
2 minute read
Jos Trotse burgertrut
from HRLM 78
Jos
Jos Ahlers is naast schrijver, spreker en ondernemer ook voorzitter van COC Kennemerland.
Advertisement
Trotse burgertrut
Terugkijken; eerlijk gezegd ben ik daar niet zo van. Maar soms loop je tegen een moment aan waarop je eigenlijk niet anders kan. Zo’n moment heb ik in april. Dan ben ik dertig jaar samen met mijn man. Drie decennia samen. Ik vind het nogal wat. Natuurlijk, er zijn zat stellen die veel langer samen zijn. Sla de krant open en je ziet een foto van twee oude gebakjes die gebakjes eten omdat ze zeventig jaar zijn getrouwd. Maar die dertig jaar van ons zijn ook bijzonder, vind ik. Terugkijkend zijn de overheersende emoties: verwondering en dankbaarheid. Dertig jaar geleden durfde ik niet te dromen van het leven dat we uiteindelijk samen zijn gaan leven. En nu kijk ik erop terug. Opgroeiend in het Schalkwijk van de jaren tachtig van de vorige eeuw, zonder internet, zonder rolmodellen, zonder toekomstplannen, verwachtte ik er niet veel van. Van het leven, zeg maar. Als jonge homo in het aidstijdperk was het niet verstandig veel verwachtingen en ambities te koesteren. Een aangenaam en veilig leven in de marge leek mij zo’n beetje het maximaal haalbare. Overigens, ik had geen last van zelfmedelijden of zelfhaat. Ik had gewoon pech. Pech hoort bij het leven en dit was mijn pech. Soms droomde ik er wel eens van hoe geweldig het zou zijn om ’s ochtends wakker te worden naast iemand. Of hoe heerlijk het zou zijn als er iemand thuis zou zijn als ik zelf thuis zou komen. Tegen een kussen aan slapen en je proberen voor te stellen hoe het zou voelen als iemand van je hield. Het waren kleine, burgerlijke fantasieën. Wensdromen van onbereikbaar huis, tuin en keukengeluk. Die dromen zijn uiteindelijk gewoon uitgekomen. De dromen van die kleine, teleurgestelde jongen uit Schalkwijk bleken minder onbereikbaar dan hij steeds had gedacht. Dertig jaar geleden werden we aan elkaar voorgesteld. Op tweede paasdag 1992 sloeg de vonk over en binnen drie weken woonden we samen en openden we een en/of-rekening. Na een paar maanden besloten we samen oud te worden. De maatschappelijke veranderingen die we de laatste dertig jaar hebben gezien, zie ik ook terug in ons leven. Eerst was het een wonder dat we samen een huis konden kopen. We konden levensverzekeringen afsluiten op elkaar. Pensioenen konden worden geregeld. Na tien jaar samen konden we zelfs trouwen. We hoefden niet in de marge, in het verborgene te leven, maar konden zichtbaar en zelfverzekerd in de wereld staan. En die veranderingen zie ik niet alleen bij mezelf. Om me heen zie ik mannen- en vrouwenstellen met kinderen. Dertig jaar geleden ondenkbaar, nu breed geaccepteerd. Overal zie ik rolmodellen. Geweld tegen lhbti+-ers, dertig jaar geleden stelselmatig onder het tapijt geveegd, is nu onderwerp van brede maatschappelijke woede. Het is nog lang niet overal goed, maar het is op veel plekken wel beter dan het ooit is geweest. Er is nog veel om voor te strijden. We zijn er nog lang niet. Zelfgenoegzaamheid is onze grootste vijand, maar soms mag je ook in verwondering terugkijken. Na een problematische start is mijn leven zoveel beter geworden dan ik ooit had durven dromen. Ik denk dat mijn man en ik er nog minstens dertig burgertruttige jaren aan vast gaan knopen, maar ik ga niet zo lang wachten op mijn gebakje. Die eet ik lekker elke week.