieuwe trends, zoals eiwitrijke producten, kant-en-klaarmaaltijden en maaltijdcomponenten, met daar bovenop een uitgebreid assortiment sauzen, soepen en snacks die de wereldkeuken in de keukens van miljoenen consumenten introduceren.
Ondertussen werken we ook aan innovatieve concepten die nieuwe mogelijkheden zullen creëren voor meer pureplant consumptie doorheen de dag. Na de succesvolle campagne voor onze puur plantaardige Gigi gelato in 2024, zullen we in AY 25/26 ons PlanTasty-merk introduceren, met pure-plant eetervaringen binnen zowel nieuwe als bestaande categorieën.
Mensen maken het bedrijf
Tot slot wil ik onze werknemers wereldwijd bedanken voor hun harde werk tijdens dit uitdagende jaar. Onze mensen maken ons bedrijf. Onze business is gebaseerd op dagelijkse samenwerking en nauwe partnerships in de hele waardeketen, van klant tot teler en terug. Het gaat over passie voor lekkere en gezonde voeding, en die passie vertalen in innovatieve producten en diensten met toegevoegde waarde. Inclusie en diversiteit zijn essentieel voor onze cultuur. Verschillende perspectieven maken ons sterker en helpen ons inzicht te krijgen in verschillende markten en onze banden met partners over de hele wereld te versterken.
Onze mensen zijn de drijvende kracht achter onze Groep. Met onze Greenyard-familiementaliteit zijn we meer dan ooit een creatief, betrouwbaar en ondernemend bedrijf, op weg naar een gezondere en duurzamere toekomst.
In dit rapport ontdekt u hoe we in AY 24/25 hebben bijgedragen aan de toekomst van voeding. Ik wens u alvast veel leesplezier.
Francis Kint, CEO van Greenyard
Dit is Greenyard
Greenyard is een van de grootste groenten- en fruitleveranciers ter wereld. Wij brengen elke dag het beste van de natuur naar de borden van miljoenen consumenten. Afkomstig van lokale telers of uit de beste regio’s over de hele wereld. Vers, diepgevroren en bereid. Voor elke levensstijl, elke gelegenheid en elk budget.
Een tijdloze visie
Voortbouwend op een rijke historiek van meer dan 40 jaar, sinds oprichter Hein Deprez in 1983 met een kleine paddenstoelenkwekerij begon, zijn de missie en visie van Greenyard vanaf het begin duidelijk geweest: het leven beter maken door de consumptie van groenten en fruit voor iedereen eenvoudig, snel en aangenaam te maken, en de natuur daarbij te koesteren. Deze tijdloze visie, met de eindconsument als beginpunt, streeft ernaar op de meest doeltreffende manier gezonde, voedzame en heerlijke pure-plant producten te leveren.
Door ondernemerszin en passie heeft Greenyard zich vanaf het prille begin ontwikkeld tot een baanbrekend, fast-moving consumptiegoederenbedrijf. Inmiddels is de Groep een vertrouwde partner van belangrijke Europese retailers. Ze verbindt hen met een uitgebreid netwerk van telers in een duurzame en data-gestuurde toeleveringsketen. Daarbij durft ze de traditionele modellen in vraag te stellen, om zo ook een echte impact te creëren op de totale voedingsbeleving, door middel van de pure kracht van planten.
Pure. Plant. Power.
PURE
Wat de natuur te bieden heeft
Groenten en fruit staan, en stonden, altijd centraal. De verwerking van een product beperken we tot wat consumenten thuis ook kunnen doen: snijden, invriezen, koken, stomen, kruiden en conserveren.
PLANT
In al hun authentieke glorie
We geloven in groenten en fruit in hun fantastische natuurlijke vorm om dicht bij het gewas en het geoogste product te blijven. Steeds met het grootste respect voor de authentieke smaak, kleur en textuur ervan.
POWER
Boordevol natuurlijke voedingsstoffen
Onze producten komen rechtstreeks van het veld en zitten boordevol energie en natuurlijke voedingsstoffen die we nodig hebben om onze batterijen op te laden, zoals koolhydraten, gezonde vetten en eiwitten… en leveren alle mineralen, vezels en vitaminen voor een gezonde levensstijl.
Fresh
Greenyard Fresh en Bakker, onderdeel van Greenyard, voorzien de grootste Europese retailers van een volledig assortiment verse groenten en fruit afkomstig uit ons wereldwijde telersnetwerk, voor de best mogelijke kwaliteit. Dankzij de strategische locaties van onze servicecentra en geavanceerde logistiek ontzorgen wij onze klanten in de pure-plant categorie.
Prepared
Greenyard Prepared voorziet retailers, foodservicebedrijven en de voedingsmiddelenindustrie van een uitgebreide pure-plant portefeuille. Het aanbod varieert van klassieke conserven in blik, karton of pot tot heerlijke dips, soepen en sauzen die zijn afgestemd op de huidige consumptietrends.
Frozen
Greenyard Frozen maakt van vers geoogste groenten en fruit innovatieve voedingsproducten. Deze zijn aangepast aan de wensen van de moderne consument die van gezonde, voedzame en smakelijke pure-plant voeding wil genieten. Wij zorgen voor een minimale bereidingstijd en maximale portioneerbaarheid.
Groenten en fruit zijn de juiste keuze voor een gezondere en duurzamere toekomst voor zowel de mens als de planeet. Greenyard speelt hierin een voortrekkersrol op basis van onze strategische pijlers en dankzij een uniek bedrijfsmodel, onze geavanceerde food-tech infrastructuur, nieuwe en interessante producten en de inzet van onze mensen. De Greenyard-strategie blijft volledig in lijn met ons streven naar gezondheid en duurzaamheid en wordt nog steeds aangedreven door nauwe samenwerkingen in de hele keten.
In het afgelopen boekjaar hebben we ons unieke bedrijfsmodel verder versterkt door voort te bouwen op geavanceerde ontwikkelingen in onze infrastructuur en ons te richten op nieuwe, inspirerende producten, waarbij onze mensen onze meest waardevolle troef zijn. Lees meer op de volgende pagina’s.
De
voedselwaardeketen
verbinden
We verbinden telers, retailers en consumenten in een vraaggestuurde toeleveringsketen. Een uniek bedrijfsmodel om afval te verminderen, de kwaliteit te verbeteren en ervoor te zorgen dat duizenden producten het hele jaar door voor iedereen beschikbaar blijven.
Kijk op p. 16 →
Innoveren voor een gezondere toekomst
We stimuleren innovatie om consumenten te voorzien van voedzaam, betaalbaar, gebruiks vriendelijk en vooral smaakvol eten. We beschouwen het als een fundamenteel aspect van onze missie om mensen aan te moedigen en de mogelijkheid te geven om elke dag weer gezonde keuzes te maken. En dat doen we door met onze klanten te co-creëren.
Kijk op p. 24 →
Investeren in infrastructuur
Wij hebben één van de meest geavanceerde food-tech infrastructuren in onze sector, wat betekent dat we alles hebben om mensen te voorzien van de toekomst in pure-plant voeding.
Kijk op p. 20 →
Mensen zijn de drijvende kracht achter ons bedrijf
Mensen maken ons bedrijf, door nauwe samenwerking en langdurige partnerschappen. Onze collega’s in de hele wereld vormen een groep van 8 600 ambassadeurs. Zijn allemaal gedreven door Greenyards doel om het leven ook echt beter te maken (to improve life) en toegewijd om in al onze activiteiten voor uitmuntendheid te gaan.
Kijk op p. 27 →
De voedselwaardeketen verbinden
Mensen die door de versafdeling, de diepvries en de bereide afdeling van hun supermarkt wandelen, hebben zelden oog voor de complexe toeleveringsketens die ervoor zorgen dat hun favoriete producten dag na dag beschikbaar zijn. Maar achter de schermen verbinden klanten, telers en consumenten met elkaar in een vraaggestuurde Mond-tot-Grond-toeleveringsketen om kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid te garanderen.
Omdat we werken met producten van de natuur, hebben we maar erg kort de tijd om ervoor te zorgen dat ze in de beste kwaliteit bij onze klanten terechtkomen. Onze verse producten zijn afkomstig van zowel lokale telers als telers over de hele wereld, waarbij de herkomst vaak varieert afhankelijk van de tijd van het jaar. Alleen door vraag en aanbod zorgvuldig op elkaar af te stemmen, kunnen we al onze producten in de beste kwaliteit in de schappen krijgen en verspilling voorkomen. In Long Fresh kopen we in bij telers binnen een straal van 150 km rond onze vestigingen, waardoor we de smaak en voedingswaarde al binnen enkele uren na de oogst kunnen vasthouden.
Geïntegreerde Klantenrelaties (ICR)
Onze retailers ontzorgen
Met onze Geïntegreerde Klantenrelaties (ICR) hebben we een uniek bedrijfsmodel in de wereld van groenten en fruit geïntroduceerd. Het basisidee achter ICR is een volledige ontzorging van retailers en foodservicebedrijven in de pure-plant categorie. We leveren een volledig assortiment groenten, fruit en innovatieve pure-plant producten, het hele jaar door, vers, diepgevroren en bereid.
Afhankelijk van de specifieke behoeften van onze klanten bieden we een volledig gamma aan diensten met toegevoegde waarde, waaronder logistiek, verpakking, rijping, category management en direct-to-storeleveringen. Als huismerkpartner ontwikkelen we nieuwe productvariëteiten en nieuw recepten, geïnspireerd door de nieuwste consumententrends en volledig in lijn met de merkpositie van elke klant.
De ultieme ambitie is om retailers en foodservicebedrijven te helpen met de succesvolle ontwikkeling en uitbreiding van de categorie groenten en fruit. Dankzij onze productkennis en onze expertise kunnen ze zich onderscheiden van hun concurrenten in een van de belangrijkste categorieën voor de consument van vandaag, en morgen.
Onze geïntegreerde partnerships winnen terrein op de markt en het aandeel van ICR-klanten in onze activiteiten groeit jaar na jaar. ICR vertegenwoordigt nu 80% van de activiteiten in ons Fresh-segment en blijft ook groeien in ons Long Fresh-segment. We blijven nieuwe klanten toevoegen aan onze portefeuille, ook in nieuwe sectoren zoals de foodservice-industrie, waar we een partnership hebben gesloten met een nieuwe klant in België. Tegelijkertijd blijven we onze activiteiten bij onze bestaande klanten uitbreiden, waarvan sommige al tientallen jaren actieve partners zijn.
Nieuwe horizonten voor onze Geïntegreerde Klantenrelaties
In maart 2025 ging Greenyard Fresh Belgium een partnership aan met een foodserviceklant voor de levering van een volledig assortiment vers fruit, verse groenten en aardappels aan haar winkels. De nieuwe samenwerking bewijst dat we de voordelen van onze geïntegreerde partnerships over de grenzen van de retail heen kunnen tillen.
De klant is een belangrijke groothandelaar op de foodservicemarkt. De groep levert een totaalaanbod van kwaliteitsvolle voeding en drank aan duizenden restaurants en cateringbedrijven. Het bedrijf is al jarenlang klant van onze Frozen- en Prepared-divisies en werkt nu samen met Greenyard Fresh Belgium in het hele aanbod vers fruit, groenten en aardappels, een cruciale categorie in de huidige foodservicemarkt.
Door resoluut te kiezen voor duurzame, lokaal geproduceerde producten van hoge kwaliteit, streeft de foodserviceklant naar korte toeleveringsketens.
Geïntegreerde Telersrelaties (IGR)
Een gezonde en duurzame landbouw Greenyard bouwt op lange termijnrelaties met een uitgebreid netwerk van telers. Sommige van deze samenwerkingen lopen al tientallen jaren, van de ene generatie op de andere. We blijven ze dan ook verder verdiepen en creëren ook nieuwe samenwerkingsverbanden, zoals blijkt uit de oprichting van de Green Farmers Group en onze strategische alliantie met Gelagri. We kopen rechtstreeks in bij zowel lokale telers, die dicht bij onze Europese markten werken, als bij telers in andere regio’s van de wereld.
Ons IGR-model kan verschillende vormen aannemen en zowel gegarandeerde volumes, teelt op contractbasis en zelfs joint-ventures omvatten. Maar het gaat niet alleen om volumes en voorwaarden. We ondersteunen onze telers ook in hun dagelijkse activiteiten en helpen hen bij de introductie van de nieuwste landbouwtechnieken en -methodes, waaronder mechanisering en zelfs
Greenyard Fresh Belgium zal het hele proces stroomlijnen, van de product sourcing tot de levering aan de afzonderlijke winkels. Het partnership betreft meer dan 1,5 miljoen items, waaronder appels, peren, sla, witlof en aardbeien van Belgische telers.
gewasbescherming op basis van AI zoals we met ons Telespazio-project doen, zodat hun bedrijf zowel vanuit een economisch als een ecologisch oogpunt op de lange termijn duurzaam blijft.
Dit wordt nog belangrijker naarmate de gevolgen van de klimaatverandering voelbaarder worden. We ondersteunen en adviseren onze telers in het omgaan met extreme weersomstandigheden en klimatologische ontwikkelingen die invloed hebben op de kwaliteit en beschikbaarheid van groenten en fruit. Het is dan ook cruciaal om onze banden met zowel bestaande als nieuwe telers verder te versterken, samen op weg naar een betere en duurzamere toekomst.
Artificiële intelligentie in de strijd tegen onkruid
Stefaan Goudeseune, Agro Director bij Greenyard Frozen Belgium
Greenyard Frozen Belgium blijft investeren in de nieuwste precisielandbouwtechnieken, in nauwe samenwerking met telers en telersverenigingen. In 2024 voerde het bedrijf een test uit met Telespazio, een bedrijf dat drones gebruikt om schadelijk onkruid in de velden te detecteren.
De drones vlogen over 1600 hectare erwten- en bonenvelden om schadelijk onkruid als zwarte nachtschade of aardappelbessen te detecteren. Van een hoogte van 30 meter kunnen zij één centimeter groot onkruid zien: één blaadje kan al genoeg zijn. Door toepassing van verfijnde algoritmes om de beelden te analyseren wordt een virtuele kaart van het veld gemaakt waarop de nauwkeurige locatie van het onkruid wordt aangegeven. Vervolgens worden de coördinaten naar de smartphone van de teler gestuurd, die de nodige maatregelen kan nemen.
STRATEGISCHE
Het Telespazio-project is de meest recente in een lange reeks investeringen in soortgelijke nieuwe en baanbrekende food-tech innovatie. “Ons team van agronomen helpt boeren bij het verhogen van hun efficiëntie en het introduceren van duurzamere methodes. Onze telers hebben niet altijd de tijd en de financiële middelen om met deze nieuwe technologieën te experimenteren. Door zelf te investeren, kunnen we het gebruik hiervan versnellen en het gebruik van gewasbescherming verder terugdringen,” aldus Stefaan Goudeseune, Agro Director, Greenyard frozen Belgium.
Nieuwe markten voor Bretoense landbouw
In maart 2025 kondigden Greenyard Frozen France en Gelagri Bretagne het begin aan van exclusieve onderhandelingen om een strategische alliantie te creëren met Greenyard als meerderheidsaandeelhouder. Door hun respectieve telersnetwerken, productiecapaciteit en commerciële kracht te consolideren, ondersteunt dit partnership de positie van beide partijen op een groeiende markt voor gezonde convenience voeding. Naar verwachting wordt de nieuwe entiteit eind 2025 gerealiseerd.
Gelagri Bretagne, opgericht in 1978, levert een groot assortiment diepgevroren groenten en bereide pure-plant producten aan Franse retailers en cateraars. Het bedrijf is een dochter van de Eureden-landbouwcoöperatie, waarvan meer dan 1 750 Bretoense telers lid zijn en waar Greenyard al jarenlang mee samenwerkt.
De alliantie past perfect in Greenyards visie van geïntegreerde telersrelaties (IGR). Ze combineert Gelagri’s netwerk van ervaren telers in een van de belangrijkste
landbouwgebieden in Europa met Greenyards sterke commerciële banden met retailers. Met de groeiende Europese markt voor diepgevroren groenten en pureplant convenience producten in het achterhoofd, opent dit talrijke nieuwe mogelijkheden voor de Bretoense boeren en de Bretoense landbouw in het algemeen. De alliantie breidt ook het assortiment diepgevroren pureplant producten uit voor Gelagri’s huidige en toekomstige klanten.
SAMENWERKINGEN FACILITEREN VOOR NIEUWE VARIËTEITEN
Italiaanse telers ondersteunen in een veranderende markt
Maicol Galeati, Managing Director van Greenyard Fresh Italy
De Green Farmers Group verenigt meer dan 100 telers in een van de grootste producentenorganisaties van Italië. In 2021 ondersteunde Greenyard Fresh Italy de oprichting van de organisatie. Dankzij Greenyards sterke relaties met retailers en de introductie van nieuwe variëteiten kon de organisatie haar positie op de markt aanzienlijk verstevigen.
Met meer dan 100 telers, 780 hectare productie en 15 verpakkingsstations biedt de Green Farmers Group een uitgebreid assortiment groenten en fruit met een ononderbroken productie het hele jaar door. Door van Mond-tot-Grond te werken, kan de organisatie optimaal gebruikmaken van Greenyards sterke relatie met Europese retailers. Het helpt hen ook om in te spelen op nieuwe marktopportuniteiten en nieuwe variëteiten te telen.
De producentenorganisatie teelt drie variëteiten onder licentie voor Greenyard. De gele kiwi is bijvoorbeeld al een grote hit onder de Europese consumenten, terwijl de
platte nectarines het voorbeeld van de populaire platte perziken volgen. Eden-peren vormen een zoeter alternatief voor de traditionele peersoorten en volgen hierin het voorbeeld van populaire zoete appels. Alle drie zijn ze ontwikkeld om te voldoen aan de vraag van consumenten die op zoek zijn naar gezonde voeding maar ook wel op zoek zijn naar vernieuwing.
“Nieuwe soorten op de markt brengen is niet zo eenvoudig als je zou denken,” zegt Maicol Galeati, Managing Director van Greenyard Fresh Italy. “Er moet vooraf veel geïnvesteerd worden. Nieuwe bomen hebben tijd nodig om te groeien, en je moet de steun van de retailers hebben om de consument te bereiken. Via ons geïntegreerde model (IGR) kunnen we het gat dichten tussen de vraag op de markt en de benodigde productiecapaciteit op de boerderijen. Dit stelt ons in staat om duurzame partnerships aan te gaan met nieuwe telers en nieuwe producten aan onze portefeuille toe te voegen die de pure-plant consumptie stimuleren.”
Investeren in infrastructuur
Greenyards food-tech infrastructuur is één van de meest geavanceerde en ontwikkelde ter wereld. We blijven ook investeren in state-of-the-art technologie om de voeding van de toekomst naar de consumenten van vandaag te brengen en nieuwe pure-plant eetervaringen te ontwikkelen op maat van hun verwachtingen.
Data-gestuurde toeleveringsketens
In onze Fresh-divisie gebruiken we forecasting tools om de vraag en het aanbod zorgvuldig op elkaar af te stemmen in een naadloze, data-gestuurde toeleveringsketen, die verspilling vermijdt en ervoor zorgt dat de schappen bij onze klanten altijd gevuld zijn met het beste assortiment van telers wereldwijd. In onze rijpingskamers zetten we klimaatcontroletechnologie in om producten als bananen, avocado’s en mango’s in de winkel te krijgen wanneer ze op hun best zijn.
Alles behouden wat goed voor ons is
In Long Fresh maken we gebruik van onze uitgebreide industriële knowhow om vers geoogste groenten en fruit in te vriezen en te conserveren. Daardoor blijft de voe -
dingswaarde, smaak en textuur optimaal behouden voor latere consumptie. In onze geavanceerde keukens, die in vele opzichten onderzoeks-, innovatie- en ontwikkelingscentra zijn, werken onze culinaire experts aan de pureplant innovaties van de toekomst: ze creëren er dagelijks nieuwe recepten en producten.
Focus op het natuurlijke product
Ondanks die geavanceerde nieuwe technologieën zijn de basistechnieken die we gebruiken niet anders dan wat mensen thuis zouden doen: snijden, verwarmen, invriezen en mengen, zonder additieven, kunstmatige kleur- of smaakstoffen en met weinig tot geen verwerking. Het oorspronkelijke gewas vormt altijd de kern van wat wij doen.
TETRA PAK® KARTON VERPAKKINGSLIJN
Verpakking op maat van de moderne consument
Johnny Van Holzaet, Managing Director van Greenyard Prepared
In mei 2024 begon Greenyard Prepared met de bouw van een nieuwe Tetra Pak®-verpakkingslijn in Bree, België. Dankzij de nieuwe lijn kan Greenyard Prepared zijn productportefeuille en productiecapaciteit uit breiden, naast de bestaande lijnen voor bokalen, blikken en pouches. De productie is gestart in de lente van 2025.
Om de kartonnen verpakkingslijn op te zetten, werd 2 750 m² magazijnruimte vrijgemaakt. Binnen die ruimte werd een hygiënische hal van 1 170 m² gebouwd, bestaande uit een voorbereidingsruimte met blancheermachines, transportbanden en sorteerlijnen en een afvulinstallatie met twee identieke Tetra Pak®-afvulmachines. Beide hebben een capaciteit van 6 000 verpakkingen per uur.
Traditionele verpakkingen als glazen bokalen en blik worden nog steeds veel gebruikt door consumenten, maar we zien een duidelijke verschuiving in hun voorkeuren en een groeiende vraag naar nieuwe, aantrekkelijke verpakkingen. Dit geldt vooral voor convenience producten als soepen, mixen en sauzen. Ook peulvruchten in kartonnen verpakkingen worden gebruikelijker bij retailers in Noord-Europa.
“Dankzij de vele designmogelijkheden zorgen Tetra Pak®-verpakkingen ervoor dat onze producten beter tot hun recht komen in het schap en kunnen we onze pureplant innovaties nog aantrekkelijker maken voor de consument,” legt Johnny Van Holzaet, Managing Director van Greenyard Prepared uit. “Ze zijn ook eenvoudiger in opslagen besparen kostbare ruimte op de pallets, in de schappen en in de keukenkastjes.”
Ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid zijn er belangrijke voordelen, vooral wanneer de hele levenscyclus in aanmerking wordt genomen. Deze verpakkingsvorm is gemaakt van FSC-gecertificeerd karton en vermindert de CO2-uitstoot met 80% in vergelijking met traditionele verpakkingen. Er is minder energie nodig om kartonnen verpakkingen te produceren in vergelijking met metaal of glas, waarvoor hogere temperaturen nodig zijn tijdens de productie. Ze zijn ook lichter, waardoor er minder materiaal nodig is en de uitstoot tijdens het transport wordt verminderd, terwijl ze een vergelijkbare houdbaarheid bieden.
WAARDE
Een state-of-the-art servicecentrum voor Bakker
Maarten van Hamburg, Managing Director van de Bakker-divisie
In januari 2025 begon Bakker Barendrecht, onderdeel van Greenyard, met de bouw van een nieuw servicecentrum voor groenten en fruit in Ridderkerk, Nederland. Dit ultramoderne centrum wordt uitgerust met de nieuwste rijping-, opslag-, verpakking- en koelingstechnieken om consumenten op een betaalbare en duurzame manier van kwaliteitsvolle verse producten te voorzien. Bakker zal de nieuwe site halverwege 2026 gefaseerd in gebruik nemen.
Het nieuwe servicecentrum zal een oppervlakte hebben van 55 600 m² en een van de grootste rijpingscentra in Europa omvatten. In de nabije toekomst zullen meer dan 130 rijpingscellen worden uitgerust met uiterst nauwkeurige temperatuur- en vochtigheidscontrole om de verse producten op hun best in de winkels te krijgen. Bovendien vormt het centrum een volgende stap in het verder mechaniseren van de steeds populair
wordende maaltijdpakketten en nieuwe vooruitstrevende sorteerlijnen voor gespecialiseerde fruitcategorieën zoals druiven, citrusfruit en zacht fruit. Duurzaamheid staat centraal in het ontwerp. Dankzij de nieuwste, energiebesparende koeltechnieken zal het centrum voor 100% op groene energie draaien, waarvan een aanzienlijk deel op de site wordt gegenereerd.
“We werken al 65 jaar lang strategisch samen met een leidende Nederlandse retailer. Samen hebben wij de consumptie van groenten en fruit in Nederland gestimuleerd, met een duidelijke focus op kwaliteit, betaalbaarheid en innovatie. Met dit nieuwe servicecentrum zullen we kunnen voldoen aan de stijgende vraag van consumenten naar vers en gezond voedsel, en onze koolstofuitstoot bijna naar nul terugbrengen,” bevestigt Maarten van hamburg, managing Director van de Bakker-divisie.
Precies zoals jij ze wilt
Mango’s, met hun aangenaam sappige zoetheid en vol vitamines en antioxidanten, zijn steeds populairder onder consumenten. Ze zijn ook een van de vele producten waarin Bakker gespecialiseerd is. Het bedrijf dat onderdeel is van Greenyard investeerde onlangs in een nieuwe, geavanceerde sorteerlijn voor mango’s op haar site in Ridderkerk, Nederland, die in 2024 volledig operationeel werd en de toelevering van mango’s volgens specifieke kenmerken mogelijk maakt.
De sorteerlijn maakt gebruik van een reeks moderne technieken om verschillende kwaliteiten te onderscheiden. Elke individuele mango wordt met een geluidssensor bewerkt en zacht beklopt om de hardheid ervan te bepalen, terwijl meer dan 100 foto’s worden genomen om de exacte kleur en het kaliber te bepalen. Op deze manier kan Bakker
mango’s leveren die exact aan de specificaties van de klant en de marktvoorkeur voldoen; sommige klanten geven de voorkeur aan kleinere en zachtere mango’s dan andere. In sommige landen is de kleine rode blos een must, in andere landen niet.
De nieuwe sorteerlijn genereert ook een grote hoeveelheid data waarmee Bakker gedetailleerde kwaliteitsanalyses kan uitvoeren voor elke batch, teler en regio. Die analyses bieden zowel aankopers als telers waardevolle inzichten waardoor de volledige toeleveringsketen stelselmatig geoptimaliseerd kan worden, met een consistentere, betere kwaliteit en minder afval in de keten.
EEN NIEUWE SORTEERLIJN VOOR MANGO’S
DE LA CRÈME WORDT DEEL VAN GREENYARD-FAMILIE
25 jaar expertise in zuivelvrije pure-plant verwennerij
Martijn Dingenen, Operations Manager bij Greenyard Hasselt
In april 2024 nam Greenyard Crème de la Crème over en integreerde het bedrijf in haar Frozen-divisie en commerciële systeem: Greenyard Hasselt was geboren. Het Belgische bedrijf ontwikkelde en produceerde meer dan 25 jaar lang zuivelvrij ijs, gelato, sorbets en bevroren desserts. De extra capaciteit en hun productie- en productexpertise zijn cruciaal voor de verdere uitbreiding van het pure-plant assortiment van Greenyard.
De marktvraag naar bevroren pure-plant desserts groeit. Kwaliteit blijft de belangrijkste succesfactor. De smaak, textuur en bite moeten precies goed zijn. Om dit te bereiken, is elk detail belangrijk. Het toevoegen en mengen van de juiste ingrediënten op precies het juiste moment en de juiste temperatuur zijn essentieel.
Het bedrijf beheerst deze kunst als geen ander, en ontwikkelt en produceert honderden zuivelvrije innovaties als huismerkpartner voor retailers en foodservicebedrijven, waaronder schepijs, ijsjes op een stokje, smoothies op een stokje en sorbets. Als Greenyard Hasselt produceren ze ook de nieuwe Gigi-potjes, die in de lente van 2025 geïntroduceerd werden en in twee smaakcombinaties verkrijgbaar zijn: witte pompoen, banaan en kaneel en komkommer, avocado en dille.
“Zelfs in een bijzonder innoverende markt onderscheidt Gigi zich als een uniek, baanbrekend concept,” zegt Martijn Dingenen, Operations Manager bij Greenyard Hasselt. “Niet alleen om de romige, zachte textuur, maar ook om de combinatie van groenten- en fruitsmaken. Als je Gigi eenmaal geproefd hebt, wil je er meer van.”
CRÈME
Innoveren voor een gezondere toekomst
Groenten en fruit zijn de voeding van de toekomst, al waren ze altijd al onderdeel van ons dieet. Ze helpen ons niet alleen gezonder te leven dankzij hun hoge voedingswaarde.
Ze spelen ook een cruciale rol in de strijd tegen de klimaatverandering: ze hebben veel minder energie, water, grond en natuurlijke grondstoffen nodig dan eender welke andere voedselcategorie. Als belangrijke speler in de wereld van groenten en fruit is Greenyard goed geplaatst om als katalysator op te treden in de transitie naar gezondere en duurzamere voeding.
Onze innovatiestrategie draait rond het creëren van producten die voldoen aan de voortdurend veranderende verwachtingen van consumenten, met als ultieme ambitie om groenten en fruit op alle borden te krijgen, als belangrijkste onderdeel van de moderne maaltijd. Variatie, voedingswaarde, gebruiksgemak en vooral een geweldige smaak staan centraal in ons aanbod.
Beschikbaar en betaalbaar voor iedereen
We vinden dat de vele voordelen van groenten en fruit beschikbaar en betaalbaar moeten zijn voor iedereen. We werken nauw samen met onze telers en retailklanten om onze toeleveringsketen te stroomlijnen en te garanderen dat de best mogelijke producten op het juiste moment verkrijgbaar zijn, met de juiste kwaliteit en voor de juiste prijs. Zodat de gezonde keuze ook de gemakkelijke keuze is.
Een voedzame maaltijd op tafel zetten zou niet moeilijk of tijdrovend moeten zijn. Door productinnovatie zoeken we nieuwe manieren om groenten en fruit in onze veranderende levensstijl in te passen: consumenten eten meer tussendoor en onderweg en geven de voorkeur aan voeding die zowel gemakkelijk als voedzaam is. Voorgesneden of verwerkt; vers, diepgevroren of bereid; handig verpakt of als maaltijdpakket: wij hebben oplossingen voor elk budget en elke smaak, voor dagelijkse kost en voor speciale gelegenheden met vrienden en familie.
Mensen inspireren met nieuwe
eetervaringen
De natuur biedt ons een ongelooflijke variëteit aan smaken, kleuren en texturen, met eindeloze mogelijkheden voor pure-plant productening. Onze voedingsexperts halen inspiratie uit lokale tradities én de nieuwe trends in de wereldkeuken om nieuwe, eetervaringen te creëren in verse, diepgevroren en bereide producten, altijd trouw blijvend aan de natuurlijke kracht van groenten en fruit.
Nieuwe momenten creëren om van pure-plant te genieten
Uiteindelijk willen we mensen de hele dag door begeleiden met een pure-plant oplossing voor elk mogelijk eetmoment, van het ontbijt tot een late snack, van het aperitief tot het dessert. Ondertussen creëren we geheel nieuwe categorieën en herdefiniëren we hoe gezonde voeding smaakt en eruitziet.
De geboorte van een nieuw merk, pure-plant met een twist
Cedric Pauwels, Group Marketing, Communications & Public Affairs Director
Marktonderzoek toont aan dat smaak, genieten en prijs de belangrijke drivers zijn in onze aankoop van voeding. De bestaande categorie van plantaardige voeding wordt soms als ultra-bewerkt, smaak- en textuurloos gezien, en bovendien als duur beschouwd. Daarom wil Greenyard het anders doen. In 2024 bereidde Greenyard de introductie van een nieuw merk voor, waarmee we de pure-plant categorie voor snacks en avondmaaltijden herdefiniëren en extra consumptiemomenten voor groenten en fruit creëren.
PlanTasty is gericht op de natuurlijke smaak en bite van groenten, een echt pure-plant mondgevoel. Maar het staat ook voor value-for-money en gebruiksgemak. We willen een hoge voedingswaarde voor iedereen betaalbaar maken en de producten kunnen eenvoudig in elke keuken bereid worden. De eerste twee productassortimenten zijn momenteel verkrijgbaar bij een aantal Belgische retailers. Rondini’s zijn diepgevroren groenten in plakjes
met 75% echte stukjes groenten, die als hoofdgerecht of in een broodje geserveerd kunnen worden. Ze zijn in twee variëteiten verkrijgbaar: knolselder en wortel met zoete aardappel. De Croquettes zijn diepgevroren, knapperige snackhapjes, verkrijgbaar in twee wereldsmaken: knolselder met Indiase curry en barbecue-wortel.
“Hoewel de Rondini’s en de Kroketjes allebei diepvriesproducten zijn, is PlanTasty opgezet als een merk voor al onze divisies en zijn er al plannen voor een assortiment in Prepared. Een interessant feit: marktonderzoek toont aan dat de helft van de Belgische huishoudens bereid zou zijn om producten uit ons PlanTasty-assortiment te kopen. Dit geeft aan dat ze een breed publiek aanspreken en een sterk potentieel hebben om nieuwe kopers aan te trekken en de categorie te laten groeien,” stelt Cedric Pauwels, Group Marketing, Communications & Public Affairs Director.
MET ONZE KLANTEN GROEIEN IN CONVENIENCE
Vers, eenvoudig en creatief
Valentijn Verhaeghe, Business Unit Manager Convenience bij Greenyard Frozen
Convenience is een belangrijke categorie binnen de Frozendivisie van Greenyard, die blijft groeien. Meer dan één derde van de omzet van de divisie is nu afkomstig van convenience producten, bevroren fruit en ijs. “De perceptie van consumenten ten aanzien van de diepvriescategorie verandert. Waar vroeger de diepvriesvakken in de supermarkt vol lagen met friet, ongezonde snacks en ijs, werken we nu samen met onze retailklanten om meer ruimte te creëren voor gezonde, pure-plant innovaties,” zegt Valentijn Verhaeghe, Business Unit Manager Convenience voor de Frozen-divisie.
Als private label -partner zijn deze innovaties altijd het resultaat van een nauwe samenwerking met klanten. Soms zijn ze gebaseerd op hun specifieke vragen, maar we presenteren ook proactief nieuwe ideeën en recepten, gebaseerd op nieuwe trends die onze chef-koks en
teams oppikken. De laatste tijd ligt de focus op eiwitrijke producten, pure-plant maaltijdcomponenten en bowls
“Het assortiment dat we voor een grote Duitse retailer hebben ontwikkeld, is een goed voorbeeld van onze aanpak. Het is een volledig pure-plant assortiment, dat groenten, peulvruchten en granen zoals bulgur, quinoa en boekweit combineert met verschillende kruiden voor een extra smaakbeleving. Consumenten kunnen ze serveren als een complete maaltijd, maar ook als gezond bijgerecht. Het assortiment is een paar jaar geleden opgezet voor de Duitse markt als eenmalig promotieartikel. Vandaag wordt het in meer dan 15 landen verkocht. In de zomer van 2025 lanceren we een nieuwe referentie in het assortiment, waarmee we verder bouwen op dit succes,” zegt Valentijn Verhaeghe, Business Unit Manager Convenience bij Greenyard frozen.
SAMEN
Mensen zijn de drijvende kracht achter ons bedrijf
Mensen zijn de drijvende kracht achter ons bedrijf, waarin nauwe samenwerking en lange-termijn partnerships een cruciale rol spelen. Maar bovenal draait het om passie voor lekker en gezond eten. Greenyard heeft vandaag een zeer divers personeelsbestand met meer dan 80 nationaliteiten, die verschillende talen spreken en in 21 verschillende landen werken. Ondanks hun verschillen in achtergrond, opleiding en vaardigheden hebben ze allemaal één ding gemeen: ze maken deel uit van de Greenyard-familie. Door hun harde werk, hun kennis en hun passie is onze Groep uitgegroeid tot wat het vandaag de dag is. We is onze taak om elk van onze werknemers te ondersteunen, te verbinden en te versterken en een werkplek te creëren waar ze hun talent volledig kunnen ontplooien en hun kennis kunnen delen. Een veilige plek waar iedereen zich gerespecteerd voelt, met kansen om te groeien en aan onze purpose bij te dragen.
Kennis delen
Door voortdurende training en ontwikkeling van hun vaardigheden krijgen onze medewerkers de kennis en het zelfvertrouwen om optimaal te presteren. Dit verbetert niet alleen onze productiviteit en de kwaliteit van onze producten, maar draagt ook bij aan de tevredenheid van onze medewerkers en de groei van het bedrijf op de lange termijn. Kennis delen en van elkaar leren is ook de rode draad door onze Group Development Programs, die medewerkers stimuleren om verder te kijken dan hun eigen entiteit en hun eigen expertisedomein en samen met collega’s aan strategische thema’s te werken. Interne groei is een ander belangrijk focusdomein, waarvan we dit jaar talrijke voorbeelden hebben gezien op alle niveaus, divisies
en entiteiten binnen de Groep. Ten slotte werd in 2024 de Greenyard Academy geïntroduceerd bij Greenyards Bakker-divisie. Hierin zijn alle tools en informatie voor de persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers op één platform samengebracht.
Veiligheid op de werkplek
Een gezonde, veilige werkplek is een absolute prioriteit voor ons bedrijf. Onze robuuste managementsystemen bewaken het welzijn van medewerkers, klanten en bezoekers en beperken werk gerelateerde letsels en ziektes tot een absoluut minimum. Wij promoten actief een sterke veiligheidscultuur. In 2024 hebben we een grote Internal
Transport Campaign gelanceerd, met de implementatie van Behaviour-Based Safety (BBS, veilig gedrag) voor al onze chauffeurs – voor alle sites, fabrieken en magazijnen in al onze divisies. Op verschillende locaties werden ook veiligheidsdagen georganiseerd voor medewerkers, met waardevolle inzichten en opleidingen over veiligheid op de werkplek.
Diversiteit stimuleert groei
We zijn ervan overtuigd dat diversiteit innovatie stimuleert en ons helpt om de consumenten voor wie we werken, beter te begrijpen. Aangezien we in meer dan 80 landen inkopen en verkopen, moet onze organisatie die diversiteit in onze markten ook weerspiegelen. Wanneer mensen met verschillende achtergronden samenwerken, kunnen we bovendien veel sneller blinde vlekken, vooroordelen en onjuiste aannames herkennen.
Ons comité voor diversiteit, gelijkheid en inclusie (Diversity, Equity & Inclusion, DE&I), dat een paar jaar geleden werd opgericht, bestaat uit medewerkers van verschillende niveaus, landen en divisies die een inclusieve cultuur willen bevorderen. Het comité bepaalde onze eerste drie focuspunten: de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, toename van het aantal vrouwen in een leidinggevende functie en het verwelkomen van culturele verschillen op de werkvloer.
Alle medewerkers hebben een belangrijke rol te spelen in het bevorderen van een inclusieve omgeving, op elk niveau van ons bedrijf. Door een ondersteunende werkomgeving richten we ons op het ontwikkelen van een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen op alle niveaus en op het behouden van medewerkers in alle leeftijdscategorieën. Greenyard is ook een actieve aanbieder van werkgelegenheid voor de sociale economie, waarvoor we veel mogelijkheden creëren in verschillende lagen van de organisatie.
INCLUSIE OP DE WERKVLOER
Greenyard Frozen UK is een erkende Disability Confident Employer
Laura Dixon, Communication & Community Projects Manager bij Greenyard Frozen UK
Op de site van Greenyard Frozen UK in Boston, Verenigd Koninkrijk, werken op onze verpakkingsafdeling zes dove collega’s in verschillende functies, van teamleider tot pallettruckbestuurder. Deze collega’s werken al jaren voor het bedrijf en zijn bijzonder waardevolle leden van ons team.
Naar schatting lijden 11 miljoen mensen in het Verenigd Koninkrijk in bepaalde mate aan gehoorverlies, waarmee dit de op één na meest voorkomende beperking in het land is. Helaas is dit een onzichtbare beperking die vaak onopgemerkt blijft, waardoor mensen met gehoorverlies vaak genegeerd of vergeten worden. Een onderzoek uit 2014 constateerde dat 75% van de respondenten vond dat hun arbeidsmogelijkheden beperkt werden door hun gehoorverlies. 70% was het ermee eens dat gehoorverlies een negatieve invloed had op hun capaciteit om zich volledig te ontplooien in hun werk.
“Als erkende Disability Confident Employer zijn we er trots op dat we al onze medewerkers gelijke kansen bieden en extra ondersteunen waar dat nodig is. We hebben niet alleen een ploeg van zes dove werk nemers op een verpakkingslijn op onze site, we ondersteunen ze ook met professionele doventolken, software voor doven (sign live links) en communicatie-apps. We betrekken ook onze horende werknemers met workshops over gebarentaal en effectieve communicatie. Door wederzijds begrip te bevorderen, creëren we een inclusieve werkplek waar iedereen zich gewaardeerd voelt en diversiteit wordt verwelkomd als een manier om nieuwe perspectieven te koesteren,” zegt Laura Dixon, Communication & Community Projects Manager bij Greenyard frozen UK.
VERHOOGD JURIDISCH BEWUSTZIJN DANKZIJ INTERNE TRAINING EN PROCEDURES
Duidelijke overeenkomsten zorgen voor succesvolle samenwerkingen
Elissa Lippens, Group Legal Director
De juridische afdeling van de Greenyard Group ondersteunt en adviseert iedereen die binnen het bedrijf werkzaam is bij alle kleine of grote juridische zaken, van leasingcontracten voor bedrijfswagens en tenders voor exotisch fruit in Ecuador tot de onderhandelingen voor de bouw van een nieuw distributiecentrum.
Binnen het Centurio-project traint het juridische team van de Groep collega’s in de basisbegrippen van het recht, om hun bewustzijn te verhogen en ze te begeleiden in hun dagelijkse activiteiten. Niet alleen organiseert de afdeling trainingen, ze zorgen ook voor standaard contractmodellen en gestroomlijnde goedkeuringsprocedures.
“Wij geloven in het belang van een proactieve benadering in juridische zaken. Ons motto is ‘het zekere voor het onzekere’. Vanaf het begin een duidelijke, heldere overeenkomst opstellen leidt tot soepelere samenwerking en beperkt het risico op misverstanden en conflicten. Dit is cruciaal in onze activiteiten, die afhankelijk zijn van nauwe samenwerkingen met talrijke stakeholders,” vertelt Elissa lippens, Group legal Director bij Greenyard.
Zelfvertrouwen dankzij persoonlijke ontwikkeling
Bakker heeft de eerste stap gezet in de ontwikkeling van de Greenyard Academy, een platform voor levenslang leren en persoonlijke ontwikkeling binnen de groep. Eind 2024 ging het platform live op de sites van de Bakker-divisie. De plannen voor ingebruikname van de Academy bij andere Greenyard-divisies wereldwijd zijn al ver gevorderd.
Het idee achter de Greenyard Academy is om alle informatie en tools voor de persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers te verzamelen op één enkel platform. Productkennis, veiligheidsinstructies, taalcursussen, bedieningshandleidingen voor machines en productielijnen, trainingsprogramma’s, kortom, alles wat nodig is om te groeien en ontwikkelen als persoon, collega en werknemer.
De Greenyard Academy zorgt er niet alleen voor dat er altijd één enkele versie van de waarheid binnen de groep circuleert, maar stelt mensen ook in staat om de controle te nemen over hun carrière, zich te verder te ontwikkelen in hun huidige functie en zich voor te bereiden op de volgende stappen.
Sustainability Statements
De duurzaamheidsrondetafel
Improving life –de Greenyard-aanpak
Groenten en fruit – pure-plant voeding – zijn vanaf het begin onze kernactiviteit geweest en daarmee staat duurzaamheid in het hart van alles wat we doen. Maar hoe kunnen we de impact in onze dagelijkse activiteiten beperken? En hoe waarborgen we duurzaamheid in onze waardeketen? Om deze vragen te beantwoorden, hebben we een ronde tafel belegd met de Managing Directors van onze vier divisies en onze Group Sustainability Director.
Hoe draagt onze purpose – to improve life – bij aan een gezondere en duurzamere samenleving?
Olivier Galard, Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director bij Greenyard: “Iedereen is het erover eens dat een globale transitie van onze eetgewoontes noodzakelijk is, zowel voor onze gezondheid als voor de duurzaamheid van onze voedselketens. Groenten en fruit zijn niet alleen de basis van elke gezonde voeding, ze zijn ook de beste manier om de groeiende wereldbevolking te voeden binnen de limieten van onze planeet – ze hebben minder waardevolle ruimte en grondstoffen nodig dan welke andere voedselcategorie ook. Samen met onze klanten en andere stakeholders zetten we ons in om de pure-plant categorie verder te ontwikkelen, groenten en fruit de kern van onze voeding te maken en ervoor te zorgen dat de gezonde keuze de gemakkelijke keuze voor de consument is.”
Hoe verminderen we onze impact in onze dagelijkse activiteiten?
Anna Jęczmyk , Managing Director bij de Greenyard Frozen-divisie: “Allereerst hebben we duidelijke en ambitieuze doelstellingen om het energie- en waterverbruik te verminderen, het gebruik van hernieuwbare energie te verhogen en afval in al onze activiteiten te vermijden. Duurzaamheid is ook een belangrijk criterium in elke investering die we doen. Om een voorbeeld te geven voor onze divisie: we hebben de intentie op een nieuwe waterbehandeling- en hergebruikinstallatie te bouwen op onze site in Westrozebeke, waarmee we jaarlijks 200 000 m 3 water gaan besparen. Dat is een cruciaal project in een regio met een groeiend watergebrek.”
Hebben we plannen om een koolstofneutraal bedrijf te worden en waar liggen onze grootste uitdagingen op dit vlak?
Johnny Van Holzaet, Managing Director bij de Greenyard Prepared-divisie: “In 2024 presenteerden we een integraal plan voor gefaseerde elektrificatie van onze fabriek in Bree, in België. De afgelopen jaren hebben we ons elektriciteitscontract al omgezet naar 100% groene elektriciteit en we hebben onlangs 7 500 zonnepanelen geplaatst, dat zijn er nu in totaal 9 000. Het volgende speerpunt is de geleidelijke elektrificatie van productieprocessen die op aardgas draaien. Dat wordt een behoorlijke uitdaging, zowel economisch als technisch. De elektriciteitsprijzen zijn nog steeds minstens twee keer zo hoog als die van aardgas, terwijl voor de transitie van onze energie-intensieve processen aanzienlijke investeringen nodig zijn. We moeten ook een groter elektrisch vermogen binnenbrengen in onze fabriek als we een e-boiler in gebruik willen nemen. Een oriënterende studie is momenteel lopende bij een energiepartner. We hebben er dan ook vertrouwen in dat we in de komende jaren veel vooruitgang kunnen boeken.”
Olivier Galard ↑
Johnny Van Holzaet ↗
Anna Jęczmyk →
Hoe draagt ons Mond-tot-Grondbedrijfsmodel bij aan de duurzaamheid van ons bedrijf en onze waardeketen?
Maarten van Hamburg , Managing Director van de Bakker-divisie: “Onze Geïntegreerde Klantenrelaties geven ons veel meer mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid. Door van Mond-tot-Grond te werken, creëren we een vraaggestuurde toeleveringsketen waarin verspilling tot een absoluut minimum beperkt is. Dat is in iedereens voordeel: de retailer, de boer en de consument. Onze end-to-end -aanpak stelt ons ook in staat om toonaangevende duurzaamheidsprogramma’s op te zetten.”
Hoe nemen we onze verantwoordelijkheid ten aanzien van onze waardeketen en met name onze telers?
Charles-Henri Deprez , Managing Director van de Greenyard Fresh-divisie: “We mogen nooit vergeten dat we een belangrijke sociale verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de vele mensen die in onze waardeketen werken. We moeten ervoor zorgen dat iedereen in veilige en gezonde omstandigheden kan werken en beloond wordt voor hun harde werk, ook de mensen die aan de andere kant van de wereld het fruit plukken. Het is onze plicht om de telers te helpen zich aan extreme weersomstandigheden en de klimaatverandering aan te passen. De bescherming van de biodiversiteit en het verminderen van onze impact op de natuurlijke ecosystemen is op de lange termijn net zo essentieel. Er is geen pure-plant toekomst zonder een gezonde landbouwsector.”
In de nieuwste editie van ons Duurzaamheidsrapport geven we onze stakeholders een uniek inzicht in onze activiteiten en de manier waarop we onze duurzaamheidsstrategie in de praktijk brengen. Overeenkomstig de nieuwe CSRDrichtlijnen voor maximale transparantie rapporteren we over de acties die we in AY 24/25 ondernamen en de voortgang die we maken op onze doelstellingen voor koolstofemissies, waterverbruik, afvalvermindering en sociale verantwoordelijkheid. We hopen dat we hiermee waardevolle inzichten bieden aan onze lezers in hoe we het leven van iedereen in onze waardeketen verbeteren.
“ Groenten en fruit zijn niet alleen de basis van elke gezonde voeding, ze zijn ook de beste manier om de groeiende wereldbevolking te voeden binnen de limieten van onze planeet – ze hebben minder waardevolle ruimte en grondstoffen nodig dan welke andere voedselcategorie ook.”
Olivier Galard
Charles-Henri Deprez →
← Maarten van Hamburg
Algemene informatie over duurzaamheid
Grondslag voor het opstellen van informatie
BP-1, BP-2
Het duurzaamheidsverslag van Greenyard is opgesteld op geconsolideerde basis voor de Groep. De scope van consolidatie voor het duurzaamheidsverslag is consistent met de jaarrekening. Het omvat materiële informatie met betrekking tot de upstream en downstream waardeketen van de Groep in verband met de materiële onderwerpen die zijn geïdentificeerd in de beoordeling van de impacts, risico's en kansen op basis van het principe van dubbele materialiteit (DMA). Meer informatie over onze waardeketen vindt u in het gedeelte over de materialiteitsbeoordeling. We hebben geen informatie weggelaten vanwege lopende onderhandelingen, noch hebben we informatie weggelaten vanwege intellectueel eigendom.
We hebben ons boekhoudbeleid inzake duurzaamheid consistent toegepast gedurende het boekjaar, evenals voor vergelijkende cijfers. In de meeste situaties geven we vergelijkende cijfers, maar waar nieuwe indicatoren geïmplementeerd werden in AY 24/25, zijn er geen vergelijkende cijfers beschikbaar.
Sommige maatstaven zijn onderhevig aan meetonzekerheid of worden gedeeltelijk berekend met behulp van schattingen van de waardeketen. Meetonzekerheid komt voornamelijk voort uit conversies die worden toegepast om de invoergegevens te harmoniseren die worden gebruikt in de Scope 3 broeikasgasemissies (BKG-emissies) en aan het gebruik van hulpbronnen gerelateerde maatstaven. Schattingen van de waardeketen komen vooral voor in de Scope 3 BKG-emissies en enkele aan het gebruik van hulpbronnen gerelateerde maat-staven. Meer informatie over schattingen van de waardeketen en meetonzekerheden wordt vermeld in het boekhoudbeleid voor de betreffende maatstaven en Bijlage 4. Geen enkele maatstaf is gevalideerd door een andere externe instantie dan de verzekeraar.
In tegenstelling tot eerdere verslagperioden, waarin wij rapporteerden volgens de normen van het Global Reporting Initiative (GRI), hebben wij deze duurzaamheidsverklaringen opgesteld volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). De belangrijkste effecten van deze verandering hebben betrekking op aanvullende toelichtingen over beleid, acties, maatstaven en doelen met betrekking tot materiële duurzaamheidskwesties. De herformuleringen van cijfers van voorgaande perioden of basiscijfers worden, waar van toepassing, vermeld onder de relevante maatstaf.
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in het duurzaamheidsverslag van de onderneming
In Bijlage 1 vindt u een index van alle ESRS toelichtingsvereisten in ESRS 2 en de acht thematische standaarden die voor Greenyard van belang zijn. Sommige informatie is opgenomen door middel van verwijzing naar andere hoofdstukken van het jaarverslag; een overzicht van deze informatievereisten is beschikbaar in Bijlage 2. Bijlage 3 geeft een lijst van alle datapunten die voortvloeien uit andere EU-wetgeving zoals vermeld in ESRS 2, Bijlage B.
E2 Verontreiniging en S3 Getroffen gemeenschappen werden als niet-materiële onderwerpen beschouwd in onze Dubbele Materialiteitsbeoordeling (DMA) in 2024. Relevante aspecten met betrekking tot vervuiling zijn opgenomen in de materiële onderwerpen E3 Water en mariene hulpbronnen en E4 Biodiversiteit en ecosystemen. We zullen onze impacts, risico's en kansen met betrekking tot deze onderwerpen blijven volgen en beoordelen, en hun materialiteit zal elk jaar opnieuw worden beoordeeld als onderdeel van ons jaarlijkse DMA-proces.
Governance
GOV-1, GOV-2, GOV-3
Het uitvoerend management van Greenyard is eindverantwoordelijk voor de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf en houdt toezicht op de visie, het bestuur en de implementatie ervan. Het keurt de programma's, algemene doelstellingen en middelen van de Groep goed; en informeert regelmatig de Raad van Bestuur over de prioriteiten en prestaties. De Group Sustainability, Quality, Health & Safety Director coördineert de inspanningen op Groepsniveau en rapporteert rechtstreeks aan de CEO.
De Sustainability en Health & Safety Group-functies rapporteren aan onze Group Sustainability, Quality, Health & Safety Director. De HR-directeur van de Groep is verantwoordelijk voor de HR-aspecten van de eigen operatie, waaronder diversiteit, gelijkheid en inclusie. De Governance & Compliance Groupfunctie is verantwoordelijk voor bepaalde sociale en bestuurlijke zaken en rapporteert aan de Chief Financial Officer (CFO). Onze CFO houdt ook toezicht op onze duurzaamheidsgerelateerde financiële activiteiten en rapportage.
In elke entiteit en/of divisie leiden en beheren lokale duurzaamheidsfuncties de betreffende duurzaamheidsprogramma's of -initiatieven, die zijn ingebed in de lokale organisatie en worden ondersteund door het managementteam van de lokale entiteit. Zij vormen een bredere duurzaamheidsgemeenschap die elk kwartaal bijeenkomt om deze afstemming te ondersteunen en initiatieven binnen hun activiteiten te stimuleren. De duurzaamheidscommissie brengt vertegenwoordigers van belangrijke divisies, entiteiten en senior corporate functies samen om lokale benaderingen af te stemmen op Greenyard's gedeelde duurzaamheidsvisie en uitvoeringsplannen. Dit zorgt voor een gestroomlijnde uitvoering van de duurzaamheidsstrategie van Greenyard.
Duurzaamheid is verankerd in de missie en strategie van Greenyard en vastgelegd in een roadmap met tijdgebonden doelstellingen. Sinds AY 22/23 is de implementatie van deze roadmap gekoppeld aan de prestatie-evaluaties en incentives van het executive management en de managing directors. Alle collega's die bijdragen aan het verduurzamen van onze producten en onze activiteiten spelen een actieve rol in het behalen van onze doelstellingen.
De implementatie van de duurzaamheidsroadmap is ook structureel opgenomen in de agenda van het Greenyard Leadership Team, dat bestaat uit de CEO, CFO, divisiedirecteuren en de belangrijkste bedrijfsfuncties. Ieder kwartaal wordt de voortgang gerapporteerd en besproken met de Raad van Bestuur. In het verslagjaar werden onder meer volgende Impacts, risico's en kansen aangepakt: CO2-uitstoot, waterverbruik, voedselverspilling, de inkoop van verpakkingsmaterialen en de arbeidsomstandigheden in de waardeketen.
Andere informatie over governance is opgenomen door middel van verwijzing naar de Verklaring van deugdelijk bestuur en het Remuneratieverslag, zie ook Bijlage 2.
GOV-4 Duurzaamheid due diligence -verklaring
Als wereldwijd marktleider in groenten & fruit zijn wij ons volledig bewust van onze verantwoordelijkheden binnen de voedselwaardeketen met betrekking tot de producten en diensten die wij aan onze klanten leveren, evenals tegenover alle andere betrokken stakeholders in onze waardeketen. We evalueren en beperken de risico's in onze eigen activiteiten en toeleveringsketens en werken er dagelijks aan om te voldoen aan al onze verplichtingen op het gebied van wet- en regelgeving, ethiek, milieu, maatschappij en gezondheid en veiligheid.
In 2022 is Greenyard begonnen met het formaliseren van de due diligence -benadering op het gebied van duurzaamheid door naast de Gedragscode voor Werknemers ook een Gedragscode voor Leveranciers te ontwikkelen. In 2025 publiceerden we ons due diligencebeleid op het gebied van duurzaamheid, waarin de huidige stand van zaken en de prioriteiten van de Groep voor de nabije toekomst worden samengevat, in het volle besef dat de verwachtingen van stakeholders met betrekking tot due diligence dynamisch blijven.
Onze due diligence -benadering richt zich zowel op onze eigen activiteiten als op onze toeleveringsketen en houdt rekening met zowel ecologische als sociale duurzaamheidsaspecten. Het is geïnspireerd op zowel het due diligence -kader dat is vastgelegd in de OESOrichtlijnen voor multinationale ondernemingen als op de richtlijnen van internationale instrumenten op het gebied van mensenrechten en verantwoordelijk zakelijk gedrag.
Kernelementen van due diligence
Due diligence integreren in governance, strategie en businessmodel
Getroffen stakeholders betrekken bij alle belangrijke stappen van de due diligence
Alinea’s in het duurzaamheidsverslag
ESRS 2 GOV-2
ESRS 2 GOV-3
ESRS 2 SBM-3
ESRS 2 SBM-2
ESRS 2 IRO-1
Sociaal: ESRS S1-2; ESRS S2-2; ESRS S4-2 negatieve impacts in kaart brengen en beoordelen
ESRS 2 IRO-1
ESRS 2 SBM-3
Milieu: E1 IRO-1; E3 IRO-1; E4 IRO-1; E5 IRO-1
Sociaal: S1-3; S2-3; S4-3
Governance: G1 SBM-3
maatregelen nemen om die negatieve impacts aan te pakken
De effectiviteit van deze inspanningen monitoren en daarover communiceren
Milieu: E1-3; E3-2; E4-3; E5-2
Sociaal: S1-4; S2-4; S4-4
Governance: G1-3
milieu: E1-4; E1-6; E3-3; E4-4; E5-3; E5-4; E5-5
Sociaal: S1-4; S1-5; S2-4; S2-5; S4-4; S4-5
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage
Ons duurzaamheidsrapportageproces wordt geleid door een Group Sustainability Reporting Manual waarin de rollen en verantwoordelijkheden, vereiste gegevenspunten en rapportagefrequentie zijn vastgelegd. We hebben onze eigen tool voor gegevensverzameling en rapportage ontwikkeld, die voldoet aan de auditvereisten en dezelfde consolidatiebenadering garandeert als ons financiële rapportageproces. Alle gegevenspunten zijn duidelijk gedefinieerd en jaarlijkse trainingssessies zorgen ervoor dat alle gebruikers op de hoogte zijn van nieuwe functies. De frequentie voor het verzamelen van gegevens is maandelijks voor belangrijke prestatie-indicatoren en jaarlijks voor andere indicatoren.
Om de risico's van duurzaamheidsrapportage effectief aan te pakken en te voldoen aan de vereisten voor beperkte zekerheid, hebben wij robuuste processen en interne controleprocedures ontwikkeld voor de duurzaamheidsmeetpunten. We houden procesdocumentatie en bewijs van controleprocedures bij om onze controle, afstemming en validatie van de gerapporteerde gegevens aan te tonen. De invoer wordt elk kwartaal beoordeeld, waarbij de nadruk ligt op de consistentie van de gegevens en het begrijpen van uitschieters, om ervoor te zorgen dat de gegevens van elke divisie, entiteit en locatie op een consistente manier worden verzameld. Aan het einde van het jaar dienen alle entiteiten een jaarlijks auditformulier in waarin alle materiële afwijkingen worden uitgelegd. De duurzaamheidsteams op Groeps- en lokaal niveau worden hierin ondersteund door de financiële teams.
Het maand- en kwartaalrapportageschema loopt parallel met de financiële rapportage op Groepsniveau en stelt het management in staat om de prestaties te analyseren, trends en afwijkingen op te sporen en de activiteiten in de juiste richting te sturen. De duurzaamheidsprestaties worden elk kwartaal gerapporteerd aan het Leadership Team en de Raad van Bestuur. Het Auditcomité wordt periodiek (minstens twee keer per jaar) geïnformeerd over het duurzaamheidsrapportageproces en de opmerkingen van het beperkte zekerheidsproces.
Strategie & businessmodel
SBM-1
Groenten en fruit een groter deel van ons dagelijks dieet laten uitmaken is de beste keuze voor onze gezondheid en de meest duurzame keuze voor de planeet. Om dit te bevorderen is het belangrijk dat groenten en fruit beschikbaar en betaalbaar zijn. Wij geloven dat dit het beste bereikt kan worden door onze unieke Vorktot-Veld-aanpak. Het is zowel de ruggengraat van ons Integrated Customer Relationship (ICR)-model als een drijvende kracht achter duurzaamheid.
Greenyard fungeert als schakel in de voedselvoorzieningsketen en optimaliseert alle onderdelen van de keten: van de boerderijen van onze telers tot aan de supermarkten of restaurants waar consumenten genieten van onze gezonde, pure-plant producten. Door onze schaalgrootte en ons uitgebreide netwerk van telers kunnen wij het transport vanuit de hele wereld naar onze distributiecentra en productielocaties optimaliseren.
Samen met onze klanten bepalen we vóór elk seizoen hun specifieke behoeften en brengen we hen in contact met de best mogelijke telers om het hele jaar door programma's te ontwikkelen. Tijdens het groeiseizoen staan we voortdurend in contact met telers en retailers om de vraag en het aanbod van de natuur op elkaar af te stemmen. Deze manier van werken zorgt voor een efficiënte en duurzame voedselvoorzieningsketen met een lage impact op het milieu. En omdat deze manier van werken geoptimaliseerd is en weinig afval oplevert, is het ook de meest economische manier van werken, die ervoor zorgt dat groenten en fruit voor iedereen toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar zijn.
Inkoopvoetafdruk
De consumenten van vandaag verwachten dat hun favoriete groenten en fruit het hele jaar door beschikbaar zijn. Greenyard heeft een sterk wereldwijd netwerk van telers en leveranciers opgebouwd. Met de meeste van deze telers werken we al heel lang samen. We werken met hen samen en geven hen feedback, wat resulteert in een constante aanvoer van producten van hoge kwaliteit voor onze klanten.
Voor al onze producten zoeken we naar de plaatsen waar we ze het beste kunnen telen. Het merendeel van het fruit en de groenten voor onze diepvries- en bereide producten komt van velden binnen 150 kilometer van onze productielocaties. Als producten langere afstanden van het veld naar de markt moeten afleggen, richten we ons op de optimalisatie van het transport en de beste omstandigheden om verspilling in de voedselwaardeketen tot een minimum te beperken. Wij kopen meer dan 2 600 000 ton groenten en fruit in uit 90 landen.
Operationele voetafdruk
Bij Greenyard beschikken we over een uitgebreid netwerk van geavanceerde servicecentra en productielocaties, verspreid over onze kernmarkten en onze teeltgebieden. Onze kernactiviteiten bevinden zich in België, Brazilië, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Zie hoofdstuk S1 Eigen personeel voor een uitsplitsing van de werknemers per land.
kennis van inkoop & diensten klantverwachtingen klant
producten met toegevoegde waarde
Door onze inkoop- en technische expertise te combineren met ons uitgebreide netwerk, hebben wij de capaciteit ontwikkeld om wereldwijd toonaangevende diensten met toegevoegde waarde aan te bieden. We werken nauw samen met enkele van ‘s werelds grootste retailers en foodservicebedrijven en helpen hen hun aanbod uit te breiden, nieuwe markten te ontwikkelen en met succes in te spelen op consumententrends. Dankzij langdurige en solide relaties met retailers kunnen we de consument bij al onze activiteiten centraal stellen.
Deze unieke manier van werken stelt ons niet alleen in staat om het aanbod optimaal af te stemmen op de daadwerkelijke vraag van de consument, maar zorgt er ook voor dat we - samen met onze klanten - de verschuiving naar een gezondere levensstijl en een hogere consumptie van groenten en fruit actief kunnen stimuleren, terwijl we werken aan een steeds duurzamere voedselwaardeketen.
Duurzaamheidsroadmap
De Greenyard’s duurzaamheidsroadmap is een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie. Met ambitieuze doelstellingen voor de vijf aandachtsgebieden die het belangrijkst zijn voor ons bedrijf en onze stakeholders, ondersteunt onze roadmap ons doel voor een beter leven. De roadmap werd in 2021 ontwikkeld in samenwerking met het senior management van onze lokale entiteiten en met het bredere team van duurzaamheidsverantwoordelijken die werkzaam zijn bij de divisies en locaties van de Groep. De aanpak werd goedgekeurd en bekrachtigd door het Greenyard Leadership Team en de Raad van Bestuur.
De roadmap en de doelstellingen zijn ontwikkeld op basis van grondige processen voor het betrekken van stakeholders en materialiteitsbeoordelingen. Sinds 2017 hebben we regelmatig materialiteitsbeoordelingen uitgevoerd om de kwesties die het belangrijkst zijn voor onze stakeholders en onze planeet te identificeren en te prioriteren. Deze beoordelingen hebben de meningen in kaart gebracht van klanten, leveranciers, investeerders, publieke organisaties, consumenten en onze werknemers. De roadmap zal eind 2025 worden herzien, aangezien het streefjaar voor verschillende aandachtsgebieden binnenkort zal worden bereikt.
Klimaatactie 50% vermindering van scope 1 en 2 CO2-emissies tegen AY25/26; 70% tegen AY30/31
70% van de leveranciers (op basis van inkoopuitgaven) hebben doelstellingen voor BKG-vermindering vastgesteld of hebben zich hiertoe verbonden tegen eind 2026
Waterbeheer 10% vermindering in wateronttrekking tegen AY25/26 AY20/21 4 083 4 020 ML
85% van de leveranciers in gebieden met waterstress gecertificeerd voor duurzaam waterbeheer tegen AY30/31
Verantwoord inkopen
100% van telers in landen met een hoog risico gecertificeerd voor sociale verwoordelijkheid tegen AY25/26
100% van de telers in landen met gemiddeld risico gecertificeerd voor sociale verantwoordelijkheid tegen AY30/31
Impact-, Risico- en kansenmanagement
IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordeling
Onze materialiteitsbeoordeling voor 2024 is gebaseerd op het dubbele materialiteitsprincipe, waarbij zowel de impactmaterialiteit als de financiële materialiteit in overweging worden genomen, in overeenstemming met de ESRS-vereisten. Impactmaterialiteit weerspiegelt het inside-out perspectief: de werkelijke of potentiële impacts van Greenyard op mens en milieu op de korte, middellange en lange termijn. Financiële materialiteit weerspiegelt het outside-in perspectief: de belangrijkste duurzaamheidsgerelateerde risico's en kansen voor Greenyard op de korte, middellange en lange termijn.
Als onderdeel van dit proces zijn we in gesprek gegaan met interne en externe stakeholders, waar nodig toegespitst op specifieke activiteiten en regio's die een verhoogd risico op negatieve impacts met zich mee zouden kunnen brengen. De verschillende stakeholders beoordeelden de impactmaterialiteit van onderwerpen door middel van verschillende vormen van betrokkenheid van stakeholders, zoals workshops over zakelijke impact, een werknemerspanel en interviews.
We hebben een lange lijst met duurzaamheidsonderwerpen opgesteld, waarin ook entiteit specifieke onderwerpen zijn opgenomen die mogelijk van materieel belang kunnen zijn voor Greenyard. We onderzochten en verwezen naar inzichten uit internationale rapportagestandaarden, waaronder ESRS, onze eerdere materialiteitsbeoordelingen, rapporten van sectorgenoten, rapporten van beoordelingsinstanties, risicoanalyses en inzichten uit onze interactie met stakeholders. Waar nodig hebben we onderwerpen geclusterd en materialiteitslabels en definities aangepast op basis van feedback van stakeholders.
In een volgende stap evalueerden we de impacts, risico's en kansen die samenhangen met de duurzaamheidsthema's op de shortlist. Voor negatieve impacts beoordeelden we de ernst ervan aan de hand van schaal, reikwijdte en onomkeerbaarheid, en voor positieve impacts aan de hand van schaal en reikwijdte. We gebruikten een vijfpuntsschaal die evaluaties op schaal, reikwijdte en herstelbaarheid standaardiseert. We kenden een score toe aan financiële risico's en kansen op basis van de mogelijkheid om middelen te gebruiken voor groei en voordeel te halen uit relaties met stakeholders versus het risico op voortzetting van het gebruik van middelen en het vertrouwen op de relaties op een schaal van 1-4. De
beoordeling resulteerde in een materialiteitsscore voor elk duurzaamheidsonderwerp.
Na het beoordelen en scoren, konden we door een drempel of afkappunt toe te passen, bepalen welke onderwerpen materieel en welke niet-materieel waren. De drempels werden vastgesteld op een niveau dat ervoor zorgde dat de meest materiële onderwerpen op de juiste manier werden opgenomen in de informatie en werden gevalideerd door de resultaten van onze activiteiten met betrekking tot de betrokkenheid van stakeholders. De resultaten werden gevalideerd en goedgekeurd door het Sustainability Committee en het Leadership Team. Het resultaat van de DMA bevestigde opnieuw de belangrijkste duurzaamheidsthema's in onze duurzaamheidsroadmap en onze bedrijfsstrategie. Elk jaar zullen we onze DMA licht evalueren en bijwerken op basis van deskresearch en navraag bij interne stakeholders om vast te stellen of er uitlokkende gebeurtenissen zijn. We streven ernaar om elke drie tot vier jaar een grondige DMA uit te voeren, tenzij een belangrijke gebeurtenis aanleiding geeft tot een eerdere herbeoordeling.
Verder heeft Greenyard actief steun verleend aan een initiatief van de Europese branchevereniging Freshfel om een sectoraal raamwerk voor dubbele materialiteitsbeoordeling op te stellen. Bij het collectieve proces was een groot aantal partijen uit de waardeketen betrokken en werden stakeholders bereikt die als individuele bedrijven moeilijker te betrekken zijn (NGO's, beleidsmakers). Hoewel het niet in de plaats komt van bedrijfsspecifieke dubbele materialiteitsbeoordelingen, heeft het raamwerk Greenyard meer in detail geïnformeerd over de impacts, risico's en kansen. Toekomstige updates van onze DMA zullen verder worden afgestemd op het sectorale framework.
Het huidige ERM-framework (Enterprise Risk Management) van Greenyard is voornamelijk opgezet met een focus op de financiële impact op gebieden waar Greenyard directe controle heeft. We werken eraan om het DMAproces waar mogelijk af te stemmen op ons ERM. Groepsfuncties, waaronder Group Sustainability, voeren jaarlijks risicobeoordelingen uit met betrekking tot hun gebieden om bij te dragen aan het ERM-proces. DMA-resultaten met betrekking tot risico's worden gebruikt als ESG-input voor het ERM. Deze worden geconsolideerd met input van andere functies van de Groep, geprioriteerd in een risicoradar en gepresenteerd aan het Leadership Team en het Auditcomité.
Onze DMA concludeerde dat de impacts, riciso’s en kansen met betrekking tot vervuiling niet-materieel zijn, omdat hun materiële impacts hun oorsprong vinden in de verschillende thematische standaarden. Watervervuiling bij onze eigen activiteiten wordt beschouwd onder zowel
SBM-3 Materiële impact, risico’s en kansen
Impact, risico's en kansen (IRO's) bestaan in onze hele waardeketen, van de teelt van onze groenten & fruit tot de verkoop van onze producten. Onze Dubbele Materialiteitsbeoordeling (DMA) heeft materiële IRO's geïdentificeerd voor acht thematische normen, die hieronder worden weergegeven. Alle IRO's komen voort uit subthema's en sub-subthema's in ESRS. We rapporteren entiteit specifieke onderwerpen met
E3 Water en mariene hulpbronnen als E5 Materiaalgebruik en circulaire economie. Vervuiling in verband met de productie van fruit & groenten en bloemen & planten wordt beschouwd onder E4 Biodiversiteit en ecosystemen.
betrekking tot duurzame landbouw (biodiversiteit), verantwoord inkopen (werknemers in de waardeketen) en voedselkwaliteit & -veiligheid (consumenten & eindgebruikers). Een meer gedetailleerd overzicht van materiële IRO's die specifiek zijn voor elk onderwerp wordt weergegeven onder SBM-3 voor elke thematische standaard.
E1 - Climate Change
Emissie van broeikasgassen door onze activiteiten negatieve impact
Emissie van broeikasgassen door de waardeketen van Greenyard
negatieve impact
Transitierisico klimaatverandering Risico
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Korte tot lange termijn Upstream
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten impact van klimaatverandering op onze activiteiten Risico
Impact van klimaatverandering op onze leveranciers Risico
Groenten en fruit met een kleine CO2-voetafdruk Kans
E3 - Water en mariene hulpbronnen
Waterverbruik in onze productieprocessen
Waterverbruik voor irrigatie van gewassen
negatieve impact
negatieve impact
Positieve impact
Middellange tot lange termijn Eigen activiteiten
Middellange tot lange termijn Upstream
Middellange tot lange termijn Downstream
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Korte tot lange termijn Upstream hergebruik van water bij de productie van verwerkte groenten en fruit
Projecten voor waterbeheer
E4 - Biodiversiteit en ecosystemen
Biodiversiteitsimpacts door de inkoop van fruit en groenten
Positieve impact
negatieve impact
Waterverbruik in onze productieprocessen negatieve impact
E5 – Materiaalgebruik & circulaire economie
Voedselverspilling
negatieve impact
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Middellange tot lange termijn Upstream
Korte tot lange termijn Upstream
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Korte tot lange termijn Alle stadia initiatieven ter vermindering van voedselverspilling
Aankoop van verpakkingsmaterialen
Positieve impact, Kans
negatieve impact
Korte termijn Eigen activiteiten, upstream
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Materiële impact, risico of kans
Materiële impact, risico of kans
S1 – Eigen personeel
Gezondheid en veiligheid
intimidatie van werknemers
Balans tussen werk en privéleven
Diversiteit, gelijkheid & inclusie
Collectieve onderhandelingen
Training en ontwikkeling van vaardigheden
S2 – Werknemers in de waardeketen
Werkomstandigheden in de waardeketen
integrated Grower relations (iGr)
S4 – Consumenten en eindgebruikers
Voedselveiligheids- en kwaliteitsincidenten
Gezondheid & voeding
G1 – Zakelijk gedrag
IRO Tijdshorizon Waardeketen
negatieve impact, Risico
Korte termijn Eigen activiteiten
negatieve impact Korte termijn Eigen activiteiten
Kans
Korte termijn Eigen activiteiten
Kans Middellange tot lange termijn Eigen activiteiten
Positieve impact Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Kans Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
negatieve impact Korte tot lange termijn Upstream
Kans Korte tot lange termijn Upstream
Risico Korte termijn Alle stadia
Positieve impact, Kans Middellange tot lange termijn Downstream
Corruptie en omkoping negatieve impact, Risico Korte termijn Alle stadia
Stakeholderengagement
SBM 2
Als verantwoordelijk bedrijf hanteren we een duurzaamheidsstrategie die de belangen van onze stakeholders weerspiegelt en de kwesties aanpakt die er echt toe doen. Onze plannen worden gevormd door een continue dialoog met stakeholders en ons inzicht in de impact van onze activiteiten in de gehele waardeketen.
Greenyard probeert de verwachtingen en belangen van onze stakeholders in evenwicht te brengen en is een verbindende factor tussen consumenten en telers - van Mond-tot-Grond. We nemen onze externe omgeving altijd mee in onze zakelijke besluitvorming. Het is belangrijk te begrijpen welke aspecten van duurzaamheid het meest relevant zijn voor elk van onze stakeholder-groepen en
hoe we die het best kunnen aanpakken. Onze belangrijkste stakeholdergroepen zijn medewerkers, consumenten, klanten, telers en leveranciers, zakelijke partners, beleidsmakers, NGO's, kennisinstellingen en investeerders.
Greenyard neemt actief deel aan brancheverenigingen en allianties met stakeholders om de sector vooruit te helpen. Senior experts en managers zijn bestuurslid of nemen deel aan specifieke projecten en werkgroepen. Deze initiatieven zijn cruciaal om een gezonde levensstijl te promoten en de consumptie van groenten en fruit te verhogen. Bovendien maken ze een duurzamere teelt mogelijk en bevorderen ze verantwoord zakelijk gedrag tegenover iedereen die betrokken is bij de voedselwaardeketen.
Stakeholdergroep
Medewerkers specifieke communicatie naar medewerkers
Social compliance: GRASP, Rainforest Alliance, SA8000 …
Sectorverenigingen: Freshfel, Profel, International fresh Produce Association … Duurzaamheidsallianties: sifAv, The shift …
Kennisinstellingen: Flanders Food, KU Leuven, UGent, Wageningen University & Research, Brightlands Materials Centre
Jaarrapport, persberichten
Gesprekken met beleggers
Beleggingsonderzoeksdocumenten moody’s EsG, msCi, sustainalytics, World Benchmarking Alliance
Milieu
E1 Klimaatverandering
E1, SBM-3 Materiële impact, risico’s en kansen
We zien de gevolgen van klimaatverandering rechtstreeks op de velden van onze telers, met vaker voorkomende droogtes en extreme weersomstandigheden. Hoewel fruit en groenten gemiddeld een lagere CO₂-voetafdruk hebben vergeleken met andere voedselcategorieën, opereert onze sector nog steeds buiten de planetaire
Materiële impact, risico of kans
grenzen. Daarom streven we ernaar om onze uitstoot van broeikasgassen (BKG) in de gehele voedselwaardeketen te verminderen. Onze dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA) bevestigde onze focus op klimaatverandering en identificeerde de volgende materiële impacts:
Emissie van broeikasgassen door onze activiteiten: De negatieve impact op het milieu van de BKG-emissie door de eigen activiteiten van Greenyard (Scope 1 en 2).
Emissie van broeikasgassen door de waardeketen van Greenyard: De negatieve impact op het milieu door de scope 3 BKG-emissie van Greenyard, hoofdzakelijk gegenereerd tijdens de teelt en het vervoer van Greenyards producten.
Transitierisico klimaatverandering: De transitie naar een koolstofarme economie kan politieke, juridische en technologische veranderingen met zich meebrengen die een economisch risico kunnen vormen voor Greenyard.
Impact van klimaatverandering op onze activiteiten: Het risico van acute en chronische klimaatevenementen door extreme weersomstandigheden die een negatieve impact kunnen hebben op de distributie en productiecapaciteit op onze sites.
Impact van klimaatverandering op onze aanvoer: Het risico van acute en chronische klimaatevenementen door extreme weersomstandigheden die een negatieve impact kunnen hebben op de gewasopbrengst en oogstomstandigheden.
Groenten en fruit met een kleine CO2-voetafdruk: Verschuivingen in de vraag naar koolstofarme/impactarme voeding kunnen leiden tot een grotere consumptie van pure-plant producten.
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie
Greenyard heeft nog geen formeel klimaattransitieplan aangenomen. Onze duurzaamheidsroadmap omvat echter concrete doelstellingen voor de beperking van de BKG-emissies op korte termijn en de ambitie om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn. Onze doelstellingen zijn ontwikkeld op basis van de richtlijnen van het Science Based Targets initiative (SBTi) om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C, overeenkomstig het akkoord
IRO Tijdshorizon Waardeketen
negatieve impact Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
negatieve impact Korte tot lange termijn
Risico Korte tot lange termijn
Risico Middellange tot lange termijn
Risico Middellange tot lange termijn
Kans Middellange tot lange termijn
Upstream
Eigen activiteiten
Eigen activiteiten
Upstream
Downstream
van Parijs, en werden in april 2022 gevalideerd door SBTi. Greenyard is niet uitgesloten van de referentiewaarden van de EU/Parijs.
We bereiden nieuwe targets voor om onze BKG-emissies in Scope 1, 2 en 3 te reduceren, zowel op korte als op lange termijn (Net Zero), in overeenstemming met de bijgewerkte SBTi-vereisten. Ze zullen aan het eind van
AY 25/26 worden ingediend. Deze update zal zowel bos-, grond en landbouw (FLAG) en niet-FLAG-targets bevatten en zal duidelijk maken welke reducties nodig zijn voor onze landbouw- en industriële emissies. Een formeel klimaattransitieplan zal als onderdeel van deze oefening worden aangenomen.
Onze duurzaamheidsroadmap is hoofdzakelijk gericht op klimaatmitigatie. De belangrijkste hefbomen om onze Scope 1- en Scope 2-emissies te reduceren zijn een verschuiving naar en de productie van hernieuwbare elektriciteit, een focus op energiezuinigheid, een overschakeling naar koolstofarme brandstoffen voor ons transport, en investeringen om onze behoefte aan aardgas in onze verwarmings- en stoomprocessen te verlagen, waaronder warmtepompen en e-boilers. Voor Scope 3-emissies zijn we momenteel afhankelijk van het engagement van onze leveranciers door het gebrek aan een standaardmethode om de voortgang bij leveranciers op te volgen. Naast klimaatmitigatie is ons plan ook gericht op klimaatadaptatie, met een focus op een grotere diversificatie van onze toelevering, een duurzaam waterbeheer en de introductie van regeneratieve landbouwpraktijken.
Greenyard is aangewezen op aardgas voor de verwarmingsen stoomprocessen op onze groentenproductiesites. We nemen er heel wat maatregelen om zuiniger met energie om te springen, maar de huidige technische stand van zaken maakt het nog niet haalbaar om de overstap te maken van gasboilers naar e-boilers en onze investeringen in nieuwe gasboilers stop te zetten. We blijven alternatieve mogelijkheden onderzoeken. We verwachten dat we een nog een bepaalde BKG-uitstoot zullen bereiken die moeilijk verminderd kan worden en gecompenseerd zal moeten om koolstofneutraliteit te bereiken.
Om ervoor te zorgen dat we onze klimaatambities kunnen realiseren, hebben we onze duurzaamheidsroadmap verankerd in onze algemene bedrijfsstrategie en financiële planningsprocessen. Klimaatactie en andere belangrijke elementen van Greenyards duurzaamheidsroadmap worden maandelijks opgevolgd en opgenomen in de managementcyclus. De voortgang ervan wordt besproken in het Leadership Team en de Raad van Bestuur. Greenyards klimaatdoelstellingen zijn goedgekeurd door het Leadership Team bij indiening van de doelstellingen bij SBTi in 2022.
Greenyards huidige en toekomstige toegewezen middelen voor klimaatverandering worden behandeld in onderdeel E1-3, E1-4 Doelstellingen en acties. We hebben geen specifieke doelstellingen in overeenstemming met de EU-taxonomiecriteria, omdat onze activiteiten niet binnen het kader vallen van de klimaatmitigatieen adaptatiedoelstellingen van de EU-taxonomie. Dit zal worden uitgevoerd zodra de productie van voeding als activiteit in aanmerking zal komen onder de taxonomieregelgeving.
E1, IRO-1 / SBM-3 Processen om materiële klimaatimpacts, -risico’s en -kansen in kaart te brengen en te analyseren/ Veerkrachtanalyse
Greenyard is in het boekjaar 19/20 begonnen met het meten van de CO 2 -voetafdruk van het bedrijf, waarbij in eerste instantie alleen de Scope 1 en 2 broeikasgasemissies werden meegenomen en vanaf het boekjaar 20/21 ook de Scope 3 BKG-emissies. Onze CO2voetafdruk helpt ons te begrijpen waar we direct en indirect invloed hebben op klimaatverandering, en in welk stadium van de waardeketen. Het vormt de basis voor het bepalen van onze klimaatdoelstellingen, het identificeren van de belangrijkste hefbomen en het begrijpen van de belangrijkste uitdagingen om onze doelstellingen te bereiken.
We hebben ons gebaseerd op de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) om onze klimaatgerelateerde risico's en kansen te identificeren en te beoordelen. Deze bevindingen werden aangevuld met onze bestaande analyses en onderzoeken, en de geselecteerde risico's en kansen werden vervolgens besproken met interne stakeholders om de implicaties beter te begrijpen en het resultaat te valideren.
We hebben drie reeksen scenario's toegepast, waaronder bronnen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) en het Network for Greening the Financial System (NGFS): een scenario in lijn met het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5°C (rCP 2.6 / ss P1 en NGFS-scenario van wanordelijk, vertraagde transitie), een gemiddeld emissiescenario (r CP 6 / ss P 3) en een scenario met hoge emissies (RCP 8.5 / SSP 5). Deze scenario's werden toegepast op de analyse met tijdshorizons van 2025, 2030 en 2050.
Voor zowel transitie- als fysieke risico's hebben we klimaatgerelateerde risico's geïdentificeerd en beoordeeld binnen onze activiteiten en in de gehele upstream- en downstreamwaardeketen. Bij deze analyse hebben we ons bestaande werk als uitgangspunt genomen, de analyse van weersomstandigheden in het verleden, de beoordeling van waterrisico's, de CO2-voetafdruk van ons bedrijf en onze dubbele materialiteitsbeoordeling.
Het NGFS-scenario van een wanordelijke, vertraagde transitie werd gekozen voor onze evaluatie van klimaattransitierisico’s en -kansen. We identificeerden en selecteerden transitierisico’s die verband houden met onze bedrijfsactiviteiten, bepaalden op welk deel van onze onderneming ze van toepassing zijn en beoordeelden vervolgens hun materialiteit. De evaluatie toont aan dat de kosten van koolstofbeprijzing en de beschikbaarheid van hernieuwbare energie op middellange tot lange termijn een materieel financieel risico kunnen vormen. We hebben echter vastgesteld dat deze risico’s kunnen worden beperkt door voortdurende investeringen in energiebesparende maatregelen en het behalen van de klimaatmitigatiedoelstellingen binnen onze duurzaamheidsroadmap. Onze inspanningen om op locatie productiecapaciteit voor hernieuwbare energie te ontwikkelen, in combinatie met strategische inkoop, pakken het risico aan met betrekking tot de beschikbaarheid van hernieuwbare energie.
Voor fysieke klimaatrisico’s werden representatieve locaties beoordeeld op verschillende acute en chronische gevaren, waaronder hittegolven, overstromingen, stormen, temperatuurveranderingen en waterschaarste. De analyse biedt inzicht in de kwetsbaarheid van onze activa onder de drie hierboven genoemde scenario’s. Hoewel er voor onze eigen activiteiten geen materiële financiële risico’s konden worden vastgesteld, zijn we van mening dat het hoogste risico is gelegen in onze upstream waardeketen en ontwikkelen we daarom onze kennis verder. Als onderdeel van deze inspanningen voerden we een risicobeoordeling uit met focus op de toeleveringsketen van sperziebonen in ons Long Freshsegment. Wereldwijd lijkt het algemene risico voor sperziebonen, gezaaid op verschillende tijdstippen, voor de meeste toeleveringsgebieden gematigd te blijven tot 2050. Het risico op droogte (waterschaarste) kan echter toenemen tot extreme niveaus voor de meeste teeltgebieden. Irrigatie biedt een geschikte maatregel voor droogterisico’s te beperken; bijgevolg is de productie van sperziebonen vrijwel volledig verplaatst naar teeltgebieden met beschikbaarheid van irrigatie.
We streven ernaar om verdere inzichten te verkrijgen in de toeleveringsketens van andere producten. Op Groepsniveau nemen we maatregelen om de veerkracht van onze toelevering te vergroten, onder andere door onze inkoopvoetafdruk te diversifiëren, duurzame waterbeheerpraktijken te vereisen in gebieden met hoog waterrisico en regeneratieve landbouwpraktijken te ontwikkelen.
In het algemeen geloven we dat we in staat zijn onze strategie en ons bedrijfsmodel op verschillende manieren aan te passen aan de klimaatverandering. Vanuit een netto risicoperspectief constateren we dat de meeste risico’s vrijwel volledig kunnen worden beperkt. Andere gevaren vormen echter nog steeds relevante residuele risico’s, waarvoor we de effectiviteit van onze mitigerende maatregelen moeten blijven monitoren. Onze veerkracht wordt verder versterkt door reacties op entiteitsniveau, waaronder de mogelijkheid om productie te herverdelen en te verplaatsen in geval van gevaarlijke gebeurtenissen. We houden rekening met klimaatgerelateerde impacts in onze financiële planning wanneer dit relevant is. Aangezien we echter geen significante onmiddellijke financiële gevolgen van deze impacts verwachten, zijn ze niet opgenomen in de financiële verslaggeving
E1-2 Beleid
Greenyard heeft haar klimaatdoelstellingen geformaliseerd in een Groepsmilieubeleid, dat al onze activiteiten en locaties dekt. De beleidsdoelstellingen zorgen ervoor dat we al onze energiebronnen zo efficiënt mogelijk gebruiken en meer hernieuwbare energie gebruiken. Het beschrijft onze inzet om onze BKG-emissies zowel in onze activiteiten als in onze waardeketen te reduceren, overeenkomstig de beperking van de temperatuurstijging tot 1,5°C zoals vereist door het akkoord van Parijs. Daarvoor moeten ook leveranciers targets stellen voor de reductie van BKG-emissies, zoals beschreven in onze gedragscode voor de leveranciers. Doelstellingen voor klimaatadaptatie worden beschreven in de hoofdstukken water en biodiversiteit.
Het Milieubeleid van de groep is publiek beschikbaar op onze website. De verantwoordelijkheid voor het milieubeleid ligt bij onze Group Sustainability Director. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van een breed scala aan belanghebbenden, zoals beoordeeld in onze materialiteitsbeoordelingen.
E1-3, E1-4
Doelstellingen en acties
De BKG-emissies van onze eigen activiteiten verminderen
Greenyard heeft zich ertoe verbonden zijn Scope 1-en 2-BKG-emissies tegen het einde van AY 25/26 met 50% te verminderen ten opzichte van de uitgangssituatie in AY 20/21 en met 70% in AY 30/31. Onze reductiedoelstelling op korte termijn omvat alle Scope 1 en 2 BKG-emissies (marktgebaseerd) en is in lijn met het beperken van de wereldwijde temperatuurstijging tot 1,5 °C. Ze werden in april 2022 gevalideerd door het Science Based Targets initiative (SBTi-certificaat GREN-BEL-001-OFF).
Wij bepaalden ons eerste SBTi-doel in AY 20-21 (Scope 1en 2-emissies), wat daarom als referentiejaar geldt. Indien er significante veranderingen zijn, zoals fusies, overnames of desinvesteringen, bekijken we of de referentiewaarde opnieuw berekend moet worden. De referentiewaarde is aangepast om rekening te houden met materiële desinvesteringen in 2021. Sindsdien hebben geen andere aanpassingen plaatsgevonden.
Scope 1 en Scope 2 BKG emissies Ton CO₂-e (marktgebaseerd)
De voortgang van onze duurzaamheidsroadmap komt grotendeels overeen met de verwachtingen. In AY 24/25 hebben we onze Scope 1- en 2-emissies met 45% verminderd in verhouding tot referentiejaar AY 20/21. Deze voortgang is voornamelijk te danken aan de overschakeling op hernieuwbare en koolstofarme energiebronnen en aan onze blijvende focus op energiezuinigheid.
In de afgelopen jaren hebben we aanzienlijke voortgang geboekt in het overzetten van onze elektriciteitscontracten op het net naar 100% hernieuwbare energie. Na Oostenrijk, België, Tsjechië, Duitsland, Nederland en Polen stappen onze entiteiten in de vs over vanaf AY 25/26. De activiteiten in andere landen maken ofwel grotendeels gebruik van kernenergieproductie of zijn niet materieel in termen van energieverbruik. in AY 24/25 is meer dan 60% van onze elektriciteit afkomstig van hernieuwbare bronnen.
Samen met onze energiepartners verhogen we ook onze productie van hernieuwbare energie op locatie. Nieuwe zonnepanelen bij Greenyard Prepared in België (3600 MWh) en Bakker in Nederland (1400 MWh) hebben de productie op locatie verdubbeld in AY 24/25. Plannen voor een windmolen bij de Prepared-site in Bree, België zijn verder gevorderd met de aanvraag van een milieuvergunning. Samen met de geplande bijkomende zonnepanelen verwachten we onze productie opnieuw te verdubbelen in de komende twee jaar.
Scope 1 en 2 emissies in ton CO2e per bron (marktgebaseerde benadering)
Het volgende speerpunt is de geleidelijke elektrificatie van productieprocessen die nog op aardgas draaien. Dat wordt een behoorlijke uitdaging, zowel economisch als technisch. De elektriciteitsprijzen zijn nog steeds tot twee keer zo hoog als die voor aardgas. Processen die relatief lage temperaturen vereisen, kunnen al draaien op elektrische warmtepompen, maar voor meer energie-intensieve processen zijn de technologieën nog in ontwikkeling. Toch bereiden we ons al voor op de toekomst, waarbij we ons met name richten op het verder terugdringen van het gasverbruik en het terugwinnen van warmte in processen waar dat mogelijk is.
In het licht hiervan hebben we ons aangesloten bij Rethink Energy 4 Food, een vierjarig collectief onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma dat door Flanders Food wordt gecoördineerd en in 2024 van start ging. Binnen het thema Energy Resilience onderzoeken zij hoe flexibel met een fluctuerende energievoorziening kan worden omgegaan zonder de stabiliteit van de processen in gevaar te brengen. Ze verkennen onder meer energieopslagtechnologieën om extra warmte of gegenereerde energie op te slaan voor latere productieruns, en energiebeheerssystemen om de energievoorziening zo efficiënt mogelijk in te zetten.
Een andere belangrijke hefboom voor het verlagen van de BKG-emissies in de eigen activiteiten is de overstap op brandstoffen met een laag koolstofgehalte voor onze transportvloot. Hydrotreated Vegetable Oil (HVO) vormt momenteel 15% van de brandstofmix voor onze transportvoertuigen. We beschouwen HVO en andere biobrandstoffen als een transitietechnologie om ons wegvervoer duurzamer te maken in afwachting van de schaalbaarheid van elektrificatie en modale verschuivingen. Momenteel rijden er vier elektrische vrachtwagens voor korte routes. Ook voor onze leasevloot stappen we over op volledig elektrische auto's. Momenteel is 50% van het wagenpark in de belangrijkste markten elektrisch.
Elders installeren we batterijen waarmee trailers 100% elektrisch kunnen worden gekoeld in plaats van op diesel. De energie wordt kinetisch gegenereerd door de verplaatsing van het voertuig, wat voldoende vermogen levert om de trailer te koelen tijdens het transport en tijdens het laden en lossen. Een totaal van 17 trailers is met deze batterijen uitgerust, dat is 17% van het wagenpark. Tests met zonnepanelen die de koeleenheden van stroom voorzien worden uitgevoerd met 3PL-partners en tonen veelbelovende resultaten.
We berekenen geen gedetailleerde emissieverlagingen enkel op basis van onze specifieke acties. Een verdere beoordeling van de hefbomen en de verwachte uitstootverlaging per hefboom zullen deel uitmaken van de verdere ontwikkeling van onze roadmap. We hebben geen BKG-verwijderingen en BKG-mitigatieprojecten die worden gefinancierd met carbon credits. Elders passen we geen interne koolstofbeprijzing toe.
Onze duurzaamheidsroadmap tot 2030 is in overeenstemming met een maximale temperatuurverhoging van 1,5°C. We hebben andere klimaatscenario’s overwogen in het kader van een klimaatrisicobeoordeling van onze eigen activiteiten en onze waardeketen. We houden rekening met de potentiële fluctueringen van de
marktprijzen voor koolstofarme brandstofalternatieven naarmate de vraag stijgt en het beleid verandert, onder meer door koolstofheffingen. Wij diversifiëren onze energiemix om rekening te houden met deze factoren.
De implementatie van onze acties voor emissieverlaging kan ons voor een aantal uitdagingen stellen, waaronder de materiële beschikbaarheid en bijkomende inkoopkosten. Bovendien kan de beschikbaarheid van infrastructuur, zoals aansluitingen op het elektriciteitsnet en laadinfrastructuren voor EV, onze acties vertragen. In onze roadmap is rekening gehouden met deze problemen en risico's, waardoor we prioriteit kunnen geven aan kostenefficiënte oplossingen om onze doelstellingen te behalen.
De BKG-emissie in onze waardeketen verlagen Het merendeel van onze BKG-emissie is afkomstig uit onze toeleveringsketen, vooral uit de ingekochte goederen en de upstream logistiek en transport. Voor Scope 3-emissies hebben we ons geëngageerd dat 70% van onze leveranciers (naar uitgaven voor ingekochte goederen en diensten, upstream en downstream transport en distributie) tegen eind 2026 wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoelstellingen heeft. Ons Scope 3-doel is gevalideerd door het Science Based Targetsinitiatief (SBTi – certificaat GREN-BEL-001-OFF), samen met onze Scope 1- en 2-doelstellingen.
We werken actief samen met onze leveranciers aan initiatieven om emissies te reduceren en doelstellingen te bepalen. Momenteel heeft ongeveer 31% van onze leveranciers wetenschappelijk onderbouwde doelen of ze hebben zich geëngageerd om die binnen twee jaar te hebben. Een grotere groep werkt actief aan klimaatmitigatie. We erkennen dat heel wat kleine of middelgrote leveranciers slechts een beperkte kennis of bewustzijn heeft over het berekenen van CO 2voetafdrukken en het bepalen van weten-schappelijk onderbouwde reductietargets. We nemen actief deel aan initiatieven die telers op dit gebied ondersteunen. Een voorbeeld is het Klimrek-T-project, een driejarig project dat in 2023 is gestart en dat Belgische boeren met klimaat- en waterscans helpt om verbetergebieden te identificeren en de financiële en praktische haalbaarheid van klimaatadaptatie- en mitigatiemaatregelen te beoordelen. Wij vertrouwen erop dat de bredere implementatie van wetenschappelijk onderbouwde doelen door klanten en andere bedrijven in de sector meer bewustzijn zal creëren.
De verschuiving naar regeneratieve en circulaire landbouwpraktijken zal een cruciale rol spelen in het verlagen van de klimaatimpact van de groenten- en fruitproductie, en de veerkracht ervan tegen acute en chronische klimaatrisico's verhogen. Voor meer informatie over ons engagement voor duurzame landbouw raadpleegt u E4 Biodiversiteit en ecosystemen.
Elders streven we er voortdurend naar om de duurzaamheid van onze verpakkingen te optimaliseren en te verbeteren, met als doel de impact op het milieu en klimaat te verminderen, terwijl functionaliteit en kwaliteit behouden blijven. In deze context is de divisie Prepared een samenwerking aangegaan met Tetra Pak voor een nieuwe verpakkingslijn van karton.
Scope 1, 2 and 3 emissies in ton CO2e (marktgebaseerde benadering)
Om de voortgang van de initiatieven in de toeleveringsketen effectief te monitoren, hebben we een betrouwbare en schaalbare berekening nodig van de milieu- en CO2voetafdruk van onze producten. Greenyard speelt een leidende rol in het Freshfel Environmental Footprint Initiative, een initiatief van de sector om gemeenschappelijke regels hiervoor op te stellen, bekend als de Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR). De methodologie is ontwikkeld met steun van Wageningen Economic Research en wordt in de zomer van 2025 beschikbaar gesteld als een sectorbrede open bron. In lijn met deze ontwikkelingen test Greenyard ook Levenscyclusanalyse (LCA)-tools om de voetafdruk van producten te berekenen en de beste hefbomen te identificeren om het effect ervan te verminderen. Dit zal essentieel zijn om absolute reductiedoelstellingen in te voeren voor Scope 3-emissies. Eén divisie is inmiddels begonnen met het verzamelen van primaire data bij leveranciers, waardoor nog specifiekere rapportering van Scope 3-emissies mogelijk wordt.
Acties om de opportuniteiten van de lage CO2 -voetafdruk van groenten en fruit te benutten en te voldoen aan de verschuivende vraag naar koolstofarme en lageimpactvoeding worden besproken in S4 Consumenten en eindgebruikers.
Scope 3
● Scope 1
● Scope 2
● Scope 3|Ingekochte goederen en diensten
● Scope 3|Upstream transport en distributie
● Scope 3|Downstream transport en distributie
● Scope 3|Andere
Huidige en toekomstige toegewezen middelen
Voor de acties om onze BKG-emissies te verlagen via energie-efficiëntie (inclusief vervangingsinvesteringen), on-site hernieuwbare elektriciteitsproductie en het aanbieden van verpakkingen met een lagere CO 2voetafdruk, investeerden we €13,5m in AY 24/25. Een aantal van deze middelen overlappen met economische activiteiten uit de EU-taxonomie (CCM 6.6, CC m 7.4 en CC m 7.6), hoewel kernactiviteiten in de voedingssector momenteel niet in aanmerking
E1-5 Energieverbruik en -mix
Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele bronnen
komen voor taxonomie. Andere investeringen zijn onderdeel van onze kapitaalkosten en worden dan ook niet hier gerapporteerd, maar in de algemene CAPEX opgenomen. De aankoop van hernieuwbare elektriciteit of biobrandstoffen in plaats van fossiele brandstoffen gebeurt via bestaande inkoopkanalen en wordt opgenomen in de algemene OPEX. De cijfers voor de totale OPEX en CAPEX zijn te vinden in het Financieel jaarverslag: Kasstroom uit investeringsactiviteiten op p.198 en bedrijfskosten op p.218.
Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen
Energie-intensiteit op basis van netto-opbrengsten
BOEKHOUDBELEID
Energieverbruik
Het energieverbruik in onze activiteiten omvat het brandstofverbruik op onze sites en afkomstig van eigen en geleasede voertuigen, en het verbruik van ingekochte en zelf gegenereerde energie (elektriciteit en warmte). Het brandstofverbruik op de sites en door voertuigen kan worden gesplitst in fossiele brandstoffen (aardgas, olie, aardolieproducten en andere fossiele bronnen) en hernieuwbare brandstoffen (biobrandstof). De ingekochte energie kan gesplitst worden in hernieuwbaar en niet hernieuwbaar (fossiele energie en kernenergie). Zelf gegenereerde hernieuwbare energie is afkomstig van zonne-energie en warmtekrachtkoppelingsinstallaties. Greenyard beschikt over de nodige garanties van oorsprong (GvO) en energie-inkoopovereenkomsten (Power Purchase Agreements, PPA) voor de ingekochte hernieuwbare energie.
E1-6 Broeikasgasemissies
Totale broeikasgasemissies
Energie-intensiteit
De energie-intensiteit wordt berekend als het totale energieverbruik gedeeld door de totale netto-omzet. Alle inkomsten genererende activiteiten houden ofwel rechtstreeks verband met de verwerking en groothandel van voedsel of dragen hieraan bij. Deze activiteiten worden beschouwd als sectoren met een hoge klimaatimpact. Er is dan ook geen verschil in Scope tussen het totale energieverbruik en de totale netto-omzet. Het cijfer voor de totale netto-omzet is te vinden in het Financieel verslag, Geconsolideerde winst- en verliesrekening (p.194).
Greenyard rapporteert ook de meest relevante energieintensiteitsratio voor het Long Fresh-segment, die wordt berekend als totaal energieverbruik (exclusief brandstofverbruik van voertuigen) per verwerkte volume-eenheid.
Opmerking: alle Greenyard-filialen zijn geconsolideerd in de financiële overzichten en tellen mee in de CO2-voetafdruk van het bedrijf.
BOEKHOUDBELEID
Scope 1 BKG-emissies
Scope 1 BKG-emissies omvatten alle rechtstreekse BKG-emissies door energieverbruik en het gebruik van koelmiddelen in de eigen activiteiten, berekend overeenkomstig het BKG-protocol. Energieverbruik omvat alle rechtstreekse energiebronnen (olie, aardgas en biogas) op de eigen sites (productiesites, distributiecentra en kantoren) of door voertuigen (inclusief leasevoertuigen). BKG-emissies worden berekend als energieverbruik vermenigvuldigd met de relevante emissiefactoren. De BKG-emissies van productiesites met gereguleerde emissiehandelsschema’s worden gedeeld door de totale emissies om het aandeel van de gereguleerde emissiehandelsschema's te berekenen.
In 2025 hebben we de berekening verbeterd door beter afgestemde emissiefactoren voor diesel toe te passen (gemiddeld biobrandstofmengsel in plaats van 100% minerale diesel). Dit leidde tot een aanpassing van -837 t CO2e in AY 23/24 en -921 t CO2e in het referentiejaar.
Scope 2 BKG-emissies
Scope 2 BKG-emissies omvatten indirecte BKG-emissies door de productie van elektriciteit en ingekochte en verbruikte warmte, berekend overeenkomstig het BKG-protocol. Zowel locatie- als marktgebaseerde BKG-emissies worden berekend door het bedrag aan ingekochte energie te vermenigvuldigen met landspecifieke emissiefactoren. Marktgebaseerde emissies zijn hernieuwbare elektriciteit die ingekocht werd via energie-inkoopovereenkomsten (PPA) of garanties van oorsprong.
Scope 3 BKG-emissies
Scope 3 BKG-emissies omvatten indirecte BKG-emissies door zowel upstream als downstream activiteiten in de waardeketen, waaronder ook filialen waarover Greenyard geen operationele controle heeft. Scope 3 BKG-emissies worden berekend overeenkomstig het BKG-protocol. Greenyard rapporteert geen Scope 3-emissies in categorie 2 (kapitaalgoederen), 7 (woonwerkverkeer werknemers), 8 (upstream geleasede activa), 10 (verwerking van verkochte producten), 11 (gebruik van verkochte producten), 12 (end-of-life verwerking van verkochte producten), 13 (downstream geleasede activa), 14 (franchises) en 15 (investeringen) omdat deze activiteiten niet van toepassing (8, 13, 14), niet vereist (11) of niet significant (2, 7, 10, 12, 15) zijn voor Greenyard.
Categorie 1: upstream BKG-emissies door de teelt van groenten en fruit, verwerkte producten en ingrediënten, bloemen en planten, verpakkingsmaterialen, verbruikt water op de productiesites en magazijnen van derden.
Categorie 3: upstream well-to-tank (WTT) BKG-emissies door verbruikte brandstof en ingekochte energie (zoals omvat in Scope 1 en 2).
Categorie 4: BKG-emissies door het inkomend en uitgaand transport van groenten en fruit en verwerkte producten en ingrediënten, met uitzondering van vervoer door Greenyards eigen wagenpark.
Categorie 5: downstream BKG-emissies door externe verwerking van door Greenyards activiteiten gegenereerd afval.
Categorie 6: zakelijke vliegreizen van werknemers die door Greenyard betaald zijn.
Categorie 9: downstream BKG-emissies door het transport van distributiecentra (DC's) van klanten naar supermarkten en foodservicelocaties en koeling in de DC's en locaties.
Voor meer informatie over de toegepaste emissiefactoren voor Scope 1-3 BKG-emissies en het meer gedetailleerde boekhoudbeleid voor de Scope 3 BKG-emissie-categorieën raadpleegt u bijlage 5 en 6. voor meer informatie over onzekerheden bij metingen en schattingen van de waardeketen raadpleegt u bijlage 4.
Broeikasgasintensiteit op basis van netto-opbrengsten (locatiegebaseerd)
Broeikasgasintensiteit op basis van netto-opbrengsten (marktgebaseerd)
Aandeel van scope 2-emissies afgedekt door ongebundelde contractuele instrumenten
Aandeel van scope 2-emissies afgedekt door gebundelde contractuele instrumenten
Biogene emissies niet in scope 1-emissies
Biogene emissies niet in scope 2-emissies
Biogene emissies niet in scope 3-emissies
BOEKHOUDBELEID
BKG-intensiteit
De BKG-intensiteit wordt berekend als de totale BKGemissie per miljoen € netto-omzet per markt en locatie. Het cijfer voor de totale netto-omzet is te vinden in het Financieel verslag, Geconsolideerde winst- en verliesrekening (p.194).
Contractuele instrumenten
Contractuele instrumenten bestaan uit ingekochte energie gebundeld met kenmerken van energieopwekking (zoals PPA's, Garanties van Oorsprong van de energieleverancier) en uit energie ingekocht van ongebundelde instrumenten. Greenyard maakt uitsluitend gebruik van gebundelde contractuele instrumenten. De aandelen weerspiegelen de locatiegebaseerde Scope 2 BKG-emissies die samenhangen met het gebruik van deze instrumenten.
Biogene emissies
Biogene emissies buiten s cope 1 zijn CO₂-emissies uit de verbranding van biobrandstoffen in voertuigen en biogas van de afvalwaterzuiveringsinstallaties op locatie. De emissies worden berekend overeenkomstig het BKGpro-tocol en door de invoerdata te vermenigvuldigen met de relevantie emissiefactoren. Biogene emissies die niet zijn opgenomen in Scope 2 worden niet materieel beschouwd. Biogene emissies die niet zijn opgenomen in Scope 3 worden momenteel niet meegenomen omdat organische afvalstromen niet kwalificeren als afbraak van biomassa. vanaf AY25/26 zullen we rapporteren over biogene emissies van ingekochte goederen.
E3 Water en mariene hulpbronnen
E3, SBM-3 Materiële impact, risico’s en kansen
Water is een essentiële bron voor Greenyard, zowel in onze eigen activiteiten als voor onze telers. De productieprocessen binnen Long Fresh vragen aanzienlijke hoeveelheden zoet water voor het wassen, transporteren, pellen, verwerken, verwarmen en conserveren van producten. De beschikbaarheid van zoet water is net
zo noodzakelijk voor de teelt van groenten en fruit. Als verantwoordelijk en waardengericht bedrijf doen we er alles aan om ons waterverbruik zoveel mogelijk te reduceren en eventuele risico's te beperken, niet enkel in onze eigen activiteiten, maar in de hele waardeketen.
Onze dubbele materialiteitsbeoordeling bevestigde onze focus op water en identificeerde de volgende materiële impacts:
impact, risico of kans
Waterverbruik in onze productieprocessen: Het verbruik van water kan de waterstress verergeren, vooral in gebieden met een hoog waterrisico.
Waterverbruik voor irrigatie van gewassen: Het verbruik van water kan de waterstress verergeren, vooral in gebieden met een hoog waterrisico.
Hergebruik van water bij de productie van verwerkte groenten en fruit: installaties voor hergebruik van water verminderen het risico op waterstress en/of de directe kosten.
Projecten voor waterbeheer: Projecten voor waterbeheer verminderen het risico op waterstress in regio's waar water wordt gewonnen.
negatieve impact Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
negatieve impact Korte tot lange termijn Upstream
Positieve impact Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
Positieve impact Middellange tot lange termijn Upstream
E3, IRO-1 Processen om voor water en mariene hulpbronnen materiële impacts, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren
Onze inspanningen om onze wateronttrekking te reduceren vloeien voort uit een goed begrip van de waterrisico’s verbonden aan onze activiteiten. De verwerkingsactiviteiten van Greenyard zijn waterintensief en vertegenwoordigen 95% van de wateronttrekkingen van de Groep. De productielocaties werken meestal met meerjarige milieuvergunningen die de kortetermijnrisico's beperken. Het waterrisico van alle productielocaties van Greenyard wordt op lokaal en groepsniveau geëvalueerd en elke twee jaar herzien op basis van de Water Risk Filter-tool van het WWF, gebaseerd op drie soorten waterrisico's: fysiek, regelgeving en reputatie. Projecten voor hergebruik van water krijgen prioriteit op de locaties met het grootste risico op waterschaarste.
Net als bij onze eigen activiteiten gebruiken we de Water Risk Filter-tool van het WWF ook om de risico's voor onze leveranciers te bepalen. Na het in kaart brengen van de waterrisico's bij onze telers is het waterrisico nu
een standaard onderdeel van onze due diligence op het gebied van duurzaamheid en worden telers in gebieden met waterstress verzocht om normen voor duurzaam waterbeheer te implementeren.
De beschikbaarheid van water speelde een prominente rol bij de beoordeling van de klimaatrisico's door Greenyard, zoals beschreven in hoofdstuk E1 Klimaatverandering, zowel voor onze eigen activiteiten als voor onze toeleveringsketen. Voor de risico’s binnen onze toeleveringsketen zijn we onze kennis verder aan het ontwikkelen. Als onderdeel van deze inspanning hebben we een risicobeoordeling uitgevoerd die focust op de toeleveringsketen van groene bonen in ons Long Freshsegment. Wereldwijd lijkt het algemene risico voor groene bonen, gezaaid op verschillende tijdstippen, voor de meeste toeleveringsgebieden tegen 2050 een matig risico te blijven. Het risico op droogte kan echter toenemen tot extreme niveaus voor de meeste teeltgebieden. Dit vormt
Materiële
IRO Tijdshorizon Waardeketen
een probleem voor de bloei en de peulontwikkeling van groene bonen. Irrigatie biedt een adequate oplossing voor droogterisico's, waardoor de productie van groene bonen bijna volledig is verplaatst naar teeltgebieden waar irrigatie beschikbaar is.
Bovendien werken we nauw samen met het Sustainability Initiative for Fruit and Vegetables (SIFAV) om waterbeheerprojecten te ontwikkelen in gebieden met waterstress. In het kader van SIFAV verbinden alle partners uit de private sector zich ertoe om actief de beste waterpraktijken, efficiënt watergebruik en collectieve actie te bevorderen in drie gezamenlijk geselecteerde stroomgebieden. Projecten worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met lokale partnerorganisaties, die samenwerken met de getroffen lokale gemeenschappen en andere lokale stakeholders.
E3-1 Beleid
Greenyard formaliseerde haar waterdoelstellingen in een Milieubeleid, dat al onze activiteiten en locaties dekt. De doelstellingen van het beleid zorgen ervoor dat we onze wateronttrekking verminderen, proceswater hergebruiken in onze eigen activiteiten en een duurzaam waterbeheer bevorderen in onze hele toeleveringsketen, met name in gebieden met waterstress. Het beleid verplicht leveranciers in gebieden met waterstress om duurzame waterstandaarden te implementeren, zoals beschreven in onze gedragscode voor leveranciers. Het beschrijft ook ons engagement om samen te werken met lokale stakeholders en multi-stakeholderinitiatieven te ondersteunen om water gerelateerde problemen aan te pakken.
Het beleid is publiek beschikbaar op de bedrijfswebsite. De verantwoordelijkheid voor het milieubeleid ligt bij onze Group Sustainability Director. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van een breed scala aan stakeholders, conform onze materialiteitsbeoordelingen.
E3-2, E3-3 Doelstellingen en acties
Verminderen van wateronttrekking voor onze eigen activiteiten
Greenyard zal de totale wateronttrekking tegen het einde van AY 25/26 met 10% verminderen ten opzichte van AY 20/21. Dit is een vrijwillige doelstelling die werd vastgelegd door het Greenyard-manage-ment in afwachting van de ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen. Om consistent te blijven, hebben we het basisjaar gelijkgetrokken met dat van onze klimaatdoelstellingen.
We streven ernaar om de wateronttrekking op onze pro-ductielocaties te verminderen door continu te investeren in efficiënter watergebruik en de recycling van proceswater, zodat gemeentelijk water kan worden hergebruikt. Deze productielocaties maken deel uit van de entiteiten binnen onze Frozen-, Prepared- en Freshdivisies die convenience producten produceren en zijn verantwoordelijk voor >95% van de wateronttrekking binnen de Greenyard Group.
De inspanningen van Greenyard om het waterverbruik te verminderen zijn gericht op de sites met de grootste wateronttrekkingen en/of het hoogste risico op waterschaarste, met name de Prepared-site in Bree en de Frozen-site in Westrozebeke, die allebei gevestigd zijn in België. In november 2024 keurde de Raad van Bestuur principieel de ingebruikname goed van een grote hergebruikinstallatie op de site in Bree en een waterzuiverings- en hergebruikinstallatie voor de site in Westrozebeke.Waterverbruik (m3) per divisie
De installatie in Bree zal naar verwachting grotendeels in gebruik worden genomen bij de start van AY 26/27 en zal over een volledig jaar een besparing van 200 000 m³ op de wateronttrekking opleveren. De realisatie van de installatie in Westrozebeke is voorzien voor AY 26/27 en zal een besparing opleveren van 250 000 m³ over een volledig jaar. Naast deze grootschalige projecten reduceren we onze wateronttrekking in alle productielocaties door middel van voortdurende verbeteringsinitiatieven.
i n AY 24/25 verbruikte Greenyard 4 020 miljoen m³ water, een daling van 1,5% ten opzichte van de cijfers voor AY 20/21 en een stijging van 1,4% ten opzichte van vorig jaar. De wateronttrekking werd sterk beïnvloed door de uitzonderlijk natte weersomstandigheden in de winter en lente, wat leidde tot een lagere, minder voorspelbare en onderbroken aanvoer naar de Long Fresh-productielocaties. Over het algemeen verbeterde de waterintensiteit binnen de Long Fresh-divisie, dankzij hogere volumes en optimalisatieprojecten om water te besparen of te hergebruiken. Door vertragingen in de goedkeuring van de milieuvergunningen voor de waterhergebruikinstallaties in Bree en Westrozebeke zullen we de verwachte besparingen op wateronttrekking niet volledig kunnen realiseren in AY 25/26. We hebben er echter vertrouwen in dat we de reductiedoelstelling in AY 26/27 zullen halen.
Duurzaam waterbeheer en water stewardship bevorderen
Greenyard streeft naar duurzaam waterbeheer in de volledige waardeketen, met name in regio’s met waterstress. Vanaf AY 24/25 eist Greenyard geleidelijk van leveranciers in gebieden met waterstress dat zij duurzame waterstandaarden implementeren. Greenyard verbindt zich ertoe dat 85% van haar leveranciers die actief zijn in gebieden met waterstress waterstandaarden zal implementeren tegen AY 30/31. Aan het eind van AY 24/25 staat de teller op 55%.
De doelstelling is ontwikkeld in het kader van het Sustainability Initiative Fruit and Vegetables (SIFAV), een multi-stakeholderinitiatief waarbij alle partners uit de private sector zich verbinden tot de implementatie van waterstandaarden voor producten die afkomstig zijn uit regio’s met waterstress.
Waterbeheer moet echter meer omvatten dan enkel de implementatie van waterstandaarden en daarom neemt Greenyard binnen SIFAV ook deel aan water stewardshipprojecten in het Ica-stroomgebied in Peru, de Doñana en Mar Menor in Spanje en de Westkaap in Zuid-Afrika.
In Peru hebben private en publieke spelers samengewerkt aan een stroomgebiedanalyse en werden verschillende stakeholders samengebracht met het oog op een collectief actieproject. Tijdens de eerste fase van het project in 2023-24 werden voor 68 km aan infiltratiesloten opgeleverd en duizenden inheemse bomen aangeplant. Hoewel upstream infiltratie alleen niet voldoende is, heeft het project met succes verschillende publieke en private spelers in Peru en Europa bijeengebracht die zich inzetten voor een verantwoord waterbeheer in het stroomgebied. In 2025 zal het project de basis leggen voor het opschalen van bredere interventies.
In Spanje werken we sinds 2024 samen met SIFAV en het Waste & Resources Action Programme (WRAP). Het doel van de projecten is om inzicht te krijgen in de waterrisico's, goede landbouwpraktijken te verspreiden, certificeringsnormen te versterken en een duurzaam watermanagement te stimuleren. In Doñana richten de inspanningen zich op de verificatie van legaal watergebruik en de opbouw van capaciteit, terwijl in Mar Menor een 30-maandenplan voor waterbeheer wordt ontwikkeld. In totaal hebben 24 bedrijven toegezegd om de projecten drie jaar lang financieel te ondersteunen.
Eind 2024 hebben we ons ook aangesloten bij de Water Roadmap-projecten van WRAP in Westkaap, Zuid-Afrika. De belangrijkste fruitteeltregio’s zijn er de afgelopen jaren sterk getroffen door aanhoudende droogte, met een negatieve impact op de opbrengst en beschikbaarheid van fruitgewassen. Hoewel de droogte is afgenomen, wordt voorspeld dat de trend van drogere omstandigheden
BOEKHOUDBELEID
Waterstandaarden
Waterstandaarden hebben betrekking op de door derden geverifieerde programma's voor duurzaam waterbeheer die zijn opgenomen in de lijst van het multi-stakeholderinitiatief SIFAV. Greenyard eist van leveranciers in regio's met een hoog waterrisico dat ze waterstandaarden implementeren. De lijst met regio's met een hoog waterrisico is samengesteld door SIFAV en is gebaseerd op het gehele waterrisico (score >3) in de Water Risk Filter-tool van het WWF. Het aandeel
zich zal doorzetten. De door WWF geleide projecten focussen op het versterken van de klimaatbestendigheid en waterzekerheid in de prioritaire stroomgebieden, met een positieve impact op de lokale bevolking door het creëren van werkgelegenheid, het verbeteren van de waterzekerheid en het ondersteunen van duurzame landbouwpraktijken.
Wat CAPEX betreft, hebben de belangrijkste uitgaven betrekking op onderhoud (reserveonderdelen) van bestaande installaties. We gaan uit van een stabiele trend voor de toekomst omdat we actief samenwerken met nutsbedrijven om directe investeringen te minimaliseren en nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallaties op locatie rechtstreeks door deze bedrijven te laten beheren. Toch kunnen enkele algemene infrastructuuraanpassingen nodig zijn in afwachting van de bouw van nieuwe zuiveringsinstallaties. We verwachten dat de water gerelateerde OPEX zal stijgen als gevolg van de nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallaties, ondanks besparingen door minder wateronttrekking en doorlopende waterefficiëntie-initiatieven.
Andere acties zijn geïntegreerd in de reguliere activiteiten op groeps- en divisieniveau, waarbij zowel menselijke als financiële middelen worden ingezet. De middelen die zijn toegewezen aan duurzaam waterbeheer en water stewardship in de waardeketen worden momenteel niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX. De cijfers voor de totale OPEX en CAPEX zijn te vinden in de jaarrekening: Kasstroom uit investeringsactiviteiten op p.198 en Bedrijfskosten op p.218.
van de telers in regio’s met een hoog waterrisico dat gecertificeerd is voor duurzaam waterbeheer is berekend op basis van de toepassing van waterstandaarden die zijn vastgelegd in de goedkeuringsplatforms voor leveranciers van Greenyard. Op dit moment zijn alleen telers uit het Fresh-segment meegenomen.
Huidige en toekomstige toegewezen middelen
E3-4 Waterverbruik
BOEKHOUDBELEID
Wateronttrekking
Wateronttrekking omvat al het water dat wordt onttrokken voor gebruik binnen Greenyard.
Wateronttrekking omvat drie belangrijke bronnen: gemeentelijk drinkwater, grondwater en regenwater. Gemeentelijk drinkwater omvat water dat wordt aangekocht bij externe leveranciers. Grondwater verwijst naar water afkomstig uit geboorde putten op het terrein, terwijl regenwater verwijst naar water dat door het bedrijf wordt opgevangen. Het totale volume van de wateronttrekking wordt gemeten aan de hand van meterstanden of facturen van leveranciers, behalve voor kleine kantoren waar een benadering wordt gebruikt.
Waterintensiteit
Waterintensiteit wordt berekend als waterverbruik per € miljoen netto-omzet. Greenyard rapporteert ook de meest relevante waterintensiteitsratio voor haar Long Fresh-segment, die wordt berekend als wateronttrekking per verwerkte volume-eenheid.
Gerecycled en hergebruikt water
Gerecycled en hergebruikt water omvat behandeld afvalwater van on-site waterzuiveringsinstallaties dat door het bedrijf wordt hergebruikt in productieprocessen en wordt gemeten op basis van meterstanden. Greenyard zal de volumes van haar nieuwe waterhergebruikinstallaties rapporteren vanaf AY 25/26.
Waterafvoer
Onder waterafvoer vallen alle geplande en onge-plande lozingen van water door Greenyard. Voor productielocaties worden lozingen van afvalwater geregistreerd op basis van meterstanden. Ze omvatten lozingen van afvalwater in het oppervlaktewater na behandeling ter plaatse en lozingen rechtstreeks in het openbare waterafvoernet voor verdere behandeling in openbare en private waterzuiveringsinstallaties. Voor distributiecentra en kantoren wordt aangenomen dat de lozing van afvalwater gelijk is aan 90% van de wateronttrekking.
Waterverbruik
Waterverbruik wordt berekend als wateronttrekking min lozing van afvalwater.
Waterrisico
Het waterrisico wordt bepaald op locatieniveau en komt overeen met het risico op waterbeschikbaarheid van al haar verwerkingslocaties volgens de analyse van Greenyard met behulp van de Water Risk Filter-tool van het WWF (wereldwijde dataset). De berekende output is de totale wateronttrekking en waterverbruik van Greenyard in regio’s met waterrisico.
Chemisch en biologisch zuurstofverbruik van afvalwater
Het chemisch zuurstofverbruik (CZV) en biologisch zuurstofverbruik (BZV) van het afvalwater omvat de totale afvalwaterbelasting van de productielocaties tijdens de verslagperiode. Het wordt berekend als het gewogen gemiddelde van monsters vermenigvuldigd met de hoeveelheid geloosd water tijdens de verslagperiode.
E4 Biodiversiteit & ecosystemen
E4, SBM-3 Materiële impact, risico’s en kansen
Onze biodiversiteit en onze ecosystemen komen steeds meer onder druk te staan door klimaatverandering, landgebruik en landschapsverandering, vervuiling en waterverbruik. Enerzijds is biodiversiteit essentieel voor onze kernactiviteiten, zowel voor onze eigen activiteiten als voor de telers binnen onze toeleveringsketen. Aan
de andere kant erkennen we de impact van onze eigen activiteiten en die in onze waardeketen op de biodiversiteit. Als verantwoordelijk en waardengericht bedrijf doen we er alles aan om samen met onze leveranciers en onze telers onze impact te verminderen.
Onze dubbele materialiteitsbeoordeling bevestigde onze focus op biodiversiteit en identificeerde de volgende materiële impacts:
Materiële impact, risico of kans IRO Tijdshorizon
Biodiversiteitsimpacts door de inkoop van fruit en groenten: De negatieve impact op de biodiversiteit en het ecosysteem door de vervuiling met chemische meststoffen en pesticiden tijdens de teelt van groenten en fruit.
Waterverbruik in onze productieprocessen: De mogelijke negatieve impact van waterverbruik op onze productielocaties, vooral in de nabijheid van biodiversiteitgevoelige gebieden.
negatieve impact Korte tot lange termijn Upstream
negatieve impact Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
E4, IRO-1 Processen voor het identificeren en beoordelen van materiële impact, risico's en kansen
In 2024 hebben we ons aangesloten bij het Biodiversity in Action-programma (BiA) van The Shift en het WWF. Dit is een programma van twaalf maanden om onze natuurstrategie te ontwikkelen. Als onderdeel van dit programma hebben we onze eerste natuur gerelateerde beoordeling uitgevoerd volgens de methodologie van de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD). Er werden verschillende tools gebruikt om de oefening te ondersteunen, waaronder de Biodiversity Risk Filter van het WWF, de Integrated Biodiversity Assessment Tool (IBAT), Exploring Natural Capital Opportunities, Risks and Exposure (ENCORE), Natura2000 en Key Biodiversity Areas (KBA).
We hebben vastgesteld dat zowel de landbouwactiviteiten in onze toeleveringsketen als de productie van Frozen- en Prepared- producten in onze eigen activiteiten een negatieve impact hebben op de biodiversiteit. De negatieve impact van landbouwactiviteiten wordt voornamelijk toegeschreven aan het hoge waterverbruik, dat natuurlijke hulpbronnen uitput, ecosystemen verstoort en bijdraagt aan waterstress.
Daarnaast zijn er grote stukken land nodig voor de teelt van gewassen, wat leidt tot de vernietiging van leefgebieden, terwijl pesticiden, kunstmest en afval de bodem en het water vervuilen. De komende jaren zullen we dieper ingaan op de impact, risico's en kansen van de landbouwactiviteiten in onze toeleveringsketen. Onze primaire focus zal liggen op gewassen met een grote impact (zoals avocado's en bananen) die door de Science-Based Targets for Nature zijn geïdentificeerd als belangrijke factoren van biodiversiteitsverlies.
Waardeketen
Onze productieprocessen bleken geen significante impact te hebben op de biodiversiteit. Ons waterverbruik en onze afvalproductie kunnen daarentegen wel een impact hebben op ecosystemen. In een analyse van onze eigen activiteiten werden alle locaties en hun omgeving binnen een straal van 4 km beoordeeld. Vier productielocaties werden als materieel beschouwd vanwege hun nabijheid tot biodiversiteitsgevoelige en Natura2000-gebieden. Door hun nabijheid moeten deze sites voldoen aan strenge nationale en lokale wetgeving en milieuvergunningen, inclusief mitigerende maatregelen om de biodiversiteit in stand te houden:
• Greenyard Prepared (Bree, België): voor biodiversiteit kwetsbare gebieden Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Mariahof en Stamprooierbroek, Abeek met aangrenzende wetlands, en Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schootsheide en Bergerven.
• Greenyard Prepared (Rijkevorsel, België): Natura2000gebieden Heesbossen, Vallei van Marke en Merkske en Ringven met valleigebieden langs de Heerlese Loop.
• Greenyard Frozen (King's Lynn en Boston, VK): beschermd gebied The Wash en de rivieren die rechtstreeks in dit estuarium-natuurreservaat uitmonden.
E4-1 Veerkrachtanalyse
Tot nu toe hebben we nog geen veerkrachtanalyse uitgevoerd, maar dit zal deel uitmaken van het eerdergenoemde BiA-programma. Onze DMA identificeert echter al de risico's van onze activiteiten op de biodiversiteit. Onze due diligence-benadering is immers gebaseerd op een duurzaamheidsrisicobeoordeling die factoren omvat zoals biodiversiteit, ontbossing, bodemaantasting en het gebruik van meststoffen en pesticiden bij onze leveranciers. Deze beoordeling helpt ons inzicht te krijgen in mogelijke milieu impacts en stuurt onze inspanningen in de richting van duurzamere praktijken.
E4-2 Beleid
Onze biodiversiteitsrisico's worden voornamelijk beheerd door ons Milieubeleid. Greenyard heeft haar milieuduurzaamheidsdoelstellingen geformaliseerd in een Groepsmilieubeleid, dat alle activiteiten en locaties omvat. De doelstellingen van het beleid zorgen ervoor dat we waterverbruik reduceren, proceswater hergebruiken in onze eigen activiteiten en duurzame landbouwpraktijken stimuleren. Het toepassen van goede landbouwpraktijken (GAP) is een voorwaarde om zaken
te kunnen doen met Greenyard en vermindert de impact op de biodiversiteit van de inkoop van groenten en fruit. Deze eis is opgenomen in het beleid voor kwaliteit en voedselveiligheid van Greenyard. Aangezien we volop bezig zijn met het ontwikkelen van onze natuurstrategie, zullen we er tegen het einde van AY 25/26 een uitgebreid beleid voor biodiversiteit en duurzame landbouw hebben afgerond dat ondermeer landbouwers en leveranciers aanmoedigt om regeneratieve landbouwpraktijken toe te passen.
Onze leveranciers zijn verplicht om maatregelen te nemen om de biodiversiteit te bewaren, in het wild levende dieren en bedreigde diersoorten te beschermen en zich te houden aan alle relevante milieuwetten en -voorschriften, zoals beschreven in onze gedragscode voor leveranciers. Binnen ons milieubeleid streven we naar nul ontbossing in 2025 voor alle grondstoffen die we inkopen. De sociale gevolgen van onze impact op biodiversiteit en ecosystemen en de bescherming van biodiversiteit en ecosystemen in of nabij biodiversiteitgevoelige gebieden zijn momenteel niet opgenomen in ons milieubeleid.
Het beleid is openbaar toegankelijk op de website van ons bedrijf. De verantwoordelijkheid voor het milieubeleid en de verdere ontwikkeling van het biodiversiteitsbeleid ligt bij onze Group Sustainability Director. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals beschreven in onze materialiteitsbeoordelingen.
E4-3, E4-4 Doelstellingen en acties
We verwachten in 2026 biodiversiteitsdoelstellingen uit te werken, zodra we onze natuurstrategie binnen het BiA-programma hebben ontwikkeld. Dankzij onze doelstellingen voor klimaat- en waterbeheer (voor meer informatie, zie E1 - Klimaatverandering en E3 - Waterbeheer) reduceren we al de uitstoot van broeikasgassen en optimaliseren we ons waterverbruik, die beide een directe impact hebben op de biodiversiteit.
In 2024 hebben we ons aangesloten bij het Biodiversity in Action-programma (BiA) van The Shift en het WWF om onze kennis op het vlak van biodiversiteit te verdiepen samen met collega's uit andere bedrijfstakken, experts en beleidsmakers. Het programma zal ons helpen waardevolle inzichten te verzamelen om biodiversiteitsverlies te voorkomen, wat uiteindelijk zal bijdragen aan de ontwikkeling van onze eigen natuurstrategie. BiA is een programma van twaalf maanden dat in januari 2026 wordt afgerond.
Duurzame landbouw
In 2023 hebben we een kader ontwikkeld voor een regeneratieve landbouw die de organische bodemmaterie verbetert en behoudt, onze impact op het klimaat reduceert, onze watervoetafdruk verbetert, biodiversiteit verbetert en beschermt en veerkrachtige en winstgevende landbouwsystemen ondersteunt. Toch is regeneratieve landbouw een complexe aangelegenheid, omdat de maatregelen zowel gewas- als regiospecifiek zijn. We werken daarom samen met gespecialiseerde organisaties met lokale praktijkkennis om ons bij deze transitie te ondersteunen. We verwachten geen doelen voor regeneratieve landbouw te stellen voor het einde van 2025.
Ondertussen is Greenyard betrokken bij projecten met individuele telers om precisielandbouwtechnieken te testen of metingen uit te voeren voor biodiversiteitsaspecten zoals bodemkwaliteit en organische bestanddelen. Via onze Bakker-divisie zijn we actief betrokken
E4-5 Impactmaatstaven
Greenyard's belangrijkste impactmaatstaven op het gebied van biodiversiteit worden momenteel afgedekt door onze doelstellingen voor klimaat- en waterbeheer. We streven ernaar om bij de afronding van onze natuurstrategie begin 2026 nog meer impactmaatstaven op te nemen. In lijn met eerdere verslagen rapporteren we het aandeel verkochte biologische producten en
bij de programma’s Better for Nature en Green Farming, die telers ondersteunen bij de overgang naar duurzamere landbouwpraktijken met een focus op het verlagen van de CO2-emissies en het verbeteren van de biodiversiteit.
Daarnaast werken we samen met onderzoeksinstituten en onze klanten aan projecten rond biodiversiteit en regeneratieve landbouw. We maken deel uit van het BeeOmetrics R&D-project voor de ontwikkeling van kosteneffectieve groene technologie voor milieumonitoring en -sanering, waarbij wilde bijen worden gebruikt als schaalbare bio-indicatoren. Door vervuiling en biodiversiteit bij te houden en gebruik te maken van AI voor voorspellende inzichten, vergemakkelijkt BeeOmetrics de analyse van de gezondheid van ecosystemen en het herstel van de biodiversiteit. In dit project zijn 5 BeeOtels geplaatst in open veld bij Belgische proefboerderijen. BeeOtels worden momenteel ook in andere landen geplaatst.
Ontbossing
Greenyard streeft naar nul ontbossing in 2025 voor alle grondstoffen die we inkopen. Hoewel groenten en fruit niet meteen worden beschouwd als grondstoffen die gelinkt zijn aan ontbossing, zijn we ons toch bewust van eventuele risico's. Aangezien we kleine hoeveelheden producten kopen (rundvlees, cacao, soja) die binnen het toepassingsgebied van de EU Ontbossingsverordening (EUDR) vallen, nemen we de nodige stappen in onze due diligence om ervoor te zorgen dat we op 1 januari 2026 aan de verordening voldoen.
Huidige & toekomstige toegewezen middelen Belangrijke acties worden geïntegreerd in de reguliere activiteiten op Groeps- en divisieniveau, waarvoor zowel medewerkers als financiële middelen worden ingezet. Bijgevolg worden middelen die worden toegewezen aan biodiversiteit momenteel niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX.
hebben we het aandeel producten dat is gecertificeerd voor goede landbouwpraktijken (GAP) toegevoegd. Ondanks enige druk op de biologische verkoop in de markt, blijft het eigen aandeel van Greenyard stabiel en vertegenwoordigt het ongeveer 8% van de Fresh-volumes en meer dan 5% van de Long Fresh-volumes.
Duurzame landbouw
Volume-aandeel verse groenten & fruit gecertificieerd voor goede landbouwpraktijken (FSA 3.0 silver medal equivalent)
BOEKHOUDBELEID
Goede landbouwpraktijken (GAP)
Het volumeaandeel verse producten gekocht van leveranciers die gecertificeerd zijn volgens een certificeringsprogramma voor voedselveiligheid dat gelijkwaardig is aan FSA 3.0 Silver (waaronder FSA, GlobalGAP, Red Tractor, QS en Vegaplan). Het aandeel wordt berekend op basis van de certificeringsstatus die is vastgelegd in de goedkeuringsplatforms voor leveranciers van Greenyard. De volumes worden rechtstreeks gemeten via onze inkooprapporten voor groenten en fruit.
Biologische producten
Het volumeaandeel biologische producten omvat de verkoop aan derden van fruit- en groenteproducten die gecertificeerd zijn volgens de EU-normen voor biologische landbouw of gelijkwaardig. Het aandeel wordt berekend op basis van de biologische certificatiestatus in onze ERPsystemen. De volumes worden rechtstreeks gemeten via verkoopsfacturen.
E5 Materiaalgebruik & circulaire economie
E5, SBM-3 Materiële impact, risico’s en kansen
Circulaire economie is een essentieel thema voor Greenyard, zowel voor onze eigen activiteiten als voor onze telers. Greenyard zet zich in om alle afvalstromen te reduceren en de (recyclage)kringloop te sluiten voor materialen zoals karton, papier, plastic, organisch afval en bijproducten. Onze dubbele materialiteitsbeoordeling
Materiële impact, risico of kans
(DMA) identificeerde twee materiële negatieve impacts in onze waardeketen die betrekking hebben op materiaalgebruik en circulaire economie. Het identificeerde ook één materiële financiële kans die de circulaire economie op korte termijn voor ons bedrijf biedt.
Voedselverspilling: Impact op het milieu en de voedselzekerheid door verspilling van (schaarse) voedselbronnen (bedoeld voor menselijke consumptie) in de hele waardeketen.
Initiatieven ter vermindering van voedselverspilling: initiatieven die voedselverspilling tegengaan leiden tot lagere verwijderingskosten en een kleinere impact op biodiversiteit en natuur.
Aankoop van verpakkingsmaterialen: Impact op het milieu door de productie, het gebruik en de verwijdering van gebruikte primaire en secundaire verpakkingsmaterialen.
negatieve impact
Positieve impact, Kans
negatieve impact
tot lange termijn
Korte termijn Eigen activiteiten, upstream
Korte tot lange termijn Eigen activiteiten
E5, IRO-1 Processen voor het identificeren en beoordelen van materiële impact, risico’s en kansen
Voedselafval heeft een negatieve impact op het milieu en de voedselveiligheid door verspilling van (schaarse) voedingsmiddelen die voor menselijk gebruik bedoeld zijn. Vergeleken met andere voedselcategorieën hebben groenten en fruit een relatief lage milieu-impact (zie Barilla Double Pyramid ). Daarom hebben we geen diepgaande evaluatie uitgevoerd voor onze product gerelateerde activiteiten wat betreft de circulaire economie. Wij gebruiken wel een levenscyclusanalysetool om de milieuvoetafdruk – en de CO2-voetafdruk in het bijzonder - van onze producten te berekenen. Deze tool maakt gebruik van de genormaliseerde sectormethode die Greenyard mee ontwikkeld heeft en die bekend staat als de Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR) voor groenten en fruit.
De inkoop van verpakkingsmaterialen heeft een negatieve milieu-impact via de productie van primaire en secundaire materialen die upstream in onze waardeketen gebruikt en weggegooid worden. Wij maken gebruik van levenscyclusanalyses om de impact van onze verpakkingen te evalueren. Waar glas en blik 100% recycleerbaar zijn en gerecycleerde materialen bevatten, hebben ze een grote impact wat betreft broeikasgasemissies. Daarom introduceerden we naast glas en blik ook kartonnen verpakkingen in ons aan-bod, die een betere CO2-voetafdruk hebben. Wij beoordelen de recycleerbaarheid van onze verpakkingen op de samenstelling van het materiaal en de effectieve recyclagepercentages op onze markt.
In het kader van ons DMA-proces hebben we onze activiteiten gescreend om de materiële impact, risico’s en kansen te identificeren, en hebben we gesprekken gevoerd met interne en externe stakeholders (afvalbedrijven, verpakkingsproducenten en klanten) over het gebruik van grondstoffen en de circulaire economie (zie ook onderdeel stakeholder engagement).
IRO Tijdshorizon Waardeketen
Korte
Alle stadia
E5-1 Beleid
Greenyard heeft haar doelstellingen voor circulaire economie en afvalbeheer formeel vastgelegd in een Milieubeleid op groepsniveau dat al onze activiteiten en locaties dekt. We zetten ons in om zowel in onze eigen activiteiten als in de hele waardeketen voedsel- en verpakkingsafval te reduceren. We werken nauw samen met onze partners om het gebruik van verpakkingsmaterialen te verminderen en het aandeel gerecycleerd bestanddeel in onze verpakkingen te verhogen. Bovendien verhogen we ook binnen onze onderneming het bewustzijn voor de circulaire economie, de impact van afval en mogelijke acties die we kunnen ondernemen om de hoeveelheid afval te reduceren. In de loop van AY 25/26 wordt een beleid ontwikkeld rond de inkoop van verpakkingen uit gecertificeerd karton en papier.
Het Milieubeleid van de Groep is publiek beschikbaar op onze website. De verantwoordelijkheid voor het milieubeleid ligt bij onze Group Sustainability Director. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals vastgelegd in onze materialiteitsbeoordelingen.
E5-2, E5-3 Doelstellingen en acties
Voedselverspilling voorkomen
Greenyard streeft naar de valorisatie van alle rest- en bijproductstromen uit de eigen voedselproductie tegen het eind van AY 25/26. Deze doelstelling komt overeen met de huidige Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (EU Waste Framework Directive). Bovendien onderzoeken we nieuwe doelstellingen voor voedselafval die overeenstemmen met de herziene Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen die momenteel door EU-wetgevers afgerond wordt.
Onze primaire focus ligt op afvalpreventie, samen met onze klanten en onze leveranciers. We streven naar maximale recyclage of valorisatie en naar gesloten materiaalkringlopen voor alle afvalstromen. Dit is onder meer het geval voor reguliere afvalstromen zoals karton, papier, plastic en restafval, maar ook voor bioafval en bijproducten.
De meeste van onze bijproducten zijn afkomstig van de verwerkingsactiviteiten in onze Frozen- en Prepareddivisies en bestaan hoofdzakelijk uit groenteschillen. De meeste van deze bijproducten worden gevaloriseerd als dierenvoer. Wanneer ze ongeschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, worden ze gebruikt voor vergisting of compostering. Als we overschotten hebben die niet aan klanten verkocht kunnen worden (bijvoorbeeld door een lager dan verwachte vraag), proberen we die altijd binnen de voedselketen te houden door ze bijvoorbeeld te leveren aan voedselverwerkende bedrijven of aan voedselbanken. Het afgelopen jaar hebben we ongeveer 4 806 ton groenten en fruit aan voedselbanken en liefdadigheidsinstellingen gedoneerd of aan voedselverwerkende bedrijven verkocht.
In AY 24/25 genereerde Greenyard ongeveer 202 000 ton bijproducten en afval, waarvan ongeveer 74 293 ton als dierenvoer werd gebruikt. Wanneer het hergebruik van slib, zand en grond wordt meegerekend, wordt in totaal 56,1% hergebruikt. Dit is ongeveer gelijk aan vorig jaar, met een hoger aandeel slib, zand en grond door moeilijke oogstomstandigheden en de lagere kwaliteit van de grondstoffen. Het aandeel gerecycleerd afval bedraagt iets meer dan 40%, gelijk aan vorig jaar, met een hoger aandeel organisch afval voor vergisting door verhoogde verwerkingsvolumes.
Het vraaggestuurde Veld-tot-Vork bedrijfsmodel van Greenyard is de best mogelijke manier om (vermijdbare) voedselverspilling te voorkomen, omdat het de vraag van de consument verbindt met de daadwerkelijke productie van groenten en fruit op het veld. Dankzij onze strategische partnerships met klanten krijgen we een beter inzicht in de verwachte vraag, die vervolgens wordt gekoppeld aan de beschikbare voorraden in onze distributiecentra en de geplande productie bij onze telers.
We onderzoeken voortdurend innovatieve manieren om voedselverspilling in de hele keten te voorkomen. Zo gebruiken we forecasting tools om de vraag beter te voorspellen op basis van parameters zoals weersvoorspellingen, evenementen en promoties.
Verpakking
Greenyard streeft ernaar om tegen het eind van AY 25/26 100% recycleerbare primaire verpakkingen te gebruiken. De doelstelling komt overeen met de Europese Richtlijn voor Verpakkingen en Verpakkingsafval (PPWR) die streeft naar een meer circulair ontwerp van verpakkingen. We overwegen ook doelstellingen voor de hoeveelheid gerecycleerd bestanddeel in onze plastic verpakkingen om het gebruik van primaire grondstoffen tot een minimum te beperken. Als huismerkleverancier zijn we grotendeels afhankelijk van het verpakkingsbeleid van onze klanten, de doelstellingen zullen alsdusdanig in lijn zijn met de wetgeving.
i n AY 24/25 gebruikten we ongeveer 58 362 ton primaire verpakkingen, waarvan 99,7% als recycleerbaar beschouwd wordt, net als het voorgaande jaar. Onze verpakkingen bestaan voornamelijk uit plastic en karton in de Fresh-divisie, plastic in de Frozen-divisie en stalen blikken en glas in de Prepared-divisie.
De meerlagige staande zakken of pouches voor soepen en sauzen zijn het voornaamste verpakkingstype dat nog niet 100% recycleerbaar is. Ze worden steeds populairder vanwege hun lage gewicht, waardoor ze een betere transportvoetafdruk hebben. Samen met Brightlands Materials Center werd een project opgezet om een recycleerbaar alternatief te ontwikkelen. Tijdens de ontwikkeling werden zowel polyethyleentereftalaat (PET) als polypropyleen (PP) getest. PET bleek niet goed sluitbaar, terwijl PP het meest veelbelovende alternatief leek. Bijkomend onderzoek leverde een geschikte PP-variant op die de sector verder kan ontwikkelen. Wij onderzoeken de volgende stappen in het gebruik van recycleerbare pouches in nauwe samenwerking met onze klanten.
Elders blijven we de duurzaamheid van onze verpakkingen verder optimaliseren en verbeteren, om hun milieu-impact te reduceren met behoud van de functionaliteit en de kwaliteit. De Prepared-divisie ging een samenwerking aan met Tetra Pak voor de bouw van een nieuwe verpakkingslijn voor kartonnen verpakkingen. Deze volledig nieuwe lijn wordt naast de bestaande lijnen voor glas en blik gebruikt.
Huidige & toekomstige toegewezen middelen
De belangrijkste acties worden geïntegreerd in de reguliere activiteiten op Groeps- en divisieniveau, waarvoor zowel personeel als financiële middelen worden ingezet. Bijgevolg worden middelen die worden toegewezen aan de circulaire economie momenteel niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX.
Mix primaire verpakkingen (per gewicht)
● Glas ● Metaal
Plastic
Karton
Andere
E5-4 Materiaalinstromen
Verpakking
gewicht van producten en materialen
BOEKHOUDBELEID
Totale gewicht van producten en biologische materialen
Het totale gewicht van producten en biologische materialen omvat zowel ingekochte voedingsproducten (verse groenten en fruit en (half-)verwerkte groenten en fruit) als verpakkingsmaterialen (primair: metaal, glas, plastic, karton en drankkarton; secundair en tertiair: karton en plastic). Voor beide stromen werd de impact als materieel beoordeeld. De biologische materialen worden rechtstreeks gemeten op basis van inkooprapporten en vormen de grootste materiaalinstromen voor de distributie van verse groenten en fruit, de productie van verwerkte groenten en fruit, en convenience maaltijden. De verpakkingsmaterialen worden gemeten op basis van de verpakkingsaangiften, indien van toepassing, of door inkoopgegevens.
Gerecycleerd bestanddeel in verpakkingen
Het gerecycleerd bestanddeel in verpakkingen wordt berekend op basis van de som van het gerecycleerd bestanddeel in metalen, glazen en kartonnen verpak-
kingen. Het gerecycleerd bestanddeel is gebaseerd op aannames van leveranciers en industrieverenigingen (zie Bijlage 5). We streven ernaar om in toekomstige duurzaamheidsverslagen ook informatie te verstrekken over het gerecycleerd bestanddeel in onze kunststofverpakkingen.
Primaire verpakking
Primaire verpakking is de verpakking die in direct contact staat met voedingsproducten en vaak uit metaal, glas, plastic en karton bestaat.
Aandeel recycleerbare primaire verpakkingen
Het aandeel recycleerbare primaire verpakkingen wordt berekend als het gewicht van de recycleerbare primaire verpakkingen gedeeld door het totale gewicht van de primaire verpakkingen. Wij gaan ervan uit dat glas, metaal, papier en karton 100% recycleerbaar zijn. Voor plastic wordt het aandeel niet-recycleerbaar plastic afgetrokken.
E5-5 Materiaaluitstromen
BOEKHOUDBELEID
Voedsel dat aan liefdadigheidsinstellingen wordt gedoneerd
Producten die gedoneerd worden aan voedselbanken of andere liefdadigheidsinstellingen (of onder de kostprijs aan deze instellingen worden verkocht).
Bijproducten voor menselijke consumptie
Stromen van bijproducten uit verwerkingsactiviteiten (schillen, snijden, sorteren) of kwaliteitscontrole die apart worden ingezameld en hergebruikt in de voedingsmiddelenindustrie (bijvoorbeeld avocado's voor guacamole of avocado-olie).
We hebben een correctie doorgevoerd op het gerapporteerde aantal bijproducten bestemd voor de voedingsindustrie in voorgaande jaren als gevolg van een verkeerde indeling, resulterend in een aanpassing van -601 ton in AY 23/24 en -725 ton in AY 22/23.
Totaal afval
Totaal gegenereerd afval omvat organisch afval uit de verwerking van groenten en fruit; slib, zand en grond; verpakkingsafval (karton, plastic, hout, metaal en glas) en een beperkte hoeveelheid gevaarlijk afval.
Niet-gerecycleerd afval
Niet-gerecycleerd afval is afval dat wordt weggegooid (verbranding of stort). Dit vertegenwoordigt een klein aandeel van de afvalstromen die niet gerecycleerd kunnen worden (bijv. beschadigde verpakking).
De afvalstromen worden rechtstreeks gemeten via facturen van de verwerkingsbedrijven en leverbonnen of verkoopbonnen in het geval van voedseldonaties of bijproducten.
EU Taxonomie
Inleiding
De Taxonomieverordening van de EU (EU 2020/852) heeft tot doel de criteria vast te stellen om te bepalen of een economische activiteit kan worden beschouwd als duurzaam voor het milieu en in overeenstemming is met de EU-doelstellingen die zijn vastgelegd in de EU Green Deal, met inbegrip van de EU-klimaatdoelstellingen. Door duidelijk te definiëren wat duurzaam is, wordt een overgang naar een duurzamere economie bevorderd, aangezien investeringen kunnen worden gericht op activiteiten die in overeenstemming zijn met de taxonomie.
De belangrijkste omzet genererende activiteiten van Greenyard bestaan uit de groothandel in en distributie van verse groenten en fruit en de productie van diepgevroren en bereide groenten en fruit. Zoals het geval is voor de bredere voedingssector, komen deze activiteiten niet overeen met de in aanmerking komende economische activiteiten zoals beschreven in de Gedelegeerde Klimaat-verordening en de Gedelegeerde Milieuverordening. Dit betekent dat onze belangrijkste activiteiten buiten het toepassingsgebied vallen en dat Greenyard’s omzetaandelen die in aanmerking komen voor Taxonomie, CAPEX en OPEX niet materieel zijn.
Activiteiten in aanmerking voor EU Taxonomie
We hebben onze activiteiten die in aanmerking komen voor Taxonomie vastgesteld door de economische activiteiten te screenen in de Klimaatgedelegeerde Verordening (Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 van de Commissie), de Aanvullende Klimaatgedelegeerde Verordening (Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie), de Milieugedelegeerde Verordening (Gedelegeerde verordening (EU) 2023/2486 van de Commissie) en de wijzigingen in de Klimaatgedelegeerde Verordening (Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2485 van de Commissie).
We hebben vastgesteld welke activiteiten in aanmerking komen voor de taxonomie door de economische activiteiten te screenen in de Gedelegeerde Klimaatwet (Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 van de Commissie), de Aanvullende Gedelegeerde Klimaatwet (Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie), de Gedelegeerde Milieuwet (Gedelegeerde verordening (EU) 2023/2486 van de Commissie) en de wijzigingen in de Gedelegeerde Klimaatwet (Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2485 van de Commissie).
Hoewel de hoofdactiviteiten van Greenyard niet in aanmerking komen, zijn vier activiteiten in de gedelegeerde handelingen geïdentificeerd als wel in aanmerking komend voor Greenyard:
• Goederenvervoer over de weg (CCm 6.6)
• Installatie, onderhoud en reparatie van energieefficiënte uitrusting (CCM 7.3)
• Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen in gebouwen (CCM 7.4)
• Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën voor hernieuwbare energie (CCm 7.6)
Goederenvervoer over de weg vormt een klein onderdeel van alle activiteiten die door Greenyard wordt verricht en wordt grotendeels uitbesteed aan onderaannemers. Greenyard beschikt over een klein eigen vrachtwagenpark. Aangezien vervoersdiensten vrijwel uitsluitend deel uitmaken van de totale kostprijs van het hoofdproduct of de hoofddienst die aan de klanten wordt gefactureerd, wordt alleen de omzet van twee specifieke entiteiten (Bakker Trans SRO in Tsjechië en Greenyard Logistics Belgium) gerapporteerd die vervoersdiensten factureren. Elders worden de CAPEX en OPEX in verband met goederenvervoer over de weg gerapporteerd voor de hele Groep.
Artikel 7 van de Gedelegeerde Klimaatverordening is voornamelijk gericht op vastgoedontwikkelaars en bouwondernemingen. Greenyard rapporteert echter de CAPEX met betrekking tot energie-efficiënte uitrusting (7.3), oplaadpunten voor elektrische voertuigen (7.4) en technologieën voor hernieuwbare energie (7.6) die allemaal een directe relatie hebben met de duurzaamheidsstrategie van Greenyard. We investeren in energie-efficiënte uitrusting door middel van relightingprojecten en de installatie of vervanging van isolatiemateriaal in onze servicecentra en productielocaties. De oplaadpunten ondersteunen de overgang van ons lease(personen)wagenpark voor werknemers naar elektrische voertuigen en de introductie van elektrische vrachtwagens in de komende jaren. Op het gebeid van duurzame energietechnologieën investeert Greenyard doorgaans niet rechtstreeks in deze technologieën, maar sluit zij stroomafnameovereenkomsten (PPA’s) af met de verhuurder of een derde partij. Greenyard investeert echter in bijkomende technische uitrusting (bijvoorbeeld versterking van het dak of bekabeling, kleine wijzigingen in de elektrische installatie op de locatie) om de afname van de geproduceerde energie mogelijk te maken.
Voor de Taxonomie in aanmerking komende activiteiten
Verordening (EU) 2020/852, artikel 3, bevat criteria waaraan een economische activiteit moet voldoen om als milieuvriendelijk (in overeenstemming met de taxonomie) te kwalificeren:
• Voldoen aan de technische screeningscriteria (TSC) voor substantiële bijdrage aan één of meer van de zes milieudoelstellingen.
• Voldoen aan de TSC voor het beginsel ‘geen ernstige afbreuk doen’ (DNSH) aan de overige vijf milieudoelstellingen.
• Voldoen aan de minimumwaarborgmaatregelen met betrekking tot sociale en governance-standaarden.
De afstemming van onze in aanmerking komende activiteiten op de EU-taxonomie is vervolgens beoordeeld aan de hand van bijlage I van de Klimaatgedelegeerde Verordening. De TSC voor de milieudoelstellingen zijn per afzonderlijke activiteit geëvalueerd. De naleving van de minimumwaarborgmaatregelen is op groepsniveau beoordeeld.
Wezenlijke bijdrage
We hebben beoordeeld en gedocumenteerd of onze activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (6.6, 7.3, 7.4 en 7.6) voldoen aan de criteria voor een wezenlijke bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering.
voor activiteit 6.6 voldoen de CAPEX in verband met de lease van elektrische vrachtwagens aan de criteria voor den wezenlijke bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering, maar zijn er het afgelopen jaar geen nieuwe elektrische vrachtwagens in gebruik genomen. Greenyard’s overige goederenvervoer over de weg wordt niet uitgevoerd met nulemissievoertuigen en de bijbehorende omzet, CAPEX en OPEX worden daarom niet als op elkaar afgestemd beschouwd.
Voor activiteit 7.3, vallen onze relightingprojecten onder de installatie en vervanging van energie-efficiënte lichtbronnen die voldoen aan de criteria voor een wezenlijke bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering. Andere energie-efficiënte maatregelen worden niet als afgestemd beschouwd omdat de huidige minimumeisen zijn geschreven met de nadruk op energie-efficiënte kantoorgebouwen of woongebouwen die doorgaans niet overeenkomen met de kenmerken van industriële gebouwen zoals magazijnen of fabrieken.
voor de activiteiten 7.4 en 7.6 voldoen onze oplaadpunten voor elektrische voertuigen en de installatie, onderhoud en reparatie van bijkomende technische uitrusting voor hernieuwbare energietechnologieën automatisch aan de criteria voor wezenlijke bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering.
Geen significante schade toebrengen (DNSH)
We hebben beoordeeld en gedocumenteerd of onze activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (7.3, 7.4 en 7.6) en die voldoen aan de criteria voor een wezenlijke bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering, ook voldoen aan de criteria voor geen significante schade toebrengen aan de overige vijf milieudoelstellingen.
Klimaatadaptatie: we hebben een robuuste klimaatrisicoen kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd van de activa waar de relevante activiteiten plaatsvonden (7.3, 7.4 en 7.6). Greenyard schat dat geen van haar activa gevaar loopt door een of meer van de fysieke klimaatrisico’s die worden genoemd in deel II van de Verordening (EU) 2020/852 en daarmee voldoet aan de criteria die worden genoemd in bijlage A bij annex I van de Gedelegeerde Klimaatverordening.
Vervuiling voorkomen en beheersen: de LED-lampen die worden gebruikt in relightingprojecten (activiteit 7.3) voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in bijlage C van annex I van de Gedelegeerde Klimaatverordening.
Minimale waarborgen
Ons mensenrechtenbeleid beschrijft onze inzet om mensenrechten te respecteren en voldoet aan de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, inclusief de Beginselen van de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie over fundamentele principes en rechten op het werk en het Internationaal Handvest van de Rechten van de Mens, zowel in onze eigen activiteiten als in onze toeleveringsketen. Samen met onze goede governancepraktijken en ons beleid (gedragscode, gedragscode voor leveranciers) zorgt onze due diligence-benadering ervoor dat we beschikken over robuuste minimumwaarborgen op het gebied van mensenrechten, corruptie, belastingen en eerlijke concurrentie.
BOEKHOUDBELEID
Onze waarderingsregels voor de taxonomie KPIs zijn gebaseerd op onze interpretatie van annex I van de Gedelegeerde Besluitvorming betreffende Openbaarmaking (Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/4987 van de Commissie) en beschikbare richtlijnen van de Europese Commissie.
Op Taxonomie afgestemde omzet
Opbrengsten met betrekking tot activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie als percentage van onze totale opbrengsten. Enkel de opbrengsten van twee specifieke entiteiten (Bakker Trans SRO in Tsjechië en Greenyard Transport België) die transportdiensten factureren worden gerapporteerd.
Op Taxonomie afgestemde CAPEX
CAPEX gerelateerd aan activa of processen die verbonden zijn aan activiteiten die afgestemd zijn op de taxonomie als een deel van onze CAPEX die worden verantwoord op basis van iA s 16 (paragraaf 73: (e)(i) en (iii)), iA s 38 (paragraaf 118: (e)(i)) en ifrs 16 (paragraaf 53: (h)).
Op Taxonomie afgestemde OPEX
OPEX gerelateerd aan onze activa of processen die verband houden met activiteiten die in aanmerking komen voor taxonomie als een deel van onze totale OPEX. De operationele uitgaven hebben betrekking op directe niet-gekapitaliseerde kosten in verband met onderzoek en ontwikkeling, korte termijn leasing, onderhoud en andere directe uitgaven voor het dagelijkse onderhoud van activa in de vorm van vastgoed, installaties en uitrusting die nodig zijn om het continue en effectief gebruik van dergelijke activa te garanderen. Deze definitie is beperkter dan onze boekhoudkundige definitie van bedrijfskosten.
Aandeel omzet uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar 2024-2025
installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen)
installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie
CapEx van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
Klimaatmitigatie (5) Klimaatadaptatie (6)
Verontreininging (8)
(10)
Klimaatmitigatie (11)
Klimaatadaptatie (12) Water (13)
Verontreininging (14) Circulaire economie (15)
Biodiversiteit (16) m inimumgaranties (17)
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) omzet, jaar 2023-2024 (18)
Categorie faciliterende activiteit (19)
A.
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Boekjaar
Economische activiteiten (1)
Aandeel OPEX uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar 2024-2025
Klimaatmitigatie (5)
(10)
(6)
Klimaatmitigatie (11) Klimaatadaptatie (12)
Verontreininging (14)
(9)
Circulaire economie (15)
Biodiversiteit (16) m inimumgaranties (17)
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) OpEx, jaar 2023-2024 (18)
Categorie faciliterende activiteit (19)
Categorie transitieondersteunende activiteit (20)
OpEx van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
A. OpEx van voor de taxonomie in aanmerking komende activitieten (A.1+A.2)
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
OpEx niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten
Sociaal
S1 Eigen personeel
S1, SBM-3 Materiële impact, risico’s, en kansen
Onze medewerkers vormen de hoeksteen van alles wat we bij Greenyard doen en we doen er alles aan om naar hen te luisteren en met hen in gesprek te gaan om de best mogelijke werkplek te creëren. Onze DMA heeft zes materiële domeinen geïdentificeerd voor ons eigen personeelsbestand op de korte termijn, waarvan er twee negatief zijn en vier positief. Alle medewerkers en aannemers kunnen deze impacts ondervinden en zijn opgenomen in onze toelichting. Een beschrijving van de types medewerkers en niet-medewerkers wordt gegeven in het deel over de kenmerken van niet-medewerkers in het eigen personeelsbestand van de onderneming.
Er is geen significant risico op dwang- of kinderarbeid geïdentificeerd bij onze activiteiten. Onze transitieplannen voor groenere en klimaat neutrale activiteiten hebben geen grote gevolgen voor de materiële impact op onze medewerkers.
Materiële impact, risico of kans
Gezondheid en veiligheid: Het risico dat de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften niet worden nageleefd, wat kan leiden tot letsels variërend van lichte tot ernstige gevallen, en zelfs dodelijke ongevallen.
Intimidatie van werknemers: De negatieve impact van intimidatie op de werkplek, waaronder pesten, seksuele intimidatie of discriminatie van onze eigen medewerkers, met name kwetsbare groepen zoals vrouwen en arbeidsmigranten.
Balans tussen werk en privéleven: De balans tussen werk en privé op de werkplek biedt een kans om het welzijn van medewerkers te vergroten, de werktevredenheid te verbeteren, een hogere productiviteit te realiseren en het vermogen van de organisatie om medewerkers aan te trekken en te behouden te versterken.
Diversiteit, gelijkheid en inclusie: het aanpakken van gendergelijkheidskwesties en het bevorderen van de participatie van vrouwen biedt kansen voor een grotere diversiteit aan perspectieven en beter geïnformeerde en innovatieve bijdragen.
Collectieve onderhandelingen: het invoeren van collectieve onderhandelingsmechanismen draagt bij aan eerlijkere en veiligere arbeidsomstandigheden
Training en ontwikkeling van vaardigheden: Door het aanbieden van continue training en ontwikkeling van vaardigheden, krijgen onze werknemers de kennis en het vertrouwen om optimaal te presteren. Dit verhoogt de productiviteit en de productkwaliteit, maar draagt ook bij aan de tevredenheid van medewerkers en de groei van het bedrijf op de lange termijn.
negatieve impact, risico
negatieve impact
Korte termijn
Korte termijn
Kans Korte termijn
Eigen activiteiten
Eigen activiteiten
Eigen activiteiten
Kans Middellange tot lange termijn
Positieve impact Korte tot lange termijn
Kans Korte tot lange termijn
Eigen activiteiten
Eigen activiteiten
Eigen activiteiten
IRO Tijdshorizon Waardeketen
S1-1 Beleid
Onze personeelsstrategie en ons beheer van de Impact, Risico's en Kansen (IRO's) voor onze eigen medewerkers worden ondersteund door onderstaande beleidsregels. Al deze beleidsregels zijn intern beschikbaar op ons intranetplatform en alle beleidsregels, met uitzondering van het Beleid voor gezondheid en veiligheid, zijn publiek beschikbaar op onze bedrijfswebsite. Ze zijn van toepassing op al onze eigen medewerkers. We evalueren en herzien, indien nodig, het Beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals vastgelegd in onze materialiteitsbeoordelingen.
Gedragscode
De personeelsstrategie van Greenyard komt voort uit een gedeelde reeks waarden en ethische principes binnen de groep. De Gedragscode zet deze principes uiteen en begeleidt al onze werknemers om integer te handelen ten opzichte van klanten, gemeenschappen, leveranciers, zakenpartners en elkaar:
• Zorgen voor productveiligheid, integriteit en kwaliteit
• Bevorderen van een positieve werkomgeving
• Zakendoen met integriteit
• Zorgen voor financiële integriteit en fiscale verantwoordelijkheid
• Beschermen van privacy, vertrouwelijkheid en andere activa
• Beschermen van de natuur
Samen met deze ethische principes werken we aan een cultuur waarin iedereen de moed heeft om zich uit te spreken, bezorgdheden te delen, vragen te stellen en mogelijk wangedrag te melden. Raadpleeg G1 Zakelijk gedrag voor meer informatie.
Mensenrechten
Onze benadering van het respecteren van mensenrechten, waaronder arbeidsrechten, wordt uiteengezet in onze Gedragscode, onze Gedragscode voor leveranciers en ons Beleid inzake mensenrechten. Kinderarbeid, dwangarbeid, mensenhandel en moderne slavernij zijn strikt verboden. We respecteren de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, evenals het garanderen van fatsoenlijke werktijden, eerlijke beloning en voordelen. We verbieden ook alle vormen van discriminatie en intimidatie. Onze beslissingen over indienstneming en tewerkstelling, met inbegrip van beslissingen over verloning, voordelen, promotie, opleiding, disciplinaire maatregelen en ontslag, worden uitsluitend genomen op basis van de vaardigheden, bekwaamheden en prestaties van werknemers. We
zetten ons in voor het handhaven van hoge normen voor gezondheid, veiligheid en welzijn op de werkplek.
We respecteren alle internationaal erkende mensenrechten in al onze activiteiten en waardeketens wereldwijd, zoals beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie over Fundamentele Principes en Rechten op het Werk, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen en de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen over verantwoord ondernemen.
Bovendien hebben we de nodige processen en mechanismen opgezet om deze richtlijnen in onze organisatie te verankeren. We hebben ook een nalevingsraamwerk geïmplementeerd dat de volgende belangrijke mechanismen omvat: een onboarding gedragscodetraining voor belangrijke functies, een e-learningtool voor de gedragscode en een klokkenluidersregeling, die gepaard gaat met interne communicatiecampagnes die medewerkers aansporen om schendingen van mensenrechten en arbeidsrechten, corruptie of onethische bedrijfspraktijken te melden.
Het Beleid is van toepassing op al onze medewerkers, inclusief onze eigen medewerkers, uitzendkrachten, consultants en andere personen die namens Greenyard werken, maar ook op zakenpartners zoals leveranciers of aannemers. De algehele verantwoordelijkheid voor mensenrechten bij Greenyard ligt bij de Group CEO.
Gezondheid & veiligheid
Het Health & Safety Beleid van Greenyard bevat duidelijke richtlijnen om onze medewerkers te beschermen en een veilige bedrijfsvoering te bevorderen. Dit Beleid geldt voor al onze vestigingen en het voltallige personeel. We integreren deze principes in elk aspect van onze besluitvorming en dagelijkse activiteiten, waarbij we proactief maatregelen nemen om ongevallen op de werkplek te voorkomen en een veilige, gezonde werkomgeving voor iedereen te waarborgen. We verbeteren ons gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem continu en we voeren interne audits uit om mogelijke hiaten in ons Beleid op te sporen. Deze hiaten worden aangepakt via specifieke actieplannen, waarvan de implementatie en voortgang regelmatig gecontroleerd worden.
Ons Health & Safety Beleid is gebaseerd op ISO-normen en beschrijft onze aanpak. Het definieert ons engagement om letsels en ziekten veroorzaakt op het werk te elimineren of te verminderen en een veilige werkomgeving te garanderen voor ons voltallige personeel. Ons Beleid is ook van toepassing op aannemers die op Greenyard-sites werken. De verantwoordelijkheid voor gezondheid en veiligheid ligt bij onze Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director.
Diversiteit, gelijkheid en inclusie Greenyard bevordert een diverse, rechtvaardige en inclusieve werkplek waar elke medewerker zich veilig en thuis voelt. We bieden gelijke kansen voor iedere medewerker en creëren een werkplek waar iedere medewerker, ongeacht leeftijd, geslacht, capaciteiten, etnische achtergrond, seksuele geaardheid, religieuze overtuiging of sociaaleconomische status, zich veilig, gerespecteerd en gewaardeerd voelt. Ons engagement staat beschreven in onze Gedragscode, ons Beleid inzake mensenrechten en onze Verklaring inzake diversiteit, gelijkheid en inclusie.
We geloven dat diversiteit innovatie stimuleert, onze menselijke organisatiecultuur versterkt en een betere vertegenwoordiging en begrip van de diverse behoeften van onze consumenten bevordert. Door mensen met verschillende achtergronden samen te brengen, kunnen we blinde vlekken, vooroordelen en aannames sneller detecteren. Onze inspanningen op het gebied van diversiteit, gelijkheid en inclusie versterken onze cultuur en leiderschap, betrekken en inspireren medewerkers en creëren een performante werkplek die klaar is voor verdere groei. We geloven dat het bevorderen van gelijkheid en inclusie de basis is voor het bereiken van diversiteit.
We verbieden elke vorm van discriminatie op basis van, maar niet beperkt tot, ras, religie, cultuur, geslacht, leeftijd, politieke overtuiging, nationale afkomst of herkomst, sociale afkomst, zwangerschap en moederschap, seksuele geaardheid, genderidentiteit of -expressie, of andere willekeurige gronden. Verder weren we alle vormen van fysieke, verbale, seksuele en schriftelijke intimidatie, pesten, mishandeling of enige vorm van geweld. Ook gedrag dat bedreigend, kwetsend, vernederend of intimiderend is, wordt niet getolereerd en wordt sterk tegengegaan binnen Greenyard.
Al onze medewerkers zijn verantwoordelijk voor het naleven van de principes die zijn vastgelegd in onze Verklaring inzake diversiteit, gelijkheid en inclusie. Managers worden verantwoordelijk gehouden voor het bevorderen van diversiteit en gelijkwaardigheid binnen hun teams. Leadership teams, directeurs en managers zijn verantwoordelijk voor het implementeren van specifieke acties die onze Verklaring inzake diversiteit, gelijkheid en inclusie ondersteunen binnen hun respectievelijke teams, landen of divisies. Het algemene Beleid is in handen van de Group HR Director en is gebaseerd op de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling.
Due
diligence
Ons due diligence Beleid werd in januari 2025 vastgelegd en richt zich zowel op onze eigen activiteiten als op onze toeleveringsketen en houdt rekening met zowel ecologische als sociale duurzaamheidsaspecten. Het is geïnspireerd op het due diligence kader dat is vastgelegd in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en op de richtlijnen die worden geboden door internationale instrumenten op het gebied van mensenrechten en verantwoord zakelijk gedrag.
Greenyard is lid van de Supplier Ethical Data Exchange (SEDEX) en maakt gebruik van de SEDEX Self Assessment Questionnaires (SAQ) om de inherente risico's van al haar vestigingen te evalueren, samen met het implementatieniveau van de lokale controles op risicobeheer. De SEDEX SAQ richt zich op 15 risicodimensies: bedrijfsprofiel, impact op de werkplek, managementsystemen, vrije werkkeuze, vrijheid van vereniging, gezondheid en veiligheid, woonruimte, kinderen en jonge werknemers, lonen, werktijden, discriminatie, regulier werk, discipline en klachten, milieu en bedrijfsethiek.
Greenyard gebruikt de resultaten van de SEDEX SAQ's om de stand van zaken op het gebied van preventiemaatregelen te evalueren voor haar eigen activiteiten. Alle locaties zijn verplicht om de standaardpraktijken van de sector toe te passen op de verschillende dimensies. Audits door derden op sociaal gebied (alle locaties) en milieugebied (productielocaties) bieden extra zekerheid dat de risico's adequaat worden voorkomen en beperkt. De audits worden geleidelijk over de divisies uitgerold en moeten minstens om de drie jaar worden uitgevoerd. Op dit moment is 24% van onze vestigingen in de afgelopen drie jaar gecontroleerd op naleving van sociale en, indien relevant, milieunormen.
S1-2 Betrokkenheid bij werknemers
We gaan via verschillende kanalen de dialoog aan met onze medewerkers. Eén initiatief is onze Medewerkersbetrokkenheidsenquête, die periodiek door de verschillende lokale entiteiten wordt gehouden. Dit onderzoek geeft waardevolle inzichten in de perceptie van Greenyard als werkgever, waarbij aspecten als strategie, waarden, dagelijkse werkerva-ringen, interacties met leidinggevenden en algemene werktevredenheid aan bod komen. De uitkomsten van het onderzoek dienen als basis voor een zinvolle dialoog en stimuleren concrete verbeteringen in de hele organisatie. De resultaten worden op meerdere niveaus gecommuniceerd en besproken, wat zorgt voor transparantie en alignering.
Bovendien beschikken medewerkers over verschillende kanalen om hun mening te geven en zowel met andere collega's als met het management in gesprek te gaan. Deze kanalen zijn: onze HR Business Partners, vertegenwoordigers op het gebied van arbeidsveiligheid en gezondheid, lokale ondernemingsraden en persoonlijke ontwikkelingsgesprekken. Betrokkenheid en werknemersvertegenwoordiging worden gerealiseerd via meer formele organen, zoals ondernemingsraden en comités voor preventie en bescherming op het werk. Ze worden over het algemeen geregeld door lokale wetgeving of worden lokaal overeengekomen met de betreffende werknemersvertegenwoordiging. De frequentie van betrokkenheid dekt zowel regelmatig terugkerende bijeenkomsten als buitengewone bijeenkomsten, die gericht zijn op het verbeteren van de bedrijfsvoering en er tegelijk voor zorgen dat medewerkers de kans krijgen om impact te hebben op beslissingen die hun werk en werkomstandigheden beïnvloeden.
Om de effectiviteit van onze inspanningen te meten, monitoren we verschillende belangrijke maatstaven. We passen onze strategie aan op basis van trends in deelname, betrokkenheid en tevredenheid die blijken uit onze regelmatige enquêtes bij medewerkers. Verloop en behoud van talent dienen als aanvullende indicatoren voor de effectiviteit van onze inspanningen. De Group HR Director is eindverantwoordelijk voor de wereldwijde betrokkenheidsprocessen om consistentie en alignering met onze waarden te waarborgen.
S1-3 Oplossing van negatieve impacts en klachtenmechanismen
Greenyard werkt actief aan een veilige en inclusieve werkomgeving. Indien nodig kunnen werknemers (inclusief niet-werknemers) klachten melden via de daarvoor bestemde regelingen, afhankelijk van de aard van het incident: intimidatie van medewerkers, gezondheid en veiligheid, arbeidsomstandigheden, ... Door toegang tot een klokkenluiderregeling kunnen mensen hun verhaal doen en een oplossing zoeken als ze vinden dat hun rechten zijn geschonden. Dit zorgt voor een eerlijkere en rechtvaardigere werkplek. We zetten ons in voor of werken mee aan het herstel van negatieve impacts voor de mensenrechten die we mogelijk hebben veroorzaakt of waaraan we hebben bijgedragen. We hebben verschillende interne klokkenluiderskanalen om bezorgdheden te uiten of wangedrag te melden, die zijn beschreven in ons klokkenluidersbeleid.
De klokkenluidersregeling is beschikbaar op de website van Greenyard (openbaar, voor externe stakeholders) en op het intranet (voor het eigen personeel). Sinds 2022 voert Greenyard jaarlijks een bewustwordingscampagne over de regeling, waarbij het instrument wordt gepromoot door middel van posters, wobblers en artikels op het intranet en in de nieuwsbrief van het bedrijf.
Medewerkers worden aangemoedigd om eerst interne meldkanalen te overwegen, zoals hun directe lijnmanager, supervisor, algemene directeur of managing director, lokale HR-manager, het Group Governance & Compliance Department of Interne Audit. Als medewerkers zich ongemakkelijk of terughoudend voelen om via deze kanalen te rapporteren, bieden we een alternatief aan via ons interne klokkenluidersinstrument, waarmee medewerkers wangedrag vertrouwelijk of anoniem kunnen melden. Dit klokkenluidersinstrument wordt gehost en beheerd door een externe softwareleverancier.
Ongeacht het gekozen meldingsmechanisme en de ernst van de melding, nemen wij alle incidenten serieus en behandelen we alle gevallen op een professionele en vertrouwelijke manier waarbij we rekening houden met de behoeften van alle partijen. We nemen onmiddellijk passende corrigerende maatregelen bij wangedrag en zorgen ervoor dat deze maatregelen in verhouding staan tot de ernst van het wangedrag en in overeenstemming zijn met onze interne procedures. Dergelijke corrigerende maatregelen kunnen disciplinaire maatregelen tegen de beschuldigde partij inhouden, waaronder beëindiging van het dienstverband. Raadpleeg G1 Zakelijk gedrag voor meer informatie over hoe we deze onderzoeken uitvoeren en klokkenluiders beschermen tegen vergelding.
Het Group Governance & Compliance Departement evalueert de effectiviteit van de klokkenluidersregeling als onderdeel van de halfjaarlijkse en jaarlijkse rapportage. Dit gebeurt door het analyseren van de gegevens over het aantal ingediende klachten, de geaggregeerde gegevens over de betrokken locaties en entiteiten (land, entiteit, divisie) en het onderwerp van de klachten. Deze inzichten helpen ons om te evalueren of het klokkenluidersbeleid effectief functioneert.
Het Group Governance & Compliance Departement heeft in de loop der jaren een toename van het aantal klachten waargenomen en een grotere spreiding van de klachten over verschillende landen en locaties. Dit geeft aan dat medewerkers zich meer bewust worden van de tool en zich meer op hun gemak voelen om het te gebruiken als een betrouwbaar mechanisme om bezorgdheden te uiten of wangedrag te melden.
In AY 24/25 werden 38 meldingen van klokkenluiders ingediend volgens ons klokkenluidersbeleid, waarvan er 12 werden bevestigd als een schending van onze Gedragscode. Er werden passende maatregelen genomen. In twee gevallen werden disciplinaire maatregelen opgelegd, waaronder ontslag om dringende reden. In de overige gevallen werden corrigerende maatregelen genomen die gericht waren op gedragsverbetering door middel van bewustmakingsinitiatieven, procedurele herzieningen, training en verbeterde follow-up. Deze rapportering omvat ook 14 gevallen van discriminatie, inclusief intimidatie, waarvan er vijf werden bevestigd als gegrond en als schending van onze Gedragscode.
S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten
Gevallen van discriminatie
Totaal bedrag van boetes en compensaties voor gevallen van discriminatie
Inbreuken op de rechten van de mens
Inbreuken op de rechten van de mens die een niet-naleving zijn van de UN Guiding principles on Business and Humand Rights en de OEsO-richtlijnen voor multinationale Ondernemingen
Totaal bedrag van boetes en compensaties voor inbreuken op de rechten van de mens
Klachten ingediend via nationale Contact Punten in het kader van de OEsO-richtlijnen voor multinationale Ondernemingen
14
Eenheid
BOEKHOUDBELEID
Klokkenluidersmeldingen
Interne klokkenluidersmeldingen die zijn ingediend volgens ons Klokkenluidersbeleid.
Bevestigde incidenten
Interne klokkenluidersmeldingen die na intern onderzoek zijn bevestigd als schendingen van onze Gedragscode. De gemelde incidenten van discriminatie en intimidatie omvatten alle bevestigde gevallen van pesten en intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie en vergelding met betrekking tot onze eigen werknemers.
Boetes, sancties en schadevergoeding Boetes, sancties en schadevergoedingen zijn alle financiële betalingen die zijn gedaan in verband met bevestigde incidenten binnen het boekjaar.
S1-4, S1-5 Doelstellingen en acties
Hoewel er een breed scala aan acties wordt uitgevoerd om bij te dragen aan de hierboven genoemde beleidsdoelstellingen, heeft Greenyard op dit moment geen Groepsdoelstellingen voor haar eigen werknemers, risico's en kansen. We zetten ons in om de voortgang op de relevante effecten te meten en streven ernaar om meer informatie over lokale doelstellingen bekend te maken in toekomstige duurzaamheidsverklaringen.
Gezondheid & veiligheid
Gezondheid en veiligheid zijn essentiële aspecten van ons bredere streven naar maatschappelijke verantwoordelijkheid, duurzaamheid, corporate governance en risico-beheer. Een veilige en gezonde werkomgeving is bovendien cruciaal voor het leveren van hoogwaardige producten en diensten.
We beschikken over robuuste managementsystemen die het welzijn van medewerkers, klanten, bezoekers en het publiek beschermen en tegelijkertijd de financiële en reputatierisico's van arbeidsongevallen en een slechte gezondheid tot een minimum beperken. We verwachten hetzelfde niveau van betrokkenheid van onze partners en aannemers. We bevorderen actief een sterke veiligheidscultuur en al onze medewerkers vallen onder ons gezondheids- en veiligheidsmanagementsysteem.
Bevestigde ernstige mensenrechtenschendingen gerelateerd aan eigen personeel Bevestigde ernstige mensenrechtenschendingen zijn de gemelde cijfers van bevestigde ernstige mensenrechtenschendingen (zoals gedefinieerd in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs)) met betrekking tot onze werknemers, inclusief gevallen die zijn geregistreerd via het klokkenluidersbeleid, sociale compliance-audits, onderbouwde rechtszaken en openbare rapporten. Alle mensenrechtenschendingen worden jaarlijks beoordeeld op basis van hun omvang, reikwijdte en herstelbaarheid, en worden per geval als ernstig aangemerkt.
Belangrijkste acties
In 2024 hebben we een grote interne transportcampagne gelanceerd om gedragsgebaseerde veiligheid (BBS, Behaviour-Based Safety) voor al onze chauffeurs te implementeren. Dit initiatief had betrekking op vestigingen, fabrieken en magazijnen in alle divisies. Om het bewustzijn te vergroten en de veiligheidscultuur te versterken, hebben verschillende lokale vestigingen veiligheidsdagen georganiseerd voor hun medewerkers, trainingen over veiligheid op de werkplek gegeven werden en waardevolle inzichten gedeeld werden. We vieren ook belangrijke mijlpalen wanneer vestigingen een bepaald aantal ongevalsvrije dagen behalen, waarbij we het belang van een veilige werkomgeving erkennen en herhaaldelijk benadrukken.
Daarnaast zijn we een samenwerking aangegaan met een externe specialist op het gebied van veilig rijgedrag om de veiligheid op de werkplek te verbeteren en het aantal incidenten met interne transportmiddelen te verminderen. We hebben een proefproject opgezet om gepersonaliseerde veiligheidscoaching te introduceren, afgestemd op het specifieke rijgedrag van elke chauffeur. Dit initiatief heeft al geleid tot betere prestaties op de proeflocatie. Voortbouwend op dit succes zijn we van plan om het project de komende jaren uit te breiden naar andere vestigingen.
Proactief gezondheids- en veiligheidsbeheer
Gezondheid en veiligheid zijn verankerd in onze managementprocessen, waardoor we evoluties in onze prestaties snel kunnen identificeren en erop kunnen reageren. Door regelmatig overleg op verschillende managementniveaus kunnen we waar nodig proactieve en preventieve maatregelen nemen. Dit overleg vindt plaats binnen het Greenyards Leadership Team, de divisiemanagementteams en de gezondheids- en veiligheidscomités.
Om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen, delen we regelmatig gezondheids- en veiligheidsrapporten, geven we maandelijks een update over incidenten en werken we de dashboards voortdurend bij. Daarnaast houdt elke vestiging een dynamisch risicobeoordelingsregister bij, zodat potentiële risico’s continu gemonitord en beperkt worden. We onderzoeken alle incidenten om de onderliggende oorzaken te achterhalen en de lessons learned binnen de hele organisatie te delen.
In 2025 zullen we een gecentraliseerd, gebruiksvriendelijk platform implementeren om de efficiëntie van de melding en rapportering van veiligheidsincidenten te stroomlijnen en te verbeteren. Het platform zorgt voor transparantie, traceerbaarheid en compliance op het vlak van incidentenbeheer binnen onze hele organisatie. Door het melden, onderzoeken en oplossen van incidenten te vereenvoudigen, kunnen we proactief de risico’s reduceren. Op die manier stimuleren we een cultuur van continue verbetering op veiligheidsvlak.
Resultaten
Om onze voortgang te meten, houden we het aantal ongevallen met werkverlet en de frequentie van ongevallen met werkverlet (LTIFR, lost-time incident frequency rate ) binnen onze activiteiten bij. Deze doelstellingen gelden voor alle medewerkers van Greenyard. We betrekken onze medewerkers actief bij de resultaten via initiatieven zoals de Veiligheidsweek en regelmatige bewustmakingscampagnes.
In AY 24/25 hebben we 293 ongevallen met werkverlet geregistreerd, een stijging ten opzichte van AY 23/24. Ondanks deze stijging zijn zowel de frequentie als de ernst verder gedaald. Dit resultaat komt overeen met onze verwachtingen en weerspiegelt onze lange-termijnfocus op het creëren van een cultuur van gezondheid en veiligheid.
BOEKHOUDBELEID
Dekking van het gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem
Het percentage eigen werknemers dat onder een gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem valt, wordt berekend op basis van het aantal werknemers, terwijl het percentage niet-werknemers wordt weergegeven op basis van voltijdse equivalenten omdat het aantal personen voor niet-werknemers ontbreekt.
Werkongeval
Een werkongeval met werkverlet verwijst naar een letsel dat optreedt tijdens de werkuren en als gevolg van het uitgevoerde werk. Door het ongeval kunnen de medewerkers hun werk niet uitvoeren en hebben ze tijd nodig om te herstellen. Het werkongeval kan plaatsvinden op het werk (ongeacht de oorzaak), of tijdens het reizen als onderdeel van het werk. Het aantal registreerbare werkongevallen omvat onze eigen werknemers en nietwerknemers, terwijl het aantal dodelijke ongevallen zowel onze eigen werknemers, niet-werknemers als aannemers omvat.
Frequentie van ongevallen met werkverlet
De frequentie van ongevallen met werkverlet (LTIFR) geeft aan hoeveel incidenten met verlet zich voordoen per 1 miljoen gewerkte uren en wordt berekend als het aantal werkongevallen met werkverlet gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met 1 miljoen.
Het totaal aantal gewerkte uren dat gebruikt wordt om de frequentie en de ernst te berekenen, is gebaseerd op de werkelijk gewerkte uren die geregistreerd zijn in tijdregistratiesystemen of, als deze ontbreken, een schatting op basis van het gemiddelde aantal gewerkte uren per periode vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal VTE over dezelfde periode.
Ernstgraad
De ernst geeft het aantal verloren dagen per 1 000 gewerkte uren aan en wordt berekend als het aantal verloren dagen door werkongevallen vermenigvuldigd met duizend en gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren.
Diversiteit, gelijkheid en inclusie
Als wereldspeler is het personeelsbestand van Greenyard sociaal divers, met meer dan 80 verschillende nationaliteiten die in de verschillende divisies werkzaam zijn. We respecteren diversiteit in al haar vormen: nationaliteit, religie, cultuur, taal, leeftijd, geslacht en seksuele voorkeur, en we zorgen voor gelijke kansen voor alle medewerkers. We willen dat onze organisatie een veilige plek is, waar mensen vertrouwen en steun vinden.
Ons onlangs opgerichte DE&I Comité brengt mensen van verschillende niveaus, landen en divisies bijeen om samen te werken aan een inclusieve cultuur. De leden zorgen voor bewustwording in onze hele organisatie, ondersteunen bestaande en inspireren nieuwe initiatieven en adviseren ons Leadership Team in dit domein.
Verder hebben we ook een duidelijke DE&I-visie en -strategie voor ons bedrijf ontwikkeld en hebben we onze eerste drie focuspunten vastgesteld: het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, het
aantal vrouwen in een leidinggevende functie laten toenemen en het verwelkomen van culturele verschillen op de werkvloer. Het Comité fungeert als de bewaker van de DE&I-visie van Greenyard, maar uiteindelijk moeten alle medewerkers hun steentje bijdragen aan een inclusieve omgeving, op elk niveau van ons bedrijf. Via de activiteiten van het Comité hopen we iedereen die een positieve impact wil maken te inspireren en aan te moedigen.
Door een ondersteunende werkomgeving te creëren, willen we een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen op alle niveaus stimuleren en medewerkers in alle leeftijdscategorieën te behouden. Greenyard is ook een actieve aanbieder van sociale werkgelegenheid, waarvoor we veel mogelijkheden creëren in verschillende lagen van de organisatie. We zijn vastbesloten om onze voortgang in deze domeinen te meten en verdere actie te ondernemen waar dat relevant of vereist is.
BOEKHOUDBELEID
Aantal werknemers
Het aantal werknemers per land, geslacht, contracttype, werkplek en leeftijdsverdeling is gebaseerd op het aantal werknemers aan het einde van de rapporteringsperiode.
Dit is een methodologische verandering, aangezien vorig jaar een gemiddeld aantal werknemers over de rapporteringsperiode werd gerapporteerd. Vergelijkende cijfers zijn aangepast. Het personeelscijfer omvat alle werknemers met een arbeidsovereenkomst met Greenyard en wordt maandelijks intern gerapporteerd.
Onze inkoop- en verkoopkantoren zijn uitgesloten van de gedetailleerde rapportering over werknemerskenmerken (geslacht, contracttype, werkplek en leeftijdsverdeling) vanwege immaterialiteit, maar zijn wel opgenomen in het aantal werknemers per land.
Geslacht is gebaseerd op het door de medewerker opgegeven geslacht (met inachtneming van de lokale regelgeving inzake gegevensbescherming).
Leeftijd is gebaseerd op de leeftijd van elke medewerker aan het einde van de rapporteringsperiode.
Topmanagement omvat alle werknemers en zelfstandige medewerkers in managementposities die zich niet meer
dan twee rapporteringsniveaus onder het executive management bevinden.
De indeling naar werkplek (magazijn/kantoor) is gebaseerd op het statuut van arbeiders en bedienden in landen waar dit een wettelijk onderscheid is of anders op basis van de functieomschrijving.
De classificatie als werknemer met een handicap is in overeenstemming met de toepasselijke nationale regelgeving.
Genderloonkloof
De genderloonkloof wordt berekend als het verschil tussen het gemiddelde loonniveau van mannelijke en vrouwelijke werknemers gedeeld door het gemiddelde loonniveau van mannelijke werknemers. De loonkloof is niet gecorrigeerd voor andere parameters die het loonniveau beïnvloeden, zoals functie, prestaties, anciënniteit en land. Het bruto uurloon wordt berekend op basis van de totale beloning die gebruikt wordt voor de totale beloningsverhouding en gedeeld door de standaard werktijd in elke afzonderlijke entiteit.
Talentontwikkeling
Greenyard biedt haar werknemers een breed scala aan formele en informele opleidingsprogramma's aan, zowel in de lokale entiteiten als op groepsniveau. Opleidingen zijn cruciaal om de vaardigheden van onze medewerkers te ontwikkelen en dragen bij aan de verdere groei van onze onderneming door hun positieve impact op flexibiliteit, kwaliteit, productiviteit en tevredenheid van onze medewerkers. Tegelijk stimuleren ze ook de interne groei en de loopbaanontwikkeling.
Getalenteerde mensen willen werken voor een bedrijf met een duidelijke purpose en een positieve impact. Dat is bij Greenyard zeker het geval. Om jong talent aan te trekken en te behouden bieden verschillende entiteiten een uitgebreid programma van traineeships aan. Op groepsniveau zijn er ontwikkelingsprogramma's voor high potentials (Gamechangers) en leiders (DRIVE).
In AY 24/25 zette de Bakker-divisie de eerste stap in de ontwikkeling van een Greenyard Academy voor de hele groep, een platform dat levenslang leren en persoonlijke ontwikkeling binnen het bedrijf mogelijk maakt. Eind 2024 ging het platform live in de Nederlandse, Belgische en Tsjechische vestigingen van de Bakker-divisie. Er zijn plannen om de Academy in de komende jaren uit te rollen in andere divisies van Greenyard.
BOEKHOUDBELEID
Trainingsuren
Het aantal trainingsuren omvat zowel interne als externe opleidingen die door onze eigen medewerkers online of op locatie gevolgd worden.
Huidige & toekomstige toegewezen middelen
Materiële acties worden geïntegreerd in de reguliere activiteiten op Groeps- en divisieniveau, waarbij gebruik gemaakt wordt van personeel en financiële middelen. Daarom worden middelen die worden toegewezen aan het eigen personeel, medewerkers in de waardeketen en consumenten niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX.
Greenyard is gestart met de implementatie van een wereldwijd Human Resources Informatie Systeem (HRIS). Dit strategische initiatief zal onze HR-processen consolideren en moderniseren, onze compliance verzekeren en onze operationele efficiëntie verbeteren. Waar we momenteel meer dan 120 verschillende HR-systemen in gebruik hebben, zal dit initiatief een uniform platform creëren dat zorgt voor consistentie, nauwkeurigheid van gegevens en gestroomlijnde besluitvorming. Daardoor zal het ook bijdragen aan het opvolgen van bovengenoemde acties en bijdragen aan de algehele kwaliteit van alle datapunten in S1. De uitrol over de hele Groep is begin 2025 gestart en loopt verder tot in 2026.
S1-13 Opleiding en ontwikkeling van vaardigheden Eenheid
S1-6, S1-7
Kenmerken van de werknemers van de onderneming
mensen
Opmerking: De bijbehorende financiële reconciliatie voor VTE-cijfers is te vinden op pagina 219. Werknemers
BOEKHOUDBELEID
Werknemers per contracttype
De onderverdeling per contracttype is beschikbaar voor eigen werknemers. Het bevat werknemers met een contract van onbepaalde duur, tijdelijke werknemers met een contract van bepaalde duur en werknemers met een nulurencontract. Deze laatste categorie betreft werknemers welke geen garantie hebben op een minimum of bepaald aantal werkuren.
Niet-werknemers
Niet-werknemers zijn alle personen die voor en onder leiding van de organisatie werken en bestaan voornamelijk uit tijdelijke arbeidskrachten. Dienstverleners en onderaannemers vallen hier niet onder. Het aantal niet-werknemers wordt gerapporteerd op basis van voltijdequivalenten (VTE) aan het einde van de rapporteringsperiode. Dit is een methodologische
verandering, aangezien vorig jaar het gemiddeld aantal VTEs over de rapporteringsperiode alsook dienstverleners werden gerapporteerd. Vergelijkende cijfers zijn niet aangepast. Het VTE-aantal wordt berekend als het totaal aantal gewerkte uren gedeeld door de standaardwerktijd en wordt maandelijks intern gerapporteerd.
Personeelsverloop
Het personeelsverloop omvat alle personen die de organisatie tijdens de rapporteringsperiode hebben verlaten om vrijwillige redenen, vanwege pensionering of vanwege ontslag. Het personeelsverloop wordt berekend als het totale aantal werknemers dat de organisatie tijdens de rapporteringsperiode heeft verlaten, gedeeld door het gemiddelde totale aantal werknemers in dezelfde periode.
S1-8 CAO-dekkingsgraad en sociale dialoog
Over collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO) wordt meestal op lokaal niveau onderhandeld, waarbij alle relevante wet- en regelgeving met betrekking tot arbeidsrechten wordt nageleefd. De meeste collectieve arbeidsovereenkomsten worden op sectoraal niveau afgesloten. We volgen jaarlijks het aantal werknemers
op dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt in elk land waar we actief zijn. In AY 24/25 viel 62% van onze werknemers onder een collectieve arbeidsovereenkomst en werkte 77% in een entiteit met werknemersvertegenwoordigers.
S1-8 Cao-dekkingsgraad en sociale dialoog Collectieve arbeidsovereenkomst dekking
Dekkingsgraad
0-19%
20-39%
40-59%
60-79%
80-100%
WerknemersEER
Werknemersniet EER
Sociale dialoog
Vertegenwoordiging op de werkplek (EER)
België, Nederland
Nederland, Polen
België
BOEKHOUDBELEID
Collectieve arbeidsovereenkomsten
Collectieve arbeidsovereenkomsten die betrekking hebben op Greenyard-werknemers omvatten overeen) komsten die ondertekend zijn door een Greenyardentiteit, of overeenkomsten die ondertekend zijn door een werkgever of brancheorganisatie waarvan Greenyard lid is. Het percentage werknemers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt, wordt berekend als het aantal eigen werknemers dat werkzaam is bij een entiteit die een dergelijke overeenkomst heeft, gedeeld door het totale aantal eigen werknemers.
S1-10 Leefbare lonen
We hebben in alle landen waar we actief zijn gegevens verzameld over het laagstbetaalde loon. Deze gegevens werden vergeleken met nationale minimumlonen waar die beschikbaar waren, en met een externe benchmark van leefbare lonen waar die niet beschikbaar waren. De landspecifieke benchmark wordt vergeleken met het laagste uurloon van onze eigen werknemers, exclusief stagiairs, marginale dienstbetrekking, niet-
Sociale dialoog
Het percentage werknemers dat door werknemersvertegenwoordigers wordt gedekt, wordt berekend als het aantal eigen werknemers dat in een entiteit met werknemersvertegenwoordigers werkt, gedeeld door het totale aantal eigen werknemers.
Er zijn geen overeenkomsten met werknemers voor vertegenwoordiging door een Europese Onderne-mingsraad (EOR), een Societas Europaea (SE)-onder-nemingsraad of een Societas Cooperativa Europaea (SCE)-ondernemingsraad.
gegarandeerde uren, door derden betaald en werknemers op ouderschapsverlof of op ziekteverlof. Het basisloon bestaat uit het brutoloon en eventuele andere vaste beloningen en is exclusief variabele looncomponenten en voordelen in natura. De bevindingen bevestigden dat we alle werknemers op of boven het minimumloon of leefbaar loon betalen. Het verzamelen en beoordelen van gegevens zal jaarlijks worden voortgezet.
S2 Werknemers in de waardeketen
S2, SBM-3 Materiële impact, risico’s, en kansen
Elk jaar kopen we wereldwijd meer dan 2,6 miljoen ton groenten en fruit in. Tot de werknemers in onze waardeketen behoren boeren, oogsters, verpakkers, transporteurs en anderen die betrokken zijn bij de inkoop, verwerking en levering van onze producten. Of ze nu rechtstreeks bij ons in dienst zijn of bij onze leveranciers en partners, ze spelen allemaal een cruciale rol in onze kernactiviteiten. Onze dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA, Double Materiality Assessment) identificeerde twee materiële risico's in onze waardeketen die te
maken hebben met leveranciers die zich niet houden aan normen en wetgeving rond cruciale thema’s zoals arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, gezondheid, veiligheid, mensenrechten, milieu en productkwaliteit. Er werd ook één materiële kans geïdentificeerd, namelijk het aangaan van geïntegreerde telerrelaties (IGR, Integrated Grower Relationships). Alle werknemers in de waardeketen die een materiële invloed kunnen ondervinden van de onderneming zijn opgenomen in onze toelichting onder ESRS 2.
Werkomstandigheden in de waardeketen: Werknemers in de stroomopwaartse waardeketen kunnen te maken krijgen met arbeidsomstandigheden die niet in overeenstemming zijn met de lokale regelgeving en/of het beleid van Greenyard (bijv. slechte arbeidsomstandigheden, buitensporige werktijden, ontoereikende lonen of onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen).
Integrated Grower Relations (IGR): Het aangaan van geïntegreerde relaties met telers op basis van vertrouwen, ondersteund door strenge selectieprocessen en continue opvolging, verbetert de integriteit van de toeleveringsketen en vermindert de risico's in verband met niet-naleving.
negatieve impact Korte tot lange termijn
Kans Korte tot lange termijn
De seizoensarbeid in de landbouw en de wereldwijde productie van groenten en fruit kan een materiële impact hebben op werknemers in de waardeketen, of ze nu ter plaatse werken of door derden worden aangebracht. Arbeidsmigranten zijn bijzonder kwetsbaar voor dwangarbeid, terwijl vrouwelijke werknemers te maken kunnen krijgen met problemen rond gendergelijkheid en de bescherming van hun rechten. Voor jonge werknemers kunnen de gezondheids- en veiligheidsomstandigheden een aandachtspunt zijn. Deze risico's variëren afhankelijk van het bestuursniveau in de landen van herkomst. Ongeveer 50% van onze groenten en fruit is afkomstig uit landen met een hoog of gemiddeld risico, grotendeels door de overzeese volumes van de Fresh-divisie. In sommige regio's met een groot aantal migranten zonder papieren, kan het risico op dwangarbeid wijdverbreid zijn. In zeldzame gevallen kan er ook een risico op kinderarbeid zijn. Om deze risico's te reduceren, eisen we van producenten in gebieden met een hoog en gemiddeld risico dat ze een certificatie voor sociale verantwoordelijkheid behalen. Het niveau van de vereiste normen is hoger in landen met een hoog risico dan in landen met een gemiddeld risico.
In 2022 hebben we actief samengewerkt met het multistakeholderinitiatief Sustainability Initiative for Fruit & Vegetables (SIFAV) om de belangrijkste risico's voor de groente- en fruitwaardeketen te identificeren en een risicobeoordelingstool voor duurzaamheid te ontwikkelen. Een vergelijkbaar instrument is ontwikkeld voor de sierteeltwaardeketen door het multistakeholderinitiatief Floriculture Sustainability Initiative (FSI). Voor elk van de risicodimensies zijn de beschikbare gegevensbronnen beoordeeld en geïntegreerd in een uitgebreide database die eenmaal per jaar zal worden bijgewerkt. Jonge werknemers, vrouwelijke werknemers en arbeidsmigranten komen in dit verband expliciet aan bod.
Materiële impact, risico’s of kans
IRO tijdshorizon Waardeketen
S2-1 Beleid
Onze aanpak voor het beheer van de Materiële Impact, Risico's en Kansen (IRO's) voor werknemers in de waardeketen wordt ondersteund door de onderstaande beleidsregels. Ze zijn allemaal online beschikbaar op onze bedrijfswebsite. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals bepaald in onze materialiteitsbeoordelingen.
Beleid inzake mensenrechten
Onze algemene aanpak voor het respecteren van mensenrechten in onze eigen activiteiten en in onze waardeketen is vastgelegd in ons Beleid inzake mensenrechten. Zie S1 Eigen personeel voor meer informatie.
Gedragscode voor leveranciers
Met onze Gedragscode voor leveranciers (SCOC, Supplier Code of Conduct) houden we onze partners in de toeleveringsketen aan dezelfde normen als onszelf. De code is van toepassing op alle leveranciers van Greenyard en stelt ons in staat om met hen in gesprek te gaan over materiële duurzaamheidskwesties voor hun hun activiteiten. Wat betreft werknemers in de waardeketen richt de SCOC zich met name op mensenrechten, arbeidsrechten, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid. Kinderarbeid, dwangarbeid, mensenhandel en moderne slavernij zijn strikt verboden.
We erkennen en houden ons aan de internationale instrumenten voor mensenrechten en verantwoord ondernemen: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie over fundamentele principes en rechten op het werk, de VN-richtlijnen voor bedrijfsleven en mensenrechten, het VN-verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling en de OESOrichtlijnen voor multinationale ondernemingen over verantwoord ondernemen.
We verwachten ook van leveranciers dat zij zich aan de bovengenoemde instrumenten houden en alle wetten en regels naleven die op hun bedrijfsactiviteiten van toepassing zijn. We eisen van leveranciers die gevestigd zijn in landen met een hoog of gemiddeld risico dat zij sociale standaarden implementeren. De verantwoordelijkheid voor de Gedragscode voor leveranciers ligt bij onze Group Sustainability Director.
Due Diligence-Beleid
Ons Due Diligence -Beleid werd in januari 2025 aangenomen. Het richt zich zowel op onze eigen activiteiten als op onze toeleveringsketen (directe en indirecte uitgaven) en brengt zowel ecologische als sociale duurzaamheidsaspecten in rekening. Het is geïnspireerd op het due diligence -kader dat is vastgelegd in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de richtlijnen van internationale instrumenten rond mensenrechten en verantwoord ondernemen.
Greenyard geeft momenteel voorrang aan verse producten en voedingsmiddelen als onderdeel van haar due diligence -aanpak voor de toeleveringsketen. Ze vormen immers een hoger risico dan indirecte uitgavencategorieën zoals verpakking of transport die we zullen behandelen in een komende update van ons Due Diligence -Beleid en uiterlijk in 2026. De verantwoordelijkheid voor het Due Diligence -Beleid ligt bij onze Group Sustainability Director.
We hebben een klokkenluidersbeleid en -procedure geïmplementeerd die toegankelijk is voor externe stakeholders zoals leveranciers en werknemers in onze waardeketen. Alle meldingen van mogelijke overtredingen van onze Gedragscode voor leveranciers worden ernstig genomen en grondig onderzocht. Wanneer een overtreding wordt vastgesteld, kunnen leveranciers verplicht worden om corrigerende actieplannen uit te voeren, die via audits gecontroleerd kunnen worden. Als leveranciers niet willen meewerken of in overtreding blijven, kan contractbeëindiging volgen. Tot op heden zijn er geen overtredingen vastgesteld bij onze leveranciers.
S2-2 Processen om met werknemers in de waardeketen te overleggen over impacts
Onze betrokkenheid bij werknemers in de waardeketen vindt voornamelijk indirect plaats via multi-stakeholderinitiatieven (bijv. FSI, SIFAV, Stronger Together). Directe betrokkenheid kan echter ook plaatsvinden tijdens audits door tweede of derde partijen of wanneer bezorgdheden worden geuit via onze klokkenluidersregeling. Tijdens audits door tweede of derde partijen wordt expliciet rekening gehouden met arbeidsmigranten en vrouwelijke werknemers. In andere gevallen vertrouwen we op de informatie van multistakeholderinitiatieven en organisaties zoals het Business & Human Rights Resource Centre.
Terwijl onze indirecte betrokkenheid op jaarbasis plaatsvindt, is de directe betrokkenheid afhankelijk van het aantal audits bij externe leveranciers en externe klokkenluiderszaken. Onze Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director is de hoogste verantwoordelijke voor deze activiteiten. Voor informatie over de belangen en standpunten van betrokken stakeholders, zie Algemene informatie, onderdeel stakeholderengagement. Tot op heden is de effectiviteit van ons stakeholderengagement niet expliciet beoordeeld.
S2-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor werknemers in de waardeketen om zorgen kenbaar te maken
We hebben een klokkenluidersbeleid en -procedure die toegankelijk is voor externe stakeholders. Raadpleeg G1 Zakelijk gedrag voor meer informatie over hoe we klachten onderzoeken, klokkenluiders beschermen tegen vergelding en hen antwoord bieden.
We erkennen dat werknemers in onze waardeketen die geïmpacteerd worden door slechte werkomstandigheden moeilijkheden kunnen ondervinden om toegang te krijgen tot de klokkenluidersregeling. Daarom verwachten we van toeleveranciers dat ze gemakkelijk toegankelijke, betrouwbare en eerlijke klachtenregelingen opzetten om negatieve impact voor hun werknemers te voorkomen, te identificeren, te beperken en te herstellen. De werking van deze regelingen moet jaarlijks geëvalueerd worden. Deze verwachting wordt ook weerspiegeld in onze Gedragscode voor leveranciers. Daarnaast ondersteunen we Appellando, een samenwerkingsverband van meerdere stakeholders voor klachtenregelingen in toeleveringsketens met een specifieke focus op de landbouwsector. We verwachten dat deze regelingen na verloop van tijd onze eigen klachtenregeling zullen aanvullen.
S2-4, S2-5 Doelstellingen & acties
Greenyard neemt verschillende acties en initiatieven om negatieve impact voor werknemers in de waardeketen te reduceren. We werken samen met multistakeholderinitiatieven om complexe sociale problemen structureel aan te pakken en bij te dragen aan de duurzaamheid van onze sector. Greenyard is lid van het Sustainability Initiative for Fruit and Vegetables (SIFAV) en het Floriculture Sustainability Initiative (FSI). Beide initiatieven geven vorm aan onze duurzame
inkoopstrategieën en projecten. Door goedgekeurde sociale standaarden op te lijsten, streven SIFAV en FSI ook naar harmonisatie en stemmen ze marktvereisten af op de beste praktijken om transparantie en vergelijkbaarheid te bevorderen.
We streven naar verantwoorde arbeidsomstandigheden in onze toeleveringsketen, met een focus op landen met een hoog en gemiddeld risico. We streven ernaar om 100% van onze telers uit landen met een hoog risico gecertificeerd te hebben voor sociale verantwoordelijkheid voor AY 25/26 en die in landen met een gemiddeld risico voor AY 30/31. Deze doelstellingen zijn ontwikkeld in het kader van het Sustainability Initiative Fruit and Vegetables (SIFAV), een multi-stakeholderinitiatief waarbij alle partners uit de private sector zich verbinden tot de implementatie van sociale standaarden voor producten die afkomstig zijn uit gebieden met hoog en gemiddeld risico. Verschillende milieu- en ontwikkelings-NGO’s maken deel uit van de stuurgroep, die de voortgang ten opzichte van de doelstellingen monitort en waar nodig aanbevelingen voor verbeteringen doet.
In AY 24/25 heeft 92% van onze leveranciers in landen met een hoog risico sociale standaarden geïmplementeerd, vergeleken met 90% in AY 23/24. In landen met een gemiddeld risico is het implementatieniveau 91%, vergeleken met 85% in AY 23/24. We nemen verdere stappen om ervoor te zorgen dat we onze doelstelling voor landen met een hoog risico tegen het einde van AY 25/26 halen. Tegelijkertijd erkennen we dat bepaalde markten nog niet de standaarden hanteren die wij nastreven, waardoor ook de leveranciers op deze markten zich nog onvoldoende bewust zijn van de problematiek.
We bevorderen geïntegreerde relaties met telers om de integriteit van de toeleveringsketen te verbeteren en nemen waar nodig deel aan gezamenlijke projecten die bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de lokale landbouw:
• We hebben een ambitieus programma lopen om Poolse telers van onze Frozen-divisie te helpen om in de komende jaren Farm Sustainability Assessment (FSA)-gecertificeerd te worden. We zijn begin 2023 gestart met een kleine groep van 17 broccoli- en bloemkooltelers in de buurt van onze productiefabriek. Begin 2025 hebben zich in totaal al 203 telers aangesloten. Volgend jaar zijn we van plan om nog een groep van 250 telers te laten certificeren.
• We nemen actief deel aan projecten om leefbare lonen te verzekeren en inkomens voor telers te verbeteren, meestal in nauwe samenwerking met retailers, wiens steun we nodig hebben voor deze projecten. Er is ook een duidelijke nood aan methodes die garanderen dat de extra inkomsten van deze projecten effectief naar de arbeiders gaan. In 2024 hebben we een samenwerkingsproject gestart met Elucid, een in Duitsland gevestigde sociale onderneming, om een ziektekostenverzekering te bieden aan 350 gezinnen in onze bananenwaardeketen in Ecuador.
Ons Due Diligence -Beleid voorziet in de nodige risicobeoordelings- en preventiemaatregelen om verantwoorde inkooppraktijken te garanderen en bij te dragen aan verbeterde arbeidsomstandigheden voor werknemers in onze waardeketen. We zetten de uitrol van onze due diligence -aanpak in de hele groep verder. We geven voorrang aan verse producten en voedingsmiddelen waarbij certificeringsstandaarden een eerste verdedigingslinie zijn om sociale en milieurisico's te voorkomen. Op basis van het risiconiveau van onze leveranciers kunnen we verdere preventiemaatregelen overwegen zoals self-assessments, beoordeling van documenten, bedrijfsbezoeken en audits door een tweede of derde partij.
Due diligence is een circulair proces waarbij opmerkingen uit audits, beoordelingen, berichten in de media en onze klachtenmechanismen verbeteringen in ons beleid en onze managementsystemen voeden. Om de effectiviteit van onze due diligence -benadering te controleren, nemen we deel aan ESG-benchmarkinginitiatieven en laten we audits uitvoeren door derden, zowel binnen onze eigen activiteiten als bij onze partners in de toeleveringsketen. Geïdentificeerde verbeterpunten krijgen prioriteit en waar nodig worden corrigerende maatregelen geïmplementeerd. Greenyard gebruikt goedkeuringsplatforms voor leveranciers (bijv. Agriplace, SEDEX) om de implementatie van certificeringsvereisten op te volgen. Tijdens AY 24/25 hebben we twaalf audits uitgevoerd bij leveranciers (inclusief het Poolse telerprogramma).
Huidige en toekomstige toegewezen middelen
Materiële acties worden geïntegreerd in de reguliere activiteiten op Groeps- en divisieniveau, waarvoor medewerkers en financiële middelen ingezet worden. Middelen die worden toegewezen aan het eigen personeel, werknemers in de waardeketen en consumenten niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX.
Volume-aandeel van producten van leveranciers in hoog en medium risico-oorsprongslanden gecertificieerd voor sociale verantwoordelijkheid
Volume-aandeel van producten van leveranciers in hoog risico-oorsprongslanden gecertificieerd voor sociale verantwoordelijkheid
Volume-aandeel van producten van leveranciers in medium risico-oorsprongslanden gecertificieerd voor sociale verantwoordelijkheid
leveranciers-audits uitgevoerd door een derde partij Aantal 12
BOEKHOUDBELEID
Sociale standaarden
Sociale standaarden hebben betrekking op de door derden gecontroleerde programma's voor sociale verantwoordelijkheid die zijn opgenomen in de standaarden die geselecteerd werden door het multistakeholderinitiatief SIFAV. Greenyard eist van leveranciers in landen met een hoog en gemiddeld risico dat zij sociale standaarden hanteren. De lijst van landen is samengesteld door SIFAV en is gebaseerd op de World Governance indicators (score > 60). De berekende output is het aandeel gecertificeerde volumes uit respectievelijk hoog- en middelrisicolanden van Greenyard.
Het volumeaandeel van telers uit hoog- en middelrisicoregio’s die gecertificeerd zijn voor sociale verantwoordelijkheid is berekend op basis van de standaarden van sociale verantwoordelijkheid die zijn vastgelegd in onze goedkeuringsplatforms voor leveranciers. De volumes worden rechtstreeks gemeten via onze inkoopverslagen voor groenten en fruit.
Fairtradeproducten
Het volumeaandeel (ingekochte volumes) van gecertificeerde fairtradeproducten in het Fresh-segment van Greenyard.
Leveranciersaudits door derden
Aantal formele duurzaamheidsaudits bij leveranciers die namens Greenyard zijn uitgevoerd door een derde partij (onafhankelijke certificeringsinstanties of externe auditbedrijven). Deze audits passen binnen het Due Diligence-beleid van Greenyard om de effectiviteit van de maatregelen te controleren. Ze komen bovenop de audits door derden die in opdracht van leveranciers worden uitgevoerd voor certificeringsdoeleinden.
S4 Consumenten en eindgebruikers
S4, SBM-3 Materiële impact, risico’s, en kansen
Ons bedrijf is een toonaangevende leverancier van verse, diepgevroren en bereide groenten en fruit. Dat betekent dat we een aanzienlijke impact kunnen hebben op het welzijn van de consument. De voedingswaarde van onze producten, die voornamelijk uit pure groenten en fruit bestaan, draagt positief bij aan de volksgezondheid en is de basis voor gezonde diëten bij diverse consumentengroepen. Onze dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA) bevestigde deze posi-tieve impact en identificeerde ook voedselveiligheids- en kwaliteitsincidenten als een risico.
Onze strenge kwaliteitscontroles en ons Group Quality & Food Safety Management System (QFSMS) zijn essentieel voor het beperken van risico's. Greenyard gebruikt een risico-gebaseerd kwaliteitsborgingssysteem bij de HACCP-risicobeoordelingen dat rekening houdt met kwetsbare groepen, zoals jongeren, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met immunodeficiëntie. Deze beoordelingen identificeren, evalueren en controleren de gevaren voor de voedselveiligheid door de nadruk te leggen op preventie in plaats van op het testen van het eindproduct.
Materiële impact, risico of kans
Voedselveiligheids- en kwaliteitsincidenten: risico's op blootstelling van de consument als gevolg van voedselveiligheids- en kwaliteitsincidenten die kunnen leiden tot gezondheidsrisico's door contaminanten (microbiologisch, chemisch of fysisch), allergenen of onjuiste etikettering.
Gezondheid en voeding: groenten en fruit dragen bij aan een gezonde voeding, een grotere vraag naar gezonde voeding biedt kansen voor een grotere opname van pure-plantproducten.
IRO
Positieve impact, kans Middellange tot lange termijn Downstream
Tijdshorizon Waardeketen
Risico Korte termijn Alle stadia
Groenten en fruit bieden een unieke combinatie van essentiële voedingsstoffen zoals koolhydraten, eiwitten, gezonde vetten, vezels, mineralen en vitaminen. Toch blijft het consumptieniveau wereldwijd onder de aanbevolen richtlijnen. Recente studies hebben aangetoond dat groenten en fruit een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van chronische aandoeningen zoals obesitas, het verbeteren van de algemene volksgezondheid, het terugdringen van de kosten voor de gezondheidszorg en het verminderen van de milieuimpact van voedselsystemen.
Bovendien hanteren steeds meer Europese landen, waaronder Denemarken en Finland, een voedselbeleid dat een hogere consumptie van groenten en fruit aan moedigt. Dit weerspiegelt de langzame maar gestage verschuiving van een wereldwijde bewustwording over dit onderwerp naar een structurele verandering van onze voedselproductie en -consumptie.
De kloof tussen de aanbevolen en reële dagelijkse consumptie van fruit en groenten, samen met nationaal beleid gericht op een shift naar meer plantaardige producten in de dagelijkse voeding, biedt groeiende marktkansen voor Greenyard. Door onze activiteiten uit te breiden en pure-plant eetervaringen te promoten voor elke maaltijd of elk consumptiemoment, dragen we bij aan een betere volksgezondheid en creëren we economische waarde voor iedereen in de voedselwaardeketen. Dankzij onze strategische focus op innovatie binnen de pureplant categorie, kunnen we inspelen op de groeiende vraag naar gezonde, duurzame voedingsopties in zowel merkproducten als private label.
S4-1 Beleid
Ons Groepsbeleid voor kwaliteit en voedselveiligheid is van toepassing op alle bedrijfseenheden of entiteiten binnen Greenyard, doorheen de Fresh-, Frozen- en Prepared-divisies. Het beleid definieert onze minimale verplichte vereisten, ondersteunt voortdurende verbetering en is gericht op het creëren van een geïntegreerde en positieve voedselveiligheidscultuur. Het beleid schetst de verwachtingen en vereisten voor lokale managementteams en bepaalt hun managementverantwoordelijkheid rond kwaliteit en voedselveiligheid.
Verder schrijft het beleid de volgende zaken voor (nietvolledige lijst):
• Certificering voor productielocaties en telers
• Implementatie van HACCP-gebaseerde voedselveiligheidsplannen
• Goede hygiënische praktijken en goede productiepraktijken
• Regelmatige audits, intern en extern
• Food defense, controle en preventie van voedselfraude
• Trainingsprogramma's voor werknemers afgestemd op hun respectieve rollen
• Klachtenafhandeling en Corrective and Preventive Action (CAPA) systemen
Het beleid is intern beschikbaar op ons intranet. Het wordt elke twee jaar geëvalueerd en, indien nodig, herzien om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals beschreven in onze materialiteitsbeoordelingen. De verantwoordelijkheid voor het beleid rond kwaliteit en voedselveiligheid ligt bij onze Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director, die deel uitmaakt van ons Leadership Team.
S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacts
We werken nauw samen met onze klanten, voornamelijk retailers en foodservicebedrijven, om inzicht te krijgen en te voldoen aan hun verwachtingen op het vlak kwaliteit, voedselveiligheid en innovatie. Hoewel we niet vaak direct contact hebben met consumenten, komen we met onze producten ook tegemoet aan hun wensen op het vlak van gezonde voeding. De meeste van onze producten worden verkocht onder de merknaam van onze klanten. We doen er met onze teams alles aan om volgens de hoogste normen te werken en aan alle kwaliteits- en veiligheidseisen te voldoen.
Naast onze directe betrokkenheid speelt Greenyard ook een belangrijke rol binnen de verschillende sectorverenigingen in de voedingsindustrie. We delen er kennis en inzichten over de positieve invloed die een transitie naar pure-plant voeding kan hebben. Greenyard zetelt in het bestuur van Europese en Amerikaanse brancheverenigingen, zoals Freshfel, Profel en IFPA, en in stuurgroepen voor gezonder leven en dieetveranderingen binnen het wereldwijde Consumer Goods Forum. Het is onze ambitie om de industrie te helpen om met één stem te spreken naar de consument en het belang van gezonde en duurzame voedselkeuzes te benadrukken.
Onze Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director en Group Marketing, Communications and Public Affairs Director zijn de hoogste leidinggevenden die verantwoordelijk zijn voor activiteiten die respectievelijk gericht zijn op kwaliteit en voedselveiligheid en gezondheid en voeding.
Raadpleeg het hoofdstuk Stakeholderengagement voor meer informatie over de betrokken stakeholders. Tot op heden wordt de effectiviteit van ons stakeholderengagement niet expliciet beoordeeld.
S4-3 Processen voor herstel van negatieve impacts en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken
Consumenten kunnen ons bereiken via de klantenservice of merkcommunicatiekanalen, zowel intern als door derden beheerd. Onze klachtenafhandelingsprocessen zorgen ervoor dat alle incidenten op een transparante en tijdige manier worden onderzocht en opgelost. Ernstige incidenten leiden tot noodprocedures, zoals terugroepacties, in lijn met het groepsbeleid voor kwaliteit en voedselveiligheid.
We hebben een klokkenluidersregeling die toegankelijk is voor al onze externe stakeholders, waaronder ook consumenten en eindgebruikers. Voor meer informatie over hoe we onderzoeken voeren, klok-kenluiders beschermen tegen vergelding en hen antwoord bieden, zie G1 Zakelijk gedrag. Als een (hoofdzakelijk) huismerkbedrijf erkennen we echter dat het voor consumenten en eindgebruikers moeilijker kan zijn om ons te vinden en toegang te krijgen tot de klokkenluidersregeling.
S4-4, S4-5 Doelstellingen en acties
Hoewel er een breed scala aan acties wordt uitgevoerd om bij te dragen aan de hierboven genoemde beleidsdoelstellingen, heeft Greenyard op dit moment geen formele groepsdoelstellingen voor de impact, risico's en kansen voor consumenten en eindgebruikers. We blijven de voortgang op de relevante effecten meten en streven ernaar om meer informatie bekend te maken over lokale doelstellingen in toekomstige duurzaamheidsverklaringen.
Quality & Food Safety
Productkwaliteit en -veiligheid zijn fundamenteel voor onze bedrijfsstrategie en essentieel voor onze licence to operate. We zetten ons in om de natuurlijke kwaliteiten van fruit en groenten maximaal te behouden en tegelijkertijd te zorgen voor uitzonderlijke veiligheid en hygiëne in onze hele toeleveringsketen.
Ons beleid voor kwaliteit en voedselveiligheid wordt in al onze divisies geïmplementeerd. Het zorgt voor:
• Naleving van de wetgeving en certificering op het vlak van voedselveiligheid
• Consistente kwaliteit die voldoet aan de specificaties van de klant of die zelfs overtreft
• Veilige consumptie voor alle bevolkingsgroepen, inclusief kwetsbare personen
• Transparante communicatie en traceerbaarheid van boer tot bord
Ons Quality & Food Safety Management System (QFSMS) is ontworpen om kwaliteit, traceerbaarheid en voedselveiligheid in de hele waardeketen te beheren. Het is in lijn met inter-nationale voedselveiligheidsnormen – zoals BRCGS en IFS – en wordt toegepast op alle productielocaties en bedrijfsentiteiten. Alle locaties moeten zich certificeren volgens een erkend voedselveiligheidssysteem dat aansluit bij hun activiteiten. Daarnaast moeten telers en leveranciers door een onafhankelijke derde partij worden gecertificeerd volgens een door Greenyard geaccepteerde voedselveiligheidsnorm (bijv. GlobalGAP, FSA). Dit geldt zowel voor direct als indirect aangekochte fruit en groenten.
In overeenstemming met de Codex Alimentarius, EU-verordening (EG) nr. 852/2004 en lokale wettelijke vereisten, houden alle locaties een gedocumenteerd voedselveiligheidsplan bij dat ontwikkeld en beoordeeld wordt door multifunctionele voedselveiligheidsteams. Het plan identificeert kritieke controlepunten, preventieve controles, bewakingsprocedures en corrigerende acties die relevant zijn voor de activiteit van een locatie.
We passen de internationaal erkende HACCP-methodologie (Hazard Analysis & Critical Control Points) toe als hoeksteen van onze voedselveiligheidsplannen. Dit preventieve, op wetenschap gebaseerde systeem identificeert, evalueert en controleert gevaren die cruciaal zijn voor de voedselveiligheid. Deze gevaren omvatten microbiologische, chemische en fysieke risico's die aanwezig kunnen zijn in grondstoffen, verwerking, verpakking of distributie.
De effectiviteit van onze voedselveiligheidsplannen wordt regelmatig beoordeeld door interne en externe audits en de plannen worden bijgewerkt naar aanleiding van operationele veranderingen, incidenten of nieuwe regelgeving. Risicobeoordelingen houden specifiek rekening met kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen, zwangere mensen en mensen met immunodeficiëntie. Alle locaties moeten hun voedselveiligheidsplan jaarlijks reviseren, waarbij toezicht door het management is ingebouwd in het proces. Klachten van klanten dienen als onze belangrijkste indicator voor kwaliteitsprestaties en worden in alle divisies geanalyseerd om voortdurende verbetering te ondersteunen.
In AY 24-25 hebben we ons QFSMS versterkt door:
• Nauwere samenwerking tussen kwaliteits- en voedselveiligheidsexperts binnen de Fresh-divisie
• Het verder uitrollen van het Greenyard Food Safety Culture Program over alle divisies. In de Long Freshdivisies (Frozen en Prepared) werd het programma afgerond met specifieke actieplannen.
• De introductie van gestandaardiseerde definities en KPI's voor klachten en de ontwikkeling van een uniforme kwaliteitsscorekaart in Long Fresh
De belangrijkste impactcijfers van Greenyard voor kwaliteit en voedselveiligheid staan hieronder vermeld. In lijn met eerdere verslagen maken we het aandeel bekend van de faciliteiten die werken volgens een internationaal voedselveiligheidssysteem en hebben we het aandeel producten dat gecertificeerd is voor goede landbouwpraktijken en voor voedselveiligheid toegevoegd. Hoewel alle leveranciers gecertificeerd zijn op basis van standaarden voor goede landbouwpraktijken en voedselveiligheid, werken we actief aan het bereiken van een hoger certificeringsniveau voor al onze leveranciers en streven we ernaar om in de toekomst nog meer impactcijfers op te nemen.
faciliteiten welke opereren volgens een internationaal voedselveiligheidssysteem
volume-aandeel verse groenten & fruit gecertificieerd voor goede landbouwpraktijken (fsA 3.0 silver medal equivalent)
Volume-aandeel bewerkte producten en ingrediënten van leveranciers gecertificieerd voor voedselveiligheid (Gfsi)
BOEKHOUDBELEID
Vestigingen die werken volgens een internationaal voedselveiligheidssysteem
Het aandeel Greenyard-vestigingen dat door een onafhankelijke derde partij is gecertificeerd volgens een erkende voedselveiligheidsstandaard, zoals GFSIerkende standaarden. Het wordt berekend op basis van de certificeringsstatus van alle Greenyard faciliteiten.
Certificering Goede Landbouwpraktijken
Het volumeaandeel van verse producten gekocht van telers die gecertificeerd zijn volgens een FSA 3.0 zilveren medaille gelijkwaardig duurzaamheidsschema voor landbouwbedrijven (bijv. FSA, GlobalGAP, Red Tractor, QS, Vegaplan). Het wordt berekend op basis van de certificeringsstatus die is vastgelegd in de goedkeuringsplatforms voor leveranciers van Greenyard. De volumes worden rechtstreeks gemeten via inkooprapporten met betrekking tot groenten en fruit.
Aandeel groenten en fruit gecertificeerd op voedselveiligheid
Het volumeaandeel van verwerkte producten en ingrediënten dat is aangekocht bij leveranciers die door een onafhankelijke derde partij zijn gecertificeerd volgens een GFSI-erkende voedselveiligheidsstandaard. Het wordt berekend op basis van de certificeringsstatus die is vastgelegd in de goedkeuringsplatforms voor leveranciers van Greenyard. De volumes worden rechtstreeks gemeten via inkooprapporten voor verwerkte producten en ingrediënten.
Gezondheid en voeding Innovatie & ontwikkeling van nieuwe producten Om optimaal te kunnen inspelen op de verschuiving naar gezondere, pure-plant diëten, plaatst Greenyard innovatie centraal in haar strategische aanpak. We hanteren een consumentgericht model om producten te ontwikkelen die inspelen op veranderende smaken, levensstijlen en verwachtingen. Zo willen we niet alleen aan de vraag voldoen, maar die ook stimuleren, als katalysator binnen deze zo belangrijke dieettransitie. We bouwen als bedrijf actief aan de pure-plant categorie, we breiden ze verder uit en we consolideren ze. De ambitie is om het goede voorbeeld te geven en erkend te worden als koploper in het leveren van duurzame, pure-plant voedingsoplossingen.
Om dit te bereiken ontwikkelt Greenyard geïntegreerde innovatieprocessen die het volledige potentieel binnen de groep benutten. Door synergiën te stimuleren tussen de verschillende divisies, kunnen we de efficiëntie van innovatieprocessen verbeteren en het traject van idee tot impact versnellen. Tegelijkertijd omarmt Greenyard de kracht van samenwerking, door in te zetten op partnerships en open innovatie als de sleutel in de voedingstransitie.
Greenyard wil ervoor zorgen dat groenten en fruit van hoge kwaliteit beschikbaar, betaalbaar en gemakkelijk zijn. De gezonde keuze moet ook een makkelijke keuze zijn voor consumenten. We werken samen met klanten om de categorie groenten en fruit te laten groeien door diensten met een hoge toegevoegde waarde en een sterk productassortiment aan te bieden. De Fresh-divisie biedt het hele jaar door een aantrekkelijk assortiment verse producten, samen met maaltijdpakketten, vers gesneden groenten en salades. De Frozen- en Prepared-divisies maken van groenten en fruit convenience producten die het hele jaar door verkrijgbaar zijn.
In het afgelopen jaar heeft Greenyard opnieuw een breed scala aan nieuwe producten, productvariëteiten, gerechten, recepten en verpakkingen ontwikkeld en op de markt gebracht. Greenyard ontwikkelt veel van haar innovaties onder private label in nauwe samenwerking met klanten. Binnen onze nieuwe productontwikkeling is een goede Nutriscore altijd belangrijk, zowel voor private label als voor onze eigen merken. Nutriscore is een kleurgecodeerd voedingswaardelabel (A tot E) dat in heel Europa gebruikt wordt en momenteel ook de populairste methode is in de EU. Het helpt consumenten om snel de gezonde voedingsopties te herkennen, waarbij “A” (groen) staat voor de gezondste keuzes en “E” (rood) voor de minst gezonde.
Binnen de Fresh-divisie voldoen alle producten aan Nutriscore A, aangezien deze producten pure-plant zijn. Ook binnen de Frozen- en Prepared-divisies hebben de meeste producten een A-score. De gebruikte processen zijn dezelfde als diegene die consumenten ook in hun eigen keuken hanteren, zoals kruiden, snijden, mengen of invriezen. De focus ligt op het langer vers houden van de producten, die niet of nauwelijks bewerkt worden en zonder toevoeging van van additieven.
Kant-en-klare producten hebben meestal een A- of B-score. Slechts enkele producten, meestal kaasachtige en romige sauzen en gebonden soepen, hebben nog een C-score. De scores voor deze specifieke producten worden verbeterd door de recepten waar mogelijk te herbekijken. Door vrijwillige inspanningen en convenanten met overheden heeft de industrie de hoeveelheid toegevoegd zout en suiker systematisch gereduceerd. Het blijft daarbij een belangrijke uitdaging om de smaak op een vergelijkbaar hoog niveau te houden. Smaak is immers de belangrijkste driver voor aankopen in de voedingscategorie.
Sinds kort richt Greenyard zich ook rechtstreeks op consumenten met haar eigen merken Gigi en PlanTasty. Met deze merken nemen we het voortouw in het creëren van nieuwe subcategorieën en het herdefiniëren van bestaande categorieën. Zo introduceerden we in de ijscategorie een innovatief pure-plant ijs dat altijd ten minste één groente bevat en een fruit- en groentegehalte heeft van meer dan 60%. Door ijs te creëren dat romig is zonder room, laten we consumenten zonder schuldgevoel genieten en helpen we consumenten om hun eetpatroon te veranderen op basis van smaakervaringen. Dit is waar consumentgerichte innovatie de sleutel is en waar we als bedrijf directe commerciële en gezondheidswaarde bieden.
Daarnaast creëren we ook geheel nieuwe categorieën, gebaseerd op belangrijke consumptiemomenten. Met de ontwikkeling van PlanTasty brengen we pure-plant voeding centraal op het bord en naar het segment van de warme snacks. h et merk wordt in AY 25/26 bij alle grote retailers gelanceerd als een Belgsiche primeur. Bedoeling is om een heel universum te creëren van originele, smakelijke en leuke eetmomenten met een uitzonderlijk hoog gehalte aan groenten. Zo bevatten de eerste twee producten, de Kroketjes en de Rondini’s (schijfjes) respectievelijk meer dan 60 en 70% groenten.
Pure-Plant Power promoten
Greenyards streven naar gezonde en voedzame voeding gaat verder dan productexpertise en productontwikkeling alleen. Zo sloten we een langetermijn partnership met We're Smart, 's werelds belangrijkste culinaire referentie voor groenten en fruit. Samen inspireren we mensen om slimmere voedingskeuzes te maken voor een een betere gezondheid en een lagere CO 2 -voetafdruk. Dit wordt vertaald in verschillende communicatieinspanningen, van lezingen op grote evenementen zoals het World Economic Forum in Davos tot het versturen van wereldwijde nieuwsbrieven.
In 2024 inspireerde het Instagram-kanaal @greenyard. stories bijna vier miljoen consumenten met lekkere, duurzame en voedzame maaltijdideeën. Dat maakt van Instagram ons primaire platform voor het delen van culinaire inspiratie. Ondertussen bereikten we op Facebook en LinkedIn meer dan vijf miljoen consumenten. We versterken er ons bedrijfsmerk en dompelen onze volgers onder in de wereld van Pure-Plant Power. We betrekken onze community bij lokale en wereldwijde innovaties, duurzaamheidsinitiatieven of stories van onze medewerkers. Op die manier verankeren we onze purpose bij medewerkers, partners en andere stakeholders.
Huidige en toekomstige toegewezen middelen Materiële acties worden geïntegreerd in de reguliere activiteiten op Groeps- en divisieniveau, waarbij zowel medewerkers als financiële middelen worden ingezet. Daarom worden middelen die worden toegewezen aan het eigen personeel, werknemers in de waardeketen en consumenten niet afzonderlijk bijgehouden, maar opgenomen in de totale CAPEX en OPEX.
Governance
G1 Zakelijk gedrag
SBM-3 Materiële impact, risico’s, en kansen
Goed bestuur en verantwoord ondernemen vormen de basis voor een gezond en bloeiend bedrijf, en zijn noodzakelijk om onze ESG-ambities te verwezenlijken. Onze dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA) identificeerde corruptie en omkoping als een potentieel negatieve materiële impact en risico op de korte, middellange en lange termijn.
Materiële impact, risico of kans
Corruptie en omkoping: Corruptie en omkoping kunnen leiden tot onethische of illegale handelingen die op hun beurt een negatieve impact kunnen hebben op eerlijke concurrentie en indirecte negatieve gevolgen voor het milieu kunnen hebben
G1-1 Beleid
We bevorderen een robuuste bedrijfscultuur door sterk leiderschap, gerichte communicatie en periodieke bewustmakingscampagnes die bedrijfsethiek en naleving van de wetgeving tot een zichtbare prioriteit binnen onze organisatie maken. Onze inspanningen worden ondersteund door de onderstaande beleidsregels. Al deze beleidsregels zijn intern beschikbaar op ons intranet en alle beleidsregels, met uitzondering van ons beleid tegen omkoping en corruptie, zijn publiek beschikbaar op onze bedrijfswebsite. We evalueren en herzien, indien nodig, het beleid elke twee jaar om te voldoen aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze stakeholders, zoals beschreven in onze materialiteitsbeoordelingen.
Gedragscode
Onze Gedragscode dient als basis voor onze ethische principes en definieert een reeks regels, principes en waarden die we essentieel achten voor ons succes op lange termijn. De Gedragscode biedt duidelijke richtlijnen voor het gedrag dat we verwachten van alle medewerkers binnen ons bedrijf en hun interacties met stakeholders en zakenpartners.
IRO Tijdshorizon Waardeketen
negatieve impact, risico Korte tot lange termijn Alle stadia
De code beschrijft onze ethische normen op verschillende vlakken, waaronder eerlijke arbeidspraktijken, discriminatie en intimidatie, gezondheid en veiligheid op de werkplek, omkoping en corruptie, belangenvermenging, concurrentiewetgeving, gegevensbescherming en privacy, antiwitwaspraktijken, politieke activiteiten en donaties, en milieubescherming. De code voldoet aan de internationale normen voor mensenrechten en verantwoord ondernemen.
De code is beschikbaar in negen talen en is gemakkelijk toegankelijk voor alle medewerkers. We hebben een breed intern communicatieplan om medewerkers op de hoogte te houden en te betrekken bij het naleven van onze Gedragscode, inclusief regelmatige communicatie over updates. Een gebruiksvriendelijke, verplichte e-learningmodule helpt medewerkers om de Gedragscode te interpreteren en te begrijpen hoe ze moeten handelen wanneer ze met vaak voorkomende dilemma's worden geconfronteerd. We streven naar een tweejaarlijkse trainingsfrequentie voor bedienden, en we onderzoeken hoe we de meest relevante onderwerpen van de code voor arbeiders kunnen behandelen.
Ons Group Governance & Compliance Department en ons Audit Committee ziet toe op de naleving van de code. De CEO van de Groep is verantwoordelijk voor de implementatie ervan.
Beleid tegen Omkoping en Corruptie
Ons Beleid tegen Omkoping en Corruptie breidt de Gedragscode uit met meer gedetailleerde richtlijnen voor het identificeren en vermijden van risicovolle situaties. Het beleid is in overeenstemming met de principes van de Conventie tegen corruptie van de Verenigde Naties. We zetten ons volledig in om alle relevante anticorruptiewetten na te leven, inclusief maar niet beperkt tot de OESO-Conventie tegen omkoping, de Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) en de UK Bribery Act 2010 (UKBA). We hanteren een strikte nultolerantie ten aanzien van omkoping en corruptie, of deze nu publiek of privaat, actief of passief, direct of indirect plaatsvindt.
Het beleid dat in november 2024 is aangenomen en in acht talen toegankelijk is, wordt momenteel uitgerold. We hebben op maat gemaakte trainingssessies georganiseerd voor verschillende divisies en entiteiten binnen de Groep om het bewustzijn en de juiste implementatie te waarborgen.
Het beleid geldt wereldwijd voor alle medewerkers en contractanten. De Group Governance & Compliance Director is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid.
Klokkenluidersregeling
Onze klokkenluidersregeling zorgt ervoor dat onze medewerkers en externe stakeholders op vertrouwelijke wijze hun bezorgdheden kunnen uiten over mogelijke overtredingen van onze Gedragscode of de nationale wetgeving, en legt uit hoe hun bezorgdheden worden onderzocht. Het doel is om een veilige omgeving te creëren waarin medewerkers zich comfortabel voelen om wangedrag binnen onze organisatie te melden. Daarom zijn de volgende beschermende maatregelen genomen: de vertrouwelijke behandeling van de identiteit van de klokkenluider, de mogelijkheid voor de klokkenluider om anoniem te blijven bij het indienen van een melding en het verbod op elke vorm van vergelding tegen de klokkenluider en aanverwante partijen.
Hoewel medewerkers worden aangemoedigd om hun bezorgdheden rechtstreeks met managers, plaatselijke HR- of compliance-vertegenwoordigers te delen, kan iedereen – intern of extern – bezorgdheden melden via ons online klokkenluidersinstrument. Dit instrument is beschikbaar in acht talen en werd in 2022 gelanceerd via een poster- en videocampagne. Sindsdien hebben we jaarlijkse bewustmakingscampagnes gevoerd, waarbij we het klokkenluidersinstrument hebben gepromoot via verschillende posters, wobblers en artikels op ons intranetplatform en in de nieuwsbrief van het bedrijf.
De Greenyard-medewerkers die de klokkenluidersmeldingen behandelen, worden getraind in het klokkenluidersbeleid om ervoor te zorgen dat de procedures worden nageleefd. De Group Governance & Compliance Director is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid, dat is afgestemd op de EU-richtlijn Klokkenluiden (EU) 2019/1937.
We evalueren onze bedrijfscultuur via betrokkenheidsenquêtes, die specifieke vragen bevatten over cultuur en de manier waarop we zakendoen. We analyseren ook rapporten over onze klokkenluidersregeling, evenals de voltooiingspercentages van de Gedragscode-trainingen en het verlooppercentage.
G1-2 Beheer van relaties met leveranciers
Greenyard heeft langetermijnpartnerships opgebouwd met een breed netwerk van telers. Sommige van deze partnerships gaan inmiddels tientallen jaren terug, van de ene generatie op de volgende. Ons telersbestand is ongelooflijk divers: telersverenigingen en -coöperaties, lokale en overzeese telers, grote boerderijen en kleine familiebedrijven. We kopen rechtstreeks in bij zowel lokale telers, die dicht bij onze Europese markten werken, als telers in regio's over de hele wereld.
We intensiveren onze samenwerking met telers via onze Integrated Grower Relationships (IGR). Een nauwe samenwerking met telers zal de komende jaren belangrijker dan ooit worden en is de beste manier om ervoor te zorgen dat consumenten het hele jaar door toegang hebben tot het beste wat de natuur te bieden heeft. Onze IGR-aanpak biedt een solide basis om deze strategische pijler te versterken en uit te breiden. Dit kan verschillende vormen en maten aannemen en kan gegarandeerde volumes, contractteelt en zelfs joint ventures omvatten. We ondersteunen onze telers ook bij hun dagelijkse werkzaamheden en helpen hen de nieuwste landbouwtechnieken en -praktijken te ontdekken.
We zijn ons volledig bewust van onze verantwoordelijkheden binnen de voedselwaardeketen, zowel voor de producten en diensten die we leveren aan onze klanten als voor alle andere betrokken stakeholders in onze waardeketen. We zijn ons continu bewust van de risico's binnen onze toeleveringsketen en werken er dagelijks aan om te voldoen aan al onze verplichtingen op het gebied van wet- en regelgeving, ethiek, milieu, maatschappij, gezondheid en veiligheid. We kunnen dit alleen bereiken met de medewerking van al onze partners in de toeleveringsketen, die we aan dezelfde normen houden als wijzelf. Dit wordt weerspiegeld in onze Gedragscode voor Leveranciers, die van toepassing is op alle leveranciers van Greenyard en waar nodig certificatievereisten bevat voor sociale verantwoordelijkheid en duurzaam waterbeheer. Voor meer informatie over onze Gedragscode voor Leveranciers en ons due diligence -beleid op het gebied van duurzaamheid, zie S2 Werknemers in de waardeketen. Onze verwachtingen op het gebied van milieuduurzaamheid en voedselkwaliteit en -veiligheid worden behandeld in de respectievelijke thematische standaarden
G1-3 Preventie en opsporing van corruptie of omkoping
Greenyard tolereert geen enkele vorm van omkoping en corruptie en heeft wereldwijd robuuste beleidsregels en praktijken om problemen te voorkomen, op te sporen en aan te pakken. We hebben een Risicobeoordeling op Omkoping en Corruptie uitgevoerd om verschillende aspecten van onze activiteiten te analyseren – waaronder zakelijke relaties, transacties, geografische locaties en industriepraktijken – om potentiële risico's te identificeren, te begrijpen en te beperken.
Ons Beleid tegen Omkoping en Corruptie verankert anti-corruptiemaatregelen in onze bedrijfscultuur en -activiteiten. De belangrijkste risico's houden verband met onze inkoop- en verkoopactiviteiten, die gedecentraliseerd zijn en verdeeld over de divisies. Dit betekent dat elke divisie blootgesteld wordt aan risico's, met name in interacties met leveranciers en telers. Deze risico's zijn groter door onze inkoopactiviteiten voor fruit in regio's zoals Afrika en Latijns-Amerika, waar de corruptierisico's inherent hoger zijn.
Onze Anti-omkoping & Corruptie Training versterkt de toewijding van Greenyard aan de hoogste standaarden van integriteit, zoals uiteengezet in onze Gedragscode. De verplichte training over het anti-omkoping- en corruptiebeleid benadrukt de verantwoordelijkheid van elke werknemer om omkoping en corruptie in al zijn vormen actief te voorkomen, en zorgt voor volledige naleving van de wet- en regelgeving in al onze activiteiten. De trainingssessies worden live (waar mogelijk) of online gegeven aan alle relevante risicofuncties, waaronder management, inkoop, verkoop en sourcing. Aan het eind van AY 24/25 heeft 35% van de risicofuncties de training Anti-Bribery & Corruption gevolgd. We zijn van plan om alle geïmpliceerde werknemers te trainen tegen het einde van het kalenderjaar 2025.
De training voorziet werknemers van de kennis en hulp-middelen die nodig zijn om corruptiegerelateerde risico's te herkennen en te beheersen. De training geeft duidelijke richtlijnen over wat wel en niet is toegestaan, waarbij de nadruk ligt op:
• Een duidelijk begrip van wat corruptie is, inclusief definities en verschillende vormen;
• Het vermogen om onethisch gedrag te herkennen, te voorkomen en erop te reageren;
• Kennis van de toepasselijke anticorruptiewetgeving en nalevingsverplichtingen;
• Herkenning van rode vlaggen en toepassing van beste praktijken, ondersteund door casestudy's in onze sector.
Dit programma is een belangrijk onderdeel van ons integriteitskader en stelt werknemers in staat om zelfverzekerd en verantwoordelijk te handelen in hun dagelijkse werk.
De doelgroep voor de Anti-Bribery & Corruption training zijn de risicofuncties, waaronder voornamelijk verkoop-, sourcing- en inkoopfuncties en de leden van het management van alle entiteiten. Om de doelgroep voor de Anti-omkoping & Corruptie training te bepalen, hebben we een lijst samengesteld van “risicofuncties”, waaronder voornamelijk functies binnen lokale managementteams en verkoop-, sourcing- en inkoopfuncties van alle lokale entiteiten. Het gerapporteerde deelnamepercentage weerspiegelt het percentage personen in deze geïdentificeerde functies dat de training aan het einde van het boekjaar had voltooid, ten opzichte van het totale aantal werknemers dat was toegewezen aan deze functies die moesten worden getraind. Daarnaast werd de training uitgebreid naar andere relevante functies op basis van de specifieke risicoprofielen en input van lokale organisaties, waardoor een actuele en meer op maat gemaakte aanpak werd gewaarborgd. In de volgende e-training over de Gedragscode, die gepland staat voor eind 2025, nemen we ook enkele gevallen van omkoping en corruptie mee, om het bewustzijn levend te houden.
Feitelijke en potentiële overtredingen van ons beleid tegen omkoping en corruptie worden geïdentificeerd door middel van interne controles, interne audits en onze klokkenluidersregeling, die toegankelijk is voor interne en externe stakeholders wereldwijd.
Intern onderzoeksproces
Alle meldingen van wangedrag worden onmiddellijk en grondig onderzocht in overeenstemming met ons klokkenluidersbeleid. De daaropvolgende onderzoeken worden uitgevoerd met strikte naleving van de principes van vertrouwelijkheid, onpartijdigheid en eerlijkheid.
De meldingen worden in eerste instantie behandeld door lokale vertrouwenspersonen. Elke Greenyardentiteit heeft één of meer lokale vertrouwenspersonen aangesteld, die zowel door het lokale management als het bedrijfsmanagement worden geselecteerd. Ze kunnen contact opnemen met de klokkenluider om aanvullende informatie of bewijsmateriaal op te vragen met betrekking tot het gemelde wangedrag. Als dat nodig is voor een grondig en vertrouwelijk onderzoek, kunnen ook externe partijen worden ingeschakeld, zoals juridische adviseurs, onderzoeksbureaus en accountantskantoren.
Het klokkenluidersbeleid sluit personen met een potentiële belangenvermenging expliciet uit van het onderzoeksteam. We bieden meerdere rapportagekanalen, zoals HR en Interne Audit, lokaal of op groepsniveau, om flexibiliteit te garanderen en het risico op belangenvermenging te reduceren. We tolereren geen enkele vorm van vergelding, bedreiging, sanctie of discriminatie tegen de klokkenluider zelf, tegen personen die met de klokkenluider verbonden zijn, zoals collega's of familieleden, of tegen personen die de klokkenluider hebben geholpen bij het indienen van een melding of die heeft deelgenomen aan het onderzoek. We ondernemen gepaste actie tegen iedereen die zich schuldig maakt aan of dreigt met vergelding.
Het onderzoeksteam bepaalt, in samenwerking met het lokale of divisiemanagement of het executive management (indien van toepassing), of het gemelde
G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping
Op basis van de beschikbare informatie en voor zover ons bekend, heeft Greenyard in AY 24/25 geen boetes opgelegd gekregen voor overtredingen van antiomkopings- en anti-corruptiewetgeving.
Tijdens de verslagperiode werden er geen overtredingen met betrekking tot corruptie of omkoping gerapporteerd of geconstateerd, met uitzondering van een enkel, gering incident van omkoping waarbij een werknemer betrokken
WAARDERINGSREGELS
Risicofuncties
Risicofuncties hebben betrekking op werknemers die door hun taken en verantwoordelijkheden blootgesteld worden aan potentiële risico’s op corruptie en omkoping, waaronder alle werknemers die betrokken zijn bij management, inkoop, verkoop en sourcing.
Veroordelingen voor overtreding van anti-corruptie & anti-omkopingswetgeving
Gevallen waarin een Greenyard-rechtspersoon door een rechtbank is veroordeeld voor overtreding van anticorruptie of anti-omkopingswetgeving.
wangedrag gegrond is. Het team zal ook de nodige acties bepalen om het wangedrag aan te pakken en het bedrijf te beschermen.
De klokkenluider wordt niet later dan drie maanden na de ontvangstbevestiging via het klokkenluidersinstrument op de hoogte gesteld van de conclusie en het besluit. De HR-directeur wordt op de hoogte gehouden van en, indien nodig, betrokken bij het onderzoek en de te nemen maatregelen in gegronde gevallen.
Internal Audit wordt op de hoogte gesteld van klokkenluiderszaken en kan indien nodig een eigen onderzoek instellen. Klokkenluiderszaken worden minstens twee keer per jaar gerapporteerd aan onze Auditcomité, die bestaat uit drie niet-uitvoerende directeuren, waarvan één onafhankelijke.
was. Voor zover ons bekend, waren er geen andere maatregelen nodig of geïmplementeerd dan diegene genomen in reactie op dit specifieke geval. Het incident leidde tot één ontslag, maar afgezien daarvan waren er geen contractbeëindigingen of niet-verlengingen die verband hielden met corruptie of omkoping. Verder zijn er geen juridische stappen ondernomen tegen Greenyard, met uitzondering van de genoemde zaak, waarover momenteel een rechtszaak loopt bij de rechtbank.
Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping
Interne klokkenluidersmeldingen die na intern onderzoek zijn onderbouwd en bevestigd als een overtreding van het beleid tegen omkoping en corruptie en de gedragscode van Greenyard.
Boetes voor overtreding van anti-corruptie & anti-omkopingswetgeving
Gevallen waarin een Greenyard-rechtspersoon een boete is opgelegd in verband met handhavingsacties die tegen het bedrijf zijn ingesteld wegens overtreding van anticorruptie en anti-omkopingswetgeving.
Bijlagen
Bijlage 1
ESRS rapportage-eisen index
De volgende index geeft een overzicht van alle ESRS toelichtingsvereisten in ESRS 2 en de acht thematische standaarden die van belang zijn voor Greenyard en die als leidraad hebben gediend bij het opstellen van ons duurzaamheidsverslag. De index kan worden gebruikt om te navigeren naar informatie over een specifieke toelichtingsvereiste binnen het duurzaamheidsverslag.
Tenzij anders vermeld, zijn aan ESRS 2 gerelateerde toelichtingen voor thematische standaarden opgenomen in ESRS 2. Sommige toelichtingsvereisten zijn opgenomen door middel van verwijzing naar het Remuneratieverslag (REM), de Verklaring inzake deugdelijk bestuur (COR) of andere secties van het Financieel verslag (FIN), een gedetailleerd overzicht is beschikbaar in Bijlage 2.
Sociale standaarden
S1 - Eigen personeel
SBM-3 Materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en
S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel
S1-2 Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts
S1-3 herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken
Acties en middelen met betrekking tot het eigen personeel
S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico’s en kansen
Kenmerken van medewerkers niet in loondienst onder het eigen personeel van de
en gezondheidsmaatstaven
voor negatieve impacts en kanalen voor werknemers in de waardeketen om zorgen kenbaar te maken
Acties en middelen met betrekking tot werknemers
Standaard
Zakelijke standaarden
G1 – Zakelijk gedrag
SBM-3 Materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen
IRO-1 Processen om materiële impacts, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren
G1-1
Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
G1-2 Beheer van relaties met leveranciers
G1-3 Preventie en opsporing van corruptie of omkoping
G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping
Bijlage 2
Sectie Pagina
ESRS datapunten opgenomen door middel van verwijzing
De volgende index geeft een overzicht van de informatievereisten of datapunten die door middel van verwijzing zijn opgenomen.
Datapunten opgenomen door middel van verwijzing
Verwijzing in jaarverslag
ESRS 2 GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Esrs 2 GOv-3 integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen remuneratieverslag
ESRS 2 SBM-1 § 40 (b) Totale opbrengsten
Financieel verslag
Esrs s1-16 Totale bezoldiging remuneratieverslag
ESRS G1-GOV1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Bijlage 3
ESRS Datapunten uit andere EU-wetgeving
De volgende index vermeldt alle datapunten die voortvloeien uit andere EU-wetgeving zoals vermeld in ESRS 2, bijlage B, en geeft aan waar de datapunten te vinden zijn in het duurzaamheidsverslag en welke datapunten zijn beoordeeld als niet materieel (NM), niet vermeld (NS) of niet relevant (NR).
Datapunten dat voortkomen uit andere EU-wetgeving SFRD Pillar 3 Benchmark verordening Materieel Pagina
ESRS 2 GOV-1 Genderdiversiteit raad van bestuur alinea 21(d) X
Esrs 2 GOv-1 Percentage onafhankelijke bestuurders § 21 (e) X X
ESRS 2 GOV-4 Due-diligence-verklaring §
Datapunten dat voortkomen uit andere EU-wetgeving
Esrs 2 sBm-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoffen § 40 (d) i
Esrs 2 sBm-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemische productie § 40 (d) ii
Esrs 2 sBm-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. controversiële wapens § 40 (d) iii
Esrs 2 sBm-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak § 40 (d) iv
Esrs E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken § 14
ESRS E1-1 Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks § 16 (g)
Esrs E1-4 Doelen BKG-emissiereductie § 34
ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) § 38
ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix § 37
Esrs E1-5 Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact §§ 40 to 43
Esrs E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale
Esrs E1-6 intensiteit bruto-BKGemissies §§ 53 to 55
Esrs E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits § 56
ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico’s § 66
ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico § 66 (a)
Esrs E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie-efficiëntieklasse § 67 (c)
Esrs E1-9 mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen § 69
/
/ ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E-PRTRverordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) § 28
E3-1 specifiek beleid § 13
E3-4 Totale waterverbruik in m3 per netto-opbrengst eigen activiteiten § 29
Esrs s1-16 ratio buitensporige beloning CEO § 97 (b)
Esrs s1-17 Gevallen van discriminatie § 103 (a)
ESRS S1-17 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen § 104 (a)
ESRS 2 - SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinderarbeid of gedwongen arbeid in waardeketen § 11 (b)
ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid § 17 X
ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen § 18
ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESOrichtlijnen § 19
Esrs s2-1 Due diligence Beleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van internationale Arbeidsorganisatie § 19
ESRS S2-4 Mensenrechten-problemen en -incidenten m.b.t. upstream- en downstreamwaardeketen § 36
Esrs s3-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechten-beleid § 16 X
ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of OESOrichtlijnen § 17
Esrs s3-4 mensenrechtenproblemen en -incidenten § 36
Esrs s4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers § 16
ESRS S4-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen § 17
ESRS S4-4 Mensenrechten-problemen en -incidenten § 35
Esrs G1-1 vn-verdrag tegen corruptie§ 10 (b)
ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders § 10 (d)
Esrs G1-4 Geldboeten voor overtredingen wetgeving tegen corruptie en omkoping § 24 (a)
Esrs G1-4 normen bestrijding corruptie en omkoping § 24 (b)
/
Bijlage 4
Waardeketen schattingen en meetonzekerheden
De volgende index geeft een overzicht van de schattingen van de waardeketen en de meetonzekerheden zoals vereist door ESRS 2 BP-2 §10 en §11. We verfijnen onze gegevensverzameling voortdurend om de nauwkeurigheid van de datapunten te verbeteren.
Waardeketen schattingen
Activiteitsgegevens
Schatting
Gerecycleerde of hergebruikte materialen Proxy voor gerecycleerd gehalte berekend op basis van beschikbare gegevens van leveranciers en industrieverenigingen
Recycleerbare verpakkingsmaterialen Blik, karton, golfkarton, glas en monokunststoffen (PP, PE, PET) worden verondersteld 100% recyclebaar te zijn.
Tot op heden zijn enkel publiek beschikbare emissiefactoren gebruikt; meer informatie over de bronnen en methologie is beschikbaar in bijlagen 5 en 6.
Scope 3 BKG-emissies: transport (cat. 4) Transportafstanden zijn gebaseerd op het land van herkomst/bestemming van de leverancier/klant. Er wordt gebruik gemaakt van een standaardafstand van Greenyard-faciliteiten naar de hoofdstad van het land of een centrale locatie in het land van herkomst/bestemming. Transport op het Europese continent wordt verondersteld 100% over de weg te zijn, terwijl voor andere landen van herkomst/bestemming ook rekening gehouden wordt met transport over zee. Voor overzeese inkomende zendingen wordt de afstand van de haven van rotterdam tot de belangrijkste haven in het land van herkomst gebruikt, voor uitgaande zendingen wordt de haven van Antwerpen als referentie gebruikt.
Meetonzekerheden
Activiteitsgegevens
Wateronttrekking, Waterlozing
Scope 2 BKG-emissies, Waterverbruik: energie en waterverbruik van in-en verkoopkantoren
Scope 3 BKG-emissies, Materiaalinstromen, Materiaaluitstromen: gekochte groenten en fruit
Assumpties
Wanneer facturen van nutsbedrijven significant afwijken van de meterstanden van Greenyard, vindt een verdere evaluatie plaats om vast te stellen welke waarde gerapporteerd wordt. Wanneer geen gegevens beschikbaar zijn Bij gebrek aan daadwerkelijke gegevens over waterlozing, passen we een verhouding van 90% van de wateropname toe.
Bij gebrek aan gegevens over het werkelijke energie- en waterverbruik is het verbruik van het hoofdkantoor van Greenyard gebruikt om het verbruik in kantoren met meer dan 5 fTE's te schatten. Kantoren met minder dan 5 FTE worden niet meegerekend (<0,1% van het totale verbruik).
invoergegevens voor groenten en fruit zijn afkomstig van inkoopverslagen, waar informatie over de meeteenheid inconsistent is en gedurende het jaar kan variëren. Wanneer ingekochte hoeveelheden in andere eenheden dan gewicht worden gerapporteerd, passen we waar nodig conversiefactoren toe. De conversiefactoren zijn gebaseerd op lokale rapportagerichtlijnen en leiden tot een bepaalde mate van meetonzekerheid.
invoergegevens voor bloemen en planten zijn afkomstig van inkooprapporten, waarbij de informatie over de maateenheid gedurende het jaar kan variëren. Wanneer ingekochte hoeveelheden worden gerapporteerd in andere eenheden dan stelen of potten, passen we de meest toepasselijke conversiefactor toe op basis van de productspecificatie. Dit leidt tot een zekere mate van meetonzekerheid.
Scope 3 BKG-emissies: Ingekochte voedingsmiddelen
Producten zonder publiekelijk beschikbare emissiefactoren werden toegewezen aan proxy-producten of de categorie ‘overig fruit’ en ‘overige groenten’. Verwerkte producten en ingrediënten werden samengevoegd in 9 algemene productcategorieën, wat tot een bepaalde mate van meetonzekerheid leidt.
Scope 3 BKG-emissies: transport & distributie (cat. 9)
Eigen personeel datapunten
Downstream transport & distributie werd verondersteld 100% naar retailklanten te gaan, terwijl ook materiële volumes naar foodservice en industriële klanten gaan. Deze conservatieve schatting leidt tot een bepaalde mate van meetonzekerheid.
Greenyard heeft momenteel geen geïntegreerd hr-informatiesysteem op groepsniveau. HR-datapunten werden als dusdanig lokaal verzameld en manueel geconsolideerd op corporate niveau. Dit resulteert in dat informatie en data die minder uniform en consistent zijn, hetgeen op zijn beurt tot een bepaalde mate van onzekerheid leidt. We gaan op groepsniveau een hr-informatiesysteem als gezondheid- en veiligheidsrapporteringssysteem uitrollen welke de meetonzekerheid significant moet verlagen vanaf AY 25/26.
Bijlage 5
Emissiefactoren toegepast op Broeikasgasemissies (BKG)
Opmerking: Berekeningen van BKG-emissies worden uitgevoerd in mei en maken gebruik van de meest recente emissiefactoren die op het moment van berekening beschikbaar zijn uit de verschillende databases.
Bijlage 6 Gedetailleerd boekhoudbeleid
voor scope 3 BKG-emissies
BOEKHOUDBELEID
Categorie 1: upstream broeikasgasemissies met betrekking tot de teelt van fruit & groenten, verwerkte producten & ingrediënten, bloemen & planten, verpakkingsmaterialen, waterverbruik op de productielocaties en opslag bij derden. De broeikasgasemissies van groenten en fruit worden berekend op basis van het gewicht van de producten met behulp van openbaar beschikbare emissiefactoren voor de teelt, en productie-emissiefactoren voor verwerkte producten en ingrediënten (vanaf AY 24/25 worden ook niet-fruit- en groente-ingrediënten meegerekend). Broeikasgasemissies van bloemen en planten worden berekend op basis van het aantal stelen en potten met behulp van emissiefactoren over de hele levenscyclus (inclusief transport). We hebben onze berekeningen verder verfijnd door gebruik te maken van emissiefactoren uit de databases van EcoInvent en Agribalyse en hebben alle aangekochte producten samengenomen in 88 productcategorieën. Broeikasgasemissies van verpakkingsmaterialen worden berekend op basis van het gewicht van de materialen met behulp van publiek beschikbare emissiefactoren. Broeikasgasemissies van water worden berekend op basis van het totale water-verbruik. Broeikasgasemissies van opslag door derden worden berekend op basis van m² maanden en houden alleen rekening met diepvriesproducten (langdurige energie-intensieve opslag). De conversiefactoren houden geen rekening met de specifieke inkoopvoorwaarden van Greenyard, maar geven een overzicht van de prioritaire producten voor verdere actie.
In 2025 hebben we de berekening van groenten en verwerkte producten & ingrediënten verbeterd door beter afgestemde emissiefactoren toe te passen en te zorgen voor een consistente toepassing in alle gebruikte gegevenssets, wat heeft geleid tot een aanpassing van -159 456 t CO2e in AY 23/24. Elders merkten we een fout op in de berekening van het aantal bloemen & planten in voorgaande jaren wat heeft geleid tot een aanpassing van -56 179 t CO2e in AY 23/24.
Categorie 4: BKG-emissies gerelateerd aan het inko -mend en uitgaand transport van groenten en fruit en verwerkte producten & ingrediënten, exclusief transport door Greenyard's eigen vloot. De BKG-emissies van inkomend transport van landbouwproducten en verpakkingsproducten en uitgaand transport van onze producten worden berekend op basis van het gewicht van de materialen, de locatie van de leverancier, de vrachtmethode (luchtvracht, boot, vrachtwagen) en het temperatuurregime (omgevingstemperatuur, gekoeld, bevroren). Daarnaast is ook rekening
gehouden met de uitstoot van koeling tussen de transportfasen door middel van de methode van gemiddelde gegevens. Er is gebruik gemaakt van publiek beschikbare emissiefactoren. Voor gekoeld transport wordt een andere emissiefactor gebruikt, die wordt toegepast op zowel gekoeld als bevroren transport. Er kon geen onderscheid in emissiefactor worden gemaakt tussen gekoeld en bevroren transport.
Categorie 6: zakelijke vliegreizen van werknemers betaald door Greenyard. De broeikasgasemissies van vliegreizen worden berekend op basis van de reisafstand, rekening houdend met drie categorieën vluchten: korte afstand (>700 km), middellange afstand (750-2 500 km) en lange afstand (>2 500 km). De reisafstandgegevens worden aangeleverd door onze reisbureaus.
Categorie 9 : downstream BKG-emissies die verband houden met het vervoer van distributiecentra voor klanten (DC's) naar supermarkt- en foodservicepunten en koeling in de DC's en verkooppunten. Aangezien Greenyard niet voor de distributie betaalt, heeft zij beperkte inzichten en zijn de broeikasgasemissies gebaseerd op gemiddelde distributiegegevens van publiekelijk beschikbare emissiefactoren. Na een herziening van onze berekeningen en gebruikte emissiefactoren is besloten om de emissies van categorie 9 te verlagen.
In 2025 hebben we de berekening verbeterd door beter afgestemde emissiefactoren toe te passen die drie temperatuurregimes onderscheiden (omgevings-temperatuur, gekoeld, diepvries) in plaats van één algemene emissiefactor (diepvries). Dit leidde tot een aanpassing van -450 016 t CO2e in AY 23/24.
Op dit moment wordt 0% van de broeikasgasemissies van Greenyard afgeleid van leveranciersspecifieke emissiefactoren. We streven ernaar om de scope 3 emissieberekeningen in de komende jaren verder te verfijnen door waar mogelijk gebruik te maken van gegevens van leveranciers en waardeketenpartners. Er zijn stappen genomen om de berekening van primaire gegevens te vergemakkelijken door de ontwikkeling van Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR) voor de sectoren groenten & fruit en bloemen & planten (zie ook E1 Klimaatverandering). Drie bedrijfsonderdelen zijn begonnen met het verzamelen van primaire gegevens die we vanaf AY 25/26 openbaar willen maken.
Bijlage 7:
Belastingtransparantie
Belastingtransparantie werd in het kader van Greenyard’s dubbele materialiteitsbeoordeling niet als materieel geacht. Toch streven we ernaar om net als in voorgaande jaren informatie te blijven verstrekken over dit onderwerp. Merk echter op dat deze bijlage niet valt onder de limited assurance van het duurzaamheidsverslag door de statutaire auditor.
In AY24/25 bedroegen de contante belastingen voor vennootschapsbelasting die door de Groep aan de lokale belastingautoriteiten werden afgedragen in totaal € 15 112 m. Naast het bovengenoemde bedrag draagt de Groep ook aanzienlijke andere bedragen aan belastingen af in alle rechtsgebieden waar activiteiten worden uitgevoerd, zoals loonbelasting, sociale zekerheid en btw. In lijn met het belastingbeleid van de Groep wordt gestreefd naar een correcte vaststelling en tijdige betaling van de verschuldigde belastingen in overeenstemming met de toepasselijke belastingwetten. De belastingen die de Groep betaalt, zijn een belangrijk onderdeel van haar bredere economische en sociale impact en de Groep is zich ervan bewust dat zij een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling en/of stabiliteit van de rechtsgebieden waar zij actief is. Daarom wordt de correcte betaling van belastingen beschouwd als een belangrijk element in de inzet van de Groep om te groeien op een duurzame en sociaal inclusieve manier.
De Groep verplicht zich om haar belastingzaken op een consistente manier uit te voeren met de volgende doelstellingen:
• Alle relevante belastingwetten en -regels naleven en het risico op overtreding van belastingregels of het risico op misbruik van belastingmaatregelen minimaliseren. De Groep heeft een professioneel belastingteam dat nauw samenwerkt met de bedrijfsonderdelen van de Groep om waar nodig advies en begeleiding te bieden om de nauwkeurigheid en naleving van de belastingwetgeving te garanderen. Wanneer wordt overwogen hoe entiteiten van de Groep hun bedrijfsregelingen structureren, worden de fiscale gevolgen geanalyseerd in parallel met andere gevolgen zoals kapitaalefficiëntie en wettelijke en regelgevende aspecten.
• Professionele nauwkeurigheid en zorgvuldigheid toepassen bij het beheren van alle risico’s in verband met belastingzaken. Onder bepaalde omstandigheden waarin de toepassing en/of interpretatie van belastingregels onduidelijk is, vraagt de Groep hulp aan externe gespecialiseerde adviseurs om beslissingen te ondersteunen. Waar nodig worden de bevoegde lokale belastingautoriteiten geraadpleegd.
• Een goede relatie met de lokale belastingautoriteiten onderhouden, gebaseerd op waarden als correctheid, open communicatie en transparantie. De Groep raadpleegt de bevoegde lokale belastingautoriteiten over de belastingimpact van bepaalde transacties en neemt deel aan (informele horizontale) monitorprogramma’s in bepaalde rechtsgebieden. Bovendien wordt er proactief gedetailleerde en nauwkeurige documentatie opgesteld over het verrekenprijsbeleid van de Groep in overeenstemming met de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen en deze wordt indien nodig tijdig gedeeld met de belastingautoriteiten.
• De groep maakt alleen gebruik van belastingvoordelen en -verminderingen waar dat gepast is en in lijn is met de bedrijfsactiviteiten. De Groep voert geen transacties uit die voornamelijk fiscaal gedreven zijn en zet ook geen bedrijven op en/of doet geen investeringen in rechtsgebieden die zijn geclassificeerd als belastingparadijzen met als doel de belastingen op operationele activiteiten elders te verlagen. Eventuele aanwezigheid in rechtsgebieden met lagere belastingtarieven dan België wordt ingegeven door bedrijfsactiviteiten. We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening voor de rapportage van financiële, zakelijke en fiscale informatie voor elk rechtsgebied waarin de Groep actief is.
Limited assurance statement
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
Aan de algemene vergadering
In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen de “Groep”), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor.
Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 20 september 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad van de Vennootschap voor het uitvoeren van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de Groep, opgenomen in de sectie Verslag van de Raad van Bestuur – Sustainability Statements van het Greenyard Jaarverslag 2024/2025 op 31 maart 2025 en voor het boekjaar afgesloten op deze datum (hierna “de duurzaamheidsinformatie”).
Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 maart 2026 Dit is het eerste jaar dat we de assuranceopdracht over de duurzaamheidsinformatie van de Groep uitgevoerd hebben.
Conclusie met een beperkte mate van zekerheid
Wij hebben een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van de Groep uitgevoerd.
Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assuranceinformatie is niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de duurzaamheidsinformatie van de Groep, in alle van materieel belang zijnde opzichten:
• niet is opgesteld in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:32/2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de overeenstemming met de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie (European Sustainability Reporting Standards (ESRS));
• niet in overeenstemming is met het door de Groep uitgevoerde proces (“het Proces”) om de op grond van de Europese standaarden de openbaar gemaakte duurzaamheidsinformatie vast te stellen zoals toegelicht in sectie ‘Impact-, Risico- en kansenmanagement’ van de duurzaamheidsinformatie; en
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
• de vereisten in artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de “Taxonomieverordening”) betreffende de openbaarmaking van de informatie, opgenomen in de sectie ‘EU-taxonomie’ van het Greenyard Jaarverslag 2024/2025, niet naleeft
Onze conclusie over de duurzaamheidsinformatie strekt zich niet uit tot andere informatie die de duurzaamheidsinformatie en ons verslag vergezelt of bevat.
Basis voor de conclusie
Wij hebben onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid uitgevoerd overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (“ISAE 3000 (Herzien)”), zoals in België van toepassing.
Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaard zijn uitvoeriger beschreven in de sectie van ons verslag ”Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie”.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de assuranceopdracht van de duurzaamheidsinformatie in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij passen de internationale standaard voor kwaliteitsmanagement 1 (ISQM 1) toe, die vereist dat het kantoor een kwaliteitsmanagementsysteem opzet, implementeert en in werking stelt, inclusief beleidslijnen of procedures met betrekking tot de naleving van ethische vereisten, professionele normen en toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
Overige aangelegenheid
De reikwijdte van onze werkzaamheden is beperkt tot onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsinformatie van de Groep. Onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid strekt zich niet uit tot informatie met betrekking tot de vergelijkende cijfers.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan betreffende het opstellen van de duurzaamheidsinformatie
Het bestuursorgaan van de Vennootschap is verantwoordelijk voor het opzetten en implementeren van het Proces en voor het toelichten van dit Proces in sectie ‘Impact-, Risico- en kansenmanagement’ van de duurzaamheidsinformatie. Deze verantwoordelijkheid omvat:
• het begrijpen van de context waarin de activiteiten en zakelijke betrekkingen van de Groep plaatsvinden en het ontwikkelen van inzicht in haar betrokken belanghebbenden;
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
• het identificeren van de feitelijke en potentiële effecten (zowel negatieve als positieve) in verband met duurzaamheidskwesties, alsook van risico’s en opportuniteiten die de financiële positie, de financiële prestaties, de kasstromen, de toegang tot financiering of de kapitaalkosten van de Groep op korte, middellange of lange termijn beïnvloeden of waarvan redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat zij hierop een invloed zullen hebben;
• het beoordelen van de materialiteit van de vastgestelde effecten, risico’s en opportuniteiten in verband met duurzaamheidskwesties door passende drempelwaarden te selecteren en toe te passen; en
• het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het bestuursorgaan van de Vennootschap is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, die de door het Proces vastgestelde informatie bevat,
• in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:32/2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie (European Sustainability Reporting Standards (ESRS)); en
• met naleving van de vereisten in artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de “Taxonomieverordening”) betreffende de openbaarmaking van de informatie opgenomen in de sectie ‘EU-taxonomie’ van het Greenyard Jaarverslag 2024/2025.
Deze verantwoordelijkheid omvat:
• het opzetten, implementeren en in stand houden van dergelijke interne beheersingsmaatregelen die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van duurzaamheidsinformatie die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; en
• het kiezen en toepassen van geschikte methoden voor duurzaamheidsverslaggeving, en het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het auditcomité is verantwoordelijk voor het toezicht op het duurzaamheidsverslaggevingsproces van de Vennootschap.
Inherente beperkingen bij het opstellen van de duurzaamheidsinformatie
Bij het rapporteren van toekomstgerichte informatie in overeenstemming met de ESRS, wordt van het bestuursorgaan van de Vennootschap vereist dat het de toekomstgerichte informatie opstelt op basis van toegelichte veronderstellingen over gebeurtenissen die zich in de toekomst kunnen voordoen en mogelijke toekomstige maatregelen van de Groep. De feitelijke uitkomst zal waarschijnlijk anders zijn, aangezien verwachte gebeurtenissen vaak niet plaatsvinden zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn.
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie
Het is onze verantwoordelijkheid om de assuranceopdracht te plannen en uit te voeren met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid over de vraag of de duurzaamheidsinformatie geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, en het uitbrengen van een assuranceverslag met een beperkte mate van zekerheid waarin onze conclusie is opgenomen. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de beslissingen genomen door gebruikers op basis van de duurzaamheidsinformatie, beïnvloeden.
Als deel van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), zoals in België van toepassing, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneelkritische instelling gedurende de opdracht. De uitgevoerde werkzaamheden in een opdracht met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid, waarvoor wij verwijzen naar de sectie “Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden”, zijn minder uitgebreid dan in het geval van een opdracht met het oog op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. We brengen dan ook geen oordeel met een redelijke mate van zekerheid tot uitdrukking als deel van deze opdracht.
Aangezien de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie en de veronderstellingen waarop deze is gebaseerd, betrekking hebben op de toekomst, kunnen deze worden beïnvloed door gebeurtenissen die zich mogelijk voordoen en/of door mogelijke acties van de Groep De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn. Onze conclusie biedt daarom geen garantie dat de gerapporteerde werkelijke uitkomsten zullen overeenkomen met diegene opgenomen in de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie.
Onze verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie, met betrekking tot het Proces, omvatten:
• het verwerven van inzicht in het Proces, maar niet met het oog op het verstrekken van een conclusie over de effectiviteit van het Proces, met inbegrip van de uitkomst van het Proces; en
• het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden om te evalueren of het Proces in overeenstemming is met de beschrijving van het Proces door de Groep, zoals toegelicht in sectie ‘Impact-, Risico- en kansenmanagement’ van de duurzaamheidsinformatie
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
Onze overige verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie omvatten:
• het verwerven van inzicht in de beheersingsomgeving van de Groep, de relevante processen en informatiesystemen voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, maar zonder de opzet van specifieke controleactiviteiten te beoordelen, onderbouwende informatie over hun implementatie te verkrijgen of de effectieve werking van de opgezette interne beheersingsmaatregelen te toetsen;
• het identificeren van de gebieden waar van materieel belang zijnde afwijkingen waarschijnlijk zullen optreden in de duurzaamheidsinformatie, of deze nu het gevolg zijn van fraude of fouten; en
• het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden die inspelen op gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie zich waarschijnlijk zullen voordoen. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing
Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden
Een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid omvat het uitvoeren van werkzaamheden om assurance-informatie te verkrijgen over de duurzaamheidsinformatie. De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid zijn uitgevoerd, zijn verschillend in aard en timing en geringer van omvang dan voor opdrachten tot het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Daardoor ligt het niveau van zekerheid dat is verkregen bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een redelijke mate van zekerheid was uitgevoerd
De aard, timing en omvang van geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van professionele oordeelsvorming, waaronder de vaststelling van gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie, als gevolg van fraude of van fouten, zich waarschijnlijk zullen voordoen.
Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot het Proces, hebben wij:
• inzicht verworven in het Proces door:
- het verzoeken om inlichtingen teneinde inzicht te verwerven in de bronnen van informatie gebruikt door het management (bijv. betrokkenheid van belanghebbenden en strategiedocumenten); en
- het beoordelen van de interne documentatie van de Groep van haar Proces; en
• geëvalueerd of de assurance-informatie verkregen uit onze werkzaamheden over het door de Groep geïmplementeerde Proces in overeenstemming was met de beschrijving van het Proces zoals uiteengezet in sectie ‘Impact-, Risico- en kansenmanagement’ van de duurzaamheidsinformatie
Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Greenyard NV
Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie, hebben wij onder meer:
• inzicht verworven in de verslaggevingsprocessen van de Groep die relevant zijn voor het opstellen van haar duurzaamheidsinformatie door, op basis van het verzoeken van inlichtingen, het verwerven van inzicht in de beheersingsomgeving van de Groep, de relevante processen en informatiesystemen voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie;
• geëvalueerd of de materiele informatie zoals vastgesteld door het Proces is opgenomen in de duurzaamheidsinformatie;
• geëvalueerd of de structuur en het opstellen van de duurzaamheidsinformatie overeenstemt met de ESRS;
• om inlichtingen verzocht bij relevant personeel en cijferanalyses uitgevoerd op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie;
• gegevensgerichte assurancewerkzaamheden uitgevoerd op basis van een beperkte steekproef op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie;
• assurance-informatie verkregen over de methoden voor het ontwikkelen van materiële schattingen en toekomstgerichte informatie geëvalueerd zoals beschreven in de sectie “Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie”;
• inzicht verworven in het proces van de Groep voor het identificeren van economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen en op de taxonomie afgestemd zijn en de overeenkomstige toelichtingen in de duurzaamheidsinformatie.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid verricht, en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep
Antwerpen, 16 juni 2025
KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Filip De Bock
Bedrijfsrevisor
Steven Mulkens Bedrijfsrevisor
Financieel verslag
Boodschap
van onze CFO
Nicolas De Clercq Chief Financial Officer
Omzetgroei in uitdagende omstandigheden
“ Tijdens AY 24/25 had onze sector te maken met uitdagende klimaat- en marktomstandigheden. Ondanks de impact, van het verminderde consumentenvertrouwen en daardoor lagere bestedingen, vooral in het Long Fresh-segment, zien we een toename van onze volumes: de like-for-like omzet steeg met 5,1% tot € 5,3mld. De combinatie van volume- en margedruk in het Long Fresh-segment en hogere kosten door de lagere kwaliteit van de oogsten leidde tot een daling van de Aangepaste EBITDA met -1,9% tot € 183,0m. Onze resultaten werden daarnaast ook beïnvloed door nietrecurrente aanpassingen, hogere afschrijvingen en belastingen en een lager financieel resultaat, wat resulteerde in een nettoresultaat van € -2,9m.”
Klimaatverandering heeft al vele jaren, decennia zelfs, impact op onze sector. Onze telers ondervinden de gevolgen van steeds extremere weersomstandigheden immers aan den lijve. Vorig jaar was daarop geen uitzondering. De situatie in onze afzetmarkten bleek al even uitdagend, met verschuivingen in de consumentenbestedingen en aanhoudende hevige concurrentie in de retailmarkt.
Als we kijken naar de prestaties op het niveau van onze segmenten, zien we een verschillende dynamiek. Het Fresh-segment noteerde een sterke groei, waarbij de like-for-like omzet steeg met 5,9% naar € 4,3mld. Onze geïntegreerde partnerships blijven hun vruchten afwerpen en we blijven sterk groeien, ook in onze langst lopende samenwerkingsverbanden, wat bewijst dat ons bedrijfsmodel nog niets aan kracht heeft ingeboet. De Aangepaste EBITDA-marge in het Fresh-segment daalde licht naar 2,2% door de extra arbeidskosten als gevolg van de productkwaliteit en de aanhoudende prijsdruk, in het bijzonder op de Duitse markt.
De groei was minder sterk in ons Long Fresh-segment (like-for-like +1,7%), hoewel we hier voor het eerst in de geschiedenis van ons bedrijf de € 1mld omzet hebben overschreden. De afgezwakte consumentenvraag in de tweede helft van AY 24/25 had een duidelijk effect op de volumes in dezelfde periode voor zowel de Frozen- als de Prepared-divisie. De Aangepaste EBITDA daalde met 5,4% tot € 84,4m door hogere bedrijfskosten. Ongunstige weersomstandigheden tijdens de oogst vereisten extra handling- en inkoopinspanningen om ervoor te zorgen dat kwaliteit en volumes op hetzelfde niveau bleven.
De volumes verminderden vooral bij traditionele producten, terwijl de meer innovatieve convenience oplossingen bleven groeien. Dit werd vooral duidelijk in onze Prepared-divisie, waar we in de tweede helft van ons boekjaar voor de hele markt een daling in ingeblikte groenten en fruit zagen. Deze lagere omzet werd grotendeels gecompenseerd door een sterke vraag naar onze convenience producten, met een groei van meer dan 10% in bepaalde categorieën, waaruit het belang van onze inspanningen op vlak van productinnovatie blijkt.
Ons nettoresultaat werd verder beïnvloed door niet-recurrente herstructureringskosten als gevolg van de sluiting van onze Fresh-entiteit in Frankrijk en het stroomlijnen van onze activiteiten in Duitsland. Hoewel die beschouwd kunnen worden als eenmalige herstructureringskosten, verwachten we nog extra kosten om onze activiteiten in Duitsland verder te stroomlijnen in AY 25/26.
“ We blijven ons richten op efficiëntie, innovatie en duurzaamheid om tegemoet te komen aan de veranderende eisen van de markt en om onze partners te ondersteunen.”
Dankzij de sterke verbetering van de vrije kasstroom € 37,0m – door verbetering van ons werkkapitaal –konden we onze netto financiële schuld terugbrengen tot € 256,5m, ondanks de hogere voorraad in long fresh (€ 48,4m) en de overname van Crème de la Crème eerder dit jaar. De schuldgraad is ook verder gedaald naar 1,86x.
In AY 24/25 hebben we onze factoringcontracten heronderhandeld en onze financiële kosten verlaagd. Daarnaast hebben we ook onze CAPEX-investeringsplannen voortgezet om de capaciteit van onze infrastructuur te vergroten, de efficiëntie van onze activiteiten te verbeteren en onze productinnovatie te ondersteunen. Bakker Barendrecht is begonnen met de constructie van een nieuw hypermodern service centrum in Nederland om haar langdurige samenwerking met één van de grootste Nederlandse retailers in de komende decennia te kunnen vervullen. Bij Greenyard Prepared opent de nieuwe Tetra Pak®-verpakkingslijn nieuwe mogelijkheden voor productinnovatie in deze markt. In de Frozen-divisie hebben we onze spinazielijnen in Comines, Frankrijk, uitgebreid en een nieuwe machinekamer in gebruik genomen in het Verenigd Koninkrijk. Tegelijkertijd hebben we onze capaciteit in hernieuwbare energie verder vergroot en zijn we begonnen met de implementatie van een nieuw ERP-systeem in de Fresh-divisie.
Tot slot zijn we verdergegaan met het ontwikkelen van nieuwe producten. Ondanks het dalende consumentenvertrouwen blijft de vraag naar gemakkelijke en innovatieve pure-plant oplossingen groeien. Door te investeren in productinnovatie, zowel als private label-partner als door de ontwikkeling van onze eigen merken, kunnen we dit potentieel benutten en onze positie in zowel bestaande als nieuwe categorieën versterken.
We blijven ons richten op efficiëntie, innovatie en duurzaamheid om tegemoet te komen aan de veranderende eisen van de markt en om onze partners te ondersteunen. Met een solide strategie en voortdurende investeringen in capaciteit en infrastructuur kijken we ernaar uit om onze missie – een verhoogde consumptie van groenten en fruit – ook de komende jaren verder waar te maken.
Kerncijfers
Kerncijfers (in €'000 000)
Omzet (gerapporteerd)
(like-for-like)(1)
(in €)
financiële schuld (excl. lease accounting)
(1) l ike-for-like omzet is de gerapporteerde omzet gecorrigeerd voor de omzet van activiteiten die beëindigd of in beëindiging zijn (Greenyard fresh UK en Greenyard Fresh France inclusief dochterondernemingen).
Omzet
Greenyard’s omzet steeg in AY 24/25 met +5,1%, of € 257,9m op like-for-like basis, van € 5 072,4m in AY 23/24 tot € 5 330,3m. De groei wordt aangestuurd door zowel volumegroei (+2,9%) als prijsstijgingen (+1,3%), deze laatste voornamelijk door het jaareffect van prijsstijgingen in het voorgaand boekjaar. De verkoop van diensten nam toe met +0,9%.
Aangepaste EBITDA
De Aangepaste EBiTDA daalde met €-3,5m in AY 24/25 van € 186,5m naar € 183,0m, wat een daling vertegenwoordigt van -1,9%. Dit werd hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere marge in het Long Fresh segment, marketing uitgaven en een lagere marge in het Fresh segment.
Nettoresultaat
Greenyard rapporteert een nettoresultaat van €-2,9m voor het boekjaar eindigend op 31 maart 2025, tegenover € 15,2m in voorgaande boekjaar, als gevolg van een lager operationeel resultaat, hogere afschrijvingen omwille van meer investeringen in de voorbije jaren en niet-recurrente herstructureringskosten binnen het Fresh segment. Greenyard rapporteerde bovendien meer belastingen en netto financiële kosten.
Schuldgraad
De netto financiële schuld (nfD), verminderde met €-9,8m tegenover 31 maart 2024 tot € 256,5m op 31 maart 2025. Dit vertaalt zich in een schuldgraad van 1,86x, een lichte daling in vergelijking met 31 maart 2024, waarbij het lager operationeel resultaat werd gecompenseerd door verschillende initiatieven ter verbetering van de cash conversie cyclus, ondanks een stijging in voorraad.
Kosten/inkomsten (-) gerelateerd aan juridische claims
(1) Desinvesteringen betreffen Greenyard fresh UK en Greenyard fresh france inclusief dochterondernemingen.
De EBiT bedroeg € 61,3m in AY 24/25 tegenover € 71,9m vorig jaar. in AY 24/25 waren de niet-recurrente aanpassingen aanzienlijk hoger dan vorig jaar, terwijl de afschrijvingen en waardeverminderingen toe namen als gevolg van hogere investeringsuitgaven in de afgelopen jaren.
De niet-recurrente aanpassingen stegen van € 1,5m naar € 4,9m dit jaar, voornamelijk als gevolg van hogere reorganisatiekosten in verband met de desinvestering van de Fresh France-activiteiten, deels gecompenseerd door het positieve resultaat uit de verkoop van magazijnen in Duitsland. De niet-recurrente aanpassingen binnen ‘Niettoegewezen’ in AY 24/25 hebben betrekking op Corporate juridische en andere consulting kosten, voornamelijk met betrekking tot het voorwaardelijke overnamebod van de Groep.
De aanpassing op de ‘EBITDA huidig boekjaar van desinvesteringen’ heeft betrekking op Fresh France (inclusief dochterondernemingen), terwijl vorig jaar ook Fresh UK omvatte.
Omzet en Aangepaste EBITDA per operationeel segment
Segment kerncijfers - FRESH
(1) l ike-for-like omzet is de gerapporteerde omzet gecorrigeerd voor de omzet van activiteiten die beëindigd of in beëindiging zijn (Greenyard fresh UK en Greenyard Fresh France inclusief dochterondernemingen).
De like-for-like omzet van fresh steeg in AY 24/25 met +5,9% of met € 241,2m tegenover AY 23/24 naar € 4 321,3m. De omzet binnen de geïntegreerde klantenrelaties groeide van 79% naar 80% van de Fresh segment omzet dankzij een sterke volumegroei bij deze klanten. De omzetgroei is voornamelijk te danken aan een stijging in (i) volume van +4,8%, (ii) verkoop van diensten voor +0,7%. Het prijseffect in de omzet bedraagt +0,4%, waarbij prijsdynamieken in het Fresh segment niet enkel worden gedreven door inflatie van inputkosten, maar ook door volatiliteit in vraag en aanbod in de verschillende groenten- en fruitcategorieën, veroorzaakt door elementen zoals het weer, geopolitieke veranderingen, enzovoort.
De Aangepaste EBITDA van het Fresh segment is € 0,3m beter dan in AY 23/24 voornamelijk dankzij de sterke volumegroei, ondanks hogere sorteer-en verpakkingskosten als gevolg van een minder kwalitatief druivenseizoen, een vroege Pasen met bloemen volumes en marges verwerkt in AY 23/24 en een late start van het citrus seizoen in de VS. Greenyard’s lange-termijn georiënteerde klantenrelaties bleven veerkrachtig in de huidige volatiele economische context, wat resulteerde in hogere omzet groeipercentages dan de markt.
Segment kerncijfers - LONG FRESH
De omzet op like-for- like basis van long fresh steeg met +1,7% jaar over jaar tot € 1 009,0m, een stijging van € 16,8m ten opzichte van € 992,2m in AY 23/24. Deze groei is gedreven door +5,1% prijsverhogingen en +1,4% transport doorrekeningen maar deze positieve evolutie werd grotendeels gecompenseerd door een negatieve volume groei van -4,9% omwille van lagere bestellingen van groenten in blik en lagere verkopen in het foodservice kanaal.
In nominale termen daalde de Aangepaste EBITDA met €-4,8m wegens lagere omzetvolumes en slechtere gewas- en arbeidsrendementen als gevolg van slechte productkwaliteit door de natte weersomstandigheden. De verkoopprijzen konden bovendien de gestegen product- en arbeidskosten alsook de marketing kosten met betrekking tot de lancering van Gigi ijs niet volledig compenseren. De marge daalde van 9,0% naar 8,4%.
Jaarverslag van de raad van bestuur
Commentaar op de geconsolideerde jaarrekening
Deze commentaar heeft betrekking op de geconsolideerde jaarrekening van Greenyard NV ('de Onderneming') en haar dochterondernemingen (samen 'de Groep') voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025.
1. Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Omzet
Greenyard’s omzet steeg tijdens AY 24/25 met +5,1%, of € 257,9m op like-for-like basis, van € 5 072,4m in AY 23/24 tot € 5 330,3m. De groei wordt gedreven door zowel volumegroei (+2,9%) als prijsstijgingen (+1,3%), waarbij de laatste voornamelijk door het jaareffect van prijsstijgingen in vorig boekjaar. De verkoop van diensten nam toe met +0,9%.
Brutowinst
De brutowinst van Greenyard verbeterde in AY 24/25 naar € 341,1m (€ 331,5m in AY 23/24) en de brutomarge daalde met -9bp van 6,45% naar 6,36% in een complexe economische context, gekenmerkt door geopolitieke en milieu gerelateerde verstoringen met impact op de aanvoer, de kostprijs en de kwaliteit van producten, evenals een dalend consumentenvertrouwen. AY 24/25 werd gekenmerkt door dalende energieprijzen, aanhoudende looninflatie en een verhoging van het minimumloon in bepaalde landen. In deze context blijft de prijsdruk op voeding hoog. Ondanks de lancering van besparingsprogramma’s slaagde Greenyard er niet in deze impact volledig te compenseren, met name op de Duitse markt.
Operationeel resultaat (EBIT)
Ondanks de stijging van de brutowinst daalde de EB i T van € 71,9m naar € 61,3m, voornamelijk als gevolg van een toename van (i) overheadkosten, hoofdzakelijk door hogere loonkosten wegens loonindexeringen, lagere productkwaliteit en extra middelen in verband met de overname van Crème de la Crème en de opstart van Frische Hub, (ii) herstructureringskosten en (iii) vergoedingen, voornamelijk gerelateerd aan de voorbereiding van het voorwaardelijke overnamebod op de Vennootschap en de duurzaamheidsaudit.
Netto financiële opbrengst/kost
De interestkosten verbeterden met € 2,8m dankzij (i) een gunstigere interest marge als gevolg van de lagere schuldgraad en behaalde duurzaamheidsdoelstellingen van de Groep eind maart 2024 en (ii) lagere EURIBOR-rentevoeten, die impact hebben op het niet-ingedekte deel van de kredietlijnen en factoring programmas. Dit effect werd afgezwakt door de omzetgoei, wat leidde tot hogere factoring volumes.
Het overige financieel resultaat daalde met €-5,0m omwille van lagere wisselkoerswinsten, voornamelijk gerelateerd aan de evolutie van de Poolse Zloty. Tevens werd een bestaand renteswapcontract gelinkt aan factoring aangemerkt als een afdekkingsinstrument in een kasstroomafdekkingsrelatie vanaf 1 oktober 2023 waardoor de voorheen erkende winsten nu als kost worden geboekt over de looptijd van de afdekkingsrelatie als deel van het niet-effectieve deel van de verandering in de reële waarde van het afdekkingsinstrument.
Belasting kost/opbrengst
De winstbelasting voor AY 24/25 bedroeg €9,0m (AY 23/24: € 5,0m). Dit betekent een geconsolideerde effectieve belastingvoet van 147% (AY 23/24: 25%). De hoge effectieve belastingvoet in AY 24/25 is voor een deel toewijsbaar aan de hogere belastbare winsten in bepaalde jurisdicties met bijhorende belastingkosten en anderzijds de fiscale verliezen gerealiseerd in andere jurisdicties waarvoor geen uitgestelde belastingvorderingen werden erkend tijdens het boekjaar. In voorgaand boekjaar werd de fluctuatie in de uitgestelde belastingen significant beïnvloed door de erkenning van voorheen niet geboekte uitgestelde belastingvorderingen op niet gebruikte belastingkredieten.
2.
Geconsolideerde balans
Vaste activa
De vaste activa daalden met €-5,9m tot € 1 207,3m op 31 maart 2025, wat voornamelijk het netto-effect is van een toename in materiële vaste activa (€ 15,5m), gecompenseerd door een daling in immateriële vaste activa (€-6,5m), recht op gebruik activa (€-7,7m) en overige financiële activa (€-7,3m).
De materiële vaste activa zijn toegenomen tijdens AY 24/25, wat voornamelijk het gecombineerde effect is van € 57,7m aanschaffingen, € 6,2m activa verkregen via de overname van Crème de la Crème Belgium nv en een stijging van € 2,3m wisselkoerseffecten, gecompenseerd door € 50,4m afschrijvingen. De aanschaffingen in AY 24/25 binnen het Fresh-segment hebben voornamelijk betrekking op nieuwe opleggers/vrachtwagens. Binnen Long Fresh betreffen de investeringen voornamelijk een kartonverpakkingsmachine, een nieuwe machinehal, de modernisering van de sperziebonenlijn, de nieuwe spinazielijn en de IQF-sorteermachine. Verkopen en buitengebruikstellingen hebben hoofdzakelijk betrekking op de verkoop van onroerend goed en materieel in Duitsland, binnen het Fresh-segment.
De daling van de immateriële vaste activa wordt voornamelijk veroorzaakt door € 23,9m afschrijvingen (waarvan € 13,6m betrekking heeft op klantenrelaties en merken), deels gecompenseerd door de aankoop van software en licenties (€ 13,5m – voornamelijk activa in aanbouw binnen Fresh) en de overname van Crème de la Crème (€ 3,9m).
De recht op gebruik activa zijn gedaald, voornamelijk door hogere afschrijvingen (€ 38,8 miljoen) tegenover de aanschaffingen van het jaar (€ 23,6m).
De daling in de overige financiële activa is het gevolg van de lagere marktwaarden van de renteswaps ter afdekking van de primaire schuldenlast en het factoringrisico.
Vlottende activa
De vlottende activa bedroegen € 840,5m op 31 maart 2025, een stijging van € 79,0m ten opzichte van vorig jaar, waarvan € 48,4m in voorraden. Deze toename is het gevolg van hogere verwerkingsvolumes door extreem natte weersomstandigheden, die hebben geleid tot lagere oogst- en verwerkingsrendementen, in combinatie met een terugval in de verkoopvolumes binnen Long Fresh en, in mindere mate, ook prijs- en wisselkoerseffecten.
Handels- en overige vorderingen, na aftrek van factoring daalden met €-23,3m in AY 24/25, terwijl de geldmiddelen en kasequivalenten stijgen met € 53,3m.
Eigen vermogen
Op 31 maart 2025 bedraagt het totale eigen vermogen € 453,6m en vertegenwoordigt 22,2% van de totale balanswaarde vergeleken met 24,2% vorig boekjaar (gecorrigeerd). De daling van €-24,5m resulteert voornamelijk uit de dividenduitkering (€-12,3m), het nettoresultaat van het jaar van €-2,9m, een impact van €-4,8m door de netto verandering in eigen aandelen en een negatieve reëlewaardeverandering van €-6,1m op de kasstroomafdekkingen, deels gecompenseerd door positieve wisselkoersverschillen (€ 1,9m).
Tijdens AY 24/25 heeft de Groep een historische fout opgemerkt in de berekening van de uitgestelde belastingen voor een totaal van € 11,4m, welke voornamelijk voortvloeide uit belastingvoet wijzigingen vóór AY 22/23 die niet correct toegepast waren bij het berekenen van de uitgestelde belastingen op tijdelijke verschillen met betrekking tot klantenrelaties. Bijgevolg was de beginbalans van het eigen vermogen van AY 23/24 en AY 24/25 overschat met € 11,4m, de uitgestelde belastingvorderingen overschat met € 1,4m en de uitgestelde belastingverplichtingen onderschat met € 10,0m. De fout werd gecorrigeerd door de desbetreffende rubrieken aan te passen in de voorgaande periodes. Deze fout heeft geen significante impact op de resultatenrekening van zowel AY 23/24 als AY 24/25.
Langlopende verplichtingen
De langlopende verplichtingen zijn gedaald met €-2,8m naar € 546,3m op 31 maart 2025: de langlopende rentedragende leningen stegen met € 14,3m wegens hogere opnames van de wentelkredieten, ondanks een overdracht van € 25,0m van de termijnlening naar kortlopende verplichtingen, wat werd gecompenseerd door €-13,6m lagere leaseverplichtingen.
De afname van de uitgestelde belastingschulden is voornamelijk toe te wijzen aan een hogere netting tussen de uitgestelde belastingvorderingen en -schulden in vergelijking met vorig jaar als gevolg van de wijziging in de reële waarde van de renteswaps en de correctie van bepaalde vergelijkende cijfers.
Kortlopende verplichtingen
De kortlopende verplichtingen bedragen € 1 047,9m op 31 maart 2025 wat neerkomt op een stijging van € 100,6m in vergelijking met vorig jaar. Deze stijging is te wijten aan een toename in handels- en overige schulden (€ 65,5m) als gevolg van de zeer sterke volumeontwikkeling in het Fresh-segment, dankzij organische groei van de bestaande activiteiten en bijkomende programma’s binnen de geïntegreerde klantenrelaties, alsook groei via nieuwe samenwerkingen. Bovendien stegen de kortlopende rentedragende leningen met € 28,0m door het nieuwe commercial paper-programma.
Er zijn geen wijzigingen in de waarderingsregels met een significante impact op de gerapporteerde resultaten of de financiële positie van de Groep, buiten deze opgenomen in Toelichting 2.3. Basis van consolidatie.
3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht
De netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten voor AY 24/25 bedroeg € 52,0m. De bedrijfs- en investeringsactiviteiten hebben € 131,6m bijgedragen, tegenover € 113,4m in vorig boekjaar.
Kasstroom uit operationele activiteiten
De kas- instroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg € 191,3m in AY 24/25, vergeleken met € 170,9m in AY 23/24, ofwel een stijging van € 20,5m. Deze verbetering is voornamelijk het gevolg van een daling in het werkkapitaal met € 33,9m in AY 24/25 (AY 23/24: € 6,7m) door een hogere factoring efficiëntie en hogere activiteitsgraad waardoor de handelsschulden toenemen, deels tenietgedaan door een hoger voorraadniveau (€+42,4m) en ook deels gecompenseerd door een lager operationeel resultaat.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
De investeringen waren in lijn met vorig jaar (ongeveer € 62m) en de Groep verwierf tijdens AY 24/25 Crème de la Crème Belgium voor een bedrag van € 2,5m.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De kasstroom uit financiersactiviteiten is significant gedaald van €-155,9m in AY 23/24 tot een uitstroom van €-79,1m in AY 24/25 wegens hogere opnames van wentelkredieten en het nieuwe commercial paper programma (netto impact van ongeveer € 115,0m), gecompenseerd door een aflossing van de termijnlening voor € 25,0m, € 7,2m hogere dividendbetaling en een netto kas uitstroom van € 4,8m met betrekking tot eigen aandelentransacties tijdens het jaar.
Bijgevolg steeds de netto kaspositie op jaareinde met € 52,0m tot € 127,8m op 31 maart 2025.
Dividenden
De Raad van Bestuur van Greenyard heeft besloten om aan de aandeelhouders op de Algemene Vergadering voor te stellen om geen dividend uit te keren voor het volledige boekjaar eindigend in maart 2025.
Positie van de vennootschap: risico’s
en onzekerheden
De Groep is verplicht de belangrijkste risico's en onzekerheden, die de financiële positie en resultaten hebben beïnvloed of zouden kunnen beïnvloeden, toe te lichten. Samen met de bijbehorende risicobeperkende maatregelen worden deze risico's hieronder beschreven. Niettemin geeft de lijst hieronder de risico's niet weer volgens prioriteit, noch betreft het een exhaustieve beschrijving van alle risico’s waarmee de Groep momenteel wordt geconfronteerd.
Beschikbaarheid en prijzen van verse producten en verbruiksgoederen Tekorten aan verse producten en verbruiksgoederen kunnen de resultaten van de Groep negatief beïnvloeden.
Fresh bekomt het merendeel van haar voorraad verse producten via een solide en uitgebreid netwerk van externe telers. Voor haar diverse bedrijfsmodellen wordt de inkoopprijs bepaald door de dan geldende marktprijzen of vastgelegd binnen vooraf onderhandelde prijsvorken. Algemeen gesteld worden de telers vergoed op basis van de verkoopprijzen aan de retailers met een vaste procentuele marge voor Greenyard, en sporadisch op basis van een minimum gegarandeerde prijs of op basis van een vaste prijs of afgesproken prijsvorken.
Long Fresh verkrijgt verse producten voor de verwerking van diepvriesgroenten en -fruit van ongeveer 800 landbouwers in het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, Duitsland en Polen. De bevoorrading in het Verenigd Koninkrijk wordt bewerkstelligd door lokale landbouwcoöperatieven en verscheidene tussenpartijen. Anderzijds, voor wat betreft de verwerking van conservengroenten en –fruit wordt de toevoer van verse producten bewerkstelligd door ongeveer 3 600 ha landbouwgrond in België, Duitsland en Nederland in een straal van 150 km rond de belangrijkste productiesites in België. Long Fresh hanteert doorgaans vaste jaarovereenkomsten, waarbij de prijs is vastgelegd voor het zaaiseizoen. Eventuele tekorten in de markt kunnen gecompenseerd worden door de aankoop van verse of bevroren producten op de spotmarkt. Afhankelijk van het type vers product, worden het aantal hectares grond en de verwachte opbrengst (tonnen per hectare) vastgelegd en overeengekomen.
Ondanks de nodige aandacht en daaruit volgende acties, alsook een actiever samenwerkingsbeleid ten aanzien van telers, is de Groep echter blootgesteld aan tijdelijke weersomstandigheden, terwijl klimaat- en bodemomstandigheden ook invloed kunnen hebben op beschikbaarheid, oogstomstandigheden, voorraden en prijzen van grondstoffen (zie afzonderlijk punt).
Energieprijzen
De Groep is voor haar bedrijfsvoering sterk afhankelijk van de evolutie van de energieprijzen (voornamelijk gas-, elektriciteits- en olieprijzen) vanwege de hoge energie-intensiteit van de productie-, koelings-, rijpings- en opslagprocessen. De Groep legt gewoonlijk de toekomstige prijzen van gas en elektriciteit vast om prijzen voor de komende twee tot drie jaar te garanderen.
Klantenafhankelijkheid
De Groep wordt gekenmerkt door enige klantenconcentratie, de belangrijkste drie klanten (voornamelijk retailers) vertegenwoordigen ongeveer 60% van de jaaromzet (de top 10 vertegenwoordigt bijna 80%). De Groep gelooft dat haar klanten aankoopbeslissingen nemen op basis van onder meer, prijs, productkwaliteit, vraag, beschikbaarheid, diensten met toegevoegde waarde, leveringszekerheid, innovatie, duurzaamheid van onze activiteiten en gewenste voorraadniveaus.
Hoewel de Groep gebruik maakt van geavanceerde planning met voortdurende bijsturingscycli, om de aankopen af te stemmen op de verwachte verkopen, kunnen plotse veranderingen in klantenstrategieën of aankooppatronen een nadelige invloed hebben op het bedrijfsresultaat door verschillen tussen vraag en aanbod die leiden tot verspilling of een lagere waardering van overtollige volumes.
Klanten kunnen ook hun aankopen verminderen, hun aankoopstrategie diversifiëren door andere marktspelers in te schakelen of rechtstreeks bij telers of via eigen aankooporganisaties aankopen. We benadrukken echter dat Greenyard al vele jaren zaken doet met de top tien klanten en dat de samenwerking voortdurend wordt vernieuwd met nieuwe programma's.
De Groep is van mening dat haar customer intimacy strategie, die is verankerd in het geïntegreerd klantenmodel de sleutel is om marge- en volumestabiliteit te bekomen. Op basis van meerjarige geïntegreerde klantencontracten kunnen Greenyard en haar partner-retailer de waardeketen volledig stroomlijnen, en vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. Dit leidt tot tal van voordelen zoals efficiëntieverbeteringen, gerichte investeringen, betere kwaliteit, eerlijke prijzen, minder afval en meer duurzaamheid. Aangezien dit een aanpak op maat is voor elke klant, en beide partijen zich verbinden tot integratie, zijn deze relaties typisch voor de lange termijn.
Geïntegreerd klantenrelatiemodel
De strategie van de Groep om geïntegreerde partnerschappen tot stand te brengen met de belangrijkste retailers en deze verticaal te integreren, is de laatste jaren met succes verder ontwikkeld, voornamelijk in het Fresh segment. In het Long Fresh segment heeft de Groep momenteel lange termijn relaties met klanten, maar minder in een geïntegreerd klantenrelatiemodel. In het Fresh segment heeft de Groep verschillende meerjarige contracten met retailers, waarbij zij een assortiment producten en diensten op maat levert. Door als partners nauw samen te werken en te investeren in een gezamenlijke strategie om de groente- en fruitcategorie te laten groeien, bestaat er een constructieve onderlinge afhankelijkheid tussen beide partijen. Dit maakt het de moeite waard om hier voortdurend op voort te bouwen in plaats van over te stappen op alternatieven.
Een transitie van een handelsmodel naar een model op basis van lange termijn geïntegreerde klantenrelaties is mogelijk niet bij alle klanten succesvol. Zo vereist het bijvoorbeeld dat Greenyard en de retailer samenwerken in een cultuur van vertrouwen en transparantie. Bovendien moet de retailer bereid zijn om van een op transacties gebaseerde inkoop over te stappen op categoriebeheer. De overgang naar het nieuwe model is een complex proces, aangezien het een verregaande afstemming tussen beide partners impliceert, die doorgaans tijd en inspanning vergt. De voordelen van een geïntegreerd klantenrelatiemodel nemen in de loop van de tijd (doorgaans jaren) stapsgewijs toe, wanneer beide partners steeds meer activiteiten integreren en de samenwerking intensiveren.
Klimatologische omstandigheden
De telers die producten leveren aan de Groep hebben incidenteel te kampen met gewasziektes, insectenplagen, ongunstige weersomstandigheden (zoals overvloedige neerslag, droogte, wind- en hagelstormen en orkanen), natuurrampen (zoals aardbevingen en overstromingen) en andere nadelige omgevingsfactoren. Ongunstige weersomstandigheden kunnen nog verder worden versterkt door de impact van de klimaatverandering. Deze ongunstige omgevingsfactoren, en onvoorspelbare weerpatronen in het bijzonder, kunnen leiden tot productie- en prijsvolatiliteit. In de mate van het mogelijke wordt dit risico beperkt door middel van geografische spreiding van de bevoorrading via een uitgebreid en wereldwijd netwerk van telers.
Wat de gewassen van telers betreft, handelt het Fresh segment vaak op een basis van gratis consignatie voor telers, en deelt met hen bijgevolg het risico van nadelige omgevingsfactoren op basis van de lange termijn relaties. Daarnaast financiert het Fresh segment de teelt van gewassen voor bepaalde van haar telers en leveranciers, en kan zij nadelige effecten ondervinden als zij niet wordt terugbetaald of wanneer terugbetaling wordt uitgesteld wegens ongunstige omgevingsfactoren die gevolgen hebben voor die telers en leveranciers.
Wat het Long Fresh segment betreft, werkt de Groep actief samen met haar telers om de impact van het klimaat te minimaliseren, bijvoorbeeld door irrigatie te stimuleren of drainage van het land, zaaiplannen aan te passen, enz. Daarnaast is er veel flexibiliteit ingebouwd tegen tekorten door voldoende voorraden aan te leggen en een brede mix van producten te beheren waardoor alternatieven beschikbaar zijn. Bovendien beperkt de aanwezigheid van fabrieken in verschillende landen, die nauw samenwerken, het klimaatrisico. In het slechtste geval zal de Groep bijkomende volumes tegen hogere prijzen op de spotmarkt moeten aankopen.
Samen met andere elementen, zoals bodemvermoeidheid op velden voor bepaalde gewassen, kunnen de weersomstandigheden een dwingende reden zijn voor de Groep om de afhankelijkheid van de oogst in een bepaald gebied zo veel mogelijk te verminderen. Dit risico wordt beheerd door de internationale geografische spreiding van de activiteiten en lange-termijnsamenwerking met de telers.
Seizoensgebondenheid en werkkapitaal
Seizoensgebondenheid is een materieel risico-element voor de Groep. Echter, bestaan er desbetreffend tegengestelde trends over de verschillende operationele segmenten heen. Long Fresh kent een productiepiek, met bijhorende voorraadopbouw, in de periode juli tot november, terwijl de vraag relatief stabiel is gedurende het jaar. Dit zorgt voor grote werkkapitaalschommelingen in de laatste twee kwartalen van het kalenderjaar.
Anderzijds realiseert Fresh een grotere hoeveelheid van de verkopen gedurende de eerste twee kwartalen van het kalenderjaar, terwijl het derde en vierde kwartaal van het kalenderjaar typisch gepaard gaan met ietwat lagere verkopen en minder homogene verkooppatronen dan in de eerste jaarhelft. Het negatieve werkkapitaal van Fresh wordt gedeeltelijk gecompenseerd op Groepsniveau door de positieve werkkapitaal behoeftes van Long Fresh.
Omwille van hoge seizoensgebondenheid, kunnen productievolumes een grote invloed hebben op de resultaten van de Groep tijdens het hoogseizoen en leiden tot hoge voorraden die aangehouden en gefinancierd moeten worden. Het werkkapitaal en de liquiditeit van de Groep wordt actief beheerd en nauw opgevolgd, om adequaat en tijdig te reageren op grote schommelingen zodat haar financieringsbehoeftes en –bronnen optimaal op elkaar worden afgestemd.
Geopolitieke veranderingen
In de afgelopen jaren hebben de VS, EU en VN meer sancties en embargo’s opgelegd op de handel met landen als Iran, Syrië, Soedan en anderen. Er werden soortgelijke sancties getroffen door de VS en de EU tegen de Russische Federatie, en vervolgens ook door de Russische Federatie tegen de VS en de EU. Aangezien de Groep wereldwijd activiteiten heeft, kan het dat de Groep en haar concurrenten, verdelers, leveranciers en klanten niet in staat zijn om hieraan te voldoen of lijden onder de handelssancties en embargo’s.
In februari 2022 begon de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Er zijn historisch verregaande handelssancties ingesteld. Bovendien is er grote bezorgdheid ontstaan over de afhankelijkheid van de EU van Russisch gas. Greenyard ondervindt geen directe gevolgen aangezien zij geen activiteiten heeft in deze landen en nauwelijks te maken heeft met klanten of telers in deze regio's. Er is echter natuurlijk wel een belangrijk indirect effect als gevolg van de inflatie en de beschikbaarheid van productiegoederen (zie afzonderlijke punten).
Toenemende politieke en geopolitieke spanningen in de wereld, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten of het opleggen van handelstarieven, kunnen economische onzekerheid veroorzaken, de rentetarieven en inflatie beïnvloeden en het consumentenvertrouwen schaden, wat de operaties, omzet en winst ernstig kan impacteren. Hoewel we geloven dat pure-plant voedsel belangrijk zal blijven in de consumptie, kan dit op korte termijn verstoringen veroorzaken in de resultaten van de Onderneming.
In deze context volgt de Groep de wereldwijde politieke trends nauw op en neemt te gepasten tijde de nodige maatregelen waar nodig. Gespreide geografische dekking van logistieke, handels- en teeltactiviteiten helpt dit risico deels mee in te perken.
Productaansprakelijkheid
Bij de uitvoering van haar activiteiten kan de Groep onopzettelijke gebeurtenissen ondergaan die de kwaliteit of de voedselveiligheid van zijn producten potentieel of daadwerkelijk kunnen aantasten en aanleiding kunnen geven tot corrigerende maatregelen die een invloed kunnen hebben op de resultaten van haar activiteiten.
De Groep kan geconfronteerd worden met productterugroepingen, inclusief vrijwillige terugroepingen of terugtrekkingen, en nadelige public relations als wordt beweerd dat haar producten letsels of ziektes kunnen veroorzaken, of indien wordt beweerd dat de Groep haar producten heeft voorzien van een ongepast of incorrect etiket of merknaam of op een andere wijze reguleringen heeft overtreden. Door de dalende toegestane residugehalten van gewasbeschermingsmiddelen kan het aantal terugroepacties toenemen. De Groep kan ook producten waarvan ze vindt dat deze beneden haar kwaliteitsnormen zijn vrijwillig terugroepen of terugtrekken, om haar (merk)reputatie te beschermen. Bezorgdheden van de consumenten of klanten (al dan niet gerechtvaardigd) betreffende de veiligheid van de producten van de Groep kunnen een negatieve invloed hebben op haar bedrijfsactiviteiten. Een productterugroeping of -intrekking kan leiden tot ingrijpende en onverwachte uitgaven, de vernietiging van producten in voorraad en omzetverlies doordat het product voor een bepaalde periode niet beschikbaar is. Als gevolg daarvan kan de Groep ook te maken krijgen met negatieve publieke blootstelling en productaansprakelijkheidsclaims.
De Groep hanteert erkende voedselveiligheidsnormen en haar activiteiten zijn GFSI-gecertifieerd (Global Food Safety Initiative). Het management van de Groep, van de divisies, alsook het lokaal management volgen actief de kwaliteit en de naleving van deze normen op. Bovendien werden langdurige samenwerkingsverbanden met belangrijke telers en leveranciers aangegaan, dewelke zich ertoe verbinden om aan diezelfde standaarden en normen van de Groep te voldoen.
Veranderingen in wet- en regelgeving
De activiteiten van de Groep worden aan uitgebreide regelgevingen onderworpen in de landen waar ze actief is, zo onder meer op het gebied van deugdelijk bestuur, arbeids-, belasting-, concurrentie-, milieu-, gezondheids- en veiligheidsregelgevingen. Niet-naleving van de bestaande wet- en regelgeving kan leiden tot schade, boetes en strafrechtelijke sancties voor de Groep. Exploitatievergunningen kunnen opgeheven worden en de reputatie kan geschaad worden. Naleving van toekomstige, wezenlijke wijzigingen van reglementering betreffende voedselveiligheid, en een toename in overheidsreglementering (zoals voorgestelde vereisten die een verhoogde voedselveiligheid tot doel hebben, gezondheidsreglementering opleggen, of het nodig maken geïmporteerde ingrediënten te reglementeren) kunnen resulteren in belangrijke verhogingen van de operationele kosten, en kunnen onderbrekingen veroorzaken van de activiteiten van de Groep om dergelijke gewijzigde regelgeving te implementeren, met een mogelijk ongunstig financieel effect tot gevolg.
Er is een brede waaier aan voorgestelde en afgekondigde nationale en internationale regelgevingen gericht op het beperken van de nadelige gevolgen van klimaatverandering. Dergelijke regelgeving kan van toepassing zijn in landen waar de Groep belangen heeft of in de toekomst kan hebben. Op reguliere basis volgt de Group nauwgezet eventuele belangrijke wijzigingen op, en begroot het in functie daarvan eveneens haar toekomstige kapitaal- en operationele uitgaven, ter naleving van milieu-, gezondheids- en veiligheidsregelgevingen.
Aantrekking en behoud van talent
Ons toekomstig succes is afhankelijk van ons vermogen om gekwalificeerd personeel aan te trekken, te behouden en te motiveren. Niet in staat zijn om dit te doen zou het vermogen van de Groep om haar strategische ambities te vervullen in gevaar brengen. Om onze aanwervingspool te verbeteren hebben we een wereldwijd werkgeversimago gecreëerd, ter ondersteuning van onze rekruteringsactiviteiten en communicatie met potentiële kandidaten. Verder beperken een mensgerichte cultuur, aantrekkelijke ontwikkelings- en trainingsprogramma's, adequate belonings- en stimuleringsregelingen en een veilige en gezonde werkomgeving dit risico ook.
Mensenrechten en anticorruptie
Risico’s voortkomend uit ongepast gedrag van werknemers en businesspartners, die een schending van de fundamentele mensenrechten inhouden, kunnen een negatieve invloed hebben op onze reputatie en op onze zakelijke vooruitzichten, bedrijfsresultaten en financiële toestand. We zouden aansprakelijk kunnen worden gehouden op grond van wet- en regelgeving over mensenrechten, corruptie, milieu, gezondheid en veiligheid, dan wel boetes, strafmaatregelen of andere sancties opgelegd kunnen krijgen. Daarom gelden door de hele Groep heen, op alle niveaus, hoge ethische normen en een nul toleratie-beleid ten aanzien van corruptie, omkoping en elk gedrag dat op ongepaste of onredelijke wijze de arbeidsprestaties belemmert, de waardigheid van een persoon aantast of een intimiderende, vijandige, uitsluitende of anderszins aanstootgevende werkomgeving creëert. Dit omvat discriminatie, intimidatie, pesterijen of uitsluiting op grond van ras, huidskleur, godsdienst, geslacht, leeftijd, nationale afkomst, seksuele geaardheid, burgerlijke staat of handicap.
Valutarisico
De Groep is internationaal actief en wordt blootgesteld aan verschillende valutarisico’s. De Poolse Zloty, US-dollar en Britse pond zijn naast de euro de belangrijkste valuta. Van relatief minder belang is de Tsjechische kroon. Het management van de Groep heeft duidelijke richtlijnen opgesteld ten aanzien van de dochterondernemingen betreffende het lokale beheer van vreemde valutarisico’s. Volgens deze richtlijnen worden de dochterondernemingen verplicht om zich in te dekken tegen vreemde valutaschommelingen via Corporate Treasury. De indekking tegen toekomstige valutaschommelingen gebeurt door middel van valutatermijncontracten. Hoewel de Groep natuurlijke en transactionele hedging aangaat, kan geen garantie worden gegeven dat de Groep in staat is om zich, vooral op lange termijn, tegen dergelijke valutarisico’s succesvol in te dekken. voor bijkomende informatie wordt verwezen naar Toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer
Rentevoetrisico
De financieringsposities van de Groep zijn bijna volledig blootgesteld aan variabele rentevoeten. De Groep is blootgesteld aan variabele rentevoeten op haar wentelkrediet, (reverse) factoringprogramma’s en termijnleningen.
De Groep heeft renteswaps afgesloten voor een belangrijk deel van haar verplichtingen met variabele rente. Hiernaar wordt verwezen in Toelichtingen 6.16. Rentedragende leningen en 6.18. Beleid inzake risicobeheer
Kredietrisico
De Groep is blootgesteld aan de risico’s dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen ten opzichte van de Groep niet kunnen nakomen. De kredietrisico’s komen voort uit haar operationele activiteiten (voornamelijk handelsvorderingen) en door haar financieringsactiviteiten, waaronder deposito's bij banken en financiële instellingen, valutatransacties en andere financiële instrumenten.
De klanten van de Groep hebben een verschillende graad van kredietwaardigheid en stellen de Groep bloot aan het risico van niet-betaling of andere tekortkomingen uit hoofde van haar contracten en andere regelingen met hen. Om zich te beschermen tegen wanbetalingen of faillissementen van haar klanten doet de Groep beroep op internationale kredietverzekeraars en wordt er intern gebruik gemaakt van kredietlimieten op klantniveau. Kredietverzekering is verplicht voor alle handelsvorderingen die aan de factoringmaatschappij worden verkocht. Bepaalde entiteiten genieten ook van kredietverzekering, hoewel hun vorderingen niet worden gefactored. Indien de kredietlijnen niet toereikend zouden zijn, kunnen interne limieten toegewezen worden.
De Groep maakt ook vooruitbetalingen aan belangrijke leveranciers, in het algemeen om overzeese producten veilig te stellen in de belangrijkste categorieën, op basis van een zorgvuldige analyse. De gemaakte vooruitbetalingen zijn over het algemeen rentedragend en worden geïnd door aftrek van betalingen voor de door de tegenpartij geleverde producten. verdere verwijzing wordt gemaakt naar Toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer.
Schuld, liquiditeitsrisico en naleving van convenanten
De Groep wordt gefinancierd door gesyndiceerde termijn- en wentelkredietfaciliteiten die beschikbaar zijn tot september 2027. Daarenboven is er een lease en lease back lening met een leasetermijn van 20 jaar ter beschikking. Bijgevolg heeft Greenyard zich verzekerd van voldoende financiële middelen om a) het werkkapitaal en de investeringsbehoeften van het bedrijf te financieren, b) jaarlijkse termijnbetalingen uit te voeren in maart. De omvang van de kredietfaciliteiten is afgestemd op het businessplan en de liquiditeitsprognoses van de Groep, waarbij rekening is gehouden met voldoende marge. Bovendien zijn de financiële convenanten, zijnde de schuldgraad en de dekking op interest, hierop afgestemd.
Een voortdurende toename van de kasstroomgeneratie en liquiditeit wordt verwacht op basis van verdere omzetgroei en verbetering van de rentabiliteitsmarges, hetgeen steunt op een 5-jaren businessplan tot AY 29/30. Er zijn aanzienlijke investeringen in het plan opgenomen om deze groei te ondersteunen en de positie van de Groep verder te versterken.
Voorts is de liquiditeit ook afhankelijk van de werkkapitaalvoorwaarden met leveranciers en klanten. Aan klantenzijde vertrouwt de Groep op factoring van uitgaande facturen en gedeeltelijk op reverse factoring. Aan leverancierszijde zijn kredietlimieten die door kredietverzekeraars worden toegekend belangrijk. Het management verwacht dat het werkkapitaal, de factoring en de kredietlimieten normaal zullen groeien in lijn met de activiteiten.
ICT systemen en cyberveiligheid
In onze business is het van het allergrootste belang om zeer hoge serviceniveaus te halen teneinde een constante hoge kwaliteit en beschikbaarheid van onze producten voor onze klanten te verzekeren. Om grote aantallen verschillende transacties uit te voeren en naadloos op te volgen, vertrouwen wij op informatiesystemen en -technologie, zowel op locatie als in de cloud. Beschikbaarheid van deze systemen is essentieel voor het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. Greenyard streeft er dan ook voortdurend naar om aan hoge normen te voldoen en zich aan te passen aan nieuwe evoluties met betrekking tot toepassingen, hardware-platformen en cyberbeveiliging. Wat de toepassingen betreft, zijn wij momenteel onze ERP-systemen in verschillende entiteiten aan het upgraden om de efficiëntie te verbeteren, te vereenvoudigen en te harmoniseren. Het invoeren van een nieuwe toepassing kan in een overgangsfase evenwel leiden tot operationele inefficiënties en het risico van tekortkomingen in de interne controle. Cyberbeveiliging is een belangrijk aandachtspunt dat in onze beheersprocessen is verankerd en permanent wordt geëvalueerd, bewaakt en verbeterd. Wat hardware betreft, zorgen wij onder meer voor regelmatige upgrades, vervangingen, redundantie en back-ups en daarnaast screenen wij actief onze leveranciers en systemen.
Inflatie van productiekosten en verkoopprijzen
Greenyard wordt vooral getroffen door stijgingen in de prijzen van energie, arbeid, verpakking en transport. Ook, hoewel later, stijgen de prijzen van producten en levensmiddelenadditieven na een periode van verhoogde inflatie. Hoewel de Groep blijft zoeken naar efficiëntieverbeteringen, heeft zij geen andere keuze dan tegelijkertijd de verkoopprijzen aan te passen om het bedrijf en de hele voedselwaardeketen gezond te houden.
Aangezien Greenyard voornamelijk werkt met geïntegreerde lange-termijnrelaties met klanten en telers, is de Groep beter bestand tegen inflatie dan andere marktspelers die meer op basis van spotcontracten zouden opereren. Aan de verkoopzijde profiteren wij bijvoorbeeld van cost plus- of target margin modellen, aan de inkoopzijde is de inflatiebestendigheid te danken aan overeenkomsten met vaste marges in plaats van vaste prijzen.
Tijdens AY 24/25 en AY 23/24 kon Greenyard de stijging van de inputkosten volledig aan de klanten doorrekenen.
Greenyard verwacht dat de klanten en de consumentenprijzen zich verder zullen aanpassen aan de inputkostprijzen en dat deze prijzen wel geleidelijk zullen stabiliseren. Dankzij de geïntegreerde klantenrelaties is Greenyard goed gepositioneerd om beter de prijsevoluties te anticiperen en zich hierop af te stemmen, en extra waarde te creëren samen met de retailers om druk op de marge te beperken.
Beschikbaarheid van productiegoederen en verstoringen van de toeleveringsketen
Om het potentiële gebrek aan beschikbaarheid van transport, verpakking en arbeid als gevolg van wereldwijde onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod tegen te gaan, optimaliseert de Groep voortdurend haar processen en werkwijzen om flexibeler te worden en minder kwetsbaar voor verstoringen van de aanvoerketen. De Groep heeft er ook voor gezorgd dat er voor alle aankoop categorieën toegang is tot verschillende alternatieven. De afgelopen jaren is dit risico met succes beheerst, zodat de beschikbaarheid van producten en diensten bij onze klanten is gewaarborgd en Greenyard erkend blijft worden als een betrouwbare, stabiele partner.
De lagere beschikbaarheid en hogere prijzen van transport, energie en verpakkingen stimuleren de Groep en haar klanten ook om efficiënter te worden en minder middelen te verbruiken. Bijvoorbeeld door betere belading van vrachtwagens, door energiezuinigere installaties of door minder gebruik van verpakkingen.
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Voor een beschrijving van de belangrijke gebeurtenissen na balansdatum verwijzen we naar de Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening, meer bepaald Toelichting 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Governance principes
Greenyard (of de Onderneming) past de Belgische Corporate Governance Code toe die op 1 januari 2020 in werking trad (Code 2020) en gebruikt deze als referentiecode in overeenstemming met artikel 3:6, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV ) en het Koninklijk Besluit van 12 mei 2019 houdende aanduiding van de na te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen. Het WVV is volledig van toepassing op Greenyard sinds 17 oktober 2019, de datum waarop Greenyard’s statuten, gewijzigd in overeenstemming met het WVV, werden bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De voornaamste aspecten van het governance beleid van Greenyard, waaronder haar governance structuur en het intern reglement van de Raad van Bestuur (met inbegrip van de rol van de Uitvoerend Bestuurder in de Raad van Bestuur), zijn permanente adviserende comités, het Uitvoerend Management en het Leadership Team, worden uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Greenyard (CG Charter ). Het CG Charter geeft uitgebreide informatie over de bestuursregels die van toepassing zijn binnen de Onderneming, met inbegrip van het remuneratiebeleid en de toepasselijke regels ter voorkoming van belangenconflicten, alsook interne reglementen zoals het verhandelingsreglement en de Gedragscode (zie hoofdstuk 6., hieronder).
De Raad van Bestuur herziet het CG Charter regelmatig en brengt waar nodig wijzigingen aan. Indien door wijzigingen in of hervormingen van de toepasselijke wetgeving, de Code 2020 of de governance structuur van Greenyard een wijziging van het CG Charter vereist is, zal de Company Secretary dergelijke wijzigingen aan de Raad van Bestuur voorstellen. De Raad van Bestuur zal hierover beslissen, eventueel na advies te hebben ingewonnen bij het relevante permanente adviserende comité van de Raad van Bestuur. Het CG Charter, oorspronkelijk aangenomen op 2 juli 2015 en vervolgens gewijzigd op 26 maart 2020 en 16 februari 2023, werd voor het laatst bijgewerkt, en gewijzigd door de Raad van Bestuur op 17 juni 2024. De belangrijkste wijzigingen in het bijgewerkte en herziene CG Charter worden toegelicht in de relevante Hoofdstukken van deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
De meest recente versie van het CG Charter kan worden geraadpleegd op de website van de Onderneming (www. greenyard.group), alsook de interne reglementen en het remuneratiebeleid waarnaar hierboven verwezen wordt.
Corporate Governance Code van 2020 (Code 2020)
Tenzij uitdrukkelijk anders gesteld en gemotiveerd in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur, voldoet de Onderneming aan de bepalingen van de Code 2020. De Code 2020 past het ‘comply or explain ’-principe toe, wat betekent dat eventuele afwijkingen van de aanbevelingen moeten worden verantwoord.
Op de datum van dit Jaarverslag voldoet Greenyard volledig aan de bepalingen van de Code 2020, met uitzondering van een beperkt aantal afwijkingen met betrekking tot de remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders en uitvoerende managementleden zoals respectievelijk uiteengezet in de bepalingen 7.6 en 7.9 van de Code 2020. Tijdens AY 24/25 is de Onderneming ook afgeweken van bepaling 3.11 betreffende niet-uitvoerende bestuurders die ten minste eenmaal per jaar bijeenkomen in afwezigheid van uitvoerende managementleden en de Uitvoerend Bestuurder. De afwijkingen worden aangegeven en nader toegelicht in de relevante Hoofdstukken van deze Verklaring.
De Code 2020 is online beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be.
Monistische bestuursstructuur
Greenyard heeft gekozen voor een monistische bestuursstructuur (one-tier governance structure), als bedoeld in artikelen 7:85 en volgende van het WVV. Ten minste eenmaal om de vijf jaar zal de Raad van Bestuur evalueren of de gekozen bestuursstructuur nog steeds geschikt is. De keuze voor de huidige bestuursstructuur is opnieuw bevestigd door de Raad van Bestuur in het kader van de zelfevaluatie die plaatsvond in AY 22/23.
Als collegiaal bestuursorgaan heeft de Raad van Bestuur de volledige bevoegdheid om alle noodzakelijke of nuttige handelingen te verrichten en uit te voeren tot verwezenlijking van het voorwerp van Greenyard, met uitzondering van de handelingen die door de wet of de statuten van de Onderneming zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Tijdens AY 24/25 werd de dagelijkse operationele leiding van Greenyard uitgeoefend door de Chief Executive Officer (CEO), aan wie de Raad van Bestuur de dagelijkse operationele leiding delegeerde met ingang van die datum (zie Hoofdstuk 4.2., hieronder). De CEO vormt samen met de Chief Financial Officer (CFO) het Uitvoerend Management van de Onderneming. Daarnaast behoudt de Raad van Bestuur het recht om specifieke uitvoerende bevoegdheden te delegeren aan andere personen, en in het bijzonder aan de Uitvoerend Bestuurder in de Raad van Bestuur (zie Hoofdstuk 1.4., hieronder).
De Raad van Bestuur heeft ook twee permanente adviserende comités opgericht: het Auditcomité en het Benoemingsen Remuneratiecomité. Deze comités adviseren de Raad van Bestuur over besluitvorming, zien toe op de correcte afhandeling van bepaalde aangelegenheden en brengen, indien nodig, specifieke onderwerpen of kwesties onder de aandacht van de Raad van Bestuur (zie Hoofdstuk 2., hieronder).
1. Raad van Bestuur
1.1. Samenstelling van de Raad van Bestuur
Principes
Overeenkomstig de statuten van de Onderneming bestaat de Raad van Bestuur uit minimum drie bestuurders. Het CG Charter bepaalt dat ten minste de helft van de bestuurders niet-uitvoerend moeten zijn. Een minimum van drie bestuurders moeten kwalificeren als een onafhankelijke bestuurder in de zin van artikel 7:87 WVV, waarbij ze ten minste voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria bepaald in bepaling 3.5 van de Code 2020, overeenkomstig artikel 7:86/1 W vv. Bovendien vergewist de raad van Bestuur zich ervan dat ten minste een derde van de bestuurders van een ander geslacht is dan de overige bestuurders, overeenkomstig artikel 7:86 W vv.
De samenstelling van de Raad van Bestuur is gericht op een goed evenwicht tussen ervaring, achtergronden, kennis en competenties, alsmede op voldoende deskundigheid met betrekking tot de activiteiten van Greenyard, die de Raad van Bestuur toelaat om zijn rol doeltreffend te vervullen.
Bovendien moeten de volgende principes ook worden toegepast:
• Naleving van vereisten inzake diversiteit en voldoende deskundigheid op de activiteitsdomeinen van Greenyard.
• Naleving van de wettelijke vereisten inzake genderdiversiteit en onafhankelijkheid zoals bepaald in respectievelijk artikel 7:86 W vv en artikel 7:86/1 W vv
• Overeenstemming met de specifieke kwalitatieve vereisten voor individuele leden die zijn uiteengezet in het CG Charter. Deze omvatten:
– het hebben van een onafhankelijk en constructief oordeel,
– het beschikken over toereikende academische en/of praktische vaardigheden om kwaliteitsvolle beslissingen te nemen,
– het tonen van betrokkenheid bij de strategische doelstellingen van Greenyard, met inbegrip van haar doelstellingen op het gebied van milieu, sociaal en governance (ESG),
– het beschikken over voldoende strategisch inzicht in financiële, sociale, ecologische en economische trends,
– het hanteren van hoge ethische normen,
– het discreet behandelen van vertrouwelijke informatie, en
– het hebben van een onberispelijke reputatie, waaronder het zich niet in een professionele verbodssituatie bevinden zoals beschreven in artikel 20 van de Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (de Bankwet).
• Beperking van het aantal bestuursmandaten in beursgenoteerde ondernemingen tot niet meer dan vijf.
Procedure voor de (Her-)Benoeming van Bestuurders
Naast de beoordeling van de geschiktheid van een kandidaat voor (her)benoeming als (niet-onafhankelijke of onafhankelijke) bestuurder op basis van een vooraf gedefinieerde minimumreeks van kwalitatieve criteria gespecificeerd in het CG Charter (hieronder uiteengezet), moeten de volgende bijkomende beoordelingen worden uitgevoerd door de Raad van Bestuur bij het voordragen van een kandidaat-bestuurder voor (her)benoeming:
• Een beoordeling om de effectieve onafhankelijkheid te bevestigen in geval van kandidatuur voor een onafhankelijk bestuursmandaat, met als doel enige twijfels weg te nemen over de onafhankelijkheid van de kandidaat. Deze beoordeling houdt ten minste rekening met de onafhankelijkheidscriteria van bepaling 3.5 van de Code 2020, overeenkomstig artikel 7:86/1 W vv en artikel 7:87 W vv.
• Een beoordeling om te bevestigen dat de kandidaat niet onderhevig is aan één van de professionele verbodssituaties zoals uiteengezet in artikel 20 van de Bankwet.
Bovendien, zoals hierboven vermeld, zal het Benoemings- en Remuneratiecomité een afzonderlijke evaluatie uitvoeren van bestuurders die kandidaat zijn voor herbenoeming op basis van de volgende kwalitatieve criteria die zijn gespecificeerd in het CG Charter:
• De mate van inzet, engagement en constructieve deelname van de bestuurder aan de besprekingen en besluitvorming binnen de Raad van Bestuur.
• Het aanwezigheidspercentage van de betrokken bestuurder bij de vergaderingen van de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités, voor zover van toepassing.
• De strategische inzichten en de toegevoegde waarde van de bestuurder in de verwezenlijking van het strategisch beleid van de Onderneming gericht op duurzame waardecreatie op lange termijn.
• De individuele bijdrage van de bestuurder op het vlak van vaardigheden, kennis en ervaring die nodig zijn in de Raad van Bestuur, rekening houdend met enerzijds, de activiteitsdomeinen waarin Greenyard actief is en haar strategisch beleid en, anderzijds, de actuele noden van de Onderneming in een brede macro-economische context.
• Voor bestuursmandaten die een aandeelhouder van de Onderneming vertegenwoordigen, de relevantie van de vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van de betrokken aandeelhouder(s) rekening houdend met de huidige aandeelhoudersstructuur.
• In geval van een onafhankelijke bestuurder, de bevestiging dat de betrokken bestuurder ten minste aan de onafhankelijkheidscriteria zoals uiteengezet in bepaling 3.5 van de Code 2020, blijft voldoen voor de duur van het nieuwe mandaat, zonder aanwijzingen van verminderde onafhankelijkheid.
Leden van de Raad van Bestuur per 31 maart 2025
Per 31 maart 2025 bestond de Raad van Bestuur uit negen leden:
• Met uitzondering van Uitvoerend Bestuurder dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV) zetelen alle bestuurders als niet-uitvoerende bestuurders.
• Er zijn vier onafhankelijke bestuurders, zoals gedefinieerd in artikel 7:87 WVV, die ten minste voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria uiteengezet in bepaling 3.5 van de Code 2020, waarbij hun respectieve vaste vertegenwoordigers ook aan deze criteria voldoen, overeenkomstig artikel 7:86/1 W vv
• Een derde van de bestuurders is van een ander geslacht dan de andere bestuurders overeenkomstig artikel 7:86, §1 WVV.
Bovendien voldoet de Raad van Bestuur aan de diversiteitsvereisten inzake opleiding, beroepservaring, kennis en expertise (zie hieronder).
Wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Bestuur tijdens AY 24/25
Tijdens AY 24/25 werd het mandaat van één bestuurder, Aalt Dijkhuizen B.V. (vast vertegenwoordigd door dhr. Aalt Dijkhuizen) als onafhankelijk bestuurder, van wie het mandaat als lid van de Raad van Bestuur van de Onderneming zou aflopen, door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024 hernieuwd voor een volgende periode van vier jaar tot de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2028 met betrekking tot AY 27/28. Tegelijk met de hernieuwing van zijn bestuursmandaat, werd zijn voorzitterschap van het Benoemingsen Remuneratiecomité ook hernieuwd door de Raad van Bestuur voor de duur van zijn bestuursmandaat (zie Hoofdstuk 2., hieronder).
Daarnaast,
• lopen de mandaten van twee andere bestuurders, die op 16 september 2022 werden (her)benoemd, door tot de Gewone Algemene vergadering van Aandeelhouders in 2026 met betrekking tot AY 25/26:
– Ahok BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Koen Hoffman), als onafhankelijk bestuurder.
– Alro BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Gert Bervoets), als onafhankelijk bestuurder.
• Lopen de mandaten van zes andere bestuurders, die op 15 september 2023 werden herbenoemd, door tot de Gewone Algemene vergadering van Aandeelhouders in 2027 met betrekking tot AY 26/27:
– Deprez Invest NV (vast vertegenwoordigd door dhr. Hein Deprez), als Uitvoerend Bestuurder.
– Alychlo NV (vast vertegenwoordigd door mevr. Els Degroote), als niet-uitvoerend bestuurder.
– Bonem Beheer BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Marc Ooms), als niet-uitvoerend bestuurder.
– Galuciel BV (vast vertegenwoordigd door mevr. Valentine Deprez), als niet-uitvoerend bestuurder.
– Gescon BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Dirk Van Vlaenderen), als onafhankelijk bestuurder.
– Management Deprez BV (vast vertegenwoordigd door mevr. Veerle Deprez), als niet-uitvoerend bestuurder.
verder wordt opgemerkt dat geen enkel bestuursmandaat zal aflopen tijdens AY 25/26. indien echter, naar aanleiding van de aankondiging door de familie Deprez, gesteund door Solum Partners LP (Solum), van hun voornemen om via Garden S.à r.l., een nieuw opgerichte holdingmaatschappij (Garden), een vrijwillig en voorwaardelijk overnamebod in contanten uit te brengen op alle aandelen in Greenyard die nog niet in handen zijn van Garden of personen die met haar verbonden zijn (het Voorgenomen Bod ), het Voorgenomen Bod wordt uitgebracht en met succes wordt afgerond, kunnen wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Bestuur worden verwacht.
Samenstelling van de Raad van Bestuur per 31 maart 2025
(1) De verwijzing naar GAv is de afkorting voor Gewone Algemene vergadering van Aandeelhouders, met een verwijzing naar het jaar waarin de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt gehouden.
(2) Tussen 1 februari 2018 en 31 december 2023 was dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV) bevoegd en verantwoordelijk voor de dagelijkse operationele leiding van Greenyard als (co-)CEO en Gedelegeerd Uitvoerend Bestuurder. vanaf 1 januari 2024 blijft dhr. h ein Deprez zich verder toeleggen op zijn rol als Uitvoerend Bestuurder in de Raad van Bestuur, gedelegeerd door de Raad van Bestuur met uitvoerende verantwoordelijkheden (exclusief dagelijks bestuur) (zie hieronder).
(3) voorzitter van de r aad van Bestuur.
(4) Onafhankelijk bestuurder in de zin van artikel 7:87 W vv
(5) Aantal jaren tot 31 maart 2025, afgerond naar het dichtste gehele getal.
Biografieën
De volgende paragrafen bevatten de biografische gegevens van de leden van de Raad van Bestuur per 31 maart 2025, met inbegrip van gegevens over bestuursmandaten gehouden in andere (beursgenoteerde) ondernemingen:
Hein Deprez | Uitvoerend Bestuurder (°1961)
Vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV
Dhr. Hein Deprez is een ondernemer en de oprichter van Greenyard, dat vandaag is uitgegroeid tot een toonaangevend wereldwijd fruit- en groentebedrijf. Zijn eerste stappen in de industrie dateren van 1983 met de oprichting van een kleine champignonkwekerij. In 1987 richtte hij Univeg op, dat uiteindelijk uitgroeide tot het huidige Greenyard Fresh segment. Nieuwe opportuniteiten herkennend, stapte hij in wat nu bekend staat als het Long Fresh segment, door zijn participatie in het beursgenoteerde Pinguin in 2007, gespecialiseerd in diepgevroren fruit en groente. Pinguin nam in 2011 ScanaNoliko over, actief in fruit- en groenteconserven, wat later werd omgevormd tot de toenmalige Greenyard Foods groep, waarvan de benaming nadien werd gewijzigd in
Greenyard. Voorheen bekleedde dhr. Deprez de functie van (co-)Chief Executive Officer tot 31 december 2023, maar momenteel richt hij zich op zijn rol als Uitvoerend Bestuurder in de Raad van Bestuur. In deze rol, en als Oprichter, blijft hij de langetermijnvisie en strategische richting van Greenyard overzien, vormgeven en aansturen. Daarnaast is hij lid van de raad van bestuur van verschillende bedrijven, zowel in België als internationaal, die deel uitmaken van de Groep en De Weide Blik groep.
Dhr. Aalt Dijkhuizen is Doctor in Animal Health Economics en behaalde een master in Agricultural Economics. Hij is een voormalig Managing Director van de Agri NoordEuropese Business Groep van Nutreco en van 2002 tot 2014 was hij Voorzitter en CEO van Wageningen University & Research. Van 2014 tot 2020 was hij Voorzitter van Topsector Agri & Food in Nederland. Hij is momenteel lid van de raad van toezicht van Royal De Heus, Hendrix Genetics en Ploeger Oxbo Group (Voorzitter) en mededirecteur van het Holland Center in China. Hij is ook Voorzitter geweest van het Food & Beverage Innovation Forum in Shanghai en trad op als high-level deskundige voor de Europese Commissie in Brussel. Dhr. Dijkhuizen werd verkozen tot Ereburger van de provincie Fujian in 2008, en Commandeur van de Orde van Oranje-Nassau in Nederland in 2014. Dhr. Dijkhuizen houdt op 31 maart 2025 geen bestuursmandaten in andere beursgenoteerde ondernemingen.
Dirk Van Vlaenderen | onafhankelijk bestuurder (°1959)
Vaste vertegenwoordiger van Gescon BV Dhr. Dirk Van Vlaenderen heeft een master in Toegepaste Economie. Hij was vennoot van Arthur Andersen LLP sinds 1993 en lid van het auditmanagementcomité en managing Partner bij Deloitte in de periode van 2002 tot 2016. in zijn loopbaan als commissaris heeft hij met een breed scala aan nationale en internationale vennootschappen samengewerkt. Hij was ook docent aan de Universiteiten van Brussel en Leuven in IFRS Basics en Reporting in an International Context. Hij is bestuurder in andere vennootschappen, waaronder bij twee beursgenoteerde ondernemingen Accentis SA en IEP Invest NV.
Els Degroote | niet-uitvoerend bestuurder (°1976)
Vaste vertegenwoordiger van Alychlo NV
Mevr. Els Degroote heeft een master Handelsingenieur en behaalde een MBA Financial Management en een MBA High Potential Banking & Insurance aan de v lerick Business s chool. Tussen 2000 en 2016 werkte ze bij KBC s ecurities, waar ze tot 2012 Executive Director Corporate Finance was, in welke functie ze een transactieteam leidde bij verschillende en grote transacties. In 2012 werd ze Head of Corporate finance van KBC securities. in de periode 2016 tot maart 2022 was ze M&A Partner in Strategy & Transactions, en Brussels Regional Managing Partner bij EY. Ze was verantwoordelijk voor M&A in de Belgische markt met focus op (internationale) private equity bedrijven en grotere ondernemingen. In deze functie adviseerde zij ook Greenyard bij verschillende projecten. Vanaf april 2022 is mevr. Degroote benoemd tot Investment Principal bij Alychlo NV, een investeringsmaatschappij opgericht en in eigendom van dhr. Marc Coucke, met investeringen in meerdere beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen. Zowel Alychlo NV als haar vaste vertegenwoordiger mevr. Els Degroote zijn lid van de raad van bestuur van verschillende niet-beursgenoteerde ondernemingen.
Gert Bervoets | onafhankelijk bestuurder (°1970)
Vaste vertegenwoordiger van Alro BV
Dhr. Gert Bervoets behaalde een master Handelsingenieur. Tussen 1994 en 2002 werkte hij bij Nestlé als Group Product Manager. In 2002 begon hij bij H. Essers als General Manager Warehousing. H. Essers is een Belgische logistieke organisatie die geïntegreerde oplossingen biedt voor duurzaam transport en logistiek in heel Europa, en optreedt als supply chain partner op lange termijn voor klanten in diverse sectoren. Hij is CEO van H. Essers sinds maart 2013. Dhr. Bervoets houdt op 31 maart 2025 geen bestuursmandaten in andere beursgenoteerde ondernemingen.
Koen Hoffman | onafhankelijk bestuurder & Voorzitter van de Raad van Bestuur (°1968)
Vaste vertegenwoordiger van Ahok BV
Dhr. Koen Hoffman heeft een masterdiploma in Toegepaste Economie en een MBA van de vlerick Business school. in de periode van 1992 tot juli 2016 was hij werkzaam voor de KBC Groep waar hij zijn carrière op de corporate finance afdeling begon en in oktober 2012 CEO van KBC securities werd. sinds augustus 2016 is hij CEO van de vermogensbeheerder Value Square. Dhr. Koen Hoffman is eveneens onafhankelijk bestuurder bij twee beursgenoteerde ondernemingen Fagron (Voorzitter) en MdxHealth (Voorzitter).
Marc Ooms | niet-uitvoerend bestuurder (°1951)
Vaste vertegenwoordiger van Bonem Beheer BV
Dhr. Marc Ooms was General Partner van de Petercam Groep, een investeringsbank in de Benelux, alsook Voorzitter van Petercam Bank Nederland tot 2011. Momenteel is hij private equity investeerder en bestuurslid van diverse vennootschappen, waaronder Sea-Invest Corporation, Baltisse, BMT, en de beursgenoteerde onderneming Universal Partners.
Mevr. Valentine Deprez behaalde een master of Arts in Kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven, ging naar de Vlerick Business School en behaalde een postgraduaat in Hospitality van het Glion Institute of Higher Education in Zwitserland. Als lid van de stichtende familie was mevr. Deprez al vanaf zeer jonge leeftijd betrokken bij het bedrijf. Naast haar mandaat als bestuurder is zij actief als executive coach. Mevr. Deprez houdt op 31 maart 2025 geen bestuursmandaten in andere beursgenoteerde ondernemingen.
Mevr. Veerle Deprez begon haar carrière bij Alcatel Bell in 1980. In 1987 legde ze met haar broer, dhr. Hein Deprez, de fundamenten voor Univeg, dat nadien uitgroeide tot het Greenyard Fresh segment. Mevr. Deprez is eveneens bestuurder bij de beursgenoteerde onderneming Tessenderlo Group, evenals bij verschillende vennootschappen behorende tot de Groep en De Weide Blik groep.
Diversiteit in de Raad van Bestuur
De onderstaande diagrammen geven een uitgebreide visuele voorstelling van de samenstelling van de Raad van Bestuur en illustreren de diversiteit inzake leeftijd, geslacht, nationaliteit en relevante competenties en expertise. Elk diagram toont het aantal bestuurders binnen hun respectieve categorie op het totaal van negen bestuurders in de Raad van Bestuur.
Greenyard wil de diversiteit in de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités (d.w.z. het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité) bevorderen door te streven naar een evenwichtige mix van uitvoerende, niet-uitvoerende en onafhankelijke bestuurders. Daarom is een uitgebreide procedure voor de (her)benoeming van bestuurders opgesteld om ervoor te zorgen dat de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités zijn samengesteld uit personen met een gevarieerd geheel van vaardigheden, kennis, ervaring en educatieve en professionele achtergronden, waarbij tevens wordt voldaan aan de vereisten inzake genderdiversiteit en onafhankelijkheid zoals bepaald in respectievelijk artikel 7:86 W vv en artikel 7:86/1 W vv. Dit alles bovenop de professionele integriteit die vereist is voor de uitoefening van hun rol en verantwoordelijkheden als bestuurder en lid van een comité, voor zover van toepassing.
Het CG Charter beschrijft de specifieke stappen van de (her)benoemingsprocedure. Een essentieel onderdeel van deze procedure is de evaluatie door het Benoemings- en Remuneratiecomité van de bestaande vaardigheden, kennis en ervaring die relevant of vereist worden geacht binnen de Raad van Bestuur, rekening houdend met de business en activiteitsdomeinen van Greenyard. Deze evaluatie wordt onder meer uitgevoerd op basis van een competentiematrix die door het Benoemings- en Remuneratiecomité wordt voorgesteld, in voorkomend geval in overleg met de Voorzitter van de Raad van Bestuur, en waaruit de competenties, kennisgebieden en soorten expertise blijken die voldoende aanwezig zijn in de Raad van Bestuur. Op basis daarvan bepaalt het Comité het vereiste profiel voor een vacante bestuursfunctie.
Bovendien zal het Benoemings- en Remuneratiecomité, in het geval van bestuurders die zich kandidaat stellen voor herbenoeming, rekening houden met de individuele bijdrage van de bestuurders aan de vaardigheden, kennis en ervaring die nodig zijn in de Raad van Bestuur, wanneer het aanbevelingen doet aan de Raad van Bestuur over hun herbenoeming.
In het kader van de zelfevaluatie die de bestuurders in AY 22/23 hebben uitgevoerd met het oog op de evaluatie van de prestaties van de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités, werd bijzondere aandacht besteed aan de verdere verbetering van de diversiteit en de complementariteit van de vaardigheden binnen hun samenstelling. De positieve resultaten van deze inspanningen worden weerspiegeld en gerealiseerd in de samenstelling van de Raad van Bestuur, die op 31 maart 2025 negen leden telt, van wie drie vrouwen, en vier onafhankelijke bestuurders, zodat wordt voldaan aan de vereisten inzake genderdiversiteit en onafhankelijkheid van respectievelijk artikel 7:86 W vv en artikel 7:86/1 W vv. De raad van Bestuur telt ook vertegenwoordigers van twee nationaliteiten en verschillende leeftijdscategorieën. De bestuurders beschikken over complementaire ervaring en kennis en hebben verschillende educatieve en professionele achtergronden, zoals blijkt uit hun professionele biografieën en visueel wordt geïllustreerd in de bovenstaande diagrammen.
1.2. Rol en verantwoordelijkheden van de Raad van
Bestuur
Rol van de Raad van Bestuur
De rol van de Raad van Bestuur is het definiëren van een op waarde gebaseerde strategie gericht op het bereiken van duurzaam succes voor Greenyard op lange termijn. Als collegiaal orgaan houdt de Raad van Bestuur toezicht op de prestaties van de Onderneming en streeft hij naar de bevordering van een duurzame waardecreatie door doeltreffend, verantwoord en ethisch leiderschap en efficiënt risicobeheer en -controle in te stellen en te verzekeren.
De strategische richting van Greenyard op middellange en lange termijn wordt bepaald door de Raad van Bestuur, op basis van voorstellen van het Uitvoerend Management. De Raad van Bestuur beoordeelt regelmatig de implementatie van deze strategie. Dhr. Hein Deprez, die als lid van de Raad van Bestuur optreedt in de hoedanigheid van Uitvoerend Bestuurder (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV), met aan hem toegewezen uitvoerende verantwoordelijkheden zoals beschreven in Hoofdstuk 1.4., hieronder, speelt een centrale rol in het definiëren van de strategische visie van de organisatie, het toezicht houden op de uitvoering van deze strategie naast de Raad van Bestuur, en het rechtstreeks rapporteren aan de Raad van Bestuur over zijn activiteiten. Naast zijn rol als Uitvoerend Bestuurder fungeert dhr. Deprez als een waardevolle bron voor het Uitvoerend Management, waar hij niet langer deel van uitmaakt gezien de overeengekomen scheiding van rollen met de Chief Executive Officer en de specifieke verantwoordelijkheden die aan hem zijn toegewezen. Hij biedt inzichten vanuit zijn positie als Oprichter van Greenyard en fungeert als een bevoorrechte sparringpartner voor strategische en operationele zaken.
De Raad van Bestuur evalueert de risiconiveaus die Greenyard bereid is te nemen om haar strategische doelstellingen te bereiken en verzekert de nodige financiële en personeelsmiddelen voor Greenyard om haar doelstellingen te halen.
Bij het vervullen van zijn rol houdt de Raad van Bestuur tegelijkertijd rekening met duurzaamheidskwesties en de belangen van verschillende stakeholders, waaronder de aandeelhouders, werknemers, klanten, leveranciers en telers van Greenyard, alsmede de gemeenschap en het milieu waarin Greenyard actief is.
Voorts steunt en oefent de Raad van Bestuur toezicht uit op het Uitvoerend Management bij de uitvoering van zijn taken en daagt hij op constructieve wijze zijn leden uit, telkens dit gepast is.
Rol van de Voorzitter van de Raad van Bestuur
Dhr. Koen Hoffman (vaste vertegenwoordiger van Ahok BV), onafhankelijk bestuurder, is Voorzitter van de Raad van Bestuur sinds 1 februari 2018. Hij werd benoemd tot Voorzitter voor de duur van zijn mandaat als bestuurder. Naar aanleiding van zijn herbenoeming als onafhankelijk bestuurder op de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 16 september 2022 blijft hij de raad van Bestuur voorzitten als voorzitter.
Als Voorzitter speelt dhr. Hoffman een cruciale rol om ervoor te zorgen dat de Raad van Bestuur op een effectieve en efficiënte manier werkt. Hij zit de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor om constructieve discussies en besluitvorming te vergemakkelijken en tegelijkertijd een open en respectvolle sfeer te handhaven. Verder ziet hij toe op de passende introductie en onboarding van nieuwe bestuurders om ervoor te zorgen dat zij voldoende bekend zijn met hun taken en verantwoordelijkheden.
Dhr. Hoffman zit ook de Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van de Onderneming voor en onderhoudt een doeltreffende communicatie met de aandeelhouders. Hij is de belangrijkste contactpersoon voor alle aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Raad van Bestuur vallen en streeft naar een professionele en constructieve interactie tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management. Bovendien onderhoudt hij nauwe relaties met de Chief Executive Officer en de Uitvoerend Bestuurder, waarbij hij ondersteuning en advies biedt met respect voor hun respectieve uitvoerende verantwoordelijkheden.
Activiteiten van de Raad van Bestuur in AY 24/25
De Raad van Bestuur vergadert zo vaak als het belang van de Onderneming het vereist, voldoende regelmatig om zijn taken en verantwoordelijkheden doeltreffend te vervullen, en komt ten minste zesmaal per jaar samen op vooraf vastgestelde data. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen bij meerderheid van stemmen, maar de Raad van Bestuur streeft evenwel naar consensus. De Raad van Bestuur werkt overeenkomstig de statuten van de Onderneming en zijn intern reglement zoals vervat in het CG Charter.
In AY 24/25 kwam de Raad van Bestuur negenmaal samen. Van deze vergaderingen vonden er drie plaats via videoconferentie. Daarnaast werd zevenmaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om besluiten te nemen bij unanieme schriftelijke instemming van de bestuurders, zoals toegestaan door artikel 7:95 VWW en artikel 19 van de statuten van de Onderneming.
Alle vergaderingen werden bijgewoond door de Company Secretary, mevr. Fran Ooms (als vaste vertegenwoordiger van Arthé BV). Daarnaast werden de leden van het Uitvoerend Management, die een permanente uitnodiging hebben om de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij te wonen, uitgenodigd om elke vergadering bij te wonen. Andere leden van het Leadership Team en senior managers verantwoordelijk voor corporate teams werden selectief uitgenodigd om de Raad van Bestuur te briefen of te adviseren over een bepaald onderwerp of agendapunt.
De belangrijkste verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur worden (niet-exhaustief) opgesomd in het CG Charter. Specifiek voor AY 24/25 behandelde de Raad van Bestuur de volgende zaken:
• Het beoordelen van business, operationele en financiële prestatieverslagen en updates op Groeps- en divisieniveau, met inbegrip van het toezicht door het Auditcomité.
• Het ontvangen van updates over de implementatie van de 2030 Strategie van Greenyard, met een focus op de overgang naar een “pure-plant powerhouse ”.
• het analyseren en goedkeuren van het Budget voor AY 25/26 en het nieuwe vijfjarige Long-Range Plan tot 2030, ontwikkeld onder leiding van het Uitvoerend Management.
• Het monitoren van de voortgang van Greenyard op het gebied van duurzaamheids- en ESG-verbintenissen zoals vastgelegd in Greenyards Sustainability Roadmap en het duurzaamheidsrapport AY 23/24, met inbegrip van het toezicht door het Auditcomité.
• Het opvolgen van prognosebeoordelingen door het Uitvoerend Management, inclusief een beoordeling van de impact van macro-economische factoren en geopolitieke conflicten op de bedrijfsactiviteiten in AY 24/25 (zoals verhoogde inflatie, onderbrekingen in de toeleveringsketen, producttekorten, klimaatverandering, tarieven en prijsconcurrentie in het retaillandschap), evenals de mitigerende maatregelen die zijn voorgesteld en geïmplementeerd door het Uitvoerend Management.
• Het deelnemen aan deepdive bedrijfssessies.
• Het toezicht houden op de naleving van de Gedragscode, met inbegrip van het toezicht op de klokkenluiderstool, als onderdeel van de rapportering van het Auditcomité.
• Het opvolgen van de status en het nemen van beslissingen over lopende, met inbegrip van het afronden van, potentiële (of nader te onderzoeken) desinvesteringen, bedrijfsontwikkelingen, investeringen, partnerschappen, M&A-opportuniteiten en strategische consolidaties, waaronder, maar niet beperkt tot, het openstellen van een state-of-the-art sausinstallatie bij Greenyard Prepared in Bree, België, het aangaan van een nieuw partnerschap met Tetra Pak® voor een nieuwe kartonnen verpakkingslijn bij Greenyard Prepared in Bree, België, de start van de bouw van een ultramodern centrum voor verse groenten en fruit in Ridderkerk, Nederland, het aangaan van een nieuw partnerschap met Sligro Food Group voor verse groenten, fruit en aardappelen, onderhandelingen over het partnerschap met Gelagri Brittany om de productie van diepvriesgroenten en commerciële activiteiten te combineren, en het aangaan van partnerschappen voor waterzuiveringsprojecten.
• Het opvolgen van de Enterprise-Resource-Planning (ERP)-projecten van de Groep.
• Het monitoren van de status en het nemen van voorlopige beslissingen over het Voorgenomen Bod.
• Het toezicht houden op en goedkeuren van het commercial paper-programma voor een maximumbedrag van € 40 m.
• Het opvolgen van het behalen van de ESG KPI's gedefinieerd in het kader van de duurzaamheidsgerelateerde lening van de Onderneming.
• Het bijeenroepen van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024, het voorbereiden van desbetreffende besluiten ter goedkeuring en het beoordelen en goedkeuren van de financiële rapportering van Greenyard.
• In overeenstemming met het heringevoerde dividendbeleid vanaf AY 22/23, het voorstellen aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024 om een dividend van € 0,25 per aandeel goed te keuren voor het volledige boekjaar dat eindigde op 31 maart 2024.
• Het toezicht houden op de veranderingen in het senior management van de Groep en op de vermindering van de overheadkosten.
• Het opvolgen van de (her)benoemingsprocedure voor bestuurders en leden van de comités zoals uiteengezet in het CG Charter, gecoördineerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité.
• Het evalueren en analyseren van de prestaties van de leden van het Leadership Team (inclusief het Uitvoerend Management) met betrekking tot AY 23/24 en het goedkeuren van incentive doelstellingen op korte termijn voor AY 24/25 in overeenstemming met het toepasselijke remuneratiebeleid. Dit gebeurt op basis van aanbevelingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité, die rekening houdt met onderbouwde voorstellen van de CEO (voor andere leden van het Leadership Team dan hemzelf), en het advies van de Uitvoerend Bestuurder met betrekking tot de prestatiebeoordeling van het Uitvoerend Management.
• Het toezicht houden op de naleving van de voorschriften van de Marktmisbruikverordening, met name inzake de openbaarmaking van voorwetenschap.
• Het goedkeuren van persberichten in verband met de aankondiging van (half)jaarlijkse financiële resultaten, en andere persberichten die in AY 24/25 als gereglementeerde informatie werden aangemerkt.
• Het opvolgen, beoordelen en goedkeuren van CAPEX-aanvragen, op aanbeveling van het Uitvoerend Management, en desgevraagd nader toegelicht door de managementteams op divisieniveau.
1.3. Evaluatie van de Raad van Bestuur – zelfevaluatie
Minstens eenmaal om de drie jaar evalueert de Raad van Bestuur zijn eigen prestaties op het vlak van zijn omvang, samenstelling, werking en prestaties alsook van zijn permanente adviserende comités en zijn interactie met het Uitvoerend Management.
Het doel is om de continue verbetering van de corporate governance van Greenyard te stimuleren door de sterke punten van de Raad van Bestuur te erkennen en tegelijkertijd verbeterpunten te identificeren. De zelfevaluatie van de Raad van Bestuur wordt gecoördineerd door de Company Secretary, onder leiding van zijn Voorzitter, en wordt opgevolgd door het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De zelfevaluatie heeft de volgende hoofddoelstellingen:
• Het nagaan of de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités geschikt is en voldoende expertise vertegenwoordigt in de activiteitsdomeinen van Greenyard.
• Het beoordelen of iedere bestuurder een effectieve bijdrage levert op het gebied van aanwezigheid en constructieve betrokkenheid in de besprekingen en besluitvorming.
• Het nagaan of de gekozen monistische bestuursstructuur (one-tier governance structure) nog steeds geschikt is.
• Het beoordelen van de werking van de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités en de uitvoering van hun verantwoordelijkheden.
• Het nagaan of de interactie met het Uitvoerend Management op een transparante manier verloopt.
• Het nagaan of relevante of belangrijke onderwerpen met kennis van zaken kunnen worden besproken en of er voldoende tijd is om ze naar behoren te bespreken.
De meest recente evaluatie van de Raad van Bestuur via een zelfevaluatie werd uitgevoerd in januari 2023 (tijdens AY 22/23). Het Benoemings- en Remuneratiecomité concludeerde gezamenlijk dat het resultaat van de evaluatie bevredigend en positief was wat betreft de huidige bestuursstructuur, de samenwerking en dynamieken binnen de Raad van Bestuur, de interactie met zijn permanente adviserende comités (d.w.z. het Auditcomité en het Benoemingsen Remuneratiecomité) en het Uitvoerend Management, en de bijdrage van elke bestuurder en hun niveau van engagement. Op basis van de inbreng van de bestuurders heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité concrete voorstellen gedaan om de efficiënte werking en prestaties van de Raad van Bestuur en zijn comités te verbeteren. Deze voorstellen werden door de raad van Bestuur van 16 februari 2023 goedgekeurd en dienovereenkomstig uitgevoerd. Zoals aanbevolen door de Code 2020 en opgenomen in het CG Charter, moet een dergelijke zelfevaluatie minstens om de drie jaar worden georganiseerd. Rekening houdend met het bovenstaande zal de volgende evaluatie van de Raad van Bestuur plaatsvinden in AY 25/26.
Bij het overwegen van de herbenoeming van een bestuurder, als onderdeel van de (her)benoemingsprocedure voor bestuurders, zal het Benoemings- en Remuneratiecomité onder meer het engagement en de constructieve betrokkenheid van de betrokken bestuurder bij de besprekingen en de besluitvorming in de Raad van Bestuur beoordelen, alsook de vaardigheden en de relevantie van de bestuurder in het licht van zijn aanbeveling aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur ziet erop toe dat bij elke benoeming of herbenoeming een passend evenwicht van vaardigheden, kennis en ervaring wordt gehandhaafd.
De niet-uitvoerende bestuurders evalueren regelmatig hun interactie met het Uitvoerend Management. Bovendien komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste eenmaal per jaar bijeen in afwezigheid van de Uitvoerend Bestuurder, die de enige uitvoerend bestuurder is in de Raad van Bestuur, zoals bepaald in bepaling 3.11 van de Code 2020.
De Raad van Bestuur was niet van oordeel dat een jaarlijkse formele vergadering van de niet-uitvoerende bestuurders, zonder de aanwezigheid van de Uitvoerend Bestuurder, zoals bepaald in bepaling 3.11 van de Code 2020, in AY 24/25 noodzakelijk zou zijn.
De niet-uitvoerende bestuurders onderhouden regelmatig contact met elkaar en met de Voorzitter van de Raad van Bestuur, onder meer door hun deelname aan vergaderingen van de permanente adviserende comités (d.w.z. het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité). Notulen van deze vergaderingen, of als dit gepaster wordt geacht, schriftelijke samenvattingen met de relevante aanbevelingen en beslissingen, worden op verzoek aan alle bestuurders ter beschikking gesteld. Ze worden ook vóór de vergaderingen gedeeld met de Raad van Bestuur om ervoor te zorgen dat de Raad van Bestuur goed geïnformeerde beslissingen kan nemen.
1.4.
Rol en verantwoordelijkheden van de Uitvoerend Bestuurder
De Uitvoerend Bestuurder wordt benoemd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders als bestuurder (en maakt deel uit van de Raad van Bestuur van Greenyard), die ook andere uitvoerende diensten aan Greenyard verleent buiten dit mandaat, zonder deel uit te maken van het Uitvoerend Management of het Leadership Team.
Dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV) bekleedt de enige functie van Uitvoerend Bestuurder, met bepaalde specifieke uitvoerende bevoegdheden en verantwoordelijkheden die aan hem gedelegeerd zijn door de Raad van Bestuur, zoals uiteengezet in het CG Charter en in dit Hoofdstuk 1.4. De Uitvoerend Bestuurder bepaalt de strategische richting en visie van de organisatie, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur, en ziet toe op de implementatie ervan samen met de Raad van Bestuur. De Uitvoerend Bestuurder rapporteert rechtstreeks en regelmatig aan de Raad van Bestuur over zijn activiteiten en is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Bestuur voor de uitoefening van de toegewezen verantwoordelijkheden.
Daarnaast biedt de Uitvoerend Bestuurder ondersteuning en advies aan de Chief Executive Officer (CEO) met betrekking tot deze goedgekeurde strategische richting en visie zoals geformuleerd door de Uitvoerend Bestuurder, zonder afbreuk te doen aan de uitvoerende verantwoordelijkheden van de CEO. Zowel de CEO als de Uitvoerend Bestuurder hebben dus duidelijk verschillende rollen gezien hun specifiek toegewezen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Ze fungeren echter als bevoorrechte sparringpartners, die inzichten en advies uitwisselen over elkaars domein.
Als mentor en adviseur van de CEO, het Uitvoerend Management en het Leadership Team, biedt de Uitvoerend Bestuurder strategische inzichten, en geeft advies en begeleiding, gebruikmakend van zijn diepgaande ervaring en uitgebreide zakelijke kennis als de Oprichter van Greenyard om hun professionele ontwikkeling te ondersteunen en de algehele prestaties van de organisatie te verbeteren.
De Uitvoerend Bestuurder ontwikkelt actief externe partnerschappen, allianties en relaties die Greenyard ten goede komen en blijft het gezicht van Greenyard in onderhandelingen met zakelijke partners, overheidsinstanties en sectorverenigingen om samenwerking te bevorderen en groeimogelijkheden te stimuleren.
2. Adviserende Comités van de Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door twee permanente adviserende comités:
• Het Auditcomité (zie Hoofdstuk 2.1., hieronder), en
• Het Benoemings- en Remuneratiecomité (zie Hoofdstuk 2.2., hieronder).
Deze comités adviseren de Raad van Bestuur over te nemen beslissingen, zien erop toe dat bepaalde zaken op passende wijze worden behandeld en brengen zo nodig specifieke zaken onder de aandacht van de Raad van Bestuur. Het bestaan van de comités heeft geen invloed op de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur in zijn geheel. De comités hebben niet de bevoegdheid om bindende beslissingen te nemen, aangezien besluitvorming de collegiale verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur blijft, noch zullen de comités de strategie van Greenyard formuleren.
De rol, taken, werking en samenstelling van de comités worden bepaald in overeenstemming met het WVV en de aanbevelingen van de Code 2020. De details daarvan worden uiteengezet in de respectieve interne reglementen van elk comité, die deel uitmaken van het CG Charter.
2.1. Auditcomité
Samenstelling
Het Auditcomité bestaat uit ten minste drie bestuurders, die allen niet-uitvoerende bestuurders zijn. Ten minste één lid van het Comité is een onafhankelijk bestuurder in de zin van artikel 7:87 WVV, die ten minste voldoet aan de criteria uiteengezet in bepaling 3.5 van de Code 2020.
De leden van het Auditcomité worden door de Raad van Bestuur benoemd. Het mandaat van leden van het Auditcomité kan tegelijk met hun mandaat als bestuurder worden hernieuwd. Het einde van het mandaat als bestuurder heeft ook het einde van het mandaat als lid van het Auditcomité tot gevolg.
Per 31 maart 2025 bestaat het Auditcomité uit de volgende leden:
Dirk Van Vlaenderen onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het Auditcomité (vaste vertegenwoordiger van Gescon BV)
Els Degroote niet-uitvoerend bestuurder (vaste vertegenwoordiger van Alychlo NV)
Veerle Deprez niet-uitvoerend bestuurder (vaste vertegenwoordiger van Management Deprez BV)
De samenstelling van het Auditcomité bleef ongewijzigd na de herbenoeming van de relevante bestuurders tijdens de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 september 2023. Deze continuïteit zorgt ervoor dat de toepasselijke aanbevelingen inzake corporate governance en de relevante wettelijke vereisten op dit gebied worden nageleefd.
Alle leden van het Auditcomité beschikken over deskundigheid met betrekking tot de activiteiten van de Onderneming en over relevante ervaring in boekhouding, audit en financiën, waardoor zij de verantwoordelijkheden van het Auditcomité doeltreffend kunnen vervullen, zoals blijkt uit hun professionele biografieën (zie hierboven). De biografie van dhr. Dirk Van Vlaenderen, Voorzitter van het Auditcomité, verdient bijzondere vermelding voor zijn uitgebreide kennis en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Als voormalig commissaris en Managing Partner bij Deloitte brengt dhr. Van Vlaenderen waardevolle inzichten en ervaring in het Comité. Bovendien voldoet hij als onafhankelijk bestuurder volledig aan artikel 7:87 WVV.
De Chief Financial Officer en de Company Secretary hebben een permanente uitnodiging om de vergaderingen van het Auditcomité bij te wonen in een adviserende rol, tenzij het Auditcomité anders beslist. Het Auditcomité bepaalt of en wanneer de Chief Executive Officer, de commissaris of andere personen mogen worden uitgenodigd om zijn vergaderingen bij te wonen.
Voorts vergadert het Auditcomité ten minste eenmaal per jaar met de commissaris om van gedachten te wisselen over het controleproces, met inbegrip van eventuele (potentiële) aandachtspunten die naar voren zijn gekomen. Deze aangelegenheden worden ten minste jaarlijks in het Auditcomité besproken in aanwezigheid van de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor de interne audit van Greenyard.
Rol en verantwoordelijkheden
Het Auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in het vervullen van zijn verantwoordelijkheden inzake toezicht en controle, met het oog op een zo ruim mogelijke monitoring, met inbegrip van risicocontrole. In dit verband is het Auditcomité minstens verantwoordelijk om de Raad van Bestuur te informeren over het resultaat van de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en om aan de Raad van Bestuur toe te lichten op welke wijze de wettelijke controle heeft bijgedragen tot de integriteit van de financiële verslaggeving en de rol van het Auditcomité in dat proces.
Bovendien houdt het Auditcomité toezicht op het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer, alsook de interne audit en de prestaties daarvan (voor meer informatie ter zake, zie Hoofdstuk 10., hieronder). Ook beoordeelt het de onafhankelijkheid van de commissaris en evalueert het de wenselijkheid van bijkomende diensten die aan Greenyard worden verleend. Het Auditcomité brengt regelmatig verslag uit over zijn activiteiten aan de Raad van Bestuur, in het bijzonder wanneer de Raad van Bestuur de (half)jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening vaststelt.
Meer informatie over de taken en verantwoordelijkheden van het Auditcomité is te vinden in het CG Charter, dat beschikbaar is op de website van Greenyard (www.greenyard.group).
Overeenkomstig zijn intern reglement moet het Auditcomité minstens om de drie jaar een zelfevaluatie uitvoeren om zijn werking, doeltreffendheid en opdracht te beoordelen. De meest recente zelfevaluatie werd uitgevoerd in AY 22/23 als onderdeel van een bredere evaluatie binnen de Raad van Bestuur, die ook specifieke vragen over de samenstelling, werking, verantwoordelijkheden en prestaties van het Comité en zijn interacties omvatte. Het resultaat daarvan is vervolgens besproken in het Auditcomité en de in dit verband gedane aanbevelingen zijn in overweging genomen en, voor zover zij door het gehele Comité werden gesteund, dienovereenkomstig uitgevoerd. De volgende evaluatie is voorzien in AY 25/26.
Na een vergadering van het Auditcomité brengt de Voorzitter van het Comité (of, in geval van afwezigheid, een daartoe aangewezen lid van het Comité) verslag uit over de activiteiten en bevindingen van het Auditcomité aan de Raad van Bestuur. Wanneer het Auditcomité verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, identificeert het de kwesties waarvoor het actie of verbetering nodig of wenselijk acht en formuleert het aanbevelingen over de te nemen beslissingen of stappen. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het Comité worden ter beschikking gesteld van alle bestuurders in het kantoor van de Company Secretary of via het beveiligde onlineportaal van de Raad van Bestuur.
Activiteiten van het Auditcomité in AY 24/25
In AY 24/25 heeft het Auditcomité vijf vergaderingen gehouden, waarvan er drie plaatsvonden op het hoofdkantoor van de Onderneming. Het aanwezigheidspercentage van het Comité bedroeg 100%.
De commissaris nam gedeeltelijk deel aan vier vergaderingen van het Auditcomité in AY 24/25. Alle vergaderingen van het Auditcomité in AY 24/25 werden bijgewoond door de Chief Financial Officer en de Company Secretary.
Het Auditcomité heeft in AY 24/25 de volgende hoofdzaken behandeld:
• Het toezicht houden op het financiële verslaggevingsproces, met focus op het beoordelen van de geconsolideerde (half)jaar- en kwartaalresultaten van de Groep en de (half)jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening van de Onderneming.
• Het monitoren van specifieke aangelegenheden in verband met consolidatie en het beoordelen van de boekhoudkundige verwerking van IFRS-verrichtingen en -toepassingen.
• Het evalueren en monitoren van de prestaties van de commissaris, waaronder toezicht op niet-auditdiensten.
• Het volgen van relevante ontwikkelingen op het gebied van regelgeving, waaronder niet-financiële rapportering (CSRD), en het monitoren van de naleving van CSRD.
• Het beslissen over en aanbevelen van de uitbreiding van de diensten van KPMG Bedrijfsrevisoren BV naar beperkte assurance reviews, zoals voorgelegd aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024.
• Het monitoren van de functionaliteit van ICT-systemen en -toepassingen en Cybersecurityprotocollen.
• Het evalueren en monitoren van de interne auditfunctie, met inbegrip van het beoordelen van het interne auditplan voor AY 25/26, alsook van de bevindingen van de interne auditactiviteiten en -controles in AY 24/25.
• Het evalueren en bespreken van de verbeteringen op het vlak van interne controle en de systemen voor risicobeheer van de Groep, met bijzondere aandacht voor IT-controlesystemen en Cybersecurity. Dit omvatte het toezicht houden op de implementatie en update van een kader en maatregelen voor risicobeheer, het waarborgen van de coördinatie en regelmatige herziening van het vastgestelde kader en het effectief toezien op en aanpakken van potentiële risico's die door het management werden geïdentificeerd en regelmatig worden bijgewerkt.
• Het evalueren en bespreken van het herziene Group governance framework van de Groep.
• Het opvolgen van de Enterprise-Resource-Planning (ERP)-projecten van de Groep.
• Het opvolgen van hangende geschillen en materiële vorderingen die door Groepsentiteiten werden gerapporteerd.
• Het monitoren van en het zorgen voor de naleving van de Gedragscode en het opvolgen van meldingen van klokkenluiders en de acties en maatregelen die naar aanleiding daarvan zijn genomen, met inachtneming van de toepasselijke voorschriften inzake vertrouwelijkheid en anonimiteit.
2.2. Benoemings- en Remuneratiecomité
Samenstelling
Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit ten minste drie bestuurders, die allen niet-uitvoerende bestuurders zijn. Minstens de meerderheid van zijn leden zijn onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 WVV, die ten minste voldoen aan de criteria van bepaling 3.5 van de Code 2020.
De leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité worden door de Raad van Bestuur benoemd. Het mandaat van leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité kan tegelijk met hun mandaat als bestuurder worden hernieuwd. Het einde van het mandaat als bestuurder heeft ook het einde van het mandaat als lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité tot gevolg.
Per 31 maart 2025 bestaat het Benoemings- en Remuneratiecomité uit de volgende leden:
Aalt Dijkhuizen onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het Benoemingsen remuneratiecomité (vaste vertegenwoordiger van Aalt Dijkhuizen B.V.)
Koen Hoffman onafhankelijk bestuurder (vaste vertegenwoordiger van Ahok BV)
Veerle Deprez niet-uitvoerend bestuurder (vaste vertegenwoordiger van Management Deprez BV)
De samenstelling van het Benoemings- en Remuneratiecomité bleef ongewijzigd na de herbenoeming van dhr. Aalt Dijkhuizen (vaste vertegenwoordiger van Aalt Dijkhuizen B.V.) op de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024. De leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité beschikken over ruime ervaring en deskundigheid in remuneratieaangelegenheden, opgedaan tijdens hun professionele loopbaan in leidinggevende functies en bestuursmandaten in andere ondernemingen, zoals blijkt uit hun professionele biografieën (zie hierboven).
De CEO (1) en de Uitvoerend Bestuurder worden uitgenodigd om vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité bij te wonen in een adviserende rol wanneer het Comité zaken behandelt die hun raadpleging of gemotiveerde voorstellen vereisen, zoals uiteengezet in het CG Charter. De Company Secretary heeft ook een permanente uitnodiging om deze vergaderingen bij te wonen in een adviserende rol. Zij nemen echter niet deel aan besprekingen over hun eigen remuneratie, de benoeming van hun opvolger(s) of andere door het Comité bepaalde aangelegenheden. Het Comité kan naar eigen goeddunken andere personen uitnodigen voor de vergaderingen indien het dit nodig acht.
(1) Ook optredend als Group HR Director ad interim
Rol en verantwoordelijkheden
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is verantwoordelijk voor het doen van voorstellen en het bijstaan van de Raad van Bestuur in verband met, enerzijds, de remuneratie(componenten) van de bestuurders en de leden van het Leadership Team (met inbegrip van het Uitvoerend Management), en het remuneratiebeleid en eventuele afwijkingen daarvan en, anderzijds, de (her)benoeming van bestuurders en leden van het Leadership Team (met inbegrip van het Uitvoerend Management). Het Comité bereidt ook het remuneratieverslag voor dat de Raad van Bestuur toevoegt aan de Verklaring inzake deugdelijk bestuur (als onderdeel van het Jaarverslag), en het remuneratiebeleid, die beide moeten worden goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voorts staat het Comité de Voorzitter van de Raad van Bestuur bij in de evaluatie van de prestaties en de werking van de Raad van Bestuur en zijn permanente adviserende comités.
Het Comité brengt verslag uit over zijn activiteiten, conclusies en aanbevelingen aan de Raad van Bestuur door zijn notulen of een beknopt schriftelijk verslag te delen vóór de vergadering van de Raad van Bestuur, dat ter beschikking wordt gesteld van de bestuurders en tijdens de vergadering mondeling wordt toegelicht door de Voorzitter van het Comité (of, in geval van afwezigheid, een daartoe aangewezen lid van het Comité). In zijn verslag aan de Raad van Bestuur identificeert het Benoemings- en Remuneratiecomité kwesties waarvoor het actie of verbetering nodig of wenselijk acht en formuleert het aanbevelingen over de te nemen beslissing of stappen. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het Comité worden ter beschikking gesteld van alle bestuurders op het kantoor van de Company Secretary of via het beveiligde onlineportaal van de Raad van Bestuur.
Activiteiten van het Benoemings- en Remuneratiecomité in AY 24/25
In AY 24/25 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité in totaal drie vergaderingen gehouden, allemaal op een hybride manier (fysiek en via videoconferentie). Het aanwezigheidspercentage van de leden van het Comité bedroeg 100%. Alle vergaderingen werden bijgewoond door de CEO, de Uitvoerend Bestuurder en de Company Secretary(2)
Het Benoemings- en Remuneratiecomité besprak de volgende hoofdzaken in AY 24/25:
• Het voortdurend monitoren van wijzigingen in het regelgevend kader en aanbevelingen inzake governance en remuneratie, met inbegrip van die met betrekking tot het WVV en de Code 2020, hierbij rekening houdend met de verwachtingen van stakeholders.
• Het herzien van het remuneratiebeleid goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024, rekening houdend met de wijzigingen in de samenstelling van het Leadership Team en de rol van de Uitvoerend Bestuurder, het regelgevend kader en best governance practices, en aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur over voorgestelde aanpassingen met het oog op verdere afstemming en naleving.
• Het opstarten, leiden en coördineren van de (her)benoemingsprocedure voor bestuurders en leden van de comités zoals uiteengezet in het CG Charter.
• Het leiden en coördineren van het opvolgingsproces voor leden van het Leadership Team, met de hulp van executive search bureaus. Dit omvatte het doen van aanbevelingen over hun contractuele regelingen voor benoeming, verdere samenwerking of beëindiging.
• Het beoordelen van de financiële doelstellingen voorgesteld voor de bonus voor AY 24/25, alsook het beoordelen en het uitbrengen van advies over de incentive doelstellingen op korte termijn van de leden van het Leadership Team (waaronder het Uitvoerend Management) voor AY 24/25, die afgestemd zijn op het toepasselijke remuneratiebeleid, de 2030 Strategie van Greenyard en de ESG KPI’s, zoals uiteengezet in Greenyards Sustainability Roadmap.
• Het evalueren en analyseren van de prestaties van leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team op basis van de financiële en persoonlijke incentive doelstellingen op korte termijn voor AY 23/24 en het voorleggen van voorstellen aan de Raad van Bestuur.
(2) De Group l egal & hr Director heeft één vergadering bijgewoond voorafgaand aan de kennisgeving van zijn ontslag.
• Het doen van aanbevelingen over individuele remuneratiepakketten voor leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team in overeenstemming met het toepasselijke remuneratiebeleid.
• Het opvolgen van managementwijzigingen op landen- en divisieniveau en aanwervingen voor vacante posities.
• Het toezien op de uitwerking van een opvolgingsplan voor senior managementposities, en van passende programma’s voor leiderschaps- en talentontwikkeling, alsmede initiatieven ter bevordering van een positieve werkomgeving.
• Het opstellen en beoordelen van het remuneratieverslag, dat moet worden opgenomen in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
• Het beoordelen en bespreken van updates en voorgestelde wijzigingen van het CG Charter en het doen van aanbevelingen aan de Raad van Bestuur ter goedkeuring van een herziene versie.
3.
Aanwezigheid op vergaderingen
van de Raad van Bestuur en de Comités
Het volgende overzicht toont de aanwezigheidsgraad van de bestuurders op alle vergaderingen van de Raad van Bestuur en de comités die in AY 24/25 plaatsvonden, met inbegrip van bijkomende vergaderingen die niet ingepland waren in de corporate kalender. Beslissingen die via de schriftelijke besluitvormingsprocedure zijn genomen, zijn niet in dit overzicht opgenomen.
Om de aanwezigheidsgraad uit te drukken, staat de noemer van de breuk voor het totale aantal vergaderingen van de Raad van Bestuur of een comité, rekening houdend met de duur van het mandaat van de betrokken bestuurder. AY 24/25 Raad van Bestuur Auditcomité Benoemings-
Ahok Bv, vert. door Koen hoffman
Aalt Dijkhuizen B.V.,
Alychlo NV, vert. door Els Degroote
Bonem Beheer BV, vert. door Marc Ooms
Galuciel Bv, vert. door valentine Deprez 7/7
Gescon BV, vert. door Dirk Van Vlaenderen
5/5 Management Deprez BV, vert. door Veerle Deprez
(*) Twee van de negen vergaderingen van de r aad van Bestuur werden alleen bijgewoond door bepaalde bestuurders, gelet op de mogelijke belangenconflicten van de andere bestuurders met betrekking tot de onderwerpen die tijdens die vergaderingen zouden worden besproken.
4. Het Uitvoerend Management
De Raad van Bestuur heeft de Chief Executive Officer (CEO), dhr. Francis Kint (vaste vertegenwoordiger van Argalix BV), belast met het toezicht op de dagelijkse activiteiten en heeft de verantwoordelijkheden voor het dagelijks bestuur aan hem gedelegeerd. Van 9 februari 2019 tot 31 december 2023 werd deze rol gezamenlijk vervuld door twee Chief Executive Officers (co-CEO's).
De CEO vormt samen met de Chief Financial Officer (CFO), dhr. Nicolas De Clercq (vaste vertegenwoordiger van NDCMS BV), het Uitvoerend Management.
Het Uitvoerend Management is geen directieraad in de zin van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV ). Het wordt ondersteund door het Leadership Team (zie Hoofdstuk 4.3., hieronder) bij het uitvoeren van de dagelijkse operationele leiding van de Onderneming.
4.1. Samenstelling van het Uitvoerend Management
Principes
Het Uitvoerend Management bestaat uit de CEO en de CFO, die worden benoemd door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Voor de benoeming of het ontslag van de CEO is een tweederde meerderheid van stemmen van de Raad van Bestuur vereist. Het Benoemings- en Remuneratiecomité overlegt en vraagt het advies van zowel de Uitvoerend Bestuurder als de CEO over de benoeming of het ontslag van de CFO, en vraagt het advies van de Uitvoerend Bestuurder wanneer het de CEO betreft.
In overeenstemming met het CG Charter worden uitvoerende bestuurders niet beschouwd als zijnde van rechtswege leden van het Uitvoerend Management, tenzij anders wordt beslist door de Raad van Bestuur.
Dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV), die de enige Uitvoerend Bestuurder in de Raad van Bestuur is, is niet langer lid van het Uitvoerend Management en/of het Leadership Team. In het kader van zijn verantwoordelijkheden heeft hij echter wekelijkse één-op-één vergaderingen met de CEO en de CFO buiten de formele managementvergaderingen om. Daarnaast vergadert hij regelmatig met de andere senior managers, wanneer dit nodig wordt geacht.
Leden van het Uitvoerend Management per 31 maart 2025
Francis Kint | Chief Executive Officer (°1962)
Vaste vertegenwoordiger van Argalix BV
Dhr. Francis Kint studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent, voltooide het PUB-programma aan de Vlerick Business School en behaalde een MBA aan INSEAD in Fontainebleau (Frankrijk). Zijn carrière begon in consulting bij Accenture. Daarna werkte hij zijn hele carrière in zowel de Consumentenproductenindustrie (voor Sara Lee in Frankrijk en Fiskars) als de Agrovoedingsindustrie. Bij Chiquita bekleedde dhr. Kint de positie van Vice-President voor Noord- en Oost-Europa, waarna hij zijn carrière voortzette bij Univeg (nu het Greenyard Fresh segment). Hier bekleedde hij verschillende functies, waaronder Managing Director voor Duitsland, hoofd van de Fruit & Vegetables divisie en Chief Executive Officer (CEO) vanaf 2013. Vanaf 2015 bekleedde dhr. Kint CEO-posities bij de Vion Food Group in Nederland (2015-2018) en later bij Ter Beke (nu What’s Cooking?) (2018-2021).
In juni 2021 keerde hij terug naar Greenyard om de Frozen divisie te leiden als Managing Director. In december 2023 werd dhr. Francis Kint benoemd tot CEO van Greenyard, met ingang van 1 januari 2024.
Nicolas De Clercq | Chief Financial Officer (°1971)
Vaste vertegenwoordiger van NDCMS BV
Dhr. Nicolas De Clercq is een ervaren internationaal financieel expert, met vele jaren ervaring als Chief Financial Officer, en dit in verschillende sectoren.
Hij begon zijn carrière in 1994 als Product Manager bij Kredietbank (later KBC). Van daaruit bekleedde hij verschillende managementfuncties bij KBC, Telenet en Solvus/USG People. In deze functies bouwde hij uitgebreide managementervaring op in zowel Finance als ICT, en doorheen zijn carrière heeft dhr. De Clercq verschillende M&Aprojecten, Shared Service Center-integraties, ERP-implementaties en het stroomlijnen van financiële en operationele processen geleid en opgeleverd.
Tussen 2012 en 2022 was hij Chief Financial Officer (CFO) bij het beursgenoteerde Kinepolis. In die periode groeide Kinepolis snel: de footprint en marktkapitalisatie vervijfvoudigden. Voor zijn rechtstreekse bijdrage aan deze groei werd dhr. De Clercq in 2020 uitgeroepen tot CFO van het Jaar in België. Vanaf 2022 was hij actief als CFO bij een medtech bedrijf (miDiagnostics), voordat hij Greenyard vervoegde als CFO, met ingang van 1 oktober 2023.
4.2. Rol en verantwoordelijkheden van het Uitvoerend Management
Rol en verantwoordelijkheden
De Chief Executive Officer (CEO) is als enige door de Raad van Bestuur belast met het dagelijks bestuur van de Onderneming, zoals gedefinieerd in artikel 7:121 WVV. Het dagelijks bestuur omvat alle handelingen en beslissingen die niet verder gaan dan de dagelijkse behoeften van de Onderneming, alsook deze die, vanwege hun ondergeschikt belang of hoogdringendheid, de tussenkomst van de Raad van Bestuur niet rechtvaardigen.
Bovendien is de CEO gemachtigd om de Onderneming, alleen handelend, te vertegenwoordigen in aangelegenheden van dagelijks bestuur. In andere aangelegenheden kan de CEO handelen in naam van de Onderneming wanneer hij specifiek daartoe is gemachtigd krachtens mandaten die toegekend zijn door de Raad van Bestuur.
De CEO rapporteert rechtstreeks aan de Raad van Bestuur en is verantwoording verschuldigd voor de uitvoering van gedelegeerde verantwoordelijkheden met betrekking tot het dagelijks bestuur en de operationele leiding van de Groep.
De CEO legt voorstellen van het Uitvoerend Management voor aan de Raad van Bestuur (of zijn permanente adviserende comités) en geeft regelmatig updates en brengt verslag uit over de activiteiten van het Uitvoerend Management. De CEO treedt ook op als één van Greenyards belangrijkste woordvoerders, zowel binnen de Groep als naar externe stakeholders en het publiek toe.
De belangrijkste verantwoordelijkheden van het Uitvoerend Management (1) zijn:
• Het ontwikkelen en implementeren van de visie, missie, strategische doelstellingen en richting van de Groep, inclusief de strategie ten aanzien van (risico’s met betrekking tot) duurzaamheidskwesties, en het adviseren van de Raad van Bestuur hierover, met focus op lange termijn waardecreatie door Greenyard.
• Het toezicht houden op de dagelijkse en operationele leiding van Greenyard.
• Het identificeren, onderzoeken en voorstellen van opportuniteiten en behoeften inzake investeringen, desinvesteringen en financiering aan de Raad van Bestuur.
• Het aangaan van strategische partnerschappen met belangrijke klanten en het beheren van geïntegreerde klantenrelaties en telersrelaties.
• Het geven van advies aan de Raad van Bestuur en/of zijn comités.
• Het uitvoeren van de door de Raad van Bestuur genomen beslissingen.
(1) Afhankelijk van de activiteiten is de Uitvoerend Bestuurder hierbij betrokken in het kader van de uitvoerende verantwoordelijkheden die door de r aad van Bestuur aan hem zijn gedelegeerd.
• Het uitoefenen van de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden.
• Het opzetten en monitoren van interne controles en risicobeheerprocedures (om financiële, duurzaamheids- en andere risico’s te identificeren, beoordelen, beheren en controleren), met inachtneming van de toezichthoudende rol van de Raad van Bestuur.
• Het toezicht houden op de volledige, tijdige, betrouwbare en accurate voorbereiding van de (half)jaarrekening, in overeenstemming met de boekhoudprincipes en -beleidslijnen van Greenyard.
• Het opvolgen van de naleving van Greenyards opgelegde rapporteringsverplichtingen inzake (half)jaarrekeningen, jaarverslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie.
• Het voorleggen van een evenwichtige en begrijpelijke beoordeling van de financiële situatie van de Groep aan de Raad van Bestuur.
• De voorbereiden van de correspondentie met de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en het doen van aanbevelingen aan de Raad van Bestuur.
• Het leiden van het Leadership Team.
• Het tijdig aan de Raad van Bestuur bezorgen van alle informatie die nodig is voor de uitoefening van zijn taken.
Rapportering aan de Raad van Bestuur
Wat de rapportering aan de Raad van Bestuur betreft, verstrekken de leden van het Uitvoerend Management op elke vergadering van de Raad van Bestuur relevante updates over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Raad van Bestuur vallen. De CEO brengt ook verslag uit over belangrijke aspecten van de dagelijkse en operationele leiding van de Groep.
De verslagen van het Uitvoerend Management hebben doorgaans betrekking op de volgende onderwerpen:
• Prestaties met betrekking tot de activiteiten van de Groep en de verantwoordelijkheden van het Uitvoerend Management.
• Relevante ontwikkelingen binnen de Groep sinds de vorige vergadering van de Raad van Bestuur.
• Operationele resultaten.
• Budget en business plan status.
• Voorgestelde beleid van het Uitvoerend Management voor het komende kwartaal.
• Voorstellen voor beslissingen die de goedkeuring van de Raad van Bestuur vereisen.
Bovendien zorgt het Uitvoerend Management ervoor dat de Raad van Bestuur op de hoogte wordt gebracht van alle belangrijke informatie over hangende gerechtelijke geschillen, geplande reorganisaties en alle andere zaken die een aanzienlijke invloed zouden kunnen hebben op de financiële situatie van Greenyard. Deze informatie is essentieel om de Raad van Bestuur in staat te stellen om een doeltreffend beleid en kader inzake risicobeheer te implementeren.
Werking van het Uitvoerend Management
Het Uitvoerend Management werkt als een collegiaal orgaan en houdt wekelijks geplande vergaderingen, met de flexibiliteit om extra vergaderingen te houden als dat nodig is voor de efficiënte werking van Greenyard. Gedurende AY 24/25 kwam het Uitvoerend Management gemiddeld eenmaal per week bijeen.
4.3. Het Leadership Team
Onder leiding van het Uitvoerend Management geeft het Leadership Team advies en ondersteuning bij de uitvoering van het dagelijks bestuur en de operationele leiding van Greenyard.
Samenstelling
Leden van het Leadership Team worden benoemd door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Benoemingsen Remuneratiecomité. Benoemingen worden gedaan na overleg met de CEO, die gemotiveerde voorstellen kan doen. De remuneratie en beëindigingsvoorwaarden van de leden van het Leadership Team worden vastgelegd in een overeenkomst en worden geregeld volgens het toepasselijke remuneratiebeleid.
De leden van het Uitvoerend Management maken deel uit van het Leadership Team.
In AY 24/25 hebben dhr. Yannick Peeters (vaste vertegenwoordiger van Gemini Consulting BV), voorheen Deputy Managing Director van de Fresh divisie, en dhr. Alexander Verbist (vaste vertegenwoordiger van Qualexco BV), voorheen Group Legal & HR Director, de Groep met ingang van 31 december 2024 verlaten. Dhr. Yannick Peeters wordt niet vervangen, terwijl de Group Legal functie van dhr. Alexander Verbist gedeeltelijk wordt overgenomen door mevr. Elissa Lippens (vaste vertegenwoordiger van Vinto BV), die als Legal Counsel werkzaam was en met ingang van 1 november 2024 is benoemd tot Group Legal Director. In die hoedanigheid is mevr. Elissa Lippens toegetreden tot het Leadership Team.
Daarnaast heeft dhr. Cedric Pauwels (vaste vertegenwoordiger van Gladys x Pace Consulting BV), die als Group Communication and Public Affairs Director werkzaam was, de Innovation and Marketing functie op zich genomen en is hij met ingang van 1 november 2024 benoemd tot Group Marketing, Communications and Public Affairs Director. In die hoedanigheid is dhr. Cedric Pauwels toegetreden tot het Leadership Team.
Ten slotte heeft dhr. Olivier Galard (vaste vertegenwoordiger van Qelevate BV), die tot nu toe Group Quality, Health and Safety Director was, de Sustainability functie overgenomen en is hij met ingang van 1 november 2024 benoemd tot Group Sustainability, Quality, Health and Safety Director. In die hoedanigheid is dhr. Olivier Galard toegetreden tot het Leadership Team.
Alle drie de benoemingen in het Leadership Team tonen aan dat Greenyard zich inzet voor het stimuleren van en investeren in potentieel talent binnen de organisatie, door de mogelijkheid te bieden om door te groeien en te versnellen naar een senior managementpositie, en tegelijkertijd te zorgen voor algehele continuïteit in ervaring en kennis voor de activiteiten en operaties in beide divisies.
Per 31 maart 2025 bestaat het Leadership Team uit de volgende leden:
Francis Kint
(vaste vertegenwoordiger van Argalix BV)
Nicolas De Clercq
(vaste vertegenwoordiger van NDCMS BV)
Anna Jęczmyk
Charles-Henri Deprez
Chief Executive Officer
Chief financial Officer
Managing Director van de Frozen divisie
Managing Director van de Fresh divisie (vaste vertegenwoordiger van Alvear international Bv)
Johnny Van Holzaet
Maarten van Hamburg
Cedric Pauwels
(vaste vertegenwoordiger van Gladys x Pace Consulting Bv)
Elissa Lippens
(vaste vertegenwoordiger van Vinto BV)
Olivier Galard
Managing Director van de Prepared divisie
Managing Director van de Bakker divisie
Group marketing, Communications en Public Affairs Director
Group Legal Director
Group Sustainability, Quality and Health & Safety Director (vaste vertegenwoordiger van Qelevate BV)
Rol en verantwoordelijkheden
Het Leadership Team is verantwoordelijk voor het toezicht op en het beheer van de wereldwijde activiteiten van de Groep, onder leiding van het Uitvoerend Management en in lijn met de algemene strategie van Greenyard zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De belangrijkste verantwoordelijkheden van het Leadership Team omvatten het ondersteunen van het Uitvoerend Management bij het dagelijks bestuur van de Groep, het leiden van en toezicht houden op de activiteiten van de Groep, het ontwikkelen van strategische richtlijnen, het evalueren van budgetten en operationele doelstellingen en het toezicht houden op lokale managementteams.
Elk lid van het Leadership Team krijgt specifieke bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegewezen door de Raad van Bestuur, op basis van aanbevelingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité en in overleg met de CEO en de Uitvoerend Bestuurder, die onderbouwde voorstellen kunnen doen. Leden van het Leadership Team rapporteren rechtstreeks aan de CEO over hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden.
Op verzoek van de CEO en met instemming van de Voorzitter van de Raad van Bestuur kan een lid van het Leadership Team worden uitgenodigd om een vergadering van de Raad van Bestuur bij te wonen om toelichting te geven of om de Raad van Bestuur te briefen over relevante aangelegenheden.
Bij de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden wordt het Leadership Team bijgestaan door managementteams op landenniveau van de verschillende divisies van de Groep en door gespecialiseerde corporate teams.
Werking van het Leadership Team
Het Leadership Team houdt tweewekelijkse vergaderingen om regelmatige updates te delen en lopende zaken te bespreken. Daarnaast wordt eenmaal per maand een diepgaande en uitgebreide vergadering gepland om specifieke onderwerpen te analyseren en te bespreken. Elk lid kan zo nodig verzoeken om extra vergaderingen.
4.4. Diversiteit in het Leadership Team
Per 31 maart 2025 bestaat het Leadership Team (dat de leden van het Uitvoerend Management omvat) uit negen leden, waaronder twee vrouwelijk leden, drie verschillende nationaliteiten en diverse leeftijdscategorieën. Zoals hun functie binnen Greenyard aangeeft, zijn er verschillen in opleiding, werkervaring en loopbaantrajecten tussen de leden, wat zorgt voor een complementaire set van kennis en vaardigheden binnen het Leadership Team. De leden van het Uitvoerend Management vertegenwoordigen ook een evenwichtig team qua expertise en ervaring, zoals blijkt uit hun biografieën (zie hierboven). Het Leadership Team wordt bijgestaan door managementteams op landenniveau en gespecialiseerde corporate teams, die de diversiteit op het gebied van geslacht, nationaliteit en leeftijd goed weerspiegelen.
5. Procedures ter voorkoming van belangenconflicten
5.1. Principes
Om belangenconflicten te voorkomen, is Greenyard onderworpen aan:
• De toepasselijke wettelijke bepalingen voor beursgenoteerde ondernemingen in geval van: – belangenconflicten in hoofde van een bestuurder zoals bepaald in artikel 7:96 W vv (zie hoofdstuk 5.2., hieronder), en – belangenconflicten in verband met transacties zoals bepaald in artikel 7:97 WVV (zie Hoofdstuk 5.3., hieronder).
• De aanvullende regels die in het CG Charter zijn vastgelegd met betrekking tot transacties met bestuurders of leden van het Leadership Team (met inbegrip van leden van het Uitvoerend Management) die niet vallen onder artikel 7:96 W vv (zie hoofdstuk 5.4., hieronder).
5.2.
Verplichte openbaarmakingen krachtens
artikel
7:96 WVV:
Belangenconflicten in hoofde van een bestuurder
Wanneer een bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de Raad van Bestuur, moet de betrokken bestuurder krachtens artikel 7:96 W vv dit mededelen aan de andere bestuurders bij de aanvang van de vergadering, en zal de betrokken bestuurder handelen overeenkomstig artikel 7:96 W vv. De bestuurder mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van de Raad van Bestuur over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband.
Tijdens AY 24/25, op 22 augustus 2024, heeft dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV) in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Raad van Bestuur een mogelijk belangenconflict gemeld zoals gedefinieerd in artikel 7:96 W vv. Dit mogelijke conflict had betrekking op de bespreking van zijn vergoeding als Uitvoerend Bestuurder in het kader van de rapportering door het Benoemings- en Remuneratiecomité, waarvoor het Benoemings- en Remuneratiecomité een aanbeveling heeft geformuleerd die in overeenstemming is met het herziene remuneratiebeleid dat aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024 is voorgelegd. De notulen van deze vergadering van de Raad van Bestuur bevatten hierover het volgende:
In dit verband wordt verwezen naar het schriftelijk verslag van de vergadering van het Benoemings- en Remuneratiecomité van 6 juni, dat de aanbevelingen bevat die het comité als advies aan de Raad van Bestuur heeft gedaan. Dit schriftelijk verslag en, in voorkomend geval, de bijbehorende documenten waarop de respectieve aanbevelingen betrekking hebben, werden vooraf aan de bestuurders bezorgd.
Na bespreking tijdens de vergadering heeft de Raad van Bestuur beslist om het advies van het comité te volgen, dat onder meer is gebaseerd op de bevindingen van een benchmarkanalyse uitgevoerd door Deloitte Legal, en de vaste managementvergoeding van de Uitvoerend Bestuurder vast te stellen op € 600 000 per jaar, met ingang van 1 oktober 2024. Wat betreft de variabele vergoeding van de Uitvoerend Bestuurder worden de bepalingen van de herziene versie van het remuneratiebeleid voor zover nodig bevestigd. De herziene versie van het remuneratiebeleid treedt in werking op 1 april 2024, na goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024. De potentiële financiële impact van deze beslissing van de Raad van Bestuur is gelijk aan het vaste bedrag van de jaarlijkse vergoeding, namelijk € 600 000, wat gerechtvaardigd is gezien de aard van de functie en de uitvoerende bevoegdheden van de Uitvoerend Bestuurder, zoals gedelegeerd door de Raad van Bestuur, op het vlak van strategische visie en sturing, en het onderhouden en ontwikkelen van contacten in het kader van geïntegreerde klantrelaties.
Op 13 februari 2025 hebben bepaalde bestuurders aan de Raad van Bestuur verklaard dat zij een mogelijk belangenconflict hadden zoals gedefinieerd in artikel 7:96 W vv met betrekking tot de goedkeuring van het verzoek om informatie van Deprez Holding NV (Deprez Holding) en Solum Partners GP II LP (Solum) en de geheimhoudingsovereenkomsten die met hen zouden worden gesloten in verband met het Voorgenomen Bod. De notulen van deze vergadering van de Raad van Bestuur bevatten hierover het volgende:
Meer bepaald verklaren Deprez Invest NV, vast vertegenwoordigd door dhr. Hein Deprez, Management Deprez BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Veerle Deprez, en Galuciel BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Valentine Deprez, elk bestuurder van de Onderneming, hierbij het volgende, voor zover nodig en van toepassing:
Deprez Invest NV, vast vertegenwoordigd door dhr. Hein Deprez, Management Deprez BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Veerle Deprez, en Galuciel BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Valentine Deprez, hebben de vergadering meegedeeld dat zij Deprez Holding vertegenwoordigen en derhalve een persoonlijk belang kunnen hebben in de zin van artikel 7:96 WVV, en dat zij niet zullen deelnemen aan de beraadslagingen over, noch zullen stemmen over, het agendapunt. Zij zullen de commissaris van de Onderneming hiervan op de hoogte brengen, voor zover nodig en van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7:96 WVV.
Niettegenstaande dit belang hebben alle drie de bestuurders verklaard dat zij van mening zijn dat het goedkeuren van het verzoek om informatie en de geheimhoudingsovereenkomsten in het belang is van de Onderneming, aangezien dit Deprez Holding en Solum Partners in staat zal stellen hun bod verder uit te werken en een nauwkeurig beeld te krijgen van de waarde van de Onderneming. Dit is in het belang van de aandeelhouders, aan wie enig bod zal worden gericht. […]
De Raad van Bestuur heeft kennisgenomen van het belangenconflict dat door Deprez Invest NV, vast vertegenwoordigd door dhr. Hein Deprez, Management Deprez BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Veerle Deprez, en Galuciel BV, vast vertegenwoordigd door mevr. Valentine Deprez, is opgeworpen met betrekking tot dit agendapunt. Zoals aangegeven in de bespreking van het agendapunt door het comité, is het duidelijk dat het verstrekken van de gevraagde informatie en het aangaan van de geheimhoudingsovereenkomsten in het belang is van de Onderneming. Het verstrekken van de gevraagde informatie zal Deprez Holding en Solum Partners inderdaad in staat stellen om de structuur, de voorwaarden en de prijs van het overnamebod verder te verfijnen en te verbeteren, een nauwkeurige en onderbouwde waardering van de Onderneming te maken en een volledig geïnformeerde beslissing te nemen over de haalbaarheid van de Voorgenomen Transactie, terwijl de geheimhoudingsovereenkomsten ervoor zorgen dat gevoelige informatie op een verantwoordelijke, veilige en vertrouwelijke manier wordt gedeeld, met inachtneming en bescherming van de rechten en belangen van de Onderneming. De beperkte juridische en operationele kosten die gepaard gaan met een due diligence-onderzoek worden ruimschoots gecompenseerd door de andere voordelen die een due diligence-onderzoek met zich meebrengt, zoals hierboven vermeld.
Op basis van de bespreking in het Comité beslist de Raad van Bestuur dat het in het belang van de Onderneming is om de gevraagde informatie naar aanleiding van het verzoek om informatie in het kader van geheimhoudingsovereenkomsten te aanvaarden en te delen.
De notulen van deze en alle andere vergaderingen van de Raad van Bestuur werden ter raadpleging ter beschikking gesteld van de commissaris.
Belangenconflicten in verband met transacties met verbonden partijen
De Onderneming moet ook de procedure van artikel 7:97 WVV naleven wanneer de Onderneming, of een dochteronderneming, een transactie overweegt met een verbonden onderneming in de zin van de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn aangenomen overeenkomstig verordening (EG) 1606/2002 (onderworpen aan bepaalde uitzonderingen).
Dergelijke beslissing of verrichting moet op voorhand worden beoordeeld door een comité van (ten minste) drie onafhankelijke bestuurders, mogelijks bijgestaan door één of meer onafhankelijke experts van zijn keuze. Krachtens artikel 7:97 WVV zal de Raad van Bestuur, na kennis te hebben genomen van het advies van het comité, beraadslagen over de voorgestelde beslissing of verrichting. De commissaris moet een oordeel geven over de consistentie van de financiële en boekhoudkundige informatie in het advies van het comité en de notulen van de Raad van Bestuur met de informatie waarover de commissaris in het kader van zijn opdracht beschikt.
Deze procedure werd toegepast in AY 24/25, op 13 februari 2025, met betrekking tot de goedkeuring van het verzoek om informatie van Deprez Holding en Solum en de te sluiten geheimhoudingsovereenkomsten in verband met het Voorgenomen Bod (zie Hoofdstuk 5.2., hierboven). Deze toepassing werd op 11 april 2025 bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7:97, §4/1 WVV. Deze bekendmaking is te vinden op de investor relations website van de Onderneming: https://www.greenyard.group/investor-relations/press-release-documents.
5.4. Beleid inzake transacties met bestuurders of leden van het
Leadership Team die niet onder artikel 7:96 WVV vallen
Meer in het algemeen moet met betrekking tot elke transactie die tussen de volgende partijen wordt overwogen, de procedure, zoals uiteengezet in het CG Charter, worden toegepast:
• Greenyard of één van haar dochterondernemingen, en
• Bestuurders, leden van het Leadership Team (met inbegrip van het Uitvoerend Management), hun respectieve vaste vertegenwoordigers, of ondernemingen die niet tot de Groep behoren, en waar de bestuurder of het betrokken lid van het Leadership Team een bestuurs- of managementfunctie bekleedt.
Al deze transacties moeten worden gemeld aan de Raad van Bestuur, die als enige bevoegd is om te beslissen of Greenyard, of de betrokken dochteronderneming een dergelijke transactie mag aangaan. De Raad van Bestuur moet zijn beslissing motiveren in zijn notulen en ervoor zorgen dat een dergelijke transactie op een marktconforme manier gebeurt. De Company Secretary zal de commissaris op de hoogte brengen door de notulen aan de commissaris beschikbaar te stellen voor inzage. Deze voorafgaande goedkeuring door de Raad van Bestuur is niet vereist indien de overwogen transactie een gebruikelijke transactie voor de Onderneming of haar dochteronderneming betreft en wordt uitgevoerd onder voorwaarden die in overeenstemming zijn met de algemene marktpraktijk voor vergelijkbare transacties.
in AY 24/25 werd de procedure ter voorkoming van belangenconflicten die niet onder artikel 7:96 W vv vallen, zoals vastgelegd in het CG Charter, niet toegepast. Het besluit over de voorgestelde bonussen op korte termijn voor AY 23/24 voor leden van het Leadership Team (inclusief het Uitvoerend Management) werd op 10 juni 2024 door de Raad van Bestuur goedgekeurd door middel van een schriftelijk besluit, overeenkomstig de aanbeveling van het Benoemings- en remuneratiecomité van 6 juni 2024. Als onderdeel van de schriftelijke besluitvormingsprocedure heeft de Company Secretary van de Onderneming het voorstel uitsluitend aan de leden van de Raad van Bestuur meegedeeld, waarbij het Uitvoerend Management bewust buiten de correspondentie werd gehouden vanwege mogelijke belangenconflicten. Meer bepaald heeft dhr. Hein Deprez zich onthouden van stemming over de beslissing met betrekking tot zijn eigen variabele vergoeding in zijn hoedanigheid van co-CEO.
6. Compliance: Interne governance regels
6.1. Verhandelingsreglement:
Regels ter voorkoming van marktmisbruik
Het wettelijk kader van de marktmisbruikregels die van toepassing zijn op Greenyard bestaat uit Verordening (EU) nr. 596/2014 van 16 april 2014 inzake marktmisbruik, samen met de Europese en Belgische regelgeving ter uitvoering ervan en ESMA- en FSMA-richtlijnen (waarnaar samen wordt verwezen als het Market Abuse Framework ). Het Verhandelingsreglement werd voor het laatst gewijzigd op 23 augustus 2018.
Greenyard heeft het Market Abuse Framework geïmplementeerd door een Verhandelingsreglement aan te nemen dat voor alle werknemers, leden van de Raad van Bestuur, leden van het Uitvoerend Management en Leadership Team, managers, consultants, tijdelijk personeel en adviseurs van de Groep beschikbaar wordt gesteld via het intranet van Greenyard en haar publiekelijk toegankelijke website (zie hieronder).
Het Verhandelingsreglement moet ervoor zorgen dat personen die in het bezit zijn van voorwetenschap geen misbruik maken van deze informatie, zich niet onder verdenking van misbruik plaatsen en dat deze personen de vertrouwelijkheid van deze informatie bewaren en zich onthouden van marktmanipulatie. Dit heeft specifiek betrekking op voldoende concrete informatie over de Groep of aandelen van Greenyard die niet openbaar is en die, indien ze openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van deze aandelen. Het Verhandelingsreglement bevat ook specifieke regels die van toepassing zijn op leden van de Raad van Bestuur en het Leadership Team (met inbegrip van het Uitvoerend Management) en hun nauw verbonden personen en rechtspersonen.
Het Verhandelingsreglement kan worden geraadpleegd op de website van de Onderneming (www.greenyard.group).
Alle verhandelingen of transacties in Greenyard aandelen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en hun nauw verbonden personen zoals gedefinieerd in het Market Abuse Framework moeten worden gemeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), alsook aan de Company Secretary die de functie van Compliance Officer uitoefent en verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik en het Verhandelingsreglement.
In AY 24/25 werden de bovengenoemde regels toegepast zonder dat dit aanleiding gaf tot noemenswaardige moeilijkheden of problemen.
6.2. Gedragscode & Klokkenluidersbeleid: Ethiek
Bij Greenyard is iedere persoon die binnen de Groep werkzaam is, onderworpen aan de Gedragscode en wordt van hen verwacht dat zij deze alsook alle toepasselijke wettelijke vereisten in hun dagelijkse werk naleven. De Gedragscode heeft tot doel een stevige en duurzame onderneming te bevorderen door de ethische waarden van Greenyard te handhaven. Het geeft alle medewerkers, bestuurders en managers van Greenyard richtlijnen om ethisch en wettelijk gedrag tot een integraal onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden te maken. Om de effectieve implementatie van de Gedragscode te waarborgen, zijn alle personen binnen de organisatie verplicht een online opleidingscursus te voltooien die in dit verband speciaal voor Greenyard is ontworpen. De inhoud van de Gedragscode werd voor het laatst bijgewerkt op 10 november 2024. Deze vierde editie van de Code bevat aanvullende hoofdstukken over onderwerpen als Gezondheid en Veiligheid, Werkomstandigheden, Belangenconflicten en Vertrouwelijkheid. De Code bevat ook wijzigingen die voortvloeien uit updates van relevante regelgeving en intern beleid. Naast de Gedragscode heeft Greenyard een Beleid tegen Omkoping en Corruptie ingevoerd om onze toewijding aan integriteit en transparantie verder te versterken. Ter ondersteuning van de implementatie van dit beleid zijn voor alle niet-operationele medewerkers verplichte trainingen over Omkoping en Corruptie opgezet, die in AY 24/25 van start zijn gegaan en in AY 25/26 worden voortgezet.
Om de hoogste normen van bedrijfsethiek en wettelijke naleving te handhaven, heeft Greenyard solide procedures opgesteld die worden uiteengezet in het Klokkenluidersbeleid (voor het laatst herzien op 15 juni 2024). Deze procedures maken de melding mogelijk van bezorgdheden over daadwerkelijk of vermoedelijk wangedrag binnen Greenyards operaties via interne klokkenluiderskanalen, waaronder een beveiligde online tool. Deze kanalen bieden een verantwoorde, effectieve en vertrouwelijke manier van melden, waarbij bescherming tegen vergelding is gewaarborgd en personen desgewenst anoniem kunnen blijven, met inachtneming van de wettelijke verplichtingen van Greenyard op het gebied van gegevensbescherming. Greenyard heeft een intern proces ingevoerd, inclusief richtlijnen, training en procedures, om aangewezen personen op corporate niveau en op het niveau van de landen te ondersteunen in hun rollen als vertrouwenspersoon. Het Auditcomité wordt regelmatig geïnformeerd over gemelde gevallen en de status daarvan, waarbij vertrouwelijkheid en anonimiteit worden gewaarborgd. Wanneer de ernst of de relevantie van de klacht of de ondernomen actie dit vereist, wordt de Raad van Bestuur op de hoogte gebracht, als onderdeel van de rapportering van het Auditcomité over zijn activiteiten.
Gedurende AY 24/25 werden alle gemelde klachten vertrouwelijk en veilig behandeld en grondig onderbouwd door een speciaal hiertoe aangewezen team, overeenkomstig het Klokkenluidersbeleid. In gevallen waarin wangedrag werd aangetoond of verbeterpunten werden vastgesteld, werden passende corrigerende acties en/of herstelmaatregelen genomen.
Bovendien heeft de Onderneming een Gedragscode voor Leveranciers, die een apart klokkenluiderskanaal omvat voor externe partijen, zoals leveranciers en andere zakelijke partners, om vertrouwelijk eventuele bezorgdheden over mogelijk wangedrag in hun zakelijke contacten met Greenyard te melden.
De Gedragscode, het Beleid tegen Omkoping en Corruptie, het Klokkenluidersbeleid en de Gedragscode voor Leveranciers, samen met toegang tot de bijbehorende online klokkenluiderstool, zijn beschikbaar op de website van de Onderneming (www.greenyard.group).
7. Remuneratieverslag
Dit remuneratieverslag geeft overeenkomstig de bepalingen van artikel 3:6, §3 W vv een overzicht van de vergoedingen van en van de toepassing van het remuneratiebeleid op de bestuurders en de Uitvoerend Bestuurder, alsook de Chief Executive Officer (CEO) en de andere leden van het Leadership Team (met inbegrip van de Chief Financial Officer (CFO)).
7.1. Verklaring over het remuneratiebeleid voor bestuurders en leden van het Leadership Team met betrekking tot AY 24/25
Het huidige remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024 en is van kracht vanaf 1 april 2024. Het huidige remuneratiebeleid van Greenyard is te vinden op de website van de Onderneming (www.greenyard.group).
Elke materiële wijziging van het remuneratiebeleid – en in elk geval minstens eenmaal per vier jaar – moet het remuneratiebeleid ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De herziene versie van het remuneratiebeleid is op 20 september 2024 goedgekeurd met een ruime meerderheid van 98,5% van de stemmen van de aandeelhouders. De belangrijkste aanpassingen in het herziene beleid hebben betrekking op de integratie en uitwerking van de rol van de Uitvoerend Bestuurder, met name door de opname van toepasselijke remuneratiecomponenten die betrekking hebben op deze rol.
Op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur beslist om de relatieve weging van de componenten van de jaarlijkse kortetermijnbonusdoelstellingen voor leden van het Leadership Team (inclusief het Uitvoerend Management) te wijzigen. De huidige verdeling van 50%-50% tussen financiële doelstellingen en persoonlijke doelstellingen & individuele bijdragen (zie Hoofdstuk 7.4.2. hieronder) wordt gewijzigd in een verdeling van 80%-20%, waarbij meer nadruk wordt gelegd op financiële prestaties (80%). De andere component (20%) zal uitsluitend gericht zijn op persoonlijke doelstellingen. Deze gewijzigde weging zal ook worden weerspiegeld in het bredere bonusbeleid voor werknemers om de afstemming binnen de organisatie te waarborgen. Aangezien deze wijziging een wezenlijke verandering van het remuneratiebeleid inhoudt, zal zij ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders die gepland is op 19 september 2025. Onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders zal het gewijzigde remuneratiebeleid in werking treden op 1 april 2025. Er worden momenteel geen andere belangrijke wijzigingen in het remuneratiebeleid verwacht.
Bovendien werd het remuneratieverslag voor AY 23/24, waarin de aan de bestuurders en leden van het Leadership Team (met inbegrip van leden van het Uitvoerend Management) toegekende vergoeding in overeenstemming met het op dat moment toepasselijke remuneratiebeleid is beschreven, tijdens de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2023 met een aanzienlijke meerderheid van 98,8% goedgekeurd. Afgezien van een beperkt aantal verzoeken om verduidelijking over remuneratiegerelateerde aangelegenheden, werden geen materiële opmerkingen over AY 23/24 gemaakt.
Het remuneratiebeleid en de dienovereenkomstig toegekende vergoedingen zijn bedoeld om de lange termijnprestaties van de Onderneming te ondersteunen, die in lijn zijn met de lange termijnambities en strategische doelstellingen van Greenyard, zoals uiteengezet in de 2030 Strategie en het meerjarenplan van Greenyard, zoals van tijd tot tijd bijgewerkt (Long-Range Plan of LRP).
In dit verband zijn zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve prestatiecriteria voor leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team afgestemd op de strategische doelstellingen van de Onderneming. Bovendien is het huidige lange termijn incentive aandelenoptieplan voor de leden van het Leadership Team, dat werd toegekend in 2021, gespreid over een vesting - en uitoefenperiode die gelijkloopt met de duur van het LRP dat van toepassing was op dat moment.
7.2.
Remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders
7.2.1.
Inleiding
In overeenstemming met het remuneratiebeleid van Greenyard, bestaat de remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders uit een vaste vergoeding van € 30 000 per jaar, samen met een presentiegeld van € 2 500 per vergadering van de Raad van Bestuur of van zijn permanent adviserend comité (d.w.z. het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité), met inbegrip van de aanwezigheid per video- of telefoonconferentie, betaalbaar op halfjaarlijkse basis. De bestuurders zijn niet gerechtigd op presentiegeld voor vergaderingen per video- of telefoonconferentie die uitsluitend worden bijeengeroepen voor een status update of enkel om een dringende beslissing te nemen die een onmiddellijke actie vereist. Deze remuneratie dekt alle kosten die verband houden met de uitoefening van hun mandaat, met uitzondering van de internationale reiskosten van bestuurders die buiten België gedomicilieerd zijn. Alle vergoedingen worden betaald op een pro-rata basis evenredig aan de duur van het mandaat van de bestuurder.
Deze bedragen, die van toepassing zijn sinds AY 17/18, en vervolgens opnieuw werden bevestigd, zijn gebaseerd op een benchmarkanalyse van de remuneratie van bestuurders, uitgevoerd ten opzichte van vergelijkbare en relevante soortgelijke ondernemingen van dezelfde omvang of zoals genoteerd op dezelfde beurs als Greenyard (d.w.z. Euronext Brussels). Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft een nieuwe benchmarkanalyse uitgevoerd voor AY 24/25, waaruit kan worden geconcludeerd dat de remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders van Greenyard in het algemeen nog steeds marktconform is ten opzichte van vergelijkbare en relevante ondernemingen. De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders stemt overeen met de visie van Greenyard, houdt rekening met de verantwoordelijkheden van de niet-uitvoerende bestuurders en met de tijd die aan hun bestuursmandaat wordt besteed, en wordt adequaat geacht om geschikte profielen aan te trekken om bij te dragen tot de 2030 Strategie van Greenyard en haar LRP.
In afwijking van de remuneratie die van toepassing is op niet-uitvoerende bestuurders, en in overeenstemming met het remuneratiebeleid van de Onderneming, bedraagt de vaste jaarlijkse vergoeding van de Voorzitter van de Raad van Bestuur € 142 500. Dit vaste bedrag omvat de presentiegelden voor deelname aan de vergaderingen van zowel de Raad van Bestuur als zijn adviserende comités. Dit remuneratieniveau is gerechtvaardigd door de extra tijdsbesteding en specifieke verantwoordelijkheden die aan de rol van Voorzitter verbonden zijn.
Niet-uitvoerende bestuurders komen niet in aanmerking voor een prestatiegebonden variabele vergoeding en ontvangen geen voordelen in natura of pensioenvoordelen.
Tijdens AY 24/25 heeft de Raad van Bestuur geen eenmalige bijkomende vergoeding voorgesteld voor niet-uitvoerende bestuurders in verband met bijkomend werk. In overeenstemming met het remuneratiebeleid van Greenyard heeft de Raad van Bestuur echter besloten om aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 19 september 2025 voor te stellen een bijkomende totale vergoeding van € 13 500 toe te kennen aan de onafhankelijke bestuurders die hiervoor in aanmerking komen. Dit komt overeen met € 4 500 per in aanmerking komende onafhankelijke bestuurder, met name Aalt Dijkhuizen B.V. (vast vertegenwoordigd door dhr. Aalt Dijkhuizen), Alro BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Gert Bervoets) en Gescon BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Dirk Van Vlaenderen). De bijkomende vergoeding is bedoeld ter dekking van het extra werk dat is verricht in verband met het Voorgenomen Bod, waarvoor de onafhankelijke bestuurders aan het einde van AY 24/25 en het begin van AY 25/26 zes keer zijn bijeengekomen. Zoals eerder vermeld, en in overeenstemming met het remuneratiebeleid, omvat de remuneratie die Ahok BV (vast vertegenwoordigd door dhr. Koen Hoffman) in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Raad van Bestuur ontvangt, reeds eventuele bijkomende presentiegelden.
Bepaling 7.6 van de Code 2020 bepaalt dat de niet-uitvoerende bestuurders een deel van hun vergoeding in aandelen van de Onderneming moeten ontvangen. Deze aandelen moeten worden aangehouden tot ten minste één jaar na het einde van hun bestuursmandaat en ten minste drie jaar na hun toekenning. Momenteel ontvangen de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur geen vergoeding in de vorm van Greenyard aandelen, op grond van de overweging dat deze bestuurders reeds handelen en beslissingen nemen met betrekking tot de Onderneming op basis van een lange termijnvisie. Het bezit van Greenyard aandelen door alle niet-uitvoerende bestuurders kan het bemoeilijken om in de
Raad van Bestuur tot een consensus te komen en gealigneerd te zijn, omdat er meer belangenconflicten kunnen ontstaan. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat de onafhankelijkheid van de onafhankelijke bestuurders hierdoor in het gedrang komt. Deze onafhankelijkheid wordt geacht bij te dragen tot een evenwichtige besluitvorming in het belang van de Onderneming. Het Benoemings- en Remuneratiecomité blijft echter toezien op de hierboven uiteengezette redenen op grond waarvan de afwijking van bepaling 7.6 van de Code 2020 door Greenyard gerechtvaardigd wordt geacht, en beoordelen of en in hoeverre de toekenning van Greenyard aandelen aan niet-uitvoerende bestuurders als onderdeel van hun vergoeding in het belang van de Onderneming zou zijn. Op basis van de meest recente benchmarkanalyse die door het Benoemings- en Remuneratiecomité voor AY 24/25 is uitgevoerd, heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité opnieuw bevestigd dat Greenyard afwijkt van bepaling 7.6 van de Code 2020.
7.2.2. Remuneratie in AY 24/25
De tabel hieronder geeft een overzicht van de individuele vergoedingen die aan elke niet-uitvoerende bestuurder werden betaald voor AY 24/25. Deze bedragen werden berekend op basis van de deelname aan zes van de in totaal negen vergaderingen van de Raad van Bestuur die in de loop van het jaar zijn gehouden. De overige drie vergaderingen werden per videoconferentie gehouden en waren uitsluitend bijeengeroepen voor status updates of dringende beslissingen die een onmiddellijke actie vereiste, waarvoor overeenkomstig het remuneratiebeleid geen presentiegeld werd toegekend.
Tijdens AY 24/25 werden ook presentiegelden toegekend voor drie vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité en vijf vergaderingen van het Auditcomité.
De totale jaarlijkse vergoeding die aan de niet-uitvoerende bestuurders is betaald voor de uitvoering van hun mandaat tijdens AY 24/25 bedroeg € 525 705 (exclusief btw), wat een daling betekent ten opzichte van het vorige AY 23/24 (€ 530 657).
Individuele vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders in AY 24/25
Bestuurdersvergoeding Vaste vergoeding Presentiegeld per vergadering van Raad van
Aalt Dijkhuizen B.V., vert. door Aalt Dijkhuizen
Alro BV, vert. door Gert Bervoets
Alychlo NV, vert. door Els Degroote
Bonem Beheer BV, vert. door Marc Ooms
Galuciel Bv, vert. door valentine Deprez
Gescon BV, vert. door Dirk Van Vlaenderen
Management Deprez BV, vert. door Veerle Deprez
(1) Dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV) ontvangt in zijn hoedanigheid van Uitvoerend Bestuurder een vaste dienstverleningsvergoeding (zie Hoofdstuk 7.3., hieronder). Er werd geen bijkomende vergoeding aan hem als lid van de Raad van Bestuur toegekend.
(2) Dhr. Koen h offman (vaste vertegenwoordiger van Ahok Bv ) ontvangt in zijn hoedanigheid van voorzitter van de r aad van Bestuur een vaste jaarlijkse vergoeding van € 142 500 (zie Hoofdstuk 7.2.1., hierboven).
(3) De totale bestuurdersvergoeding van Aalt Dijkhuizen B.v., een vennootschap naar n ederlands recht waarvan de zetel in n ederland is gevestigd, en haar vaste vertegenwoordiger dhr. Aalt Dijkhuizen, wonende in n ederland, omvat een bedrag van € 704,65 (naar boven afgerond naar € 705 in de tabel hierboven) aan verplaatsingskosten die werden gemaakt om de vergaderingen van de r aad van Bestuur en van het Benoemings- en r emuneratiecomité die (op de zetel van de Onderneming) in België werden georganiseerd, fysiek bij te wonen.
(4) Deze presentiegelden omvatten ook de vergoedingen voor twee vergaderingen die werden bijgewoond door de onafhankelijke bestuurders en de niet-uitvoerend bestuurder mevr. Els Degroote (vaste vertegenwoordiger van Alychlo nv ). Gezien het mogelijke belangenconflict hebben de andere leden van de r aad van Bestuur niet deelgenomen. De procedures van artikelen 7:96 en 7:97 W vv waren in dit verband niet van toepassing (zie h oofdstuk 5., hierboven).
7.3. Remuneratie van de Uitvoerend Bestuurder
Uitvoerende bestuurders, die uitvoerende functies bekleden in de Onderneming of in één van haar dochterondernemingen, krijgen geen bijkomende vergoeding voor hun werk in de Raad van Bestuur of zijn permanente adviserende comités. Dit wordt beschouwd als onderdeel van hun totale remuneratiepakket in hun uitvoerende functie.
De Raad van Bestuur telt één uitvoerend bestuurder, dhr. Hein Deprez (vaste vertegenwoordiger van Deprez Invest NV). voor AY 24/25 ontving dhr. Deprez een vaste dienstverleningsvergoeding van € 607 500 in zijn rol als Uitvoerend Bestuurder.
In overeenstemming met het remuneratiebeleid komt de Uitvoerend Bestuurder niet in aanmerking voor variabele vergoeding op korte termijn. Bovendien waren er tijdens AY 24/25 geen lange termijn incentives in het bezit van of toegekend aan dhr. Deprez. Bijgevolg bedroeg de verhouding tussen vaste en variabele vergoeding voor dhr. Deprez als Uitvoerend Bestuurder in AY 24/25 100% tegen 0%.
De Uitvoerend Bestuurder heeft recht op de gebruikelijke extralegale voordelen. Dhr. Hein Deprez heeft een bedrijfswagen, waarvan de kosten in AY 24/25 € 3 236 bedroegen. Er zijn geen pensioenbijdragen gedaan.
7.4. Remuneratie van de leden van het Leadership Team
7.4.1. Inleiding
De remuneratie van de leden van het Leadership Team (met inbegrip van het Uitvoerend Management) bestaat uit vaste vergoedings- en variabele vergoedingscomponenten in de vorm van een korte termijn incentive (jaarlijkse cash bonus) en, in bepaalde gevallen, lange termijn incentives (zoals aandelenopties).
Korte termijn incentive
De korte termijn incentive neemt de vorm aan van een jaarlijkse cash bonus die prestatiegebaseerd is en wordt bepaald door een combinatie van individuele prestaties (50%) en prestaties op Groeps- en/of divisieniveau (50%, afhankelijk van de rol van elk lid van het Leadership Team). De prestatiemaatstaven van de Groep en de divisies omvatten zowel financiële en bedrijfsdoelstellingen die jaarlijks worden vastgesteld.
Deze variabele vergoeding die wordt toegekend als een cash bonus heeft steeds betrekking op de prestaties van het voorgaande boekjaar en wordt beoordeeld op zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria. Wanneer doelstellingen worden behaald (d.i. prestaties on target) varieert de variabele vergoeding voor leden van het Leadership Team (exclusief het Uitvoerend Management) van 25% tot 35% van de vaste jaarlijkse vergoeding, afhankelijk van hun rol. Gedurende AY 24/25 kon deze variabele vergoeding oplopen tot maximaal 50% van de vaste jaarlijkse vergoeding in geval van het overtreffen van zowel financiële als persoonlijke doelstellingen.
Voor leden van het Uitvoerend Management is de variabele vergoeding gelijk aan 50% van de vaste jaarlijkse vergoeding wanneer de doelstellingen die voor de jaarlijkse bonus zijn bepaald, worden bereikt. Bij het overtreffen van zowel de financiële als de persoonlijke doelstellingen tijdens AY 24/25 kan hun variabele beloning oplopen tot 65% van de vaste jaarlijkse vergoeding.
Als gevolg van de beslissing van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 september 2023, voorziet artikel 25 van de statuten van de Onderneming in een vrijstelling van de toepassing van artikel 7:91 WVV.
In overeenstemming met het remuneratiebeleid worden de prestaties van de leden van het Leadership Team (inclusief het Uitvoerend Management) ten opzichte van vooraf vastgestelde doelstellingen jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. De uiteindelijke beslissingen worden genomen door de Raad van Bestuur op basis van de aanbevelingen van het comité. Voor andere leden van het Leadership Team dan de CEO worden aanbevelingen gedaan in overleg met en op basis van onderbouwde voorstellen van de CEO. De Uitvoerend Bestuurder kan ook advies geven over de prestatiebeoordeling van leden van het Uitvoerend Management.
Lange termijn incentives
Lange termijn incentives worden toegekend in de vorm van aandelenopties die worden uitgegeven onder de volgende plannen:
• Het aandelenoptieplan dat werd goedgekeurd en bekrachtigd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2019 (2019 SOP),
• Het aandelenoptieplan dat deel uitmaakt van het remuneratiebeleid, dat van toepassing is sinds 1 april 2021 (2021 SOP).
In het kader van deze aandelenoptieplannen worden bepaalde aandelenopties in de vorm van block awards kosteloos toegekend aan geselecteerde personeelsleden, waaronder leden van het Leadership Team. Elke optie geeft de eigenaar ervan het recht om een Greenyard aandeel te verwerven onderworpen aan toepasselijke uitoefeningsvoorwaarden en tegen betaling van de uitoefenprijs.
In maart 2024 heeft de Raad van Bestuur een derde aandelenoptieplan (2024 SOP) goedgekeurd, dat deel uitmaakt van het remuneratiebeleid dat op 15 september 2023 door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders is goedgekeurd. Per 31 maart 2025 zijn er geen aandelenopties toegekend in het kader van het 2024 SOP. Elke verwijzing naar toegekende aandelenopties heeft dan ook betrekking op opties die zijn toegekend in het kader van het 2019 SOP, het 2021 SOP of beide.
Deze lange termijn incentives zijn uitsluitend gebaseerd op kwantitatieve parameters. De definitieve verwerving (vesting) is afhankelijk van de blijvende tewerkstelling bij Greenyard op het ogenblik van definitieve verwerving. Als aan deze voorwaarde is voldaan, worden de opties definitief verworven.
Voor de aandelenopties die onder het 2019 SOP zijn toegekend, gold een vesting periode van drie jaar. Voor de aandelenopties die onder het 2021 SOP zijn toegekend, geldt een vesting schema van vier jaar. Een vooraf bepaald percentage van de aandelenopties wordt geleidelijk definitief verworven op elke verjaardag van de aanbiedingsdatum. Aan het einden van deze periode van vier jaar zal 100% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn, op voorwaarde dat de begunstigde tewerkgesteld blijft bij Greenyard. Het merendeel van de opties zal aan het einde van het vierde jaar definitief worden verworven, in overeenstemming met de timing van de strategische bedrijfsdoelstellingen zoals vastgelegd in het op dat moment geldende Long-Range Plan (LRP).
Eenmaal definitief verworven, kunnen opties worden uitgeoefend tegen betaling van de uitoefenprijs, die gelijk is aan de gemiddelde slotkoers van het Greenyard aandeel gedurende dertig kalenderdagen voorafgaand aan de toekenningsdatum. Bij uitoefening wordt een gelijk aantal Greenyard aandelen overgedragen aan de begunstigde (d.w.z. één optie is gelijk aan één aandeel). Voor het 2021 SOP geldt echter dat, hoewel de opties geleidelijk definitief worden verworven, ze pas aan het einde van de vesting periode van vier jaar kunnen worden uitgeoefend.
Aandelenopties die zijn toegekend onder het 2019 SOP vervielen na zes jaar na hun respectieve toekenningsdata. De uitoefenperiode voor de definitief verworven aandelenopties die onder het 2019 SOP tijdens AY 24/25 konden worden uitgeoefend, eindigde op 31 maart 2025. Op die datum waren er geen definitief verworven aandelenopties onder het 2019 SOP meer die konden worden uitgeoefend en werd het plan als beëindigd beschouwd. Onder het 2021 SOP vervallen aandelenopties vijf jaar na hun respectieve toekenningsdatum. Elke aandelenoptie die niet is uitgeoefend op de vervaldatum, wordt nietig. Het 2021 SOP bevat ook eerdere vervaldata in geval van bepaalde gebeurtenissen.
De vrijstelling van de toepassing van artikel 7:91 WVV zoals bepaald in artikel 25 van de statuten van de Onderneming, is ook van toepassing op de lange termijn incentives.
Door middel van de van toepassing zijnde lange termijn incentive plannen binnen Greenyard, wordt aan leden van het Leadership Team de mogelijkheid geboden om mettertijd hun aandelenparticipatie in Greenyard op te bouwen. Greenyard wijkt af van bepaling 7.9 van de Code 2020, dat de Raad van Bestuur aanbeveelt een minimumdrempel te bepalen voor het aanhouden van Greenyard aandelen door de leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team. Momenteel heeft de Raad van Bestuur geen expliciete minimumdrempels voor Greenyard participaties voor de deze personen vastgesteld, aangezien zij de betrokken personen een zekere mate van flexibiliteit wil bieden. Desalniettemin tonen lange termijn incentive plannen aan dat de Onderneming de lange termijnvisie van de leden van
het Uitvoerend Management en het Leadership Team wil stimuleren door hen toe te laten financieel deel te nemen aan de groei van Greenyard.
7.4.2. Jaarlijkse korte termijn incentive componenten en doelstellingen voor AY 24/25
Voor AY 24/25 is de variabele vergoeding in de vorm van een jaarlijkse cash bonus gebaseerd op een 50-50-weging tussen persoonlijke doelstellingen en individuele bijdragen, en financiële doelstellingen op Groeps- en/of divisieniveau, afhankelijk van de rol van het betreffende lid van het Uitvoerend Management of het Leadership Team.
Belangrijkste prestatiemaatstaven voor AY 24/25
Voor AY 24/25 bestonden de financiële doelstellingen uit een aangepaste EBITDA-doelstelling, in combinatie met ofwel een Netto Financiële Schulddoelstelling op Groepsniveau ofwel een Cash Conversion Cycle-doelstelling op divisieniveau, afhankelijk van de functie van het lid van het Leadership Team. Daarnaast is er een minimale wipeout drempel voorzien, wat betekent dat er geen bonus wordt uitbetaald als de schuldratio (pre- ifrs 16) hoger is dan 3x.
De persoonlijke doelstellingen van de leden van het Leadership Team voor AY 24/25 weerspiegelen de bedrijfsdoelstellingen en strategische objectieven. Deze omvatten elementen zoals business ontwikkeling, de uitrol van strategische partnerschappen, transformatie-initiatieven en kostenbesparende maatregelen. De doelstellingen hebben ook betrekking op procesoptimalisatie en de succesvolle oplevering van specifieke projecten en/of KPI’s, waaronder die welke verband houden met ESG-prestaties.
Specifiek voor de CEO, dhr. Francis Kint (vaste vertegenwoordiger van Argalix BV), werden de persoonlijke doelstellingen voor AY 24/25 in grote lijnen gedefinieerd rond een strategische herziening van het Long-Range Plan (LRP ), in overeenstemming met de ambities van de Raad van Bestuur. Zijn doelstellingen omvatten ook het leiden van belangrijke strategische projecten en het behalen van vastgestelde duurzaamheidsdoelstellingen, die 5% vertegenwoordigen van de in totaal 25% die aan persoonlijke doelstellingen is toegewezen. Wat betreft gedragscompetenties werd bijzondere nadruk gelegd op leiderschap en het bevorderen van duidelijke communicatie en effectieve informatie-uitwisseling binnen de organisatie.
De evaluatieperiode voor deze doelstellingen valt samen met AY 24/25, dat begint op 1 april 2024 en eindigt op 31 maart 2025. In overeenstemming met het remuneratiebeleid wordt de mate waarin de doelstellingen voor de leden van het Leadership Team (inclusief het Uitvoerend Management) zijn gerealiseerd, in het eerste kwartaal van het daaropvolgende boekjaar (AY 25/26) beoordeeld door het Benoemings- en remuneratiecomité. voor andere leden van het Leadership Team dan de CEO wordt de evaluatie uitgevoerd in overleg met de CEO en op basis van onderbouwde voorstellen van de CEO. De Uitvoerend Bestuurder kan input leveren voor de beoordeling van leden van het Uitvoerend Management. De uiteindelijke beslissing wordt genomen door de Raad van Bestuur op basis van deze beoordeling. De kwantitatieve beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van de geauditeerde financiële resultaten voor AY 24/25.
7.4.3. Remuneratie van de CEO in AY 24/25
In zijn hoedanigheid van CEO ontving dhr. Francis Kint (vaste vertegenwoordiger van Argalix BV) voor AY 24/25 een vaste managementvergoeding van € 600 000. hij ontving een korte termijn cash bonusbetaling voor AY 24/25, op basis van de mate waarin de voor dat jaar gestelde doelstellingen werden gerealiseerd, overeenkomend met een prestatieniveau tussen threshold en on-target, wat resulteerde in een bonusbedrag van € 235 181.
Het besluitvormingsproces en het relatieve gewicht van de belangrijkste prestatiemaatstaven zoals uiteengezet in de Hoofdstukken 7.4.1. en 7.4.2. zijn toegepast bij het bepalen van dit resultaat. De verhouding tussen de vaste vergoeding en de variabele vergoeding op korte termijn van dhr. Francis Kint is in AY 24/25 daarom 72% tot 28%.
Bovendien ontving dhr. Francis Kint (vaste vertegenwoordiger van Argalix BV) aandelenopties onder het 2021 SOP, in zijn toenmalige rol van Managing Director van de Frozen divisie. Voor de waardering van deze definitief verworven aandelenopties wordt de theoretische waarde berekend als het verschil tussen de marktprijs van de onderliggende aandelen (d.w.z. de slotkoers van het Greenyard aandeel op de relevante datum van definitieve verwerving) en de uitoefenprijs, zoals aangegeven in de tabel bij de aandelenoptieplannen (zie hieronder). Dit resulteert in een theoretische waarde van € -57 210. Dit bedrag is echter slechts een theoretische waarde, aangezien de definitief verworven aandelenopties onder het 2021 SOP momenteel niet door dhr. Francis Kint kunnen worden uitgeoefend vanwege de toepasselijke uitoefenperiode. Rekening houdend met deze theoretische waardering (d.w.z. aangezien de aldus berekende theoretische waarde negatief is, wordt deze waarde op € 0 vastgesteld), bedroeg de verhouding tussen de vaste en de variabele vergoeding op korte en lange termijn voor dhr. Francis Kint in AY 24/25 72% tot 28%.
7.4.4. Remuneratie van de andere leden van het Leadership Team in AY 24/25
Voor AY 24/25 bedroeg de totale jaarlijkse vergoeding die werd betaald aan de andere leden van het Leadership Team (exclusief de CEO), die tijdens het boekjaar deel uitmaakten van het leadership Team, € 3 369 339. Alle vergoedingen worden betaald op een pro-rata basis overeenkomstig de duur van het mandaat van de leden van het Leadership Team (zie Hoofdstuk 4.3. voor details over wijzigingen in de samenstelling van het Leadership Team tijdens AY 24/25). Voor de leden die het statuut van bediende hebben, werden vaste bijdragen betaald in het kader van de toepasselijke pensioenregelingen en worden de brutobedragen van de vergoedingen weergegeven.
Voor AY 24/25 bedroeg de variabele vergoeding op korte termijn die werd toegekend aan de leden van het Leadership Team, exclusief de CEO, € 843 668. Dit bedrag werd bepaald op basis van het niveau van het bereiken van de financiële doelstellingen op Groepsniveau (aangepaste EBITDA en Netto Financiële Schuld) of op divisieniveau (aangepaste EBITDA en Cash Conversion Cycle), afhankelijk van de positie van het lid van het Leadership Team, en van de persoonlijke doelstellingen en individuele bijdragen. De prestaties van de leden van het Leadership Team, exclusief de CEO, varieerden over alle niveaus, waarbij de financiële doelstellingen varieerden van onder de vastgestelde targets tot het behalen of overschrijden van de toepasselijke drempels, terwijl de persoonlijke doelstellingen over het algemeen dichtbij on target lagen. Het besluitvormingsproces en relatieve weging van de belangrijkste prestatiemaatstaven zoals uiteengezet in de Hoofdstukken 7.4.1. en 7.4.2. zijn bij deze beoordeling toegepast.
Totale vergoeding van de leden van het Leadership team(1)
één jaar
(1) In het overzicht van de totale vergoeding voor AY 24/25 zijn pro-ratabedragen opgenomen op basis van de periode waarin elke persoon lid was van het Leadership Team tijdens AY 24/25. Dit omvat de pro-ratabedragen van zowel de vaste vergoeding als de variabele bonusvergoeding voor twee voormalige leden van het l eadership Team wiens samenwerking met Greenyard tijdens AY 24/25 is beëindigd, alsook voor drie nieuwe leden die in de loop van AY 24/25 tot het l eadership Team zijn toegetreden.
(2) De variabele vergoeding over één jaar bestaat uit de bonus op korte termijn die is toegekend voor de prestaties in AY 24/25 en die is uitbetaald aan het begin van AY 25/26.
Aangezien alle aandelenopties die aan leden van het Leadership Team (exclusief de CEO) zijn toegekend in het kader van het 2019 SOP in AY 24/25 zijn uitgeoefend of vervallen, zoals aangegeven in de tabel over de aandelenoptieplannen (zie hieronder), is alleen de waarde van de uitgeoefende aandelenopties in aanmerking genomen. Deze waarde vertegenwoordigt de theoretische winst voor de personen die deel uitmaakten van het Leadership Team tijdens AY 24/25 en wordt berekend als het verschil tussen de marktwaarde van de onderliggende aandelen (d.w.z. de slotkoers van het Greenyard aandeel op de relevante uitoefendatum) en de toepasselijke uitoefenprijs onder het 2019 SOP. Er is geen waarde opgenomen voor aandelenopties die tijdens het boekjaar zijn vervallen. De resulterende theoretische waarde onder het 2019 SOP bedraagt € 82 920.
Voor de waardering van de definitief verworven aandelenopties die aan de leden van het Leadership Team (exclusief de CEO) zijn toegekend onder het 2021 SOP, zoals aangegeven in de tabel over de aandelenoptieplannen (zie hieronder), is rekening gehouden met het verschil tussen de marktwaarde van de onderliggende aandelen (d.w.z. de slotkoers van het Greenyard aandeel op de relevante vesting datum) en de toepasselijke uitoefenprijs onder het 2021 SOP. Deze waardering omvat alle aandelenopties die definitief zijn verworven onder het 2021 SOP voor personen die deel uitmaakten van het Leadership Team tijdens AY 24/25. De resulterende theoretische waarde bedraagt € -148 890. Aangezien het hier om een theoretische waardering gaat en er in AY 24/25 geen aandelenopties onder de 2021 SOP zijn uitgeoefend, en gezien het feit dat de berekende waarde negatief is, wordt deze op € 0 vastgesteld.
Rekening houdend met deze waarderingen bedroeg de verhouding tussen de vaste en variabele vergoeding op korte termijn voor de andere leden van het Leadership Team in AY 24/25 73% tot 27%. Exclusief de waarde van de verworven aandelenopties bedroeg de verhouding tussen de vaste en de variabele vergoeding op korte termijn 75% tot 25%.
Aandelenoptieplannen (van toepassing vanaf AY 19/20)
Aandelenopties toegekend aan, aangehouden en uitgeoefend door de leden van het Leadership Team in AY 24/25 (9)
Voornaamste bepalingen van het aandelenoptieplan(1) Transacties in AY 24/25(5)
Begunstigde Plan Datum van toekenning Datum van definitieve verwerving Uitoefenperiode Uit oefenprijs Verworven aandelenopties Uitgeoefende aandelenopties
Totaal aantal uitstaande niet-verworven aandelenopties
(1) h et toepasselijke 2019 s OP en 2021 s OP bevatten geen aanvullende retentiebepaling na uitoefening.
(2) Nog niet werkzaam voor Greenyard op de datum van toekenning.
(3) De aandelenopties toegekend aan dhr. francis Kint onder het 2021 s OP zijn toegekend op 27 mei 2021, toen hij Greenyard vervoegde als managing Director van de frozen divisie.
(4) Geen lid van het Leadership Team op de datum van toekenning.
(5) i n AY 24/25 werden geen aandelenopties toegekend aan leden van het l eadership Team.
(6) Dhr. Alexander verbist behield zijn volledige toewijzing van 60 000 aandelenopties onder het 2021 s OP, waarvan de resterende 30 000 niet definitief verworven aandelenopties op 19 februari 2025 definitief zijn verworven, in afwijking van het 2021 s OP.
(7) n a het vervallen van 50 000 definitief verworven aandelenopties op 31 maart 2025.
(8) Dhr. Yannick Peeters (i) behield de 30 000 definitief verworven aandelenopties onder het 2021 s OP, terwijl de resterende 30 000 niet definitief verworven aandelenopties vervielen overeenkomstig de bepalingen van het 2021 s OP, en (ii) behield de 30 000 definitief verworven aandelenopties onder het 2019 s OP, overeenkomstig de bepalingen van het 2019 s OP, welke aandelenopties op 27 mei 2024 werden uitgeoefend.
(9) Het overzicht omvat alle personen die in AY 24/25 deel uitmaakten van het Leadership Team.
7.5. Evolutie van de remuneratie en informatie over het loonverschil
De onderstaande tabel bevat informatie over de jaarlijkse evolutie van (i) de remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders, de CEO, de Uitvoerend Bestuurder en de leden van het Leadership Team (met inbegrip van de CFO), (ii) de prestaties van de Onderneming en (iii) de gemiddelde remuneratie op basis van voltijdse equivalenten van de werknemers van de Onderneming (andere dan de personen onder punt (i)), over de laatste vijf boekjaren, met inbegrip van AY 24/25.
Totale vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur Jaarlijks verschil
van Bestuur
(excl. uitvoerende bestuurder(s))(1)
Uitvoerend Bestuurder | Deprez Invest NV (vert. door Hein Deprez)(2)
vanaf 1 januari 2024
Totale vergoeding
Gemiddeld salaris van werknemers op VTE basis
Jaarlijks verschil
(1) Gemiddelde remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders voor een bepaald boekjaar berekend op basis van de totale remuneratie betaald aan niet-uitvoerende bestuurders in de r aad van Bestuur van Greenyard tijdens het betrokken jaar.
(2) De totale jaarlijkse vergoeding voor AY 23/24 omvat het pro-ratabedrag van de vaste en variabele vergoeding op korte termijn ontvangen voor AY 23/24, dat de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2024 bestrijkt, in de hoedanigheid van Uitvoerend Bestuurder vanaf 1 januari 2024. De totale jaarlijkse vergoeding voor AY 24/25 omvat het volledige bedrag van de vaste vergoeding ontvangen voor AY 24/25, wat resulteert in een verhoging van 152%.
(3) De totale jaarlijkse vergoeding voor AY 23/24 omvat het pro-ratabedrag van de vaste en variabele vergoeding op korte termijn ontvangen voor AY 23/24, dat de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2024 bestrijkt, in de hoedanigheid van CEO vanaf 1 januari 2024. Daarnaast wordt het pro-ratabedrag van de vaste en variabele vergoeding op korte termijn ontvangen voor AY 23/24, voor de periode van 1 april 2023 tot en met 31 december 2023, in de hoedanigheid van Managing Director van de Frozen divisie, opgenomen in de totale vergoeding ontvangen door de andere leden van het Leadership Team voor AY 23/24 (zie hierboven onder ‘Andere leden ’).
(4) Pro-ratabedragen, gebaseerd op de periode dat elke persoon lid was van het l eadership Team tijdens AY 21/22, AY 22/23, AY 23/24 en AY 24/25, worden opgenomen in het overzicht van de totale vergoeding voor het betreffende jaar. De totale jaarlijkse vergoeding van de andere leden van het l eadership Team voor deze jaren omvat niet hun definitief verworven aandelenopties onder het 2019 s OP en 2021 s OP (die niet uitgeoefend werden), om een vergelijking op vergelijkbare basis met voorgaande boekjaren mogelijk te maken. Als deze aandelenopties wel worden meegerekend, is hun waardering theoretisch (zie hierboven). De herrekende bedragen zouden als volgt zijn: - voor AY 21/22: € 5 197 813, wat een jaarlijks verschil van +45,5% ten opzichte van AY 20/21. - voor AY 22/23: € 5 158 716, wat een jaarlijks verschil van -0,8% ten opzichte van AY 21/22. - voor AY 23/24: € 4 671 992, wat een jaarlijks verschil van -9,4% ten opzichte van AY 22/23. - voor AY 24/25: € € 3 453 259, wat een jaarlijks verschil van -26% betekent ten opzichte van AY 23/24. (5) vanaf AY 20/21 worden deze cijfers gerapporteerd post- ifrs16.
(6) CDP-scores voor klimaatverandering en waterzekerheid, A- f (A= hoogste score), laatst bijgewerkt op 6 februari 2025.
(7) De scoreontwikkeling voor waterzekerheid is grotendeels toe te schrijven aan wijzigingen in de score- en rapporteringsmethodologie.
(8) De gemiddelde remuneratie (op f TE-basis) van de werknemers van Greenyard nv wordt berekend op basis van Belgische GAAP (de som van de posten 620 en 622 van de enkelvoudige jaarrekening gedeeld door het aantal FTE’s van Greenyard NV zoals opgenomen in post 1003 in de bijlage sociale balans).
(9) Er werden nieuwe personeelsleden aangeworven, maar aangezien in AY 21/22 senior personeelsleden Greenyard hebben verlaten, is de gemiddelde remuneratie niet exponentieel gestegen in vergelijking met AY 20/21.
(10) Als gevolg van de automatische indexering die in België in AY 23/24 voor bepaalde sectoren werd toegepast, is de gemiddelde remuneratie van het personeel van Greenyard NV in dat boekjaar gestegen.
(11) Het aantal personeelsleden van Greenyard NV is licht gestegen, terwijl de personeelskosten niet evenredig zijn gestegen.
Voor AY 24/25 bedroeg de totale vergoedingsratio (loonverschil) tussen het best betaalde lid van het Leadership Team en de laagst betaalde werknemer bij Greenyard 13 (1):1 op basis van de totale vergoeding. Dit is een daling ten opzichte van AY 23/24, toen de ratio 23 (2):1 bedroeg. Bovendien bedroeg de verhouding tussen de totale jaarlijkse vergoeding van de best betaalde persoon en de mediane jaarlijkse totale vergoeding binnen de Greenyard Groep (exclusief de best betaalde persoon) 17:1 wanneer zelfstandige managers worden meegerekend, en 15:1 wanneer zelfstandige managers worden uitgesloten (3)
7.6. Vertrekvergoeding voor leden van het Leadership Team
In overeenstemming met artikel 7:92 WVV bevatten de overeenkomsten die met leden van het Leadership Team zijn gesloten, geen vertrekvergoedingen die de periode van meer dan twaalf maanden overschrijden. Meer bepaald voorzien de overeenkomsten met de leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team in een vertrekvergoeding gelijk aan zes maanden vergoeding. Indien het lid van het Leadership Team een werknemer is, wordt deze berekend in overeenstemming met de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in het kader van de arbeidsovereenkomst.
In geval van voortijdige beëindiging, verantwoordt en beslist de Raad van Bestuur, op aanbeveling van het Benoemingsen Remuneratiecomité, of het betrokken lid van het Leadership Team, in aanmerking komt voor vertrekvergoeding, en de berekeningsbasis hiervoor.
Naar aanleiding van de wijzigingen in het Leadership Team tijdens AY 24/25, zijn de Raad van Bestuur (op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité) en de respectieve uitvoerende managers het volgende overeengekomen:
Dhr. Marc Zwaaneveld (vaste vertegenwoordiger van MZ-B BV) was tot 31 december 2023 co-CEO. Na zijn vertrek ontving hij in AY 24/25 een totaalbedrag van € 534 375, bestaande uit een exit bonus en een niet-concurrentievergoeding, op grond van de vervulling van bepaalde vooraf overeengekomen voorwaarden, waarvan een deel betrekking had op hetzelfde jaar.
Dhr. Yannick Peeters (vaste vertegenwoordiger van Gemini Consulting BV) en de Onderneming zijn een opzegtermijn van zes maanden overeengekomen, die afliep op 31 december 2024, gedurende welke hij zijn normale vaste vergoeding bleef ontvangen. Aan het einde van deze opzegtermijn werd hem een variabele vergoeding op korte termijn voor AY 24/25 toegekend van € 70 000. Aangezien hij volgens het 2021 SOP als ‘good leaver’ kwalificeerde, behield hij 30 000 definitief verworven aandelenopties, terwijl de overige 30 000 niet definitief verworven aandelenopties vervielen overeenkomstig de bepalingen van het 2021 SOP.
(1) Afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
(2) Idem.
(3) Werknemers die tijdens de verslagperiode de Onderneming hebben verlaten, zijn niet in de berekening opgenomen. De volgende componenten van de vergoeding zijn in de berekening opgenomen: (i) Basissalaris: Brutosalaris; (ii) Voordelen in geld: Commissies en bonussen. Andere variabele componenten zoals ploegenpremies worden niet opgenomen in de voordelen in geld vanwege het onbeduidende karakter van deze componenten ten opzichte van het totale salaris van een werknemer; (iii) Voordelen in natura: bedrijfswagen en pensioenverzekering. Voordelen in natura met een impact van minder dan 1% van het totale brutosalaris worden niet opgenomen vanwege hun onbeduidende karakter. Alle salariscomponenten worden berekend op basis van het contractueel overeengekomen bedrag. Greenyard maakt ook een entiteitsspecifieke berekening bekend van de totale vergoedingsratio, waarbij zelfstandige managers worden opgenomen in de relevante personeelsgroep en de totale vergoeding van deeltijdse werknemers wordt omgerekend naar een voltijds equivalent. De best betaalde persoon (CEO) werkt op zelfstandige basis. Het weglaten van zelfstandigen zou de onderliggende grondgedachte van deze KPI vertekenen.
Dhr. Alexander Verbist (vaste vertegenwoordiger van Qualexco BV) en de Onderneming zijn ook een opzegtermijn van zes maanden overeengekomen, die afliep op 31 december 2024, gedurende welke hij zijn normale vaste vergoeding bleef ontvangen. Na afloop van deze opzegtermijn ontving hij een variabele vergoeding op korte termijn voor AY 24/25 van € 82 706. hij behield zijn volledige pakket van 60 000 aandelenopties onder het 2021 sOP, waarbij de resterende 30 000 niet definitief verworven aandelenopties op 19 februari 2025 definitief zijn verworven, in afwijking van de bepalingen van het 2021 SOP.
7.7. Terugvordering (claw-back)
Greenyard heeft in AY 21/22 een terugvorderingsmechanisme ingevoerd voor de leden van het Uitvoerend Management en het Leadership Team, dat van toepassing is vanaf 1 april 2022, waardoor Greenyard in bepaalde gevallen bij een strafrechtelijk misdrijf of schending van de Gedragscode van Greenyard kan eisen dat een lid aan de Onderneming de variabele vergoeding terugbetaalt die reeds is uitbetaald. Lange termijn incentive plannen binnen Greenyard voorzien in een bad leaver-clausule die bepaalt dat, in bepaalde gevallen (zoals bij beëindiging om dringende redenen), de betrokken houder of begunstigde de eerder toegekende aandelenopties verliest, die automatisch zullen worden geannuleerd en niet langer definitief verworven zullen zijn, zonder dat de Onderneming enige vergoeding verschuldigd zal zijn.
Onder het 2019 SOP en 2021 SOP zullen de aandelenopties in dergelijke gevallen vervallen, ongeacht of ze reeds definitief verworven zijn. De Onderneming beschouwt een dergelijke bad leaver-clausule als gelijkwaardig aan een terugvorderingsclausule.
Tijdens AY 24/25 werden geen terugvorderings- en geen bad leaver-clausules uitgeoefend.
7.8. Informatie over de stemming door de aandeelhouders
De Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024 heeft het remuneratieverslag met betrekking tot AY 23/24 goedgekeurd met een meerderheid van 98,8% van de aandeelhoudersstemmen. Greenyard streeft naar een blijvende betrokkenheid van al haar stakeholders en zal altijd actief rekening houden met hun feedback om haar remuneratiebeleid vorm te geven.
7.9. Afwijkingen van het Remuneratiebeleid
Het remuneratiebeleid van Greenyard bepaalt dat de Raad van Bestuur in uitzonderlijke omstandigheden, die geval per geval moeten worden beoordeeld, en alleen als dit de lange termijn belangen en de duurzaamheid van Greenyard dient of haar voortbestaan waarborgt, na een met redenen omklede aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité, bepaalde afwijkingen van het toepasselijke remuneratiebeleid kan toestaan.
Tijdens AY 24/25 heeft de Raad van Bestuur niet afgeweken van het remuneratiebeleid.
8. Bijkomende informatie
Dit Hoofdstuk bevat de informatie die niet vervat is in andere delen van dit Jaarverslag en die moet worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 3:6, §1 en §2, 4° en 7° W vv(1).
Aandeelhouders- en kapitaalstructuur
Er wordt verwezen naar Informatie voor Aandeelhouders in het Jaarverslag.
Bijzondere controlerechten
Er zijn geen bijzondere controlerechten toegekend aan aandeelhouders van Greenyard.
Beperkingen op overdracht van aandelen
De overdracht van aandelen van Greenyard is niet onderworpen aan wettelijke of statutaire beperkingen.
Controlesysteem voor aandelenplannen voor werknemers waarbij de controlerechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend
Er is geen systeem van aandeelhouderschap voor werknemers ingevoerd.
Wettelijke of statutaire beperkingen op de uitoefening van het stemrecht
Artikel 8 van de statuten van de Onderneming bepaalt dat indien een aandeelhouder de opgevraagde storting op zijn aandelen niet heeft verricht binnen de door de Raad van Bestuur bepaalde termijn, de uitoefening van de stemrechten verbonden aan de aandelen van rechtswege zal worden geschorst zolang deze storting niet is verricht. Op 31 maart 2025 was het kapitaal volledig volstort.
Overeenkomstig artikel 10 van de statuten van de Onderneming mag de Raad van Bestuur de uitoefening van de rechten verbonden aan een aandeel opschorten indien deze rechten zijn verdeeld over meerdere personen, totdat één enkele vertegenwoordiger is aangeduid als aandeelhouder ten opzichte van de Onderneming.
Procedure voor de wijziging van de statuten
Krachtens artikel 7:153 WVV kan een wijziging van de statuten van de Onderneming alleen doorgevoerd worden met de toestemming van minstens 75% van de geldig uitgebrachte stemmen op de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders waar minstens 50% van het maatschappelijk kapitaal van de Onderneming aanwezig of vertegenwoordigd is. Voor het berekenen van de stemmen worden onthoudingen noch in de teller noch in de noemer meegerekend. Indien het aanwezigheidsquorum van 50% niet bereikt is, moet een nieuwe Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden bijeengeroepen waarbij de aandeelhouders over de agendapunten kunnen beslissen ongeacht het percentage van het maatschappelijk kapitaal dat op deze vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
(1)
Regels om bestuurders te benoemen of te vervangen
De bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid voor de Raad van Bestuur om voorlopig in een voortijdige vacature te voorzien zoals bepaald in artikel 16 van de statuten van de Onderneming. De benoemingsprocedure wordt gecoördineerd door de voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Het Benoemings- en Remuneratiecomité beveelt de Raad van Bestuur geschikte kandidaten aan. Vervolgens doet de Raad van Bestuur een voorstel aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor de benoeming als bestuurder. Het Benoemings- en Remuneratiecomité bepaalt de vereisten inzake onafhankelijkheid, bekwaamheid en andere kwalificaties van de leden van de Raad van Bestuur. Na overleg met de Voorzitter van de Raad van Bestuur neemt het Benoemings- en Remuneratiecomité de nodige initiatieven met het oog op een optimale samenstelling van de Raad van Bestuur. Ten minste drie van de bestuurders moeten onafhankelijk zijn overeenkomstig artikel 7:86/1 W vv
Voor elke nieuwe benoeming gebeurt een evaluatie van de bekwaamheden, kennis en ervaring die reeds aanwezig zijn in de Raad van Bestuur en deze die nodig zijn. Dit gebeurt onder andere op basis van een competentiematrix die het Benoemings- en Remuneratiecomité, in voorkomend geval in overleg met de Voorzitter van de Raad van Bestuur, voorstelt, en waaruit de bekwaamheden, kennisdomeinen en soorten expertise blijkt die in de Raad van Bestuur aanwezig zijn. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de opdracht om op basis hiervan het vereiste profiel te bepalen voor een vacante positie van bestuurder met bijzondere focus op het bevorderen van de diversiteit in en complementariteit van de vaardigheden, de ervaring, de kennis, de opleiding en professionele achtergrond in de samenstelling van de Raad van Bestuur (en zijn permanente adviserende comités), met naleving van, onder meer, de wettelijke vereiste op het vlak van genderdiversiteit (artikel 7:86, §1 W vv) en die zich niet in één van de gevallen bevindt voorzien in artikel 20 van de Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (artikel 7:86, §2 W vv). Dit alles boven op het focussen op de expertise en de professionele integriteit die vereist zijn voor de uitoefening van hun taken.
Bij de benoeming van een nieuwe bestuurder vergewist de Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité zich ervan dat de Raad van Bestuur - alvorens de kandidaat in overweging te nemen - over voldoende informatie beschikt over de kandidaat, zoals een curriculum vitae, de beoordeling op basis van een eerste gesprek, een lijst van de mandaten die de kandidaat reeds aanhoudt en, indien nodig, de informatie die nodig is om de onafhankelijkheid van de bestuurder te beoordelen.
De Raad van Bestuur bepaalt, na overleg met en op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité, het profiel voor elke nieuwe onafhankelijk bestuurder, rekening houdend met de toepasselijke onafhankelijkheidsvereisten zoals bepaald in bepaling 3.5 van de Code 2020. Het Benoemings- en Remuneratiecomité start de zoektocht naar geschikte kandidaten voor de vacante positie van onafhankelijk bestuurder en kan een externe consultant aanstellen om de selectieprocedure te begeleiden.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité zal kandidaten voorstellen aan de Raad van Bestuur voor de vacante positie van onafhankelijk bestuurder. Het voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité aan de Raad van Bestuur zal ten minsten volgende informatie bevatten: (i) een overzicht van alle personen die werden gecontacteerd en alle kandidaturen die werden ontvangen, (ii) een gedetailleerd curriculum vitae van de kandidaat-onafhankelijk bestuurder die het Benoemings- en Remuneratiecomité wil voordragen voor benoeming, (iii) een gedetailleerd schriftelijk advies van het Benoemings- en Remuneratiecomité over de betrokken kandidaat, met inbegrip van de voorgestelde remuneratie, en (iv) elk relevant verslag ter zake dat door een externe consultant (indien aangesteld) werd voorgelegd aan het Benoemings- en Remuneratiecomité.
Het besluit van de Raad van Bestuur om een kandidaat-onafhankelijk bestuurder voor benoeming voor te dragen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vereist een bijzondere twee derde meerderheid van de stemmen.
Het voorstel tot benoeming van een (onafhankelijk) bestuurder dat wordt voorgelegd aan de eerstvolgende Algemene Vergadering van Aandeelhouders gaat vergezeld van een aanbeveling van de Raad van Bestuur (met inbegrip van, in het geval van de voordracht van een onafhankelijk bestuurder, de bevestiging of uitleg van de onafhankelijkheid van de desbetreffende kandidaat-bestuurder overeenkomstig artikel 7:87 WVV) en van de professionele biografie van de kandidaat-bestuurder, met inbegrip van een lijst van de mandaten die de kandidaat-bestuurder aanhoudt in genoteerde en niet-genoteerde vennootschappen, alsook in voorkomend geval of de kandidaat-bestuurder (ten minste) voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria uiteengezet in bepaling 3.5 van de Code 2020.
De procedure hierboven is ook van toepassing in het geval van de herbenoeming van een (onafhankelijk) bestuurder.
Indien een (onafhankelijk) bestuurder zich kandidaat stelt voor herbenoeming zal het Benoemings- en Remuneratiecomité in het kader van de (her)benoemingsprocedure, de Raad van Bestuur adviseren over de gepastheid van de herbenoeming, waarbij (onder andere) de kwalitatieve criteria uiteengezet in Hoofdstuk 1.1. van deze Verklaring inzake deugdelijk bestuurder, onder Procedure voor de (Her)Benoeming van Bestuurders (zie hierboven) in aanmerking dienen te worden genomen.
De leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité die zich kandidaat stellen voor herbenoeming mogen niet deelnemen aan de bespreking en beraadslaging in het Benoemings- en Remuneratiecomité omtrent de aanbeveling ter zake aan de Raad van Bestuur over de gepastheid van hun herbenoeming.
De statuten van de Onderneming voorzien dat de bestuurders worden benoemd voor maximum zes jaar. De Raad van Bestuur zal voorstellen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders om bestuurders slechts voor een mandaat van vier jaar te benoemen. Het mandaat eindigt bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders tot dewelke de bestuurder werd benoemd. Zolang de Algemene Vergadering van Aandeelhouders evenwel om welke reden ook niet in de vacature voorziet, blijven de bestuurders wiens mandaat is verstreken, in functie. Uittredende bestuurders zijn herbenoembaar. Indien een uittredende bestuurder zich kandidaat stelt voor herbenoeming als (onafhankelijk) bestuurder zal het Benoemings- en Remuneratiecomité in zijn aanbeveling aan de Raad van Bestuur in het kader van de bovenvermelde (her)benoemingsprocedure, de Raad van Bestuur in het bijzonder adviseren over de gepastheid van de herbenoeming, waarbij (onder andere) bepaalde kwalitatieve criteria van de betrokken kandidaat als bestuurder van de Onderneming zoals uiteengezet in Hoofdstuk 1.1. van deze Verklaring inzake deugdelijk bestuurder, onder Procedure voor de (Her)Benoeming van Bestuurders (zie hierboven), mee in overweging worden genomen.
Het mandaat van de bestuurders kan te allen tijde door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden herroepen bij eenvoudige meerderheid.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur ziet met het oog op de continuïteit van de Raad van Bestuur toe op de ordentelijke en tijdige opvolging van bestuurders.
Bevoegdheid van de Raad van Bestuur tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen
Overeenkomstig artikel 12 van de statuten van de Onderneming, is de Raad van Bestuur gemachtigd om, binnen een termijn van vijf jaar vanaf de datum van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024, en binnen de wettelijk bepaalde grenzen, ongeacht op of buiten de beurs, rechtstreeks of onrechtstreeks, bij wijze van aankoop of ruil, inbreng of om het even welke andere wijze van verkrijging, het wettelijk toegestane maximum aantal aandelen van de Onderneming te verkrijgen, zonder dat een verdere goedkeuring of andere tussenkomst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vereist is, tegen een prijs of een tegenwaarde per aandeel die niet hoger is dan 20% boven de hoogste slotkoers van het aandeel van de laatste 20 beursdagen op Euronext Brussels die de verkrijging voorafgaan, met een minimum van € 1 per aandeel. De Raad van Bestuur is eveneens gemachtigd om de verkregen aandelen op of buiten de beurs te vervreemden door middel van verkoop, ruil, inbreng, conversie van obligaties of enige andere vorm van overdracht, aan te bieden aan het personeel, hierover anderzijds te beschikken of deze aandelen te vernietigen, zonder dat een verdere goedkeuring of andere tussenkomst van de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders vereist is en zonder beperking in de tijd. De voorafgaande machtigingen gelden ook voor alle verkrijgingen en vervreemdingen van aandelen van de Onderneming die, rechtstreeks of onrechtstreeks, worden uitgevoerd door de rechtstreekse dochterondernemingen van de Onderneming overeenkomstig artikel 7:221 WVV.
Daarnaast is de Raad van Bestuur gemachtigd om, binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de publicatie van deze machtiging in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (d.i. op 8 oktober 2024), ongeacht op of buiten de beurs, rechtstreeks of onrechtstreeks, aandelen van de Onderneming te verkrijgen (bij wijze van aankoop of ruil, inbreng of om het even welke andere wijze van verkrijging) of te vervreemden (door middel van verkoop, ruil, inbreng, conversie van obligaties of enige andere vorm van overdracht), indien deze verkrijging of vervreemding noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de Onderneming. Deze machtiging geldt ook voor de verkrijging of de vervreemding van aandelen van de Onderneming die, rechtstreeks of onrechtstreeks, worden uitgevoerd door de rechtstreekse dochterondernemingen van de Onderneming overeenkomstig artikel 7:221 WVV.
Aandeelhoudersovereenkomsten die bekend zijn bij de emittent en die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of uitoefening van het stemrecht
De Raad van Bestuur heeft geen kennis van aandeelhoudersovereenkomsten die van kracht waren tijdens AY 24/25 en die aanleiding geven tot beperkingen op de overdracht van aandelen en/of de uitoefening van stemrechten, met uitzondering van de aandeelhoudersovereenkomst die bekend werd gemaakt aan Greenyard via een transparantiekennisgeving ontvangen op 7 augustus 2023 (zoals gepubliceerd op Greenyards website). Deze overeenkomst houdt in dat Deprez Holding NV, een vennootschap die door dhr. Hein Deprez wordt gecontroleerd, en Andreas Fonds, een maatschap opgericht door de kinderen van dhr. Hein Deprez, in onderling overleg handelen met betrekking tot de uitoefening van het stemrecht verbonden aan de Greenyard aandelen die zij houden.
Daarnaast heeft Greenyard een transparantiekennisgeving ontvangen van enerzijds dhr. Hein Deprez, Deprez Holding NV, Food Invest International NV, Greenyard, De Weide Blik NV, Andreas Fonds Maatschap en Garden S.à r.l. en anderzijds Solum Partners GP II LP, Robusta LP, Harvest S.à r.l., gedateerd 17 april 2025, waarin wordt aangegeven dat Food Invest International NV en Garden S.à r.l. op 11 april 2025 een overeenkomst om te handelen in onderling overleg hebben afgesloten met Harvest S.à r.l. en Robusta LP om in onderling overleg te handelen in verband met Greenyard.
Materiële overeenkomsten die clausules van controlewijziging bevatten
De volgende financieringsovereenkomsten, aangegaan door de Onderneming en bepaalde van haar dochterondernemingen, bevatten een clausule van controlewijziging, die is goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders in overeenstemming met artikel 7:151 WVV:
• De multi-Country factoring syndication Agreement van 26 maart 2024, tussen de Onderneming (als the Parent Company), Greenyard Fresh NV en bepaalde andere dochterondernemingen van de Onderneming waarnaar gezamenlijk verwezen wordt als the Clients, enerzijds, en ING Commercial Finance Belux NV als the Agent, ING Commercial Finance Belux NV, KBC Commercial Finance NV en Belfius Commercial Finance NV als the Factors, anderzijds.
• De Senior Facilities Agreement oorspronkelijk van 22 september 2022 zoals gewijzigd en geherformuleerd op 27 juni 2023, tussen, onder andere, Greenyard en bepaalde van haar dochterondernemingen die daarin worden genoemd als original borrowers en/of original guarantors, KBC Bank NV, ABN AMRO Bank NV en Coöperatieve Rabobank U.A. als arrangers, de financiële instellingen die daarin worden genoemd als original lenders en KBC Bank NV als Agent en security agent
• De Intercreditor Agreement van 22 september 2022 tussen, onder andere, KBC Bank NV als Senior Agent en Security Agent, de daarin opgesomde financiële instellingen als Senior Lenders, KBC Bank NV, ABN AMRO Bank NV en Coöperatieve Rabobank U.A. als Senior Arrangers, Greenyard als Company, de daarin opgesomde vennootschappen als intra-group lenders en bepaalde dochterondernemingen van de Onderneming als original debtors
Overeenkomsten tussen de emittent en zijn bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien in geval van een overnamebod
De Onderneming heeft geen overeenkomsten gesloten met haar bestuurders of werknemers die voorzien in de uitbetaling van een bijzondere vertrekvergoeding in geval van beëindiging van de tewerkstelling ten gevolge van een openbaar overnamebod.
9. Duurzaamheid en onderzoek & ontwikkeling
Er wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag (zie hierboven).
10. Interne controle en risicobeheer
10.1. Risicobeheer
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de opvolging van de risico’s die eigen zijn aan de Groep en voor de beoordeling van de doeltreffendheid van het interne controlesysteem.
De Raad van Bestuur heeft een intern controlesysteem vastgesteld dat gebaseerd is op het Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission (COSO) model. Hierna worden volgende pijlers uiteengezet: controleomgeving, risicobeheersystemen en interne controle, financiële rapportering en communicatie en ten slotte toezicht en opvolging.
Het Uitvoerend Management heeft verscheidene controles geïmplementeerd om de risico’s te beheersen, die de realisatie van de strategische doelstellingen zouden kunnen ondermijnen.
Identificatie van risico’s
De verantwoordelijkheid voor de identificatie en beoordeling van financiële, operationele en compliance risico’s is gedelegeerd aan het Uitvoerend Management, dat verslag uitbrengt aan het Auditcomité. Zoals vereist, komt het Auditcomité jaarlijks bijeen om de relevante bevindingen te beoordelen, strategische risico’s vast te stellen en aanbevelingen te doen aan de Raad van Bestuur.
Risicobereidheid
De Raad van Bestuur is van mening dat de bestaande risicobeheerprocessen een geïnformeerde besluitvorming bevorderen, zowel op operationeel niveau als op het niveau van de Raad van Bestuur. Beoordelingen van de belangrijkste risico’s, waaronder die welke het bedrijfsmodel, de toekomstige prestaties, de solvabiliteit of de liquiditeit bedreigen, worden geëvalueerd.
Waarborging van risicocontrole
Er bestaan verschillende aanvullende structuren die de Raad van Bestuur ondersteunen en die waarborgen bieden inzake de bestaande risicobeperkingen en controles. Daartoe behoren het Auditcomité, de externe en interne audit en het Uitvoerend Management.
10.2. Controleomgeving
Algemeen
De Groep voert een bewust risicobeheer aan de hand van een intern controlesysteem dat wordt bewerkstelligd door de aanmoediging van een bedrijfscultuur waarbij alle medewerkers worden gemachtigd hun taken en verantwoordelijkheden te vervullen naar de hoogste normen van integriteit en deskundigheid.
Auditcomité
Zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur als geheel, ziet het Auditcomité toe op de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer die door het Uitvoerend Management zijn opgezet, met als doel ervoor te zorgen dat de voornaamste risico’s (met inbegrip van de risico’s die verband houden met de niet-naleving van wet- en regelgeving) adequaat worden geïdentificeerd, beheerd en gemeld, overeenkomstig het door de Raad van Bestuur goedgekeurde kader.
Minstens eenmaal per jaar ontmoet het Auditcomité de commissaris om met hem te overleggen over aangelegenheden in verband met het auditplan en alle aangelegenheden die voortvloeien uit de auditwerkzaamheden, met inbegrip van eventuele (potentiële) aandachtspunten die uit de audit naar voren komen. Deze aangelegenheden worden ten minste eenmaal per jaar in het Auditcomité besproken in aanwezigheid van de interne auditafdeling.
Daarnaast geeft het Uitvoerend Management relevante updates van de hangende geschillen aan het Auditcomité. Hierbij wordt telkens het risico gekwantificeerd alsook gekwalificeerd.
Interne audit
De Groep heeft een interne auditafdeling. Het Auditcomité beoordeelt de risicoanalyse van de interne auditafdeling, evenals het interne audit charter alsook het interne auditplan, en ontvangt op regelmatige basis de interne auditrapporten ter bespreking en nazicht. De missie van de interne auditafdeling omvat een onafhankelijke en objectieve kwaliteitsborging en ondersteuning, en beoogt zo meerwaarde te creëren door middel van verbetering van de onderliggende bedrijfscycli en bijhorende interne controles.
De interne auditafdeling helpt de Groep haar algemene doelstellingen te bereiken door de risicobeheer-, controle- en bestuursprocedures stelselmatig en gedisciplineerd te evalueren en te verbeteren. Gebreken in de interne controle die werden vastgesteld door de interne audit worden tijdig meegedeeld aan het Uitvoerend Management en er wordt periodiek opgevolgd om te verzekeren dat de nodige remediërende actie wordt genomen.
10.3. Risicobeheersystemen
en interne controle
De belangrijkste kenmerken van het proces voor risicobeheer en interne controle kunnen als volgt worden samengevat:
• De risicopositie van de onderneming, de mogelijke financiële impact en de vereiste actiepunten worden telkens regelmatig geëvalueerd door het Uitvoerend Management en door de Raad van Bestuur, daarbij geadviseerd door het Auditcomité. Op basis van deze evaluatie worden risico’s geprioriteerd en worden passende actieplannen uitgevoerd;
• De Raad van Bestuur bespreekt de strategie en investeringsprojecten. Er wordt eveneens een evaluatie gemaakt van de hieraan verbonden risico’s en waar nodig worden gepaste maatregelen genomen;
• De bevindingen van interne auditrapporten worden uitgebreid met het lokaal management besproken en regelmatig wordt een samenvatting van deze rapporten voorgesteld aan het Auditcomité.
• Greenyard heeft een compliance team dat verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving op gebieden als bescherming van persoonsgegevens, anticorruptie, bedrijfsethiek en sancties. De duurzaamheidsfunctie binnen de Greenyard Groep ondersteunt de Greenyard bedrijven bij het implementeren van uitgebreide duurzaamheidsrapportages, die betrekking hebben op klimaat- en milieueffecten, sociale compliance-certificering (waaronder mensenrechten) en verantwoord ondernemen. Voor meer informatie over duurzaamheid, verwijzen we naar ons Duurzaamheidsverslag.
voor een overzicht van de voornaamste risico’s en de bijbehorende controleactiviteiten, zie toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer.
10.4. Financiële rapportering en communicatie
Het proces van financiële rapportering en berichtgeving van de Groep kan als volgt worden samengevat:
• Een afsluitingsprogramma met een checklist omvat de taken die moeten worden vervuld voor de maand-, kwartaal-, halfjaar- en jaarafsluiting van de Onderneming en haar dochterondernemingen. De financiële afdeling verschaft de boekhoudkundige cijfers onder toezicht van het hoofd boekhouding of de financiële directeur van elke vestiging. De controllers verifiëren de juistheid van deze cijfers en brengen daarvan verslag uit. Daarbij worden zowel coherentietesten door vergelijkingen met historische of budgettaire cijfers, als steekproefsgewijze controles van verrichtingen gehanteerd. Als onderdeel van het afsluitingsproces dient er telkens ook een uitgebreide rapportering met financiële en operationele gegevens aangeleverd te worden.
• Het Auditcomité assisteert de Raad van Bestuur bij het toezicht op de integriteit van de door Greenyard verstrekte financiële informatie. Meer bepaald ziet het comité toe op de relevantie en de consistentie van de boekhoudkundige normen die binnen de Groep worden toegepast, met inbegrip van de criteria voor de consolidatie van de financiële rekeningen van de ondernemingen van de Groep. Dit toezicht betreft de periodieke informatie vóór de publicatie ervan en is gebaseerd op het door het Auditcomité gehanteerde auditprogramma. Het Uitvoerend Management brengt het Auditcomité op de hoogte van de gehanteerde methodes voor de registratie van significante en ongebruikelijke verrichtingen waarvan de boekhoudkundige verwerking vatbaar kan zijn voor diverse benaderingen. Het Auditcomité bespreekt de financiële rapporteringsmethodes met zowel het Uitvoerend Management als de Chief Financial Officer, en ook de commissaris.
10.5. Toezicht en opvolging
Het toezicht op de interne controle wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, dat daarin wordt bijgestaan door het Auditcomité en de interne auditafdeling.
De commissaris verricht jaarlijks een beoordeling van de interne controle met betrekking tot de risico’s die verband houden met de financiële staten van de Groep. In dit kader geeft de commissaris indien nodig aanbevelingen over de interne controle en risicobeheersystemen, hetgeen wordt geformaliseerd in een management letter. Het Uitvoerend Management onderneemt acties om aan de bevindingen tegemoet te komen en zodoende de interne controleomgeving nog verder te verbeteren. Deze maatregelen worden opgevolgd en het Auditcomité gaat na of de aanbevelingen, zoals voorgelegd door de commissaris, worden uitgevoerd en opgevolgd.
11. Informatie voor aandeelhouders
11.1. Aandelen
De aandelen van de Onderneming zijn genoteerd op de continue markt van Euronext Brussel (stockcode: GREEN), meer specifiek in het segment B (mid caps) van deze markt, sinds 1 maart 2005. Het Greenyard aandeel werd geïntroduceerd op de Beurs van Brussel in juni 1999.
Tijdens boekjaar 24/25 heeft Greenyard gebruikgemaakt van de liquiditeitsverschaffende diensten van KBC Securities. Soortgelijke diensten werden eerder verleend door ABN AMRO Bank, waarmee Greenyard een raamovereenkomst heeft gesloten voor een reeks diensten in verband met haar status als beursgenoteerde onderneming.
11.2. Beursevolutie
aantal verhandelde aandelen per dag 16 614
Totaal aantal aandelen (incl. eigen aandelen)
het gemiddeld aantal verhandelde aandelen per dag in AY 24/25 bedroeg 16 614 aandelen, vergeleken met 9 008 aandelen het jaar voordien, of een stijging van 84,4%. Door een hogere liquiditeit, is de totale omzet gestegen van € 13,9m naar € 24,1m.
11.3. Kapitaalstructuur
Toegestaan kapitaal
Overeenkomstig artikel 7 van de statuten van de Onderneming is de Raad van Bestuur gemachtigd om het kapitaal van de Onderneming in één of meer malen te verhogen met een bedrag gelijk aan het kapitaal ten bedrage van € 343 851 771,23. De machtiging geldt voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 25 september 2023, zijnde de datum waarop de besluiten van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 september 2023 werden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Deze machtiging aan de Raad van Bestuur is hernieuwbaar. Krachtens deze machtiging is de Raad van Bestuur bevoegd om het kapitaal te verhogen door middel van inbreng in geld of in natura binnen de door het WVV toegestane grenzen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, door omzetting van reserves in kapitaal, al dan niet beschikbaar of onbeschikbaar voor uitkering, met of zonder de uitgifte van nieuwe aandelen. De Raad van Bestuur mag deze machtiging ook aanwenden voor de uitgifte van converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties waaraan andere effecten zijn verbonden of andere effecten.
Binnen de grenzen van en in overeenstemming met het WVV, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, is de Raad van Bestuur gemachtigd om wanneer hij het kapitaal verhoogt of converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties waaraan andere effecten zijn verbonden of andere effecten uitgeeft, het voorkeurrecht te beperken of uit te sluiten, ook ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan leden van het personeel.
Indien een uitgiftepremie wordt betaald naar aanleiding van een kapitaalverhoging waartoe wordt besloten binnen het kader van het toegestane kapitaal, zal die van rechtswege worden geboekt op de rekening “Uitgiftepremies”, die in dezelfde mate als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens de mogelijkheid tot omzetting van deze reserve in kapitaal, slechts kan worden verminderd of weg geboekt bij een nieuwe beslissing van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders genomen overeenkomstig de voorwaarden gesteld voor een statutenwijziging.
Daarnaast is de Raad van Bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen nadat de Onderneming een mededeling van de FSMA heeft ontvangen dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Onderneming door inbreng in natura of in geld met opheffing of uitsluiting van het voorkeurrecht van de aandeelhouders, en/of door de uitgifte van stemrecht verlenende effecten die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, of van effecten die recht geven op inschrijving op of op verkrijging van dergelijke effecten, ook indien deze effecten of rechten niet bij voorkeur worden aangeboden aan de aandeelhouders naar evenredigheid van het kapitaal dat door hun aandelen wordt vertegenwoordigd, onder de voorwaarden voorzien in het WVV zoals van tijd tot tijd gewijzigd. Deze machtiging is toegekend voor een periode van drie jaar vanaf de datum van de besluiten van voormelde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 september 2023.
Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in het kader van het toegestaan kapitaal is de Raad van Bestuur gemachtigd, met het recht van substitutie, om de statuten van de Onderneming te wijzigen om het uitstaande kapitaal en de uitstaande aandelen weer te geven.
Inkoop van eigen aandelen
De Raad van Bestuur is, overeenkomstig artikel 12 van de statuten van de Onderneming, gemachtigd, voor een periode van vijf jaar bij beslissing van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 20 september 2024, en binnen de limieten bepaald door de wet, om op of buiten de beurs, direct of indirect, om haar eigen aandelen te verkrijgen tot het wettelijk maximumbedrag zoals toegestaan per wet, zonder dat een voorafgaandelijk besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vereist is. Dit moet gebeuren aan een prijs of een vergoeding per aandeel die niet hoger dan 20% boven de hoogste sluitprijs van het aandeel op Euronext Brussel tijdens de laatste 20 handelsdagen voorheen de aankoop, met een minimum van € 1 per aandeel. Bovendien is de Raad van Bestuur gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar te rekenen vanaf 8 oktober 2024 (zijnde de datum van bekendmaking van de besluiten van de Buitengewone Algemene Vergadering van 20 september 2024 in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad), aandelen van de Vennootschap te verwerven of te vervreemden, als een dergelijke verwerving of vervreemding noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap te voorkomen.
Inkoopprogramma eigen aandelen
Op 14 maart 2017 heeft de Raad van Bestuur, binnen de bevoegdheid die toegestaan werd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het opstarten van een inkoopprogramma van eigen aandelen goedgekeurd tot een maximum van 1 750 000 aandelen. Het programma is opgezet om de potentiële verwatering van de converteerbare obligatielening te beperken en een pool van eigen aandelen te creëren ter financiering van potentiële, toekomstige overnames en/of incentive plannen op lange termijn. Eind augustus 2017 had de Onderneming het maximum van 1 750 000 eigen aandelen gekocht, hetzij bijna 3,94% van het totaal aantal uitstaande aandelen. in totaal werden de eigen aandelen aangekocht voor € 30,0m of € 17,17 per aandeel.
Op 28 augustus 2021 heeft de Raad van Bestuur, binnen de bevoegdheid die toegestaan werd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het opstarten van een tweede inkoopprogramma van eigen aandelen goedgekeurd van 600 000 aandelen. het programma is uitsluitend opgezet om een pool van eigen aandelen te creëren voor incentive plannen op lange termijn. Eind januari 2022 had de Onderneming alle 600 000 eigen aandelen ingekocht, hetzij 1,16% van het totaal aantal uitstaande aandelen. In totaal werden de eigen aandelen aangekocht voor € 5,5m of € 9,08 per aandeel.
Op 13 maart 2024 heeft de Raad van Bestuur, binnen de bevoegdheid die toegestaan werd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het opstarten van een derde inkoopprogramma van eigen aandelen goedgekeurd voor maximaal 1 250 000 aandelen, met een looptijd van maximaal 2,5 jaar. Dit laatste programma is ook bedoeld om een pool van eigen aandelen te creëren voor incentive plannen op lange termijn. Op 8 oktober 2024 had de Onderneming alle 1 250 000 eigen aandelen ingekocht, hetzij 2,43% van het totaal aantal aandelen van de Onderneming. In totaal werden de eigen aandelen aangekocht voor € 7,4m of gemiddeld € 5,93 per aandeel.
Per 31 maart 2025 bezit Greenyard nv 2 308 854 eigen aandelen, wat 4,5% van de aandelen vertegenwoordigt.
11.4. Aandeelhoudersstructuur
Iedere aandeelhouder die minstens 3,0%, 5,0%, 7,5% en 10% van de totale stemrechten in bezit heeft of een veelvoud van 5%, moet zich conformeren aan de wet van 2 mei 2007, inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten. De betrokkenen dienen daarvoor een kennisgeving op te sturen naar de FSMA (Financial Services and Market Authority: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) en naar de Onderneming.
Het totaal aantal aandelen in Greenyard bedraagt 51 515 443. De aandeelhoudersstructuur per 31 maart 2025 wordt in de onderstaande tabel weergegeven:
Een overzicht van de huidige aandeelhoudersstructuur is terug te vinden op onze website www.greenyard.group
11.5. Belangrijke evoluties van aandeelhouderschap
In het boekjaar 24/25 heeft Greenyard een transparantiemelding ontvangen (zoals gepubliceerd op de website van Greenyard) waarin staat dat op 4 januari 2024, in het kader van de opvolgingsplanning binnen de familie Deprez, 778 061 aandelen Greenyard zijn overgedragen van Deprez holding nv, waarover dhr. hein Deprez de zeggenschap heeft, aan Andreas Fonds, een maatschap opgericht door zijn kinderen. Als gevolg daarvan nam het aandelenbezit van de maatschap Andreas Fonds in Greenyard toe van 1,94% tot 3,45%, waarmee de kennisgevingsdrempel van 3% werd overschreden. Deze overdracht had geen invloed op het totale aantal aandelen dat gezamenlijk werd gehouden in Greenyard door de heer Hein Deprez, Food Invest International NV, Deprez Holding NV en de Andreas Fonds Maatschap. Naar aanleiding van een op 7 augustus 2023 ontvangen transparantiemelding is Greenyard geïnformeerd dat er een overeenkomst is gesloten op grond waarvan Deprez Holding NV en Andreas Fonds Maatschap in onderling overleg handelen met betrekking tot de uitoefening van de stemrechten verbonden aan de door hen gehouden Greenyard aandelen.
Daarnaast heeft Greenyard twee transparantiemeldingen ontvangen van BNP Paribas Fortis SA/NV (BNPPF ) van respectievelijk 7 en 11 april 2025, en twee transparantiemeldingen van Deprez Holding NV, Food Invest International NV, Andreas Fonds Maatschap en De Weide Blik NV (gezamenlijk: de Deprez-vennootschappen) van respectievelijk 8 en 11 april 2025. Uit deze kennisgevingen bleek dat BNPPF de drempel van 7,5% op 1 april 2025 naar boven en vervolgens op 11 april 2025 naar beneden had overschreden en vanaf laatstgenoemde datum geen aandelen in Greenyard meer hield. Uit de kennisgevingen van de Deprez-vennootschappen blijkt dat zij op 1 april 2025 de drempel van 35% naar beneden hebben overschreden en vervolgens op 11 april 2025 weer naar boven, waardoor zij uiteindelijk hun oorspronkelijke positie van 37,79% van de stemrechten van de Vennootschap hebben behouden (of 42,27%, wanneer de 2 308 854 eigen aandelen worden meegerekend), zoals die vóór de overdracht op 1 april 2025 en de daaropvolgende omkering werd gehouden.
Greenyard ontving een transparantiemelding op 17 april 2025 van enerzijds dhr. Hein Deprez, Deprez Holding NV, Food Invest International NV, Greenyard, De Weide Blik NV, Andreas Fonds Maatschap en Garden S.à r.l. en anderzijds Solum Partners GP II LP, Robusta LP, Harvest S.à r.l. Deze kennisgeving onthulde dat Food Invest International NV en Garden S.à r.l. op 11 april 2025 een overeenkomst hebben gesloten om in onderling overleg met Harvest S.à r.l. en Robusta LP te handelen met betrekking tot hun aandelenbezit en stemrechten in Greenyard.
In een latere transparantiemelding van 30 april 2025 is aangegeven dat op 24 april 2025 alle aandelen gehouden in Greenyard die in handen waren van Deprez Holding NV, De Weide Blik NV en Andreas Fonds Maatschap zijn overgedragen aan Food Invest International NV. Na deze transactie heeft Food Invest International NV alle aandelen die zij bezat, inclusief de aandelen verworven bij de voorgaande transactie, overgedragen aan Garden S.à r.l. Als gevolg van deze transacties zijn in totaal 19 456 811 Greenyard-aandelen, die 37,79% van de stemrechten in Greenyard vertegenwoordigen, in handen gekomen van Garden S.à r.l., welke vennootschap wordt gecontroleerd door Food Invest International NV.
11.6. Contacten
Het Investor Relations-team is beschikbaar voor vragen van aandeelhouders en investeerders over de activiteiten van de Groep, over het aandeel en andere informatie op investor.relations@greenyard.group
11.7. Financiële kalender
Q1 trading update AY 25/26: 04 september 2025 (voor beurs) Algemene vergadering AY 24/25: 19 september 2025 Persbericht halfjaarresultaten AY 25/26: 18 november 2025 (voor beurs)
Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Kostprijs van de omzet
en administratiekosten
Overige bedrijfsopbrengsten/kosten (-)
Aandeel in de winst/het verlies (-) van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Toe te rekenen aan:
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde winst- en
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Herwaarderingen van toegezegde pensioenplannen, bruto
Uitgestelde belastingen op herwaarderingen van toegezegde pensioenplannen
Posten die niet geherklasseerd worden naar winst of verlies
bruto
Uitgestelde
kasstroomafdekkingen
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode
Toe te rekenen aan:
Toelichting AY 24/25 AY 23/24
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
Geconsolideerde balans
opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
met betrekking tot pensioenen en soortgelijke rechten
Gecorrigeerd
Geconsolideerde staat van wijzigingen in eigen vermogen
AY 24/25
gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode
Aankoop van minderheidsbelangen
Op aandelen gebaseerde beloningen, bruto
Uitgestelde belasting op aan
delen gebaseerde betalingen
eigen aandelen
Verkoop eigen aandelen
Resultaat op verkoop van eigen aandelen bij uitoefening aandelenoptieplan
Balans op 1 april 2023 (zoals
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode
Op aandelen gebaseerde beloningen, bruto
Uitgestelde belasting op aandelen gebaseerde betalingen
Resultaat op verkoop van eigen aandelen bij uitoefening aandelenoptieplan
(*) Gecorrigeerd voor de rechtzetting van een historische fout: zie Toelichting 2.5. Correctie van fouten voor verdere informatie. De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde staat van wijzigingen in eigen vermogen.
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Afschrijvingen van immateriële activa
Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa en recht op gebruik activa
Waardevermindering op voorraden/handelsvorderingen
Toename/afname (-) in voorzieningen voor overige kosten en schulden en voorzieningen m.b.t. pensioenen en soortgelijke rechten
meer (-)/minderwaarde op verkoop van materiële vaste activa
Op aandelen gebaseerde beloningen en andere
Aandeel in de winst/het verlies (-) van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Toename (-) /afname in werkkapitaal
Toename (-)/afname van voorraden
Toename (-)/daling van handels- en overige vorderingen
Toename/afname (-) van de handels- en overige schulden
Aankopen van immateriële activa en materiële vaste
en
Verwerving minderheidsbelangen
Opname van lange en korte termijn schuldinstrumenten, exclusief transactiekosten
Terugbetaling van lange en korte termijn schuldinstrumenten
Betaling van leasingschulden
Waarvan:
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
1. Algemene informatie
Greenyard (Euronext Brussels: GREEN), gevestigd in België te Sint-Katelijne-Waver, is één van de grootste groentenen fruitleveranciers ter wereld. We bieden pure-plant, gezonde producten voor iedere levensstijl, leeftijdscategorie of consumptie. Vers, diepgevroren of verwerkt. Traditionele of nieuwe soorten. Exotisch of lokaal. Voorverpakt of in bulk. De Groep telt ongeveer 8 600 werknemers en is actief in 21 landen wereldwijd.
De geconsolideerde jaarrekening van Greenyard NV (‘de Onderneming’) en haar dochterondernemingen (samen, ‘de Groep’) voor het jaar eindigend op 31 maart 2025 werd goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur op 12 juni 2025.
2. Materiële boekhoudprincipes
2.1.
Presentatiebasis
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS Accounting standaarden), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften in België van toepassing. De geconsolideerde jaarrekening is opgemaakt op basis van de historische kost, behalve voor afgeleide financiële instrumenten, beursgenoteerde beleggingen en pensioenen die gewaardeerd worden op een alternatieve basis op elke rapporteringsdatum zoals verder in dit verslag wordt toegelicht.
2.2. Wijzigingen in boekhoudprincipes en toelichtingen
De boekhoudprincipes zoals toegepast in de voorbereiding van de geconsolideerde financiële staten voor het AY 24/25 eindigend per 31 maart 2025 zijn consistent met deze toegepast in de voorbereiding van de geconsolideerde financiële staten voor het AY 23/24 eindigend per 31 maart 2024, behoudens de hieronder vermelde items.
Aanpassingen aan IFRS die verplicht van kracht zijn voor het huidige boekjaar
De IASB heeft de volgende aanpassingen aangebracht, die van kracht zijn vanaf 1 januari 2024:
• Aanpassingen van IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening & IFRS Practice Statement: Classificatie van verplichtingen als vlottend of niet-vlottend en niet-vlottende verplichtingen met convenanten (van toepassing vanaf 1 januari 2024);
• Aanpassingen van ifrs 16 leases: leaseverplichtingen in een sale en leaseback (van toepassing vanaf 1 januari 2024);
• Wijzigingen in IAS 7 Het kasstroomoverzicht en IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing: Leveranciersfinanciering overeenkomsten (van toepassing vanaf 1 januari 2024).
Als gevolg van de toepassing van deze aanpassingen heeft de Groep bijkomende toelichtingen opgenomen over leveranciersfinanciering (zie Toelichting 6.17. Handels- en overige schulden).
Nieuwe en gewijzigde IFRS welke uitgevaardigd werden maar nog niet van kracht zijn
De Groep heeft niet geopteerd voor de vervroegde toepassing in AY 24/25, van volgende nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties, welke uitgevaardigd werden maar nog niet van kracht zijn op datum van de goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening:
• Aanpassingen in IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (van toepassing vanaf 1 januari 2025);
• Aanpassingen in IFRS 9 en IFRS 7: de classificatie en waardering van financiële instrumenten (van toepassing vanaf 1 januari 2026);
• IFRS 18 Presentatie en informatieverschaffing in de jaarrekening (van toepassing vanaf 1 januari 2027);
• jaarlijkse verbeteringen: volume 11: van toepassing vanaf 1 januari 2026. De wijzigingen omvatten:
– IFRS 1 Eerste toepassing van de International Financial Standards;
– IFRS 7 Financiële instrumenten: toelichting en bijkomende informatie omtrent implementatie van IFRS 7;
– IFRS 9 Financiële instrumenten;
– IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening; en
– IAS 7 Kasstroomoverzicht;
• IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke verantwoording: Informatieverschaffing (van toepassing vanaf 1 januari 2027).
De Groep verwacht niet dat de toepassing van deze nieuw uitgevaardigde IFRS standaarden, welke nog niet van kracht zijn, een beduidend effect zullen hebben op de jaarrekening van de Groep met uitzondering van IFRS 18 Presentatie en informatieverschaffing in de jaarrekening.
IFRS 18 introduceert nieuwe vereisten voor de presentatie van de winst-en-verliesrekening, inclusief specifieke totalen en subtotalen. Verder zijn entiteiten verplicht om alle opbrengsten en kosten in de winst-en-verliesrekening te classificeren in één van vijf categorieën: bedrijfsactiviteiten, investeringsactiviteiten, financieringsactiviteiten, winstbelastingen en beëindigde bedrijfsactiviteiten, waarbij de eerste drie categorieën nieuw zijn.
IFRS 18 vereist ook informatieverschaffing over nieuw gedefinieerde, door het management gedefinieerde prestatiemaatstaven, subtotalen van opbrengsten en kosten, en bevat nieuwe vereisten voor het samenvoegen en opsplitsen van financiële informatie op basis van de geïdentificeerde 'rollen' van de primaire financiële overzichten en de toelichtingen.
Daarnaast zijn er beperkte aanpassingen doorgevoerd in IAS 7 Het kasstroomoverzicht, waaronder het wijzigen van het uitgangspunt voor het bepalen van kasstromen uit bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode, van 'winst of verlies' naar 'operationele winst of operationeel verlies' en het verwijderen van de optionaliteit met betrekking tot de classificatie van kasstromen uit dividenden en interest. Bovendien zijn er aanpassingen in verschillende andere standaarden.
IFRS 18, en de aanpassingen aan de andere standaarden, is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2027, maar eerdere toepassing is toegestaan en moet worden vermeld. IFRS 18 zal retroactief worden toegepast. De Groep is momenteel bezig om alle gevolgen van de aanpassingen op de primaire financiële overzichten en toelichtingen bij de jaarrekening in kaart te brengen.
2.3. Basis van consolidatie
Dochterondernemingen
De geconsolideerde jaarrekening bevat de gegevens van de Onderneming en van entiteiten gecontroleerd door de Onderneming en hun dochterondernemingen. De Groep heeft zeggenschap over een entiteit als de Groep:
• macht heeft over de entiteit;
• blootgesteld is aan, of recht heeft op, de variabele opbrengsten van de entiteit; en
• de mogelijkheid heeft om haar macht te gebruiken om de opbrengsten te beïnvloeden.
De Groep neemt alle relevante factoren en omstandigheden in overweging bij de beoordeling of men al dan niet controle heeft over de entiteit. Voor entiteiten waarin de Groep meer dan 50% van het eigendomsbelang en stemrecht heeft, wordt over het algemeen geconcludeerd dat er sprake is van controle. De Groep kan echter ook concluderen controle te hebben over een entiteit op basis van de rechten die voortvloeien uit de statuten, contractuele afspraken of speciale relaties.
Winst en verlies en alle componenten van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten zijn toegerekend aan de aandeelhouders van de Onderneming en de minderheidsbelangen, ook als dit resulteert in een negatief saldo voor de minderheidsbelangen.
Wijzigingen in het aandeelhouderschap in dochterondernemingen, waarbij de Groep de controle niet verliest, worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Daarbij worden de netto boekwaarden van de belangen van de Groep en van minderheidsbelangen aangepast aan de gewijzigde participatieverhoudingen in deze dochterondernemingen. Verschillen tussen de aanpassing van de minderheidsbelangen en de reële waarde van de betaalde of ontvangen overnamevergoeding worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen en toegerekend aan de aandeelhouders van de Groep.
Wanneer de Groep de controle over een dochteronderneming verliest, worden de betrokken activa (inclusief goodwill), verplichtingen, minderheidsbelangen en andere componenten van het eigen vermogen niet langer opgenomen, terwijl het daaruit voortvloeiende resultaat wordt verwerkt in winst of verlies. Enige overgebleven investering wordt gewaardeerd aan reële waarde.
Elke voorwaardelijke vergoeding uit een bedrijfsverwerving, die wordt overgedragen aan de overnemer zal worden gewaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als aanpassingen in de waarderingsperiode in aanmerking komen, worden met terugwerkende kracht aangepast tegenover goodwill.
Investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen
De investeringen van de Groep in de geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode worden investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen aanvankelijk tegen kostprijs opgenomen inclusief transactiekosten. De boekwaarde van de investering wordt vervolgens aangepast om rekening te houden met de wijziging van het aandeel van de Groep in de netto-activa van de deelneming na overname. Goodwill met betrekking tot de geassocieerde onderneming of joint venture wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering.
Het totaal van het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de geassocieerde onderneming of joint venture wordt getoond in de winst- en verliesrekening in EBIT, ondanks dat het de winst of het verlies na belastingen en minderheidsbelangen in de dochterondernemingen van de geassocieerde deelneming of joint venture betreft.
2.4. Samenvatting van de materiële boekhoudprincipes
Vreemde valuta
A. Transacties in vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoersen die gelden op datum van de transactie. Monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend aan de slotkoersen van kracht op balansdatum. Winsten en verliezen die voortvloeien uit de afwikkeling van transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Niet-monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers geldend op datum van de transactie.
Wisselkoerswinsten en -verliezen betreffende leningen en geldmiddelen en kasequivalenten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen onder financieel resultaat. Alle overige wisselkoerswinsten en -verliezen worden in de winst- en verliesrekening gepresenteerd in de brutowinst/verlies.
B. Omrekening van de financiële resultaten en financiële positie van buitenlandse activiteiten
Activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten worden omgerekend naar euro aan de wisselkoersen geldend op de balansdatum. De winst- en verliesrekeningen van buitenlandse activiteiten worden omgerekend naar euro aan gemiddelde jaarkoersen die de wisselkoersen van toepassing op de data van de transacties benaderen. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgerekend. Omrekeningsverschillen worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gecumuleerd in het eigen vermogen (valuta omrekeningsreserve). Wanneer de entiteit geen volledige eigendom is van de Groep, wordt het relevante proportionele deel van de omrekeningsverschillen toegewezen aan de minderheidsbelangen. Bij de verkoop van een buitenlandse activiteit worden alle omrekeningsverschillen in het eigen vermogen ten aanzien van die activiteit die aan de aandeelhouders van de Groep worden toegerekend, geherklasseerd naar de winst- en verliesrekening.
C. Wisselkoersen
De voornaamste wisselkoersen die werden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening zijn:
Goodwill
In overeenstemming met IFRS 3 Bedrijfscombinaties wordt goodwill gewaardeerd aan kostprijs en niet afgeschreven maar wel onderworpen aan een jaarlijkse test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer er een aanwijzing is dat de kasstroom genererende eenheid waaraan goodwill is toegerekend mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. De boekwaarde van de goodwill wordt vergeleken met de realiseerbare waarde, welke de hoogste is van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten. Bijzondere waardeverminderingen worden
opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Een bijzonder waardevermindering met betrekking tot goodwill wordt niet teruggenomen.
Immateriële vaste activa
A. On-premise software en licenties
On-premise software waarvoor een licentie is verleend of die van een verkoper werd aangekocht, wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Uitgaven voor intern ontwikkelde software worden geactiveerd wanneer de uitgaven in aanmerking komen als ontwikkelingsactiviteit; anders worden ze opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment dat ze worden gemaakt. Software en licenties worden lineair afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur.
B. Cloud computing
Licentievergoedingen in het kader van cloud computing overeenkomsten worden als kosten opgenomen op het moment dat ze worden gemaakt (d.w.z. over de looptijd van het contract) wanneer de overeenkomst geen aanleiding geeft tot het erkennen van een immaterieel actief volgens IAS 38. Kosten voor het configureren of aanpassen van de onderliggende cloud computing dienst worden als kost opgenomen wanneer de betreffende dienst wordt uitgevoerd. Ze worden echter opgenomen over de looptijd van het contract wanneer de implementatie niet te onderscheiden is van de dienst om toegang te krijgen tot de software.
Externe en interne implementatiekosten met betrekking tot bestaande on-premise software onder immateriële vaste activa worden geactiveerd als onderdeel van de kosten van het bestaande actief wanneer ze resulteren in extra functionaliteit. Uitgaven om een nieuwe interface te creëren tussen de bestaande software van Greenyard en de cloud software kunnen resulteren in de creatie van een afzonderlijk immaterieel actief onder IAS 38 wanneer dit resulteert in een nieuwe softwarecode waarover Greenyard de controle heeft.
C. Klantenrelaties
De klantenrelaties verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde op aankoopdatum. De reële waarde wordt bepaald op basis van een extern waarderingsverslag. Na de initiële opname worden de klantenrelaties opgenomen aan kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen.
D. Gebruiksduur
De gebruiksduur van de immateriële vaste activa kan als volgt worden samengevat:
Overige immateriële activa
De boekwaarde van immateriële vaste activa wordt op elke balansdatum beoordeeld om na te gaan of er aanwijzingen zijn dat deze activa aan een bijzondere waardevermindering onderhevig zouden kunnen zijn. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat om het bedrag van de bijzondere waardevermindering te bepalen.
Materiële vaste activa
De Groep heeft geopteerd voor het historische kostprijsmodel en niet voor het herwaarderingsmodel. Materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en uitgaven die opgelopen werden om het actief op de locatie en in de staat te brengen die noodzakelijk is om op de beoogde wijze te functioneren. Constructie of productie van een in aanmerking komend actief worden geactiveerd als deel van de kost van dat actief. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van de betrokken activa. Investeringssubsidies worden in de balans opgenomen als er redelijke zekerheid is dat we aan de relevante voorwaarden zullen voldoen en de subsidie zal worden ontvangen. De subsidie wordt afgeschreven over dezelfde periode als de materiële vaste activa waarvoor de subsidie verkregen werd.
Boekhoudkundige verwerking leaseovereenkomsten als leasingnemer
A. Definitie van een leaseovereenkomst
Bij het aangaan van een contract, wat meestal samenvalt met de datum waarop het contract wordt ondertekend, moet de Groep beoordelen of het contract een leaseovereenkomst is of bevat. Een contract is of bevat een leaseovereenkomst indien het contract in ruil voor een vergoeding het recht verleent gedurende een bepaalde periode de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
Een actief wordt gewoonlijk geïdentificeerd doordat dit uitdrukkelijk in een contract is gespecificeerd. Een actief kan echter ook worden geïdentificeerd doordat dit impliciet wordt gespecificeerd op het moment dat het voor gebruik door de klant beschikbaar wordt gesteld. Indien de leverancier het materiële recht heeft het actief te vervangen, dan is het actief niet geïdentificeerd. Een materieel substitutierecht betekent dat (a) de leverancier in de praktijk over de gehele gebruiksperiode over de mogelijkheid beschikt om activa te substitueren, en (b) de leverancier een economisch voordeel heeft bij de uitoefening van dit recht.
Om te beoordelen of een contract het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerde actief uit te oefenen, moet de Groep beoordelen of het gedurende de gehele gebruiksperiode het recht heeft om:
• vrijwel alle economische voordelen uit het gebruik van het geïdentificeerde actief te verkrijgen; en
• het gebruik van het geïdentificeerde actief te bestemmen. Dit is over het algemeen het geval wanneer de Groep het besluitvormingsrecht heeft over de gebruikswijze en het gebruiksdoel van het actief.
B. Leaseperiode
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare periode van een leaseovereenkomst, samen met (i) de periodes die onder een optie tot verlenging van de leaseovereenkomst vallen als het redelijk zeker is dat de Groep deze optie zal uitoefenen; en (ii) de periodes die onder een optie tot beëindiging van de leaseovereenkomst vallen als het redelijk zeker is dat de Groep deze optie niet zal uitoefenen. Bij grond en gebouwen gaat Greenyard er in het algemeen van uit dat opties tot verlenging van contracten met een niet-opzegbare termijn van meer dan 2 jaar niet als redelijk zeker zijn. De opties tot beëindiging van alle contracten met een niet-opzegbare leaseperiode van meer dan 2 jaar daarentegen worden wel beschouwd als redelijk zeker dat ze zullen worden uitgeoefend. Deze interpretatie wordt genomen omdat de marktsituatie en het macro-economisch klimaat zeer sterk evolueren. In het geval van een significante wijziging in omstandigheden dat binnen de controle van Greenyard valt en de uitoefening als redelijk zeker beïnvloed, wordt een nieuwe analyse gemaakt.
C. Recht op gebruik activa
De Groep erkent het recht op gebruik van activa op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). De recht op gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, en aangepast voor een eventuele herziening van de leaseverplichtingen. Herzieningen van leaseverplichtingen betreffen voornamelijk contracten die gelinkt zijn aan een index. De kostprijs van de recht op gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten die zijn gemaakt en de leasebetalingen die op of voor de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met eventuele ontvangen lease-kortingen. De recht op gebruik activa worden lineair afgeschreven over de kortste van de geschatte gebruiksduur van het onderliggende actief en de leasetermijn. In geval van eigendomsoverdracht aan het einde van de leaseperiode of in het geval de leaseperiode de uitoefening van een koopoptie weerspiegelt, loopt de afschrijvingsperiode tot het einde van de gebruiksduur van het onderliggende actief. In dat geval wordt de gebruiksduur van de recht op gebruik activa in lijn gebracht met de gebruiksduur van materiële vaste activa.
De Groep erkende een recht op gebruik actief en een gerelateerde leaseverplichting voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor korte termijn leaseovereenkomsten (gedefinieerd als leases met een looptijd van minder dan 12 maanden) en leaseovereenkomsten van activa met lage waarde. De leasebetalingen van dergelijke leaseovereenkomsten worden lineair over de leaseperiode opgenomen als bedrijfskosten en de betalingen worden gepresenteerd in de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten.
D. Leaseverplichtingen
Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep de leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de leasebetalingen die over de leaseperiode moeten worden voldaan. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen, verminderd met eventuele te ontvangen lease-kortingen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een tarief en aankoopopties indien de Groep die met redelijke zekerheid zal uitoefenen. Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een tarief worden als kost opgenomen in de periode waarin de gebeurtenis of de conditie die aanleiding geeft tot de betaling, zich voordoet.
Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen maakt de Groep gebruik van de incrementele rentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst wanneer de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet makkelijk te bepalen is. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de voldane leasebetalingen.
Een leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij een wijziging in de leasetermijn, bij wijzigingen in een index of tarief dat wordt gebruikt om de leasebetalingen te bepalen of bij een herbeoordeling van een aankoopoptie. De overeenkomstige aanpassing wordt gemaakt op de desbetreffende recht op gebruik activa.
Financiële activa
A. Financiële activa tegen geamortiseerde kost
De financiële activa van de Groep tegen geamortiseerde kost bestaan, tenzij anders vermeld, uit handels- en andere vorderingen, ontvangen wissels, korte termijndeposito’s en geldmiddelen en kasequivalenten in de balans. Greenyard classificeert deze financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs aangezien de activa worden aangehouden om de contractuele kasstromen te innen en omdat de contractuele voorwaarden leiden tot kasstromen die uitsluitend bestaan uit betalingen van de hoofdsom en van rente. De activa worden initieel opgenomen tegen reële waarde. Een handelsvordering zonder significante financieringscomponent wordt initieel gewaardeerd tegen de transactieprijs. Deze activa worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode. De bruto boekwaarde wordt verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Het niet langer opnemen van handelsvorderingen onder ons factoringprogramma wordt beschreven in Toelichting 3.1. Cruciale beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving.
Een schatting van de bijzondere waardevermindering op dubieuze vorderingen wordt gemaakt op balansdatum op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Een bijzondere waardevermindering op handels- en overige vorderingen wordt opgenomen indien er twijfel bestaat over de inbaarheid van deze vorderingen. Een vordering wordt als dubieus aanzien wanneer er objectieve bewijzen bestaan dat de onderneming niet in staat zal zijn om de volledige vordering te innen volgens de oorspronkelijke voorwaarden van de vordering. Belangrijke financiële problemen bij de schuldenaar, de mogelijkheid dat schuldenaar het faillissement aanvraagt of een financiële reorganisatie ondergaat, een staking of opschorting van betaling, worden aanzien als indicatoren van het mogelijk dubieus zijn van een vordering. Het bedrag van de bijzondere waardevermindering wordt berekend als het verschil tussen de waarde van de vordering op balansdatum en de reële waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. De bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening, evenals terugnames van vroegere bijzondere waardeverminderingen.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs of aan realiseerbare waarde indien deze lager is. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten om de voorraden op hun huidige locatie en in hun huidige staat te brengen. De FIFO-methode (first-in, first-out) wordt toegepast om de kostprijs van de voorraden te bepalen.
De kostprijs voor afgewerkte producten en goederen in bewerking omvat de gebruikte grondstoffen, de andere productiematerialen, de directe loon- en andere kosten, alsook een toewijzing van vaste en variabele overheadkosten gebaseerd op de normale capaciteit van de productiefaciliteiten. De netto realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met zowel de geschatte kosten van voltooiing als de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. In geval van contractueel vastgelegde verkopen wordt de gemiddelde contractprijs gebruikt om de netto realiseerbare waarde te berekenen.
Waardeverminderingen op voorraden worden geval per geval beoordeeld en geboekt indien de verwachte netto realiseerbare waarde onder de boekwaarde daalt. De berekening van de verwachte realiseerbare waarde houdt rekening met de specifieke karakteristieken van iedere voorraadcategorie zoals de vervaldatum, uiterste winkelverkoopdatum en indicaties die wijzen op een lage rotatie.
Eigen vermogen
A. Inkoop van eigen aandelen
Wanneer de Groep haar eigen aandelen inkoopt, wordt de hiervoor betaalde vergoeding, inclusief de rechtstreeks toerekenbare kosten na belastingen, geboekt als een vermindering van het eigen vermogen in de rubriek eigen aandelen. Het resultaat gerealiseerd op de verkoop of vernietiging van eigen aandelen wordt opgenomen in het overgedragen resultaat.
B. Dividenden
Dividenden worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening op datum van toekenning.
Voorzieningen
Een voorziening wordt opgenomen als (i) de onderneming een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; (ii) het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; en (iii) het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
A. Herstructurering
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en wanneer de herstructurering ofwel werd aangevat ofwel publiek werd bekend gemaakt. Voor kosten die betrekking hebben op de normale activiteiten van de Groep worden geen voorzieningen aangelegd.
B. Hangende geschillen en rechtszaken
Een voorziening voor hangende geschillen en rechtszaken wordt aangelegd wanneer het meer waarschijnlijk is dan niet dat de Groep toekomstige betalingen zal moeten verrichten als gevolg van gebeurtenissen uit het verleden. Dergelijke posten omvatten maar zijn niet beperkt tot claims, milieu-aangelegenheden en sociale geschillen.
C. Ontmanteling
Een voorziening voor ontmanteling wordt aangelegd wanneer de Groep de verplichting heeft om het gebouw te ontmantelen aan het einde van de leaseovereenkomst.
Personeelsbeloningen
A. Belgische toegezegde bijdrageplannen met een gegarandeerd minimumrendement
De Belgische toegezegde bijdrageplannen zijn bij wet verplicht om een minimumrendement te garanderen. Bijgevolg werden deze plannen geclassificeerd als toegezegde pensioenplannen. IASB en IFRIC erkennen dat het niet duidelijk is hoe deze plannen onder IAS 19 moeten of kunnen verwerkt worden. Gegeven de onzekerheid rond de toekomstige gegarandeerde minimumrendementen in België, berekent en erkent de Groep de netto toegezegde pensioenverplichting als de som van alle individuele verschillen tussen de wiskundige reserves en het gewaarborgd minimum vastgelegd in de Belgische wet welke de gegarandeerde minimumrendementen oplegt, de zogenaamde intrinsieke-waardemethode.
B. Toegezegde pensioenplannen (Defined benefit plans)
Een toegezegd pensioenplan is een pensioenplan dat geen toegezegd bijdrageplan is. Typisch voor toegezegde pensioenplannen is het vaste bedrag van het pensioenvoordeel dat een werknemer krijgt bij uitdiensttreding, meestal afhankelijk van één of meer factoren zoals leeftijd, aantal dienstjaren en verloning.
Voor dit type pensioenplan worden de kosten per pensioenplan afzonderlijk geschat op basis van de projected unit credit-methode. Deze methode beschouwt elke dienstperiode als een eenheid die recht geeft op een bijkomende eenheid pensioenvoordelen. Volgens deze methode worden de pensioenkosten ten laste genomen van de winst- en verliesrekening op zulke wijze dat de kost gespreid wordt over de nog te presteren diensttijd van de deelnemers, in overeenstemming met de adviezen van actuarissen die minstens driejaarlijks een volledige berekening maken van de pensioenplannen. De bedragen die ten laste genomen worden van de winst- en verliesrekening omvatten de kost van de dienstperiode, de interestkost (-opbrengst), pensioenkosten van verstreken diensttijd en het effect van eventuele inperkingen of beëindiging van een regeling.
De pensioenverplichtingen opgenomen in de balans worden berekend als zijnde de contante waarde van de geschatte toekomstige uitgaande kasstromen, berekend op basis van de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties met een looptijd die de termijn van de pensioenverplichting benadert, verminderd met de reële waarde van betreffende fondsbeleggingen. Herwaardering, inclusief actuariële winsten en verliezen, het effect van het activaplafond (exclusief interesten) en het rendement uit fondsbeleggingen (exclusief netto interesten) worden integraal opgenomen in het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze zich voordoen. Herwaarderingen worden niet overgeboekt naar de winst- en verliesrekening in latere periodes.
C. Andere lange termijn personeelsbeloningen
Andere lange termijn personeelsbeloningen zoals jubileumpremies, worden verwerkt volgens de projected unit creditmethode. De boekhoudkundige verwerking verschilt echter met die van de toegezegde pensioenplannen, omdat actuariële winsten en verliezen onmiddellijk opgenomen worden via het resultaat.
Op aandelen gebaseerde verloning
Aandelenoptieplannen zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur waardoor de Groep aandelenopties kan toekennen aan geselecteerde personeelsleden. De toegekende opties worden opgenomen tegen de reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van de opties wordt bepaald met behulp van een Black Scholes-prijsbepalingsmodel. Deze aandelentransacties met werknemers worden over de wachtperiode opgenomen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met het verwachte aantal toekenningen waarvoor aan de voorwaarden zal worden voldaan. Om te anticiperen op de uitvoering van de aandelenoptieplannen, koopt de Groep eigen aandelen in.
Rentedragende leningen
Rentedragende leningen worden initieel opgenomen aan reële waarde, verminderd met kosten verbonden aan de transactie. Vervolgens worden ze gewaardeerd aan geamortiseerde kost, daarbij wordt het verschil tussen het initieel opgenomen bedrag en de aflossingswaarde ten laste genomen van de winst- en verliesrekening (in interestkost) over de periode van de lening op basis van de effectieve rentevoet.
Leningen worden niet langer in de balans opgenomen wanneer de verplichting wordt vrijgegeven, geannuleerd of afloopt.
Bij een herfinanciering wordt beoordeeld of het gaat om een schuldwijziging of een schuldaflossing (debt extinguishment). Wanneer een herfinanciering wordt beschouwd als een schuldwijziging, wordt een analyse gemaakt (kwalitatief en indien nodig kwantitatief) om na te gaan of de wijziging al dan niet substantieel is. Indien de wijziging substantieel is, wordt de oorspronkelijke lening van de balans verwijderd en wordt een nieuwe verplichting opgenomen. De nietafgeschreven transactiekosten met betrekking tot de vorige leningen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De transactiekosten in verband met de nieuwe leningen worden eveneens in de winst- en verliesrekening opgenomen, behalve de kosten die als een rendementsaanpassing worden beschouwd, aangezien in dat geval het bedrag van de lening, verminderd met de transactiekosten, als de reële waarde van het schuldinstrument wordt beschouwd.
Handels- en overige schulden
Handels- en overige schulden worden initieel opgenomen aan reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kost op basis van de effectieve rentevoetmethode.
De Groep classificeert financiële verplichtingen die voortvloeien uit regelingen voor leveranciersfinanciering onder ‘Handels- en overige schulden’ in het overzicht van de financiële positie als ze een vergelijkbare aard en functie hebben als handelsschulden. Dit is het geval als de regeling voor leveranciersfinanciering deel uitmaakt van het werkkapitaal dat wordt gebruikt in de normale bedrijfscyclus van de Groep, het niveau van de gestelde zekerheid vergelijkbaar is met dat van handelsschulden en de voorwaarden van de verplichtingen die deel uitmaken van de regeling voor leveranciersfinanciering niet substantieel verschillen van de voorwaarden van handelsschulden die geen deel uitmaken van de overeenkomst. Kasstromen die verband houden met verplichtingen uit hoofde van regelingen voor leveranciersfinanciering die in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie zijn opgenomen onder handelsen overige schulden, worden in het geconsolideerde kasstroomoverzicht opgenomen onder bedrijfsactiviteiten.
Derivaten, afdekking en afdekkingsreserve
De Groep gebruikt derivaten om valuta- en renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit bedrijfs-, financierings- en investeringsactiviteiten. Het netto risico van alle dochterondernemingen van de Groep wordt centraal beheerd door Corporate Treasury in overeenstemming met de doelstellingen en regels die door het management vastgelegd werden. Het is het beleid van de Groep om geen speculatieve transacties of met vreemd vermogen gefinancierde transacties aan te gaan.
Derivaten worden initieel opgenomen en ook nadien gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van verhandelde derivaten is gelijk aan hun marktwaarde. Indien er geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de reële waarde berekend op basis van gekende financiële waarderingsmodellen, gebaseerd op relevante marktkoersen op de balansdatum.
De Groep past hedge accounting toe. Afhankelijk van de aard van het afgedekte risico wordt een onderscheid gemaakt tussen reële waarde-afdekkingen en kasstroomafdekkingen. De Groep heeft momenteel enkel kasstroomafdekkingen.
Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de variabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houden met opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transacties, of het valutarisico op niet-opgenomen vaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reële waarde van een afdekkingsinstrument dat voldoet als effectieve kasstroomafdekking worden rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen. Het niet-effectieve deel ervan wordt onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Ingeval de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-financieel actief of verplichting, worden de voorheen in het eigen vermogen opgenomen gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt uit het eigen vermogen en opgenomen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief of de verplichting. Bij alle andere kasstroomafdekkingen worden de gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt van de afdekkingsreserve naar de winst- en verliesrekening op het ogenblik dat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorziene transactie resulteert in het opnemen van een winst of een verlies. Zodra een afdekking niet langer effectief
blijkt, wordt de hedge accounting prospectief stopgezet. In dit geval blijven de gecumuleerde winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument opgespaard in het eigen vermogen tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet. Wanneer verwacht wordt dat een voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde winsten en verliezen overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening.
De Groep maakt ook gebruik van derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting in IFRS 9, maar als effectieve economische afdekkingen fungeren volgens het risicobeheer van de Groep. Wijzigingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Winstbelasting
Winstbelastingen omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de winst- en verliesrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen of de niet-gerealiseerde resultaten werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen eveneens direct ten laste van het eigen vermogen of de niet-gerealiseerde resultaten geboekt.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichting op het belastbaar inkomen van het jaar, gebruik makende van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de verslagdatum, alsook aanpassingen aan de belastingschulden van vorige jaren. In overeenstemming met IAS 12 Winstbelastingen, worden uitgestelde belastingen geboekt op basis van de zogenaamde uitgebreide balansmethode. Dit betekent dat uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen opgenomen worden in de balans voor alle belastbare en aftrekbare verschillen tussen de belastbare basis van activa en passiva en hun boekwaarde (tenzij een erkenningsvrijstelling van toepassing is). Het opgenomen bedrag voor de uitgestelde belastingen is gebaseerd op de verwachte manier van realisatie of regeling van de betreffende activa en verplichtingen, en het daarbij horende belastingtarief waarvoor het wetgevingsproces (substantieel) is afgesloten.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden netto voorgesteld indien er een juridisch afdwingbaar recht is om belastingverplichtingen en -vorderingen te compenseren, en indien zij betrekking hebben op winstbelastingen geheven door dezelfde belastingadministratie op dezelfde belastbare entiteit, of op verschillende belastbare entiteiten die ofwel beogen om hun actuele belastingverplichtingen en- vorderingen op netto-basis te vereffenen, of om de vorderingen en de schulden tegelijk te vereffenen.
Uitgestelde belastingvorderingen, inclusief vorderingen voortvloeiend uit overgedragen verliezen, worden enkel opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen realiseren. Ze worden afgeboekt wanneer hun realisatie niet langer waarschijnlijk is.
De Groep evalueert periodiek de standpunten die zijn ingenomen in belastingaangiften met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke belastingwetgeving aan interpretatie onderhevig is en overweegt of het waarschijnlijk is dat een belastingautoriteit een onzekere fiscale behandeling zal accepteren. Als de Groep concludeert dat het waarschijnlijk is dat de belastingautoriteit de fiscale behandeling zal accepteren, dan worden de verschuldigde en uitgestelde belastingen gewaardeerd op basis van de fiscale behandeling die is gebruikt of gepland voor de belastingaangifte. Als de Groep concludeert dat het niet waarschijnlijk is dat de belastingautoriteit de fiscale behandeling zal accepteren, dan weerspiegelt ze het effect van die fiscale onzekerheid bij het bepalen van de gerelateerde belastbare winst (fiscaal verlies), belastinggrondslagen, ongebruikte fiscale verliezen, ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden en belastingtarieven. De Groep waardeert haar belastingsaldi ofwel op basis van het meest waarschijnlijke bedrag ofwel op basis van de verwachte waarde, afhankelijk van welke methode een betere inschatting geeft van de oplossing van de onzekerheid.
Opbrengsten
Opbrengsten worden gewaardeerd op basis van de vergoeding die is gespecificeerd in het contract met de klant.
De activiteiten van Fresh kunnen in drie types bedrijfsmodellen opgedeeld worden:
• Handelsmodel: Fresh genereert omzet op basis van in programma’s vastgelegde aankopen of contante aankopen, waarbij de marge wordt bepaald op basis van de aankoopprijsstructuur van de transactie, i.e. een op de verkoopprijs gebaseerde aankoopprijs (meerderheid), een vaste prijs, een minimum gegarandeerde prijs of een overeengekomen prijsvork.
• Productiemodel: Fresh genereert omzet uit zelfgeproduceerde bloemen en verse convenience producten.
• Dienstenmodel: Fresh verzorgt (alle) delen van de toelevering van verse groenten en fruit voor sommige klanten, waarbij de toegevoegde waarde diensten vergoed worden op basis van een kostenplusmodel. Voor de verkoop van goederen waarbij Fresh toegevoegde waarde geleverd heeft zoals rijpen en verpakken, is Fresh verantwoordelijk om de goederen aan de klant te leveren. Enkele Fresh entiteiten hebben ook logistieke overeenkomsten afgesloten met klanten waarbij een specifieke prijs wordt afgesproken per geleverde dienst.
Voor alle transacties, uitgezonderd sommige logistieke diensten, fungeert de Groep als principaal, aangezien de belangrijkste risico's verbonden aan de aan- en verkoop van de goederen door de Groep gedragen worden. Voor de verkoop van goederen waarbij de Groep toegevoegde waarde diensten zoals rijpen en verpakken geleverd heeft, is de Groep verantwoordelijk voor de levering aan de klant van de toegezegde goederen en voor de kwaliteitscontrole bij aankoop van de goederen. Bovendien draagt de Groep het voorraadrisico en worden de toegevoegde waarde diensten niet enkel uitgevoerd op vraag van de klant. Daarom zijn de bruto ontvangsten van de klant de basis voor de omzet erkenning.
Voor alle bedrijfsmodellen wordt de omzet erkend wanneer de prestatieverplichtingen zijn voldaan door de overdracht van de controle over de goederen of diensten aan de klant. De omzet wordt in principe erkend op een moment in tijd bij levering van de goederen en dit in overeenstemming van de incoterm. Op moment van levering worden de risico’s en de voordelen overgedragen en heeft de klant de goederen fysisch in bezit en verwerft Greenyard het recht op vergoeding. De aanvaarding van de klant vindt plaats kort na de levering van de goederen (maximum na drie dagen). Voor de levering van diensten wordt de omzet erkend over de periode dat de dienst geleverd wordt, wat in praktijk ook een erg beperkte periode is gezien de aard van de diensten geleverd door Fresh (zoals transport).
De verkoop van bevroren en verwerkte groenten en fruit is voornamelijk gebaseerd op contractueel overeengekomen prijzen, terwijl de verkochte volumes meestal op bestelling zijn.
In het algemeen worden goederen en diensten gefactureerd zodra deze geleverd/gepresteerd zijn. De betalingsvoorwaarden van fresh, frozen en Prepared goederen wordt verder gedetailleerd in Toelichting 6.9. Handelsen overige vorderingen.
Kostprijs van de omzet
De kostprijs van de omzet bestaat voornamelijk uit kosten die verband houden met de productie of inkoop van voorraden, verpakkingsmaterialen, arbeid, afschrijvingen, overhead, transport en andere distributiekosten en kortingen. Leveringen van verse groenten zijn voornamelijk onderworpen aan jaarlijkse contracten onderhandeld met de leveranciers, waarbij volumes en prijzen worden bepaald, terwijl de levering van vers fruit voornamelijk per bestelling wordt onderhandeld, waarbij telkens de volumes en prijzen worden bepaald.
Financieel resultaat
Interestkosten omvatten interesten op rentedragende leningen, berekend volgens de effectieve rentevoetmethode, factoringinteresten en netto interesten op renteswapafwikkelingen. Alle interestkosten in verband met rentedragende leningen of financiële transacties worden als interestkosten geboekt wanneer ze zich voordoen. Verschillen tussen het initieel opgenomen bedrag en de aflossingswaarde van rentedragende leningen, zoals transactiekosten en aanpassingen aan reële waarde, worden ten laste genomen van de winst- en verliesrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve rentevoet. De interestkosten met betrekking tot aflossingen van financiële leasing worden opgenomen in de winst- en verliesrekening op basis van de effectieve rentevoetmethode.
Het overige financieel resultaat omvat dividendopbrengsten, nettowinsten of verliezen uit vreemde valuta en voortvloeiend uit renteswaps die geen deel uitmaken van een boekhoudkundige afdekkingsrelatie.
2.5. Correctie van fouten
Tijdens AY 24/25 heeft de Groep een historische fout opgemerkt in de berekening van de uitgestelde belastingen voor een totaal van € 11,4m, welke voornamelijk voortvloeide uit belastingvoet wijzigingen vóór AY 22/23 die niet correct toegepast waren bij het berekenen van de uitgestelde belastingen op tijdelijke verschillen met betrekking tot klantenrelaties. Bijgevolg was de beginbalans van het eigen vermogen van AY 23/24 en AY 24/25 overschat met € 11,4m, de uitgestelde belastingvorderingen overschat met € 1,4m en de uitgestelde belastingverplichtingen onderschat met € 10,0m. De fout werd gecorrigeerd door de desbetreffende rubrieken aan te passen in de voorgaande periodes zoals hieronder samengevat:
Deze fout heeft geen significante impact op de resultatenrekening van zowel AY 23/24 als AY 24/25.
3. Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden
3.1. Cruciale beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving
Hierna volgen de, door het management gemaakte, cruciale beoordelingen, met uitzondering van deze die bestaan uit schattingen (zie Toelichting 3.2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden) die een belangrijke invloed hebben op de gerapporteerde bedragen in deze geconsolideerde jaarrekening.
In overeenstemming met IFRS 9:3.2.2., die stelt dat een entiteit, alvorens te evalueren of en in hoeverre het niet langer in de balans opnemen van een financieel actief gepast is, dient te beoordelen of de analyse van de overdracht van risico's en voordelen moet worden toegepast op een deel van een financieel actief (of een deel van een groep van vergelijkbare financiële activa) of op een financieel actief (of een groep van vergelijkbare financiële activa) in zijn geheel. Bij onze beoordeling van het niet langer in de balans opnemen van financiële activa met betrekking tot ons factoringprogramma (zie Toelichtingen 6.9. Handels- en overige vorderingen en 7.3.2. Factoring), i.e. de factoring-vorderingen, hebben wij bepaald dat het gepast is om in de analyse met betrekking tot het niet langer in de balans opnemen van de factorings-vorderingen en van de bijbehorende kredietverzekering deze afzonderlijk te beschouwen. Dit betekent dat de toepasselijkheid van het niet langer in de balans opnemen van de vorderingen moet worden geanalyseerd zonder rekening te houden met het effect van de kredietverzekering die hen dekte voordat zij werden overgedragen. Naar onze mening zijn een handelsvordering en de daarmee samenhangende verworven kredietverzekering geen vergelijkbare financiële activa omdat zij afzonderlijk met verschillende tegenpartijen zijn aangegaan, waarbij zowel de tegenpartij als de contractuele rechten en verplichtingen van fundamenteel verschillende aard zijn, en derhalve niet vergelijkbaar zijn.
3.2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden
Schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in het jaar waarin de schatting wordt herzien en in eventuele toekomstige jaren.
Bij het toepassen van de hierboven beschreven grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep heeft de Raad van Bestuur vastgesteld dat de volgende onderwerpen de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden zijn die een risico inhouden op beduidende aanpassingen aan de boekwaarden van activa en verplichtingen in de komende verslagperiode:
• Waardevermindering goodwill: De Groep test minimaal jaarlijks de goodwill op bijzondere waardeverminderingen. Dit vereist een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroom genererende eenheden (CGU’s) waaraan de goodwill is toegewezen (goodwill is volledig toegewezen aan het Fresh segment). Om de bedrijfswaarde te schatten, schat de Groep de verwachte toekomstige kasstromen van de CGU’s en verdisconteert deze naar hun huidige waarde tegen een bepaalde disconteringsvoet, die geschikt is voor de CGU waar de goodwill aan wordt toegewezen. Het inschatten van verwachte kasstromen en het selecteren van een geschikte verdisconteringsvoet vereist inherent een schatting. De resulterende berekening is gebaseerd op veronderstellingen zoals omzetgroei, Aangepaste EBITDAgroei en de gehanteerde verdisconteringsvoet. Voor verdere details met betrekking tot de sensitiviteitsanalyse (zie Toelichting 6.2. Goodwill ). De bestuurders zijn van mening dat de gemaakte veronderstellingen hun beste schatting vormen van de toekomstige kasstromen gegenereerd door de CGU's en dat de gebruikte verdisconteringsvoet passend is gelet op de risico's verbonden aan de specifieke kasstromen. Budgetten bevatten prognoses op basis van huidige en verwachte marktomstandigheden die zijn overwogen en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Hoewel er op basis van de uitgevoerde gevoeligheidsanalyse geen bijzondere waardevermindering op de goodwill van het Fresh segment blijkt, wordt het passend geacht dit als een belangrijke bron van schattingsonzekerheid te vermelden vanwege de omvang van het saldo en het feit dat dit zou kunnen veranderen als gevolg van toekomstige gebeurtenissen binnen de komende vijf jaar.
• Onzekere fiscale behandelingen of posities: Bij het bepalen van de belastingvorderingen en -verplichtingen die opgenomen worden in de geconsolideerde balans, dient de Groep een inschatting te maken van de uitkomst van meerdere belastingjaren die onderworpen zijn aan de controle door de belastingdienst in elk van de rechtsgebieden waarin de Groep actief is. Bij het maken van schattingen met betrekking tot onzekere fiscale behandelingen of posities maakt het management gebruik van interne belastingexpertise, onderzoeken door derden die zijn voorbereid door professionele adviseurs en andere beschikbare informatie. In het geval van een audit kan de Groep contact opnemen met de relevante belastingautoriteiten om tot een overeenkomst te komen. De belastingverplichting voor elk belastingjaar en rechtsgebied wordt in elke periode opnieuw beoordeeld om onze beste inschatting van de waarschijnlijke uitkomst weer te geven in het licht van alle beschikbare informatie. Een definitief standpunt dat is overeengekomen met een belastingdienst of door het aflopen van een periode van belastingaudit kan verschillen van de schattingen die door ons worden gemaakt hetgeen van invloed zou kunnen zijn op de actuele belastingverplichting zoals opgenomen in de geconsolideerde balans. Momenteel zijn er verschillende discussies over belastingaudits gaande in verschillende landen en entiteiten. Als een belastingaudit zou beginnen, zou dit extra zichtbaarheid geven over maximale potentiële blootstellingen naarmate de positie van de belastingdienst duidelijker wordt. Op basis van dergelijke informatie zou vervolgens onze beste schatting worden gealigneerd. Omgekeerd zouden, als belastingperiodes worden afgesloten zonder enige audit, belastingprovisies vrijvallen.
• Inbaarheid van uitgestelde belastingvorderingen: Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen voor zover ze verwacht worden te zullen worden teruggevorderd. Het Corporate Tax team, dat een overzicht heeft van de uitgestelde belastingposities van de Groep, is voortdurend betrokken bij de beoordeling van uitgestelde belastingvorderingen en de terugvorderbaarheid hiervan. Een dergelijke beoordeling is gebaseerd op management inschattingen van de waarschijnlijke timing en bedrag van toekomstige winsten rekening houdende met budgetten, lange termijn bedrijfsstrategieën en de impact van lokale belasting wet- en regelgeving op de toekomstige winsten per entiteit of fiscale eenheid. Uitgestelde belastingvorderingen voor overgedragen verliezen zijn gebaseerd op de mogelijkheid om deze te gebruiken in de desbetreffende vennootschap of fiscale eenheid, binnen de voorzienbare toekomst ongeacht de onbeperktheid in tijd van deze verliezen in de meeste rechtsgebieden waarde Groep actief is. De Groep houdt rekening met het advies van zowel interne als externe experts om de posities van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot de overgedragen fiscale verliezen te bepalen. Uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot overgedragen fiscale verliezen, fiscaal verrekenbare tegoeden en tijdelijke verschillen worden maar opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er binnen afzienbare tijd toekomstige winst zal zijn. Indien dit niet als waarschijnlijk wordt geacht, worden geen uitgestelde belastingvorderingen geboekt. Er werd ook een inschatting gemaakt van die potentiële belastingvorderingen die niet worden erkend. De aard en bedragen van niet-opgenomen potentiële belastingvorderingen worden vermeld in Toelichting 6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen. Hoewel de Groep niet gelooft dat er een significant risico bestaat van een materiële aanpassing aan de uitgestelde belastingvorderingen binnen het volgende boekjaar, bestaat er aan het einde van ieder jaar een significante onzekerheid en daarom zou de totale belastingpositie van de Groep binnen de komende 12 maanden kunnen veranderen.
• Pensioenverplichtingen: De toegezegde pensioenverplichtingen zijn gebaseerd op actuariële veronderstellingen zoals de verdisconteringsvoet, salarisverhogingen, inflatie en gemiddelde duur van de plannen die uitgebreid aan bod komen in Toelichting 6.14. Verplichtingen voor pensioenen en personeelsbeloningen. Deze assumpties worden beschouwd als belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden gezien relatieve kleine wijzigingen in de gebruikte assumpties een significant effect kunnen hebben op de financiële staten van de Groep in het volgende jaar. Meer informatie over de boekwaarde van de toezegde pensioenverplichting van de Groep en de sensitiviteit van deze bedragen naar aanleiding van wijzigingen in de disconteringsvoet zijn terug te vinden in Toelichting 6.14. Verplichtingen voor pensioenen en personeelsbeloningen.
• Leasing: De Groep gaat verschillende contracten aan om goederen en diensten te verkrijgen. Om te bepalen of die contracten een leaseovereenkomst omvatten, is oordeelsvorming vereist. Er wordt onder meer nagegaan of er al dan niet sprake is van een geïdentificeerd actief. Om dit te bepalen gaat de Groep na of zij al dan niet het recht heeft om nagenoeg alle economische voordelen van het (de) actief (activa) te verkrijgen gedurende de gebruiksperiode. Bovendien is er voor het bepalen van de huurtermijn ook een inschatting nodig. Elementen die in overweging worden genomen zijn onder meer het beoordelen van de waarschijnlijkheid dat opties voor vroegtijdige beëindiging of verlenging zullen worden uitgeoefend. Deze elementen worden elk afzonderlijk beoordeelt. Alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de beoordeling worden in aanmerking genomen.
4. Segmentinformatie
De Groep is, voor managementdoeleinden, georganiseerd in twee operationele segmenten op basis van de activiteiten van de Groep.
• Het Fresh segment is een wereldwijde marktleider en leverancier van verse groenten en fruit, bloemen en planten en in logistiek van verse producten.
• Het Long Fresh segment omvat de Frozen en de Prepared activiteiten, die zijn samengevoegd op basis van hun vergelijkbare economische kenmerken en vergelijkbare aard van producten, productieprocessen, type klanten en distributiemethoden. Frozen is een pionier en marktleider die vers geoogste groenten en fruit verwerkt tot diepvriesproducten die eenvoudig kunnen worden bewaard en geen of nauwelijks tijd kosten om klaar te maken. Prepared is een wereldwijde speler in vers verwerkte groenten, fruit en andere houdbare voedingsproducten die gemakkelijk kunnen worden bewaard en klaar zijn voor consumptie.
Een overzicht van de entiteiten die zijn opgenomen binnen de verschillende segmenten wordt gegeven in Toelichting 7.1. Dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen, joint ventures en overige investeringen. Het management beoordeelt de prestaties van de segmenten en alloceert middelen op basis van de Aangepaste EBITDA en de omzet.
De activa van een segment omvatten de activa die er rechtstreeks aan toebehoren. De activa en omzet van een segment worden voorgesteld voor eliminatie van intersegmenttransacties. Verkopen tussen de segmenten zijn gebaseerd op marktconforme voorwaarden, op een soortgelijke manier als transacties met derden.
Segment informatie AY 24/25
Segment
(1) l ange termijn intersegment vorderingen en intersegment deelnemingen worden niet opgenomen in de activa van een segment en worden dus ook niet opgenomen in de eliminaties.
(2) n iet-gealloceerde Aangepaste EB i TDA omvat Aangepaste EB i TDA gealloceerd aan corporate. n iet-gealloceerde activa omvatten derivaten, geldmiddelen en kasequivalenten, aan restricties onderhevige geldmiddelen en overige activa gealloceerd aan corporate.
(3) Gecorrigeerd zoals besproken in Toelichting 2.5. Correctie van fouten
We verwijzen naar de sectie Kerncijfers voor de reconciliatie van EBIT naar Aangepaste EBITDA.
4.1. Informatie over belangrijke klanten
De segmenten hebben een uitgebreid en gediversifieerd klantenbestand uitgebouwd, zowel in type klanten als geografische spreiding. De omzet van de drie grootste klanten kende een kleine stijging en bedraagt 61,6% van de totale omzet in AY 24/25 (AY 23/24: 59,9%). Met uitzondering van de twee grootste klanten zijn er geen andere klanten die individueel meer dan 10% van de omzet van de Groep uitmaken (zowel voor het huidig als het vorig boekjaar). De omzet van de tien grootste klanten bedraagt 79,5% van de totale omzet in AY 24/25 (AY 23/24: 77,7%).
4.2. Geografische informatie
De Groep verkoopt haar producten wereldwijd in meer dan 100 landen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de omzet opgedeeld op basis van de geografische locatie van de klant.
Onderstaande tabel toont de geografische spreiding van de vaste activa. De vaste activa zoals hieronder weergegeven omvatten geen goodwill, derivaten (opgenomen in Overige financiële activa) en uitgestelde belastingvorderingen.
5. Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening
5.1. Omzet
De omzet is volledig gerelateerd aan contracten met klanten en kan worden opgesplitst op basis van het type geleverde goederen en diensten, zijnde verkopen gerelateerd aan het Fresh en het Long Fresh segment.
De omzet van Fresh, die steeg met 5,1% in AY 24/25, omvat de verkoop van hoogwaardige tropische, citrus- en steenfruit, groenten, salades, vers gesneden bloemen en aanverwante diensten.
De omzet van Long Fresh, die steeg met 1,7% in AY 24/25, is gebaseerd op de verwerking van vers geoogste groenten, fruit en andere houdbare voedingsproducten tot producten die gemakkelijk op te slaan, te conserveren en te consumeren zijn. Greenyard biedt klanten een uitgebreid gamma, van diepvriesproducten tot klassiek geconserveerde producten in blik, Tetra Pak® of bokalen, kant-en-klare soepen, sauzen, dips en pastagerechten in diverse verpakkingen.
Aan de prestatieverplichtingen met betrekking tot de omzet wordt voldaan op een tijdstip bepaald op basis van de incoterms. Voor de omzet met betrekking tot de verkoop van verse producten wordt de prestatieverplichting overwegend voldaan op het moment dat de klant de producten in zijn gebouwen aanvaardt. Voor omzet uit verkoop van ingevroren en bereide producten variëren de incoterms van 'ex-works' tot ‘delivered duty paid ’.
5.2. Bedrijfskosten
Verkoop-, marketing- en distributiekosten & beheers- en administratiekosten
Bevat personeelskosten, afschrijvingen en overige directe bedrijfskosten met betrekking tot de operationele processen.
Afschrijvingen en waardeverminderingen opgenomen in de kostprijs van de omzet bedragen € 77,2m (AY 23/24: € 72,5m), waarvan € 29,1m gerelateerd aan recht op gebruik activa. De afschrijvingskosten in verkoop-, marketing- en distributiekosten en beheers- en administratiekosten bedragen € 35,9m (AY 23/24: € 35,4m), waarvan € 9,7m met betrekking tot recht op gebruik activa. De toepassing van ifrs 16 had een positieve impact op de huurkosten ten belope van € 45,0m (AY 23/24: € 43,8m).
De stijging in de kostprijs van de omzet wordt voornamelijk gedreven door omzetgroei, alsook door hogere transport- en personeelskosten. Voor verdere toelichting van de personeelskosten, verwijzen we naar Toelichting 5.3. Personeelskosten
5.3. Personeelskosten
-
-
bijdragenregelingen
Waarvan vervat in:
van de omzet
verkoop-, marketing- en distributiekosten & beheers- en administratiekosten
Op 31 maart 2025 bedroeg het totale aantal voltijdse equivalenten ( v TE) 8 217 (inclusief tijdelijke werknemers), tegenover 8 689 op 31 maart 2024. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de hoge activiteitsniveaus tijdens het paasweekend aan het einde van het vorige boekjaar en was dus een tijdelijke situatie. Dit wordt ook bevestigd door het feit dat het gemiddelde aantal v TE gedurende AY 24/25 8 559 bedroeg, wat een daling is van 66 v TE tegenover AY 23/24. De loonkosten zijn gestegen door de indexering van lonen en salarissen als gevolg van de inflatoire omgeving.
In AY 24/25 zijn de ontslagvergoedingen gestegen voornamelijk door herstructurering, met name de desinvestering van de Fresh France-activiteiten en door het stroomlijnen van de Duitse activiteiten.
5.4. Overige bedrijfsopbrengsten/-kosten
De winst uit de verkoop van materiële vaste activa heeft grotendeels betrekking op de verkoop van onroerend goed in Duitsland binnen het Fresh-segment.
5.5. Netto financiële opbrengst/kost
financiële opbrengst/kost (-)
- factoring (netto na impact gerelateerde renteswaps)
interestkosten - bankleningen (netto na impact gerelateerde renteswaps)
- termijnlening/ wentelkrediet
waardewinsten/verliezen (-) op renteswaps
en overige financiële opbrengsten/kosten (-)
De interestkosten verbeterden met € 2,8m dankzij (i) een verbeterde interest marge als gevolg van de lagere schuldgraad en behaalde duurzaamheidsdoelstellingen einde maart 2024 en (ii) lagere EURIBOR-rentevoeten, met effect op het niet-ingedekte deel van de kredietlijnen en factoring programma’s (zie Toelichting 6.6. Overige financiële activa en passiva). Dit effect werd afgezwakt door de omzetgoei, wat leidde tot hogere factoring volumes.
De interestopbrengsten daalden omdat in AY 23/24 éénmalige renteterugbetalingen uit juridische en andere zaken waren opgenomen.
Het overig financieel resultaat daalde met €-5,0m omwille van lagere wisselkoerswinsten, voornamelijk gerelateerd aan de evolutie van de Poolse Zloty. Tevens werd een bestaand renteswapcontract gelinkt aan factoring vanaf 1 oktober 2023 aangemerkt als een afdekkingsinstrument in een kasstroomafdekkingsrelatie waardoor de voorheen erkende winsten nu als kost worden geboekt in de resultatenrekening over de looptijd van de afdekkingsrelatie als deel van het niet-effectieve deel van de verandering in de reële waarde van het afdekkingsinstrument.
Belastinglasten/baten
belastingvorderingen die voorheen nog niet erkend werden
uitgestelde belastingvorderingen die voorheen nog niet erkend werden
We verwijzen naar Toelichting 6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen voor een gedetailleerde bespreking.
De winstbelasting voor het boekjaar AY 24/25 bedroeg € 9,0m (AY 23/24: € 5,1m). Dit betekent een geconsolideerde effectieve belastingvoet van 146,8% (AY 23/24 24,9%). De hoge effectieve belastingvoet in AY 24/25 is voor een deel toewijsbaar aan de hogere belastbare winsten in bepaalde jurisdicties met bijhorende belastinglasten en anderzijds de fiscale verliezen gerealiseerd in andere jurisdicties waarvoor geen uitgestelde belastingvorderingen werden erkend tijdens het boekjaar. Bovendien wordt de hogere effectieve belastingvoet veroorzaakt door een lager bedrag in ‘Erkenning van uitgestelde belastingen die voorheen nog niet erkend werden’ en hogere niet aftrekbare-posten waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd geboekt.
De Groep valt voor het huidige boekjaar onder de Pillar 2-wetgeving. De Groep heeft een inschatting gemaakt van de mogelijke blootstelling aan Pillar 2 top-up belastingen op basis van de cijfers uit de jaarrekening voor boekjaar AY 24/25. Op basis van deze beoordeling wordt in alle rechtsgebieden (met uitzondering van Polen en het Verenigd Koninkrijk) aan ten minste één van de Transitional CbCR safe harbour- tests voldaan. De Groep voert momenteel een gedetailleerde Pillar 2-analyse uit voor de rechtsgebieden die niet onder de safe harbour vallen, maar op basis van een initiële berekening worden eventuele top-up belastingen niet als materieel beschouwd. De Groep beschikt over de noodzakelijke procedures en controles om tijdig te voldoen aan de lokale vereisten inzake Pillar 2.
IAS 12 werd gewijzigd en bevat nu een tijdelijke uitzondering op het erkennen en toelichten van informatie over uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen met betrekking tot belastingwetgeving die (substantieel) is vastgesteld ter implementatie van de Pillar 2-wetgeving. De Groep past deze tijdelijke uitzondering toe.
5.7. Winst per aandeel
Winst/verlies (-) toe te rekenen aan aandeelhouders van de Onderneming (in €'000)
Winst per aandeel (WPA) is het bedrag van de winst/(verlies) na belastingen dat toe te wijzen is aan elk aandeel.
Bij de basisberekening van winst per aandeel wordt het resultaat van de periode dat kan toegerekend worden aan de aandeelhouders van de Groep gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende het jaar. Voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen wordt rekening gehouden met de eigen aandelen aangekocht onder terugkoopprogramma’s en uitgekeerde eigen aandelen als gevolg van uitoefeningen door bepaalde begunstigden van het aandelenoptieplan van 2019. Op 31 maart 2025 bezit de groep 2 308 854 eigen aandelen tegenover 1 815 347 op 31 maart 2024.
De winst per aandeel na verwateringseffect weerspiegelt de verplichtingen van de Groep tot het uitgeven van aandelen in de toekomst, welke bestaan uit potentiële verloning op basis van aandelen (zie Toelichting 6.13. Op aandelen gebaseerde verloning). Op aandelen gebaseerde beloningen met een verwaterend effect hebben een invloed op de noemer en vertegenwoordigen het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen dat zou worden uitgegeven bij de conversie van alle potentiële verwaterde gewone aandelen in gewone aandelen.
6. Toelichting bij de geconsolideerde balans
6.1. Materiële vaste activa
Materiële vaste activa AY 24/25
Materiële vaste activa AY 23/24
Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel
AANSCHAFFINGSWAARDE
buitengebruikstellingen
De materiële vaste activa zijn gestegen met € 15,5m tijdens AY 24/25, wat voornamelijk het gecombineerde effect is van € 57,7m aanschaffingen, € 6,2m activa verkregen via de overname van Crème de la Crème en een stijging van € 2,3m als gevolg van wisselkoerseffecten, gecompenseerd door € 50,4m afschrijvingen.
In AY 23/24 heeft de Groep € 12,3 miljoen geherclassificeerd van materiële vaste activa naar recht op gebruik activa om de onderliggende aard van de contracten beter weer te geven.
De aanschaffingen in AY 24/25 binnen het Fresh-segment hebben voornamelijk betrekking op nieuwe opleggers/ vrachtwagens. Binnen Long Fresh betreffen de investeringen voornamelijk een kartonverpakkingsmachine, een nieuwe machinehal, de modernisering van de sperziebonenlijn, de nieuwe spinazielijn en de IQF-sorteermachine.
Verkopen en buitengebruikstellingen hebben hoofdzakelijk betrekking op de verkoop van onroerend goed en uitrusting in Duitsland, binnen het Fresh-segment.
6.2. Goodwill
AANSCHAFFINGSWAARDE
Saldo aan het einde van vorige periode
Saldo op het einde van de periode
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo aan het einde van vorige periode
Saldo op het einde van de
Nettoboekwaarde op het einde van de periode
Goodwill wordt initieel gewaardeerd als het surplus van het totaal van de overgedragen vergoeding, die wordt gewaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en het bedrag dat is opgenomen voor minderheidsbelangen en eventuele eerder aangehouden belangen, ten opzichte van de netto verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen na een bedrijfscombinatie. Als de reële waarde van het verworven netto-actief hoger is dan de totaal overeengekomen vergoeding, beoordeelt de Groep opnieuw of ze alle verworven activa en alle overgenomen verplichtingen correct heeft geïdentificeerd en herziet ze de gebruikte procedures om de op de overnamedatum op te nemen bedragen te waarderen. Als deze herbeoordeling nog steeds resulteert in een overschot van de reële waarde van het verworven netto-actief ten opzichte van de totale overgedragen vergoeding, dan wordt de winst in de resultatenrekening opgenomen als een winst op een voordelige overname.
De Groep test goodwill jaarlijks op bijzondere waardeverminderingen, en telkens wanneer er een aanwijzing zou zijn die wijst op een mogelijke bijzondere waardevermindering. De Groep test op bijzondere waardeverminderingen van goodwill middels bedrijfswaardeberekeningen op basis van de contante waarde van verwachte kasstromen.
In AY 18/19 werd de goodwill met betrekking tot het segment Long Fresh van € 78,9m volledig afgewaardeerd en de resterende goodwill van € 477,5m heeft dus uitsluitend betrekking op het Fresh segment.
Op 31 maart 2025 heeft de Groep het Fresh segment getest op een bijzondere waardevermindering. Het realiseerbare bedrag is bepaald door waarde berekeningen op basis van het financiële budget over AY 25/26 en de langetermijnprognoses voor de opeenvolgende boekjaren tot AY 29/30 (samen ook ‘BUD/LRP’ genoemd), in combinatie met een herziene perpetuïteit van kasstromen om de eindwaarde te bepalen.
Het herziene BUD/LRP houdt rekening met een margeverbetering resulterend in een verwachte gemiddelde jaarlijkse Aangepaste EBiTDA-marge van 1,7% (wat een verhoging inhoudt van 1,3% naar 2,0% over de periode AY 24/25 - AY 29/30 met een 2,0% EBiTDA-marge in de eindwaarde) en een gemiddelde omzetgroeivoet van 3,5% (over de periode AY 24/25 - AY 29/30, voornamelijk door de groei in activiteiten binnen de geïntegreerde klantenrelaties). De berekening van de bedrijfswaarde is gebaseerd op de contante waarde van verwachte kasstromen over een periode van vijf jaar, in combinatie met een perpetuïteit van kasstromen na de geplande prognosetermijn aan een groeivoet van 1,0%. De kasstromen worden verdisconteerd aan een verdisconteringsvoet na belastingen van 8,7%, die afgetoetst werd met de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) van de analisten. De resultaten van deze test hebben uitgewezen dat de bedrijfswaarde de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheidsubstantieel overstijgt (‘headroom’).
De voornaamste sensitiviteiten voor de test op bijzondere waardeverminderingen zijn de omzetgroeivoet, de Aangepaste EBITDA-groeivoet en de verdisconteringsvoet. De headroom zou tot nul worden herleid (alle andere parameters constant gehouden) indien de jaarlijkse omzetgroeivoet, die gebruikt wordt om de bedrijfswaarde te berekenen, zou terugvallen met 202 basispunten (tot een gemiddelde jaarlijkse omzetgroeivoet van 1,46% en een perpetuele omzetgroeivoet van 1,0%), of indien de Aangepaste EBITDA groeivoet zou terugvallen met 375 basispunten (de gemiddelde jaarlijkse Aangepaste EBITDA-groei herleidend tot 10,28% en de perpetuele Aangepaste EBITDAmarge tot 1,6%), of indien de verdisconteringsvoet na belastingen zou toenemen met 478 basispunten (of een verdisconteringsvoet van 13,50%) in alle periodes tot AY 29/30 en daarna. Op basis van bovenvermelde assumpties heeft de Groep geoordeeld dat er geen bijzondere waardevermindering op de goodwill van Fresh erkend dient te worden per 31 maart 2025.
Per 31 maart 2024, was de gehanteerde methodologie identiek aan diegene hierboven besproken.
De prijsniveaus van groenten en fruit passen zich aan volgens de beschikbaarheid van gewassen en producten en de kwaliteit om vraag en aanbod met elkaar in evenwicht te brengen. Veranderingen in het milieu en verstoringen in de toeleveringsketen zullen waarschijnlijk van invloed zijn op deze prijsniveaus in de toekomst.
Aan de aanbodzijde heeft Greenyard in de loop der jaren een netwerk van geïntegreerde telersrelaties opgebouwd met boeren in bepaalde regio's. Dit biedt mogelijkheden om gezamenlijk voorzorgsmaatregelen te nemen voor het behoud van gewassen of om gewassen aan te passen aan veranderende groeiomstandigheden. Daarnaast bieden onze wereldwijde inkoopcapaciteiten en connecties ons een hoge mate van flexibiliteit en aanpassingsvermogen om te kunnen omgaan met variaties in gewasopbrengsten.
Aan de vraagzijde bieden de geïntegreerde klantenrelaties die Greenyard de afgelopen jaren heeft opgebouwd en waarin het een op maat gemaakte manier van samenwerken met de individuele klanten heeft aangenomen, een solide platform dat verder gaat dan kwantiteit en prijs om op voort te bouwen.
De belangrijkste parameters van de bijzondere waardeverminderingstest van het Fresh segment worden hieronder gepresenteerd.
(1) De verdisconteringsvoet is berekend als de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC).
Goodwill
6.3. Immateriële vaste activa
De daling van de immateriële vaste activa in AY 24/25 met € 6,5m is voornamelijk het gevolg van afschrijvingen van de periode (€ 23,9m), gedeeltelijk gecompenseerd door investeringen (€ 13,5m), die hoofdzakelijk betrekking hebben op activa in aanbouw in verband met verschillende ERP- en andere IT-projecten in het Fresh-segment en bedrijfsovernames (€ 3,9m).
Klantenrelaties hebben voornamelijk betrekking op het klantenportfolio van het Fresh-segment, verworven via de bedrijfscombinatie in AY 15/16. Tijdens AY 24/25 heeft de Groep € 1,3m klantenrelaties en € 0,7m merken opgenomen naar aanleiding van de Crème de la Crème bedrijfscombinatie in april 2024, met een gebruiksduur van respectievelijk 5 en 20 jaar. Het oorspronkelijke klantenportfolio heeft nog een resterende gebruiksduur van 10 jaar. Er zijn geen aanwijzingen voor bijzondere waardevermindering vastgesteld met betrekking tot dit immateriële actief.
De overige immateriële vaste activa bevatten gekapitaliseerde knowhow met betrekking tot veganistische ijs producten uit de Crème de la Crème acquisitie in AY 24/25 (€ 1,8m) alsook een handelsgeheim uit de overname van Gigi Gelato in AY 23/24, voor € 1,1m, welke worden afgeschreven over respectievelijk 10 en 20 jaar.
6.4. Leasing
6.4.1.
Recht of gebruik activa
De groep huurt veel activa, waaronder terreinen en gebouwen, rollend materieel, machines en IT-apparatuur.
De recht op gebruik activa zijn gedaald met € 7,7m gedurende AY 24/25 voornamelijk ten gevolge van € 23,6m aan investeringen en € 7,0m contractaanpassingen die gecompenseerd worden door € 38,8m afschrijvingen. De investeringen gedurende AY 24/25 hebben voornamelijk betrekking op de nieuwe Tetra Pak® lijn bij Prepared België en nieuwe vrachtwagens, heftrucks en trailers. Contractaanpassingen van recht op gebruik activa betreffen voornamelijk indexaanpassingen en verlengingen van leasecontracten.
In AY 23/24 omvatte de overboekingen een herclassificatie van € 12,3m van materiële vaste activa naar recht op gebruik activa om de onderliggende inhoud van de contracten beter weer te geven.
6.4.2. Leasingschulden
De beweging in de leasingschulden kan als volgt samengevat worden:
consolidatiekring: bedrijfscombinaties
De terugbetalingen van leasingschulden bedroeg €-38,9m in AY 24/25 (in AY 23/24: €-36,8m).
De minimale kasuitstroom met betrekking tot variabele lease betalingen wordt geschat op € 7,1m per 31 maart 2025 (verplichtingen tot 2028).
Indien de Groep haar opties tot verlenging van contracten zou uitoefenen, welke niet vervat zitten in de leasingschulden, zou de contante waarde van de bijkomende betalingen € 51,3m bedragen (laatste contract einddatum in 2052).
We verwijzen naar Toelichting 7.3.6. Voorwaardelijke verplichtingen voor details over getekende huurcontracten maar welke nog niet zijn gestart.
De looptijdanalyse van de leaseverplichtingen wordt toegelicht in Toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer
6.4.3. Lease gerelateerde kosten
Kosten met betrekking tot kortlopende leaseverplichtingen (tussen 1 en 12 maanden)
Kosten met betrekking tot leaseverplichtingen van activa met lage waarde
6.5. Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
De Groep heeft de volgende investeringen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode:
Naam deelneming Beschrijving van belang
Grupo Yes Procurement marketing sl Aankoop van groenten en fruit voor exportdoeleinden in Spanje
Logidis Sistem SL Bundelen van transport van verse producten via subcontracten in Spanje
Ekho Fresh Ltd. De verkoop en distributie van groenten en fruit in het Verenigd Koninkrijk
Green Farmers Group SAC ARL Consortium van landbouwproducenten in Italië
Agritalia Srl Bio gecertificeerde coöperatieve met telersnetwerk in heel Italië
ondernemingen
ondernemingen
ondernemingen
De bewegingen in de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode kunnen als volgt verklaard worden:
De samenvattende financiële informatie van de joint ventures en geassocieerde ondernemingen van de groep is als volgt:
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode - op 31 maart
Deelnemingen
(1) Cijfers op 31 december
Zoals vermeld in Toelichting 6.9. Handel- en overige vorderingen, ontving Green Farmers Group Società Agricola Consortile a Responsabilità Limitata in december 2024 een lening van de Groep voor een bedrag van € 1,5m met een looptijd van vijf jaar.
Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de geassocieerde ondernemingen of joint ventures van de Groep die gezamenlijk met andere investeerders zijn aangegaan en geen voorwaardelijke verplichtingen die voortkomen doordat de investeerder hoofdzakelijk aansprakelijk is voor alle of een gedeelte van de verplichtingen van de geassocieerde onderneming of joint venture.
6.6. Overige financiële activa en verplichtingen
Op 31 maart 2025 heeft de Groep de volgende renteswaps (IRS) afgesloten ter afdekking van:
• De primaire schuldenlast: waarbij de variabele rente van het schuldinstrument, gebaseerd op de 3-maanden EURIBOR, wordt omgezet naar een vaste rente. Eén IRS, afgesloten in september 2022 (huidige nominale waarde van € 141,5m), heeft een reële waarde van €-0,3m op 31 maart 2025 vergeleken met €+3,9m op 31 maart 2024. In oktober 2024 werd een in de toekomst afgesloten IRS (afgesloten in AY 23/24) actief voor een nominaal bedrag van € 75,0m, met een reële waarde van respectievelijk €-1,6m en €-1,0m op 31 maart 2025 en 2024.
• De factoring blootstelling: waarbij de variabele rente van het schuldinstrument, gebaseerd op de 1-maand EURIBOR, wordt omgezet naar een vaste rente. Eén IRS afgesloten in september 2022 (huidige nominale waarde van € 151,7m) heeft een reële waarde van €-0,9m op 31 maart 2025 vergeleken met € 3,4m op 31 maart 2024. In oktober 2024 werd een in de toekomst afgesloten IRS actief voor een nominaal bedrag van € 75,0m en met een reële waarde van respectievelijk €-1,9m en €-1,2m op respectievelijk 31 maart 2025 en 2024.
Deze renteswaps zijn aangemerkt als kasstroomafdekkingsinstrumenten en daarom wordt hedge accounting toegepast. Deze instrumenten vervallen allemaal in 2027.
i n AY 22/23 beschikte de Groep aanvankelijk over een factoring renteswap die niet was aangemerkt als afdekkingsinstrument en waarvoor de veranderingen in reële waarde werden opgenomen in de resultatenrekening. Bij kwalificatie van deze renteswap als afdekkingsinstrument in september 2023, wordt de eerder opgenomen reële waarde winst van € 8,6m ten laste van het resultaat gebracht over de looptijd van de hedge-relatie (tot september 2027), als onderdeel van het niet-effectieve deel van de verandering in reële waarde van het afdekkingsinstrument.
De termijncontracten ( forwards) hebben betrekking op de indekking van wisselkoersrisico’s voor GBP, USD, PLN en BRL forwards.
6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen
Uitgestelde belastingen (netto boekwaarde) 31 maart 2025
maart 2024 Uitgestelde belastingvorderingen
op het
(*) Zoals uitgelegd in Toelichting 2.5. Correctie van fouten, identificeerde de Groep in AY 24/25 een historische fout in de berekening van de uitgestelde belastingen ten belope van € 11,4m, die voornamelijk verband hield met belastingtariefwijzigingen van vóór AY22/23 die niet correct werden toegepast bij de berekening van uitgestelde belastingen op tijdelijke verschillen met betrekking tot klantenrelaties.
De uitgestelde belastingschuld op derivaten heeft betrekking op de renteswaps. De reële waarde van deze swaps wijzigde van een positief bedrag naar een negatief (schuld) tijdens het huidige boekjaar wat resulteerde in een uitgestelde belastingvordering op 31 maart 2025.
Het totale bedrag van fiscale verliezen waarvoor uitgestelde belastingvorderingen werden opgezet, bedraagt € 109,8m (bruto) op 31 maart 2025 (31 maart 2024: € 89,9m) en zijn voornamelijk ontstaan in België, Duitsland en Frankrijk. In de loop van het jaar werden uitgestelde belastingvorderingen erkend op verliezen op basis van hun verwachte gebruik in de voorzienbare toekomst.
één jaar
6.8. Voorraden
Grondstoffen en handelsgoederen omvatten voornamelijk verse groenten, fruit, sauzen en verpakkingsmateriaal. Verse groenten en fruit worden gebruikt voor verkoop (Fresh segment) of om te verwerken (Long Fresh segment).
Werken in uitvoering en gereed product hebben voornamelijk betrekking op het Long Fresh segment. Werken in uitvoering omvatten bevroren groenten die opgeslagen zijn in bulk (nog niet verpakt).
De toename van de voorraden op 31 maart 2025 ten opzichte van vorig jaar is voornamelijk het gevolg van hogere verwerkingsvolumes dankzij de goede oogsten van erwten, bonen en wortelen, in combinatie met een vertraging van de verkoopvolumes in Long Fresh en in mindere mate ook prijs- en wisselkoerseffecten.
Een deel van de voorraden is bezwaard onder de huidige financieringsprogramma’s van de Groep. We verwijzen hiervoor naar Toelichting 7.3. Verbintenissen voor verdere informatie hieromtrent.
6.9. Handels- en overige vorderingen
De langlopende overige vorderingen omvatten een lening met een looptijd van vijf jaar die in december 2024 werd toegekend aan Green Farmers Group Società Agricola Consortile a Responsabilità Limitata, een verbonden partij, voor een bedrag van € 1,5m. De terugbetalingen starten na twee jaar en de lening heeft een markconforme rente.
De handelsvorderingen hebben betrekking op contracten met klanten. De betalingsvoorwaarden voor de verkoop van verse goederen variëren maar bedragen voor het grootste deel 60 dagen. voor de verkoop van diepgevroren goederen en bereide goederen variëren de betalingsvoorwaarden met een maximum tot 120 dagen.
De daling in de handelsvorderingen tijdens AY 24/25 is voornamelijk het gevolg van een vroege Pasen in AY 23/24 met hogere omzet volumes en een hogere factoring efficiëntie in het huidige boekjaar (zie ook hieronder).
De kortlopende overige vorderingen bestaan voornamelijk uit BTW, overige terugvorderbare belastingen en deposito’s. Vooruitbetaalde kosten en verworven opbrengsten hebben voornamelijk betrekking op voorafbetalingen op onderhoudscontracten, huur en IT kosten. Vooruitbetalingen omvatten vooruitbetalingen aan telers en leveranciers.
Het management is van mening dat de reële waarde niet significant verschilt van de boekwaarde.
Een groot deel van de handels- en overige vorderingen is bezwaard onder de huidige financierings- en factoringprogramma’s van de Groep. We verwijzen hiervoor naar Toelichting 7.3. Verbintenissen
Ouderdomsanalyse van handelsvorderingen en waardeverminderingen op handelsvorderingen
gen
De waardeverminderingen op handels- en overige vorderingen worden bepaald door het management. Wanneer bedragen meer dan 30 dagen vervallen zijn, wordt een inschatting gemaakt van de terugvorderbaarheid en wordt desgevallend (faillissement, etc.) een gepaste voorziening aangelegd. Er wordt geen waardevermindering aangelegd door de Groep voor vervallen bedragen waarvan de inning nog steeds waarschijnlijk wordt geacht, bijvoorbeeld omdat de uitstaande bedragen ten laste zijn van de kredietverzekering, de fiscale autoriteiten of de Groep voldoende zekerheden heeft.
De blootstelling van de Groep aan kredietrisico’s is opgenomen in Toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer
Kortlopende en langlopende handels- en overige vorderingen in vreemde valuta
Factoring
De meeste dochterondernemingen binnen de Groep genieten van internationale gesyndiceerde factoringovereenkomsten. In overeenstemming met de gesyndiceerde factoringovereenkomst worden onbetwiste handelsvorderingen aan bepaalde commerciële financieringsmaatschappijen verkocht op non-recourse basis, inclusief de vorderingen van de tien grootste klanten, voor zover de Groep nog geen gebruik maakt van de door hun aangeboden leveranciersfinanciering. De financiering verkregen via de factoring heeft een buitenbalans karakter (zie ook Toelichting 3.1. Cruciale beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving). De gesyndiceerde factoringovereenkomst bevat ook een negatieve zekerheidsverklaring (wat inhoudt dat de vordering enkel aan het factorsyndicaat verkocht kan worden), een maximale verwateringsratio (wat inhoudt dat minstens 95% van de betaling op de bankrekening van de factormaatschappij moet betaald worden) en een schuldgraadtest (zijnde deze van toepassing voor de Faciliteiten Overeenkomst). Op 26 maart 2024 heeft Greenyard een nieuwe factoringovereenkomst aangegaan (startdatum 2 april 2024) tot september 2027 tegen verbeterde financieringsvoorwaarden, die is omgezet in een duurzaamheid gerelateerd programma, met duurzaamheid KPI's die zijn afgestemd op die van de Faciliteiten Overeenkomst.
Dochterondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, Oostenrijk, Polen, Spanje en België maken deel uit van het gesyndiceerde factoringprogramma dat een algemene limiet heeft van € 375,0m. Deze algemene limiet is het maximumbedrag dat kan getrokken worden door de Groep, onderworpen aan de vorderingen verkocht aan het factorsyndicaat.
Naast het hierboven vermelde internationale gesyndiceerde factoringprogramma, heeft enkel één entiteit in de Verenigde Staten een bilaterale factoring overeenkomst afgesloten. Verder is er nog een BTW-factoringprogramma van € 5,0m van toepassing voor Greenyard Fresh Spain SA.
Factoring vereist dat de overgedragen handelsvorderingen kredietverzekerd worden bij kredietverzekeraars met ten minste een investment grade rating omdat het factorsyndicaat het uiteindelijke kredietrisico draagt.
Per 31 maart 2025 werd € 345,4m aan financiering verkregen door de verschillende gesyndiceerde factoringprogramma’s (€ 306,6m per 31 maart 2024). h et risico van laattijdige betaling gerelateerd aan de factoring wordt als zijnde immaterieel geschat.
In overeenstemming met IFRS 9 Financiële instrumenten: opname en waardering, worden alle non-recourse handelsvorderingen die opgenomen werden in de factoringprogramma’s afgeboekt voor wat betreft het deel van de niet-aanhoudende betrokkenheid. (zie ook Toelichting 3.1. Cruciale beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving en Toelichting 6.18. Beleid inzake risicobeheer)
6.10. Geldmiddelen, kasequivalenten en negatieve banksaldi
De geldmiddelen en kasequivalenten worden aangehouden bij gerenommeerde banken.
6.11. Financiële instrumenten per categorie
Financiële activa per categorie op 31 Maart 2025
op 31 Maart 2024
6.12. Eigen vermogen
6.12.1. Geplaatst kapitaal
In overeenstemming met artikel 7 van de statuten van de Onderneming is de Raad van Bestuur bevoegd om gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf 25 september 2023 (de datum waarop de besluiten van de Buitengewone Algemene Vergadering van 15 september 2023 werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad) het geplaatst kapitaal van de vennootschap in één of meerdere malen te verhogen tot een bedrag van € 343 851 771,23. Deze bevoegdheid is hernieuwbaar. Geplaatst
(1) Volgens de statuten van Greenyard NV.
Er waren geen bewegingen in het geplaatst kapitaal tijdens AY 24/25. Alle aandelen zijn zonder aanduiding van nominale waarde.
6.12.2.
Eigen aandelen
Zoals bepaald in artikel 12 van de statuten van Greenyard, is de Raad van Bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om, binnen een termijn van vijf jaar die ingaat op de datum van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 september 2024, en binnen de wettelijk bepalingen, ongeacht op of buiten de beurs, rechtstreeks of onrechtstreeks, bij wijze van aankoop of ruil, inbreng of om het even welke andere wijze van verkrijging, het wettelijk toegestane maximum aantal aandelen van de Vennootschap te verkrijgen, zonder dat een verdere goedkeuring of andere tussenkomst van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist is tegen een prijs of vergoeding per aandeel die niet hoger is dan 20% boven de hoogste slotkoers van het aandeel op Euronext Brussel gedurende de laatste 20 handelsdagen voorafgaand aan de overname, met een minimum van € 1 per aandeel. Bovendien is de Raad van Bestuur gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar te rekenen vanaf 8 oktober 2024 (zijnde de datum van bekendmaking van de besluiten van de Buitengewone Algemene Vergadering van 20 september 2024 in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad), aandelen van de Vennootschap te verwerven of te vervreemden, als een dergelijke verwerving of vervreemding noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap te voorkomen.
In AY 17/18 heeft de Groep 1 750 000 eigen aandelen ingekocht voor een bedrag van € 30,0m of € 17,17 per aandeel. in AY 21/22 heeft de Groep 600 000 eigen aandelen ingekocht voor een bedrag van € 5,5m of € 9,08 per aandeel. Voor een overzicht van de uitgegeven eigen aandelen in het kader van de aandelenoptieplannen, verwijzen we naar Toelichting 6.13. Op aandelen gebaseerde verloning.
Op 13 maart 2024 is de Raad van Bestuur, binnen de bevoegdheid verleend door de Aandeelhoudersvergadering, gestart met een derde programma om eigen aandelen in te kopen voor maximaal 1 250 000 aandelen, met een looptijd van maximaal 2,5 jaar (tot september 2026). Dit laatste programma is ook bedoeld om een pool van eigen aandelen te creëren voor lange termijn verloningsplannen. Per 8 oktober 2024 heeft de Vennootschap de volledige 1 250 000 eigen aandelen teruggekocht, dat 2,43% van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap vertegenwoordigd.
Het aantal eigen aandelen dat door de Groep wordt gehouden en de beweging ervan gedurende het jaar kan als volgt worden samengevat:
Eigen aandelen
Saldo op het einde van de voorgaande
Aankoop eigen aandelen
Verkoop eigen aandelen
Saldo op het einde van
Tijdens AY 24/25 heeft Greenyard 1 242 993 eigen aandelen verworven voor een totaalbedrag van € 7,4m (equivalent van een gemiddelde aandelenprijs van € 5,93) en 749 486 aandelen, met een initiële aankoopprijs van € 6,6m, verkocht bij de uitoefening van stockopties (zie Toelichting 6.13. Op aandelen gebaseerde verloning) voor € 2,6m, waarbij Greenyard een verlies van € 4,0m op deze eigen aandelen realiseerde (verwerkt in de geconsolideerde reserves).
6.13. Op aandelen gebaseerde verloning
6.13.1. Aandelenoptieplannen
In AY 23/24 keurde de Raad van Bestuur het Aandelenoptieplan 2024 goed, maar tot op 31 maart 2025 werden er geen aandelenopties toegekend onder dit 2024 plan.
Gedurende AY 20/21 keurde de Raad van Bestuur het Aandelenoptieplan 2021 goed, dat het mogelijk maakt om bepaalde aandelenopties toe te kennen aan geselecteerde personeelsleden, waaronder leden van het Leadership Team.
Aandelenopties die onder het aandelenoptieplan 2021 vallen, werden toegekend op het einde van AY 20/21 (op 19 februari 2021). Na het vervullen van de verwervingsvoorwaarden (prestatievoorwaarde over de verwervingsperiode) onder het Plan werden de opties geleidelijk verworven over een periode van vier jaar vanaf 20 februari 2025 (met uitzondering van 60 000 opties die pas uitoefenbaar werden vanaf 28 mei 2025). in totaal werden 970 000 opties aanvaard, waarvan 60 000 extra opties werden toegekend in AY 21/22. Bovenop de standaard uitoefenprocedures van het Plan heeft de Raad van Bestuur eind april 2025 een alternatief mechanisme goedgekeurd in het kader van het Voorgenomen Bod (zie Toelichting 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum). Dit mechanisme laat optiehouders toe om hun verkregen opties voorwaardelijk uit te oefenen met de opdracht om met hun gerelateerde Greenyard aandelen in te tekenen op het Bod.
In AY 18/19 heeft de Raad van Bestuur het Aandelenoptieplan 2019 goedgekeurd dat het mogelijk maakt om bepaalde aandelenopties toe te kennen aan geselecteerde personeelsleden, bestaande uit leden van het Leadership Team en sleutelfiguren. Het Aandelenoptieplan 2019 was van toepassing vanaf AY 19/20. Na het vervullen van de verwervingsvoorwaarden onder het Plan (prestatievoorwaarde over de verwervingsperiode) werden de opties definitief verworven op 31 maart 2022. De uitoefenperiode voor de verworven opties onder dit Plan beëindigde op 31 maart 2025. Vanaf die datum kunnen er geen aandelenopties onder dit Plan meer worden uitgeoefend en wordt dit Plan bijgevolg beschouwd als afgesloten.
De bewegingen in het aantal opties worden samengevat in de tabel hieronder.
Tijdens AY 24/25 werden 749 486 opties uitgeoefend, wat resulteerde in een netto daling van € 2,6m in het eigen vermogen (zie Toelichting 6.12. Eigen vermogen). De gewogen gemiddelde marktprijs op het moment van uitoefening van de aandelenopties in AY 24/25 bedroeg € 6,08 (AY 23/24: € 6,41).
AY 24/24
AY 23/24
Impact Winst- en verliesrekening Eigen vermogen Winst- en verliesrekening Eigen vermogen
De toegekende opties zijn opgenomen aan reële waarde op datum van toekenning in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van de opties is bepaald door het gebruik van een Black Scholes prijsmodel.
Reële waarde (€)
6.14. Verplichtingen voor pensioenen en personeelsbeloningen
De pensioenplannen van de Groep voorzien in de betaling van welbepaalde bijdragen aan verzekeringsinstellingen of pensioenfondsen. Eenmaal deze bijdragen betaald zijn, heeft de Groep geen verdere betalingsverplichting. Deze werkgeversbijdragen worden ten laste van het resultaat genomen in het jaar waarop ze betrekking hebben. De bijdragen die betaald zijn gedurende AY 24/25 bedragen € 5,8m (AY 23/24: € 5,4m).
6.14.2. Belgische toegezegde bijdragenplannen welke als toegezegde pensioenplannen worden gepresenteerd
De Belgische toegezegde bijdrageplannen zijn bij wet verplicht om een minimumrendement te garanderen en worden daarom beschouwd als toegezegde pensioenplannen. De pensioenwetgeving is aangepast eind 2015 en definieert het minimumrendement als een variabel percentage gelinkt aan rendementen van in de markt observeerbare overheidsobligaties vanaf 1 januari 2016. voor bijdragen betaald vanaf 2016 geldt een minimumrendement van 1,75% voor werkgevers- en werknemersbijdragen. De oude percentages (3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen) blijven van toepassing op de gecumuleerde bijdragen aan de groepsverzekering betaald tot 31 december 2015. De aanpassing aan de wetgeving resulteerde niet in een materiële netto verplichting die door de Groep diende erkend te worden. De netto verplichting werd geschat op basis van individuele gegevens verstrekt door de verzekeringsinstellingen waarbij het verschil werd geanalyseerd tussen de wiskundige reserves en de gewaarborgde minima (gegarandeerd minimumrendement op betaalde bijdragen).
6.14.3. Toegezegde pensioenplannen (defined benefit plans) en andere personeelsbeloningen
De kosten met betrekking tot IAS 19 voorzieningen worden geboekt in de personeelskosten terwijl de interestcomponent opgenomen wordt in het financieel resultaat.
Binnen de Groep zijn er verschillende toegezegde pensioenplannen, drie voor werknemers in Duitsland en verder plannen in Italië, Frankrijk en Oostenrijk.
De actuariële waarderingsmethode is de projected unit credit cost methode. Deze methode alloceert toekomstige verplichtingen aan het jaar waarin het pensioen wordt verdiend. Dit vereist dat de Groep een schatting maakt van
de uiteindelijke kosten van de beloning die werknemers hebben verdiend in ruil voor hun diensten in de huidige en voorgaande perioden. Deze toegezegde pensioenverplichtingen wordt verdisconteerd naar de contante waarde en de reële waarde van de fondsbeleggingen, inclusief in aanmerking komende verzekeringspolissen, worden in mindering gebracht van deze verplichting.
Eén van de plannen waar de Groep in participeert is het Gustav Scipio Stiftung Fund (GUSS), een toegezegd pensioenplan voor meerdere werkgevers in Duitsland. De activa en verplichtingen die toerekenbaar zijn aan elk lid van het fonds aan het eind van elk boekjaar worden bepaald door een onafhankelijke actuaris, alsook de bijdragen verschuldigd door de leden van het plan. De verhouding van niet-gestorte verplichtingen tussen de leden wordt bepaald in de statuten van GUSS. Bijdragen worden bepaald op basis van de verhouding van de niet-gestorte verplichtingen tussen de leden. Niet-gestorte verplichtingen worden berekend als de verplichtingen van het fonds min de activa die gealloceerd zijn aan de leden. Indien, volgens het jaarlijkse actuarieel rapport de Groep geen verdere verplichtingen heeft tegenover de belanghebbenden van het plan en niet meer aansprakelijk is onder het GUSS, dan zal het recht hebben op een vergoeding in cash verminderd met enige negatieve belastingimpact op de andere leden. Volgens de statuten van GUSS zijn entiteiten niet aansprakelijk voor verplichtingen van andere entiteiten in het fonds. In het geval van ontbinding van het fonds zullen alle activa en passiva verdeeld worden tussen de leden in de verhoudingen die bepaald zijn door een onafhankelijk actuaris. Dergelijke ontbinding vereist de nodige goedkeuring van de Raad van Bestuur van GUSS en de Bremen State Authority.
De Groep heeft verschillende andere lange termijnverplichtingen naar aanleiding van personeelsvergoedingen (bv. jubileeverplichtingen) en andere beloningsverplichtingen na uitdiensttreding.
De netto-verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen en de bewegingen daarin kunnen als volgt worden samengevat:
Mutaties van de brutoverplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenplannen
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkost
Winst (-)/verlies als gevolg van wijzigingen in demografische veronderstellingen
Winst (-)/verlies als gevolg van wijzigingen in financiële veronderstellingen
Saldo
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de componenten van de netto-uitkeringskosten die hetzij rechtstreeks in het eigen vermogen (niet-gerealiseerde resultaten), hetzij in de winst- en verliesrekening zijn opgenomen:
Toegezegde pensioenplannen - ontwikkeling van gecumuleerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Winst (-)/verlies als gevolg van wijzigingen in demografische veronderstellingen
Winst (-)/verlies als gevolg van wijzigingen in financiële veronderstellingen
Rendement op fondsbeleggingen (exclusief interestopbrengsten)
Aansprakelijkheid (winst)/verlies gedurende het boekjaar
Totale beweging in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Toegezegde pensioenplannenKosten opgenomen in de winst- en verliesrekening
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkost
De actuariële veronderstellingen en de gemiddelde duur van de belangrijkste plannen worden hieronder in detail weergegeven:
Voor de belangrijkste plannen is de gevoeligheid van het toegezegd pensioenplan als volgt:
Gevoeligheid van de brutoverplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenplannen - belangrijkste plannen
De verwachte werkgeverbijdragen die gedurende AY 25/26 zullen betaald worden bedragen € 0,9m.
6.15. Voorzieningen
Tijdens AY24/25 werd € 0,8 miljoen aan douaneboetes en interest betaald in verband met de juridische claim van de bananenlicentie in Italië (zie Toelichting 7.2. Belangrijke geschillen). De reorganisatievoorzieningen stegen met € 3,9 miljoen, voornamelijk voor de stopzetting van Fresh France, waarvan € 1,7 miljoen al werd betaald tijdens AY 24/25.
6.16. Rentedragende leningen
Rentedragende
6.16.1. Lease & leaseback financiering
In AY 22/23 heeft Greenyard een lease en leaseback transactie afgerond met betrekking tot een erfpachtrecht op de voedselverwerkings- en opslagfaciliteit van haar Prepared-divisie in Bree, België. Deze lange termijn lease heeft een looptijd van 20 jaar aan een vaste rente van 1,64%. Op 31 maart 2025 bedraagt de uitstaande leaseschuld € 81,0m (31 maart 2024: € 85,1m). Deze transactie werd als een lease en leaseback beschouwd. Er is dus geen sprake van een feitelijke verkoop en daarom werd de beoogde transactie louter als een financieringstransactie geboekt. De bijkomende kosten voor het verkrijgen van deze financiering werden bijgevolg in mindering gebracht van de uitstaande financiële verplichting en worden afgeschreven over de leaseperiode van 20 jaar.
6.16.2. Bankleningen
In AY 22/23 heeft Greenyard haar Faciliteiten Overeenkomst vernieuwd voor een totaalbedrag van € 420,0m met een pool van 11 banken, bestaande uit een senior gewaarborgde termijnlening van € 220,0m en een senior gewaarborgd wentelkrediet van € 200,0m, beide met een looptijd van 5 jaar en vervaldag op 22 september 2027. In januari 2023, converteerde Greenyard deze leningen naar duurzaamheid gelinkte leningen, wat verder de nadruk legt op de verbintenis van de onderneming om duurzaamheid te integreren in alle lagen van de onderneming. In de eerste helft van AY 23/24 heeft Greenyard een bijkomend wentelkrediet van € 45,0m afgesloten om haar verdere groei te ondersteunen. De gesyndiceerde banken hebben in dit verband een nota van wijziging op de Faciliteiten Overeenkomst getekend op 27 juni 2023.
De termijnlening heeft een marge tussen 1,75% en 2,78% gebaseerd op de schuldgraad. Deze marge kan dalen of stijgen met een maximum van 0,075%, afhankelijk van het behalen van 4 duurzaamheid KPIs. Op 31 maart 2025 staat er een bruto bedrag uit van € 157,5m (zonder aftrek van de transactiekosten) na de eerste terugbetaling van € 12,5m in maart 2023 en de jaarlijkse terugbetalingen van € 25,0m in maart 2024 en maart 2025.
Het € 245,0m wentelkrediet (inclusief de bijkomende lijn) heeft een marge tussen 1,50% en 2,53%, gebaseerd op dezelfde schuldgraad, en omvat een gegarandeerde lijn van € 12,5m, een wentelkrediet van € 175,5m (straight loans) en € 57,0m negatieve banksaldi lijnen. Deze marge kan ook verlagen of verhogen met maximum 0,075%, afhankelijk van het behalen van de 4 duurzaamheid KPIs. Het wentelkrediet kan getrokken worden in verschillende munteenheden en per 31 maart 2025, had Greenyard uitstaande bedragen van £ 20,0m en € 81,0m (bruto bedragen – exclusief transactie kosten).
De toepasselijke convenanten onder de Faciliteiten Overeenkomst, inclusief de bijkomende lijn, omvatten een schuldgraad ratio (aangepaste netto schuld/Aangepaste EBITDA) van minder dan 3,0x vanaf maart 2025, en een rentedekkingsratio van meer dan 4,0x. Deze berekeningen zijn vóór de toepassing van ifrs 16 lease accounting.
De Faciliteiten Overeenkomst is afgedekt via renteswaps die het merendeel van de variabele rentecomponent van de schuld hebben omgezet in een vaste rente. Per 31 maart 2025 was een bedrag van € 216,5m afgedekt (in AY 23/24: € 248,8m). Deze renteswaps ter afdekking van de primaire schuldenlast zijn aangemerkt als afdekkingsinstrument, aldus is hier hedge accounting op toegepast.
De Groep beschikt ook over bilaterale faciliteiten met individuele financiële instellingen buiten het bankensyndicaat voor een bedrag van € 3,2m, waarvan € 0,2m werd gebruikt op 31 maart 2025, in vergelijking met € 3,3m per 31 maart 2024, welke volledig werd benut.
Tijdens AY 24/25 heeft Greenyard een Commercial Paper Program opgezet voor een maximaal uitstaand bedrag van € 40,0m, waarmee schatkistcertificaten kunnen worden uitgegeven met looptijden van 1 tot 365 dagen. Dit programma stelt de Groep in staat om haar financieringsbronnen en -voorwaarden te diversifiëren. Op 31 maart 2025 bedroeg het totaal uitstaande nominale bedrag onder het programma € 25,9m, met looptijden van 1 tot 3 maanden en een gemiddelde marge van 0,85%. De Groep beschikt over voldoende toegezegde kredietlijnen onder haar lopende kredietfaciliteit om volledige backstop -dekking van het Commercial Paper Program te garanderen.
Opnames onder het wentekrediet en de uitgifte van schatkistcertificaten variëren in functie van de door operationele activiteiten gegenereerde kasstromen, de behoefte aan werkkapitaal en het gebruik van factoring.
Alle rentedragende bankverplichtingen per 31 maart 2025 zijn afgesloten aan marktconforme voorwaarden. Volgens de contractuele afspraken met bepaalde financiële instellingen worden de meeste negatieve bankbalansen gepresenteerd in min van geldmiddelen en kasequivalenten.
We verwijzen naar Toelichting 7.3. Verbintenissen voor verdere informatie omtrent bankconvenanten en de niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen.
De afstemming tussen het nominale bedrag en de boekwaarde van de bankleningen kan als volgt worden weergegeven:
6.16.3. Bewegingen in verplichtingen die voortvloeien uit financieringsactiviteiten
In overeenstemming met IAS 7 wordt hieronder een aansluiting van de
Wijziging in de consolidatiekring betreft de financiële schulden overgenomen als gevolg van de Crème de la Crème bedrijfsovername in AY 24/25.
6.17. Handels- en overige schulden
De Groep heeft een regeling voor leveranciersfinanciering opgezet in de vorm van een Reverse Factoring Program dat wordt aangeboden aan sommige leveranciers van de Groep in België en Nederland. Deelname aan de overeenkomst is vrijblijvend en de kosten vallen ten laste van de leveranciers. Leveranciers die deelnemen aan de regeling voor leveranciersfinanciering ontvangen vroegtijdige betaling op facturen die naar de Groep worden gestuurd van de externe financieringsverstrekker van de Groep. Als leveranciers kiezen voor vroegtijdige betaling, betalen zij een vergoeding aan de financieringsverstrekker, waarbij de Groep geen partij is. Opdat de financieringsverstrekker de facturen zou betalen, moeten de goederen of diensten ontvangen of geleverd zijn en moeten de facturen goedgekeurd zijn door de Groep. Betalingen aan leveranciers vóór de vervaldatum van de factuur worden verwerkt door de financieringsverstrekker en in alle gevallen vereffent de Groep de oorspronkelijke factuur door de financieringsverstrekker te betalen tegen de oorspronkelijke vervaldatum van de factuur. De betalingstermijnen met leveranciers die deelnemen aan het Reverse Factoring Program blijven in overeenstemming met de standaard betalingsvoorwaarden voor leveranciers in de hele Groep en in lijn met de gangbare praktijk van de markt. De Groep biedt geen zekerheid aan de financieringsverstrekker.
Alle handelsschulden die onder de regeling voor leveranciersfinanciering vallen, worden opgenomen onder ‘Handelsschulden’ in de geconsolideerde balans.
Boekwaarde van de handelsschulden die deel uitmaken van leveranciersfinanciering 16 026 9 356
Waarvan reeds betaald aan leveranciers 6 605 3 276
De stijging in de handelsschulden is voornamelijk te verklaren door de volume evolutie in het Fresh segment, dankzij een organische groei van bestaande activiteiten bij geïntegreerde klantenrelaties en aanvullende programma’s met nieuwe partners.
De toe te rekenen kosten zijn voornamelijk nutsvoorzieningen, tijdelijke werknemers, diensten van derden en verpakkingskosten.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voornaamste lange- en kortlopende handels- en overige schulden in vreemde valuta.
6.18. Beleid inzake risicobeheer
De activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende financiële risico's: marktrisico (valutarisico en renterisico), krediet- en liquiditeitsrisico. Het algehele risicomanagementbeleid van de Groep is gericht op het beperken van de mogelijke negatieve effecten van deze financiële risico’s op de financiële positie van de Groep. De Groep gebruikt derivaten om bepaalde marktrisico’s te beperken.
De Raad van Bestuur heeft de algehele verantwoordelijkheid voor het opzetten en beheren van het risicobeheer van de Groep, waaronder het financieel risicobeheer. Het Auditcomité is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en opvolging van het risicobeheerbeleid van de Groep. Interne audit, onder leiding van het Auditcomité, onderneemt zowel regelmatige als ad hoc evaluaties van risicobeheercontroles en -procedures, waarvan de resultaten aan het Auditcomité worden gerapporteerd.
Het dagelijks financieel risicobeheer wordt uitgeoefend door Corporate Treasury volgens het thesauriebeleid van de Groep. Corporate Treasury identificeert, evalueert en beperkt financiële risico’s in nauwe samenwerking met de operationele entiteiten van de Groep.
6.18.1. Marktrisico
Marktrisico is het risico van wijzigingen in marktparameters, zoals wisselkoersen en rentevoeten, die een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten van de Groep. Het doel is om deze marktrisico’s te controleren en te beheersen binnen de grenzen gedefinieerd in het risicomanagementbeleid, terwijl het rendement dat de Groep behaalt, wordt geoptimaliseerd.
De Groep gebruikt derivaten in de normale gang van zaken om de marktrisico's te beheersen. Al deze transacties worden uitgevoerd in het kader van het thesauriebeleid van de Groep. Het beleid van de Groep laat geen speculatieve transacties toe.
Valutarisico
De Groep is internationaal actief en is onderhevig aan wisselkoersschommelingen van verschillende munten. Het valutarisico ontstaat wanneer een lokale entiteit van de Groep transacties doet in vreemde munt. In dit geval, is de lokale munt niet gelijk aan de munt waarin de transactie wordt uitgevoerd. Valutarisico behelst zowel opgenomen monetaire activa en passiva als toekomstige commerciële transacties.
De vorderingen en verplichtingen in vreemde munt kunnen aanleiding geven tot gerealiseerde winsten of verliezen wanneer de koers op het tijdstip van betaling of ontvangst afwijkt van de koers aan dewelke de vorderingen en verplichtingen werden opgenomen.
Op basis van het beleid uitgewerkt door het uitvoerende management, worden de ondernemingen van de Groep gestuurd om het valutarisico dat ontstaat door transacties in hun lokale munt, te beheersen. Dochterondernemingen worden verplicht om hun volledig valutarisico af te dekken met Corporate Treasury. Groepsentiteiten ontvangen intercompany leningen in hun functionele valuta van Corporate Treasury, maar houden bij Corporate Treasury rekeningcourantposities aan in de transactievaluta.
Om het valutarisico uit toekomstige commerciële transacties te beheersen, maakt de Groep gebruik van valutatermijncontracten.
Corporate Treasury past volgende afdekkingsratio’s toe om de valutarisico’s te beheren:
Tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 maanden tot 1 jaar
Indien vereist voor commerciële doeleinden, kan een toekomstige kasstroom afgedekt worden voor 100%.
Valutasensitiviteit
In de onderstaande tabel wordt een gevoeligheidsanalyse voor wisselkoersen uitgevoerd op de reële waarde van de uitstaande posities (posities in niet-functionele valuta) op het einde van het boekjaar. De gevoeligheidsanalyse is gebaseerd op een stijging van valuta 1 met 10% ten opzichte van valuta 2. Termijnkoersen worden beïnvloed door dezelfde stijging of daling in absolute termen. De totale blootstelling bestaat uit uitstaande schulden en vorderingen, leningen en deposito's tussen ondernemingen en leningen en deposito's van derden. Voor deze posities zal een verandering in de wisselkoersen een impact hebben op de winst voor belastingen. Verder worden de uitstaande financiële instrumenten die gebruikt worden om het valutarisico af te dekken ook meegenomen in de analyse. Voor deze posities zal een verandering in de wisselkoersen een impact hebben op het eigen vermogen (niet-gerealiseerde resultaten). Een positief teken staat voor een winst en een negatief teken voor een verlies.
Valutasensitiviteit
31 maart 2025
op winst voor belastingen
op eigen vermogen
31 maart 2024
op winst voor belastingen
Valuta 1 Valuta 2 Geldmiddelen en negatieve banksaldi Schulden & vorderingen Uitstaande valutatermijncontracten Geldmiddelen en negatieve banksaldi
op eigen vermogen
& vorderingen
Renterisico
Renterisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrentevoeten. De financieringsvormen met variabele rentevoeten vloeien hoofdzakelijk voort uit haar Faciliteitenovereenkomst en de financiering die is verkregen uit het meerlanden-factoringprogramma.
De blootstelling aan renterisico wordt op een continue basis geanalyseerd door de Groep. De Groep maakt een inschatting van de mogelijke impact op het resultaat van een wijziging in rentevoeten. Op 31 maart 2025 had Greenyard een schuldlast van € 374,4m (exclusief leaseverplichtingen), voornamelijk met variabele rentedragende instrumenten alsook een uitstaand factoring bedrag voor € 345,4m, ook met variabele rentes (per 31 maart 2024: respectievelijk € 332,1m en € 306,6m). Als dusdanig kunnen veranderingen in de rentevoeten een materiële impact hebben op het financieel resultaat van de Groep. De doelstellingen van de Groep voor het beheer van renterisico's bestaan uit het verminderen van de volatiliteit van toekomstige rentebetalingen en het minimaliseren van de totale rentekosten. Het renterisico wordt opgevolgd door Corporate Treasury en gecommuniceerd met het uitvoerende management. De behoefte aan afdekking van het renterisico wordt beoordeeld door het uitvoerende management in samenwerking met Corporate Treasury. Corporate Treasury doet een voorstel aan de Raad van Bestuur en de Groep kan rentederivaten afsluiten op basis van een beslissing van de Raad van Bestuur.
De Groep ging enkele renteswaps aan ter afdekking van de primaire schuldenlast en de factoringpositie, die aflopen in september 2027. Per 31 maart 2025 bedroeg de nominale waarde van deze swaps respectievelijk € 216,5m en € 226,7m.
De renteswaps converteren de rentevoeten van de onderliggende instrumenten, van variabele naar vaste rentevoeten en zijn aangegaan met financiële tegenpartijen met een hoge rating. De renteswaps die de primaire schuldenlast afdekken zijn gebaseerd op de 3-maand EURIBOR-benchmark en hebben een reële waarde van €-1,9m op 31 maart 2025 terwijl de renteswaps ter afdekking van de factoringpositie gebaseerd zijn op de 1-maand EURIBOR-benchmark en een reële waarde hebben van €-2,8m op 31 maart 2025. Alle renteswaps zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten op 31 maart 2025, aldus is hier hedge accounting op toegepast.
Rentesensitiviteit
De onderstaande tabel toont een sensitiviteitsanalyse voor rentebaten en -lasten en de reële waarde van financiële instrumenten. De berekeningen zijn gebaseerd op geannualiseerde cijfers van het laatste kwartaal van het boekjaar. Deze berekening gaat uit van een scenario waarin alle historische rentetarieven met 100 basispunten zijn gestegen, ongeacht de looptijd en de valuta van de rente. De renteswaps zouden de negatieve impact van hogere rentelasten compenseren en de verbetering van de reële waarde zou via de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt worden in het eigen vermogen. Een positief teken vertegenwoordigd een winst en een negatief teken een verlies.
Rentesensitiviteit
Blootstellingen
Variabele interestvoet blootstellingen
en kasequivalenten
31 maart 2025
op winst voor belastingen
op eigen vermogen
31 maart 2024
op winst voor belastingen
Renterisico: looptijd financiële activa en verplichtingen
De onderstaande tabel toont de totale boekwaarde over verschillende looptijden voor financiële activa en verplichtingen.
Looptijd financiële instrumenten per 31 maart 2025
Instrumenten met variabele interestvoeten
Alle financiële activa en verplichtingen worden geclassificeerd tegen geamortiseerde kostprijs op 31 maart 2025 en 31 maart 2024.
Valuta- en rentevoetrisico: derivaten
Onderstaande tabel toont de totale reële waarde van derivaten over verschillende looptijden.
Uitstaande derivaten: nominaal bedrag per vervaldag
maart 2025
De valutatermijncontracten vervallen ten laatste op 14 september 2026. De renteswaps vervallen ten laatste op 30 september 2027.
Derivaten worden gewaardeerd aan reële waarde en hedge accounting wordt hierop toegepast. Er werd geen compensatie toegepast voor de verwerking van de derivaten.
De reële waarde van de derivaten wordt berekend op basis van prijsmodellen die gebruik maken van recente marktprijzen. Voor de renteswaps wordt deze informatie doorgegeven aan de Groep door de financiële instellingen waarbij de financiële instrumenten werden aangegaan. De reële waarde van de valutatermijncontracten wordt berekend door Corporate Treasury.
Detail reële waarde per type derivaat
Detail reële waarde per type derivaat
Activa Verplichtingen
31 maart 2025
31 maart 2024
Nettopositie
Opgenomen in de winsten verliesrekening
6.18.2. Kredietrisico
Het kredietrisico omvat het risico dat de Groep heeft op verlies aan inkomsten omdat een klant of financiële tegenpartij haar contractuele verplichtingen ten opzichte van de Groep niet kan nakomen. De Groep is blootgesteld aan kredietrisico's door haar operationele activiteiten (voornamelijk handelsvorderingen) en door haar financieringsactiviteiten, waaronder deposito's bij banken en financiële instellingen, valutatransacties en andere financiële instrumenten.
De blootstelling van de Groep aan kredietrisico’s voor operationele activiteiten wordt voornamelijk bepaald door de individuele kenmerken van elke klant. Om zich te beschermen tegen wanbetalingen of faillissementen van haar klanten doet de Groep beroep op internationale kredietverzekeringsmaatschappijen en wordt er intern gebruik gemaakt van kredietlimieten op klantniveau. Elke entiteit van de Groep moet voldoen aan het kredietrisicobeheerbeleid van de Groep.
Een kredietverzekering is verplicht voor alle handelsvorderingen die in het kader van het factoringprogramma worden verkocht. Bepaalde entiteiten genieten ook van een kredietverzekering, hoewel hun vorderingen niet worden gefactored. Als gevolg hiervan is het overgrote deel van de klanten van de Groep volledig kredietverzekerd. De beperkte uitzonderingen hebben een hoge kredietwaardigheid en een kredietrisico dat beperkt is tot minder dan 8 dagen aangezien de Groep gebruik maakt van de leveranciersfinanciering van deze klanten.
Per 31 maart 2025 en 2024 heeft de Groep geen materieel kredietrisico geïdentificeerd voor de klanten van de Groep.
De blootstelling aan kredietrisico voor niet-kredietverzekerde klanten wordt continu opgevolgd door Corporate Treasury. Er wordt kredietwaardigheidsonderzoek uitgevoerd aan de hand van kredietscoretools, klantbeoordelingen en het betaalgedrag van klanten. Een interne kredietlimiet is verplicht voor niet-kredietverzekerde klanten voordat de bestelling wordt bevestigd aan de klant en voordat de goederen worden verzonden. De goedkeuring van de interne kredietlimieten is onderworpen aan een intern goedkeuringsproces. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op individuele basis.
De Groep geeft ook voorschotten aan belangrijke leveranciers, doorgaans om producten in de belangrijkste categorieën te garanderen. De gemaakte voorschotten zijn over het algemeen rentedragend en worden teruggevorderd door aftrek van betalingen voor producten die door de tegenpartij zijn geleverd.
Financiële investeringen worden enkel toegestaan wanneer de tegenpartijen voldoen aan minimaal aanvaardbare kredietlimieten tijdens de inleidende fase van de investering en zonder dat de maximale concentratie per tegenpartij wordt overschreden. De tegenpartijen dienen financiële instellingen en emittenten met een kredietrating BBB (Standard & Poor’s), Baa (Moody’s Investor Service) of beter te zijn.
Het kredietrisico behelst enkel de categorie ‘Leningen en vorderingen’. Voor de overige categorieën wordt het kredietrisico als beperkt ingeschat.
6.18.3. Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep op de vervaldag niet kan voldoen aan haar financiële verplichtingen. Het beleid van de Groep om liquiditeit te beheersen is om ervoor te zorgen dat ze, voor zover mogelijk, altijd over voldoende liquiditeiten beschikt om haar verplichtingen na te komen, zowel onder gewone als onder gedwongen omstandigheden, zonder zich bloot te stellen aan onaanvaardbare verliezen of schade te berokkenen aan de reputatie van de Groep.
De Groep bewaakt het risico van een tekort aan fondsen door middel van een cash positioning tool. Korte termijn kasstroominschattingen worden opgemaakt door de operationele entiteiten van de Groep en deze worden door Corporate Treasury samengevoegd. Corporate Treasury houdt toezicht op de inschattingen van liquiditeitsbehoeften van de Groep om erover te waken dat er voldoende geldmiddelen zijn om de operationele behoeften te vervullen. Er wordt ook opgevolgd dat er, te allen tijde, voldoende ruimte aanwezig is op de niet-opgenomen toegekende kredietlijnen om te voorkomen dat de Groep in overtreding zou zijn met kredietbeperkingen of convenanten (indien van toepassing) op de kredietfaciliteiten van de Groep.
De meeste dochterondernemingen van de Groep maken deel uit van een cashpoolsysteem waarbij de cash dagelijks wordt afgeroomd naar bankrekeningen aangehouden door Corporate Treasury. Voor dochterondernemingen van de Groep die geen deel uitmaken van het cashpoolsysteem, worden kasoverschotten, rekening houdend met werkkapitaalbehoeften, overgemaakt aan Corporate Treasury.
Greenyard maakt gebruik van factoringovereenkomsten als onderdeel van haar liquiditeitsbeheer, en heeft per 31 maart 2025 een totaalbedrag van € 380,0m aan toegezegde factoringprogrammalijnen uitstaan (idem per 31 maart 2024). Deze factoringprogramma's zijn opgezet met een beperkt aantal tegenpartijen en vormen derhalve een significante concentratie in termen van liquiditeitsrisico voor Greenyard.
Een klein deel van de handelsschulden van de Groep zijn opgenomen in de regeling voor leveranciersfinanciering van de Groep. Dit heeft tot gevolg dat de Groep geaggregeerde bedragen moet afwikkelen met één tegenpartij, in plaats van kleinere bedragen met meerdere tegenpartijen. Het management is niet van mening dat de regeling voor leveranciersfinanciering leidt tot buitensporige concentraties van liquiditeitsrisico's. Zie Toelichting 6.17. Handels- en overige schulden voor meer informatie over het programma.
De Groep hanteert het beleid om te allen tijde over voldoende faciliteiten te beschikken om onvoorziene financieringsbehoeften te dekken. De Groep heeft goedkeuring voor toegezegde termijn- en wentelkredietleningen (exclusief € 12,5m garantielijnen) van maximaal € 390,0m per 31 maart 2025 (€ 415,0m per 31 maart 2024).
Per 31 maart 2025 heeft de Groep € 94,8m aan ongebruikte beschikbare bedragen onder haar Faciliteitenovereenkomst (31 maart 2024: € 165,0m) exclusief de € 12,5m garantielijnen. het totaal aan niet-toegezegde bilaterale faciliteiten bedroeg € 3,2m (31 maart 2024: € 3,3m), waarvan € 0,2m werd gebruikt per 31 maart 2025 tegenover € 3,3m (volledig gebruikt) op 31 maart 2024.
Voor een bespreking van de bestaande kredietlijnen en hun algemene voorwaarden verwijzen we naar Toelichting 6.16. Rentedragende leningen
De volgende tabel toont per vervaldag, de financiële verplichtingen van de Groep, op basis van de resterende periode op het einde van het boekjaar tot de contractuele vervaldatum. De niet-verdisconteerde kasstromen bevatten de netto rentebetalingen en kapitaalaflossingen. Derivaten (activa en verplichtingen) werden opgenomen voor hun resterende kasstromen.
Looptijd financiële
Looptijd financiële verplichtingen
31 Maart 2024
Niet-verdisconteerde contractuele kasstromen Binnen het jaar Tussen 1 en 5 jaar Na 5
De contractuele kasstromen omvatten alle instrumenten die aangehouden werden op de balansdatum en waarvoor de betalingen reeds contractueel werden vastgelegd. Geschatte kasstromen naar aanleiding van toekomstige, nieuwe schulden worden niet opgenomen. Bedragen in vreemde valuta werden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum. Variabele rentebetalingen met betrekking tot financiële instrumenten werden berekend op basis van de geldende termijnrentevoeten.
6.18.4. Overdracht van financiële activa
Met betrekking tot factoring bedroegen de totale niet-langer erkende vorderingen € 345,4m per 31 maart 2025 (€ 306,6m per 31 maart 2024). Greenyard heeft 95% van het kredietrisico van debiteuren overgedragen aan de factormaatschappijen. Het resterende kredietrisico blijft in haar boekhouding opgenomen als een aanhoudende betrokkenheid bij de overgedragen vorderingen en wordt opgenomen, samen met het behouden risico van betalingsachterstand, waarvan het laatste echter als immaterieel wordt beschouwd (zie ook Toelichting 6.9. Handelsen overige vorderingen).
Aangezien de juridische eigendom van de vorderingen wordt overgedragen aan de factormaatschappijen, en de overgedragen vorderingen kredietverzekerd zijn ten gunste van de factormaatschappijen, zullen betalingen door debiteuren en kredietverzekeraars aan de factormaatschappijen worden gedaan. Het beheer van de overgedragen vorderingen wordt uitgevoerd door Greenyard als agent voor de factormaatschappijen. Er is geen contractuele verplichting voor Greenyard om een betalingsverplichting na te komen in geval van insolvabiliteit van kredietverzekeraars. meer informatie is te vinden onder Toelichting 6.9. Handels- en overige vorderingen.
6.18.5. Financiële instrumenten - reële waarde
Derivaten worden opgenomen aan reële waarde bij initiële waardering en op elke verslagdatum, waarbij de mutatie wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening tenzij ze worden aangemerkt als kasstroomafdekkingen. Indien instrumenten worden geclassificeerd als kasstroomafdekkingen, worden ze verwerkt volgens de regels voor hedge accounting waarbij winsten of verliezen voortvloeiend uit het effectieve deel van het derivaat worden opgenomen in de reserve voor kasstroomafdekkingen, als een afzonderlijke component van het eigen vermogen. Winsten of verliezen op een ineffectief deel van het derivaat worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer de afgedekte transactie vervalt, worden de gerelateerde winsten of verliezen in de reserve voor kasstroomafdekkingen overgedragen naar de winst- en verliesrekening. Voor de verschillende rubrieken aan financiële activa en verplichtingen worden de
netto boekwaarden en hun respectievelijke reële waarden geanalyseerd. Onderstaande tabel omvat de reële waarde van de financiële verplichtingen. Voor de niet-opgenomen financiële activa en verplichtingen gaan we ervan uit dat de boekwaarde de reële waarde benadert.
De reële waarde van de bankleningen wordt berekend als de contante waarde van toekomstige kasstromen (niveau 2 input).
6.18.6. Vermogensstructuur
Om een sterke vermogensbasis in stand te houden en het vertrouwen van de markt te behouden, herziet en controleert de Raad van Bestuur regelmatig de vermogensstructuur van de Groep. Dit houdt in dat het dividendbeleid en het rendement op kapitaal in beschouwing worden genomen (op basis van het eigen vermogen).
Overeenkomstig artikel 12 van de statuten van de Onderneming, is de Raad van Bestuur bevoegd om gedurende een periode van vijf jaar startend vanaf de datum van Uitzonderlijke Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 20 september 2024 en binnen de vastgestelde limieten bepaald door de wet, het maximumaantal aandelen van de Onderneming aan te kopen toegelaten door de wet, zonder dat er een verdere toestemming van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is vereist. Gedurende de periode die een deel van AY 23/24 beslaat en doorloopt in AY 24/25, heeft Greenyard 1 250 000 eigen aandelen verworven voor een totaalbedrag van € 7,4m (equivalent van een gemiddelde aandelenprijs van € 5,93). Voor een overzicht van de toegekende eigen aandelen in het kader van de aandelenoptieplannen verwijzen we naar Toelichting 6.13. Op aandelen gebaseerde vergoedingen.
Op 31 maart 2025 houdt Greenyard 2 308 854 eigen aandelen aan. Dit vertegenwoordigt 4,5% van het totale aantal aandelen van de Onderneming.
Bovendien tracht de Groep voortdurend haar vermogensstructuur (balans tussen schulden en eigen vermogen) te optimaliseren om ervoor te zorgen dat entiteiten in de Groep in continuïteit kunnen blijven werken en tegelijkertijd het rendement voor belanghebbenden te maximaliseren door de verhouding schuld ten opzichte van eigen vermogen te optimaliseren. De Groep is vastbesloten om de schuldgraad structureel onder de 2,0x te houden gedurende de komende jaren.
De Groep streeft naar een flexibele structuur zowel qua periodiciteit als naar krediettype die toelaat in te spelen op mogelijke opportuniteiten. De verschillende vermogenscomponenten worden besproken in Toelichting 6.12. Eigen vermogen en in Toelichting 6.16. Rentedragende leningen
De Groep heeft schuldratio convenanten zoals uiteengezet in Toelichting 7.3. Verbintenissen.
6.18.7 Reële waarde hiërarchie opgenomen in de balans
Activa en verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde
Financiële activa aan reële waarde
Financiële passiva aan reële waarde
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de financiële activa en verplichtingen van de Groep, die bij initiële opname gewaardeerd worden aan reële waarde, gerangschikt per waarderingsmethode. De verschillende niveaus werden als volgt gedefinieerd:
• Niveau 1: waardering op basis van (onaangepaste) prijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
• Niveau 2: waardering aan reële waarde: de reële waardes van de overige financiële activa en verplichtingen worden bepaald in overeenstemming met algemeen aanvaarde waarderingsmodellen die gebaseerd zijn op de contante waarde van verdisconteerde kasstromen waarbij gebruik wordt gemaakt van beschikbare prijzen van recente markttransacties en prijsopgaven van handelaars in vergelijkbare instrumenten. Dit heeft voornamelijk betrekking op derivaten:
– Valutatermijncontracten worden gewaardeerd op basis van beschikbare termijnwisselkoersen en rentecurves afgeleid van rentevoetnoteringen met vergelijkbare termijnen.
– Renteswaps worden gewaardeerd tegen contante waarde van toekomstige kasstromen en verdisconteerd op basis van de toepasselijke rentecurves afgeleid van rentevoetnoteringen.
• Niveau 3: waardering aan reële waarde: de reële waardes van de overblijvende financiële activa en verplichtingen worden bepaald op basis van waarderingstechnieken waarbij de input niet gebaseerd is op waarneembare marktgegevens.
Gedurende het voorbije jaar vond er geen beweging plaats tussen de niveaus 1 en 2 voor de financiële activa en verplichtingen.
7. Diverse elementen
7.1.
Dochterondernemingen,
geassocieerde ondernemingen, joint ventures en investeringen geboekt aan kostprijs
De moedermaatschappij van de Groep is Greenyard NV, gelegen te Sint-Katelijne-Waver, België. De dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen, joint ventures en andere deelnemingen van de Groep per 31 maart 2025 zijn hieronder voorgesteld.
Crème de la Crème Belgium NV (2)
Long Fresh: Overige investeringen
Long Fresh
Fresh: Dochterondernemingen
Bakker Belgium NV
Greenyard Fresh NV
Greenyard Fresh Belgium NV
Greenyard Fresh Direct Belgium NV
Greenyard Transport Belgium NV (3)
Greenyard logistics Belgium nv
Fresh Investments NL B.V.
Bakker Barendrecht B.V.
Bakker Barendrecht Transport B.V.
Bakker Centrale Inkoop B.V.
Greenyard Fresh Italy SpA
Greenyard Fresh UK Ltd. (1)
Pastari international ltd (1)
Greenyard logistics Poland sp. Z o.o.
Dochterondernemingen
Overige Investeringen
(1) i n liquidatie/geliquideerd (2) Aangekocht in AY 24/25
(3) Gefusioneerd met een groepsvennootschap
(4) Greenyard heeft ‘de facto’ controle op basis van een aantal bepalingen in de statuten van deze vennootschap: ze hebben enerzijds meer rechten en blokkeringsmogelijkheden en anderzijds zijn ze steeds betrokken bij de vertegenwoordiging in en buiten rechte van de CV.
Significante beperkingen
Er zijn geen significante beperkingen (die bv. voortkomen uit leningsovereenkomsten, regelgeving of contractuele overeenkomsten tussen investeerders met een significante invloed op een dochteronderneming) op de mogelijkheid van dochterondernemingen om fondsen te transfereren naar de moedervennootschap in de vorm van cashdividenden, of om leningen terug te betalen of voorschotten betaald door de moedervennootschap, met uitzondering van deze
vermeld onder Toelichting 7.3. Verbintenissen, met goedkeuring van de meerderheid hoofdaandeelhouder. Bijkomend zijn er geen significante beperkingen op de mogelijkheid van de Onderneming of dochterondernemingen om toegang te hebben tot of gebruik te maken van de activa en de verplichtingen van de Groep na te komen, met uitzondering van deze vermeld onder Toelichting 7.3. Verbintenissen
Wijzigingen in de consolidatiekring
In AY 24/25 heeft Greenyard 100% van de aandelen verworven van Crème de la Crème Belgium NV, voor een totale vergoeding van € 2,5m zonder enige (on-)voorwaardelijke betalingen verschuldigd. In overeenstemming met IFRS 3 werden de activa en verplichtingen van Crème de la Crème Belgium NV opgenomen aan hun reële waarde, wat leidde tot een verhoging van de materiële vaste activa met € 6,2m. Bovendien resulteerde de aankoopprijsallocatie in een erkenning van immateriële activa gerelateerd aan knowhow (€ 1,8m), klantenrelaties (€ 1,3m) en het merk (€ 0,7m) vanaf de overname datum van april 2024. Zowel bijhorende uitgestelde belastingschulden als uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen fiscale verliezen werden erkend voor een totale netto schuld van € 0,4m.
Er vonden geen significante wijzigingen plaats in de consolidatiekring in AY 23/24.
7.2. Belangrijke geschillen
Voor zover de verwachte uitkomst van de hieronder vermelde geschillen een waarschijnlijke financiële impact voor Greenyard zou hebben, is een voorziening opgenomen of is een bestaande voorziening herzien.
Bananenlicentie geschil
In 2002 ontving Greenyard Fresh Italy SpA (voorheen Univeg Trade Italia S.r.l. en daarvoor Bocchi Import Italia S.r.l.) een vordering met betrekking tot vermeende onbetaalde douanerechten op de invoer van bananen tussen oktober 1998 en november 1999. De Griekse belastingautoriteiten beweerden dat de vennootschap valse licenties gebruikte om bananen te verhandelen en vorderden de betaling van € 3,3m (inclusief rente), terwijl de vennootschap de valse licenties te goeder trouw had gekocht. In maart 2023 heeft het Griekse Hooggerechtshof uiteindelijk beslist om het beroep van de vennootschap met betrekking tot de administratieve procedures te verwerpen. Daarnaast heeft de vennootschap ook de procedure in hoger beroep in verband met de tenuitvoerlegging van de beslissing voor het hof van beroep verloren. Greenyard Fresh Italy SpA heeft daarom beroep aangetekend bij het Griekse Hooggerechtshof met betrekking tot de tenuitvoerlegging. In afwachting hiervan kunnen de belastingautoriteiten echter hun oorspronkelijke betalingsvorderingen afdwingen. Tezelfdertijd, is Greenyard Fresh Italy SpA bezig om een verlaging van het gevorderde bedrag te verzoeken via het officiële Griekse schikkingsplatform. We verwijzen naar Toelichting 6.15. Provisies voor de hiervoor opgenomen bedragen.
Lening verschuldigd door een Mexicaanse teler
Seald Sweet LLC heeft in de Verenigde Staten en Mexico juridische procedures aangespannen om ongeveer USD 2,2 miljoen aan betaalde voorschotten en kosten in verband met het druivenseizoen 2024 en voorgaande jaren terug te vorderen. De verschuldigde bedragen worden contractueel erkend door de wederpartij en (gedeeltelijk) gedekt door zekerheden. Ondanks aanvankelijke pogingen om de schuld terug te vorderen via een gestructureerd aflossingsplan, werden er geen betalingen ontvangen. Op 31 maart 2025 werd geen waardevermindering geboekt maar juridische stappen werden ondernomen om de vorderingen af te dwingen.
Lening verschuldigd door een Peruaanse teler
Greenyard Fresh Peru SAC heeft een overeenkomst gesloten met een lokale druiventeler om (minimaal) 2 000 ton druiven per seizoen te leveren van 2014 tot 2018. Om de aankoop van extra aanplantingen door de teler te financieren, heeft de vennootschap een langlopende lening van USD 500 000 verstrekt, terugbetaalbaar in jaarlijkse schijven van 2015 tot 2019. Aangezien de teler in gebreke blijft met het nakomen van zijn verplichting om de lening terug te betalen, heeft Greenyard Fresh Peru SAC procedures opgestart om haar zekerheden af te dwingen, die hangende zijn. De openstaande vordering werd volledig afgewaardeerd in voorgaande jaren.
Geschil over beëindiging huurovereenkomst voor faciliteit in Peru
Greenyard Fresh Peru SAC heeft een huurovereenkomst beëindigd met NxtDried Superfoods SAC, een huurder van een voedselverwerkingsfaciliteit in Cañete (Peru), vanwege betalingsachterstand. De beëindiging werd door NxtDried superfoods s AC betwist in een arbitrageprocedure in Peru maar op 6 mei 2025 heeft het arbitragetribunaal alle vorderingen van NextDried Superfoods SAC afgewezen.
7.3. Verbintenissen
7.3.1. Aankoopverplichtingen
De groep heeft op 31 maart 2025 en 31 maart 2024 volgende verbintenissen:
De Groep heeft met een aantal landbouwers zaai- en afnamecontracten afgesloten voor de aankoop van verse groenten en fruit. De gecontracteerde bedragen zijn nog onderhevig aan fluctuaties in functie van de klimaatomstandigheden en de prijsevoluties voor verse groenten en fruit.
De verbintenissen voor immateriële activa hebben betrekking op de opzet van een nieuw ERP systeem in het Fresh segment.
7.3.2.
Factoring
In overeenstemming met IFRS 9 Financiële instrumenten: Opname en Waardering worden alle non-recourse handelsvorderingen opgenomen in factoringprogramma’s niet in de balans erkend voor het deel waar geen verdere betrokkenheid is (zie ook Toelichting 3.1. Cruciale beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving).
Per 31 maart 2025 bedroegen de totale niet-langer erkende handelsvorderingen € 345,4m (€ 306,6m per 31 maart 2024) voor de gesyndiceerde factoringovereenkomst van de Groep in meerdere landen en haar bilaterale factoringovereenkomst in de VS. Aangezien de vorderingen zijn overgedragen aan de factormaatschappijen, en deze kredietverzekerd zijn, zullen de betalingen van vorderingen worden gedaan aan de agent van de factormaatschappijen. De kredietverzekeraars zullen daarna geen verdere betalingen meer verschuldigd zijn. Het beheer van de vorderingen wordt uitgevoerd door Greenyard zelf. Er is geen contractuele verplichting voor Greenyard om een betalingsverplichting na te komen in geval van insolventie van haar kredietverzekeraars. Greenyard heeft 95% van het risico overgedragen aan de factoren. Het resterende risico blijft in haar boekhouding.
7.3.3. Convenanten en afspraken met betrekking tot bank- en obligatieleningen
Faciliteiten Overeenkomst
In AY 22/23 herfinancierde de Groep haar bankleningen door middel van een nieuw Faciliteiten Overeenkomst voor een totaalbedrag van € 420,0m bestaande uit een termijnlening van € 220,0m en een wentelkrediet van € 200,0m waarbij deze laatste verhoogd werd tot € 245,0m in de eerste helft van AY 23/24. De eerste € 12,5m terugbetaling op de termijnlening vond plaats op 22 maart 2023. Nadien dient er € 25,0m te worden terugbetaald iedere 12 maand na deze eerste terugbetaling. Als dusdanig werd er €25,0m terugbetaald in maart 2024 en in maart 2025.
De faciliteiten dragen een interestkost, zijnde EURIBOR verhoogd met een marge, waarbij de marge verschillend is voor de termijnlening en het wentelkrediet. De marge is gebaseerd op de schuldgraad van de Groep. De termijnleningen dragen een marge tussen 1,75% en 2,78%, op basis van de schuldratio. Het wentelkrediet draagt een marge tussen 1,50% en 2,53%, die ook gebaseerd is op de schuldratio. De bankschuld op korte termijn varieert in functie van de door de activiteiten gegenereerde kasstroom, de behoefte aan werkkapitaal en de opname van factoring. De marge kan maximaal aangepast worden (stijgend of dalend) met 0,075% afhankelijk van het behalen van vier duurzaamheid KPI’s gedefinieerd in de Faciliteiten Overeenkomst.
Naast een clausule inzake wijziging van zeggenschap en de gebruikelijke algemene convenanten omvat de Faciliteiten Overeenkomst financiële convenanten, zijnde een interestdekkingsratio en een schuldgraadratio, die getest worden op halfjaarlijkse basis (30 september en 31 maart) en die gerapporteerd worden aan de kredietverstrekkers. De schuldgraad wordt berekend als de rentedragende schulden (aan nominale waarde, exclusief transactiekosten), verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten gedeeld door de laatste 12 maanden Aangepaste EBITDA vóór de impact van IFRS 16, gecorrigeerd voor overnames. De interestdekkingsratio is de verhouding tussen Aangepaste EBiTDA en de netto financiële kosten (exclusief factoring kosten en transactiekosten) met betrekking tot de periode. Per 31 maart 2025, voldeed Greenyard aan haar convenanten. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen die duiden op een risico op een schending van de convenanten op 30 september 2025.
De Faciliteiten Overeenkomst stipuleert ook dat een flexibele pool van Guarantors garant staat voor de opgenomen en uitstaande bedragen onder de Faciliteiten Overeenkomst. De (omvang en samenstelling van de) pool van Guarantors is onderworpen aan een Guarantor Cover test, waarbij de Guarantors gezamenlijk bepaalde minimumniveaus van de totale geconsolideerde bruto-activa (65%), gecorrigeerd voor klantenrelaties en goodwill, de totale geconsolideerde netto-omzet (65%) en de geconsolideerde aangepaste EBiTDA van de groep (80%) dienen te bereiken. De entiteiten van de Groep die het belangrijkst zijn in termen van EBITDA-bijdrage, netto-omzet of activa, zijn in deze pool van garantieverstrekkers opgenomen. De Guarantor Cover test dient jaarlijks per jaareinde uitgevoerd te worden en er dienen Guarantors toegevoegd te worden aan de Faciliteiten Overeenkomst indien niet aan de Guarantor Cover test werd voldaan. Indien niet aan de ratio zou worden voldaan, zou Greenyard binnen 45 dagen additionele entiteiten als Garant moeten toevoegen om aan deze test te voldoen. Per 31 maart 2025 was aan alle vereisten voldaan.
In het kader van het openbaar overnamebod (we verwijzen naar Toelichting 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum) werd de mogelijke controlewijziging goedgekeurd door alle kredietverstrekkers en factor partijen van Greenyard.
7.3.4. Zekerheden
De Groep haar Faciliteiten Overeenkomst, zoals hierboven beschreven, is gedekt door verschillende soorten zekerheidsstellingen op activa. In het algemeen worden de activa, hoofdzakelijk aandelen, geldmiddelen en kasequivalenten, materiële vaste activa, voorraden, handels- en overige vorderingen van de dochterondernemingen van de Groep, gevestigd in België, Frankrijk, Nederland, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland en de Verenigde Staten, gedekt door pandrecht of door middel van hypothecaire zekerheden. Op 31 maart 2025 bedroegen de totale door zekerheden gedekte activa € 3 208,8m op geconsolideerde basis, dus met uitsluiting van de intragroepsposities, waarvan € 2 730,0m handelsfondsen, € 118,1m materiële vaste activa, € 240,3m voorraden en vorderingen en € 120,1m geldmiddelen en kasequivalenten.
De Onderneming zal ten behoeve van bepaalde dochterondernemingen comfort letters verstrekken waarbij financiële steun wordt verleend tot aan hun Algemene vergadering van Aandeelhouders in 2026.
7.3.5. Bankgaranties en borgstellingen
De Groep heeft op 31 maart 2025 uitstaande bankgaranties voor een bedrag van € 7,6m en uitstaande borgstellingen voor een bedrag van € 209,7m. De garanties werden voornamelijk afgesloten ten behoeve van fiscale autoriteiten, verhuurders, huurders, kredietverstrekkers, leveranciers en klanten.
7.3.6. Voorwaardelijke verplichtingen
De Groep heeft zich gecommitteerd aan een huurovereenkomst in Nederland (Fresh segment) voor een nieuw te bouwen logistiek centrum. Deze huurovereenkomst gaat in wanneer het logistieke centrum gebouwd is, naar verwachting in juni 2026. De huurovereenkomst heeft een niet-opzegbare periode van 15 jaar. De maandelijkse lease betaling zal ten minste één maand voor de oplevering van het gebouw worden bevestigd, omdat deze afhankelijk is van het definitieve vloeroppervlak van elke component van het logistieke centrum (bijv. kantoor, magazijn, parkeerplaatsen, ...).
Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen, andere dan bovengenoemde verantwoordelijkheden en zekerheden.
7.4. Verbonden partijen
Transacties tussen Greenyard NV en haar dochterondernemingen werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden mee opgenomen.
voor een overzicht van de toepassing van artikel 7:96 en artikel 7:97 van het W vv verwijzen we naar het hoofdstuk Corporate Governance.
The Fruit Farm Group en Joint ventures
Tot december 2019 had Greenyard Groep een overeenkomst voor het verkopen, marketing voeren en verdelen van fruit met The Fruit Farm Group. Sindsdien doen Greenyard entiteiten enkel nog rechtstreeks zaken met belangrijke lokale individuele leveranciers binnen The Fruit Farm Group.
The Fruit Farm Group is uiteindelijk eigendom van de voornaamste aandeelhouder van de Groep.
Transacties met joint ventures betreffen inkoop, verpakking en verkopen van groenten en fruit en logistieke diensten.
The Fruit Farm Group
Andere entiteiten Aankopen
en soortgelijke opbrengsten
In december 2024 heeft Greenyard een lening van 5 jaar toegekend aan Green Farmers Group Società Agricola Consortile a Responsabilita Limit, een verbonden partij, voor € 1,5 miljoen tegen een marktconforme rentevoet en met aflossingen die starten na een periode van 2 jaar.
Vergoeding van de Raad van Bestuur en het Leadership Team
Voor gedetailleerde informatie in dit verband en de toelichtingen met betrekking tot de 2020 Code wordt verwezen naar het hoofdstuk Corporate Governance
7.5. Gebeurtenissen na balansdatum
Voornemen tot uitbrengen van een vrijwillig en voorwaardelijk overnamebod
Op 11 april 2025 heeft de familie Deprez, gesteund door Solum Partners LP, het voornemen bekend gemaakt om via Garden S.à r.l., een nieuw opgerichte holdingmaatschappij (“Garden”), een vrijwillig en voorwaardelijk overnamebod (het “Voorgenomen Bod”) in contanten uit te brengen op alle aandelen in Greenyard NV (“Greenyard”) die nog niet in handen zijn van Garden of personen die met haar verbonden zijn (“de Aandelen”). Op die basis beslaat het Voorgenomen Bod een totaal van 29 740 778 Aandelen of 57,73% van alle door Greenyard uitgegeven aandelen. De familie Deprez en Solum beogen, door middel van het Voorgenomen Bod, Greenyard te ondersteunen bij het realiseren van haar strategische prioriteiten door de stabiliteit van haar kapitaalbasis te vergroten door middel van privaat, langetermijnkapitaal.
Het Voorgenomen Bod zou gebeuren in contanten tegen een prijs van € 7,40 per aandeel. De biedprijs vertegenwoordigt een premie van 37,0% ten opzichte van de koersprijs van het Greenyardaandeel bij de schorsing op 1 april 2025, en een premie van respectievelijk 44,7%, 45,5%, 39,4% en 30,6% ten opzichte van de naar volume gewogen gemiddelde beurskoersen over respectievelijk de maand, drie maanden, zes maanden en twaalf maanden vóór die datum.
Alychlo NV, Sujajo Investments SA, Agri Investment Fund BV, dhr. Joris Ide en dhr. Marc Ooms (onrechtstreeks via familiale holdingvennootschappen), belangrijke aandeelhouders van Greenyard die samen 15 476 582 Aandelen of 30,04% van alle door Greenyard uitgegeven aandelen bezitten, hebben zich er al toe verbonden hun aandelen in Greenyard in te brengen in het Voorgenomen Bod (onder voorbehoud van een geldig tegenbod).
Op 25 april 2025 heeft Garden formeel het vrijwillig en voorwaardelijk overnamebod alsook de ontwerp prospectus in kennis gegeven bij de Belgische Financial Services and Markets Authority.
Zoals vermeld in Toelichting 7.3.3. Convenanten en afspraken met betrekking tot bank- en obligatieleningen, is er in de Faciliteiten Overeenkomst een clausule opgenomen inzake wijziging van controle. In het kader van bovenstaand openbaar overnamebod werd de mogelijke controlewijziging goedgekeurd door alle kredietverstrekkers en factor partijen van Greenyard.
Zoals ook vermeld in Toelichting 6.13.1. Aandelenoptieplannen, heeft de Raad van Bestuur een bijkomend alternatief uitoefenmechanisme goedgekeurd voor het 2021 Aandelenoptieplan waarvan de verworven aandelenopties uitoefenbaar werden vanaf 20 februari 2025. Dit mechanisme laat optiehouders toe om hun verkregen opties voorwaardelijk uit te oefenen met de opdracht om met hun gerelateerde Greenyard aandelen in te tekenen op het Voorgenomen Bod.
Partnerschap Greenyard en Gelagri
Op 27 maart 2025 hebben Greenyard en Gelagri Bretagne aangekondigd dat ze exclusieve onderhandelingen zijn aangegaan met de intentie om een duurzaam partnerschip te creëren met Greenyard als meerderheidsaandeelhouder. Beide partijen hebben een intentieverklaring ondertekend en de nieuwe entiteit zou eind 2025 een feit kunnen zijn, afhankelijk van de goedkeuring van de bevoegde autoriteiten en het voldoen aan de gebruikelijke voorwaarden.
Door de krachten te bundelen zullen Gelagri Bretagne, een dochteronderneming van de coöperatieve agrovoedingsgroep Eureden, en Greenyard Frozen France hun diepvriesgroenteproductie en commerciële activiteiten kunnen combineren, waardoor ze de productie, verwerking en verkoop van groenten in Bretagne en daarbuiten verder kunnen stimuleren. Binnen dit nieuwe partnerschip zullen de vestigingen van beide bedrijven verder bijdragen aan het aanbod van diepvriesgroenten van Franse oorsprong en aan het economische belang van de Bretoense regio in de toekomst
7.6. Bezoldigingen commissaris
De auditbezoldigingen van de Groep voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025 bedroegen € 1,9m.
Gedurende AY 24/25 werden er door de commissaris en met hem beroepshalve in samenwerkingsverband opererende personen bijzondere opdrachten uitgevoerd ten belope van € 263k. Deze opdrachten betreffen bijkomende audit- en assurance opdrachten.
Alle additionele bezoldigingen werden vooraf voorgelegd aan het Auditcomité ter goedkeuring. Het Auditcomité van de Groep heeft deze extra opdrachten goedgekeurd.
Verklaring van de verantwoordelijke personen
Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit financieel verslag voor de 12 maanden eindigend op 31 maart 2025.
Sint-Katelijne-Waver, 12 juni 2025
De ondergetekenden verklaren, in naam en voor rekening van Greenyard NV, dat voor zover hen bekend:
• De jaarrekening, die is opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geeft van het eigen vermogen, de balans en van de resultaten van Greenyard NV, en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
• Het financieel verslag voor de 12 maanden eindigend op 31 maart 2025 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van Greenyard NV, en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt.
Ahok BV, vertegenwoordigd door dhr. Koen Hoffman, voorzitter van de Raad van Bestuur
Deprez Invest NV, vertegenwoordigd door dhr. Hein Deprez, Uitvoerend bestuurder
Argalix BV, vertegenwoordigd door dhr. Francis Kint, CEO
NDCMS BV, vertegenwoordigd door dhr. Nicolas De Clercq, CFO
Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Greenyard NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen de “Groep”), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 15 september 2023, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 maart 2026. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 2 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de geconsolideerde jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep over het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025 opgesteld in overeenstemming met de IFRS boekhoudnormen zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board, zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 maart 2025, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, de geconsolideerde staat van wijzigingen in eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum evenals de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing. Het totaal van de geconsolideerde balans bedraagt EUR 2.047.813 (000) en de geconsolideerde winst- en verliesrekening sluit af met een verlies van het boekjaar van EUR 2.859 (000).
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep op 31 maart 2025, alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS boekhoudnormen zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board, zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie “Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening” van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunt van de controle
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill
We verwijzen naar toelichting 3.2 ‘Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden’ en toelichting 6.2 ‘Goodwill’ van de geconsolideerde jaarrekening.
Omschrijving
Zoals omschreven in toelichting 6.2 ‘Goodwill’ van de geconsolideerde jaarrekening, werd een goodwill geboekt met betrekking tot het Fresh segment voor een bedrag van 477.504 (000) EUR op 31 maart 2025. Goodwill wordt jaarlijks getoetst voor bijzondere waardevermindering in overeenstemming met IAS 36 “Bijzondere waardeverminderingen van Activa”. Het management maakt een inschatting van de realiseerbare waarde door een verdiscontering van verwachte toekomstige kasstromen om te bepalen of deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen op 31 maart 2025 en om de eventuele grootte van deze bijzondere waardeverminderingen te bepalen. Deze beoordeling wordt uitgevoerd op het niveau van de groep van kasstroom genererende eenheden aan dewelke goodwill werd gealloceerd.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill is een kernpunt van de controle door de omvang van deze balanspositie en het vereiste inschattingsvermogen van het management om de analyse met betrekking tot de bijzondere waardeverminderingen te beoordelen, met name de inputs die worden gebruikt bij zowel het voorspellen als verdisconteren van toekomstige kasstromen ter bepaling van de realiseerbare waarde.
Onze controlewerkzaamheden
Wij hebben de volgende controlewerkzaamheden uitgevoerd:
• We beoordeelden het ontwerp en de implementatie van de interne controles geïmplementeerd door het management over het proces van de Groep inzake bijzondere waardeverminderingen op goodwill;
• We evalueerden het proces waarmee de kasstroomprognoses door het management werden opgesteld, inclusief het testen van de onderliggende berekeningen en het afstemmen van de prognoses met de door de raad van bestuur goedgekeurde financiële doelstellingen;
• We analyseerden het inschattingsvermogen van het management om kasstromen nauwkeurig te voorspellen en beoordeelden de redelijkheid van de huidige voorspellingen door belangrijke aannames te vergelijken met historische resultaten;
• We beoordeelden de gepastheid van de waarderingsmethodologie van de Groep en de bepaling van de verdisconterings- en perpetuele groeivoeten, mede door inschakeling van waarderingsspecialisten in ons auditteam;
• We hebben de gepastheid van de sensitiviteitsanalyses rond de belangrijkste aannames, die zijn gebruikt voor het bepalen en het verdisconteren van de kasstroomprognoses, beoordeeld en meer in het bijzonder de verdisconteringsvoet en de groeivoeten; en
• We hebben de volledigheid, juistheid en relevantie van de toelichtingen met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen op goodwill, gerelateerde sensitiviteiten en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden, zoals opgenomen in toelichting 3.2 ‘Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden’ en toelichting 6.2 ‘Goodwill’ van de geconsolideerde jaarrekening, beoordeeld.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de IFRS boekhoudnormen zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board, zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA’s is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België na. Een wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA’s, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep;
• het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
• het concluderen of de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om haar continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep haar continuïteit niet langer kan handhaven;
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
• het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, met inbegrip van de duurzaamheidsinformatie
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA’s), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheid uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening
Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening bevat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die het voorwerp uitmaakt van ons afzonderlijk verslag betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot deze duurzaamheidsinformatie. Deze sectie betreft niet de assurance over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Voor dit deel van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening verwijzen wij naar ons afzonderlijk verslag hieromtrent
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
• Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening verricht en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep.
• De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Wij hebben ook, overeenkomstig het ontwerp van norm inzake de controle van de overeenstemming van het jaarrapport met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: “Gedelegeerde Verordening”) en met het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (hierna: het “KB van 14 november 2007”)
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrapport, in overeenstemming met de ESEF vereisten, met inbegrip van de geconsolideerde jaarrekening in de vorm van een elektronisch bestand in ESEFformaat (hierna “digitale geconsolideerde jaarrekening”).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat van het jaarrapport en de markeertaal XBRL van de digitale geconsolideerde jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het KB van 14 november 2007.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het digitaal formaat van het jaarrapport en de markering van informatie in de officiële Nederlandstalige versie van de geconsolideerde jaarrekening, opgenomen in het jaarrapport van Greenyard NV per 31 maart 2025, en die beschikbaar zullen zijn in het Belgische officiële mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie (STORI) van de FSMA, in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het KB van 14 november 2007.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Greenyard NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2025
Andere vermelding
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 16 juni 2025
KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Filip De Bock Bedrijfsrevisor Digitally signed by Filip De Bock Date: 2025.06.16
22:30:38 +02'00'
Verkorte statutaire jaarrekening van de moedervennootschap Greenyard NV
opgesteld volgens Belgische boekhoudnormen
De statutaire jaarrekening van de moedervennootschap, Greenyard NV, wordt hierna in verkorte vorm weergegeven. De commissaris heeft een goedkeurende verklaring gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van Greenyard NV. In overeenstemming met de Belgische vennootschapswetgeving zullen het jaarverslag en de jaarrekening van Greenyard NV samen met het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Deze verslagen zijn beschikbaar op onze website www.greenyard.group en, op verzoek op volgend adres:
Greenyard NV
Strijbroek 10
BE – 2860 sint-Katelijne-Waver
België www.greenyard.group
Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (+) ; afname (-)
Geproduceerde vaste activa
grond-en hulpstoffen
afname (+) ; toename (-)
Diensten en diverse goederen
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (+) ; terugnemingen (-)
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (+); bestedingen en terugnemingen (-)
Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten
Niet-recurrente bedrijfskosten
niet-recurrente financiële opbrengsten
Kosten van schulden
Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (+); terugneming (-)
van belastingen en terugneming van voorzieningen
aan de belastingvrije reserves
bestemmen winst/verlies (-)
bestemmen winst/verlies (-) van het boekjaar
Overgedragen winst/verlies (-) van het vorige boekjaar
aan het eigen vermogen
aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies
Financiële definities
Aangepaste EBITDA EBiT gecorrigeerd voor niet-recurrente aanpassingen en exclusief EBiTDA van activiteiten van beperkte omvang, die beëindigd zijn of waarvan het proces van desinvestering lopende is (buiten het toepassingsgebied van IFRS 5).
Aangepaste EBITDA (voor schuldgraad)
Aangepaste EBiTDA exclusief de impact van lease accounting (ifrs 16).
Aangepaste EBITDA marge% Aangepaste EBITDA/omzet
AY 24/25
AY 23/24
Boekjaar eindigend per 31 maart 2025
Boekjaar eindigend per 31 maart 2024
CAPEX Investeringen
EBIT Operationeel resultaat
EBITDA
Operationeel resultaat (EBiT) gecorrigeerd voor afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
IRS Renteswaps
Liquiditeit vlottende activa (incl. activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop)/kortlopende verplichtingen (incl. verplichtingen verbonden aan activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop)
LTM Laatste twaalf maanden
LTM Aangepaste EBITDA
LTM Aangepaste EBITDA (voor schuldgraad)
Laatste 12 maanden aangepaste EBITDA, gecorrigeerd voor overnames en desinvesteringen op vergelijkbare basis
Laatste 12 maanden aangepaste EBITDA, gecorrigeerd voor overnames en desinvesteringen op vergelijkbare basis en exclusief de impact van lease accounting (ifrs 16)
Netto financiële schuld (NFD) rentedragende schulden (aan nominale waarde) na de impact van lease accounting (ifrs 16), verminderd met derivaten, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten en aan restricties onderhevige geldmiddelen
rentedragende schulden (aan nominale waarde) voor de impact van lease accounting (ifrs 16), verminderd met derivaten, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten en aan restricties onderhevige geldmiddelen
Niet-recurrente aanpassingen Niet-recurrente aanpassingen zijn éénmalige kosten en inkomsten die naar het oordeel van het management toegelicht dienen te worden omwille van hun belang of recurrentie. Zulke elementen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening in de relevante kostencategorie. Transacties die aanleiding kunnen geven tot aanpassingen zijn voornamelijk herstructureringen en reorganisaties, bijzondere waardeverminderingen van financiële activa, desinvesteringen van activa of investeringen, juridische claims, kosten met betrekking tot acquisitie accounting en fusie-en overnameprojecten. Een detail van de niet-recurrente aanpassingen en reconciliatie naar EBiT werd opgenomen in het hoofdstuk Kerncijfers.
Werkkapitaal is de som van de voorraden, handels- en overige vorderingen (vast en vlottend) en handels- en overige schulden (op ten hoogste één jaar). In dit opzicht worden handels- en overige vorderingen gecorrigeerd voor (financiële) lange termijn-vorderingen en verkregen interestopbrengsten en worden handels- en overige schulden gecorrigeerd voor toe te rekenen interestkosten en te betalen dividend.
Winst per aandeel
Over Greenyard
Greenyard (Euronext Brussels: GREEN) is een globale marktleider in verse, vriesverse en bereide groenten & fruit, bloemen & planten. De Groep bedient een klantenbasis die onder andere de belangrijkste retailers in Europa omvat en biedt efficiënte en duurzame oplossingen voor klanten en leveranciers door aanbod van superieure producten, marktleidende innovaties, operationele excellence en een uitstekende dienstverlening.
Onze visie is mensen helpen gezonder te leven door hen te laten genieten van groenten en fruit op elk moment, op een makkelijke, snelle en aangename manier, met respect voor de natuur.
Greenyard telt ongeveer 8 600 werknemers en is actief in 21 landen wereldwijd. Greenyard beschouwt haar werknemers en de relaties met haar belangrijkste klanten en leveranciers als haar belangrijkste activa die haar in staat stellen een omzet van ca. € 5,3 miljard op jaarbasis te realiseren.