Jaarverslag 2016 stichting flore

Page 1

JAARVERSLAG 2016 INVESTEREN IN VOORUITGANG 30 MEI 2017


Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Investeren in vooruitgang ....................................................................................................................... 3 Organisatiestructuur Stichting Flore ....................................................................................................... 4 Waardering voor kracht en deskundigheid ............................................................................................. 7 De GMR heeft oog voor transparantie, eigenaarschap en zichtbaarheid ............................................. 11 Diverse kengetallen ............................................................................................................................... 12 Privacy ................................................................................................................................................... 19 Planning & Control cyclus...................................................................................................................... 20 FinanciĂŤn ............................................................................................................................................... 21 ContinuĂŻteitsparagraaf .......................................................................................................................... 36 Strategisch Beleidsplan 2016-2019 ....................................................................................................... 37


Investeren in vooruitgang Terugkijkend naar 2016 kijk ik met trots naar onze organisatie. Naar de mensen die werken aan ontwikkeling. Mensen die een veilige en vertrouwde omgeving creëren waarin ze betekenisvol willen zijn voor zichzelf, maar ook voor de ander. De filosofie van Ubuntu: ‘Ik ben, omdat wij zijn’ past bij mijn visie op onze organisatie. Alleen is maar alleen. In relatie met anderen kun je jezelf en anderen helpen en ondersteunen in ontwikkeling. In een organisatie ben je altijd deel van een geheel. In 2016 hebben onze schooldirecteuren op eigen initiatief de Flore-takken opgezet. Dit zijn groepen directeuren die voor elkaar klaar staan in hun functionele en persoonlijke ontwikkeling. Het menselijke aspect staat centraal. ‘Wie ben jij als mens en wat heb je nodig om verder te kunnen gaan?’ is waar het om gaat. Ik hoor en voel veel positieve energie. Dit neemt niet weg dat het in een grote organisatie zoals Flore niet eenvoudig is. Het is lastig om te herkennen en erkennen dat iedereen zijn eigen leerproces heeft. Los van hiërarchie en functie. Het gaat om de menselijke gelijkwaardigheid. Deze kanteling binnen de organisatie is complex. Het is een proces dat veel energie vraagt, maar ook geeft. Ik vind het een mooie uitdaging. De vragen ‘Wie ben je?’ en ‘Wie zou je willen zijn?’ staan ook centraal in onze scholen. De directeuren bespreken ze met de medewerkers en de leerkrachten doen dat op hun beurt weer met de kinderen in de klas. Je ontwikkelt je als mens in z’n geheel. Wij hebben bij Flore dus niet alleen oog voor de cognitieve ontwikkeling zoals taal, rekenen en lezen. Minstens zo belangrijk vinden wij de 21st century skills. Vaardigheden als creativiteit, betrokkenheid, je eigen verantwoordelijkheid pakken en niet aan de kant blijven staan. Ik hecht er waarde aan dat we inzetten op mensen die mogen laten zien dat ze er zijn. Mensen die ergens voor staan en durven benoemen wat ze bezighoudt. In de hele organisatie zie ik voorbeelden van betrokkenheid, verantwoordelijkheid en eigenaarschap. Ik zie dynamiek en energie; onderwijs vanuit het hart. Daar ben ik apetrots op! Voor 2017 kijk ik uit naar de vorming van kindcentra bij Flore zodat we de kinderen van 0 tot 13 jaar nog beter kunnen bedienen in hun ontwikkelingsbehoeften. Ik ben nieuwsgierig hoe we verdergaan met het centraal zetten van het kind in het onderwijs. Alles vanuit het besef dat wij - naast ouders - een lange periode de verantwoordelijkheid hebben voor de ontwikkeling van mensen. Wij kunnen echt het verschil maken voor kinderen en voor de samenleving van de toekomst. Ik wens u veel plezier bij het lezen van dit verslag.

Adrie Groot Voorzitter College van Bestuur

JAARVERSLAG 2016

PAGINA 3 VAN 40


Organisatiestructuur Stichting Flore Stichting Flore werkt volgens de volgende organisatiestructuur:

4

Raad van Toezicht auditcommissies remuneratiecommissie

College van Bestuur

Bestuurssecretariaat

GMR

Servicekantoor

Flore leergemeenschappen

Schooldirectie MR

RAAD VAN TOEZICHT Naam

Functie

Mevrouw J.M. Hendriks

Voorzitter, Remuneratiecommissie

Mevrouw P.A.G. Groeneveld

Lid, auditcommissie Onderwijs en Personeel

De heer drs. P.A. Renses

Lid, auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering

De heer drs. R. van Seventer

Lid, auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering

Mevrouw mr. D. Vrielink

Lid, Remuneratiecommissie

De heer dr. H. van der Weijden

Lid, auditcommissie Onderwijs en Personeel

De Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De raad vergadert ongeveer vijfmaal per schooljaar, of meer indien nodig. De RvT kent een Auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering die zich bezighoudt met financiële vraagstukken, een Auditcommissie Onderwijs en Personeel die zich bezighoudt met personele en onderwijskundige vraagstukken en een Remuneratiecommissie (RC) die verantwoordelijk is voor de invulling van het werkgeverschap naar

JAARVERSLAG 2016


het College van Bestuur en zich onder andere buigt over het bezoldigingsbeleid voor de leden van het CvB en de RvT.

COLLEGE VAN BESTUUR Naam

Functie

De heer A.J.M. Groot

Voorzitter

Het College van Bestuur (CvB) is verantwoordelijk voor het bestuur van de stichting en legt hiertoe verantwoording af aan de Raad van Toezicht.

DAGELIJKS BESTUUR GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Naam

Functie

Mevrouw M. Sprik-Fygi

Voorzitter

Mevrouw M. Bakker

Lid

Mevrouw M. Krijgsman

Lid

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en leerkrachten van de Flore scholen.

OVERLEG SCHOOLDIRECTIES Overleg tussen schooldirecties vindt plaats in een flexibele overlegvorm waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis en kunde die breed in de organisatie beschikbaar is. Twee personen regisseren dit overleg als Flore regisseur: Naam

Functie

Mevrouw K. Kooij

Flore regisseur (directeur)

De heer P. Vrasdonk

Flore regisseur (directeur)

DIRECTEUR Onder de verantwoordelijkheid van Stichting Flore ressorteren 28 scholen voor bijzonder basisonderwijs. De schooldirecteur is belast met de algehele leiding van de school en geeft direct leiding aan de medewerkers. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur en de Medezeggenschapsraad (MR) van de school.

JAARVERSLAG 2016

5


MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Elke school heeft een medezeggenschapsraad. Deze bestaat uit een gelijke vertegenwoordiging van ouders en leerkrachten van de school.

SERVICEKANTOOR De Raad van Toezicht, het College van Bestuur en directeuren laten zich ondersteunen door het servicekantoor. Op het servicekantoor wordt op een creatieve manier, op samenwerking gericht, de ontwikkeling van het onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: kinderen het beste uit zichzelf te laten halen.

JAARVERSLAG 2016

6


Waardering voor kracht en deskundigheid We kijken in het jaarverslag terug op de resultaten die in 2016 zijn bereikt. Tegelijkertijd weten we dat ontwikkelingen in het onderwijs onderhevig zijn aan een doorlopend proces. Flore werkt op een verantwoorde manier aan de interne kwaliteitszorg binnen een professionele cultuur. Het is goed te merken dat iedere schooldirecteur deze ambities onderschrijft en daarbinnen zijn of haar eigen ontwikkelingstraject volgt met het team. Zo zet iedere directeur binnen Flore zich in om de professionele cultuur te realiseren. Van belang hierbij is dat het bestuur zicht houdt op hoe de processen in de verschillende scholen verlopen en hoe aan het draagvlak voor de professionele cultuur in gezamenlijkheid wordt gebouwd. De Floretakken – de groepen van directeuren waarbij over verschillende thema’s wordt gesproken - dragen hieraan zeker bij! Daarin worden thema’s die op dat moment actueel zijn voor hun eigen scholen en binnen hun positie als Flore-directeur besproken. Er is in 2016 veel tijd en energie gestoken in het toegroeien naar samenwerking met de kinderopvang. De Raad van Advies, waarin naast een bestuurlijke vertegenwoordiging van de kinderopvang twee leden van de RvT Flore zitting hebben, houdt zich bezig met de transitie naar januari 2018. Een boeiend proces dat in alle openheid met elkaar wordt doorlopen en waarbij iedereen de kans krijgt elkaars kwaliteiten beter te leren kennen. Grote waardering heeft de Raad van Toezicht voor de deskundigheid van de staffunctionarissen op het servicekantoor. Zij ondersteunen als gemotiveerde en capabele mensen de directeuren en overige medewerkers van Flore. In 2016 is gewerkt aan de verzelfstandiging van de gehele personeelsadministratie binnen Flore. Hiermee houdt Flore zicht op de interne processen en de continuering in kwaliteit. Naast genoemde waardering is een compliment voor de GMR op zijn plaats. Hun werk en inzet wordt gekenmerkt door deskundigheid, kwaliteit en grote betrokkenheid. De Raad van Toezicht dankt iedereen voor de grote inzet en betrokkenheid voor Stichting Flore in 2016 en vertrouwt op een continuering de komende jaren. Tot slot wil ik hierbij vermelden dat in bijzondere situaties de voorzitter van de Raad van Toezicht kan worden benaderd. De directe lijn is naar het CvB. De Raad van Toezicht staat voor transparantie en zal daarom in alle gevallen communiceren met het College van Bestuur. Tevens vindt er vanzelfsprekend terugkoppeling plaats naar de vragensteller. Johanne Hendriks, voorzitter Raad van Toezicht Stichting Flore

JAARVERSLAG 2016

7


TOEZICHT De Raad van Toezicht heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken bij Stichting Flore. De RvT ziet erop toe dat het gevoerde beleid overeenkomt met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat de continuïteit wordt gewaarborgd. De RvT hanteert de uitgangspunten van de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs (in 2004 vastgesteld door de werkgroep Code Bestuurlijk Handelen Primair Onderwijs). De raad is lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) en heeft zo contact met andere toezichthouders. Ook is Stichting Flore aangesloten bij de werkgeversorganisatie Verus en de PO-raad.

VERANTWOORDING In 2016 werden, in aanwezigheid van het CvB, zeven reguliere vergaderingen van de RvT gehouden. Voorafgaand aan deze bijeenkomsten vond overleg plaats tussen de voorzitter van de RvT en het CvB. Tijdens dit overleg werd de algemene gang van zaken in de organisatie besproken, werd de agenda voor de vergadering van de RvT voorbereid en kwamen personele (waaronder arbeidsrechtelijke) zaken aan de orde. Een belangrijk thema tijdens de vergaderingen van de RvT vormde het bespreken van de voortgangsrapportages van het strategisch beleidsplan 2016-2019. De organisatieontwikkeling en de kindcentrum-ontwikkeling zijn een vast onderwerp op de agenda. De voorzitter en de leden van de Remuneratiecommissie hebben met het CvB gesprekken gevoerd over de doelstellingen voor het schooljaar 2015-2016. Deze zijn ook geëvalueerd. Op 30 september 2016 heeft de RvT een rondrit gemaakt langs enkele scholen van Stichting Flore. Op basisschool De Regenboog in Heerhugowaard is gesproken over vluchtelingenkinderen en nieuwkomers in het Nederlandse onderwijs. Daarna werd een bezoek gebracht aan basisschool Het Klimduin in Groet. Daar zijn de leden van de RvT geïnformeerd over het gevolgde fusietraject, hoe er onderwijs gegeven wordt aan kinderen met een vluchtelingenstatus en bekeken de leden van de RvT hoe de school het onderwijs anders organiseert en hoe de inrichting van het kindcentrum langzaam maar zeker vorm krijgt. In 2016 heeft de voorzitter van de RvT éénmaal een informeel gesprek met het dagelijks bestuur van de GMR gevoerd. Er is onder andere gesproken over de ontwikkelingen rondom de kindcentra en de ontwikkelingen rondom de professionele cultuur in brede zin van het woord. De Raad van Toezicht bestaat uit zeven onafhankelijke leden, die voor een periode van vier jaar worden benoemd, met de mogelijkheid deze termijn één keer te verlengen. Bij de start van Stichting Flore is rekening gehouden met de verschillende aandachtsgebieden, onderwijs, personeel, financiën, juridische zaken, voor de samenstelling van de RvT. De RvT heeft per 1 januari 2016 één vacante positie. In 2016 heeft de RvT veelvuldig gesproken over de ontwikkeling van de integrale kindcentra, over de trend ‘onderwijs anders organiseren’ en de uitdagingen op het gebied van huisvesting die daarmee samenhangen.

JAARVERSLAG 2016

8


Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit: Naam

Datum aanstelling

Mevrouw J.M. Hendriks, voorzitter

1-1-2015

De heer dr. H. van der Weijden

1-1-2012

1-1-2016 herbenoemd

De heer drs. R. van Seventer

1-1-2013

1-1-2017 herbenoemd

Mevrouw mr. D. Vrielink

1-6-2013

1-6-2017 herkiesbaar

Mevrouw P.A.G. Groeneveld

1-1-2014

De heer drs. P.A. Renses

1-1-2014

College van Bestuur Het College van Bestuur bestaat uit: Naam

Datum aanstelling

De heer A.J.M. Groot voorzitter

1-1-2007

Honorering CvB De voorzitter is met ingang van 1 januari 2013 benoemd in schaal B5 volgens de cao bestuurders van de VTOI. De voorzitter maakt gebruik van een bedrijfsautoregeling.

COMMISSIES De RvT heeft drie commissies ingesteld, de Auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering, de Remuneratiecommissie en de Auditcommissie Onderwijs en Personeel. Voor deze commissies zijn reglementen opgesteld, waarin werkzaamheden en bevoegdheden zijn opgenomen.

Auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering In deze commissie hebben de heren drs. P.A. Renses en drs. R. van Seventer zitting. Hun gesprekspartners vanuit de stichting zijn de heer A.J.M. Groot en mevrouw C. Nederlof. Deze commissie houdt zich bezig met financiële vraagstukken. De Auditcommissie heeft als taak om de RvT te adviseren over voornamelijk bedrijfseconomische aspecten, om zo de besluitvorming te optimaliseren. Voor de Auditcommissie is een reglement vastgesteld, met daarin een uitgebreide taakomschrijving.

JAARVERSLAG 2016

9


Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht, te weten mevrouw mr. D. Vrielink en mevrouw J.M. Hendriks. In het jaar 2016 heeft de Remuneratiecommissie zich beziggehouden met de beoordeling van het CvB. Hierbij zijn het functioneren van de voorzitter van het CvB zijn persoonlijke doelstellingen en de beoordeling hiervan besproken evenals zijn toekomstperspectief.

10 Auditcommissie Personeel en Onderwijs De commissie bestaat uit twee leden, mevrouw P.A.G. Groeneveld en de heer dr. H. van der Weijden. Deze commissie houdt zich bezig met onderwerpen op het gebied van Onderwijs en Personeel. In 2016 is aandacht besteed aan de beoordeling van de Flore-scholen door de Inspectie van het Onderwijs, het eigen risicodragerschap in relatie tot het ziekteverzuim en de tevredenheidsonderzoeken die afgenomen worden bij de diverse stakeholders van de Flore-scholen.

Toezicht & Code goed bestuur primair onderwijs De Raad van Toezicht heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken bij Stichting Flore. De RvT ziet erop toe dat het gevoerde beleid overeenkomt met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat de continuĂŻteit wordt gewaarborgd. De RvT hanteert de uitgangspunten van de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs (in 2004 vastgesteld door de werkgroep Code Bestuurlijk Handelen Primair Onderwijs). De raad is lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en heeft zo contact met andere toezichthouders. Daarnaast is Stichting Flore lid van de belangenvereniging voor het bijzonder onderwijs Verus en van de PO-raad de koepelorganisatie voor besturen van het Primair Onderwijs.

JAARVERSLAG 2016


De GMR heeft oog voor transparantie, eigenaarschap en zichtbaarheid Bij de terugblik op 2016 is de GMR in het bijzonder tevreden over wat de GMR-leden met elkaar hebben bereikt. Het is binnen de GMR mogelijk om complexe processen te bolwerken met vertrouwen in elkaar. Vragen en twijfels kunnen in alle openheid worden besproken. Dit maakt de GMR tot een groep die constructief samenwerkt. Er lijkt sprake te zijn van een parallel proces met de ontwikkeling van de professionele cultuur binnen Flore, maar de GMR is al verder in dit proces. We zijn een kleiner en meer op zichzelf staand orgaan waardoor stappen sneller konden worden gezet. De GMR volgt de ontwikkeling in de professionele cultuur binnen Flore en geeft zo nodig advies aan het College van Bestuur (CvB). De GMR ziet in alle lagen van de organisatie de gewenste en noodzakelijke aandacht voor openheid, transparantie en eigenaarschap. Flore is een vooruitstrevende en energieke organisatie. Dit vraagt flexibiliteit van de GMR. Er gebeurt van alles en er wordt veel aangepakt. De Raad van Toezicht, de directeuren en het CvB hebben daarin allemaal hun aandeel. Eenieder doet dat op zijn eigen manier. Daarbij is het voor de GMR soms zoeken naar vormen van overleg; via de formele weg of via de informele weg. Het dagelijks bestuur van de GMR werkt elke donderdag op het servicekantoor. De leden van de GMR merken dat zij daardoor vaak in een vroeg stadium worden meegenomen in plannen. Er wordt door de GMR meegedacht zonder dat er sprake is van invloed op het opstellen van het beleid. Wij geven gevraagd en ongevraagd input. Maar wij maken geen beleid. Wij blijven een toetsend orgaan. De weg naar de kindcentra bij Flore vraagt van de GMR een kritische houding. De GMR ziet erop toe dat de procedures zorgvuldig worden doorlopen zonder zich te laten leiden door de tijd. De GMR geeft aan dat de communicatie met alle betrokkenen van de kinderopvang een punt van aandacht is en blijft. De GMR werkt zelf ook aan communicatie. Onder de titel ‘On the move’ bezoekt het DB de medezeggenschapsraden van alle Florescholen. In 2016 was de aftrap bij het Kleurenorkest in Limmen. Op deze manier horen we hoe de medezeggenschap op de scholen geregeld is, waar ze trots op zijn, wat ze hebben bereikt en wat ze lastig vinden. Wij willen er zijn om vragen te beantwoorden en te laten zien wie we zijn. De GMR wordt hiermee zichtbaar en benaderbaar. Marieke Fygi - voorzitter GMR, Miranda Bakker, Marcella Krijgsman (Dagelijks bestuur GMR)

JAARVERSLAG 2016

11


Diverse kengetallen Onderwijskwaliteit Onderwijskwaliteit is één van de pijlers van Stichting Flore. Deze kwaliteit is breder dan alleen de opbrengsten van de scholen. De opbrengsten worden bovenschools gemonitord door te kijken naar de eindopbrengsten van de scholen. Hierbij wordt gekeken naar de onderdelen rekenen en taal. Vanaf 2016 moeten scholen hiervoor verplicht één van de drie beschikbare eindtoetsen voor het basisonderwijs gebruiken. Dit zijn de eindtoets van Cito, de IEP-toets en Route 8. In totaal hebben 11 van de 28 scholen ieder jaar voldoende opbrengsten gehaald. Dit is ruim 39% van de scholen. Eén school heeft een aangepast arrangement. Een ander onderdeel van het kijken naar kwaliteit is het in kaart brengen van de tevredenheid onder ouders, medewerkers en leerlingen (van de groepen 6, 7 en 8). Stichting Flore gebruikt hiervoor het meetinstrument BvPO. Scholen dienen in ieder geval elke vier jaar dit tevredenheidsonderzoek af te nemen op hun eigen school. Het heeft echter de voorkeur om dit iedere twee jaar te doen. Voor 2016 geven de tevredenheidsonderzoeken het volgende beeld: Tevredenheidsonderzoeken 2014 Oudertevredenheid Flore 7,5 Oudertevredenheid landelijk 7,5 Leerlingtevredenheid Flore 8,1 Leerlingtevredenheid landelijk 8,1 Personeelstevredenheid Flore 7,9 Personeelstevredenheid landelijk 7,6

2015 7,6 7,5 8,3 8,0 8,1 7,6

2016 7,5 7,5 8,1 8,0 7,8 7,6

Tabel 1 Vergelijking tevredenheidsonderzoeken

De gegevens van 2016 zijn op basis van onderzoeken op de volgende scholen: De Balein, De Brug, De Bonte Mol, Campus Columbus, De Doorbraak, De Kerkuil, Lourdesschool, Paulusschool, St. Barbaraschool, St. Jan, St. Jozefschool, St. Radboudschool, De Vaart, De Vlindertuin, Willibrordschool, De Zeppelin en De Zevensprong.

De doelstelling binnen Flore basis is dat wij in ieder geval het landelijke percentage halen qua tevredenheid. We zien dat in 2016 bij alle doelgroepen deze doelstelling is behaald en dat we bij het personeel en de kinderen weer boven het landelijke gemiddelde scoren. Wel zien we dat de tevredenheid is gedaald ten opzichte van 2015. Het valt niet mee om als grote onderwijsorganisatie hoger te scoren dan het landelijk gemiddelde. Toch is dat gelukt.

Onderwijskwaliteit en professionele cultuur De Inspectie van het Onderwijs geeft in haar jaarverslagen aan dat het verbeteren van de onderwijskwaliteit een meer cyclisch proces dient te worden. Hierbij is het van belang dat de betrokkenheid van de teams groter wordt. De leerkracht doet er immers toe. Binnen Stichting Flore nemen we de onderwijskwaliteit serieus. In een leergemeenschap hebben de directeuren gezamenlijk de notitie ‘Kwaliteitszorg binnen Stichting Flore’ gemaakt. Eén van de directeuren is erkend om dit proces te begeleiden. Bovenvermelde notitie behandelt dan ook de vraag ‘Hoe gaan we om met de kwaliteitszorg in relatie tot het waarderingskader van de onderwijsinspectie en de professionele cultuur?’. De notitie geeft in

JAARVERSLAG 2016

12


hoofdlijnen aan welke instrumenten we hierbij kunnen inzetten. De leergemeenschap is tot de conclusie gekomen dat de Plan Do Check Act cyclus (PDCA) niet past bij de professionele cultuur. Om die reden is gekozen om te gaan werken met het Sociaal Ontwerpend Leermodel (SOL). In combinatie met het waarderingskader kunnen teams met behulp van dit model zelf aan de slag met het verbeteren van de onderwijskwaliteit. De scholen die bij de eindtoets onvoldoende opbrengsten hadden, zijn bij elkaar gekomen. Onze stichting heeft financiĂŤn beschikbaar gesteld om de opbrengsten duurzaam te verbeteren. Een voorwaarde voor deze financiering is dat de scholen aan elkaar presenteren wat ze hebben gedaan en met elkaar delen of de opbrengsten hierdoor inderdaad hoger zijn worden. In het komende jaar gaan scholen elkaar inspireren om tot betere eindopbrengsten te komen. De borging van de kwaliteitszorg gebeurt door middel van de zelfevaluatie. Scholen brengen hun eigen kwaliteit zelf in beeld. De zelfevaluatie is verplicht. De scholen die een inspectiebezoek hebben gehad zijn hier in 2016 mee gestart. Alle Flore scholen gaan in ook 2017 een zelfevaluatie uitvoeren. Zij moeten immers in ieder schooljaar een zelfevaluatie uitvoeren. Scholen die meer grip op de kwaliteitszorg willen krijgen en een onafhankelijker oordeel willen hebben, kunnen gebruik maken van collegiale consultatie of een audit. Verantwoording is een onderdeel van de professionele cultuur. Scholen hebben vrijheid, maar leggen achteraf verantwoording af in het jaarverslag. De werkwijze zal worden vastgelegd in het jaarverslag. De planning van de verschillende gebieden is (vooraf) opgenomen in het schoolontwikkelingsplan.

JAARVERSLAG 2016

13


Uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs Het is goed om in beeld te hebben hoe de kinderen van de verschillende Flore scholen uitstomen naar het voortgezet onderwijs. Vorm VO

2013-2014

2014-2015

2015-2016

Aantal

percentage

Aantal

percentage

Aantal

percentage

VSO

0

0

3

0,3

1

0,1

PRO

9

0,9

3

0,3

6

0,6

VMBO BL

63

6,5

79

7,5

61

5,8

VMBO b/k

15

1,5

13

1,2

40

3,8

VMBO KL

176

18,2

175

16,6

152

14,5

VMBO GL

12

1,2

13

1,2

10

1

VMBO TL

161

16,6

210

19,9

184

17,6

VMBO TL/ Havo Havo Havo/VWO

72

7,4

78

7,4

113

10,8

234 77

24,2 8

216 81

20,5 7,7

211 89

20,2 8,5

VWO

149

15,4

182

17,3

180

17,2

968 leerlingen

1053 leerlingen

1047 leerlingen

Wanneer we kijken naar de uitstroom richting VMBO en Havo/VWO zien we de volgende tendens: Flore VMBO Havo/VWO Landelijk VMBO Havo/VWO

2013-2014 45% 55%

2014-2015 47,1% 52,9%

2015-2016 43,3% 56,7%

46,4% 53,6%

46,8% 53,2%

44,7% 55,3%

In 2016 is er voor de eerste keer gewerkt met de verplichte eindtoets voor het basisonderwijs. Daarbij bestaat de mogelijkheid om het schooladvies te heroverwegen. Dit kan als de eindtoets een hoger advies aangeeft dan het schooladvies van de basisschool. Bij de scholen van Stichting Flore was hier sprake van bij 68 kinderen. Dit is 6,5% van het totaal.

JAARVERSLAG 2016

14


Ziekteverzuim Verzuimpercentage en meldingsfrequentie

15

Figuur 1 Verzuimgegevens over 2016

Tabel 2 Verzuimpercentage over 2016

JAARVERSLAG 2016


16

Figuur 2: Verzuimpercentage per maand over 2016

Figuur 3: Verzuimpercentage per maand over 2015

Het verzuimpercentage over 2016 ligt 0,51% hoger dan de doelstelling. Wat we zien als we 2015 en 2016 met elkaar vergelijken, is dat de trend over de maanden heen nagenoeg hetzelfde is, alleen de totaalpercentages per maand liggen hoger. Ook is er aan het einde van het jaar een sterkere stijging van het verzuimpercentage waarneembaar. De vergelijking met 2015 vraagt een kanttekening ten aanzien van de zuiverheid van de cijfers. Aanleiding is het wijzigen van de norm-uren conform de gewijzigde cao. De meldingsfrequentie van 2016 komt uit op 0,86 en die van 2015 ligt op 0,85. Beide net iets boven de doelstelling van 0,80.

JAARVERSLAG 2016


Preventie Flore Vitaal (Cyclus Duurzame Inzetbaarheid) is inmiddels opgestart en zal op korte termijn starten met de meetfase waarin het werkvermogen binnen de gehele stichting in kaart gebracht wordt om zo gericht acties tot behoud en verbetering in te kunnen zetten. Hiermee leggen we meer focus op de medewerkers die (nog) niet ziek zijn en werken we nog beter aan preventie.

Klachten Een klacht kan telefonisch, schriftelijk of via de mail worden ingediend bij Stichting Flore. De klager krijgt schriftelijk een bevestiging dat de klacht is ontvangen en in behandeling wordt genomen. Tevens krijgt iedere klager de klachtenregeling toegezonden. Intern neemt de klachtencontactpersoon de regie met betrekking tot de behandeling van de klacht. De klager wordt in de gelegenheid gesteld om de klacht mondeling toe te lichten en in het kader van hoor en wederhoor wordt ook de aangeklaagde vervolgend gehoord. Gekeken wordt wat de bedoeling is van de klacht en hoe deze kan worden opgelost. Daarbij heeft de aangever van de klacht de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan het College van Bestuur of bij de landelijke klachtencommissie voor het onderwijs, waar Stichting Flore bij is aangesloten. Het is ook mogelijk om, na een uitspraak van het College van Bestuur, alsnog gebruik te maken van de mogelijkheid van de landelijke klachtencommissie.

JAARVERSLAG 2016

17


De klager kan worden bijgestaan door de vertrouwenspersoon van Stichting Flore. Deze vertrouwenspersoon is onafhankelijk en bekijkt samen met de aangever van de klacht welke stappen er gezet moeten worden. In 2016 zijn er acht klachten ontvangen. Het College van Bestuur heeft geen uitspraak hoeven doen als gevolg van een ingediende klacht. Alle klachten zijn in een vroeg stadium naar ieders tevredenheid opgelost.

JAARVERSLAG 2016

18


Privacy 2016 is door Stichting Flore uitgeroepen tot privacyjaar. Er is dit jaar extra aandacht geweest voor privacy en de bescherming van leerling- en personeelsgegevens. Aan de hand van het 10 stappenplan van Kennisnet heeft de projectgroep onze organisatie doorgelicht op het onderwerp privacy. Zo is er een privacyreglement opgesteld waar de GMR haar instemming aan heeft verleend. In dit document is opgenomen hoe we met persoonsgegevens omgaan. We hebben ervoor gezorgd dat de medewerkers goed op de hoogte zijn van de uitgangspunten van privacybescherming, dat zij het privacybeleid kennen en daar ook echt naar handelen. Op meerdere momenten in het jaar, met het accent in de privacymaand oktober, hebben we gecommuniceerd naar personeelsleden over privacy. Op 23 juni heeft jurist en privacyexpert bij Kennisnet Job Vos een koffiecollege gehouden over dit onderwerp voor alle schooldirecties. Dit college is gefilmd en beschikbaar gesteld voor alle personeelsleden. Gezien de vragen die uit alle hoeken van de organisatie over dit onderwerp bij de projectgroep binnen zijn gekomen, kunnen we concluderen dat de communicatie effectief is geweest en privacy ‘top of mind’ is bij personeelsleden. Een ander belangrijk item is de gegevensbeveiliging. Met onze softwareleveranciers is een bewerkersovereenkomst afgesloten. Hierin is opgenomen dat deze leveranciers de persoonsgegevens van onze leerlingen alleen gebruiken om de betreffende software goed voor de leerling te laten werken. In 2017 krijgt de gegevensbeveiliging een vervolg. Hierover is eerder in dit hoofdstuk al geschreven. Gegevensbeveiliging is een onderwerp dat de continue aandacht heeft van de ICTafdeling. Ook zal in 2017 een protocol worden opgesteld hoe te handelen in geval van een datalek. We willen hier ook een oefening mee gaan doen. Het is namelijk niet de vraag óf we te maken krijgen met een datalek, maar wannéér. En dan kun je maar beter goed voorbereid zijn. Op de website en in nieuwsbrieven zijn de ouders/verzorgers geïnformeerd over de wijze waarop Stichting Flore omgaat met persoonsgegevens. Waar nodig zijn formulieren en schoolgidsen aangepast.

JAARVERSLAG 2016

19


Planning & Control cyclus Kalender- versus schooljaren Een stichting voor primair onderwijs als Stichting Flore moet zich jaarlijks verantwoorden middels een jaarverslag en een jaarrekening. Deze jaarrekening dient te worden opgesteld per kalenderjaar, ook de begroting wordt daarom opgesteld per kalenderjaar. Een school werkt echter in schooljaren. Personeels-formatieplannen worden per schooljaar gemaakt en ook de meeste bekostiging worden per schooljaar vastgesteld. Tot en met 2015 hebben we gewerkt met twee begrotingsprocessen per jaar, één voor de scholen in april/mei en één op stichtingsniveau in september/oktober. Vanuit efficiency oogpunt en het beter kunnen managen van de formatie is er voor gekozen om over te gaan op een systeem waarin de schooljaarformatiebegroting nog steeds een belangrijk uitgangspunt is maar dat we deze al opstellen in september/oktober, tegelijk met de begrotingen op school- en stichtingsniveau voor wat betreft het materiele gedeelte. De directeuren krijgen dan eerder de financiële kaders om hun formatieplan voor het volgende schooljaar te gaan opstellen. Binnen bepaalde bandbreedtes kent een school een relatief grote mate van vrijheid om de beschikbare financiële middelen in te zetten ten behoeve van goed onderwijs. Scholen kunnen daarin dus verschillende keuzes maken of accenten leggen. Een MR heeft adviesrecht op de schoolbegroting en instemmingsrecht op de formatbegroting. Sturing richting de scholen vindt met name plaats in het begrotingsproces per schooljaar. 2016 is een overgangsjaar geweest waarin we in mei de formatiebegroting hebben gemaakt voor het schooljaar 2016-2017 en in september/oktober de totale begroting voor kalender jaar 2017 op schoolen stichtingsniveau met daarin de formatiebegroting voor schooljaar 2017-2018. Vanaf 2017 is er nog maar 1 begrotingsproces per jaar, namelijk in september/oktober. De scholen hebben in het jaar 2016 de realisatie ten opzichte van de begroting kunnen volgen in een periodieke rapportage, die vijf keer dit jaar is verschenen (elke twee maanden, met uitzondering van de zomervakantieperiode) Op stichtingsniveau is per kwartaal een zeer uitgebreide voortgangsrapportage verschenen.

JAARVERSLAG 2016

20


FinanciĂŤn FinanciĂŤle Analyse 2016 Begroting 2016

Begroting, van basis- naar totaalbegroting 2016

21

Voor het meerjarenbeleidsplan 2016 t/m 2019 is een separate begroting opgesteld voor het reguliere en het strategische gedeelte van de baten en de lasten. In deze (basis)begroting, die dateert van november 2015, waren nog niet de gegevens van de nieuwkomersschool De Regenboog en het Kleurenorkest verwerkt. Voor deze beide scholen is later ook een begroting opgesteld. In het onderstaande schema de basisbegroting, het additionele gedeelte en de totaal-begroting opgenomen. Het schema heeft betrekking op heel 2016.

bedragen x â‚Ź 1.000,

periode januari tm december Baten

Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten

Totaal Baten Lasten

Personele lasten Afschrijvingen

Regulier Begroting 2016

Strategisch Begroting 2016

34.047 88

861 -

Het Totaal De Regenboog Kleurenorkest Basisbegroting Begroting Begroting 2016 2016 2016 34.908

479

544

Totaal Begroting 2016 35.932

88

-

1

89

826

33

859

-

80

939

34.961

894

35.855

479

625

36.960

28.874

718

29.592

454

505

30.550

977

26

1.003

8

1.011

-

Huisvestingslasten

3.999

-

3.999

22

50

4.071

Leermiddelen

1.417

313

1.730

32

27

1.788

Overige instellingslasten Totaal Lasten Overheveling Interne fondsen Overheveling

618

284

902

35.885

1.341

37.226

507

6.231

-

6.231

61

-

6.292

28-

-

6.301-

33

-

5.403-

869-

6.273-

Totaal Overheveling

828

869-

41-

Financieel

100

-

Financiele baten en lasten

Totaal Financiele baten en lasten Eindtotaal

Begroting 2016

JAARVERSLAG 2016

100 5

-

100

-

-

100

-

-1316

-1312

22

924

612

38.345

9-

-

100

5

100 13

-1294


Exploitatierekening 2016 In de onderstaande tabel wordt de exploitatierekening 2016 van Stichting Flore weergegeven:

bedragen x € 1.000

Baten Lasten Financiele Baten Totaal

Realisatie 2015 37.699 38.079 111 -269

Realisatie 2016 39.142 39.133 57 66

Begroting 2016 36.960 38.354 100 -1.294

Realisatie 2016 verschil tov begroting 2.182 779 -43 1.360

Realisatie 2016 verschil tov begroting in % 6% 2% -43% -105%

Het boekjaar 2016 is afgesloten met een positief resultaat van € 66 duizend, dat is € 1.360 duizend meer dan begroot. Onderverdeeld naar regulier en strategisch ziet het er als volgt uit: bedragen x € 1.000 Realisatie 2015 Baten Lasten Overheveling Financiele Baten Totaal Regulier Baten Lasten Overheveling Totaal Strategisch Baten Lasten Overheveling Financiele Baten Totaal Stichting

37.699 38.079 111 -269

Realisatie 2016 37.420 37.853 -802 57 425 1.723 1.297 786 -359 39.143 39.150 -16 57 66

Begroting 2016 36.066 37.004 861 100 23 894 1.341 869 -1.316 36.960 38.345 -9 100 -1.294

Realisatie Realisatie 2016 verschil 2016 verschil tov begroting tov begroting in % 1.354 4% 849 2% -1.663 -193% -43 -43% 402 1750% 829 93% -44 -3% -83 -10% 957 -73% 2.182 6% 779 2% 780 102% -43 -43% 1.360 -105%

Gedurende het jaar zijn de reguliere en strategische kolom van de bedrijfsvoering apart van elkaar gerapporteerd. In de reguliere bedrijfsvoering wordt gestreefd naar een balans tussen inkomsten en uitgaven, in de strategische kolom gaat het om de inzet van de reserves voor het bereiken van strategische doelen. In het reguliere gedeelte is er een positief resultaat geboekt van 425 duizend, dat is 402 duizend hoger dan begroot. In het strategisch gedeelte is er een negatief resultaat van -/-359 duizend terwijl er een veel groter negatief resultaat begroot was, namelijk -/-1.294 duizend.

JAARVERSLAG 2016

22


Baten Regulier 2016

Bedra g en x 1.000 2015 2016 2016 R ea lis a tie -/R ea lis a tie R ea lis a tie Beg roting Beg roting Vers chil in %

Baten

Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten

35.601 128 1.319 37.047

Totaal Baten

36.014 260 1.187 37.460

35.071 89 906 36.066

943 171 280 1.394

2,7% 192,9% 30,9% 3,9%

Toelichting op de grootste verschillen: Rijksbijdragen OC&W: +943 duizend •

Normatieve rijksbijdragen -/-€ 44 duizend

Overige Rijksbijdragen +€ 529 duizend

• •

Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs +€ 457 duizend

Grootste posten: - Verschuiving naar overige rijksbijdragen -443 duizend - Indexatie € +399 duizend. Grootste posten: - Verschuiving naar normatieve rijksbijdragen 443 duizend - Nieuwkomers +€ 96 duizend. Grootste posten: - Lichte ondersteuning -/-€ 29 duizend. - Zware ondersteunging +487 duizend, belangrijkste oorzaken hiervoor zijn: o Samenwerkingsverbanden storten hogere nominale bedragen dan ten tijde van de begroting bekend was. o Er worden meer arrangementen aangevraagd.

Vanaf 1 augustus 2014 vallen onze scholen onder de volgende samenwerkingsverbanden: -

Noord Kennemerland (scholen gemeenten Heerhugowaard, Heiloo, Bergen, Alkmaar) IJmond (scholen Limmen en Akersloot) Kop van Noord-Holland (scholen Warmenhuizen, Tuitjenhorn en Waarland) Waterland (school Westbeemster)

Overige Overheidsbijdragen: +171 duizend, de grootste post: •

Gemeentelijke bijdragen +€ 155 duizend

JAARVERSLAG 2016

-

Gemeentelijke bijdragen waren zeer behoudend begroot.

23


Overige Baten: +280 duizend •

Huren -/-€ 16 duizend

Detachering +€ 86 duizend

Deze post was behoudend begroot

Overige Baten +€ 192 duizend

Grootste posten: Incidentele inkomsten formatieknip +€ 94 duizend. (Met name UWV en projectinkomsten) Overige Inkomsten Scholen +€ 61

-

Lasten Regulier 2016

De totale lasten laten in verhouding tot de begroting € +849 duizend zien. Op onderdelen ziet het er als volgt uit: Bedra g en x 1.000 2015 2016 2016 R ea lis a tie -/- Vers chil R ea lis a tie R ea lis a tie Beg roting Beg roting in %

Lasten

P ers onele la s ten Afs chrijving en Huis ves ting s la s ten Leermiddelen Overig e ins telling s la s ten

Totaal Lasten

30.126 934 3.944 1.542 917 37.462

30.471 1.270 3.885 1.568 659 37.853

29.833 985 4.071 1.475 640 37.004

638 2,1% 285 28,9% -187 -4,6% 93 6,3% 19 3,0% 849 2,3%

Toelichting op de grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting •

Personele Lasten +€ 638 duizend

Afschrijvingen +€285 duizend

JAARVERSLAG 2016

Grootste posten: - Lonen en Salarissen +188 dzd - Scholing +185 dzd - Personeel niet in loondienst +328 dzd Grootste posten: - Overgang naar ander systeem van afschrijven waardoor de afschrijfkosten van nieuwe activa eerder starten +168 dzd - Extra afschrijvingen in verband met afvoer van activa +84 dzd

24


• •

Huisvesting -/-€187 duizend

Leermiddelen +93 duizend

-

Grootste posten: Energie en Water -/-91 dzd Dagelijks Onderhoud +60 dzd Schoonmaakkosten -/-66 dzd Dotatie voorziening onderhoud -/-57 dzd Kopieerkosten +33 dzd Leerlingzorg +58 dzd

Personeel in aantallen: In het onderstaande tabel staat de gemiddelde personele bezetting van de periode augustus t/m december in vergelijk met de begroting en realisatie van vorig schooljaar en de begroting van schooljaar 2016-2017.

Hoewel er meer personele inzet is dan begroot zijn hiervoor ook meer financiële middelen in de formatieknips van de scholen/servicekantoor. De omvang van de formatieknipreserves neemt zelfs iets toe. Opvallend is dat er geen inzet voor projecten of voor passend onderwijs lijkt te zijn. Dit is echter niet het geval. De inkomsten vanuit projecten die al bekend waren zijn door de schooldirecteuren meegenomen in hun reguliere formatiebegroting. Hierdoor staat ook het personeel dat de projecten/ondersteuning passend onderwijs gaat doen opgenomen in de reguliere formatie.

JAARVERSLAG 2016

25


Als er in het begrotingsproces voor 2017 gelden bestemd gaan worden voor personeel in projecten of als er extra gelden vanuit de samenwerkingsverbanden komen dan zal de extra formatie bovenop de begroting gaan komen. Dit is waarom we in de begroting voor 2015-2016 wel deze categorie tegenkomen. Personeel niet in loondienst: De kosten zijn gestegen van â‚Ź 339 duizend in 2015 naar â‚Ź 461 duizend in 2016. Dit vertaalt zich in een inzet van 6,4 FTE in 2016, dat is 1,7 FTE meer dan in 2015.

Eigen Risicodragerschap Vervangingen Met ingang van 1 januari 2016 is Stichting Flore eigen risicodrager geworden voor het vervangingsfonds. Het vervangingsfonds is een organisatie waarbij onderwijs-instellingen zich kunnen verzekeren voor kosten van vervanging bij ziekte. Door dit risico zelf te gaan dragen verwacht Stichting Flore een besparing te realiseren. De historie leert dat de premie die moet worden betaald doorgaans hoger is dan het bedrag dat wij declareren bij het vervangingsfonds.

3 De kinderen van de Regenboog

JAARVERSLAG 2016

26


Strategisch 2016 In de strategische kolom van de bedrijfsvoering ziet het overzicht van baten en lasten er als volgt uit: Bedragen x 1.000 2016 2016 R ea lis a tie -/R ea lis a tie B eg roting B eg roting

B a ten Totaal Baten La s ten

R ijks bijdra g en OCenW Overig e ba ten P ers onele la s ten Afs chrijving en Huis ves ting s la s ten Leermiddelen Overig e ins telling s la s ten

Totaal Las ten Overheveling

Interne fonds en Overheveling Totaal Overheveling Eindtotaal

1.765 -42 1.723 -137 -54 -5 -988 -113 -1.297 0 -786 -786 -359

861 33 894 -718 -26 0 -313 -284 -1.341 0 -869 -869 -1.316

27

904 -75 829 581 -28 -5 -675 171 44 0 83 83 957

In totaal is er van de beoogde afbouw van de reserves met 1,3 miljoen slechts 359 duizend gerealiseerd. Uitgesplitst naar domein ziet het er als volgt uit: Bedragen x 1.000

nivo4 ALGE ME E N HR M ONDE R WIJ S OR GANIS ATIE ONTWIKKE LING ICT P R E S TATIE B OX HUIS VE S TING P E NVOE R DE R S CHAP Totaal PENVOERDERSCHAP Eindtotaal

JAARVERSLAG 2016

nivo1

B a ten La s ten

Kos tendra g er

2016 2016 R ea lis a tie -/R ea lis a tie B eg roting B eg roting

-62 -259 -93 -52 -341 469 -20 732 -732 0 -359

0 -698 -153 64 -344 -187 0 100 -100 0 -1.316

-62 438 59 -116 2 656 -20 632 -632 0 957


Toelichting op de Domeinen: HRM +438 dzd Onderwijs +59 dzd Organisatie Ontwikkeling -/-116 dzd ICT +2 dzd Prestatiebox +656 dzd

Huisvesting -/-20 dzd Penvoerderschap

Bij HRM is er sprake van een vertraagd op gang komen van de projecten door dat in de eerste helft van 2016 de focus heeft gelegen op het heroverwegen van de organisatiestructuur. Voor het domein Onderwijs geldt dat vanwege dezelfde reden als bij HRM het invullen van de begroting met concrete projecten vertragen heeft opgelopen. In de begroting was een deel van de inkomsten Personeel en Arbeidsmarktbeleid (inkomsten OC&W) toebedeeld aan Organisatie Ontwikkeling. Dit bedrag is echter geboekt als Reguliere Inkomsten omdat er voor de uitputting in dit domein zich geen nieuwe projecten hebben aangediend. In het domein ICT zijn zowel op het gebied van bedrijfs- als onderwijsprocessen de projecten die gepland waren gerealiseerd. In het onderdeel prestatiebox, dat zijn eigen directe inkomstenbron heeft vanuit de rijksbekostiging, in tegenstelling tot de meeste andere domeinen binnen de strategische kolom, zijn slecht weinig nieuwe projecten gestart terwijl de oude projecten afliepen. Oorzaak is dat de nieuwe projecten direct in een van de andere domeinen werd geplaatst en er geen geld werd overgeheveld vanuit de prestatiebox naar die domeinen. De kosten die hier zichtbaar worden zijn de afschrijvingen van de strategische projecten. 2016 is het 2e jaar waarin er gewerkt is met de noemer strategische huisvestingsprojecten. Deze projecten kennen een afschrijvingsduur van 10 jaar en de kosten zullen toenemen over de jaren Stichting Flore heeft het penvoerderschap over het project Samen Professioneel Sterk. In dit project werken schoolbesturen samen met lerarenopleiding om de professionaliteit van de leraren te bevorderen. Voor dit project is er eind 2013 ca 2 miljoen beschikt door OC&W voor een periode van 4 jaar (2013-2016) De Baten en Lasten die men hier ziet zijn die van alle besturen/opleidingen die meedoen aan het project. Het is door gelijke Baten en Lasten altijd resultaat neutraal. De begroting was erg behoudend op basis vanwege weinig inzicht ten tijde van de begroting.

Ontwikkeling en Onderzoek (O&O) Omdat Stichting Flore geen activiteiten ontplooit inzake ontwikkeling en onderzoek volgens de definitie in de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, heeft geen van de lasten hierop betrekking.

JAARVERSLAG 2016

28


Bestemming van het resultaat Het resultaat 2016 komt positief uit op 66 duizend. In onderstaande tabel, waarin het voorstel voor de resultaat bestemming staat, is goed te zien welk deel van het resultaat veroorzaakt wordt door reguliere activiteiten, activiteiten vanuit speciale gelden eerdere jaren en nieuwe gelden voor speciale doeleinden waarvan de besteding in latere jaren zal gaan plaatsvinden. Voorstel resultaatbestemming 2016 stand overige ultimo resultaat mutaties 2015 2016 2016 (*)

stand ultimo 2016

12.214

318

12.614

Professionalisering 12/13

0

-40

0

Gelden NOA 2013 (ca 90%)

0

-778

0

Gelden NOA 2013 (ca 10%)

72

-72

0

Jonge Leraren 13/14

154

-154

0

Prestatieboxprojecten(*)

177

246

423

Reserves vm SWV's

288

-54

234

Onderwijsvernieuwing 2014

435

-47

388

Reserve Krimp

191

319

510

P&A verhoging 14/15

279

-279

0

P&A verhoging 15/16

261

-261

0

Afschr tlv oude best.reserves

116

5

121

Voormalige BAPO voorziening

772

0

772

2.743

-252

2.491

742

0

742

71

0

71

Subtotaal

813

0

813

TOTAAL

15.770

66

Algemene Reserve Publiek

82

Bestemmingsreserve Publiek

Subtotaal Bestemmingsreserves Privaat Oude KO/LO reserve Schoolfondsen

Bedragen in â‚Ź x 1.000

JAARVERSLAG 2016

82

15.918

29


*) De overige mutatie in de Algemene Reserve Publiek betreft de opname van het eigen vermogen van Het Kleurenorkest in de Balans. Deze school, die eerst een zelfstandige stichting was, maakt sinds 1-1-2016 onderdeel uit van Stichting Flore *) De Reserve Prestatieboxen bestaat sinds 2012. De projecten en besteding van de oudste gelden zijn inmiddels afgerond. De oudste nog lopende projecten per einde 2016 betreffen gelden van schooljaar 2014/2015 en projecten 2015. Gelden van de Prestatiebox worden besteed aan projecten die te verdelen zijn in de volgende categorieën: •

Cultuur

ICT

Personeelsbeleid

Opbrengstgericht werken

Professionalisering Personeel

Onderwijskwaliteit

Passend Onderwijs

Identiteit

JAARVERSLAG 2016

30


Toelichting op de Balans Naast het huishoudboekje in de vorm van de exploitatierekening is de financiële balans van de stichting een belangrijk gegeven. Jaarlijks wordt op 31 december de balans opgemaakt. De balans geeft inzicht in de bezittingen en de wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd door eigen vermogen dan wel vreemd vermogen.

31 Balans per 31-12-2016 en 31-12-2015, na voorgestelde resultaatbestemming:

Balans EUR Bedragen: x 1 000 Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal van vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten (kortlopend) Liquide middelen Totaal van vlottende activa Totaal van activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal van passiva

JAARVERSLAG 2016

31-12-2016 Enkelvoudig Realisatie

31-12-2015 Enkelvoudig Realisatie

7.256.868

6.687.813

7.256.868

6.687.813

0 2.334.755 0 14.270.189 16.604.944 23.861.812

0 2.726.687 0 15.185.530 17.912.217 24.600.030

15.917.948 2.692.031

15.769.522 2.402.098

5.251.829 23.861.808

6.428.410 24.600.030


Activa: Vaste Activa: Boekwaarde € 7.257 duizend, mutatie +€ 569 duizend: De samenstelling van de Materiële Vaste Activa is op 31-12-2016 als volgt: Bedragen x €1.000 Activa Gebouwen Inventaris ICT Meubels Onderwijsleerpakket Installatie Vervoermiddelen Tussenrekening Totaal activa

31-12-2016 1.883 126 1.603 2.360 1.059 189 32 5 7.257

31-12-2015 1.425 106 1.373 2.352 1.150 243 40 6.688

De totale boekwaarde van de vaste activa is toegenomen. De investeringen bedroegen in 2016 € 1.864 duizend en er is voor € 1.248 duizend aan reguliere afschrijvingen geboekt. Daarnaast werd er voor een bedrag van € 50 duizend (boekwaarde) aan vaste activa ontvangen inzake de aansluiting van het Kleurenorkest. In het kader van de overgang naar een ander administratiepakket is er administratieve opruiming geweest door het verwijderen van de niet meer aanwezige, grotendeels volledig afgeschreven, activa. Het totaal aan desinvesteringen, bedroeg € 2.645 duizend (historische aanschafwaarde). Deze activa hadden nog een boekwaarde van € 92 duizend. Vlottende Activa: mutatie -/-1.307 duizend: Vorderingen: € 2.335 duizend, mutatie -/-€ 392 duizend Deze post bestaat onder andere uit vorderingen op het ministerie (€ 1.817 duizend), andere overheden (€ 103 duizend), debiteuren (€ 221 duizend), overige vorderingen (€ 113 duizend) en overlopende activa (€ 91 duizend).

JAARVERSLAG 2016

32


Liquide middelen: € 14.270 mutatie -€ 915 duizend Treasury Flore beschikt over een treasurystatuut. Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. Het uitgangspunt van de stichting is dat zij een zodanig financieel beleid en beheer voert, dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. Het treasurybeleid van Stichting Flore vindt plaats binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Alleen rente, geen beleggingen of derivaten De stichting houdt haar liquide middelen aan op een Rabobank rekening courant en op verschillende spaarrekeningen bij de Rabobank en de ABN-AMRO. Ten aanzien van het Kleurenorkest wordt er een rekening-courant aangehouden bij de ING Bank. Stichting Flore belegt geen gelden. De stichting heeft geen aandelen, geen derivaten of wat voor complexe financiële producten dan ook alleen spaarrekeningen. Het rendement op spaarrekeningen in het huidige financiële klimaat is beperkt, het risico ook.

JAARVERSLAG 2016

33


Passiva: Eigen vermogen: â‚Ź 15.770 duizend, mutatie +148 duizend Bedragen x â‚Ź1.000 Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Totaal Eigen Vermogen

Stand 31-12- 2015

Resultaat

Overige mutaties

Stand 31-12- 2016

12.214 2.743 813 15.770

318 -252 0 66

82 0 0 82

12.614 2.491 813 15.918

De overige mutatie in de Algemene Reserve Publiek betreft de opname van het eigen vermogen van Het Kleurenorkest in de Balans. Deze school, die eerst een zelfstandige stichting was, maakt sinds 1 januari 2016 onderdeel uit van Stichting Flore. Specificatie Bestemmingsreserve: resultaat stand ultimo 2015 2016 stand ultimo 2016 Professionalisering 12/13

0

-40

0

Gelden NOA 2013 (ca 90%)

0

-778

0

Gelden NOA 2013 (ca 10%)

72

-72

0

Jonge Leraren 13/14

154

-154

0

Prestatieboxprojecten(*)

177

246

423

Reserves vm SWV's

288

-54

234

Onderwijsvernieuwing 2014

435

-47

388

Reserve Krimp

191

319

510

P&A verhoging 14/15

279

-279

0

P&A verhoging 15/16

261

-261

0

Afschr tlv oude best.reserves

116

5

121

Voormalige BAPO voorziening

772

0

772

2.743

-252

2.491

742

0

742

71

0

71

813

0

813

Subtotaal Bestemmingsreserves Privaat Oude KO/LO reserve Schoolfondsen Subtotaal

JAARVERSLAG 2016

34


Vermogen Stichting Flore: Stichting Flore beschikt over een behoorlijk kapitaal. Dit vermogen is nodig om te kunnen herinvesteren (spaarliquiditeit), om over voldoende liquiditeit te kunnen beschikken om gedurende het jaar aan de verplichtingen te kunnen voldoen (transactiefunctie) en om tegenvallers te kunnen opvangen (bufferfunctie). Maar hoeveel is er nodig voor een gezonde bedrijfsvoering?

35

Vanuit onderzoek, benchmark en risicoscan komt de volgende berekening: Spaarliquiditeit: 35% van de totale baten is de vervangingswaarde materiële vaste activa (Commissie Don), financieringsbehoefte grote besturen 55%

7.535 duizend

Transactieliquiditeit: Omvang van de kortlopende schulden

5.252 duizend

Bufferfunctie: Begin 2016 is er een interne risicoscan uitgevoerd door accountantsfirma Flynth. Deze heeft berekend dat het benodigde buffervermogen 9,0% bedraagt van de totale omvang van de stichting.

3.527 duizend

Totaal benodigd kapitaal

16.315 duizend

Balanstotaal minus gebouwen en terreinen

21.978 duizend

Aanwezig minus benodigd kapitaal

5.663 duizend

Voorzieningen: € 2.692 duizend, mutatie +€ 289 duizend Voorzieningen worden aangehouden inzake Groot Onderhoud (€ 2.395 duizend) en Personeel (€ 297 duizend). Kortlopende schulden: € 5.525 duizend, mutatie -€ 1.177 duizend Grote posten hierin zijn belastingen/sociale premies (€ 1.140 duizend), pensioenpremies (€ 303 duizend), vooruit ontvangen investeringssubsidies (€ 470 duizend), vakantiegelden (€ 1.095 duizend), vooruit ontvangen subsidies OCW geoormerkt (€ 623 duizend) en overige overlopende passiva (€ 1.537 duizend).

JAARVERSLAG 2016


Continuïteitsparagraaf CP Kengetallen Continuïteit, kengetallen Kengetallen

2015 Enkelvoudig 2016 Enkelvoudig 2017 Enkelvoudig 2018 Enkelvoudig 2019 Enkelvoudig Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Aantal leerlingen, studenten en deelnemers per 1 oktober 7.271 7.216 7.044 6.816 6.617 Personele bezetting per 31 december Bestuur / management (fte) 38,15 38,08 37,00 36,00 35,00 Personeel primair proces (fte) 393,25 410,09 383,60 370,90 357,50 Ondersteunend personeel (fte) 42,38 50,75 50,00 49,00 48,00 Totale personele bezetting (fte) 473,78 498,92 470,60 455,90 440,50 Overige kengetallen

31-12-2015 Enkelvoudig Realisatie

Aantal leerlingen / Totaal personeel Aantal leerlingen / Onderwijzend personeel

31-12-2016 Enkelvoudig Realisatie 15,35 18,49

31-12-2017 Enkelvoudig Prognose 14,46 17,60

31-12-2018 Enkelvoudig Prognose 14,97 18,36

31-12-2019 Enkelvoudig Prognose 14,95 18,38

15,02 18,51

CP Balans Continuïteit, balans Balans EUR Bedragen: x 1 Activa Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal van vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten (kortlopend) Liquide middelen Totaal van vlottende activa Totaal van activa Passiva Eigen vermogen Eigen vermogen, algemene reserve Eigen vermogen, bestemmingsreserves Eigen vermogen, overige reserves en fondsen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal van passiva

JAARVERSLAG 2016

31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020 Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose

6.687.813

7.256.868

7.400.000

7.600.000

7.800.000

8.000.000

6.687.813

7.256.868

7.400.000

7.600.000

7.800.000

8.000.000

0 0 0 0 2.726.687 2.334.755 2.700.000 2.700.000 2.700.000 2.700.000 0 0 15.185.530 14.270.189 12.421.949 11.548.949 10.524.949 9.153.949 17.912.217 16.604.944 15.121.949 14.248.949 13.224.949 11.853.949 24.600.030 23.861.812 22.521.949 21.848.949 21.024.949 19.853.949 15.769.522 15.917.948 14.921.949 14.248.949 13.424.949 12.253.949 12.213.656 12.613.953 3.555.866 3.303.995 2.402.098

2.692.031

2.400.000

2.400.000

2.400.000

2.400.000

6.428.410 5.251.829 5.200.000 5.200.000 5.200.000 5.200.000 24.600.030 23.861.808 22.521.949 21.848.949 21.024.949 19.853.949

36


Strategisch Beleidsplan 2016-2019 In het strategisch beleidsplan voor de periode 2016-2019 en de bijbehorende meerjarenbegroting 2017-2020 staan uitgewerkte plannen om de, in de afgelopen jaren de hiervoor gereserveerde bedragen, beleidsrijk te gaan inzetten. Hierdoor zullen de totale resultaten de komende jaren een negatief getal laten zien.

Effect op het vermogen De negatieve resultaten zullen voor 2,5 miljoen euro ten laste gaan van de bestemmingsreserves en de rest van de algemene reserves. Gedoseerde en gecontroleerde inzet van de gespaarde middelen ten gunste van de onderwijskwaliteit verlaagt het eigen vermogen. De hoogte van het totale eigen vermogen blijft echter, ondanks de afbouw, hoger dan de, door de accountants berekende, buffer die wij nodig hebben voor het kunnen opvangen van diverse risico’s.

CP Baten en lasten Continuïteit, raming/staat van baten en lasten Staat van baten en lasten

01-01-2015 t/m 01-01-2016 t/m 01-01-2017 t/m 01-01-2018 t/m 01-01-2019 t/m 01-01-2020 t/m 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020 EUR Bedragen: x 1 Enkelvoudig Enkelvoudig Enkelvoudig Enkelvoudig Enkelvoudig Enkelvoudig Prognose basis, aantal leerlingen, deelnemers en 7.044 6.816 6.617 studenten Baten Rijksbijdragen 36.103.229 37.744.270 36.268.450 35.112.600 34.055.000 32.814.000 Overheidsbijdragen en -subsidies overige 279.253 243.477 83.000 79.000 73.000 73.000 overheden College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten 1.316.166 1.154.379 872.435 858.600 867.000 872.000 Totaal baten 37.698.648 39.142.126 37.223.885 36.050.200 34.995.000 33.759.000 Lasten Personeelslasten 30.190.100 30.600.944 29.764.450 29.220.600 28.418.650 27.690.650 Afschrijvingen 934.230 1.323.366 1.278.000 1.279.000 1.289.000 1.302.650 Huisvestingslasten 3.944.263 3.889.977 4.022.450 4.000.000 3.978.650 3.940.650 Overige lasten 3.010.455 3.318.983 3.255.000 2.324.000 2.233.000 2.096.050 Totaal lasten 38.079.048 39.133.270 38.319.900 36.823.600 35.919.300 35.030.000 Saldo baten en lasten -380.400 8.856 -1.096.015 -773.400 -924.300 -1.271.000 Gerealiseerde herwaardering Financiële baten 111.196 57.305 100.000 100.000 100.000 100.000 Financiële lasten Resultaat -269.204 66.161 -996.015 -673.400 -824.300 -1.171.000 Belastingen Resultaat uit deelnemingen Resultaat na belastingen -269.204 66.161 -996.015 -673.400 -824.300 -1.171.000 Resultaat aandeel van derden Nettoresultaat -269.204 66.161 -996.015 -673.400 -824.300 -1.171.000 Buitengewone baten Buitengewone lasten Totaal resultaat -269.204 66.161 -996.015 -673.400 -824.300 -1.171.000

JAARVERSLAG 2016

37


Gecontroleerde inzet We hebben onze stuurmechanismen zodanig ingericht dat we de reguliere deel van onze bedrijfsvoering apart kunnen volgen. In dat deel van de begroting zijn de inkomsten en de uitgaven met elkaar in balans. In de strategische projecten worden geen structurele verplichtingen aangegaan. Uitzonderingen hierop zijn investeringen in gebouwen in het kader van “Onderwijs Anders”, Klimaatverbetering en Energiebesparing, die over een langere periode zullen worden afgeschreven. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. Sinds het ontstaan van Stichting Flore is het onderkennen van- en anticiperen op risico’s een integraal onderdeel van het beleid. Zo is er bijvoorbeeld in 2009 door het directeurenberaad onder leiding van Deloitte Accountants een risico-inventarisatie gemaakt met als doel het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen. In 2016 is opnieuw een risicoscan opgesteld door Flynth accountants. Uit de meest recente inventarisatie van risico’s komt naar voren dat de grootste risico’s op dit moment zijn: 1. Krimp in aantal leerlingen, benodigd aantal fte’s daalt. 2. Vervanging van personeel bij afwezigheid, in relatie tot wet Werk en Zekerheid. 3. Instroom nieuwe leerkrachten, te weinig studenten op de lerarenopleidingen in Alkmaar. Toelichting en Beleidsmaatregelen Krimp in aantal leerlingen, benodigd aantal fte’s daalt Er is al enige jaren een vacaturestop van kracht. Hiervan mag alleen worden afgeweken met toestemming van de algemene directie. Door het vroeg in kaart brengen van de krimp per school (meerjarenprognose voor vier jaar door directeur van school) is de benodigde afbouw in beeld. Jaarlijks wordt ter voorbereiding op het nieuwe schooljaar het verwachte natuurlijk verloop per school bepaald waarna er een periode van vrijwillige mobiliteit is, gevolgd door een periode van aangewezen mobiliteit. Tijdelijke knelpunten in de bezetting worden ingevuld met personeel uit de eigen flexpool of door tijdelijk personeel al dan niet in een payroll-constructie. Door deze opzet slagen wij er al jaren in om de krimp te laten verlopen zonder gedwongen ontslagen. Vervanging van personeel bij afwezigheid, in relatie tot wet Werk en Zekerheid De wet Werk en Zekerheid heeft gevolgen voor de huidige manieren van inhuur van vervangers in geval van ziekte of ander verzuim/verlof. Het risico dat we hier lopen is dat er, eerder dan voorheen, ongewild arbeidscontractuele verplichtingen ontstaan jegens tijdelijk personeel (ketenbepaling). Door per 1/8/2016, en recent per januari 2017 nog verder, de flexpool flink in omvang te vergroten hopen we voldoende mensen beschikbaar te hebben om de afwezigheid van leerkrachten op te kunnen vangen. Instroom nieuwe leerkrachten, te weinig studenten op de lerarenopleidingen in Alkmaar Al jaren hebben we een goede samenwerking met de beide lerarenopleidingen en investeren samen met hen in de studenten. Wij leiden een behoorlijk aantal leerkrachten op om als stagebegeleiders studenten tijdens hun stage bij te staan. In dit proces hebben we natuurlijk volop oog voor aanstormend talent. Wij streven ernaar veelbelovende studenten na hun studie voor Flore te behouden.

JAARVERSLAG 2016

38


39

JAARVERSLAG 2016


Colofon Bestuursnummer: 73919 Stichting Flore W.M. Dudokweg 47 Postbus 279 1700 AG Heerhugowaard

Samenstelling en coördinatie Annette van Assem Communicatiemedewerker Teksten Ingeborg Bijlsma Foto pagina’s 5 Norbert Waalboer Alle overige foto’s: archief Stichting Flore

Financial controller Carla Nederlof www.stichtingflore.nl flore@stichtingflore.nl

JAARVERSLAG 2016

40


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.