Reistips

Page 14

e

Met de kano op zoek naar verborgen pareltjes in de Marais Audomarois. FOTO RR Vlaemsch boven Vlaamse, of zeggen we Vlamsche of Vlaemsche, namen duiken steeds vaker op in het Frans-Vlaamse straatbeeld. De Vlamsche cultuur herleeft in het Pays de Flandre sinds het Franse ministerie van Cultuur in 2005 de deur voor andere talen uit Frankrijk heeft opengezet. “We streven naar meer Vlaemsch in onze streek”, zegt Jean-Paul Couché, een van de bezielers van de Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele. Een taal die, zoals de bezoeker in de streek snel zal merken, heel verwant is aan het Nederlands, maar toch niet dezelfde taal is. “Nulder Vlaemsch slacht ’t West-Vlaemsch dan de Belgykenaers van oover de schreeve klappen.” Ons Vlaams lijkt op het WestVlaams dat de Belgen van over de grens spreken. Er zijn nog ongeveer 50.000 bewoners die het Vlaemsch spreken en in haast alle dorpen van het Pays de Flandre worden nu taalcursussen georganiseerd en Vlaemsche handboeken verkocht. Die Vlaamse handboeken vind je zeker in Ekelsbeke (Esquelbecq), dat in 2007 het label Village du Livre of boekendorp heeft gekregen. Twee grote bouwwerken domineren het stadje. Aan de ene kant van het marktplein staat de Saint-Folquinkerk, een typische hallenkerk met drie even hoge en even brede beuken. Deze bouwwijze is erg typisch voor de streek. Aan de andere kant wordt hard gewerkt aan de restauratie van het kasteel van Esquelbecq. Philippe le Vasseur de Guernonval, de eerste baron van Ekelsbeke, liet zowel het kasteel als de kerk bouwen in de zeventiende eeuw. Het kasteel is in privéhanden, maar rondleidingen in de park rond het kasteel zijn wel mogelijk. Ook de tuin is heraangelegd, met veel aandacht voor nuttige planten. Een enorme gieter domineert het uitzicht in het park. Op een boogscheut van het kasteel bevindt zich de ambachtelijke brouwerij Thiriez, waar Daniel Thiriez de Blonde d’Esquelbecq

en andere hoppige biervariëteiten brouwt. Het proeflokaal is ingericht als een oude staminee met tal van reclameborden. Op eenvoudig verzoek is een rondleiding in de brouwerij mogelijk. Een degustatie achteraf mag niet ontbreken. Zorg er wel voor dat Bob je vergezelt. Bier is een belangrijk streekproduct in le Pays de Flandre. Vandaar ook de hopteelt in de regio. De meeste streekbieren zijn bereid met de lokale hopvariëteiten. Dat is zeker het geval voor de Trois Monts, een bier uit de brouwerij van Sint-Silvester-Kapel nabij Steenvoorde. In Steenvoorde vieren de bewoners van de streek elk jaar La Fête du Houblon, het Hoppefeest, na de oogst van de hop. Dat doen de Steenvoordenaren overigens al vijftig jaar. Het Hoppefeest heeft veel, nee, alles weg van een Vlaamse kermis. Een tent met lokale specialiteiten, een kermis, een rommelmarkt, maar ook straattheater, ezelkoers en diverse tentoonstellingen vullen de straten en de openbare gebouwen van de stad. Uit de verre omgeving zakken de mensen naar Steenvoorde af om dit feest op de eerste zondag van oktober te vieren. Wie erbij wil zijn, moet dus op zoek naar een parkeerplaats in de buurt, want alle centrumstraten worden afgesloten voor het gemotoriseerde verkeer. Feesten, daar kennen ze in Belle ( ) ook wat

van. Vijf dagen voor vastenavond start het jaarlijkse carnavalsfeest in de stad en zingen de inwoners onophoudelijk carnavalsliederen. Er zijn niet minder dan drie carnavalsstoeten. In de stoet van vrijdagavond trekt de reus Gargantua mee. Wie op een ander moment de stad bezoekt, vindt Gargantua terug in de traphal van het belfort. Het 62 meter hoge belfort bestaat al sinds de twaalfde eeuw, maar werd tijdens de Eerste Wereldoorlog helemaal vernield. Alleen de gotische zaal op de benedenverdieping van de belforttoren is origineel, de rest van de toren en het aanpalende stadhuis werden in 1932 heropgebouwd. De architecten hebben ook de gebouwen rond het belfortplein een Vlaamser uitzicht gegeven. De platgebombardeerde woningen met witgeplaasterde gevels ruimden plaats voor woningen met een typisch Vlaams cachet, zoals we ze ook op de marktpleinen van Brugge en Ieper zien, met puntgevels, okerkleurige baksteen, ankerijzers en beschilderde raamkozijnen. Zo werd Bailleul nog wat Vlaamser dan de stad al was. Niet dat dit zo vreemd is, want Vlaanderen ligt wel erg dichtbij. Vanop de toren van het belfort zien we de Monts de Flandre, het glooiende Vlaamse landschap met de Kemmelberg, de Katsberg, De Rode en de Zwarte Berg. Allemaal molshopen die de Vlaamse wielertoerist moet kennen. Het Pays de Flandre laat zich op diverse manieren ontdekken, maar voor de fietser is de bewegwijzering minstens voor verbetering vatbaar. Aan de andere kant van de grens heeft Westtoer een uitgebreid fietsnetwerk uitgebouwd. De West-Vlaamse toeristische sector zou het toejuichen dat dit kan aansluiten op een fietsnetwerk net over de grens. De plannen zijn er, het budget nog niet. Jammer, want de villages patrimoines, de typische Frans-Vlaamse dorpen, zijn geknipt voer voor de fietstoerist.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.