
7 minute read
Fabian Flückiger
TAAL IS ALLES EN NIETS
Fabian Flückiger is amper 35 en heeft als curator al enkele museale topexpo’s op zijn naam staan. Hij pendelt tussen Zwitserland en België en neemt in september een afslag naar Bornem. Hij is druk bezig een tentoonstelling samen te stellen met kunstenaars uit binnen- en buitenland. Centraal thema: de taal.
Advertisement
Fabian Flückiger
°1987, Bern (Zwitserland) Sinds 2021 onafhankelijk curator in Zwitserland en België Curator van o.m. Manon de Boer, Che bella voce, Kunstmuseum St.Gallen (2022); ektor garcia, Cabaret Voltaire, Zürich (2022); Miriam Laura Leonardi: You Received a New Memory, Atlas, Brussel, (2021); Steven Parrino: Nihilism is Love, Kunstmuseum Liechtenstein (2020); Nora Turato: explained away, Kunstmuseum Liechtenstein (2019) Assistent-conservator en conservator van het Kunstmuseum Liechtenstein tussen 2015 en 2020.
Fabian, wat ben je van plan in Bornem?
In de laatste monografische tentoonstellingen die ik samenstelde, heb ik de schijnwerper gericht op verschillende aspecten van taal. Die expo’s gingen over taal die online circuleert, de relatie tussen beeld en tekst, taal in de media en de stem als veelzijdige drager van informatie. Voor de groepstentoonstelling in Ter Dilft zet ik die interesse verder met hedendaagse kunstenaars die werken met taal en focus ik op de beperking maar ook het bevrijdende potentieel van taal in relatie tot identiteit.
Waar komt die fascinatie voor taal vandaan?
Ik ben opgegroeid in een landelijke buitenwijk van Bern. Het dialect daar heeft veel eigenaardigheden die geen bepaalde grammatica volgen en over generaties heen onafhankelijk zijn geworden. Dat leidt ertoe dat de vier officiele talen in Zwitserland voor mij een ‘vreemde taal’ zijn. Het spreken van een dialect dat slechts door een paar honderdduizend mensen wordt gesproken en dat niemand buiten het Duitstalige deel van Zwitserland verstaat, heeft bij mij de interesse gewekt dat taal zowel een beperking is als een groot potentieel biedt om iemand anders te worden. In deze structuur
waar nationale identiteit en samenhorigheid niet via een taal functioneert, zijn er gelijkenissen maar ook verschillen met België. Bezoekers zullen aspecten van de tentoonstelling in Ter Dilft kunnen relateren aan hun eigen leefwereld. Dat vind ik belangrijk.
Wat zou het belang kunnen zijn van zo'n tentoonstelling?
Aan de hand van elf kunstwerken zal de tentoonstelling onderhandelen over taal als het meest essentiële menselijke vermogen. Het enige historische werk is van de Italiaanse kunstenares Ketty La Rocca (1938-1976). Het is een vertrekpunt om na te denken over het lichaam, taal en socialisatie. La Rocca stond voor een feministische poëtische visie. Zij hield zich bezig met het effect van de mediataal op het vrouwelijk lichaam. Dit werk in de tentoonstelling connecteert met ieders universum, net als alle andere trouwens. Alle bezoekers zullen hun perceptie meebrengen. Maar mijn doel is dat de tentoonstelling je aan het denken zet over elke individuele socialisatie en gebruik van taal. Misschien kan ik dit uitleggen aan de hand van een ander werk dat wordt getoond: de film A Tongue Called Mother van de Belgische kunstenares Eva Giolo (°1991). De film herinnert aan het leren van de moedertaal. Dit is iets waar iedereen zich mee kan verbinden. Hoe werd ons taal aangeleerd, hoe heeft ze ons gevormd en waar zijn we er mogelijk van weggeraakt.
Kunst is natuurlijk ook een taal, waarmee de kunstenaar een boodschap overbrengt. Toch vinden veel mensen het nog steeds moeilijk te begrijpen of staan ze er wat wantrouwend tegenover. Denk je dat het nodig is om die taal te vertalen of moet iedereen er zijn eigen interpretatie aan geven?
In de kunst bestaat er al lang geen canon meer en dus ook geen hanteerbare ruimte voor interpretatie. Dat vereist vaak bemiddeling en het delen van achtergrondinformatie. Een schriftelijke inleiding over het tentoonstellingsconcept en elk tentoongesteld werk ligt voor de hand. Daarnaast bieden we een programma van evenementen met rondleidingen, discussies en performances. Maar dat is uiteraard niet verplicht. Een louter zintuiglijke ervaring is even belangrijk.
A Tongue Called Mother , 2019, film still, courtesy the artist Beeld: Eva Giolo:


Beeld: Jurgen Ots, Cross Riddles, 2022, installation view (detail), courtesy the artist
Je focust op de vraag hoe taal onze identiteit bepaalt. De manier waarop we communiceren wordt steeds meer digitaal. Covid heeft dit zelfs versterkt. Verandert daardoor de invloed van taal op onszelf? Op hoe we anderen zien?
Als ik deze vraag letterlijk neem, hebben de laatste twee jaar in ieder geval invloed gehad op de manier waarop ik naar kunstenaars kijk. Digitale atelierbezoeken zijn voor mij natuurlijker en frequenter geworden. Enerzijds hou ik zo meer voeling met kunstenaars die niet om de hoek wonen. Anderzijds maken de digitale ontmoetingen je steeds weer bewust van de kwaliteit van fysiek contact. Het digitaal zien van mensen en kunst heeft zijn beperkingen, maar het biedt meer flexibiliteit in projecten. In het algemeen weet ik niet of een langdurige gebeurtenis als de pandemie ons taalgebruik onmiddellijk zal veranderen. Taal verandert voortdurend en vloeiend. Misschien kunnen we zeggen dat we ons in een overgangsfase bevinden waarin het ritme van de communicatie is veranderd of aan het veranderen is. Er is een tendens om bondiger te communiceren, maar wel vaker. Chats, sociale media, nieuwstickers maken dat we voortdurend online zijn en sneller reageren. Dit idioom van de taal zal worden behandeld door Nora Turato.
Nora Turato heeft onlangs een performance gedaan in het MoMA, New York. Waarom wilde je haar erbij?
Nora werd in de beginjaren van haar carrière alleen gezien als een performance artieste en de expo in het MoMA beperkte zich daartoe. Ik vond dat onvolledig. Ze werkte immers met online circulerende taal in meerdere media. Overtuigd van haar werk en het argument dat dezelfde inhoud verschillende betekenissen en kwaliteiten oproept in verschillende media, nodigde ik haar uit voor haar eerste grote solotentoonstelling in het Kunstmuseum Liechtenstein. Nora zat toen (in 2018) op de Rijksakademie om haar eerste muurschilderingen en posterwerken te ontwikkelen. explained away, zoals de expo heette, bestond uit een modulaire tentoonstellingsopstelling die onderhandelde vanuit dezelfde taalfragmenten als audio, statisch beeld, bewegend beeld, performend lichaam, maar ook taal in verbinding met een object.
Voor de groepstentoonstelling in Ter Dilft ben ik met Nora in gesprek over hoe het thema van online circulerende taal het best kan ingepast worden. Er zal één werk te zien zijn dat handelt over de idiomen van online circulerende taal, de beknoptheid en soms ook de ironie van bondige online communicatie.
Je hebt al drie deelnemende kunstenaars genoemd. Kan je ook al een tipje van de sluier oplichten over de anderen?
Alle deelnemende kunstenaars zijn geboren tussen 1938 en 1998. De constellatie belooft een diverse en verrijkende dialoog. Jurgen Ots bijvoorbeeld houdt zich bezig met objectcycli. Hij verzamelt op vlooienmarkten schijnbaar overbodige of niet meer gebruikte voorwerpen en blaast ze nieuw leven in. Onlangs stuitte hij op historische leermiddelen uit de jaren 1930 om Frans of Vlaams te leren. Die vertaalt hij in humoristische installaties.

Beeld: Narrative Machine: Episode 5 with texts by Kaoutar Chaqchaq, Ayla Mrabet, Ghita Skali. Graphic design: Roxane Maillet, magazine cover, courtesy the artists and the designer
Ghita Skali maakte dit jaar een kunstenaarsmagazine. Het bevat ironisch medisch advies van zes fictieve vrouwen uit Marokko, vertaald uit het Arabisch met Google Translate. Communicatie en de misverstanden en vooroordelen die daarmee gepaard gaan, maken ook deel uit van de tentoonstelling. Op een puur visueel niveau zijn menselijke relaties een thema in de schilderkunst van Clara-Lane Lens. Maar ze houdt zich ook bezig met de relatie tot het eigen lichaam en de daarmee samenhangende vragen over identiteit. Je ziet dat veel aspecten van taal en identiteit met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Bij Felix Kindermann wordt het eerder filosofisch. Hij onderzoekt in zijn praktijk vormen van communicatie en begrip, zowel individueel alsook collectief. In dit geval werkt hij rond taal in functie van onze relatie tot de wereld in post-digitale tijden. Wanneer is iets schijnbaar en als zodanig te benoemen? Het gaat om het aftoetsen van betekenisdrager en betekenisverlening.
Dat klinkt veelbelovend Fabian. Het wordt dus een project met Belgische en buitenlandse kunstenaars dat niet onopgemerkt zal blijven.
Het kunstjaar 2022 komt op kruissnelheid. Binnenkort opent de Documenta. Biënnales en festivals zijn al begonnen. De tentoonstelling in Bornem zal zeker grote weerklank vinden. Maar voor het zover is, zullen er nog vele boeiende uitwisselingen zijn. En natuurlijk nog heel veel te doen. Ik kijk daar erg naar uit.