
5 minute read
Gijs Van Vaerenbergh Balancerend op het grensgebied van kunst en architectuur
In het centrum van Leuven staat BAC ART LAB, een gebouw met letterlijk en figuurlijk veel werk- en expositieruimtes voor creativiteit, die synergetisch balanceert tussen kunst en wetenschap. BAC ART LAB is gevestigd in het voormalige Instituut voor Bacteriologie en is in enkele jaren tijd uitgegroeid tot een werkplaats en ontmoetingsplaats voor kunstenaars en nieuwsgierige wetenschappers, direct of indirect verbonden aan de Associatie KU Leuven. In deze vibrante omgeving is de studio gelegen van architecten-/kunstenaarsduo, Pieterjan Gijs (°1983) en Arnout Van Vaerenbergh (°1983), kortweg Gijs Van Vaerenbergh. Beiden zijn alumni van de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven en behaalden in 2006 hun diploma burgerlijk ingenieur-architect. Een van hun meest bekende kunstwerken is Reading between the Lines in Borgloon (foto 1), dat refereert naar een dorpskerkje. Met het nieuwe project, Dwaaltuin, zal ons Arenbergpark een duurzaam kunstbelevingswerk rijker worden.
Waar is jullie verhaal eigenlijk begonnen?
Advertisement
Wij zijn allebei geboren in Leuven en kennen elkaar al van toen we samen in de lagere school zaten in De Appeltuin, de Freinet lagere school in Leuven. Na de humaniora in het Heilig Hartinstituut Heverlee (Arnout) en SALCO (Pieterjan) zagen we elkaar terug op de informatiedagen voor de studierichting burgerlijk ingenieur-architect, een opleiding waaraan we met veel enthousiasme en verwachting startten. Even was er bij Arnout twijfel tussen filosofie en architectuur, maar de vriendengroep heeft stimulerend gewerkt voor de keuze. Een boeiende opleiding waar we beiden heel kritisch in stonden. We vonden elkaar in de bevragende, onderzoekende houding van het architectuurontwerp, wat ook in verschillende groepsopdrachten tot creatieve resultaten leidde.
Een jaar na het behalen van het diploma van burgerlijk ingenieurarchitect richtten we Gijs Van Vaerenbergh, een kunst- en architectuurpraktijk, op. Ondertussen liepen we stages en werkten we onafhankelijk van elkaar bij enkele architecten- en studiebureaus (Ney+Partners, noA architecten, L’Escaut architecture, Architecture Workroom Brussels & TOP Office, …). Arnout is al vele jaren geaffilieerd als gastprofessor aan de Faculteit Architectuur van de KU Leuven.
Wat was jullie drijfveer om Gijs Van Vaerenbergh op te starten?
We voelden beiden de behoefte om, los van klassieke architectuuropdrachten, zelf initiatief te nemen. Deze proactieve houding zorgt voor meer autonome projecten en kunstwerken, waarbij onze fascinatie voor architectuur toch een essentiële rol blijft spelen. Deze projecten balanceren dus op het grensgebied kunst en architectuur en gaan over ruimtelijkheid, over de site, over (bouw)typologieën of over constructieve principes, maar staan los van functionele of praktische aspecten. Ze zijn dus bevrijd van hun functionele eisen.
Een opvallend beginwerk is de Upside Dome, een tijdelijke hangende koepelconstructie in de Sint-Michielskerk in Leuven (2010).

dagelijkse aanpak bepalen. Ten eerste het ‘lezen’ en in kaart brengen van een gegeven context of situatie. Vervolgens het uitgebreid en precies documenteren van een idee of concept in tekeningen, modellen, maquettes. Ten slotte het uitzetten van een stapsgewijs proces van idee tot realisatie.
Daarnaast is tijdens onze opleiding de liefde voor typologie, ruimte, locatie, concept ontstaan. Tegelijk zoeken we naar onafhankelijkheid, naar een vrije uitingsvorm van architectuur. Voeg daarbij de fascinatie voor de klassieke relatie tussen kunst en architectuur, die we terugvinden in sculpturen, fonteinen, plafondschilderingen, bas-reliëfs, … en de liefde voor conceptuele kunst, naoorlogse kunst en land art.
Jullie zijn vooral gekend omwille van dimensioneel grote kunstwerken zoals Reading between the Lines (Borgloon), Colonnade (Triënnale Brugge) en Island Garden (Plantentuin Meise). Hoe komt een dergelijk impressionant kunstwerk eigenlijk tot stand? Waar is de kiem en hoe verloopt de uiteindelijke productie?

De meeste projecten starten met een opportuniteit - een momentum: een open vraag, een (eigen) initiatief, een fascinatie, een ambitie of een uitnodiging, … We gaan na of er voldoende ruimte en tijd is voor een brede onderzoeksfase en eventueel voor projectgerichte experimenten. Als hiervoor een groen licht komt, dan wordt een onderzoekstraject opgestart. Dit duurt vaak enkele maanden, maar is voor ons een essentiële fase: hier wordt namelijk het idee gemaakt. We doen ontwerpend onderzoek, waarbij verschillende ideeën worden geprojecteerd op de site om zo de context af te toetsen. Tegelijk verzamelen we informatie en feedback en, wat zeer belangrijk is, betrekken we de actoren.
Wat heeft jullie opleiding als ingenieur-architect bijgebracht om te komen tot jullie huidige activiteiten?
Terugdenkend komen we op drie cruciale elementen uit de ontwerpoefeningen van de opleiding die nu nog steeds onze
Zodra een leidend idee uit dit vooronderzoek convergeert, wordt dit technisch en inhoudelijk verder gevormd in de uitwerkingsfase. Omdat veel werken bestaan uit bijna uitsluitend structuur, is engineering hier belangrijk: de vorm, de betekenis en de draagstructuur zijn overlappend.
Opnieuw komt onze opleiding ter ondersteuning. We gebruiken denkkaders, denkmallen of modellen van architectuur. In deze oefening in abstractie (op architecturale schaal), maken we gebruik van onze kennis over techniek van materialen, structurele principes, regels van perspectief, …
Ten slotte komt de eigenlijke productie van het werk, vaak in samenwerking met externe partners. Als alle elementen gerealiseerd zijn komt de uiteindelijke plaatsing op de uitgekozen locatie. We blijven altijd tot op het einde betrokken omdat soms nog belangrijke, beeldbepalende elementen worden bijgestuurd.
Het jaar 2025 is een belangrijke mijlpaal voor de KU Leuven. De universiteit zal dan precies 600 jaar bestaan. Het wordt een feestjaar met lezingen, conferenties, publicaties, tentoonstellingen, culturele activiteiten, … Maar vlak bij ons Arenbergkasteel gebeurt er ook wat: daar komt Dwaaltuin, een iconisch kunstwerk met een belangrijke boodschap. En jullie zijn de realiserende kunstenaars. Daar willen we het fijne van weten!
Eigenlijk is het verhaal begonnen met de vraag om vrij na te denken over kunst in het Arenbergpark. Dit park heeft inderdaad een ruim potentieel om kunst te accommoderen die de talrijke passanten en bezoekers kan aanspreken en ontroeren. Het idee voor een doolhof vonden we zowel vanuit historisch standpunt een interessante toegevoegde laag als een mooie metafoor voor het ‘zoekende’ en ‘dwalende’ van wetenschappelijk en academisch onderzoek. Het verankert zich dus in de twee duidelijke lagen van het Arenbergpark: het historische kasteelpark en de groene campus.


Een eerste schets voor een doolhof werd besproken met diverse actoren. De eerste plannen en ideeën werden bijgeschaafd en het zoeken van een ideale locatie kon beginnen. Zoals bij al onze kunstprojecten proberen we ruim te interageren met alle betrokken partijen om idee en verwachting te laten samenkomen. Ondertussen werd het project ingepast in de grootse feestviering van 600 jaar KU Leuven in 2025.
We zijn onze universiteit dankbaar voor deze unieke opportuniteit. De locatie is vastgelegd, namelijk in de onmiddellijke omgeving van het Arenbergkasteel, de plaats waar we onze opleiding hebben genoten. Het bijzondere aan dit project is trouwens de ruime samenwerking met de Leuvense universitaire gemeenschap. Het kunstwerk wordt niet alleen geplaatst op het grondgebied van de universiteit, er is ook een intense samenwerking met verschillende groepen van de KU Leuven. De Technische Diensten staan garant voor de landschappelijke en stedenbouwkundige integratie, de visie op het toekomstig onderhoud en beheer, de biologen en de bio-ingenieurs zijn sturend voor de afstemming van bodem, draagstructuur en een volledige collectie van klimplanten, die een geïntegreerde component van het kunstwerk vormen, studenten van de opleiding burgerlijk ingenieur-architect ondersteunen het optimaliseren van de draagstructuur van de wanden, … Het werk, dat zich op het snijpunt van kunst en landschap situeert, verwijst zowel naar mythologische labyrinten als naar formele historische tuinen. Het Dwaaltuinproject wil een kunstfollie zijn, maar tegelijkertijd een botanische collectie, die opgevolgd en bestudeerd wordt door onze wetenschappers. Het wordt ook een ontmoetingsplek en een rustplaats voor voorbijgangers.
Dank voor dit boeiende gesprek!