SAMEN EXCELLEREN SURF Meerjarenplan 2011-2014
SAMEN EXCELLEREN
SURF Meerjarenplan 2011 – 2014
SAMEN EXCELLEREN SURF Meerjarenplan 2011 –2014
voorwoord
De voordelen van ICT zijn diep in ons dagelijks
die via Twitter in de problemen komen. De
leven doorgedrongen. We kunnen niet meer
vraag is gerechtvaardigd hoe ver de schep-
leven zonder e-mail op ons mobieltje en daar-
pende macht van het individu en van sociale
naast versturen en ontvangen we vele sms’jes
groepen in de digitale globale wereld reikt.
per dag. Iedereen, van jong tot oud, bankiert digitaal, boekt vliegtickets via een website,
Kunnen ook eeuwenoude kennisinstellingen,
bestelt boeken en boodschappen en betaalt
zoals die in het hoger onderwijs en onderzoek
deze online. Deze doordenderende digitalise-
bestaan, hier in de nabije toekomst ‘last’ van
ring is niet zonder gevolgen. Het welbekende
krijgen? Wat is eigenlijk de toekomst van onze
reisbureau, het bankfiliaal op de hoek en zelfs
klassieke ommuurde instituten, waar van 9 tot
de postbode zijn langzaam aan het verdwij-
5 colleges worden gegeven? Zijn zij wel voor-
nen.
bereid op hun eigen tsunami? In dit Meerjarenplan geven we richtlijnen om ons te sterken
Hoewel het een open deur is, kunnen we in
en voor te bereiden op de onzekere toekomst.
dit Meerjarenplan niet anders doen dan constateren dat het einde aan de ICT-revolutie nog lang niet in zicht is. We willen en kunnen
Utrecht, juni 2010
niet meer zonder ICT, niet in het dagelijks leven en niet bij onze beroepsmatige activi
Namens het bestuur en de directie van
teiten.
Stichting SURF, Drs. Willem te Beest, Voorzitter
Tot nu toe heeft de ICT-revolutie nog geen disruptieve effecten op het hoger onderwijs en onderzoek gehad. Maar het gevaar is reëel dat we ons hierdoor in slaap laten sussen. Want digitalisering heeft in de maatschappij wel degelijk tot ‘tsunami’s’ geleid. Denk aan een eeuwenoud en vooraanstaand kennis instituut als Encyclopedia Britannica, dat in een aantal jaren volledig is overvleugeld door Wikipedia. Denk ook aan dictatoriale regimes
Dr. Wim Liebrand, Algemeen Directeur
inhoud
Voorwoord 3
4.3.1 Onderzoek naar de effecten van virtualisatie van resources en applicaties in
1 Inleiding 5 1.1 Over SURF 6 1.2 De rol van SURF 7
het hoger onderwijs en onderzoek 37 4.3.2 Bevorderen van duurzaamheid met behulp van ICT 40
1.3 Leeswijzer 7
4.4 Het aanbieden van kosteneffectieve
2 Ontwikkelingen 9
4.5 Het bieden van een infrastructuur
professionele shared services 41 2.1 Ontwikkelingen in de ICT- infrastructuur 10
voor digitale content 42 4.5.1 Het creëren van een (inter)nationale
2.2 Ontwikkelingen in het onderwijs 15
geïntegreerde infrastructuur voor
2.3 Ontwikkelingen in het onderzoek 17
digitale content 42 4.5.2 Het vernieuwen van de nationale
3 Thema’s 21
infrastructuur voor onderzoeks
3.1 Netwerkinfrastructuur 22
informatie 43
3.2 Security en privacy 22 3.3 Virtualisatie en alternatieve vormen van sourcing en duurzame ICT 23 3.4 Innovatiecyclus diensten en producten 24 3.5 Beschikbaar stellen en ontsluiten
4.6 Het ontwikkelen van een nationale transparante en competitieve ICTonderzoeksinfrastructuur 46 4.7 Technology Enhanced Education, het verhogen van kwaliteit en rendement in het hoger onderwijs 47
e-content 25 3.6 E-Science, supercomputing en grid 28 3.7 Technology Enhanced Education,
5 Organisatie, werkwijze en financiering 49
kwaliteit- en rendementverhoging
5.1 De organisatie 50
in het hoger onderwijs 29
5.2 SURF als expertisecentrum 54 5.3 Internationale samenwerking 55
4 De prioriteiten 33
5.4 De financiën 58
4.1 Behouden van de koppositie op het gebied van netwerkinfrastructuur 34 4.2 Het optimaliseren van beveiligingsen privacyaspecten in de digitale wereld 36 4.3 Alternatieve vormen van sourcing en duurzaamheid bevorderen 37
Verantwoording 60 Verklarende woordenlijst 61
surf meerjarenplan 2011 – 2014
Hoofdstuk 1
Inleiding Voor u ligt het zevende Meerjarenplan van SURF. Dit plan geeft een beeld van de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van ICT-innovatie in het hoger onderwijs in de komende vier jaar.
Inleiding
6
SURF houdt zich met veel meer onderwerpen
1.1 Over SURF
bezig dan bij de start werd voorzien. Profijtelijk samenwerken strekt zich uit van onder-
In SURF werken universiteiten, hogescholen
grondse verbindingen tot processen die direct
en onderzoeksinstellingen samen aan grens-
te maken hebben met onderwijs en onderzoek
verleggende ICT-innovaties. SURF is in de
ín de instellingen, dus ook achter de voordeur.
jaren tachtig opgericht door de gezamenlijke
De ontwikkelingen op al deze gebieden zijn
Nederlandse universiteiten, de HBO-raad en
talrijk; de scope van dit plan is dan ook bre-
de onderzoeksinstellingen. Het was hun ant-
der dan het vorige. Ook, en zeker niet in de
woord op de uitdaging van ICT, een gebied
laatste plaats, maakt het Meerjarenplan dui-
waar Nederland toen een achterstand had.
delijk waarin de hogeronderwijsinstellingen
Inmiddels is SURF bijna vijfentwintig jaar
het beste gezamenlijk — via SURF — kunnen
actief. Met de snelle ontwikkeling van de ICT
optrekken. Het Meerjarenplan vormt de basis
is ook haar werkgebied gegroeid. SURF levert
voor de samenwerking met de bij SURF aan-
nu een breed scala van diensten, waar hon-
gesloten instellingen. Op basis van dit docu-
derdduizenden studenten en medewerkers
ment committeren de instellingen zich weer
intensief gebruik van maken.
voor vier jaar om in SURF-verband aan de prioriteiten voor 2011 – 2014 te werken. Even-
De missie van SURF luidt:
eens op basis van dit plan zal SURF de hier
Verhoging van de kwaliteit van het hoger
genoemde doelstellingen ‘SMART’ uitwerken
onderwijs en onderzoek door ICT-innovatie.
in tactisch-operationele jaarplannen.
Door samen te werken in SURF realiseren de hogeronderwijsinstellingen vernieuwingen die het belang van een individuele instelling overstijgen.
Inleiding
7
De impact van SURF reikt tot ver buiten deze
SURF is een facilitator van innovaties en richt
instellingen. Dankzij SURF is Nederland hét
zich op het realiseren van basisvoorzieningen,
openbare internetknooppunt van Europa
zoals infrastructuur (SURFnet7, repositories),
geworden, beschikken alle Nederlanders over
tools en kennis die voor meerdere instellingen
een ‘digitale identiteitskaart’ (DigiD), is er een
bruikbaar zijn. SURF gaat nadrukkelijk niet op
infrastructuur voor open toegang tot publi
de stoel van de instelling zitten. Het is niet
caties die met belastinggeld tot stand zijn
SURF die bepaalt wat er gaat gebeuren; dat
gekomen, en is software voor het hele onder-
doen de instellingen. Als het bijvoorbeeld gaat
wijs zeldzaam goedkoop verkrijgbaar. Al bijna
om ‘open content’ dan ligt de bijdrage van
vijfentwintig jaar leidt de samenwerking in
SURF in het realiseren van de infrastructuur
SURF tot diensten en producten die de instel-
voor het bewaren, vinden en ontsluiten; de
lingen ieder voor zich niet kunnen realiseren.
instellingen zelf zijn aan zet om de content
Door gezamenlijk op te trekken, lukt het de
met behulp van deze infrastructuur te publi
instellingen bovendien om kosteneffectiever
ceren.
te opereren. 1.3 Leeswijzer 1.2 De rol van SURF Na een schets van de relevante ontwikkelingen SURF heeft als belangrijke rol om innovaties
in het veld van ICT, onderwijs en onderzoek
voor het hoger onderwijs en onderzoek te
(hoofdstuk 2), worden in hoofdstuk 3 zeven
signaleren en — waar kansen liggen — deze
strategische issues gepresenteerd voor de
gezamenlijk op te pakken voor de onderzoeks-
periode 2011 – 2014. Hoofdstuk 4 gaat in op de
instellingen en het hoger onderwijs. Belang-
concrete doelstellingen voor de planperiode
rijk aandachtspunt is de implementatie van
en de resultaten die SURF wil bereiken.
innovaties. SURF stimuleert best practices op
De benodigde organisatie, werkwijze en
het gebied van het daadwerkelijk toepassen
financiering van SURF worden in hoofdstuk 5
van innovatieve nieuwe diensten en draagt bij
besproken. Tussen de hoofdstukken door treft
aan verspreiding van kennis hierover op brede
u ‘parels’ aan: het resultaat van de inspannin-
schaal. Zo werkt SURF samen met Kennisnet
gen van SURF in de afgelopen jaren.
om afstemming over de hele onderwijskolom te realiseren.
Parel 1/15
SURFnet6 Dankzij SURFnet6, ĂŠĂŠn van de snelste en modernste netwerken ter wereld, hebben onderzoekers, docenten en studenten ongehinderd toegang tot wetenschappelijke kennis en instrumenten waar ook ter wereld. SURFnet6 ondersteunt gewoon internetverkeer maar biedt ook lichtpaden: rechtstreekse, zeer veilige en snelle netwerkpaden van de ene naar de andere computer.
surf meerjarenplan 2011 – 2014
Hoofdstuk 2
Ontwikkelingen Een document dat zich richt op de toekomst van het hoger onderwijs en onderzoek bevat uiteraard de relevante ontwikkelingen 1 in het veld van ICT, onderwijs en onderzoek. Deze worden in dit hoofdstuk beknopt beschreven.
Ontwikkelingen
2.1 Ontwikkelingen in de ICT-infrastructuur 10
Continue groei van computerkracht,
werken met fysiek gekoppelde computersys-
opslag en netwerken
temen staat bekend als grid computing. In
Toen Gordon Moore van Intel in 1965 zijn
de komende jaren zullen we door het toepas-
wetmatigheid formuleerde, kon hij niet ver-
sen van virtualisatie in de ICT-infrastructuur
moeden dat deze Wet van Moore anno 2010
in staat zijn om op een veel flexibeler wijze
nog steeds van kracht zou zijn: de rekenkracht
resources te gebruiken dan nu het geval is.
van computerchips verdubbelt nog steeds
Door virtualisatie zijn de geografische locatie
iedere twee jaar tegen dezelfde prijs. De wet
en de fysieke koppeling van resources niet
van Moore blijkt in grote lijnen ook te gelden
meer belangrijk. Hierdoor zal de waarde en
voor andere technologieën in de ICT: de
daarmee het belang van de ICT-infrastructuur
opslagdichtheid van data verdubbelt elke
blijven toenemen. Dat wordt ook weerspiegeld
twaalf maanden en de snelheid van het data-
in het gebruik van het netwerk. Zo heeft de
netwerk iedere negen maanden. Per 10 jaar
Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), het
betekent dit een verbetering met ongeveer
grootste internetknooppunt ter wereld, een
een factor 1.000, tegen gelijkblijvende prijzen.
piekverkeer van meer dan 600 Gbit/s. Ook
De technische ontwikkelingen gaan zelfs zo
hier zien we dat het gebruik elk jaar verdub-
snel, dat de software die de snelle hardware
belt!2
kan benutten mijlenver achterblijft op de ontwikkeling van de hardware, volgens Justin
Internet verandert: van doorgeefluik van
Rattner, de huidige CTO van Intel. En dat
informatie naar een wereldwijd platform
terwijl bedrijven, onderzoekers en consumen-
voor gezamenlijke activiteiten en bron
ten er wel om vragen of van zouden kunnen
van services
profiteren.
Via internet worden niet alleen informatiebronnen beschikbaar gesteld, maar ook applicaties.
Meer dan de som der delen: door het
Niet gehinderd door landsgrenzen wordt inter-
onderling koppelen van resources neemt
net een ‘wolk’ van resources, en gebruikers zijn
het belang van de ICT-infrastructuur toe
niet alleen consument, maar ook producent,
Internet is allang niet meer alleen een netwerk
ofwel ‘prosumer’ en participant in online werk-
van onderling gekoppelde servers, maar ver-
en communicatiegroepen. Toegang tot deze
bindt allerlei soorten resources met elkaar:
resources via internet is wellicht de belangrijk-
verwerking, opslag, sensoren en vooral een
ste voorwaarde voor deelname aan de kennis-
toenemende hoeveelheid applicaties. Het
maatschappij, én voor de verdere ontwikkeling
Ontwikkelingen
11
van de kenniseconomie.
Een toenemende veelzijdigheid van
Hoewel fysieke aanwezigheid sterker werkt
gebruikersinterfaces om de resources in
dan virtuele ontmoetingen of bezoeken, biedt
de ‘wolk’ te benutten
de digitale wereld extra mogelijkheden om
Een groeiend aantal leerlingen, studenten en
kennis te nemen van en deel te nemen aan de
docenten beschikt over een reeks van rand-
maatschappij. Er ontstaan nieuwe verschij-
apparaten die toegang bieden tot allerlei
ningsvormen van socialisatie, waarin (digitaal)
resources. Het aantal, de mogelijkheden en
met gelijkgestemden activiteiten worden ont-
de kwaliteit van deze apparaten zullen verder
plooid. Denk aan het gezamenlijk schrijven van
toenemen. Medio 2009 telde Nederland meer
een boek, het maken van video’s of muziek en
dan 21 miljoen mobiele aansluitingen,4 meer
het uitwisselen van ervaringen.
dan het totale aantal inwoners. De verkoop
In dit proces spelen zowel grote als kleine
van notebooks overstijgt die van vaste pc’s en
bedrijven een belangrijke rol. Zij stellen facili-
dat is te merken in het gebruik van draadloos
teiten beschikbaar als e-mail, tekstverwerking,
internet.5 Nieuwe gebruikersinterfaces zien
opslag, fotoalbums, boeken, tijdschriften,
het licht, zoals surface computing, waarbij een
kaartmateriaal, etc. Als gevolg van de perso
compleet tafelblad of scherm aan de muur
nalisatie en contextafhankelijke (‘slimme’)
als aanraakscherm dient waar meerdere men-
services die bedrijven via internet bieden, ver-
sen tegelijkertijd op kunnen samenwerken.
wacht de burger vergelijkbare dienstverlening
Deze technologie maakt gebruik van draad-
van overheidsinstanties en (onderwijs)instel-
loze (wifi- en infrarood-) verbindingen waar-
lingen. Deze instanties en instellingen moe-
mee objecten worden herkend en informatie
ten in een sneller tempo hun diensten verder
kan worden uitgewisseld. Objectherkenning
online toegankelijk maken en omvormen van
zal steeds vaker worden gebruikt om een
massadiensten naar interactieve, context- en
omgeving aan te passen aan persoonlijke
apparaatafhankelijke, drempelvrije services.
voorkeuren.
De toename van deze services, en ook de afhankelijkheid ervan, brengt met zich mee dat
Naar een duurzame samenleving:
zaken als betrouwbaarheid, standaardisatie,
de bijdrage van ICT
beveiliging en privacy meer aandacht moeten
Wereldwijd is het besef doorgedrongen dat
krijgen.3
ICT een belangrijke bijdrage kan leveren aan het reduceren van CO2-uitstoot en het duurzaam maken van de samenleving. Die bijdrage
Parel 2/15
Amsterdam Internet Exchange Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) is een spin-off van SURFnet en NIKHEF. Het maakt Amsterdam tot het drukste internetknooppunt ter wereld en creĂŤert grote economische waarde.
Parel 3/15
NetherLight NetherLight is het internationale knooppunt in Amsterdam voor met name lichtpaden. Het koppelt optische netwerken in Europa, Noord-Amerika en AziĂŤ, en is een belangrijke schakel in GLORIAD, het wetenschappelijk netwerk dat het hele noordelijk halfrond omspant. NetherLight is opgezet en wordt beheerd door SURFnet.
Ontwikkelingen
14
is er op twee fronten: enerzijds kan de infor-
te dragen aan een duurzame ontwikkeling.6
matie- en communicatietechnologie zelf duur-
Samen met hogeronderwijsinstellingen,
zaam omspringen met energie en het verbruik
studentenorganisaties, overheden, bedrijven
beperken door gebruik van zuinige apparatuur
en maatschappelijke organisaties wil DHO
of innovatieve materialen. Ook hier biedt vir-
kennis op gebied van duurzame ontwikkeling
tualisatie een bijdrage: de fysieke locatie van
opbouwen en bundelen en deze in het hoger
de apparatuur is minder relevant en de beno-
onderwijs inbedden.
digde computerkracht kan dynamisch worden aangepast. Zo kunnen computing- en datafaciliteiten op één plek worden geconcentreerd (bij voorkeur dichtbij een bron voor koeling en energie), waardoor de capaciteit van een machinepark beter wordt benut. Anderzijds biedt ICT mogelijkheden een impuls te geven aan duurzame ontwikkeling in andere sectoren om groener te worden door slim gebruik van geavanceerde netwerktechnologie en hardware. Denk aan thuiswerken en telecon ferencing, maar ook aan het versnellen van kennisinnovatie rondom duurzame ontwikkeling met behulp van ICT, bijvoorbeeld door ICT in te zetten bij kennisdelen rondom onderzoek, onderwijs en praktijkvoorbeelden op gebied van duurzame ontwikkeling. Om kennisinnovatie op het gebied van duurzame ontwikkeling (waaronder groene ICT) in het hoger onderwijs te vergroten is de stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) opgericht. DHO is een kennis- en netwerk organisatie die ernaar streeft dat alle afgestudeerden in het hoger onderwijs in Nederland leiderschapscompetenties bezitten om bij
1 Bronnen: Advies WTR; Liebrand Advies Onderwijsraad; ICT2030.nl 2 www.ams-ix.net/technical/stats/ 3 Overigens loopt Nederland niet achter in deze ontwikkelingen. Op de zogeheten Networked Readiness Index stond Nederland in 2008 in de top-10 van 134 onderzochte landen . Kortom: onze maatschappij wordt meer en meer ‘powered by ICT’. www.weforum.org/pdf/gitr/2009/Rankings.pdf 4 www.telecompaper.com/nl/article.aspx?cid=674998 5 Nederland stond medio 2008 zesde in de top-10 van de iPass Wi-Fi Hotspot Index, www.ipass.com/pressroom/pressroom_wifi. html#top10_countries 6 www.dho.nl
Ontwikkelingen
2.2 Ontwikkelingen in het onderwijs 15
Onderwijs blijft mensenwerk
…maar wordt ondersteund door ICT8
Rond de eeuwwisseling, toen de internet-
De beste leeromgeving is dus een leerge
hype een hoogtepunt bereikte, waren de
meenschap. Maar het is een gemeenschap die
verwachtingen van ICT in het onderwijs hoog
de druk én de voordelen ondervindt van het
gespannen. De introductie van elektronische
moderne leven. Docenten en studenten moe-
leeromgevingen en digitale portfolio’s zou vol-
ten woekeren met hun tijd en hebben een
doende zijn om zelfstandig leren werkelijkheid
hekel aan omslachtige procedures. Net als
te maken. Het belang van de docent stond
ieder ander gebruiken ze graag technologi-
ter discussie. Inmiddels is duidelijk geworden
sche hulpmiddelen die hen minder afhankelijk
dat onderwijs mensenwerk is en blijft. Tech-
maken van tijd en plaats. De mogelijkheden
nologie kan geen centrale rol vervullen in
om snel toegang te krijgen tot allerlei soorten
het onderwijs. De essentie van onderwijs en
‘content’ worden eveneens gretig aangegre-
het leerproces zijn in de afgelopen eeuw niet
pen. Technologie kan het ook gemakkelijker
fundamenteel veranderd en zal dat ook de
maken om in te spelen op de behoefte aan
komende twintig jaar niet doen. In dit proces
flexibele leerstijlen en leerwegen. Iedere stu-
blijft menselijk contact centraal staan: zowel
dent is immers uniek, zowel aan het begin als
tussen docent en student, als tussen studenten
aan het eind van zijn opleiding. De principes
7
onderling. Het onderwijs/leerproces is gericht
van goed onderwijs kunnen dus uitstekend
op inspiratie, aanmoediging en support, zeker
worden ondersteund met ICT.
wanneer het leren moeilijk wordt. Frequente,
Uitgangspunt is het individuele leerproces,
prompte en specifieke feedback op gedrag in
niet het technologische aanbod. De docent is
onderwijssituaties is een must. Leren gaat het
goed geschoold maar zijn tijd is schaars: hij
beste samen met anderen en vergt een actieve
inspireert, zet het traject uit en wordt onder-
houding: het is geen ‘sport voor toeschou-
steund door assistenten (leermeester-gezel)
wers’.
en technologie. De docent bepaalt wanneer hij elektronische of niet-elektronische hulpmiddelen inzet. Feedback wordt snel en nauwkeurig gegeven door de docent of door medestudenten, vaak ook op basis van informatie, registraties en analyses met behulp van ICT. De student beschikt over persoonlijke devices als mobiele telefoon, zakcomputer, laptop,
Ontwikkelingen
16
e-Reader etc. De instellingen faciliteren stu-
Open gaan ook de instellingsmuren en de
denten op individueel niveau én op de door
landsgrenzen. Met name in Europa is er dank-
hen gekozen apparatuur. Denk hierbij aan
zij het Bologna-proces sprake van een zekere
roosters, ziekmelden, zelftoetsing, werkstuk-
harmonisatie in het onderwijs. Dat heeft
ken en leerobjecten. Er ontstaat een ‘persoon-
gevolgen voor de mobiliteit van docenten en
lijke leeromgeving’, op devices naar keuze en
studenten. De mobiliteit van studenten kent
voorzien van zelfdiagnose. Om deze voorzie-
sinds 1995 een exponentiële groei en de ver-
ningen daadwerkelijk én efficiënt te kunnen
wachting is dat deze trend zich in de toekomst
gebruiken, moeten ze op een aantrekkelijke
doorzet.9 Dit zal er ook toe leiden dat de stu-
manier aansluiten bij de belevingswereld van
dentpopulatie nog gedifferentieerder wordt en
de student. Dit kan bijvoorbeeld door een
dat differentiatie in onderwijsaanbod en werk-
combinatie te zoeken van fysieke beleving en
vormen nodig is voor de nieuwe doelgroe-
de digitale (virtuele) wereld. De leeromgeving
pen in het hoger onderwijs. In potentie kan
biedt de student een context voor ervaringen,
ICT hierbij behulpzaam zijn. Veel technische
cases en een referentiekader.
mogelijkheden worden nu niet of onvoldoende benut en nieuwe technische ontwikkelingen
Open educatie, op alle fronten
zullen zich blijven aandienen. Maar voor toe-
Instellingen gaan ‘open’: communicatie tus-
passing in het onderwijs zijn de individuele
sen studenten en docenten vindt niet meer
behoeften van docenten en studenten bepa-
alleen plaats tussen de muren van de instel-
lend. Wat ooit ontaardde in een ‘leerfabriek’,
lingen en uitsluitend tussen negen en vijf. Ook
wordt weer een studiegemeenschap, met dank
leersystemen worden meer open. Door de
aan de ICT.
interactie met de echte wereld (bijvoorbeeld door zoeken op internet en in wikipedia, en door samenwerken op afstand) zal ICT aan het leren een meer open karakter geven. Dat biedt mogelijkheden voor docenten om te inspireren en voor enthousiaste leerlingen om te excelleren.
7 Arthur Chickering en Zelda Gamson: ‘Seven principles of good teaching practice’, The American Association for Higher Education Bulletin, maart 1987 8 Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van de Scenariostudie digitale leer- en werkomgeving 2020, SURFfoundation, 2008, en ‘Future of Higher Education’, een paper die in 2009 is opgesteld door de Council of Australian University Directors of Information Technology (CAUDIT), EDUCAUSE (de Amerikaanse tegenhanger van SURF), het Joint Information Systems Committee in het Verenigd Koninkrijk (JISC) en SURFfoundation 9 Eurostat population statistics (juli 2008)
Ontwikkelingen
2.3 Ontwikkelingen in het onderzoek 17
Wetenschappelijk onderzoek is steeds meer
Gedeelde faciliteiten door ICT
datagecentreerd
Door ICT-voorzieningen ontstaan er in de
Nog veel sterker dan bij het onderwijs geldt
wetenschap nieuwe vormen van (internatio-
voor wetenschappelijk onderzoek dat het
nale) samenwerking. ICT maakt het mogelijk
steeds afhankelijker is geworden van ICT.
dure gespecialiseerde apparatuur (zoals tele-
Onderzoekers maken voor hun werkzaamhe-
scopen of massaspectrometers) op afstand
den in toenemende mate gebruik van experi-
te delen en grootschalige, gedistribueerde
menten op basis van reken- en simulatiemo-
computer- en datafaciliteiten en gegevens-
dellen. Dat geldt niet alleen voor de exacte
bronnen gezamenlijk te gebruiken. Zoals in
wetenschappen, maar ook voor de alfa- en
grids, via snelle netwerken nauw gekoppelde
gammadisciplines. Onderzoek wordt steeds
verzamelingen van computersystemen die
meer datagecentreerd, en digitale informatie
voor de wetenschappelijk onderzoeker trans-
is de norm. Niet alleen het publiceren over
parant toegankelijk zijn. Op dat gebied heeft
de resultaten is belangrijk, maar ook de faci-
Nederland een vooraanstaande positie bereikt,
liteiten om onderzoeksdata te verzamelen, te
door de combinatie van de benodigde snelle
analyseren, uit te wisselen en (interdisciplinair)
netwerkinfrastructuur (SURFnet6), supercom-
te hergebruiken. Er bestaan echter grote ver-
puters (Huygens en Blue Gene) en projecten
schillen tussen de verschillende disciplines in
als LOFAR, Big Grid en VL-e. Zoals te verwach-
hoe zij hun gegevens duurzaam opslaan en
ten volgens de wet van Moore verouderen die
beschikbaar stellen aan anderen. Vandaar de
voorzieningen echter snel. Om de vooraan-
behoefte aan een architectuur en methoden
staande positie te behouden is voortdurende
en technieken om wetenschappelijke infor-
uitbreiding noodzakelijk van reken-, opslag- en
matie toegankelijk, vergelijkbaar, vindbaar en
transportcapaciteit. Maar er zijn ook geavan-
interpreteerbaar te maken, rekening houdend
ceerde verwerkingsmethoden nodig om de
met de context waarin de data zijn verkregen.
gigantische gegevensstromen te kunnen ver-
Een (inter)nationale aanpak in dezen is zeer
werken.
gewenst. ICT-onderzoeksinfrastructuur en e-Science Binnen de ICT is een nieuw gebied ontstaan dat inspeelt op de wensen en ontwikkelingen ten aanzien van ICT voor wetenschappelijk onderzoek: e-Science. Daaronder vallen alle
Ontwikkelingen
18
benodigde kennis- en methodeontwikkeling,
Volgens de in 2003 opgestelde Berlin Decla-
processen, architecturen, zeer breedbandige
ration (die inmiddels is getekend door alle
verbindingen, workflowtools, hard- en soft-
Nederlandse universiteiten, NWO, KNAW en
ware (visualisatiemethodes, workflowtools
de HBO-raad) moeten de resultaten van met
en hulpmiddelen voor het omgaan met grote
publiek geld betaald wetenschappelijk onder-
databestanden), en de gespecialiseerde ken-
zoek vrij toegankelijk zijn. Het materiaal dat
nis van het gebruik van deze voorzieningen
onderzoekers in wetenschappelijke tijdschrif-
(expertise en support). Nederland heeft op
ten publiceren is dat echter niet. De roep om
onderdelen al een sterke positie weten op te
hier iets aan te veranderen wordt steeds luider.
bouwen, maar ook hier geldt dat blijvende
Ook hier geldt dat deze doelstelling alleen
innovatie nodig is. Waarschijnlijk zal er een
in internationaal verband kan worden gere-
beperkt aantal e-Science centra van wereld-
aliseerd. De ‘European Research Area vision
klasse ontstaan, die via nationale, regionale
2020’ verwoordt dit als volgt: ‘By 2020, all
en lokale netwerken één wetenschappelijk
actors fully benefit from the “Fifth Freedom”
netwerk vormen. De Europese Commissie wil
across the ERA: free circulation of researchers,
gezamenlijke inzet van de lidstaten om een
knowledge and technology.’
ICT-onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse tot stand te brengen en op niveau te houden.
Innovatienetwerken, de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk
Open Access
Rondom kennisinstellingen zijn ecosystemen
In de academische gemeenschap is vrije toe-
aan het ontstaan: samenwerking tussen ken-
gang tot informatie en ideeën een kernwaarde.
nisontwikkelaars, -aanbieders en -gebruikers,
Het kunnen en willen delen van kennis is
samen met overheden en intermediaire orga-
essentieel voor wetenschappelijk onderzoek
nisaties. Daardoor komt betere aansluiting
en innovatie. Het helpt studenten om kennis
van vraag en aanbod van kennis tot stand.
eigen te maken en toe te passen op een zoda-
Allereerst denken we hierbij aan het praktijk-
nige manier dat ze er in persoonlijk en aca-
gerichte onderzoek van de lectoren in het
demisch opzicht van groeien. ‘Open Access’
hbo. Een ander voorbeeld is IIP/CREATE, een
biedt het fundament voor kennisexploitatie in
ICT-Innovatieplatform dat zich richt op onder-
en tussen instellingen en helpt zo ontwikke-
werpen als gaming, social software, artificiële
ling, verspreiding en behoud van kennis.
intelligentie, ontsluiting van cultureel en per-
Ontwikkelingen
19
soonlijk erfgoed, nieuwe media, wearables en ambient technologie. Dergelijke (vaak regionale) initiatieven kunnen zich richten op kennistransfer en -valorisatie en op het creÍren van living labs. Vooral deze laatste aanpak, waarbij diverse stake holders experimenteren met de toepassing van nieuwe technologie, biedt kansen om ICT in complexe processen te ontwikkelen, uit te proberen, te evalueren en te borgen.
Parel 4/15
SURFmedia Met ICT-toepassingen zoals online samenwerkingsdiensten en de on-demand live streaming mediadienst SURFmedia maken docenten samen met collega’s en studenten hun onderwijs effectiever. Ook onderzoekers kunnen hierdoor wereldwijd samenwerken
surf meerjarenplan 2011 – 2014
Hoofdstuk 3
Thema’s Op basis van de beschreven relevante ontwikkelingen in het veld van ICT, onderwijs en onderzoek zijn zeven strategische issues bepaald voor de periode 2011–2014.
thema’s
22
3.1 Netwerkinfrastructuur
SURFnet6 (en straks SURFnet7) biedt de instellingen de mogelijkheid hun dienstver
SURF heeft vanaf haar oprichting gewerkt
lening te optimaliseren, zowel bedrijfsecono-
aan een landelijke netwerkinfrastructuur voor
misch als energetisch (‘groene’ ICT). Dynami-
het hoger onderzoek en onderwijs. Door deze
sche lichtpaden kunnen bijvoorbeeld worden
constant te vernieuwen heeft Nederland op dit
gebruikt om elkaars ICT-ruimte te benutten
gebied een koppositie in de wereld veroverd.
als uitwijkmogelijkheid bij calamiteiten. Het
De volgende stap in de innovatie van de net-
gebruik van centrale computing- en datafaci-
werkinfrastructuur is SURFnet7, het schaalbare
liteiten leidt tot efficiënter ruimtegebruik en
hybride netwerk. Het project GigaPort3 moet
dus tot energiebesparing, waardoor ICT een
de lichtpadendienst schaalbaar en aanstuur-
belangrijke bijdrage levert aan het reduceren
baar maken voor gebruikers en toepassin-
van CO2-uitstoot en het duurzaam maken van
gen, maar ook toegankelijk voor een bredere
de samenleving. Dat effect wordt versterkt
gebruikersgroep.
door deze faciliteiten dicht in de buurt van
Een tweede ontwikkeling in GigaPort3 is
energie- en koelingfaciliteiten te plaatsen.
die waarbij breedbandtechnologie wordt uitgebreid met draadloze connectiviteit. Door de combinatie van de grote capaciteit van
3.2 Security en privacy
glasvezel en de alomtegenwoordigheid van draadloze internettoegang vormt een lande-
Security is een fundamentele en onmisbare
lijk dekkend fixed-wireless seamless netwerk
component in de hedendaagse ICT-infrastruc-
een krachtig platform voor de ondersteuning
tuur. Momenteel is het beveiligingsbeleid nog
van zowel opkomende als nog niet voorziene
sterk gekoppeld aan specifieke ICT-systemen.
applicaties en diensten. Om tot een fixed-
Wat ontbreekt is een integraal beveiligings-
wireless seamless netwerkinfrastructuur te
framework voor de huidige e-infrastructuur.
komen, zal samenwerking worden gezocht
Dit is geen puur technische exercitie. Het
met operators en leveranciers van mobiele
vergt vooral een andere kijk op organisato-
netwerkdiensten. De toevoeging van draadloze
rische vraagstukken rondom de toegang en
communicatie aan het glasvezelnetwerk heeft
het gebruik van informatie. Het is gebruikelijk
consequenties voor security en privacy. Deze
daarbij onderscheid te maken in:
aspecten zullen door SURF moeten worden
• reactieve beveiliging: bescherming van de
uitgezocht en geregeld.
ICT-infrastructuur en services door te reage-
thema’s
23
ren op elke gebeurtenis die de normale gang
steeds interessanter sommige cloud services
van zaken beïnvloedt (incident management
af te nemen. Er zal dan ook in zekere mate een
policy);
verschuiving plaatsvinden van het zelf leveren
• proactieve beveiliging: het actief creëren
van diensten naar het orkestreren van externe
van een omgeving waarin via voorlichting,
diensten en dienstverleners, en van het uitwis-
educatie en training mogelijke bedreigingen
selen van gegevens. Daarom zijn standaarden
van de informatiebeveiliging teniet worden
nodig voor interoperabiliteit van informatie en
gedaan (threat and vulnerability manage-
applicatieomgevingen. Het kunnen uitwisselen
ment);
en combineren van gegevens is niet alleen een
• toegangsbeveiliging: authenticatie, auto risatie, accounting.
noodzakelijke voorwaarde voor cloud services, maar ook om studenten en docenten in hun
Het te ontwikkelen beveiligingsframework
digitale leer- en werkomgeving beter te kun-
dient deze drie domeinen te adresseren.
nen bedienen. Ook is er een debat nodig om
Onder privacy wordt verstaan de mogelijkheid
te bepalen welke ICT-diensten nog door instel-
om te controleren welke informatie iemand
lingen zelf georganiseerd/afgenomen worden
digitaal vrijgeeft over zichzelf, en het kunnen
en in welke behoefte de markt voorziet. Daar-
controleren wie tot die informatie toegang
bij is inzicht in de kosten van alle ICT-services
heeft.
binnen en buiten instellingen noodzakelijk (Total Cost of Ownership, TCO). Bij het berekenen van deze kosten dient ook de mate van
3.3 Virtualisatie en alternatieve vormen van
duurzaamheid van de gekozen oplossingen te
sourcing en duurzame ICT
worden meegenomen. ICT kan op twee fronten aan duurzaamheid bijdragen: enerzijds
Door de toegenomen connectiviteit en het
door het eigen energieverbruik te beperken,
toepassen van virtualisatie in de ICT-infrastruc-
anderzijds door toepassing van virtualisatie
tuur neemt de beschikbaarheid van applica-
(hetgeen niet alleen leidt tot betere benutting
ties en content toe. Daardoor kunnen meer
van de capaciteit van computing- en datafaci-
duurzame voorzieningen worden gecreëerd.
liteiten, maar ook tot kostenreductie).
Dergelijke diensten worden op steeds grotere
De ontwikkelingen op het gebied van
schaal via ASP, SaaS of de ‘cloud’ aangeboden,
SaaS en cloud services vragen ook om richt-
en door de groeiende volwassenheid van het
lijnen over het omgaan met gevoelige data
concept wordt het ook voor de instellingen
die steeds vaker bij externe partijen zullen
thema’s
24
zijn ondergebracht: richtlijnen voor opslag,
gevolgd voor de innovatielevenscyclus van
gebruik, koppeling, bezit, toegankelijkheid en
nieuwe producten en diensten. Hierdoor is
controleerbaarheid. Er is een toetsingskader
het bijvoorbeeld onduidelijk op welk moment
nodig om externe dienstverleners te kunnen
welke beslissingen genomen moeten worden
beoordelen op hun privacybeleid en op de
en wanneer een dienst operationeel wordt.
mogelijkheid controle op hen uit te oefenen.
Een daarmee samenhangend probleem is dat
Een van de opties is om gevoelige data in huis
dezelfde groep/afdeling die een dienst heeft
te houden of onder te brengen in een geza-
ontwikkeld, deze (tot nu toe) ook ‘in de markt
menlijk beheerd platform.
zet’. Ontwikkeling en operations lopen daar-
Daarnaast zal aandacht moeten worden
door door elkaar. Er is behoefte aan een model
besteed aan uitleg over belang, voordelen
voor de innovatielevenscyclus, waarin voor
en noodzaak van SaaS en cloud services bij
iedere faseovergang is beschreven, wat de
instellingsbestuurders.
inbreng van de instellingen is en wat de vrijheidsgraden van SURF zijn. Het is van strategisch belang dat geslaagde
3.4 Innovatiecyclus diensten en producten
innovatieprojecten leiden tot duurzame veranderingen waarbij de innovaties op brede
In nieuwe innovatieprojecten kan gebruik
schaal in de bedrijfsprocessen worden benut.
worden gemaakt van living labs. In deze proef-
Voor een meer planmatige aanpak van innova-
tuinen op én via de campus zijn studenten,
tie is een levenscyclusmodel van groot belang.
docenten en onderzoekers medeontwerper en
Er is vooral meer aandacht nodig voor de
testgebruiker van nieuwe ICT-ontwikkelingen.
tweede helft van de innovatielevenscyclus: na
Dit sluit ook prima aan bij de wens van vooral
innovatie ook implementatie. SURF is, kortom,
het hbo om meer regionaal samen te werken.
niet alleen de kraamkamer van vernieuwing,
Daarbij zorgt SURF voor instellingsoverstij-
maar ook de organisatie die instellingen helpt
gende faciliteiten om zulke proeftuinen te
om de vernieuwing te testen, in de dagelijkse
stimuleren en te realiseren.
praktijk in te passen en op grote schaal de
Ontwikkelingsprogramma’s die zijn uit
voordelen ervan te ervaren.
gevoerd in SURF-verband hebben de afgelo-
In de praktijk blijken ICT-innovaties niet
pen jaren geleid tot steeds meer diensten en
vanzelfsprekend te worden opgepakt door
producten. Er is daarvoor momenteel geen
docenten en wetenschappers. Bij nieuwe
duidelijke strategie en er wordt geen model
projecten moet worden geanticipeerd op toe-
thema’s
25
komstig beheer en exploitatie, en zal rekening
onale geïntegreerde infrastructuur om e-con-
moeten worden gehouden met verschillende
tent (waaronder leermiddelen, publicaties en
snelheden van adoptie bij de instellingen. Om
onderzoeksdata) beschikbaar te stellen en te
te voorkomen dat resultaten op de plank blij-
ontsluiten. Het kunnen terugvinden en gebrui-
ven staan, moet er ruim voor de beëindiging
ken van content in bestaande repositories
van een project zijn nagedacht over de rele-
vraagt om een metadatastructuur. Daarbij is
vantie van bredere inzet van de resultaten
het van belang dat docenten en onderzoekers
en welke stappen dit vereist.
zich bewust zijn van de vraag hoe het eige-
Grootschalige implementatie en gebruik van diensten en producten vragen om een andere organisatievorm en een ander soort
naarschap van data, inclusief de bijbehorende rechten en plichten te regelen. Op het gebied van onderzoek heeft SURF
mensen: geen innovators maar implementers.
zich tot nu toe vooral geconcentreerd op
Daarom wordt een werkmaatschappij — SURF
wetenschappelijke publicaties, Open Access
Shared Professional Services (SURFsps) —
en repositories. Publiceren over resultaten is
opgericht, die verantwoordelijk wordt voor
belangrijk, maar dat geldt ook voor het verza-
operations en financieel op eigen benen zal
melen, analyseren, delen en hergebruiken van
staan. Bij deze werkmaatschappij kunnen ook
digitale onderzoeksdata. Onderzoek wordt
instellingen applicaties ‘sourcen’. De dienst-
immers steeds meer datagecentreerd en digi-
verlening van SURFsps is aan strikte condities
tale informatie is de norm geworden. Daarbij
gebonden, zoals een stabiele beheersituatie,
moet de onderlinge samenhang tussen de
financiële transparantie en integraal kosten-
datasets, reviews en cititaties zichtbaar zijn.
dekkende tarieven.
Een goed beheer van datasets maakt verificatie, (her)gebruik en valorisatie mogelijk. Er is behoefte aan coördinatie om de betrouwbaar-
3.5 Beschikbaar stellen en ontsluiten
heid, de toegankelijkheid en de preservering
e-content
van onderzoeksdata te bevorderen. SURF heeft hiertoe het Onderzoeksdata Forum
Er is een steeds groter aanbod aan e-content
opgericht, dat de samenhang van initiatieven
waarvan studenten, docenten, onderzoekers
op het terrein van permanente toegang tot
en bedrijfsleven kunnen profiteren. Om dat in
data bewaakt. In Europees verband partici-
onderwijs en onderzoek zinvol en betrouwbaar
peert SURF in de Taskforce ‘Primary Data’
te kunnen doen, is er behoefte aan een nati-
(Knowledge Exchange).
Parel 5/15
SURFspot.nl Via de ICT-webwinkel SURFspot.nl kopen studenten en medewerkers van hogeronderwijsinstellingen en (ouders van) basisschoolleerlingen software en andere ICTproducten in voor thuisgebruik. Dat doen zij dankzij de overeenkomsten van SURFdiensten tegen zeer lage prijzen.
Parel 6/15
SURFdiensten.nl Via de website SURFdiensten.nl schaffen aangesloten hogeronderwijsinstellingen tegen zeer gunstige prijs- en gebruiksvoorwaarden, licenties en bijbehorende media en diensten aan, regelen zij hun licentieadministratie en verkrijgen zij support.
Parel 7/15
DigiD DigiD — de code die iedere burger van de overheid krijgt om via internet overheidsdiensten te kunnen afnemen — is gebaseerd op de A-Select-software van SURF. Deze software is oorspronkelijk ontwikkeld voor het hoger onderwijs en onderzoek.
thema’s
28
Nederland heeft een eigen, landelijk onder-
tuur (netwerken, supercomputers, dataopslag
zoeksinformatiesysteem (Current Research
en software) is door het kabinet een jaarlijkse
Information System, CRIS). Dit CRIS met de
bijdrage van 62,5 miljoen euro toegezegd.
naam Metis biedt informatie over onderzoek
Echter, op dit moment is nog onduidelijk met
en de output daarvan. Dit onderzoeksinforma-
ingang van welk jaar deze jaarlijkse bijdrage
tiesysteem is aan vernieuwing toe — het is al
vrijkomt.
vijftien jaar in gebruik — en een grotere mate
Een van de aanbevelingen in het advies is
van governance (meer inzicht in de resultaten
om alle nu nog versnipperde activiteiten en ver-
van de aan onderzoek bestede middelen) is
antwoordelijkheden onder de paraplu van SURF
gewenst.
te brengen. Deze aanzienlijke uitbreiding van het takenpakket van SURF heeft consequenties voor de organisatiestructuur: niet alleen zullen
3.6 E-Science, supercomputing en grid
de activiteiten van NCF en de publieke activiteiten van SARA Reken- en Netwerkdiensten bij
Medio 2009 heeft het kabinet het advies van
SURF worden ondergebracht, daarnaast zullen
ICTRegie over de toekomst van de Nederlandse er nauwe lijnen met onder meer NWO en KNAW ICT-onderzoeksinfrastructuur1 overgenomen. Deze infrastructuur bestaat uit vijf bouwblok-
moeten worden onderhouden. Ook de oprichting van een e-Science
ken, die er samen voor moeten zorgen dat
Research Center vindt SURF gewenst. Dit cen-
de output van Nederlandse wetenschappelijk
trum zal nieuwe vormen van (inter)nationale
onderzoekers de internationaal erkende hoge
samenwerking mogelijk maken door kennis- en
kwaliteit behoudt. De bouwblokken zijn net-
methodeontwikkeling, computational science
werken, data- en computing-resources, grids,
processen, workflowtools, en hard- en software
e-Science services en system management.
waarmee onderzoekers dure apparatuur kunnen
Aan de totstandkoming van het advies
delen en gezamenlijk gebruik kunnen maken
hebben alle betrokken partijen bijgedragen.
van grootschalige, gedistribueerde computer-
Voor het eerst hebben zij dezelfde ambities.
en datafaciliteiten (o.a. grids).
Het kabinet heeft het advies van ICTRegie in
Er zal multidisciplinaire ICT-expertise worden
zijn totaliteit overgenomen. Een besluit over
ontwikkeld, niet alleen voor de bètaweten-
de gevraagde structurele financiering is door-
schappen maar ook voor de gamma- en alfawe-
geschoven naar de volgende kabinetsperiode.
tenschappen (computational humanities).
Voor de verdere ontwikkeling van de infrastruc-
thema’s
29
3.7 Technology Enhanced Education,
verhogen. Het onderwijsveld zelf bepaalt of
kwaliteit- en rendementverhoging in het
de technologische ondersteuning daadwerke-
hoger onderwijs
lijk bijdraagt aan de gestelde doelen. Door de toenemende vrijheid vindt er een verschuiving
Docenten en studenten bepalen in toene-
plaats van lesgeven op locatie naar virtueel
mende mate zelf welke ICT-toepassingen
onderwijs. Zo ontstaat een ander instellings-
ze in hun leer- en werkomgeving gebruiken.
overstijgend thema: het optimaliseren van de
ICT-functionaliteit is vanuit allerlei bronnen
bezettingsgraad van fysieke onderwijsruimtes.
te krijgen en die verscheidenheid zal linksom
Op dit moment zijn studie-uitval en werk-
of rechtsom worden benut. Daarom moeten
druk van docenten de grootste uitdagingen
docenten en studenten meer keuzevrijheid
in het hoger onderwijs. Een specifiek op deze
krijgen: zowel wat betreft de ICT-toepassingen
problematiek gericht stimuleringsprogramma
en -studiegereedschappen als de wijze waarop
voor innovatieve projecten zou een effectieve
deze worden ingezet. Verschillen in leerstijlen
manier kunnen zijn om kwaliteit en rendement
en ICT-vaardigheden van studenten (maar
te verhogen.
ook hun eventuele fysieke beperkingen) vra-
Een van de oorzaken van studie-uitval is de
gen een grotere diversiteit aan naast elkaar
onvoldoende aansluiting tussen de vooroplei-
bestaande onderwijsmethodieken en werk-
ding en een vervolgstudie. Er bestaat een dis-
vormen. Docenten zullen zich verder moeten
crepantie tussen het gewenste instroomniveau
bekwamen in het gebruik daarvan om de
in het hoger onderwijs en het daadwerkelijke
kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te
eindniveau bij het verlaten van het voortgezet
verbeteren. De taak voor SURF is natuurlijk
onderwijs. Daarnaast is de studentenpopulatie
om te regisseren dat deze diversiteit aan ICT-
steeds heterogener geworden: (internationale)
toepassingen interoperabel wordt en blijft.
studenten met de meest uiteenlopende voor-
Om docenten en studenten meer vrijheid
opleidingen en achtergronden beschikken bij
tot differentiatie te geven in de uitoefening
de start van hun opleiding over zeer verschil-
van hun taken en het gebruik van ICT-gereed-
lende voorkennis. Digitale diagnostische toet-
schappen zullen, samen met de overheid,
sen kunnen lacunes in voorkennis van (aspi-
opnieuw innovatieprojecten moeten worden
rant)studenten en studievoortgang vaststellen
opgestart. Technology Enhanced Education2
en digitaal onderwijsmateriaal kan de student
moet de onderwijs- en studie-omgeving ver-
helpen om geconstateerde achterstanden zelf
beteren door zowel kwaliteit als rendement te
in te halen.
thema’s
30
Er komt steeds meer regionale samenwerking en samenwerking over de kolommen van hogeronderwijsinstellingen heen, in de vorm van clusters van hogescholen en universiteiten, die op hun beurt weer samenwerken met roc’s, het voortgezet onderwijs en de beroepspraktijk. Dit is noodzakelijk om te bereiken dat onderwijsvormen beter op elkaar en op de beroepspraktijk aansluiten (doorgaande leerwegen), zodat studie-uitval vermindert, studiesucces en -rendement vergroten en er een goede aansluiting is op de arbeidsmarkt. Consequentie is wel dat moet worden gezorgd voor afstemming met de sectorraden over uitwisseling van studentgegevens in de keten. SURF zal de ICT-samenwerking niet altijd kunnen en willen beperken tot louter het hoger onderwijs. Steeds opnieuw zal SURF een goede afweging moeten maken. Wanneer een sectoroverschrijdende aanpak voordelen biedt, zal SURF deze kans aangaan.
1 Towards a competitive ICT infrastructure for scientific research in the Netherlands, december 2008 2 de tot nu toe gebruikte term e-Learning dekt de lading onvoldoende
Parel 8/15
internationale samenwerking SURF werkt samen met toonaangevende landen. Door mee te doen aan allianties, themacongressen en werk groepen staat Nederland in Europa, de USA, Australië, Canada en Japan bekend als een land waarmee je goed en laagdrempelig kunt samenwerken. Dit resulteerde in 2008 bijvoorbeeld in collectieve contracten tussen Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Denemarken enerzijds met vijf uitgeverijen anderzijds.
Parel 9/15
Open Access van onderzoeksresultaten SURF heeft DAREnet opgezet, een dienst waarmee alle instellingen wetenschappelijke publicaties openbaar toegankelijk maken. Dit succesvolle initiatief is een voorbeeld geworden voor andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Bovendien is SURF internationaal initiator van Open Access van onderzoeksresultaten. Samen met buitenlandse partners beweegt SURF onder meer de Europese Commissie om zich hiervoor in te spannen.
surf meerjarenplan 2011 – 2014
Hoofdstuk 4
De prioriteiten In dit hoofdstuk is aangegeven wat de belangrijkste prioriteiten zijn die SURF binnen de geschetste thema’s wil aanpakken. Per prioriteit zijn concrete doelstellingen geformuleerd voor de planperiode 2011–2014. De nummering van de onderstaande paragrafen is analoog aan de nummering van de thema’s in hoofdstuk 3.
de prioriteiten
4.1 Behouden van de koppositie op het gebied van netwerkinfrastructuur 34
Om de koppositie te behouden staan SURF
ten, docenten en onderzoekers in 2015 de
twee acties voor ogen. Allereerst is dat het op
eerste gebruikers in Nederland zijn van een
basis van de nieuwste ontwikkelingen op het
landelijk dekkend fixed-wireless seamless
gebied van optica, ethernet en IP dooront-
netwerk.
wikkelen van SURFnet6 naar SURFnet7 (het
Daartoe zal samenwerking worden gezocht
schaalbare hybride netwerk) en vervolgens
met operators en leveranciers van mobiele
naar SURFnet8.
netwerkdiensten. Deze toevoeging moet het
De ontwikkeling van SURFnet7 vindt plaats
mogelijk maken device-, tijd- en plaatsonaf-
in het GigaPort3-project, dat wordt uitge-
hankelijk toegang tot het netwerk en de
voerd van 2009 – 2013. Doel van GigaPort3 is
daarmee verbonden bronnen te verkrijgen.
ervoor te zorgen dat het hoger onderwijs en
Het Nederlands hoger onderwijs creëert
onderzoek in Nederland ook in de toekomst
daarmee een aantrekkelijke omgeving voor
kan beschikken over een geavanceerde hoog-
digitale samenwerking voor onderzoekers,
waardige netwerkinfrastructuur. De bestaande
kenniswerkers en studenten uit binnen- en
hybride netwerkarchitectuur van SURFnet6
buitenland. De draadloze netwerkinfrastruc-
wordt daartoe uitgebreid en vernieuwd. Door
tuur zal daarom gebaseerd moeten zijn op
gebruik te maken van nieuwe netwerktechno-
internationale standaarden en SURF zal, waar
logieën en standaarden zullen de flexibiliteit
nodig, hierbij een voorlopersrol spelen.
en de hanteerbaarheid van lichtpaden wor-
De integratie van draagbare apparaten in
den vergroot. Nieuwe fotonische technologie
de communicatie-infrastructuur biedt verder
wordt ingezet om bandbreedte op tijd, op
mogelijkheden voor plaatsonafhankelijke inter-
maat, kosteneffectief en duurzaam te kunnen
actieve onderwijsprocessen door het snel en
aanbieden. De dienst voor dynamische licht-
gemakkelijk samenbrengen van personen en
paden zal worden uitgebouwd, waarbij een zo
data, waaronder ook directe lokale gegevens
goed mogelijke integratie met de overige ICT-
als beeld- en geluidsopnamen en plaatselijke
infrastructuur wordt nagestreefd. Ook wordt
metingen.
het internationale knooppunt NetherLight verder uitgebouwd en geprofessionaliseerd. De tweede actie is de toevoeging van een naadloze aansluiting van het vaste glasvezelnetwerk op een draadloze netwerkinfrastructuur. Het is de ambitie van SURF dat studen-
de prioriteiten
35
De toevoeging van draagbare apparaten aan de communicatie-infrastructuur stelt wel hoge eisen aan identitymanagement en aan de beveiliging van bronnen. Anderzijds biedt het toevoegen van draagbare apparaten aan de infrastructuur op dit terrein ook kansen, met name het gebruik van digitale biomedische technieken als irisscans en vingerafdrukken. Bijzondere aandacht vraagt de waarborging van de privacy van deelnemers aan draadloze communicatie. Hun apparaten bevatten in de regel informatie die afgeschermd moet zijn voor ongeoorloofde toegang door anderen. De acties worden uitgevoerd in de vorm van innovatieprogramma’s, gefinancierd uit FES-middelen en het OCW-innovatiebudget. Voor de komende planperiode zijn de volgende resultaten voorzien: • de ontwikkeling van SURFnet7. Dit wordt ontworpen en gebouwd binnen het innovatieproject GigaPort3. Hier vinden ook de voorbereidingen plaats voor SURFnet8; • de totstandkoming van het fixed-wireless seamless netwerk.
de prioriteiten
4.2 Het optimaliseren van beveiligings- en privacyaspecten in de digitale wereld 36
De in hoofdstuk 2 beschreven ontwikkelingen
SURF voert de komende jaren het meerjaren-
in de ICT-infrastructuur maken duidelijk dat de
programma Informatiebeveiliging en Privacy
noodzaak van een integraal beveiligingsframe-
uit. De beoogde resultaten daarvan zijn:
work alleen nog maar zal toenemen. Essentieel
een actieve community rondom het thema
is om een balans te vinden tussen beveiliging
informatiebeveiliging, waarbinnen de leidraad
en gebruiksvriendelijkheid, waarbij rekening
Informatiebeleid wordt ontwikkeld;
wordt gehouden met belangrijke onderwerpen
• een actieve community rondom het thema
als identity management, informatiebeveiliging
privacy, waarbinnen de leidraad Privacy
en privacy. (Inter)nationale samenwerking, ook met partijen buiten het veld van het hoger onderwijs en onderzoek, is een noodzakelijke
wordt ontwikkeld; • een expertisenetwerk/knowledge-base met een toolbox voor het uitvoeren van scans
voorwaarde bij de uitvoering van dit thema.
en audits, en best practices op dit terrein;
Het is de bedoeling in de planperiode te
• een computer emergency response team
realiseren dat er bij alle instellingen een computer emergency response team bestaat, dat
bij alle instellingen; • voor iedereen in het hoger onderwijs en
reactief en proactief op beveiligingsinbreu-
onderzoek toegang tot diensten en content
ken reageert. Gecoördineerd door SURFnet
op basis van een geauthenticeerde rol;
zal bovendien een expertisenetwerk worden opgebouwd. De bestaande dienstverlening op het gebied van authenticatie en autorisatie wordt verder uitgebreid. Het doel is dat iedereen die in Nederland bij een instelling voor hoger onderwijs en onderzoek werkzaam is, op basis van een geauthenticeerde rol toegang krijgt tot diensten en content van publieke en private leveranciers op het internet. De uitvoering hiervan wordt belegd bij SURFnet en SURFdiensten.
• verhoogde bewustwording van het belang van veiligheids- en privacyaspecten (via campagnes).
de prioriteiten
4.3 Alternatieve vormen van sourcing en duurzaamheid bevorderen 37
4.3.1 Onderzoek naar de effecten van
ven aan federatieve authenticatie en autorisa-
virtualisatie van resources en applicaties in
tie, en zal de interoperabiliteit tussen de ver-
het hoger onderwijs en onderzoek
schillende leveranciers worden gewaarborgd. Om inzicht te krijgen in de functionaliteit, de
De ontwikkelingen in de netwerkinfrastructuur
kosten, kortom de (on)mogelijkheden van
hebben in de afgelopen periode verschillende
alternatieve sourcing zoals ASP, SaaS en cloud
outsourcingmodellen mogelijk gemaakt: van
services, lijkt een proeftuin geschikt. Op deze
het onderbrengen van bedrijfssoftware en
manier kunnen experimenten ter plaatse wor-
-hardware bij een ASP via SaaS naar het afne-
den uitgevoerd bij geïnteresseerde instellingen
men van services uit de cloud. Door de diverse
die een heel specifieke toepassing willen toet-
leveringsmodellen van resources en applica-
sen. Deze activiteiten worden in de innovatie-
ties te optimaliseren, ontstaat er in het hoger
programma’s van SURFnet en SURFdiensten
onderwijs en onderzoek meer ruimte voor
belegd.
focus op de primaire processen.
Ook wordt er een toetsingskader ontwik-
Het optimaliseren van de leveringsmodellen
keld om externe dienstverleners te kunnen
— voor verschillende soorten situaties strategi-
beoordelen op hun privacybeleid en op de
sche keuzes maken voor services uit de cloud
mogelijkheid controle op hen uit te oefenen.
— geschiedt op basis van criteria als functio-
Daarnaast zal aandacht worden besteed aan
naliteit, kosten, beschikbaarheid en duurzaam-
uitleg over belang, voordelen en nadelen
heid. Daarbij wordt onderscheid gemaakt
van SaaS en cloud services bij instellingsbe-
tussen resources en applicaties van het type
stuurders.
‘commodity’ (algemeen beschikbare generieke functionaliteit), confectie (branchespecifiek
Voor de komende planperiode zijn de vol-
voor hoger onderwijs en onderzoek) en ‘tail-
gende resultaten voorzien:
ored’ (maatwerk, bijvoorbeeld op faculteit- of
• het optimaliseren van leveringsmodellen;
vakgroepniveau). Hoe specifieker de wensen
• in situ getoetste sourcing modellen;
zijn, hoe minder er kant en klaar op de markt
• toetsingskader voor het beoordelen van
gekocht kan worden. Het toepassen van alternatieve sourcing is complex. Inhoudelijke, technische, privacy-, beveiligings- en emotionele aspecten spelen een rol. Daarbij moet invulling worden gege-
externe dienstverleners.
Parel 10/15
HBO Kennisbank Op de HBO Kennisbank zijn publicaties van lectoren en scripties van hbo-studenten te vinden en te raadplegen. Bezoekers kunnen de artikelen waarderen en recenseren, en anderen attenderen op waardevolle content. De HBO Kennisbank haalt de informatie op uit de repositories van de hogescholen.
Parel 11/15
Samen werken aan onderwijsvernieuwing De samenwerking tussen hogeronderwijsinstellingen leidde tot meer dan zestig geslaagde onderwijsvernieuwings足 projecten en intensieve samenwerking tussen hogescholen en universiteiten. Dit is uniek in Nederland en voor zover bekend in de wereld.
de prioriteiten
40
4.3.2 Bevorderen van duurzaamheid met
— een zeer actieve community met 1500 leden
behulp van ICT
— wordt die verankering de komende planperiode bewerkstelligd. Resultaten zijn onder
De enorme toename van ICT-toepassingen
andere:
heeft ook een nadeel. De ICT verbruikt energie
• kwaliteitsverbetering van het hoger onder-
en kent een navenante CO2-uitstoot. Het is derhalve noodzakelijk om de netwerkinfrastructuur en de computer- en datacenters
wijs door kennisinnovatie op gebied van duurzame ontwikkeling; • integratie van kennis, kennisnetwerken,
energiezuiniger te maken. ICT neemt op dit
(regionale) living labs en intersectorale
moment zelf naar schatting zo’n 2% van het
samenwerkingsverbanden rondom duur-
1
totale energieverbruik voor zijn rekening.
zame ontwikkeling;
Hoewel dat percentage naar verwachting zal
• initiatieven voor groene rekencentra;
toenemen, zit de echte uitdaging in het terug-
• verzamelen en delen van best practices met
dringen van het energieverbruik in de volle
betrekking tot duurzame ontwikkeling en
breedte. Er moet dus actief worden geïnves-
hoger onderwijs;
teerd in mogelijkheden om onder meer met behulp van ICT het energieverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast kan ICT ook een bijdrage leveren aan kennis innovatie op het gebied van duurzame ontwikkeling.
• opstarten van kansrijke projecten rond duurzaamheid; • ontwikkeling van innovatieve ICT-toepassingen om energie en kosten te besparen; • indien gewenst: een Green League2 (ranking) voor onderwijsinstellingen.
Duurzaamheid wordt ook binnen het hoger onderwijs een steeds belangrijker thema, maar de veelal verspreide (individuele) initiatieven binnen het hoger onderwijs vinden vaak nog geen verankering binnen het instellingsbeleid. Ook is behoefte aan versterking van kennisnetwerken tussen het hoger onderwijs en onderzoek, bedrijven en overheden om de kwaliteit van hoger onderwijs door inbedding van duurzame ontwikkeling te vergroten. Samen met de stichting Duurzaam Hoger Onderwijs
1 Deze hoeveelheid is vergelijkbaar met de sector luchtvaart 2 http://peopleandplanet.org/greenleague/faq
de prioriteiten
4.4 Het aanbieden van kosteneffectieve professionele shared services 41
De SURF-werkmaatschappijen hebben met
fessionele shared services organisatie. Zo’n
enige regelmaat te maken met projecten of
organisatie kan de continuïteit en kwaliteit van
programma’s die na hun ontwikkelfase terecht
de dienstverlening beter organiseren. Boven-
komen in een exploitatiefase. In de exploita-
dien zijn er schaalvoordelen te behalen.
tiefase is er sprake van een product of dienst
SURF heeft er belang bij dat de continuïteit
voor de instellingen van hoger onderwijs en
en de kwaliteit van de ondersteunende dienst-
onderzoek die over een langere periode wordt
verlening aan de verzelfstandigde projecten
aangeboden op basis van structurele financie-
op peil is. Het voortbestaan van een dienst of
ring of een tariefmodel. In een enkel geval kan
product vergroot het effect van een innovatie
een dergelijke dienst worden overgedragen
sterk en het veld koppelt het succes van de
aan een derde partij. In andere gevallen ont-
projecten, ondanks verzelfstandiging, toch aan
wikkelt zo’n project zich tot een exploitatie-
SURF.
organisatie die verzelfstandigd kan worden, zoals dat gebeurd is met Studiekeuze123 en
Voor de komende planperiode is voorzien:
Studielink. Het is te verwachten dat binnen de
• het oprichten van een nieuwe dochter bin-
SURF-werkmaatschappijen verzelfstandiging
nen de SURF-familie: SURF Shared Profes-
vaker zal voorkomen.
sional Services (SURFsps).
Daarnaast zijn er samenwerkingsinitiatieven van verschillende instellingen uit het veld die diensten of producten gezamenlijk willen exploiteren. Ook deze initiatieven zoeken vaak een organisatie waar zij hun exploitatie kunnen onderbrengen. De exploitatieorganisaties zijn te klein om alle ondersteunende diensten zelf uit te voeren, zoals op het terrein van financiën, personeelszaken, communicatie en facilities. Ook zijn zij op zoek naar een efficiënte manier om de primaire activiteiten van het project te organiseren. Zij zouden in veel gevallen graag hun personeel betrekken van — of aanwezig personeel willen onderbrengen in — een pro-
de prioriteiten
4.5 Het bieden van een infrastructuur voor digitale content 42
4.5.1 Het creëren van een (inter)nationale
partijen binnen het (internationale) onderwijs
geïntegreerde infrastructuur voor digitale
en onderzoek. De bereidwilligheid om eigen
content
materiaal via instellings- of nationale repositories in de vorm van ‘Open educational
Grenze(n)loos samenwerken vraagt om open
resources’ te ontsluiten en het materiaal van
toegang tot onderzoeksresultaten en leermid-
anderen te gebruiken, moet worden gestimu-
delen en een infrastructuur die deze samen-
leerd. Want wanneer instellingen minder ener-
werking ondersteunt. Allereerst zal het gebruik
gie hoeven te steken in het ontwikkelen van
en het beschikbaar stellen van open materiaal
educatief materiaal, kunnen zij beter focussen
moeten worden gestimuleerd. In samenhang
op programma’s en activiteiten die het studie-
met andere initiatieven en (markt)partijen is
succes vergroten. Overwogen kan worden om
innovatie nodig op verschillende terreinen. Zo
in navolging het succesvolle project ‘Cream of
zijn bijvoorbeeld verdienmodellen een nog
Science’4 een programma te starten waarin de
onontgonnen gebied.3
‘Cream of Dutch Educational Courses’ wordt
Om de samenwerking over instellings- en
gepresenteerd. De hiervoor benodigde acti-
landsgrenzen te vereenvoudigen — bijvoor-
viteiten worden uitgevoerd in een tactisch
beeld bij de totstandkoming van leer- en
meerjarenprogramma. Via een ontwikkel- en
onderzoeksmateriaal — wordt een open
implementatietraject zullen uiteindelijk dien-
samenwerkingsplatform ontwikkeld. Een van
sten voor gedistribueerd open onderzoeks- en
de uitdagingen daarbij is het faciliteren van de
onderwijsmateriaal worden opgeleverd. Daar-
samenwerking tussen mensen die gebruikma-
bij wordt nationaal en internationaal samen-
ken van bestaande en nieuwe samenwerkings-
gewerkt met standaardiseringsorganisaties
diensten in de markt en bij de instellingen zelf.
(zoals NEN en IMS) en partners (zoals Kennis-
Ook is het nodig standaarden op te stel-
net en JISC). Dit programmaonderdeel wordt
len om de operabiliteit van informatie en
in zijn geheel gefinancierd uit de samenwer-
applicatieomgevingen te bevorderen en zo de
kingsbijdrage.
betrouwbaarheid, het gemak en de efficiëntie van het uitwisselen en gebruik van informatie te vergroten. SURF zal zorg dragen voor het maken, uitdragen en beheren van afspraken binnen het hoger onderwijs en onderzoek en dit afstemmen met initiatieven van andere
de prioriteiten
43
Voor de komende planperiode zijn de vol-
Het voorstel is om bij de vernieuwing een
gende resultaten voorzien:
stap verder te gaan dan de realisatie van een
• het in samenwerking met uitgevers ontwik-
door iedere instelling ‘stand-alone’ te gebrui-
kelen van een verdienmodel voor Open
ken onderzoeksinformatiesysteem. Door een
Access;
gemeenschappelijke infrastructuur te realise-
• opstellen van standaarden voor repositories;
ren, kan meer gebruiksgemak worden gebo-
• stimuleren dat materiaal wordt ontsloten en
den, is minder invoer op de werkvloer van de
hergebruikt; • eenvoudige samenwerking over instellingsgrenzen heen.
instelling nodig en kan meer tegemoet worden gekomen aan de behoeften van de verschillende organisaties (niet alleen de universiteiten, maar met name ook de UMC’s). Een CRIS heeft meerdere functies: sturing
4.5.2 Het vernieuwen van de nationale
en verantwoording, ontsluiting van titelinfor-
infrastructuur voor onderzoeksinformatie
matie en toegang tot de instellingsrepository waar de output zich bevindt. Het nieuwe
In het begin van de jaren negentig zijn tussen
Nederlandse CRIS zal andere functionaliteiten
OCW en de universiteiten afspraken gemaakt
en meer gebruiksgemak moeten bieden dan
over de jaarlijks aan te leveren informatie op
het huidige Metis. Er is sterke behoefte aan
het gebied van onderzoeksinzet en -output.
een aanpak waarbij de hoeveelheid invoer-
De daartoe ontwikkelde applicatie Metis wordt
werk aan de basis van de organisatie zoveel
door alle universiteiten en de KNAW gebruikt,
mogelijk wordt teruggedrongen; de dataverza-
maar is nu toe aan een ingrijpende techni-
meling meer wordt ingericht op datgene wat
sche renovatie. Het plan is dat VSNU, NFU,
van belang is voor citatieanalyses (iets wat bij
HBO-raad, KNAW en NWO in SURF-verband
het huidige systeem vooral door de UMC’s als
gezamenlijk optrekken bij de vervanging dan
beperking wordt ervaren); en waarbij het CRIS
wel vernieuwing van Metis en zo te komen tot
niet alleen dient als instrument voor rappor-
een nieuw Nederlands CRIS (Current Research
tage en verantwoording naar het instellingsni-
Information System). De hoofdfunctie van een
veau en OCW, maar ook voorziet in behoeften
CRIS is de registratie van output, gekoppeld
van onderzoekers en onderzoeksgroepen.
aan de werkrelatie(s) van de auteur(s) en aan de financiering van dat onderzoek.
Om zo’n stap vooruit te kunnen realiseren is het nodig een landelijk opgezet systeem met gemeenschappelijke basisbestanden te
de prioriteiten
44
realiseren. De activiteiten hiervoor worden uitgevoerd in een tactisch meerjarenprogramma. De financiering geschiedt door de participerende instellingen, waarbij de opstart wordt gefinancierd vanuit het SURFshareprogramma (PRIMA-financiering). Voor de komende planperiode zijn de volgende resultaten voorzien: • een gemeenschappelijke (landelijke), gebruiksvriendelijke infrastructuur voor onderzoeksinzet en -output, die aansluit op de behoeften van de verschillende gebruikers.
3 'Open' is niet per se gratis 4 A recipe for Cream of Science, Ariadne, issue 45, 2005
Parel 12/15
SURF Onderwijsdagen Jaarlijks bezoeken meer dan 800 ICT-professionals uit het hoger onderwijs en onderzoek dit grote tweedaagse evenement van SURFfoundation op het gebied van ICT-ontwikkelingen in het hoger onderwijs. De SURF Onderwijsdagen zijn voor het eerst gehouden in 1999. Sinds 2009 organiseren SURF ĂŠn Kennisnet het evenement gezamenlijk voor de gehele onderwijsketen onder de naam DĂŠ Onderwijsdagen.
de prioriteiten
4.6 Het ontwikkelen van een nationale transparante en competitieve ICT-onderzoeksinfrastructuur 46
Op dit moment (2009 – 2010) ontwikkelt SURF een blauwdruk voor het aanpassen van de organisatiestructuur, zodanig dat de activiteiten van NCF en de publieke activiteiten van SARA Reken- en Netwerkdiensten bij SURF worden ondergebracht. Ook de oprichting van een e-Science Research Center krijgt hierin een plaats. In de blauwdruk wordt rekening gehouden met het feit dat er nauwe lijnen moeten zijn met onder andere NWO en KNAW. Zodra de financiering is vrijgekomen, zal het door het kabinet overgenomen advies van ICTRegie in de planperiode worden uitgewerkt.
prioriteiten
4.7 Technology Enhanced Education, het verhogen van kwaliteit en rendement in het hoger onderwijs 47
Een van de oorzaken van de hoge uitval onder
door de potentie van nieuwe technologieën
studenten in het hoger onderwijs is de onvol-
te onderzoeken en met innovatieve toepas-
doende aansluiting tussen vooropleiding en
singen vraagstukken in het onderwijs op te
vervolgstudie. Behalve disciplinespecifieke
lossen. Samen met de voorlopers binnen de
aansluitingsproblemen zijn wiskunde en statis-
onderwijsinstellingen ontwikkelen SURFnet en
tiek, Engelse en Nederlandse taalvaardigheid
Kennisnet kennis en ervaring over de inzet van
en onderzoeksvaardigheden generieke pro-
deze technologieën, waarna ze doorstromen
bleemgebieden waar studenten en opleidin-
naar de instellingen.
gen bij schakelmomenten en tijdens de opleiding mee kampen. SURF faciliteert het mede
Voor de komende planperiode zijn de vol-
door de overheid te financieren innovatiepro-
gende resultaten voorzien:
ject ‘Toetsing en Toetsgestuurd Leren’, waarin
• tenders voor projectsubsidies;
instellingen voor hoger onderwijs op basis van
• nationaal expertisenetwerk over toetsen en
projectsubsidies bestaand materiaal per disci-
het flexibel aanbieden van onderwijs en een
pline bundelen en ICT-oplossingen ontwikke-
landelijke portal daarvoor;
len voor de inzet, ontwikkeling en implemen-
• nieuwe ICT-functionaliteiten voor het onder-
tatie van digitale toetsen en oefenmateriaal. In
wijs. De nieuwe mogelijkheden worden ver-
een landelijk expertisenetwerk en via een nati-
kend en beproefd binnen het SURFnet/Ken-
onale portal worden kennis en good practices
nisnet Innovatieprogramma.
gebundeld en ontsloten. Ook onderwijs op maat voor studenten met verschillende achtergronden kan voor de eerdergenoemde problemen een oplossing bieden. Maar dat is, met de huidige studentenaantallen en docentcapaciteit, niet te realiseren. Met behulp van ICT kan het onderwijs wel zo flexibel mogelijk worden aangeboden. Leerlingen en docenten kiezen gezamenlijk welke vormen het beste aansluiten bij de leerbehoefte en leerstijl. Het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma geeft een impuls aan de ICT-vernieuwing in het gehele onderwijs
Parel 13/15
Studielink Studielink verzorgt de informatie-uitwisseling tussen de 足student, de onderwijsinstellingen en de overheid. Via Studielink kunnen studenten zelf online hun aanmelding en inschrijving bij DUO (voorheen de Informatie Beheer Groep) en bij de hogeschool of universiteit van hun keuze regelen. Daarmee voorziet SURF in een instrument dat alle instellingsadministraties en DUO met elkaar verbindt.
surf meerjarenplan 2011 – 2014
Hoofdstuk 5
Organisatie, werkwijze en financiering Dit hoofdstuk belicht de werkwijze en organisatie van SURF die nodig is om de prioriteiten uit dit Meerjarenplan goed uit te kunnen voeren.
organisatie, werkwijze en financiering
5.1 De organisatie
50
Voor de komende planperiode staan de instel-
VRAAG
VRAAG
lingen voor hoger onderwijs en onderzoek voor de uitdaging het gezamenlijk potentieel van het samenwerkingsverband SURF optimaal in te zetten voor de uitvoering van het Meerjarenplan. Hiervoor is een aantal aanpas-
HOGER ONDERWIJS & ONDERZOEK
INNOVATIEVE DIENSTVERLENER
ICT LEVERANCIER
singen in de SURF-organisatie noodzakelijk. Afstemming vraag en aanbod
AANBOD
AANBOD
SURF vervult een belangrijke rol in het bundelen van de vraag vanuit de instellingen
Programmatisch werken
enerzijds en het verkennen van potentiële
SURF wil haar organisatie sterker richten op
technische mogelijkheden en diensten van
de levenscyclus van producten en diensten:
leveranciers anderzijds. Vraagbundeling vindt
van ICT-innovatie tot stabiele dienstverlening.
in eerste instantie plaats via de prioritering
Dit krijgt vorm via programmatisch werken.
van thema’s in de door de instellingen geac-
In een programma kunnen verschillende
cordeerde strategische Meerjarenplannen.
onderdelen uit de SURF-organisatie hun ken-
Vervolgens wordt dit per jaar geconcretiseerd
nis en expertise inbrengen. Per fase van het
in het Jaarplan. Op deze manier kan SURF
programma verschuift het zwaartepunt van
namens de instellingen optreden als gespreks-
meer op strategie gerichte organisatieonder-
partner van leveranciers, de gewenste innova-
delen (SURFfoundation en het innovatiepro-
tieprogramma’s (vaak samen met de leveran-
gramma van SURFnet) naar onderdelen die
cier) opstarten en gewenste ontwikkelingen
meer gericht zijn op tactische uitwerking en
aansturen, introduceren en beleggen,
operational excellence (SURFnet, SURFdien-
en onderhandelen over diensten en prijzen.
sten en SURFsps). Ook tussen organisatieonderdelen onderling wordt intensiever samengewerkt. Elk programma en project heeft een projectmatige en een procesmatige kant. Gebruikmakend van projectmanagementtechnieken (ontwerpen, plannen, faseren en het vastleggen van afspraken) wordt momentum gecreëerd en
organisatie, werkwijze en financiering
51
voortgang geboekt. Daarnaast is goed proces-
van de verschillende organisatie-eenheden
management noodzakelijk om de scope van
helder te maken en synergie te waarborgen,
een project te laten meebewegen met de
wordt de holdingstructuur van SURF expli
belangen van de verschillende belanghebben-
cieter uitgewerkt.
den en daarmee draagvlak te creëren. Het is
In het huidige SURFfoundation worden
vanuit deze visie ook van groot belang om bij
innovatieprogramma’s binnen het kader van
de uitvoering van de strategische thema’s van
het Meerjarenplan opgestart onder strate-
het Meerjarenplan 2011 – 2014 goed onder-
gische aansturing van de platformbesturen
scheid te maken tussen de strategische bepa-
Onderzoek, Onderwijs en Bedrijfsvoering.
ling van de thema’s, de tactische belegging in
De borging met het beleid van de instellingen
programma’s en de operationele implementa-
vindt bij de platformbesturen plaats omdat
tie in projecten binnen de instellingen.
hun leden ook verantwoordelijk zijn voor de ICT-innovatie binnen hun eigen instelling. Dit
Strategisch beleid, borging, coördinatie en
borgingsprincipe heeft in de afgelopen twee
afstemming
planperioden uitstekend gewerkt. Er is dus
De activiteiten binnen de samenwerkingsor-
geen reden om dit te veranderen.
ganisatie SURF groeien in scope en kwantiteit.
Wat wel verandering behoeft is de vermen-
Zowel het aantal als de omvang van organi-
ging van governance op de gehele organisatie.
satieonderdelen neemt daardoor toe. Het is
Om die reden verdient het aanbeveling om
goed om op te merken dat dit niet het gevolg
het Bureau SURF los te maken van het hui-
is van een bewust beleid om groter te worden,
dige SURFfoundation. Er zal een apart Bureau
maar het directe gevolg is van het feit dat ICT
SURF worden ingericht voor de governance
voor het kwalitatief hoogwaardig uitvoeren
van de holding, en het huidige SURFfounda-
van álle primaire processen van hoger onder-
tion wordt gepositioneerd als strategisch inno-
wijs en onderzoek een noodzakelijke voor-
vatiecentrum. De voorzitters van de platforms
waarde is.
Onderzoek, Onderwijs en Bedrijfsvoering zijn
SURF bestaat momenteel uit drie organisa-
voor de coördinatie en afstemming tussen de
tieonderdelen. In 2010 wordt SURF uitgebreid
platforms q.q. lid van het DB SURF. De alge-
met in ieder geval één dochter, SURFsps bv.
meen directeur is om dezelfde reden secretaris
Als de financiering voor uitwerking van het
van elk van de drie platforms. In de komende
advies van ICTRegie vrijkomt, zal er nog een
planperiode zal ook aandacht worden besteed
werkmaatschappij bijkomen. Om de aansturing
om de overlegstructuur met de diverse gremia
organisatie, werkwijze en financiering
52
AB DB WTR bureau SURF CP
RvC
RvC
RvC
OZ
OW ORG
SURFnet
SURFdiensten
De voorgestelde nieuwe organisatie van SURF. WTR staat voor de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF; CP is de Commissie Projectbewaking. OZ, OW en ORG zijn de drie platforms binnen SURFfoundation (ORG is het platform ICT en Bedrijfsvoering). Adviesorganen als CIO-beraad en BIK vervullen een adviserende rol naar zowel SURFfoundation als SURFsps.
SURFsps
SURFfoundation
organisatie, werkwijze en financiering
53
efficiënter en transparanter te maken.
Oprichting SURFsps
Voor de benodigde coördinatie en afstemming
Al bij de start van de planperiode zal een
tussen de verschillende onderdelen is de Raad
nieuwe dochter het licht zien: SURFsps. Deze
van Commissarissen van SURFnet, SURFdien-
organisatie verzorgt ondersteunende dien-
sten en SURFsps als volgt samengesteld: de
sten op het terrein van onder meer financiën,
voorzitter van SURF, de Algemeen directeur
personeelszaken, communicatie en facilities
SURF en een onafhankelijk lid van het Col-
voor organisaties die te klein zijn om dit zelf
lege van Bestuur van een van de instellingen
te doen. Ook biedt SURFsps een efficiënte
binnen de SURF-organisatie. Deze linking pin-
manier om primaire activiteiten van een pro-
constructie borgt de coördinatie tussen de
ject te organiseren, met name op het terrein
werkmaatschappijen. De rol van de voorzitter
van inhuur van personeel.
wordt uitgebreid. Vanwege diens toegenomen
In eerste instantie gaat het bij SURFsps om
activiteiten en verantwoordelijkheden en de
diensten die in SURF-verband ontwikkeld zijn
bestuurlijke afstemming op nationaal niveau
en die niet eenvoudig aan marktpartijen kun-
wordt een parttime vrijgestelde voorzitter
nen worden overgedragen,1 zoals Studielink
aangesteld.
en Studiekeuze123. Diensten worden onder-
De band met de instellingen wordt verdiept
gebracht bij SURFsps ofwel als er sprake is
door strategisch advies en afstemming op
van bedrijfskritische gegevens, danwel er zijn
tactisch niveau over de uitvoering van pro-
privacy aspecten in het geding; ofwel als er
gramma’s van SURFfoundation en de diensten
sprake is van marktfalen: marktpartijen zien
van SURFsps. Dit gebeurt met gremia als de
het risico als te groot.
Beleidsgroep Innovatie Kennisinfrastructuur (BIK) en het CIO-beraad.
In tweede instantie kunnen ook andere ICT-diensten die door een aantal hogeronderwijsinstellingen gezamenlijk zijn ontwikkeld een plaats krijgen binnen SURFsps. In alle gevallen is transparantie over de financiën een vereiste en er moet sprake zijn van integraal kostendekkende tarieven.
1 Bijvoorbeeld omdat de onderliggende database informatie bevat die dichtbij de instellingen thuishoort
organisatie, werkwijze en financiering
5.2 SURF als expertisecentrum 54
Binnen het hoger onderwijs — en meer speci-
white papers en onderbouwde statements
fiek: in SURF-verband — is veel ervaring opge-
kan SURF de instellingen beter faciliteren.
daan met het organiseren van samenwerking en afstemming met het veld. Toch blijkt in de
SURFacademy
praktijk dat waardevolle kennis en ervaring op
Daarnaast wil SURF haar kennis overdragen
het gebied van ICT-innovatie en -implemen-
door medewerkers van instellingen actief te
tatie minder goed wordt overgedragen naar
trainen en op te leiden. De SURFacademy is
instellingen dan verwacht. Om hier verbetering
gericht op ICT-innovatie en -implementatie in
in aan te brengen wil SURF de instellingen
het hoger onderwijs en onderzoek, en neemt
faciliteren via communities of practice, white
de SURF-projecten en -activiteiten als uit-
papers, SURFacademy en het beter vindbaar
gangspunt. Het aanbod van de SURFacademy
maken van bij SURF aanwezige kennis.
is actueel en breed gedragen en van instellingsoverstijgend belang. Het gaat om kennis
Communities of practice
die niet bij een andere aanbieder beschikbaar
In de afgelopen jaren is ervaring opgedaan
is, ook niet bij een individuele instelling. SURF
in het werken met communities of practice
wil de mogelijkheden onderzoeken om binnen
(SURFdirect en SURFshare). Binnen deze
SURFacademy een kort ICT-sabbatical (‘ICT-
actieve communities wordt gezamenlijk
versnellers’) voor docenten te faciliteren.
gewerkt aan onderdelen van SURF-programma’s en projecten. Deze werkwijze is succesvol
Kennis ontsluiten
doordat medewerkers uit instellingen al in een
SURF wil tevens haar webcommunicatie ver-
vroeg stadium betrokken zijn. Zij kunnen daar-
beteren met als doel de in SURF aanwezige
door invloed uitoefenen op de uitwerking van
kennis beter te ontsluiten. Het is nu voor
het project. Bovendien wordt de kennis over
bezoekers van de SURF-websites lastig om
het project of programma rechtstreeks in de
hun weg te vinden. Daarom zal de portal
instelling geïnternaliseerd.
www.surf.nl een sterkere zoek- en verwijsfunctie krijgen en zo de aanwezige kennis uit de
White papers SURF wil nieuwe en complexe trends voor relevante vraagstukken kritisch onderzoeken naar specifieke raakpunten met de Nederlandse situatie. Met daaruit voortvloeiende
verschillende organisaties beter ontsluiten.
organisatie, werkwijze en financiering
5.3 Internationale samenwerking 55
Internationale aspecten zullen in de komende
Voor de komende planperiode zijn op het
jaren een steeds zwaardere rol spelen bij alle
gebied van organisatie en werkwijze van SURF
activiteiten die in SURF-verband worden ont-
de volgende speerpunten geformuleerd:
plooid. Denk aan: open standaarden, open
• samenwerking op strategisch niveau:
source, Open Access, internationalisering in
afstemmen van en informeren over ontwik-
het onderwijs, etc. SURF streeft ernaar de
keling van strategisch beleid;
internationale voorhoedepositie op het terrein van ICT te behouden. SURF blijft daarom inzetten op strategische
• gezamenlijke investeringen (financieel en personeel) om bij ICT-ontwikkelingen een hogere return on investments te bereiken;
allianties met andere landen. Een belangrijke
• verspreiden van kennis;
peiler daarin is de samenwerking met JISC
• gezamenlijk optreden in het beïnvloeden
(de Britse evenknie van SURF). Dit vormt
van de internationale politieke agenda en
een belangrijk platform voor uitbreiding en
standaarden.
aansturing van internationale samenwerking. De samenwerking met Educause (ICT en onderwijsmanagement) en CNI (Coalition for Networked Information) wordt voortgezet. Daarnaast werkt SURF al enige jaren succesvol samen binnen het kader van Knowledge Exchange, waarin naast SURF en JISC ook Denemarken en Duitsland participeren; een krachtig samenwerkingsverband dat een goede positie op Europees niveau helpt te versterken en heeft geleid tot multinationale licenties met uitgeverijen.
Parel 14/15
Studiekeuze123 Scholieren en studenten kunnen op de website Studiekeuze123.nl op basis van zelfgekozen criteria een persoonlijke ranglijst maken van voor hen aantrekkelijke studies. De website vergelijkt 2500 opleidingen objectief en betrouwbaar op negentig criteria.
Parel 15/15
SURFfederatie De SURFfederatie zorgt ervoor dat onderzoekers, 足studenten en docenten zich met hun instellingsaccount kunnen authenticeren bij leveranciers van online content en diensten. Zij hebben daardoor met hun instellingsaccount 足toegang tot diensten die andere partijen via de SURF足 federatie aanbieden.
organisatie, werkwijze en financiering
5.4 De financiën
58
De jaarlijkse kosten van het Meerjarenplan zijn in onderstaande tabel samengevat in de kolommen onder Ontwikkelingskosten.
MJP 2011 – 2014 M€/jaar
Ontwikkelingskosten
Programma
Contributie
Matching
Overheid
Instellingen
Onderzoek
0,8
0,6
2
Intern
Onderwijs
0,8
0,6
2
Intern
SURFnet/Kennisnet
0
0
2
0
Bedrijfsvoering
0,8
pb
pb
Intern
E-Services SURFdiensten
0
0
0,3
45
SURFnet
0
pb
10
19
SURFsps
0
0
3
4
Bureau SURF
0,7
Totaal
3,1
Pb = projectbijdrage
Exploitatie
organisatie, werkwijze en financiering
59
Toelichting
De bijdragen van overheidsinstanties hebben
De contributies van de instellingen aan SURF
het karakter van een meerjarige program-
zorgen voor een basisfinanciering van de
matische innovatiesubsidie, afkomstig van de
algemene activiteiten van de drie platforms
ministeries van OCW en EZ. Een deel daarvan
Onderwijs, Onderzoek en Bedrijfsvoering.
is gecommitteerd en over een deel wordt op
Deze vorm van financiering is een goed model
basis van dit Meerjarenplan en uitgewerkte
gebleken: de afgelopen twaalf jaar was het
actieprogramma’s overleg gevoerd. Daarnaast
totaal aan binnenkomende subsidies — die de
speelt het 7e kaderprogramma van de EU een
instellingen rechtstreeks ten goede komen —
rol bij de realisatie van een aantal Europese
een factor vier tot vijf groter dan hun samen-
projecten. Dit bedrag is niet opgenomen in het
werkingsbijdragen. Echter, bij krimpende
overzicht; de FES-bijdrage is wel inbegrepen
budgetten kan dit model onder druk komen
(in beide gevallen gaat het om ontwikkelings-
te staan. SURF is zich hiervan terdege bewust
kosten van SURFnet).
en is alert op de economische ontwikkelingen.
De ICT-exploitatiekosten komen geheel ten laste van de instellingen, deels als interne
In de afgelopen periode is geen prijsindexering
bedrijfsvoeringskosten, deels als kosten van
toegepast. Ondanks de toename van activi-
ICT-dienstverlening door de dochteronderne-
teiten binnen het samenwerkingsverband, de
mingen SURFnet, SURFdiensten en SURFsps,
implementatie van een sterkere holdingstruc-
deels als kosten van externe ICT-producten en
tuur en de aanstelling van een parttime vrijge-
diensten.
stelde voorzitter worden de samenwerkingsbijdragen opnieuw niet verhoogd. Deze blijven beperkt tot 3.1 M€/jaar. Niet opgenomen zijn de inschrijfgelden van de deelnemers aan de activiteiten (congresbezoek, seminars, scholing) die door SURF worden georganiseerd. De matching door de instellingen betreft de co-financiering door de participerende instellingen van de door SURF gesubsidieerde innovatieprojecten. In het algemeen bedraagt de matching 50% van de projectbegroting.
Verantwoording
60
Tijdens het SURF Executive Seminar in de Eerste Kamer der Staten-Generaal vond eind 2008 de aftrap plaats voor het Meerjarenplan 2011 – 2014. Daar debatteerden bestuurders over de richting. In het voorjaar van 2009 is advies gevraagd aan de Wetenschappelijk Technische Raad, aan CvDUR, UKB, KAAIWO, COMIT en het CIO-beraad. Op basis daarvan zijn de thema’s bepaald die in ieder geval in het Meerjarenplan 2011 – 2014 geadresseerd moeten worden. Deze zijn in augustus in een eerste aanzet voor het Meerjarenplan beschreven (te weten in de hoofdstukken 2 en 3) en er is een aanzet gedaan voor hoofdstuk 4. Na bespreking in het Dagelijks Bestuur van SURF, met de besturen van de platforms, het CIO-beraad en de BIK, en met de MT-leden van SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten, zijn de hoofdstukken 2 en 3 aangepast. Mede op basis hiervan zijn de hoofdstukken 1 (Inleiding), 4 (De prioriteiten) en 5 (Organisatie, werkwijze en financiering van SURF) uitgewerkt. In november 2009 is het Meerjarenplan met de bestuurders van de instellingen besproken in drie zogenaamde consultatiebijeenkomsten. Van hun opmerkingen en suggesties is in deze definitieve versie van het Meerjarenplan 2011 – 2014 dankbaar gebruik gemaakt.
verklarende woordenlijst
61 Ambient technologie Kleine apparaatjes in de omgeving die worden samengevoegd tot één netwerk waarin ze onderling intelligent kunnen communiceren. ASP Uitbestedingsmodel waarbij een bedrijf of instelling software en de daarvoor benodigde hardware gebruikt die zich bij een Application Service Provider bevindt. De afnemer betaalt naar gebruik, de ASP zorgt voor updates, beheer en beveiliging. Big Grid Het project Big Grid is een samenwerkingsverband tussen NCF, Nikhef en NBIC en realiseert een landelijke grid-infrastructuur voor wetenschappelijk onderzoek. BIK Beleidsgroep Innovatie Kennisinfrastructuur Cloud services Online diensten en content die organisaties kunnen afnemen uit de ‘cloud’. Externe dienstverleners bieden deze services via internet aan (zoals de emailservice Gmail van Google en computercapaciteit van Amazon). CIO-beraad Het CIO-beraad bestaat uit CIO’s (Chief Information Officers) van ruim 40 ho-instellingen. De CIO is de functionaris die rechtstreeks adviseert aan het College van Bestuur over en verantwoordelijk is voor het strategische informatie- en ICT-beleid. Het CIO-beraad adviseert de Colleges van Besturen van de ho-instellingen en SURF over gemeenschappelijke strategische ontwikkelingen van de informatievoorziening en bijbehorende ICT-voorziening, waarbij het accent ligt op informatiemanagement. COMIT Platform van functionarissen die binnen een hbo-instelling op instellingsniveau verantwoordelijk zijn voor informatievoorziening, communicatietechnologie en automatisering CRIS Een CRIS (Current Research Information System) is een informatiesysteem dat gegevens bevat over lopende onderzoeksprojecten. De Nederlandse implementatie draagt de naam Metis. CvDUR Coördinatie Vergadering Directies Universitaire Rekencentra E-content E-content is de verzamelnaam voor digitale informatie/multimedia/ documenten die online toegankelijk is/zijn.
E-Science De term e-Science wordt gebruikt voor toepassing van geavanceerde ICT-middelen in wetenschappelijk onderzoek. Denk aan het kunnen gebruiken van dure apparatuur op afstand en van grootschalige, gedistribueerde computer- en datafaciliteiten. E-Science Research Center Door ICTRegie in haar advies aan het kabinet voorgesteld centrum, waar onderzoek plaatsvindt naar voorzieningen waarmee onderzoekers (inter)nationaal kunnen samenwerken. Deze e-Science services maken deel uit van een onderdeel van een ICT-onderzoeksinfrastructuur en omvatten kennis- en methodeontwikkeling, processen, workflowtools en hard- en software. Fixed-wireless seamless netwerk Een fixed-wireless seamless netwerk biedt studenten, docenten en onderzoekers plaats-, tijd- en device-onafhankelijke toegang tot toepassingen en data via het netwerk. Dit geschiedt naadloos, hetzij via een vaste netwerkverbinding, hetzij via een mobiele netwerkinfrastructuur. Grid computing In een grid zijn computersystemen via snelle netwerken gekoppeld en transparant toegankelijk. Gebruikers of toepassingen kunnen daardoor gebruikmaken van de beschikbare computingcapaciteit als ware het één systeem dat zich lokaal bevindt. Hybride netwerk Het hybride netwerk SURFnet6 leidt verschillende typen verkeersstromen (normaal internetverkeer en grootverbruikers) over hetzelfde optische netwerk, zonder dat ze elkaar kunnen hinderen. Het concept voor het hybride netwerk heeft zich inmiddels bewezen en vindt overal in de wereld navolging. ICT-Innovatieplatform Onder een ICT-Innovatieplatform (IIP) verstaat ICT Regie een open samenwerkingsverband tussen onderzoekers, bedrijven en/of maatschappelijke instellingen en gebruikers. Zij slaan de handen ineen voor een bepaald domein en ontwikkelen gezamenlijk een onderzoeksagenda. ICT-onderzoeksinfrastructuur Een ICT-onderzoeksinfrastructuur bevat ICT-voorzieningen voor wetenschappelijk gebruik die (inter)nationale samenwerking door onderzoekers ondersteunen (netwerken, data- en computingfaciliteiten, grids, e-Science services en system management). Het kabinet heeft advies van ICTRegie voor de totstandkoming en instandhouding daarvan overgenomen. Een van de consequenties daarvan is dat de activiteiten van NCF en de publieke activiteiten van SARA Reken- en Netwerkdiensten zullen worden ondergebracht bij SURF.
verklarende woordenlijst
62 ICTRegie Het onafhankelijke nationale regieorgaan voor ICT-onderzoek en -innovatie. Het heeft als doelstelling sterker ICT-onderzoek te bewerkstelligen, dat nauw aansluit op maatschappelijke en bedrijfsdoelstellingen door middel van multidisciplinaire transsectorale samenwerking. KAAIWO Overlegorgaan van functionarissen die binnen de instellingen van wetenschappelijk onderwijs verantwoordelijk zijn voor informatievoorziening t.b.v. bestuur en beheer, bestuurlijke informatievoorziening of administratieve automatisering Knowledge Exchange Knowledge Exchange is een samenwerkingsverband van SURFfoundation met vergelijkbare nationale organisaties in Duitsland, Groot-Brittannië en Denemarken. Knowledge Exchange hoopt door gezamenlijk op te treden betere voorwarden of lagere prijzen te kunnen bedingen bij uitgeverijen, en invloed te kunnen uitoefenen op de door uitgevers gehanteerde businessmodellen. Lichtpad Voor het transporteren van grote hoeveelheden gegevens over SURFnet6 kunnen rechtstreekse optische verbindingen worden aangelegd. Zo’n lichtpad heeft slechts één gebruiker. Omdat begin- en eindpunt bekend zijn, hoeft het verkeer onderweg geen routers te passeren, waardoor het transport veiliger is en ander netwerkverkeer niet hindert. Lichtpaden kunnen voor lange periodes worden aangelegd, maar ook dynamisch tot stand komen. Living labs Aanpak voor innovatie waarbij stakeholders zoals bedrijven, kennisinstellingen, overheden en eindgebruikers samen nieuwe producten, diensten en businessmodellen ontwikkelen en deze toetsen in de praktijk. LOFAR Een grootschalig ICT-project dat ’s werelds grootste radiotelescoop ontwikkelt in de vorm van een netwerk van duizenden sensoren, verdeeld over een gebied met een diameter van 100 kilometer in Nederland en gekoppeld aan een supercomputer via een uitgestrekt glasvezelnetwerk. Daarnaast worden antennes in Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Zweden gebouwd en aangesloten op het Nederlandse netwerk, waarmee LOFAR een 10x hogere beeldscherpte bereikt. Metadata Gegevens over de gegevens die zich in een repository of database bevinden. De metadata bij een bepaald document kunnen bijvoorbeeld zijn: de auteur, de datum van schrijven, het aantal pagina’s en de taal waarin de gegevens zijn opgesteld. Met behulp van metadata kunnen gegevens uit meerdere repositories aan elkaar worden gekoppeld.
Metis Nederlands systeem van de universiteiten en de KNAW met informatie op het gebied van onderzoeksinzet en –output. NCF Stichting Nationale Computerfaciliteiten is in 1990 opgericht om strategisch wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken en te stimuleren door geavanceerde ICT-faciliteiten beschikbaar te stellen voor excellente onderzoekers. Het betreft een landelijke computerinfrastructuur die op zichzelf, of in samenhang met andere infrastructurele componenten, het bekostigingsniveau van individuele instellingen te boven gaat. Open Access Principe dat de resultaten van met publiek geld betaald onderzoek vrij toegankelijk moeten zijn. Daarbij gaat het niet alleen om artikelen, maar ook om ruwe data en ander onderzoeksmateriaal. Gebruikers moeten dit alles niet alleen kunnen raadplegen en verder verspreiden, maar het ook kunnen gebruiken voor afgeleide werken, mits zij de oorspronkelijke auteur vermelden. Repository Digitale bewaarplaats voor onderzoeks- en onderwijsmateriaal. SARA Reken- en Netwerkdiensten SARA Reken- en Netwerkdiensten, oorspronkelijk opgericht voor het leveren van computerfaciliteiten aan de VU, de UvA en het CWI, levert faciliteiten op het gebied van supercomputers, netwerken en hoogwaardige visualisatie. Software as a Service (SaaS) Softwarecomponenten van derden die — al dan niet tegen betaling en/ of andere voorwaarden — gebruikt kunnen worden in online diensten, bijvoorbeeld iDeal voor internetbetalingen, Google Maps voor gebruik in routeplanners. Sourcen Uitbesteden van diensten, zoals computercapaciteit of ICT-toepassingen. SURFnet6 Deze zesde generatie van het SURFnet-netwerk dat instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek met elkaar verbindt, is begin 2006 in gebruik genomen. Het is ontwikkeld in het project Gigaport Next Generation. Bijna een miljoen gebruikers uit het hoger onderwijs en onderzoek kunnen hierdoor niet alleen gebruik maken van hoogwaardige internetfaciliteiten, maar hebben ook de beschikking over lichtpaden.
verklarende woordenlijst
63 Total Cost of Ownership (TCO) Methode om bij de aanschaf van kapitaalgoederen of bij de beslissing over een ICT-project alle bijbehorende relevante kosten over een bepaalde periode mee te nemen. UKB Het samenwerkingsverband van de dertien Nederlandse universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek Virtualisatie Bij virtualisatie bevindt zich een laag tussen de hardware en het besturingsysteem plus applicaties. Hierdoor kunnen meerdere omgevingen naast elkaar op dezelfde server draaien. Dat heeft als voordelen dat er minder fysieke hardware nodig is (dus minder investeringen), er wordt minder fysieke ruimte in beslag genomen en de stroom- en onderhoudskosten zijn lager. VL-e In het Bsik-project VL-e (Virtual Laboratory for e-Science) onderzochten informatiedeskundigen samen met wetenschappers uit verschillende domeinen welke e-Science services ze nodig hebben voor hun virtuele laboratorium. Het project liep parallel aan GigaPort Next Generation. Wearables Wearables zijn computers/devices die op het lichaam worden gedragen, bijvoorbeeld verwerkt in kledingstukken of om de pols. Workflowtools Hulpmiddelen om de werkstroom te beheersen, dat wil zeggen dat informatie op het juiste moment op de juiste plaats beschikbaar is.
Colofon
64
SURF is de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek (www.surf.nl) Deze publicatie is digitaal beschikbaar via www.surf.nl/mjp Š Stichting SURF, Juni 2010 Deze publicatie verschijnt onder de Creative Commons licentie Naamsvermelding 3.0 Nederland.
Uitgave SURF Tekst en redactie SURF, Daphne Riksen Ontwerp Flow design + communicatie, Utrecht Fotografie Ivar Pel, Utrecht Druk Veenman Drukkers, Rotterdam
SAMEN EXCELLEREN
SURF Meerjarenplan 2011 – 2014
Voor u ligt het zevende Meerjarenplan van SURF. Dit plan geeft een beeld van de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van ICT-innovatie in het hoger onderwijs in de komende vier jaar. Ook, en zeker niet in de laatste plaats, maakt het Meerjarenplan duidelijk waarin de hogeronderwijsinstellingen het beste gezamenlijk — via SURF — kunnen optrekken. Het Meerjarenplan vormt de basis voor de samenwerking met de bij SURF aangesloten instellingen. Op basis van dit document committeren de instellingen zich weer voor vier jaar om in SURFverband aan de prioriteiten voor 2011–2014 te werken.
Stichting SURF Graadt van Roggenweg 340 Postbus 2290 3500 GG Utrecht T 030 234 66 00 F 030 233 29 60 W www.surf.nl E info@surf.nl SURF is de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek.