
2 minute read
Hoe zij was
from Ruiten in drievoud
Haar werk Van het werk van Bab Ruiten is veel bewaard gebleven. Deels omdat zij regelmatig in het Urkerland publiceerde, deels omdat haar dochter vroeger alles wat zij van haar vond, in een schrift overschreef. Het bestaat uitsluitend uit gedichten. Velen daarvan zijn een spiegel van de perioden in haar leven. Een ander gedeelte spiegelt het leven en de gebeurtenissen die zich aan haar voordeden. Gebeurtenissen die haar raakten ofpersonen die haaropvielen, verwerkte zij al gauw tot een vers. Daar begon zij reeds als jonge vrouw mee. Vaak hebben deze gedichten een lichte, humoristische toon, hoewel er meestal ook een ernstiger onderlaag is te onderkennen. Humor is noch bij Teun, noch bij Bab, noch bij Willem een “leve de lol” verhaal. Het is meer het naar voren halen van tegenstellingen binnen eenzelfde gegeven, een spel met disharmonie.
Toen haar leven tot in de kern veranderde door haar opname in het sanatorium “Sonnevanck”, veranderden ook haar gedichten. Gescheiden van haar gezin, zonder bezoek wegens besmettingsgevaar, gedwongen tot bedrust die toentertijd de enige remedie tegen TBC was, werd zij volledig op zichzelfteruggeworpen. Vanafdie tijd is er meer diepgang in haar gedichten gekomen. De gedichten van Bab Ruiten zijn moeilijk in te delen. We zien er een golfbeweging in die wordt gevoed door de emotionele betrokkenheid bij gebeurtenissen in haar leven. Als zij tussen de dieptepunten zichzelfhervindt, heeft zij weer oog voor personen en gebeurtenissen om haar heen en maakt daar verzen over. Die dan toch weer net iets anders zijn van toon dan voorheen. Als men tot een indeling wil komen, is een tijdsindeling nog het meest voor de hand liggend. Daarbinnen bevinden zich zowel gedichten die zij schreefnaar aanleiding van gebeurtenissen die haar zelfraakten, als die welke zij schreefter gelegenheid van situaties en personen. Evenals haar broer Teun, schreefook Bab gedichten over het Urk van vroeger. Was Teun in zulke gedichten vooral vertellend bezig, bij Bab

51
vinden we daarin steeds een relatie met haar belevingvan die werkelijkheid terug. Daardoor krijgen deze gedichten een andere lading dan die van Teun Ruiten.
Bab schreef haar gedichten altijd met eindrijm. Vrije vormen komen wij niet tegen. Meestal zijn zij gevat in een strak ritme dat slechts nu en dan wordt doorbroken als de woorden voor de inhoud die ze wil overbrengen niet passen binnen het metrum. Opeens loopt het vers dan niet meer en komt er iets gekunstelds in. Doordat zij schrijft over ervaringen in haar persoonlijk leven, krijgen veel gedichten een intiem karakter. Maar de gevoelens die er uit spreken zijn te herkennen buiten de gebeurtenissen om. Ook in gedichten over ons onbekende personen, vinden wij altijd wel iets herkenbaars doordat zij de werkelijkheid laat glijden door de trechter van haar gevoel.

52
