Magazine april

Page 1

APRIL 2015

DOEN WE MAAR WAT? ‘JE WEET NOOIT WELKE SUÏCIDE JE HEBT VOORKOMEN’ KAN DE PATIËNT ZIJN BEHANDELPLAN WEL LEZEN? PARTICULIER INITIATIEF E-MAGAZINE VOOR DE TOTALE GGZ


INHOUD

APRIL 2015

INHOUDSOPGAVE

April 2015

3. 4-7.

Doen we maar wat?

‘Je kunt niet aantonen welke suïcide je hebt voorkomen’. Willem Gotink

8-11.

DOEN WE 12-15. MAAR WAT?

‘Kan de patiënt zijn behandelplan wel lezen?’

Marjan Mensinga en Samra Sahbaz

Het vergeten lichaam Jeannet Appeloo

16-17.

Boekbespreking

Ranne Hovius: Vogels van waanzin, psychiatrie in Nederlandstalige romans en gedichten Johan Atsma

18-19.

De GGZ in de pers: 60 jaar geleden

20.

Particulier initiatief De GGZ Vervoersdienst

21.

Column

Opgenomen Niki Stoker

22.

Column

Alleen E-MAGAZINE VOOR DE TOTALE GGZ Christel van Essen


Doen we maar wat? Goede interventies zijn niet altijd bewezen effectief. En van aantoonbare feiten en bewezen effectieve interventies maken we niet altijd gebruik. Dat is, onbedoeld, een conclusie die je kunt trekken na het lezen van de drie hoofdartikelen.
 
 In ons eerste artikel komen vertegenwoordigers van verschillende projecten rond suïcidepreventie aan het woord. Dankzij hun inspanningen en die van bijvoorbeeld crisisdiensten, worden er de nodige suïcides voorkomen, daar zijn velen van overtuigd. Om hoeveel mensen het gaat, is echter niet aan te tonen, we weten zelfs niet zeker bij wie een suïcide is voorkomen, zoals we ook nooit zeker weten wie zich zal suïcideren. Moeten we daarom maar stoppen met al die projecten? Alsjeblieft niet, het toch al stijgende suïcidecijfer zou waarschijnlijk fors hoger worden. 
 Wél meetbaar is het aantal laag- en ongeletterden in Nederland. Een fors aantal, vertellen Marjan Mensinga en Samra Sahbaz in het tweede artikel, namelijk respectievelijk 1,3 en een kwart miljoen. Ondanks die harde getallen zijn maar weinig hulpverleners in de GGZ zich er van bewust dat het niet opvolgen van de afspraken van hun cliënt zomaar kan berusten op het onvermogen het afsprakenbriefje te ontcijferen. 
 Lichaamsgerichte therapie is deels bewezen, deels (nog) niet bewezen. Desondanks behalen Anneke Sips en Ellen van der Kooij goede resultaten met yoga (Anneke) en psychomotore therapie (Ellen). Van de twee is yoga het meest bewezen effectief en dus zou je verwachten dat de zorgverzekeraar yoga vergoedt en psychomotore therapie wat minder vaak. Het omgekeerde is waar: geen enkele zorgverzekeraar vergoedt yoga, PMT komt in de meeste aanvullende pakketten nog wel voor. We wijzen u maar op deze inconsequentie.
 
 Ook ons eigen beleid hapert. Op grond van de gegevens die wij hadden gingen we er van uit dat Niki Stoker geen column zou schrijven. Dus regelden we vervanging: Christel van Essen liet ons een stukje meelezen in haar boek “Dit is het einde?” Hopelijk spoort het u aan ook de rest te lezen.
 Kort daarop verscheen Niki toch met een column, live vanuit het psychiatrisch ziekenhuis waar ze verbleef. Onze eigen ‘Anita wordt opgenomen’. Al klinkt het bij Niki iets realistischer.
 Het uiteindelijke resultaat: deze maand twee columns. Laat ze op u inwerken! Tot slot onze vaste rubrieken: particulier initiatief (nieuw!); de boekrecensie van Johan Atsma en de GGZ in de pers, deze keer de kranten van april 1955.
 
 Voor de komende maanden kunt u nog het nodige verwachten:
 * 22 juni verschijnt een extra magazine, geheel gewijd aan e-health. Als u uw bedrijf of product in de spotlight wilt, kunt u hier lezen wat de mogelijkheden zijn.
 * Deze maand heeft u nog de mogelijkheid om uw vacatures gratis op onze vacaturepagina te zetten. Vanaf mei hangt daar onherroepelijk een prijskaartje aan.
 * In ons septembermagazine is, net als vorig jaar, weer ruimte voor de bijdragen van onze lezers. Bijzonderheden worden later bekendgemaakt, maar laat uw gedachten vast gaan.
 * Vanaf oktober starten wij met een wetenschapsbijlage. De organisatie daarvan is in voorbereiding, u leest er hier meer over.

3- GGZTotaal


ARTIKEL

‘Je kunt niet aantonen welke suïcide je hebt voorkomen’. - Willem Gotink Het aantal suïcides in Nederland is sinds 2007 weer aan het stijgen en een daling is nog niet in zicht. Om het tij te keren startte het Ministerie van VWS de Landelijke Agenda Suïcidepreventie en stelde 113online aan als aanjager, ondersteuner en coördinator. Deze landelijke agenda, ontwikkeld door een groot aantal partijen, moet het aantal suïcides helpen verminderen. Maar liefst zeventien actiepunten staan er op de agenda. Actiepunten voor partijen in de zorg, in het onderwijs, in het sociaal economische domein, in de verkeers- en vervoersector en voor de media. Ook in de GGZ is actie wenselijk.

“Denkt uw client aan zelfmoord? Gerdien Franx, projectleider

Dan zal de doelstelling die Jan

van de Landelijke Agenda

Mokkenstorm voor ogen heeft, nul

Suïcidepreventie: “Het aantal

suïcides, niet gehaald worden. Is

suïcides stijgt in veel westerse

het dus terecht dat GGZ Nederland

landen. Over de oorzaak

daar niet aan wilde?

daarvan kunnen we alleen

“Die uitspraak gaat over de

speculeren. De economische

mindset. Als tegenhanger van

crisis lijkt een belangrijke

berusting of het gebrek aan

factor. Maar de toename is

sterke ambitie, het idee dat er

sterker onder specifieke

niets aan te doen

groepen, zoals middelbare

valt. Dat hulpverleners als

mannen die langdurig

uitgangspunt nemen dat

arbeidsongeschikt zijn. Sociaaleconomische

niemand eenzaam en wanhopig door zelfmoord

factoren spelen dus een rol.

zou moeten sterven. En dat mensen, áls er al geen

Wij proberen een systeemverandering te

andere mogelijkheid meer is, in ieder geval

bewerkstelligen, maar er spelen ongelooflijk veel

menswaardig kunnen sterven, bijvoorbeeld door

factoren mee. Mensen met een depressie vormen

euthanasie.

een risicogroep, nabestaanden van mensen die

Natuurlijk kan je je als belangenorganisatie of

een suïcide pleegden, alleenstaanden. Het is heel

beleidsmaker niet makkelijk aan een onhaalbare

complex welke factoren je precies moet

target verbinden. Je wordt daar namelijk op

beïnvloeden om de trend te keren. Het zal in

afgerekend, dus in die zin begrijp ik GGZ

ieder geval een brede maatschappelijke

Nederland wel. Maar aan een mindset kan men

inspanning vergen.”

zich wel verbinden.

4- GGZTotaal


Neem minister Klink. Die stelde in 2008 als target om het aantal zelfmoorden met 5% te laten afnemen. In 2009 vonden er vervolgens méér suïcides plaats. Een minister kan het daar knap lastig mee krijgen.” Van de 17 actiepunten liggen er twee specifiek bij de GGZ. Je mag verwachten dat ze daar weten om te gaan met suïcidaal gedrag. “De richtlijn die er sinds enkele jaren is wordt nog niet goed nageleefd, maar dat hoort ook een beetje bij richtlijnen, zeker in de GGZ. Er zijn hulpverleners die hem kennen, maar de meeste nog niet precies. Vooral het betrekken van naasten en het maken van een structuurdiagnose zijn dingen die beter kunnen. 
 Maar er worden zeker suïcides voorkomen, je kunt alleen niet aantonen welke. Dat maakt het lastig, de zaken die wel goed gaan zijn niet goed meetbaar. Mijn indruk is dat crisisafdelingen goed getraind zijn en goed met suïcidaal gedrag weten om te gaan. Zijn mensen langer in zorg, dan ebt het onderwerp weg, vergeten hulpverleners er naar te vragen, of durven het niet goed. Ze krijgen wel nascholing, maar het blijft lastig. Een lekenmisvatting zoals ‘als je erover praat, breng je mensen op ideeën’, kom je in de GGZ waarschijnlijk niet meer tegen. Maar nog wel berusting en gevoelens van onmacht. Opmerkingen als ‘Iemand heeft het recht om….’ en ‘we kunnen niet iedereen redden’. Terwijl die berusting heel vaak niet terecht is. Daar is echt nog een cultuuromslag nodig.

Praten kan, ook anoniem”

5- GGZTotaal


Amsterdam: nazorg voor suïcidepogers Als onderdeel van een groter GGD-programma rond suïcidepreventie in Amsterdam is een casemanager ingezet voor de nazorg van suïcidepogers die zijn ontslagen van de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH). Daar komen mensen na een suïcide poging immers vaak terecht en tot voor kort gingen ze gingen er meestal zonder begeleiding weer vandaan. 
 Uit de literatuur is bekend dat mensen die een suïcidepoging hebben gedaan, vormen een risicogroep voor het doen van een nieuwe poging. Het risico op recidieven is het hoogst in de eerste weken na de poging en bij elke volgende poging wordt het risico op een fatale afloop groter. Daarnaast komen suïcidepogers na verblijf op een SEH lang niet altijd aan bij de geadviseerde hulpverlening. In Amsterdam is daarom een nazorgtraject opgezet.

“Veel suïcidepogers zijn allochtone meisjes”

Projectleider Lyna Polikar: “Aan mensen die niet in zorg zijn, vragen de artsen van de Eerste Hulp of onze casemanager Monique van Raan contact met hen mag opnemen. Meestal gaat het dan om zorgmijders, of mensen die voor verschillende reden, soms door de bureaucratie of de wachtlijsten, niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Daarbij speelt schaamte en/of ontkenning ook een rol. Ook mensen waarbij de Eerste Hulp een ‘niet-pluis gevoel’ heeft, wordt die toestemming gevraagd. 
 In 2014 kregen we op die manier 91 aanmeldingen. Bij ruim 60% van hen is het gelukt om ze naar de zorg toe te leiden. In principe sluiten we het contact na een half jaar af, tenzij de zorgvrager graag wil dat er nog een follow-up komt. Dan kunnen we nog een keer contact hebben.”

“Veel suïcidepogers zijn allochtone meisjes. Voor ons moeilijk om te bereiken, meestal willen ze absoluut geen hulpverlening, vertellen ze ons dat het geen suïcidepoging was, maar bijvoorbeeld een ongeluk. Ze komen zelden een tweede keer in beeld. Mogelijk omdat het meer een statement was, maar het kan natuurlijk ook dat ze die tweede keer niet in het ziekenhuis terecht komen. Daar hebben we geen zicht op. Ze groeien op in gezinnen waar ze vaak onderdrukt worden, streng in de gaten gehouden worden, weinig persoonlijke keuzes mogen maken en daardoor het gevoel krijgen perspectiefloos bestaan hebben.
 Een andere categorie die we tegenkomen, zijn alleenstaande mannen, op leeftijd, zonder werk, soms met psychiatrische problemen en/of alcohol verslaving. Zij doen vaak de ernstigere pogingen. Voor hen is dit project meestal succesvol: vaak lukt het om ze naar de zorg toe te leiden. Tegelijkertijd zijn we een overbrugging tot die zorg geregeld is.” Het aantal suïcides In Amsterdam wijkt de laatste jaren enigszins af van de landelijke trend. In 2011 vonden er 106 suïcides plaats, in 2012 daalde dat aantal naar 93. In 2013 was er volgens het CBS opnieuw een stijging naar 100 suïcides, maar in 2014 daalde het aantal naar 88 (volgens de registratie bij de GGD). 
 Lyna Polikar: “De verschillen zijn te klein om er conclusies aan te verbinden. Of de daling van het aantal suïcides een direct gevolg is van het project is door de lage aantallen niet vast te stellen, maar de trendbreuk is wel opmerkelijk.”

6- GGZTotaal


In 2007 maakten nog 1.353 mensen in ons land een einde aan hun leven. In 2012 was dat aantal gestegen naar 1.753 mensen, in 2013 zelfs naar 1.854. Een toename van 37 procent in zes jaar. Het aantal suïcides is daarmee met 11 per 100 duizend inwoners weer terug op het niveau van begin jaren negentig. Volgens het CBS is het motief voor een suïcide in ruim de helft van de gevallen (809) gebaseerd op een psychische stoornis. De cijfers voor 2014 zijn nog niet bekend, maar er zijn geen aanwijzingen dat het aantal suïcides aan het afnemen is.

113-online Sabine (achternamen blijven bij 113 achterwege) werkt als GZ-psycholoog bij de telefonische hulpverlening van 113-online. Die hulpverlening bestaat uit twee onderdelen: de crisislijn en een therapiecontact van maximaal acht gesprekken, beide via telefoon, chat of e-mail. 
 Voor het therapietraject kunnen mensen zich aanmelden via de website van 113online. Sabine: “In principe nemen we iedereen aan, maar het moet uiteraard wel gaan om het voorkomen van suïcidaliteit. Iemand die net gescheiden is en een nieuwe partner zoekt, komt niet bij ons. Maar als de scheiding een reden voor is voor suïcidaal gedrag, dan mogelijk wel. 
 We werken erg oplossingsgericht. Mensen hebben vaak een cluster aan problemen en zijn het overzicht kwijt. We helpen de problemen in kleine hanteerbare stukjes te brengen om mensen daarna zelf in beweging te zetten. Zodat ze het gevoel hebben dat de problemen weer hanteerbaar zijn. Dan kan het vervolg zijn dat ze, bijvoorbeeld, eerst hun schulden aanpakken door naar de schuldhulpverlening te stappen. Het gaat er om dat we mensen weer in hun kracht zetten.” De crisislijn is het andere onderdeel. In kantoortijden wordt de crisislijn bemenst door 113online, daarbuiten door de vrijwilligers van Sensoor.

Sabine: “Regelmatig zijn telefoontjes daar zeer acuut. Dan belt iemand vanaf de snelweg, zelf geschrokken van zijn suïcidale gedachten. Of omdat hij op dat moment niet alleen wil zijn. Op zo’n moment probeer je hem eerst naar een veilige plek te krijgen, tot rust te brengen. En als het nuttig lijkt bieden we hem een therapietraject aan. Maar soms hangt iemand ook midden in het gesprek op. Dan kun je niet heel veel meer. Theoretisch bestaat de mogelijkheid om met het telefoonnummer of het IP-adres via de politie iemand te achterhalen, maar in de periode dat ik hier werk is daar nooit gebruik van gemaakt.”
 Niet alle crisisaanmeldingen gaan over in een therapietraject. Sabine: “We zijn wel aan het onderzoeken waarom dat niet altijd lukt, maar veel is daarover nog onduidelijk.” Zijn er rode lijnen te ontdekken in de aanmeldingen?
 Sabine: “De overeenkomst is wanhoop en geen oplossing meer zien. Vastlopen in contacten, eenzaam, zich niet begrepen voelen, op meerdere terreinen vastgelopen zijn, dat zijn veel voorkomende items. Maar verder is het een hele diverse groep, van jong tot oud, man vrouw. We diagnosticeren niet, maar ik denk ook niet dat daar een lijn in is te ontdekken.”

“Soms hangt iemand midden in het gesprek op“ Meer informatie *Lees hier de factsheet van de landelijke agenda suïcidepreventie
 * www.ggd.amsterdam.nl * persbericht CBS, december 2014

7- GGZTotaal


ARTIKEL

‘Kan de patiënt zijn behandelplan wel lezen?’ Laaggeletterdheid in de psychiatrie; een (nog) niet herkend probleem. Marjan Mensinga en Samra Sahbaz, Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen Meneer de Bruin is 45 jaar. Hij verblijft op een afdeling langdurige zorg in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij is al meer dan tien jaar opgenomen met de diagnose schizofrenie. Eens per drie maanden heeft meneer, samen met zijn eerst verantwoordelijke verpleegkundige (EVV), een behandelplanbespreking. Hij bespreekt met meneer waar ze de komende drie maanden aan zullen werken. Meneer krijgt het plan mee op papier. Zijn EVV ’n weet niet dat meneer de Bruin veel moeite heeft met lezen, hij stopt het plan onder in de kast waar alle andere officiële papieren liggen die hij niet goed kan lezen. Ook de ondertiteling van programma’s op tv kan meneer niet goed meer volgen, om die reden kijkt hij niet naar de televisie. Hij schrijft zelden. Met de computer kan hij niet goed overweg. In het verleden heeft meneer de Havo afgemaakt. Hij heeft ook een tijdje als boekhouder gewerkt. Als meneer op weekend mag, krijgt hij een baxterrol mee. Omdat de rol op tijdvolgorde ligt gaat het nog goed. Als hij losse zakjes mee krijgt, raken ze door elkaar en weet hij niet goed welke zakje op welk tijdstip hij moet nemen. Gelukkig herkent hij de pillen die hij op een bepaald tijdstip in moet nemen.

Laaggeletterdheid In Nederland zijn ongeveer 1,3 miljoen mensen laaggeletterd, driekwart van hen is autochtone Nederlander. Laaggeletterd zijn betekent dat mensen zoveel moeite met lezen, schrijven en rekenen hebben dat ze niet goed meer kunnen functioneren in de huidige samenleving. Van de 1,3 miljoen mensen zijn er 250.000 analfabeet. Zij kunnen helemaal niet lezen, schrijven of rekenen. Van de mensen die analfabeet zijn, zijn de meesten van niet westerse afkomst. Mensen die laaggeletterd zijn, zijn wel naar school geweest maar hebben de middelbare school niet afgemaakt of zijn na de lagere school of basisschool meteen gaan werken. Vaak schamen ze zich dat ze moeite hebben met lezen. Ze zeggen het niet snel aan een hulpverlener. Iemand die laaggeletterd is heeft vaak moeite met het lezen van afsprakenkaartjes en vaak begrijpt hij de medicijnvoorschriften niet. Het gevolg kan zijn dat hij niet, of niet op tijd, op de afspraak komt, of zijn medicatie niet goed inneemt (of helemaal niet). Vaak wordt gedacht dat hij therapieontrouw is. Om op tijd op een afspraak te komen moet je kunnen begrijpen wat met bijvoorbeeld 12.35 uur bedoeld wordt. Dat klinkt namelijk anders dan vijf over half één. Laaggeletterdheid in de psychiatrie: Een verkennend onderzoek onder klinisch psychiatrische patiënten, februari 2015, E. Bentvelzen, K. Brouwer, A. Staal, D. Witteveen. Pharos/HBO-v Utrecht 1

8- GGZTotaal


Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden die mensen nodig hebben om: • informatie over het ziektebeeld op te zoeken • de verkregen informatie te begrijpen • en de informatie toe te passen op het ziektebeeld (zelfmanagement)

Onderzoek in een psychiatrisch ziekenhuis In de somatische gezondheidszorg wordt steeds duidelijker welke effecten laaggeletterdheid kan hebben op de gezondheidsvaardigheden (zie kader) van iemand. In de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) is hier, tot nog toe, weinig aandacht voor waardoor het ook niet bekend is welke gezondheidsrisico’s dit voor de patiënt meebrengt. Eind 2014 heeft Pharos een verkennend onderzoek geïnitieerd of laaggeletterdheid voorkomt bij chronisch psychiatrisch patiënten die langdurig opgenomen zijn in een psychiatrisch ziekenhuis en een 'normaal' IQ1 hebben. Het onderzoek was in tijd en omvang beperkt. Het duurde 6 maanden. De patiënten Op twee afdelingen van een psychiatrisch ziekenhuis is bij 13 patiënten de Nederlandse versie van de REALM-R (Rapid Estimate of Adult Literacy in Medicine- Revisited, zie kader) afgenomen. Deze test bevat elf medische woorden, oplopend in moeilijkheid. Van de 13 patiënten hadden acht van hen zes of minder woorden goed. Zij bevinden zich in het risicogebied van laaggeletterdheid. De vier patiënten met de laagste score (ze hadden vier van de elf woorden goed) zijn geselecteerd voor nader onderzoek naar de mogelijke verklarende factorenen van laaggeletterdheid. Vervolgens zijn de EVV van de patiënten geïnterviewd. Van de vier patiënten hebben drie de middelbare school niet afgemaakt. De vierde heeft de Havo gehaald en vervolgens een HBO opleiding tot secretarieel medewerker. Zij heeft ongeveer 8 jaar als zodanig gewerkt. Allen hebben de diagnose schizofrenie en zijn meer dan tien jaar in de psychiatrie opgenomen. Er zijn verschillende vragen gesteld over lezen, schrijven en het krijgen van informatie als bijvoorbeeld een behandelplan. De patiënten vertellen dat ze niet van lezen houden omdat ze zich niet kunnen concentreren, ‘het te lang duurt om boeken of tijdschriften te lezen en er geen tijd voor (te) hebben’ of dat ‘alles wat ze leest, niet binnenkomt’. Met de ondertiteling van de televisie hadden ze niet zoveel moeite, maar één patiënt vertelde wel dat het ‘niet binnenkomt’. Wat betreft de informatie over medicatievoorschriften en behandelplannen en de baxterrollen, vertelt een patiënt dat ‘het nu wat beter gaat, hij begrijpt 70% van wat er in zijn behandelplan staat maar dat er vaak moeilijke woorden tussen staan.’ Voor wat betreft de medicatie; die wordt op het voorgeschreven tijdstip verstrekt door de verpleging. Daar hoeven ze zelf niet op te letten. Tijdens hun weekendverlof doen ze dat wel. Dit geeft geen noemenswaardige problemen.

9- GGZTotaal


De verpleegkundigen Na de patiënten zijn de EVV-en geïnterviewd. Zij hebben niet eerder gehoord over laaggeletterdheid. Een van hen vertelt dat de patiënt waar zij EVV van is, wel eens gevraagd heeft naar de betekenis van een woord, bijvoorbeeld ‘bejegening’, maar dat ze eerder de link naar laag IQ legde dan naar laaggeletterdheid. De EVV-en gaan er van uit dat de patiënten kunnen lezen en als ze iets niet begrijpen naar hen toe komen voor uitleg. De mogelijkheid dat de patiënt zich schaamt dat hij niet goed kan lezen en daarom niet komt is, ondanks de vertrouwensband die ze met de patiënt hebben, niet bij hen opgekomen. Onderzoek in de Verenigde Staten (VS), Groot Brittannië en Australië In 2014 heeft Pharos een literatuuronderzoek gedaan naar laaggeletterdheid in de GGz. In totaal zijn twaalf studies gevonden in de VS, Groot Brittannië en in Australië. Uit deze studies komt naar voren dat mensen met chronisch psychotische stoornissen en schizofrenie, die langdurig in een psychiatrisch ziekenhuis zijn opgenomen, vaker laaggeletterd zijn (of raken) dan mensen met stemmingsstoornissen of persoonlijkheidsstoornissen. Er is (nog) niet gezocht naar de oorzaak van het verschil tussen de ziektebeelden.

In de Verenigde Staten is ongeveer 26% van de

Een van de conclusies van een onderzoek in de VS

volwassen bevolking laaggeletterd. Velen van hen

uit

20122

is dat laaggeletterdheid en het hebben

kunnen een afsprakenkaart, een medicijnetiket of

van een cognitieve of functionele stoornis invloed

een patiënten folder niet, of onvoldoende lezen.

heeft op het vermogen van patiënten om

Het gevolg is dat patiënten afspraken missen en

informatie over hun ziekte te begrijpen en op de

medicijnen verkeerd gebruiken. Een conclusie van

resultaten van de behandeling. Het gevolg is

de auteurs was dat hulpverleners dit, helaas, vaak

slechte zelfzorg, vaker heropname in het

interpreteren als dat de ‘de patiënt is

ziekenhuis en een verhoogde morbiditeit.

therapieontrouw’ is, terwijl hij niet goed begrijpt

Daarnaast heeft het invloed op het gevoel van

wat er op zijn afsprakenkaartje staat of wat er in

eigenwaarde van de patiënt.

de medicatievoorschriften wordt bedoeld.

The health literacy of adults with sever mental illness. Shaily Krishan, M.P.H.Silke A. von Esenwein, Ph.D. Benjamin G. Druss, M.D., M.P.H. PSYCHIATRIC SERVICES _ ps.psychiatryonline.org _ April 2012 Vol. 63 No. 4 2

10- GGZTotaal


De REALM is een test, ontwikkelt in de Verenigde Staten, voor mensen met een psychiatrisch ziektebeeld In deze test staan 66 medische woorden, oplopend in moeilijkheid. De onderzoeker test mensen op hun woordkennis. Kan de patiënt het woord voor lezen en kent hij de betekenis er van. Wanneer iemand minder dan een kwart van de woorden kan uitspreken en een betekenis kan geven, is er een indicatie dat hij of zij moeite heeft met lezen en mogelijk laaggeletterd is. Pas na uitgebreide testen weet je zeker of iemand laaggeletterd is. De REALM-R is een ingekorte versie van elf medische woorden, eveneens oplopend in moeilijkheid. Deze test wordt gebruikt om snel een indicatie te krijgen of iemand moeite heeft met lezen en begrijpen van wat hij leest en daardoor mogelijk laaggeletterd is.

Tot slot Het onderzoek dat Pharos heeft geïnitieerd is een verkennend onderzoek onder chronisch psychiatrische patiënten waarbij zowel de patiënt als de verpleegkundigen niet bekend zijn met laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid kan tot gevolg hebben dat mensen onvoldoende ‘gezondheidsvaardig’ zijn waardoor ze geschreven informatie, zoals folders over hun ziektebeeld, behandelplan, medicatievoorschriften of een afsprakenkaartje niet goed begrijpen. Ook mondelinge informatie waarin moeilijke woorden gebruikt worden, kunnen een struikelblok voor hen zijn. Dit onderzoek vraagt om een breder onderzoek waardoor professionals meer oog krijgen voor patiënten die laaggeletterd zijn en dat zij dat uit schaamte niet aan hun behandelaar durven te vertellen.

11- GGZTotaal


BEHANDELINGEN

Anneke Sips

HET VERGETEN LICHAAM - Jeannet Appeloo

TWEEMAAL LICHAAMSGERICHT WERKEN IN DE GGZ: YOGA EN PSYCHOMOTORE THERAPIE

Dat er een wisselwerking is tussen lichaam en geest is al lang bekend. En dan hebben we het niet over de cerebrale oorzaak van psychiatrische stoornissen, maar over de effecten die psychiatrische klachten op het lichaam hebben en vice versa. Het besef is er al lang, toch blijft het overgrote deel van de therapieĂŤn in de GGZ verbaal van aard. Zodra het lichaam in zicht komt denken we al snel aan medicatie. Een uitzondering daarop vormt de running therapie, die nu twee decennia is gepromoot en ondertussen een plaats heeft in het protocol van o.a. de behandeling van depressie. Maar er zijn veel meer mogelijkheden. In dit artikel aandacht voor yoga en psychomotore therapie in de GGZ.


Dat er een wisselwerking is tussen lichaam en geest

zich beter te gaan voelen. Een belangrijk beginsel

is al lang bekend. En dan hebben we het niet over

bij Trauma Sensitive Yoga is dat de cliënt ALTIJD de

de cerebrale oorzaak van psychiatrische stoornissen,

keuze heeft. Terwijl het trauma uiteraard een

maar over de effecten die psychiatrische klachten

onveilige situatie was waarin iemand geen keus

op het lichaam hebben en vice versa. Het besef is er

had. Dit is empowering.”

al lang, toch blijft het overgrote deel van de

Een docent die yoga toepast als onderdeel van een

therapieën in de GGZ verbaal van aard. Zodra het

behandeling, moet wel weten wat hij doet. Anneke

lichaam in zicht komt denken we al snel aan

Sips: “Bij mensen die neigen naar een manie zal ik

medicatie. Een uitzondering daarop vormt de

eerder oefeningen geven die ontspannen en balans

running therapie, die nu twee decennia is

creëren dan bij iemand die depressief is. Dan komen

gepromoot en ondertussen een plaats heeft in het

eerder oefeningen aan bod die energie opwekken.

protocol van o.a. de behandeling van depressie.

Natuurlijk is niemand hetzelfde, dus ik kijk altijd

Maar er zijn veel meer mogelijkheden. In dit artikel

naar de persoon die ik voor me heb. In yoga therapie

aandacht voor yoga en psychomotore therapie in de

is er geen ‘one size fits all’.

GGZ.

Verder zal ik bij trauma-gerelateerde klachten nooit

iemand aanraken, terwijl dat bij yoga wel heel Anneke Sips is SPV bij het FACT van Arkin en

gebruikelijk is. Ook achter iemand langslopen,

bovendien yogadocent. Ze wilde eind jaren ’90 al

onverwachte gebeurtenissen en muziek vermijd ik.

gebruik maken van yoga bij de adolescenten waar

Desondanks heb ik één keer meegemaakt dat

ze destijds mee werkte, maar de behandelend

iemand een herbeleving kreeg tijdens een sessie.

psychiater hield dat tegen. Waarschijnlijk omdat

Ook dan is het belangrijk dat je professioneel weet

yoga een te zweverig imago had, denkt ze zelf. Ze

te handelen, dus kennis hebt van de psychiatrie en

was ook jonger en minder ervaren dan nu en dat

niet alleen van yoga.

helpt niet als je iemand wilt overtuigen.

Voorop staat dat het therapeutisch inzetten van

Tegenwoordig heeft ze van zowel psychiatrie als van

yoga heel persoonlijk is. Je moet je goed afvragen

yoga meer kennis en landelijk groeit bovendien de

welke skills iemand nodig heeft en welke

interesse voor yoga als onderdeel van de

technieken uit de yoga daarvoor bruikbaar zijn.

behandeling. Verscheidene instellingen en

Gelukkig heeft yoga veel stromingen en daardoor

psychiaters namen daarom al contact met haar op.

ook veel bruikbare technieken.

Onder andere Jules Tielens vroeg haar om yoga-

Onlangs werkte ik met iemand die dusdanig angstig

interventies op te zetten in zijn kliniek.

was dat hij telkens begon te huilen. We hebben een

mantra gemaakt om hem terug te brengen in het Wat voegt yoga toe?

hier en nu. Die mantra gebruikte hij telkens bij de

“Neem als voorbeeld PTSS. Mensen met een trauma

uitademing. Dat hielp.”

krijgen life exposure of EMDR. Het helpt absoluut, dat vertellen ze ook, maar het gevoel in hun lijf verdwijnt niet. Allerlei fysieke sensaties blijven bestaan, zodra ze getriggerd worden door iets dat gerelateerd is aan het trauma. Zoals zich opgejaagd voelen, zweten, spierspanning. Het beoefenen van yoga is een manier om in een veilige omgeving te voelen wat er gebeurt in het lijf. De cliënt leert zelf een interventie toe te passen die hem of haar helpt

Anneke Sips is SPV bij Arkin en werkt daarnaast als yoga-docent in haar prive-praktijk:
 www.networkyogatherapy.org en www.annekesips.com Klik hier voor Informatie over de internationale conferentie over yogatherapie en onderzoek op 3 juni in Amsterdam.

13- GGZTotaal


Ellen van der Kooij

HET VERGETEN LICHAAM

PSYCHOMOTORE THERAPIE (PMT)

Ook bij Ellen van der Kooij valt het woord trauma met enige regelmaat. Zij werkt als psychomotore therapeut bij de Jutters in Den Haag op de afdeling psychotrauma en heeft daarnaast een eigen praktijk in Amsterdam, gericht op stress- en traumaproblematiek. “Iemand komt in aanmerking voor psychomotore therapie wanneer lichamelijke aspecten of beweging meer aandacht nodig hebben in een behandeling,” zegt ze. “Bijvoorbeeld bij lichamelijke verwerking bij trauma; wanneer stress een rol speelt bij de problematiek; wanneer non-verbaal contact, om wat voor reden ook, de voorkeur heeft; als agressie, weerbaarheid en seksualiteit een rol spelen.”
 Als voorbeeld noemt ze een treinconducteur die getraumatiseerd is nadat hij een suïcide heeft meegemaakt. Dan zoekt ze met hem naar triggers voor oplopende spanning en mogelijkheden om zichzelf te kalmeren. Daarbij is óók de vraag of hij de spanning bij zichzelf herkent, in zijn lichaam voelt. Manieren om die spanning onder controle te krijgen kunnen liggen in de sfeer van boksen of andere vechtsporten, maar ook van lichaamshouding of ontspanningsoefeningen, afhankelijk van wat er past bij een cliënt.


Onderdeel van het traject kan bijvoorbeeld zijn om de

Evidence based en de verzekering

situatie die hij na de suïcide aantrof symbolisch neer

Over yoga als onderdeel van de behandeling is onder

te zetten en zo de triggers kunstmatig op te roepen.

andere in Boston, maar ook in Duitsland en zelfs

Ellen van der Kooij: “Je ziet op zulke momenten dat

Nederland, veel onderzoek gedaan. Dit onderzoek

heftige lichamelijk reacties kunnen optreden. Iemand

wordt gepresenteerd tijdens de conferentie op 3 juni

verstijft in de houding die hij op het moment van het

in Amsterdam (zie kader). Na behandeling van PTSS

trauma aannam, of de stress is zo heftig dat hij moet

met yoga blijken in de meeste gevallen de criteria

overgeven. In extreme gevallen ontstaan zelfs

voor PTSS niet meer aanwezig. Ook het slapen gaat

spontaan blauwe plekken. Als PMT-er ben je getraind

beter. Anneke Sips benadrukt echter dat ze yoga ziet

daar op te letten, meer dan een verbaal ingestelde

als complementair en zeker niet als vervanging van

therapeut, en moet je daar adequaat op kunnen

bestaande behandelvormen zoals medicatie.

reageren.”
 Ellen van der Kooij gebruikt ook een ander

PMT wordt vanuit het Trimbos instituut vooral als

lichaamsgerichte therapievorm voor trauma's:

ondersteunende interventie genoemd, waarvan de

sensorimotore psychotherapie, ontwikkeld door

effectiviteit waarschijnlijk wordt geacht. Er kunnen

Amerikaan Pat Ogden. Het is een veelbelovende

verbeteringen optreden op het gebied van contact

combinatie van mindfulness, werken met de

maken, beter omgaan met stress, zich fysiek fitter of

neurofysiologische stress reacties en

zekerder voelen, minder angst voor lichamelijk

hechtingsprocessen.

contact. In de klinische praktijk wordt PMT veel

ingezet en gecombineerd met andere “PMT is heel geschikt als mensen moeite hebben met

behandelmethodes. Bij angst en

verwoorden, of juist te rationeel, té verbaal zijn

stemmingsproblematiek is de effectiviteit van

ingesteld. Ik werk bijvoorbeeld met een meisje dat

runningtherapie aangetoont.

steeds verzeild raakt in vechtpartijen. Met haar werk ik

Zorgverzekeringen zijn niet eenduidig in hun beleid

aan de lichaamshouding. Stevig staan en dat oefenen

ten aanzien van vergoedingen voor lichaamsgericht

voor de spiegel. Maar ook oefeningen die gaan over

werken. Een aantal van hen vergoedt PMT, doorgaans

afstand-nabijheid, hoe ver laat je iemand bij je in de

in een aanvullend pakket. Maar veel mensen betalen

buurt komen. En als derde uiteraard het leren

het ook zelf, is de ervaring van Ellen van der Kooij.

herkennen van de spanning en impulsiviteit, zodat ze

Voor yoga ligt dat anders. Hoewel in voldoende mate

op tijd wegloopt uit een dreigende situatie. Als PMT-er

is aangetoond dat yoga kan bijdragen aan de

ben je meer gericht op het lichaam.

behandeling, is er geen verzekering die het vergoed.

Over het algemeen geldt dat beweging een goede

Anneke Sips is in haar praktijk dus afhankelijk van

ingang is, vooral als veel dingen verkeerd lopen.

mensen die het zelf kunnen en willen betalen. In

Beweging kan dan helpen om het zelfvertrouwen

sommige schrijnende gevallen helpt ze mensen

opnieuw op te bouwen. Die beweging kan variëren

kosteloos, maar dat is uiteraard een uitzondering.

van dansen, sport volhouden, fysieke empowerment, enzovoorts.
 Van der Kooij werkt met mensen met lichamelijke (zelf-)beschadigingen. Ook daar zie je het nut van nonverbale communicatie. Zo is het een hele grote stap om een litteken te laten zien, veel groter dan erover te praten. Dat kan je in stappen leren.”

Ellen Kooij werkt als PMT-er bij de Jutters en heeft een privépraktijk in Amsterdam:
 www.stress-en-trauma.nl Meer info over PMT: www.vaktherapie.nl en www.fvb.nl
 Meer info over sensorymotor psychotherapy: www.sensorimotorpsychotherapy.org 3 juni in Amsterdam.

15- GGZTotaal


BOEKBESPREKING

Boekbespreking - Johan Atsma

Maandelijks bespreekt GGZTotaal een recent uitgegeven boek, dat betrekking heeft op de GGZ. Onderstaande recensie is van Johan Atsma, docent/coach MBO verpleegkunde.

Ranne Hovius: Vogels van waanzin, psychiatrie in Nederlandstalige romans en gedichten

“Het Nederlandse literaire landschap van de

Haasse komen langs. Uitgebreid aandacht

waanzin...” in enkele grove penseelstreken

besteed Hovius aan de literaire aanpak van

neergezet, dat is kort samengevat de inhoud van

waanzin. Hoe geef je waanzin vorm, kun je

‘Vogels van waanzin’ van de psychologe en

waanzin wel vorm geven of laat je, zoals

freelance journaliste Ranne Hovius. In een

Hermans in ‘De donkere kamer van Damocles’, de

historisch overzicht belicht Hovius vanuit een

lezer bewust in verwarring achter: wiens

psychiatrisch perspectief de Nederlandse

werkelijkheid is echt? En zo worden wel meer

literatuur en andersom. Marcellus Emants, wie

interessante kwesties aangestipt in het boek: “De

kent hem nog, beschrijft in 1888 in de roman

grens tussen fictie en non-fictie is bij al dat

‘Juffrouw Lina’ een leven dat eindigt in waanzin

schrijven over doorgemaakt leed een beetje uit

en start daarmee een literaire explosie. Ook

het zicht geraakt”. De literaire aanpak roept

Couperus, van Deyssel en Giese komen met

vragen op, en Hovius probeert daarin ieder geval

romans met gelijksoortige thematiek. Noodlot,

haar licht over te laten schijnen door

hysterie, degeneratieleer, het zijn rode draden die

beschrijvingen van literaire werken,

door de literatuur van het einde van de

schrijverslevens en psychiatrie door elkaar heen

negentiende eeuw verweven zijn. Hovius brengt

te weven.

een aantal oude bekende titels weer onder de aandacht en ze doet dat met verve. Opnieuw

Naar aanleiding van ‘Bonita Avenue’ van Peter

maken we kennis met klassieke Nederlandse

Buwalda constateert Hovius dat de in dat boek

titels als ‘Boeken der Kleine zielen’ en ‘Van de

beschreven waanzin eigenlijk nauwelijks

koele meeren des doods’.

aandacht krijgt in recensies en dat brengt haar tot een mijn inziens belangrijke stellingname:

Al doende verweeft Hovius Nederlandse

“Betekent die achteloze acceptatie dat we

literatuurgeschiedenis met de geschiedenis van

psychoses beter begrijpen? Dat is maar de vraag.

de psychiatrie. Bijna vergeten schrijvers worden

We kunnen ze misschien beter plaatsen, maar ze

weer voor het voetlicht gebracht: Carry van

echt begrijpen, ons erin inleven, daarvoor staan

Bruggen, Roger van de Velde, Jotie ’t Hooft, Jan

ze nog altijd te ver af van onze eigen ervaringen

Arends, Johan Daisne. Vanuit hun

(....) maar het blijft ingewikkeld je werkelijk voor

schrijversperspectief wordt de psychiatrie belicht

te stellen hoe het is als iets in je hersens het

en hoe die in de loop van de 20e eeuw van

denken overneemt en op hol slaat.”

karakter verandert. Ook Achterberg, Hermans en

16- GGZTotaal


‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen’ is de titel van een hoofdstuk dat een prangende vraag behandeld: “Zijn alle schrijvers gek?” Er is een hele rij Nederlandse schrijvers op te noemen waarbij de gekte duidelijk aanwezig is...: Bilderdijk, Haverschmidt, Kloos, van Bruggen, Vestdijk, Achterberg, Emmens, Andreus, ’t Hooft, Reve, Biesheuvel, Wieg, Dorrestijn, Meijsing, Brouwers. “Het al in de oudheid geopperde verband tussen creativiteit en gekte blijft kennelijk een aantrekkelijke gedachte, zelfs als de concrete ‘bewijzen’ mager zijn.” Er is, laat Hovius ons zien, slechts een nauwelijks aantoonbaar verband dat mede afhankelijk is van de definitie van creativiteit. Het boek eindigt met een blik vanuit de inrichting zoals die door een aantal literatoren, Meijsing, Wieg, Dorrestijn, is geboekstaafd. Uiteindelijk laat ‘Vogels van waanzin’ me wat ambivalent achter. Het boek vaart op beschrijvingen die voor diegeen die enigszins bekend is met de wereld van de GGZ gesneden koek zijn. Nieuwe inzichten levert het nauwelijks op. Wel biedt het een mooi overzicht van de psychiatrie in de Nederlandse literatuur en brengt het een aantal klassieke romans en bijna vergeten schrijvers opnieuw onder de aandacht. Ranne Hovius: Vogels van waanzin, psychiatrie in Nederlandstalige romans en gedichten.
 Uitgeverij Nieuwezijds, 254 pagina’s incl. index; prijs € 15,00 ISBN: 978 90 5712 442 6

17- GGZTotaal


“Geen gespit in medische dossiers, geen verhalen over zijn middelbare schooltijd, geen commentaren van collega-militairen. Alleen feitelijke informatie.�


GESCHIEDEINS

De GGZ zestig jaar geleden in de pers, april 1955

De GGZ in de krant van 60 jaar geleden

Familiedrama’s, lone wolves en verwarden die de politie handenvol werk bezorgen Elke maand zoekt de redactie tussen haar oude kranten naar artikelen over de GGZ. Is er vooruitgang? Achteruitgang? Of doen we eigenlijk nog steeds hetzelfde, maar noemen we het anders? 
 Toen we begonnen met deze rubriek, was dat nog een vraag. Het antwoord wordt steeds duidelijker, elke nieuwe stapel met oude kranten bevestigt onze groeiende overtuiging: er is niks nieuws onder de zon. Tijd voor radicale beslissingen: na de zomer is deze rubriek alleen nog terug te vinden tussen de stapels oude kranten. Misschien verwijst een ander tijdschrift er nog wel ’s naar terug. 
 Maar eerst: de kranten van zestig jaar geleden, april 1955. Zeg nou zelf, u slaat de krant open en leest eerst een bericht over een man, bekend met psychiatrische klachten, die zijn gezin ombrengt; dan leest u een bericht over een Italiaanse militair die ‘krankzinnig is geworden’ en wild om zich heen schietend vijf mensen vermoordt; tenslotte over een man waarvoor zes politie-agenten nodig zijn om hem in bedwang te houden. En oh ja, ook nog over een tekort aan kinderpsychiaters. Dat is toch allemaal ook in de Telegraaf van vandaag te lezen? 
 Toch ontdekte één van de redactieleden een verschil, zij het na enig zoeken. Wat in 1955 ontbreekt is de beschuldigende vinger naar instanties, de zoektocht van de pers om tot in de details alles erbij te halen dat er niets mee te maken heeft. De mening van de buurvrouw, van de kapper en de schooljuf.
 Neem het (overigens afschuwelijke) familiedrama op 11 april, waar bijna alle kranten over schrijven. Een man, hij en zijn vrouw zijn onder psychiatrische behandeling, slaat zijn vrouw en twee kinderen de schedel in en brengt zichzelf vervolgens aan de gaskraan om het leven. Het zou, anno 2015, dagenlang het nieuws in chocoladeletters beheersen. Niet in 1955. De Leeuwarder Courant heeft 14 regels nodig, de Tijd 18. In de Telegraaf kunnen we het bericht zelfs niet terugvinden, maar dat kan ook aan ons liggen. Géén beschuldigende vingers naar Bureau Jeugdzorg, géén psychiatrische achtergrondinformatie, géén analyses van de koude grond.

Hetzelfde geldt voor de Italiaans militair die, ogenschijnlijk plotseling, door het lint gaat en vijf mensen neerschiet en drie anderen verwondt. We vinden geen gespit in medische dossiers, geen verhalen over zijn middelbare schooltijd, geen commentaren van collega-militairen. Alleen feitelijke informatie. Je mag natuurlijk hopen dat dat onderzoek wel is gedaan, maar dat het de kranten niet beheerst, is best wel fijn.
 
 Natuurlijk is er een andere toonzetting, een ander woordgebruik. De man van het familiedrama leed aan ‘zwaarmoedigheid’, hij heeft zijn daad ‘in een vlaag van verstandsverbijstering’ begaan, de ‘krankzinnig’ geworden soldaat had een ‘verwilderde blik in de ogen’. Dat heet tegenwoordig allemaal anders.
 Maar taalgebruik is niet alleen in de psychiatrie veranderd. Er staan soms dingen die je even doen slikken. Zestig jaar terug, in de Java-bode kopt op 18 april: “Geesteszieke negers kwamen in gesticht tot opstand.“ De Telegraaf is een dag later het meest bondig in zijn berichtgeving: ‘Gewapend met allerlei primitieve slag- en steekinstrumenten zijn zaterdag in een staatsziekenhuis in Texas tachtig negers, allen geesteszieke misdadigers, in opstand gekomen omdat de blanke gevangenen meer recreatieruimte tot hun beschikking hadden dan de negers.” Einde bericht. 
 Kijk, dáár hadden we best iets meer achtergrondinfo bij willen hebben. Nog een heuglijk feit: op 23 april is het 60 jaar geleden dat minister Donker in Utrecht de Van Der Hoeven Kliniek opent, een psychiatrisch centrum voor ‘gestoorde delinquenten’, aldus het Algemeen Dagblad. Zou dat nog gevierd worden, daar? Of is het te laat om nog iets te organiseren, nu ze dat pas lezen in deze GGZTotaal? We stellen het erg op prijs als één van onze lezers dat nog even meldt aan info@ggztotaal.nl! Nog een andere vraag aan onze lezers: de Friese Koerier meldt op 21 april 1955 dat 10% van de studenten tijdens de studie bij een psychiater te rade gaat. Hoe hoog zou dat percentage tegenwoordig liggen?

19- GGZTotaal


INITIATIEF

PARTICULIER

De GGZ Vervoersdienst De GGZ Vervoersdienst is gevestigd in Arnhem en werkzaam in heel Nederland. Meer op www.ggzvervoersdienst.nl

Amsterdam heeft de Psycholance, Oost-Nederland de GGZ Vervoersdienst. Drie jaar geleden ontstond bij Sebastiaan van den Hoek het initiatief een vervoersdienst te starten voor mensen met psychiatrische klachten. Er waren meerdere signalen van medewerkers van GGZ-instellingen dat er een knelpunt was in het vervoersaanbod. Vaak werden verwarde mensen door een ambulance vervoerd. Een dure oplossing, die bovendien niet toegerust was op de doelgroep. Ambulances zijn immers voornamelijk ingericht voor gewonden en somatisch zieken, niet zondermeer op onrustige, verwarde of agressieve mensen. Het gevolg: mensen werden vaak onnodig gesedeerd en gefixeerd, het vervoer was onnodige duur. “Bovendien”, zegt van den Hoek, “Als ik verward ben, wil ik vervoerd worden door mensen die verstand van GGZ-problematiek hebben en die kunnen de-escaleren.” Ondertussen is de GGZ Vervoersdienst bijna een jaar operationeel en zijn er ruim 200 ritten uitgevoerd. Deels zijn dat ritten met GGZ-cliënten die vervoer nodig hebben tussen twee locaties van dezelfde instelling, voor een begeleid ziekenhuisbezoek, of voor bezoek aan een rechtbank. Dat zijn over het algemeen geplande ritten. Er vinden ook veel ongeplande ritten plaats, vaak in de avond, nacht of het weekend. 
 Van den Hoek: “Dat is bijvoorbeeld het geval als iemand op het politiebureau zit en vervoerd moet worden naar de instelling waar hij wordt opgenomen. Of weglopers die moeten worden

teruggebracht, soms zelfs vanuit het buitenland. De ambulancediensten zijn op die tijden minder bezet en willen de ambulance beschikbaar houden voor noodgevallen. Dan komen wij al snel in beeld.” “We hebben het vervoer zoveel als mogelijk genormaliseerd, aan de buitenkant is niet te zien dat het om bijzonder vervoer gaat”, zegt van den Hoek. “De wagen is een Volkswagen Multivan met vijf stoelen achterin, waar de begeleider en de cliënt tegenover elkaar zitten. De ruiten zijn licht geblindeerd. Uit veiligheidsoverwegingen is er een schot met plexiglas tussen het gedeelte waar de cliënt met begeleider zit en de bestuurder. Achterin zit alles wat nodig is voor onderweg: water, een EHBO-doos, etc. Maar niet al die medische apparatuur die een ambulance uiteraard wél nodig heeft.” Het personeel moet uitgebreide kennis van psychiatrie hebben: het merendeel is sociotherapeut met ruime ervaring binnen de klinische GGZ en gespecialiseerd in deescalerend werken. Een puntje is nog de financiering. Van den Hoek: “De kosten komen vooralsnog voor rekening van de instelling. Daarnaast zijn we in gesprek met de zorgverzekeraars. Die zijn voorzichtig positief, maar ze kunnen nog geen toezeggingen doen. We zijn er echter van overtuigd dat wij bijdragen aan een betere zorg tegen lagere kosten. Jammer genoeg houden de ambulancediensten, op dit moment, een samenwerking af.”

20- GGZTotaal


COLUMN Niki Stoker

Opgenomen -

Jaren geleden besloot ik mezelf never nooit meer op te laten nemen in een psychiatrisch ziekenhuis. Ik had drie dagen Paaz achter de rug. De tweede nacht kreeg ik na vreselijke krampen en veel bloedverlies een miskraam terwijl ik met drie anderen door dunne gordijnen gescheiden werd. Na een gil kwam enige tijd later een verpleegkundige vanuit haar glazen hok naar me toe. Zwijgend nam ze de vuistgrote vrucht in de luier die ik droeg met zich mee. Dat was het. Niemand kwam er die nacht en de volgende dag op terug. Ik vertrok omdat het buiten toch een stuk minder erg bleek dan daarbinnen. Daarna fietste ik elke dag naar het zwembad en zwom me na enige tijd uit mijn depressie. Nooit, nóóit meer. En hier zit ik dan in het gekkenhuis van Woerden. Wat een afgang. Wat een falen. Ik heb het thuis niet gered. Omdat het echt niet meer ging leek de enige optie tóch naar het gekkenhuis. Ik was te eenzaam en de muren kwamen zo op me af. De laatste dagen leek zelfs het plafond van mijn prachtige nieuwe huis naar beneden te komen. Ik kon soms nauwelijks meer ademen. Ik at bijna niet meer en douchen kon ik ook nog maar zelden opbrengen. Ik ging alleen de deur nog uit voor sigaretten en hondenvlees. Voor de hond, niet voor mij. Nu heb ik al drie nachten in mijn ziekenhuisbed geslapen. Matras en kussen van plastic. Een eigen kast zonder slot en hangertjes. Doorwaakte nachten waren het, natuurlijk! Ik hoor mijn kamergenootje woelen, ze heeft waarschijnlijk nachtmerries over calorieën. Ze is broodmager maar voelt zich veel te dik. Als om 8.00 uur de wekker gaat ben ik net in slaap gevallen en dringt de depressie zich dubbel en dwars aan me op. Ik wil niet wakker, ik wil niet meer. Na talloze keren snoezen dan toch maar opstaan want om 9.00 uur is de dagopening. Daar vertelt iedereen, de meeste op fluistertoon, dat ze zo rot geslapen hebben en zich zo vreselijk voelen. De verpleging wenst iedereen persoonlijk sterkte toe en dat was het.

Na de zoveelste sigaret bij een hoge tafel waar je alleen maar mag staan onder de afzuigkap, op naar de creatieve therapie. Ik knip een vlinder uit vilt en er zitten volwassen grote kerels een kleurplaatje met kleurpotloodjes te maken. Ik zie de therapeutische waarde er niet van in. Gelukkig kan ik na afloop weer lekker anderhalf uur naar de rooktafel. Er is veel vrije tijd en de gesprekken rond de asbak gaan steevast over ellende, verderf, ziektes en het verlangen naar de dood. Heel soms is er even iets om te lachen. Ik verafschuw de verplichte groepsgesprekken. Vanochtend heb ik uitgebreid aan moeten horen wat voor ’n speciale band iemand had met haar konijn. Het beest zou haar zo goed aanvoelen. Ze fluistert het bijna. Gelukkig duren dit soort sessies nooit erg lang. De lunch verloopt in stilte, ik ben bang dat het kraken van mijn cracker te luid is. Ik wil wel vragen of iemand nog een goeie mop weet maar laat het maar. ’s Avonds na een niet te eten maaltijd van doorgekookte broccoli met veel aardappelen en een niet te definiëren stukje van waarschijnlijk vlees, ga ik wandelen met een oud-militair. Hij mag al bijna naar huis en is de fitste en meest positieve die er tussen zit. Hij loopt steevast voorop en heeft er flink de pas in. Hij laat ons alle hoeken van Woerden zien en wijst ons op de mooie dingen om ons heen. Het voelt goed als ik met mijn tong op mijn schoenen het ziekenhuis weer op zie doemen. Het is tijdens zo’n wandeling dat ik besluit om eind van deze eerste week naar huis te gaan. In deze omgeving ga ik niet beter worden. Ik besluit thuis weer te gaan zwemmen en ja, wat minder te gaan roken. Gelukkig laten ze me hier gaan. Ik krijg zelfs vrij voor de activiteiten want hee, ik heb een column te doen. Voor mij nooit een opname meer.

21- GGZTotaal


COLUMN

ALLEEN

- Christel van Essen

Alleen zijn kan soms zo fijn zijn. Geen blikken

van overtuigd. Waarop steeds vaker de gedachte

die je beoordelen, geen blikken waarvan je je

speelde dat de dood de enige oplossing zou zijn.

afvraagt wat ze nu van je denken. Niets wat je

De enige verlossing uit alle ellende. Toch

doet kan stom of raar zijn, want er is niemand

probeerde ik vol te houden, maar hoe zorg je er

bij. Zo fijn. Toen ik vijftien was wilde ik het liefst

dan voor om met je leven om te gaan? Met jezelf

alleen zijn, doodsbang voor wat anderen van mij

om te gaan, als je je alleen nog maar ellendig

vonden. Bang om voor paal te staan, bang voor

voelt? Dag in, dag uit. Waarbij elke ochtend weer

alles waar ook maar iets sociaals bij kwam

een gevecht is, een gevecht met jezelf. Voor mij

kijken. Wanhopig hoopte ik elk lesuur op school

zat het overleven in pijn, lichamelijke pijn. Even

weer dat de leraar mij maar niets zou vragen,

wat anders voelen.

stel je voor dat je dan het antwoord niet weet of

“Dan maakt ze een heen en weer gaande

iets stoms zegt, dat staat pas raar, en dat voor

beweging, ze voelt hoe de schaar over

een hele klas!

haar huid schuurt. Het bloed sijpelt langs

Het ging steeds meer mijn leven beheersen, ik

haar arm en drupt op de grond. Wanhopig

durfde niets meer, niet naar school, niets. Dan zat

probeert ze dieper te gaan. Het geeft een

ik hele dagen alleen op mijn kamer. Iets dat

drukkend gevoel langs de snee.

eerst nog fijn was, geen angst, geen spanning,

Ze merkt dat ze rustiger wordt. Even voelt

niets. Veilig in mijn kamer. Totdat dat ook niet

ze geen angst, geen haat, geen verdriet,

meer fijn was. Nee, ik begon me steeds meer te

de boosheid zakt weg. Er is geen chaos

realiseren dat het niet goed was.

meer in haar hoofd. De pijn verzacht het

Dat ik gek was, iedereen gaat naar school,

allemaal. Het is een oplossing, voor even.”

iedereen durft gesprekken aan te gaan met

Tijdens een opname kreeg ik te horen dat ik er

anderen, gaat naar feestjes, maar ik durfde niets,

direct mee moest stoppen, anders mocht ik er

niets van dat alles wat zo ‘normaal’ is. Nee, ik zat

niet blijven. Hoe kun je stoppen met iets dat op

op mijn kamer, gordijnen dicht, pyjama aan.

dat moment de enige manier is om te

“Zie je wel! Ik doe alles verkeerd. Ik kan niets

overleven? Ik ging het daarom stiekem doen, ik

goed doen. Ik ben een grote mislukking.

sprak er niet over, als ik wel zou aangeven dat

Waarom gaat alles altijd verkeerd? Waarom

het niet lukte om te stoppen, dan zou ik immers

kan ik niet normaal doen? Gelukkig zijn?

geen hulp meer krijgen. Het was er dus niet… en

Niemand die me mag, zo’n stomme

zo werd dat een gevecht dat ik alleen moest

achterlijke angsthaas.”

voeren. Waar ik eerder nog alleen wilde zijn,

Het leven begon steeds meer uitzichtloos te

wilde ik tijdens de opname vooral iemand naast

lijken. Ik zou immers nooit normaal kunnen zijn,

me hebben staan die me niet veroordeeld. Niet

zoals anderen. Ik zal me altijd bang en ellendig

alleen zijn in mijn strijd.

voelen. Het zou nooit beter worden, daar was ik

"Christel Van Essen (1988) werd op zeventienjarige leeftijd gediagnosticeerd met een depressie en sociale angststoornis en negen maanden opgenomen in een psychiatrische kliniek. In de roman “Is dit het einde?” heeft zij haar ervaringen uit deze periode verwerkt. De cursieve fragmenten zijn afkomstig uit dit boek. 
 Op dit moment rondt Van Essen de opleiding Maatschappelijk Werk & Dienstverlening af, waarbij ze de trajecten tot ervaringsdeskundige en GGZ-agoog volgt. Meer informatie: www.isditheteinde.nl"

15- GGZTotaal


april 2015 ontwerp e-magazine: Ingrid Huismans Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.