15 minute read

Tussen 1910 en 1940

Next Article
In gesprek met

In gesprek met

Gerardus Metz, dirigent in de dertigerjaren

28

cPsrsstemmen

Tussen 1910 en 1940

Omdat de paperassen van ,,Hallelujah” van tussen 1910 en 1945 de oorlog niet „overleefd” hebben, zijn we voor informatie aangewezen op het weinige dat in oude Urker couranten bewaard gebleven is. We vernemen van het opheffen van „Oefening kweekt kunst” in 1912 en het oprichten van ,,Hallelujah” al enige tijd daarvoor. Geoefend werd op zondagmiddag in het oude-mannenhuis (de Van Alphenstichting). Er werden psalmen en geestelijke liederen gezongen. Maar niet tevreden met de nieuwe zangvereniging hield een groep jongelingen zangoefeningen in hetzelfde gebouw op andere uren. De wrevel betrof niet de zang zelf, maar de zanguren: van 2 tot 4. En dat was juist de tijd dat dejongelingsvereniging ,,Samuel” vergaderde. De bezwaren schijnen weggenomen te zijn, maar dat ,,Hallelujah” bloeide, kan niet direct gezegd worden. In januari 1917 lezen we het volgende:

lie! Bestow dcr Chrisielijke Zangvereeniging Halleluja,

romp# jemgoliagen cn jonge mannen, bovan den teefi.'td van 25 jaar, ut( om als lid toe te trcden

Du vergaderingen worden gehouden des Zondagsmiddags 2 uur In de Van Alphen-SUehting.

I* Voortiltcr: 0. M BARKER

OiTcelwrT KORUS PE m>El!-

29

De arbeid enhet strevenvan het Christelijk Mannenkoor ,.Hallelujah” onder leiding van den Directeur Kobes de Boer verdienen hartelijke belangstelling en waardeering. Vooral met het oog op ons kerkgezang. Met eere mag hier in herinnering worden gebracht hoe de beoefening van het kerkgezang op ons eiland reeds dateert van jaren her. Mannen als wijlen Lukas Hoekman en meester Nentjes verzamelden de jongelingen van hunnen tijd om zich heen en zongen hen onze psalmwijzen voor. Langzamerhand kwam de ..Vierstem” in gebruik en Gerrit de Boer, de wakkere Directeur van ..Oefening baart Kunst” heeft met volharding gewerkt aan de verbetering van het kerkgezang op ons eiland. Niet altijd werd deze arbeid op de juiste waarde geschat en begrepen. Evenwel, de schoone vrucht bleef daarom niet achterwege. En dat ook in de dagen toen nog geen kerkorgel ons psalmgezang begeleide, vele schoone psalmverzen, ondanks de moeilijke melodie, zonder storende wanklanken in onze godsdienstoefeningen konden worden gezongen, was voor een groot deel aan dit treffelijk werk te danken. De Zangvereeniging ..Hallelujah” gaat nu enkele jaren op dezen ingeslagen weg voort. En waar nu hier en daar de meening mocht worden uitgesproken, als zou de beoefening van het psalmgezang in onzen tijd overbodig zijn geworden nu het orgel den toon aangeeft, daar is juist het tegendeel waar. Het orgel heeft in onze godsdienstoefening een dienende taak. In zijn schoone afwisseling van registers noodigt het der gemeente nu eens uit tot jubelende lof en dan weer tot ootmoedig gebed. En het is juist in deze richting dat de Zangvereeniging ,,Hallelujah” hare leden tracht te leiden. Niet alleen onze psalmen te leeren zingen op de juiste melodie, maar ook naar den inhoud der verzen op den vereischten toon. Neen, het zingen in onze kerken is maar niet tot verpoozing. In het psalmgezang spreekt de gemeente. Zou het dan overbodig zijn hieraan onze zorg te besteden? Zeker niemand, die dit zou durven beweren. Als beminnaar van den Zang heb ik gaarne gevolg gegeven aan de uitnodiging tot dit woord van aanbeveling. Mogen vele jongelingen en jonge mannen zich aansluiten bij de Zangvereeniging ,,Hallelujah”. Om niet in conflict te komen met andere vereenigingen die gelijkertijd vergaderen, heeft het Bestuur den leeftijdsgrens bepaald op 25 jaar. U, Mijnheer de Redacteur dankend voor de mij verleende gastvrijheid, teeken ik

Hoogachtend, J.H.VAN DOORN, Directeur der Gemengde Zangver. ,,Excelsior”. Urk, 9 Jan. 1917.

30

De Radactie van de Urker Courant betuigt gaame haar volkoraen instemming met bovenstaand waardeerend getuigenis en ondersteunt met klem de daarin voorkomende vriendelijke opwekking tot deelname.

Redactie.

Over een uitvoering lezen we het eerst in 1914:

De openbare uitvoering van het mannenkoor ..Hallelujah”, is gelet op de korte oefeningsduur en zeer ongeregelde opkomst der vissers (leden), vrij goed geslaagd. Er schuilen beste krachten in de vereniging, die de zwakkere in hun onwelluidende tonen overeenstemden. Verschillende nummers van ’t programma kwamen minder goed tot hun recht. De toehoorders werden na de beide pauzes vergast op een boeiende samenspraak. Vooral „de macht van het lied” zeer goed vertolkt door Jac. de Boer, Jac. Nentjes en Jac. Ras, maakte door zang en inhoud een treffende indruk. Aan het einde bracht Burgemeester aan President en dirigent zijn dank, ook namens alle aanwezigen. Ook ds. Van der Vegte sprak woorden van waardering en oefende, in’t belang van ,,Hallelujah”, opbouwende critiek.

De kritiek bleek te helpen, al was er ook in 1923 en 1924 nog wel wat aan te merken. 1923:

Donderdag 27 Dec. heeft het Chr. Mannenkoor in de bewaarschool een goed geslaagde openbare uitvoering gegeven. Na de gebruikelijke opening heette de Voorzitter G.M.Bakker de talrijke belangstellenden en genoodigden welkom en nam met een aardige toespeling op het kompas aan boord, het papier ter hand voor ’n inleidend woord. Hij zette de groote beteekenis van den zang uiteen, o.m. hoe Lamech’s geslacht de uitvinding der muziekinstrumenten misbruikte tot brute zelfverheffing en eigen grootheid, maar David wist liefelijke tonen op de harp te tokkelen tot’s Heeren lof en eere. Ook Hallelujah beoefende den zang, wat hij nader toelichtte. Toen werd aangevangen met het zingen onder leiding van den directeur. K. de Boer. Tal van psalmen (uit den vierstem) en Hazeuliederen worden ten gehoore gebracht. In den aanhef was Hallelujah minder gelukkig. De psalmen 6 en 15 gingen, om bij ’t kompas te blijven, een streek buiten den juiste koers, in 22 en 66 haperde de zuiverheid van toon,

31

maar 19 en verdere nommers werden in welluidende accoorden gezongen. De liederen gaven een gepaste en aantrekkelijke afwisseling bij het koraal. Zij werden zeer goed uitgevoerd. Het getuigde alles van nauwgezette oefening. De slotzang (2-stemmig) klonk schoon. Voor verpoozing werd tweemaal pauze gehouden waarin de samenspraak ,,De macht van het lied” - Luther’s machtige vervolger van een Saulus in een Paulus veranderd - ten beste is gegeven. De voorz., de directeur en M. Ras deden dit op verdienstelijke wijze. De laatste gaf ook 2 voordrachten, die bijval vonden. Met voldoening mag Hallelujah op de uitvoering terugzien. Ds. Bouwman, die tusschentijds noode heenging voor de catechisatie, Burgem. Gravenstein en de heer Egb. Brouwer gaven uiting aan hun tevredenheid over den zang en al het gehoorde, woorden van lof voor leiders en leden van ’t Mannenkoor, een opwekking om meerdere uitvoeringen mogelijk te maken, en wezen heen naar het heerlijke, volmaakte gezang in den hemel. Na het zingen van ps. 150:1 sloot E. Brouwer met dankzegging.

1924:

Bij den aanvang laat de Voorzitter G. Bakker Mz. Ps. 105:2 zingen en opent met gebed. Ter inleiding leest hij van Psalm 148 de verzen 1 - 12. De dichter, zegt Spreker, roept de gansche schepping, bezield en onbezield, van hemel en aarde op, om de Heere lof en eer te geven; inzonderheid moet de mensch zingen tot Gods eer en Hem loven, en ook daaraan wil de Zangvereeniging hare krachten wijden. Met opgewekten toon zet nu Hallelujah Ps. 150:1 in, het eerste nommer van het programma, dat een 17-tal koralen uit den bekenden Vierstem bevatte en ter afwisseling ook 8 Hazeuliederen vermeldde. Zoowel de psalmen als de liederen werden in welluidende toonen ten gehoore gebracht. Meermalen muntten de accoorden uit door een zuiveren samenklank en getuigden van nauwgezette oefening, ook wat de maat betreft. De psalmen 47, 97, 103 en 122 (om er slechts een paar te noemen) klonken bijzonder schoon, en wat maakte regel 6 in een der liederen van Hazeu, n.l. Met aanbidding, diep ontzag! zeer zacht (pianissimo) gezongen een treffende indruk na het „God te loven, God te danken!” Met psalm 85 is Hallelujah minder gelukkig geweest, wat ook van enkele passages kan gelden. Er is wel eens te krachtig gezongen, alsof er een zekere voorliefde voor het crescendo heerscht, hetgeen de zuiverheid van toon (tegen het einde wel merkbaar) niet bevordert. En de diepe basstem? Maar dit als een vriend die mij mijn feilen toont - Hallelujah kan met voldoening op deze openbare Uitvoering terug zien, temeer als de veelvuldige afwezigheid van onderscheiden leden tijdens het oefenen

32

in aanmerking genomen wordt. Tweemaal werd gepauzeerd. In de eerste pauze gaf de Dir. C. de Boer een voordracht ten beste: De actrice en de zieke (met zang), die bijval verwierf. Tenslotte zingt Halleluja een toepasselijk lied. Voor ’t jaar, dat zinkt in ’t eeuwig niet! ’t Is als een damp verdwenen. en neemt Ds. Bouman het woord, om zijn waardering voor het zingen te kennen te geven. Ik heb het, zegt Spr. (onder meer) met veel genoegen gehoord; het dient tot steun voor ’t kerkgezang, de kennis der psalmen is een schat, die troost voor eigen zieleleven. Oefent steeds door en strekke het tot eere Gods. In welgekozen bewoordingen brengt ouderling I.K. Koffeman zijn dank over voor den zang, immers de oudste kunst, wijl de morgensterren reeds zongen. Ook de ouderl. J. Post en K. Post paren hun stem aan dezen lof, waama Egb. Brouwer den dank van den kerkeraad uitspreekt en de hooge waardij van den zang bepleit. Daama dankt de Voorz. alle sprekers voor hun bezoek en waardeerende woorden, de hoorders voor de aandacht en goede orde en verzoekt te eindigen met Ps. 116:10. Ds. Bouwman sluit dan met dankgebed. Vrijdag 2 dezer hield „Halleluja” de (huish.) Jaarvergadering in het lokaal Obadja. Bij de verkiezing voor bestuursleden werd Hk. Hoefnagel le Seer., H. v. Veen 2e Seer., Age Ras le penn. en Jan Ras 2e penn.

Ook in 1925 gaf de vereniging een concert in de westvleugel van de school. Twee lokalen waren overvol. Het koor zong 17 koralen, waaronder 8 Hazeuliederen ter afwisseling. ,,Er werd met aandacht en ontroering gezongen. En niet alleen gezongen, want tijdens de pauzes gaf dirigent C. de Boer een voordracht ten beste. Het laatste lied dat het koor zong (het was 29 december) was zeer toepasselijk. voor’tjaar dat zinkt in ’t eeuwig niet, ’t is als een damp verdwenen. In 1928 werkte Hallelujah mee aan de eerste radiouitzending uit Urk. We lezen:

In den namiddag van Maandag 12 Mrt werd de heer Tolk, omroeper van de Chr. Radio-Vereeniging te Huizen, door de Uk 152 van Enkhuizen afgehaald alwaar hij na de afvaart van SS. ,,Von Geusau” per auto was aangekomen. De Radiouitzending van Urk was een succes geweest, en de radiocommissie, die er de voorbereidende onder-

33

handelingen voor voerde met de Chr. R.V. te Huizen, kan er met groote voldoening op terug zien. Uit alle oorden van ons land zelfs van den heerJ. van Anken te Brussel hebben de sprekers en de directeur van de Chr. Zangvereen. ..Excelsior” en Urks fanfare een groot aantal dankbetuigingen ontvangen voor den genotvolle avond over de radio. Sprekers, zang en muziek, het was alles zeer goed te hooren en verschafte veel genoegen, waartoe ook het Mannenkoor „Halleluja” tenslotte heeft bijgedragen, onderleiding van oud Directeur Gerrit de Boer (Directeur Kobes de Boer en enige leden waren ter Visserij.) (Halleluja zong de psalmen 46, 117 en 129). Opmerkelijk is, hoe Urker dienstmeisjes, en van andere zijde van den vaste wal o.a. uit Utrecht, de leuke mededeeling deden, dat de van ouds bekende klok in de Bewaarschool van slag was.

In mei 1928 bleek weer niet iedereen met de zang van „HalIelujah” tevreden. Was het een reactie op de radioavond van maart? We lezen:

Een Christelijk Mannenkoor. In de voorgaande week werden in het gebouw ,,De Jonge Samuel besprekingen gehouden om zoo mogelijk te komen tot de oprichting van een mannenkoor. Met algemeene instemming is daartoe besloten. Als directeur zal optreden de heer J. Coomans. Het bestuur van het Chr. Mannenkoor bestaat uit de heeren P. Nentjes Jz., Penningm. en G. Metz. Voor de oefeningen in den zang is voorloopig de Donderdagavond vastgesteld, waarschijnlijk in de oude bewaarschool, en het koor kan 17 dezer aanvangen met 22 leden.

Er was toch blijkbaar nog niet voldoende ruimte voor een tweede mannenkoor, getuige het volgende:

Nieuwe actie na zomerrust. De talrijke catechisatie’s bij de Geref. Kerk zullen aanvangen. De zangvereeniging Excelsior en Halleluja zijn na den zomerrust met de gewone oefeningen begonnen. Urks mannenkoor hoopt binnenkort des Donderdagsavonds te vergaderen, voor beoefenen van den zang, maar het ontbreekt er aan voldoende krachten. Moge achterstaande advertentie leiden tot een sterke vermeerdering van het beperkte aantal leden!

34

Het bestuur noodigt liefhebbers van den zang dringend uit zich spoedig als lid aan te geven voor dennieuwencursus bij den penningmeester. H. DE VRIES.

Hoe lang dit koor het volgehouden heeft weten we niet.

Het eerste optreden van ,,Hallelujah” buiten Urk viel in 1930.

ONDER DE ZUIDERZEEARBEIDERS.

Men schrijft ons: Op den avond van Hemelvaartsdag werd in ’t Chr. Tehuis voor Zuiderzeewerkers, te Den Oever, een samenkomst gehouden met ’t Urker Mannenkoor, dat per hotter van ’t centrum der Zuiderzee kwam gevaren. Reeds lang tevoren stonden de belangstellenden voor de deuren, die omstreeks kwart voor zeven geopend werden. Ten 7 ure opende de leider van ’t Tehuis, de heer S.J.Dokter, de samenkomst door te laten zingen Psalm 47:3. Hij ging voor in gebed en begroette de talrijke aanwezigen en’t Urker Mannenkoor met een hartelijke toespraak. Daarna ving ’t koor aan met ’t ten gehoore brengen van de liederen onder de bekwame leiding van den heer G. Metz. In de pauze hield de heer S.J.Dokter een toespraak. Nog eens gaf hij zijn blijdschap te kennen over ’t aanwezig zijn van ’t Urker Man¬ nenkoor en zoovele luisteraars. Maar bovenal was’t hem tot vreugde, dat hij nog aan zoovelen mocht vertellen hoe de Heere Jezus ten hemel gevaren was. ’t Komt in Noord-Holland zelden voor, dat er een kleine 300 menschen een evangelisatie-samenkomst bijwonen. En aan de meesten was ’t Evangelie vreemd. Daarom deed spreker met aandrang den roepstem van Christus hooren: Komt alien tot Mij. Na dit bezielend woord zong de secretaris van’t Urker Mannenkoor voortreffelijk: ,,’t Graf onder de berken”. Ten tweede male verhief zich ’t koor en zong op boeiende wijze tenslotte nog verscheidene liederen. ’t Was al tegen tienen, toen de heer Dokter de enthousiaste samen¬ komst sloot met een hartelijk woord van dank voor ’t heerlijke, dat ’t Urker Mannenkoor had gebracht. In hunne botters vertrokken de zangers naar Urk, terwijl de Zuiderzeewerkers in vijf sleepboten naar hun afdeelingen werden gebracht. De directie der Zuiderzeewerken was zoo bereidwillig de Stoomwacht in plaats van 6 uur ’s avonds om 10 uur te doen vertrekken.

35

’t Tehuis uitgaande van ’t Geref. Zuiderzeecomite, kan terugzien op een zeldzaam mooien avond en een dag, waarop ongeveer 400 bezoeken te boeken vielen. Mogen alien in ’t land van ’t evangeliesatiewerk onder de Zuiderzeewerkers gedenken en ondersteunen met gebed en gaven.

We geven nog de volgende knipsels uit dejaren dertig. 1931:

In de dagen achter ons hebben verschillende vereenigingen jaarvergadering gehouden. Het is ondoenlijk hiervan voor alle een verslag te geven. Daarom zijn ze hier kort gereleveerd. ,,Hallelujah”, de mannenzang, die staat onder leiding van den directeur G. Metz, hield „verslag” in gebouw ,,Samuel”. ,,Hulp en Steun”, de z.g. ijsloopersvereeniging, hield het met flinke belangstelling in de Bewaarschool. ,,Immanuel”, de jongelingsvereeniging onder D. Gnodde, hield het met haar leden in gebouw ,,Samuel”, terwijl de Geref. Jongelingsvereniging, ,,Samuel”, voorzitter de heer J. Loosman, haarjaarvergaderingen met voile zaal hield in de Bewaarschool. Verslagen werden uitgebracht en spraken van een bloeiend verenigingsleven. Natuurlijk werden dezc laatste, zoals dat op ons eiland gebruikelijk is, afgewisseld met de nodige versnaperingen of bijdragen, die aan deze vergadering een gezellig karakter geven.

Urker Courant 12. feb. 1931. Teraardebesteiiing met bi]zondere eer.

Onder groote belangstelling heeft de teraarde bestelling plaats gehad van Jelle Loosman Rzn. Op zijn graf werd een krans gelegd door de Zangveren. „Hallelujah”, waarvan de overledene een gewaardeerd lid was.

1933:

..Hallelujah.” In de biddag-week heeft het mannenkoor ,,Hallelujah” onder leiding van den heer G. Metz een uitstekend geslaagde uitvoering gegeven in de zaal achter de Geref. Kerk. De uitvoering kon ook beluisterd worden door de kerk-telefoon, zoodat de zieken eveneens van Urks mannenzang konden genieten. Aan het slot volgden de gebruikelijke toespraken.

1934:

,,Hallelujah” heeft een nieuwe directeur. De Chr. Mannenzangvereeniging ,.Hallelujah” heeft voor het nieuwe

36

Verenigingsleven in December 1934. De Christelijke Mannenzangvereeniging zal op 27 December a.s. een uitvoering geven in het gebouw der Geref. Kerk te Urk. Ook de Zangvereniging ,.Excelsior” maakt zich gereed voor een uit¬ voering en oefent voor dat doel thans tweemaal per week. De Chris¬ telijke Reciteervereniging ..Dindua” bereidt zich voor om in begin volgend jaar weer zijn jaarlijksche uitvoering te geven.

1935:

Het mannenkoor ,,Hallelujah” gaf onder leiding van haar directeur T. Kramer in de Geref. Kerk een uitvoering. Ds. Doorenbos sprak een inleidend woord en Ds. Marsman het slotwoord. Voorts werd een rijk programma aan liederen ten uitvoer gebracht. Hierbij kon het vrij talrijke publiek genieten van wat ,.Hallelujah” kon. Er werd over het geheel, naar insiders mededeelden, vrij goed gezongen. De vergadering stond onder leiding van den voorzitter M. Ras.

Hallelujah. De mannenzangvereeniging ..Hallelujah”onderleidingvan T. Kramer, voorzitter A. Kapitein, gaf Vrijdagavond in de Bewaarschool haar jaarlijksche uitvoering. De zaal was dicht bezet met een aandachtig gehoor en ook konden nog heel velen via de kerktelefoon in de huizen van de zang-avond genieten. Na een openingswoord van den voorzitter werd vlot een aantrekkelijk programma afgewerkt, waaronder veel werd genoten. Ter afwisseling werd in de pauzen een voordracht ten beste gegeven. Aan het slot brachten verschillende sprekers namens bevriende vereenigingen hun dank. In een der pau¬ zen sprak ook onze burgemeester A. Gravenstein.

Behalve kranteknipsels bleken er ook nog enige vooroorlogse jaarverslagen te vinden. Op rijm nog wel. Zie hier: „Ik geefu thans van ’32 het verslag, gehouden januari 5 op donderdag. Wanneer de leden hier zijn binnen wordt het ook tijd om te beginnen. De hoofdpersoon, met name Mijndert Ras die altijd met een woord van pas. ” (enz.) Tijdens het verslag werd er ook onder orgelbegeleiding gezon¬ gen. Door Evert Romkes (de dichter) werd het overzicht van het afgelopen jaar gelezen, en de penningmeester Jacob Post

37

This article is from: