
5 minute read
De nood van noodplanning
Overstromingen, brand, gijzeling: dan heb je een noodplan nodig! Maar wat is zo’n noodplan en waarom heeft ook Deerlijk er eentje? Annick Labeeuw, als vrijwilliger bij het Rode Kruis al jarenlang betrokken bij de noodplanning van onze gemeente, schept orde in de chaos.
Annick, hoe ben jij eigenlijk in de wereld van noodplannen terechtgekomen?
Annick: ‘Ik denk niet dat er veel mensen in België rondlopen die dromen van een carrière in noodplanning. Het is dus geen hobby (lacht). Je rolt daar op 1 of andere manier in. Bij mij is dat zo gelopen omdat ik al 35 jaar vrijwilliger ben bij het Rode Kruis. Zo komt het dat ik als externe expert in de veiligheidscel zit, waar we de noodplannen bespreken.’
Wat is een noodplan?
Annick: ‘Een noodplan is eigenlijk het receptenboek bij een ramp. Wat moet ik doen en wat heb ik daarvoor nodig? Het is dus een plan dat je op voorhand maakt voor als er zich een noodsituatie voordoet in de gemeente. Je schrijft uit hoe je moet reageren op welke situaties. Dat zijn dan scenario’s van de meest voorkomende noodsituaties, die in grote lijnen beschrijven wat je moet doen. Het is een soort draaiboek waarin ook een hoop noodzakelijke contactgegevens staan.’
Waarom hebben we een noodplan nodig?
Annick: ‘De federale overheid verplicht elke gemeente om een ANIP, een algemeen nood- en interventieplan, te hebben. Maar los daarvan biedt het structuur naast de improvisatie die komt kijken bij een noodsituatie. Het is een houvast bij momenten van stress. Niet voor de mensen van de hulpdiensten op het terrein zelf. Zij maken veel noodsituaties mee en weten hoe ze moeten handelen. Maar het is wel belangrijk voor de mensen in het GCC, de gemeentelijke coördinatiecel.’
Wat is een GCC?
Annick: ‘Naast de burgemeester en de noodplanningsambtenaar zitten er specialisten in voor 5 disciplines. Dat gaat over brandweer, politie, medische hulpdiensten, logistieke diensten zoals de civiele bescherming en communicatie. Zij adviseren de burgemeester in zijn beslissingen. Bij een ramp heb je 2 structuren. De mensen die deelnemen aan de interventie zelf en dan de structurele hulp ernaast. Dat is die coördinatiecel. Daar nemen ze beslissingen die het werk op het terrein vergemakkelijken.’
Kan je dat verduidelijken met een voorbeeld?
Annick: ‘Stel dat de politie door een brand enkele straten moet afzetten, maar het loopt uit de hand door het vele verkeer. De politiemensen op het terrein kunnen dat niet oplossen, zij hebben op dat moment hun handen vol. Dan moet het GCC in 7 haasten een oplossing zoeken, door bijvoorbeeld het verkeer al van verder te ontraden om richting Deerlijk te rijden. Maar misschien ligt dat punt in een andere politiezone of moet je de afrit van de E17 sluiten, waardoor de wegenpolitie verantwoordelijk is. Het GCC maakt dan afspraken met die externe partners.’
Hoe komt een noodplan tot stand?
Annick: ‘Je hebt als gemeente het voordeel dat je het niet zelf moet uitvinden. De federale overheid heeft een blauwdruk die weergeeft hoe je bepaalde noodsituaties aanpakt. Als gemeente krijg je als het ware alle hoofdstukken van het verhaal, die je nog moet aanvullen met lokale gegevens. Daarnaast sturen we dat heel geregeld bij op nationale, provinciale, regionale en lokale overlegmomenten, bijvoorbeeld door wat we leren uit echte rampen.’
Wat is de meerwaarde van een noodplan voor onze inwoners?
Annick: ‘Het zorgt ervoor dat we onze inwoners zo goed mogelijk kunnen helpen op het moment dat er iets gebeurt. Niet als rechtstreeks betrokkene of slachtoffer, want zij worden opgevangen door de hulpdiensten. Maar als onrechtstreeks betrokkene is dat heel belangrijk. Denk aan een giftige rookwolk. Hoe communiceer je zo snel mogelijk aan de inwoners dat ze hun ramen en deuren moeten sluiten? Als je daar op voorhand goed over nadenkt, dan maakt dat een groot verschil voor niet-rechtstreeks betrokken inwoners en vermijd je dat ze wel in een noodsituatie terechtkomen.’
Noodplannen oefen je in met noodplanningsoefeningen. Wat is het nut daarvan?
Annick: ‘Met een noodplanningsoefening test je of een noodplan echt werkt. Je mag fantastische dingen op papier zetten en achter een klavier dingen uitvinden waarvan je denkt dat ze perfect zullen werken, maar de praktijk leert je dikwijls iets anders. Die 1 e ideeën mag je vaak in de prullenbak smijten. Wat doe je dan? Bijsturen. Het is ook mogelijk dat jouw idee goed werkt, maar dat de mensen die het moeten uitvoeren het niet direct in de vingers hebben. Dan moet je hen beter opleiden.’
Is Deerlijk beter voorbereid op een noodsituatie dan vroeger?
Annick: ‘Ik denk het wel. 20 jaar geleden was het een ver-van-mijn-bedshow. Een noodplan bestond, maar het stond vol verouderde gegevens. Of het lag in een kast waar je het pas vond nadat de noodsituatie voorbij was. Nu ben je vanuit de federale overheid verplicht om daar aandacht aan te besteden, op gezette tijden samen te komen, jaarlijks een oefening te houden. Dat moeten geen grote oefeningen zijn, met tientallen medewerkers van de hulpdiensten. Het is wel de bedoeling dat je noodplannen fris in het hoofd houdt bij de mensen waarvan het moet. Die verbeteringen zijn er gekomen nadat het in ons land een paar keer faliekant was misgelopen. Niet dat het nu allemaal perfect loopt, maar je kan tegenwoordig op zijn minst terugvallen op een noodplan dat orde schept in de chaos.’