Flamenco Biënnale Special Mundo Flamenco & flamencoagenda.nl

Page 1

mundo flamenco special - 2016


In een oogwenk is het voorbij: leven, liefde, pijn, wanhoop. Beeld en beweging zoeken elkaar op. Flamencoritmes en elektronische klanken gaan een dans aan, poëzie zet de toon. Een Nederlandse multidisciplinaire productie met dans, elektronische muziek, flamenco, poezie en videokunst. (GL) La Compañía Parpadeo tijdens de VI Flamenco Biënnale Za 21 jan De Lieve Vrouw Amersfoort; zo 29 jan Bimhuis Amsterdam (Slotfeest).

Foto cover en deze pagina: Peter Buitelaar mundo flamenco special - 2016


Parpadeo Entrada Dju-Dju: een traditie van vernieuwing Festivalfavorieten van de redactie Rebels’ Cross: ontmoeting tussen revolutionairen A Palo Seco Les van de maestro Letra: petenera Tino van der Sman, gitarist in Sevilla Niet te missen gitaristen

Geraakte snaren “Waar komt dat vandaan?”, vraagt een passant aan mij in De Hallen Amsterdam. Hij wijst naar het podium tegenover ons, waar een leerlingengroep een dansdemonstratie geeft als opmaat naar de Flamenco Biënnale. Ik vind het een moeilijke vraag. Want ja, waar komt flamenco eigenlijk vandaan? En wat is flamenco eigenlijk? Deze editie van de Flamenco Biënnale Nederland maakt de vraag niet makkelijker te beantwoorden. Er is dans uit India, er is muziek uit Marokko. Maar ook: diepe zang uit Jerez en lo puro uit Cádiz en Sevilla. Heel veel kan flamenco zijn. Hoe ver je daarin mag gaan, is een discussie die al zo oud is als de flamenco zelf. En wordt ook in deze eeuw in alle hevigheid doorgezet. Zo zien sommigen in de voorstelling Dju-Dju de dood van de flamenco. Want wat heeft hekserij nou met deze edele kunst te maken? Meer dan je denkt, zegt Hannet Engel, en zij overbrugt een eeuw flamenco in haar artikel Een traditie van vernieuwing. Een titel die ook prima als slogan van dit festival zou kunnen dienen. Eigenlijk is het enige juiste antwoord op de vraag naar de herkomst van flamenco: het komt uit je buik, uit je tenen, uit je hart. Het brengt publiek en artiest even bij elkaar in eenzelfde emotie. Of het nou de pure zigeunerzang is of een experimentele dansvoorstelling: als je het theater verlaat met een geraakte snaar, dan heb je flamenco beleefd.

Caída del cielo

Ik wens u veel leesplezier met deze Special. En voor de bezoekers van het festival: heel veel geraakte snaren.

Over de bata de cola

Namens de redactie, Ginette Lavell www.flamencoagenda.nl

Colofon

P.S. Moeite om te kiezen uit het rijke festivalaanbod? Kijk op flamencoagenda.nl/thematisch-programma-flamenco-biennale

www.flamencoagenda.nl alle onmisbare flamenco bij elkaar

mundo flamenco special - 2016


Sevilla, september 2016. Er wordt geschreeuwd in het statige Maestranza Theater. “Meisje, ga je nog dansen?!” en “De flamenco is zojuist gestorven!” Hier en daar staat iemand op en verlaat de zaal. Sevilla beleeft vanavond de première van de voorstelling Dju-Dju in het kader van de Bienal de Flamenco. We hebben al een dansend kerstboompje gezien, gegil gehoord en er kwam een bezwerende heksendans, inclusief vuurkorf, voorbij. Maar, inderdaad, nog niet veel flamenco. Toch is Dju-Dju in de beste flamencotraditie gecreëerd: de traditie van vernieuwing.

Ladder, zout, spiegel Bayón en haar mededanseressen Alicia Márquez en Nieves Casablanca tarten het noodlot in Dju-Dju. ‘Een zuivering van bijgeloof en angsten’ moet het worden, aldus regisseur en choreograaf Israel Galván in een video-interview voor het Sevillaanse flamencofestival. Rode draad van de voorstelling is alles wat ongeluk kan brengen. De ladder, het gemorste zout, de kapotte spiegel, het dansen van een peteneras (een typisch flamenco-bijgeloof): alles komt voorbij. Bayón en Galván zien het uitdagen van het ongeluk als een manier om te ontsnappen aan de strikte protocollen van de ‘Sevillaanse school’, die geldt als de meest klassieke en orthodoxe school van de flamencodans. Om daar iets van te begrijpen is het goed om naar de achtergrond van beiden te kijken: Galván, zoon van danser José Galván, is opgeleid in de traditie van zeer traditionele danser Farruco. Bayón is opgeleid in de school van eveneens zeer Sevillaanse danseres Matilde Coral. Ze zijn generatiegenoten en kennen elkaar al van jongs af aan. Galván legt in een interview met nieuwsbureau EFE uit dat hun jeugd werd gekenmerkt door een sektarische flamenco scene. Voor vernieuwing was er geen ruimte. Met Dju-Dju willen ze met deze benauwendheid breken. Resultaat is dat ze de klassieke flamencodans inruilen voor expressieve, theatrale bewegingen en ‘heksendansen’ bij een vuurkorf onder het uitstoten van oergeluiden.

mundo flamenco special - 2016

Danza ritual del fuego Maar hoe experimenteel ook, het gebruik van bijgeloof en zelfs hekserij in de flamenco is beslist niet nieuw. Denk maar aan El Amor Brujo van Manuel de Falla, uitgekomen als muziekstuk en ballet begin twintigste eeuw. Ook daar komt een dans rond een vuur voor (‘Danza ritual del fuego’) en bezetenheid. Antonio Pradel plaatst Dju-Dju in zijn artikel ‘Dju-Dju, o los orígenes bastardos del flamenco’ in een traditie van vernieuwende flamenco. Hij noemt een uitvoering van El Amor Brujo uit 1925, met danseres La Argentina en danser Vicente Escudero, als ronduit modern door de menging van dansvormen en bijvoorbeeld de toevoeging van pantomime. Dit past in de trend van expressionistische dans die in die tijd ontstond, zoals de heksendans van Mary Wigman (pionier van de expressionistische dans) uit 1926. Isabel Bayóns scène met de vuurkorf in Dju-Dju is hier een letterlijk citaat van. Vanuit dit historische perspectief kan je je dus afvragen hoe experimenteel Dju-Dju eigenlijk is. Het lijkt juist een ode aan de traditie in flamenco als innoverende podiumkunst, die aansluit op hedendaagse trends en die gebruik maakt van andere disciplines. Met burleske heksendans, dat wel. En dat is niet naar ieders smaak. Tekst: Hannet Engel


Dju-Dju tijdens de VI Flamenco Biënnale Nederland Compañía Isabel Bayón. Za 21 jan Zuiderstrandtheater Den Haag. El Amor Brujo tijdens de VI Flamenco Biënnale Nederland Enrike Solinís, Euskal Barrokensemble. Vr 20 jan De Nieuwe Kerk Den Haag; zo 22 jan Tivoli/Vredenburg Utrecht.

foto: Alejandro Espadero mundo flamenco special - 2016


Mundo Flamenco wordt gemaakt door een enthousiast team vrijwilligers. Allemaal grote flamencoliefhebbers, die natuurlijk niet kunnen wachten tot de nieuwe Flamenco Biënnale begint. Op welke voorstellingen en artiesten verheugen zij zich het meeste? A Palo Seco / Rebels’ Cross Festivalfavoriet van: Mirjam van Drecht (eindredacteur) Mirjam: “Het eerste deel van deze voorstelling belooft een heel persoonlijke zoektocht van Sara Cano te worden naar haar eigen unieke creativiteit, met naast flamenco ook elementen van moderne dans en Butoh. In het tweede deel komen flamenco en Indiase dans samen, wat ik altijd heel intrigerend vind.” Za 14 jan Rotterdamse Schouwburg; zo 15 jan RASA Utrecht; vr 20 jan De Lieve Vrouw Amersfoort; do 26 jan Theater aan het Vrijthof Maastricht; za 28 jan Korzo Theater Den Haag Manuel Liñán foto: Marco G Punto

Manuel Liñán Reversible

Festivalfavoriet van: Ginette Lavell (auteur, fotograaf en samensteller agenda) “Manuel Liñán maakte enorme indruk op me als man in bata de cola toen hij te gast was bij Belén Maya. Ben heel benieuwd wat hij in deze voorstelling gaat doen.” Zo 15 jan Rotterdamse Schouwburg

Leonor Leal in Fantasía para Violonchelo y Flamenco

Festivalfavoriet van: Hannet Engel (auteur) Hannet: “Leonors dans is innovatief, maar blijft altijd ‘muy flamenco’ door de explosieve kracht in haar bewegingen en het respecteren van de structuur van elke palo. Ik verheug me ook op de openbare masterclass die ze gaat geven.” Vr 13 jan De Doelen Rotterdam; za 14 jan Muziekgebouw Eindhoven; do 29 jan Muziekgebouw aan ‘t IJ Amsterdam; zo 15 jan openbare masterclass Korzo Den Haag.

mundo flamenco special - 2016

Isabel Bayón (regie Israel Galván) Dju-Dju

Festivalfavoriet van: Veerle Sanderink (auteur), Penny Hagenaars (vormgever) en Marlies Jansen (auteur) Veerle: “De combinatie van de prachtige elegante stijl van Bayón met de experimenten van Galván kan vuurwerk opleveren. En de thematiek, bijgeloof in de flamencowereld, is voor zover ik weet ook niet vaak op het podium onderzocht.” Za 21 jan Zuiderstrandtheater Den Haag

José Valencia met special guest Antonio Canales En directo Festivalfavoriet van: Annemiek Rooymans en Marjon Broeks (beiden fotograaf) en Martijn van Hennik (auteur en recensent) Annemiek: “Omdat José Valencia op dit moment een van de beste zangers is in flamencoland en nu voor het eerst met een solovoorstelling naar Nederland komt. En tja, Canales... Een zigeunerdanser, maar wel eentje die het experiment nooit heeft geschuwd en een heel bijzondere eigen stijl heeft.” Martijn: “Voor de stem van José Valencia kan je me wakker maken. Van Antonio Canales genoot ik zeer toen ik hem zag dansen in Jerez tijdens het festival van 2014. Twee ‘podiumvullende’ persoonlijkheden: ik ben heel benieuwd welke interactie daar zal plaatsvinden.” Marjon: “Antonio Canales is echt mijn held. Ik wil hem nog altijd een keer fotograferen.” Vr 27 jan Muziekgebouw aan ‘t IJ Amsterdam

Made in Jerez

Festivalfavoriet van: Jorinde van der Burgh (auteur en eindredacteur) “Vanwege Mercedes Ruíz: een danseres die ik heel goed vind en waar ik vorig jaar met veel plezier ‘pasjes van geleend heb’ voor de farruca die ik danste tijdens de leerlingenvoorstelling.” Do 26 jan Stadsschouwburg Utrecht


De dansers nemen nog een keer hun stuk door. Er is grondwerk, je hoort voetenritmes. Aantrekking, afstoting: ook in de repetitiemodus is de energie voelbaar. We zijn in een studio van Dansmakers in Amsterdam-Noord. Choreografe Kalpana Raghuraman is samen met drie uitzonderlijke dansers het stuk Rebels' Cross aan het componeren. Het stuk wordt speciaal voor de Flamenco Biënnale gecreëerd. 'Wat er gebeurt als de paden kruisen van drie rebellen in de dans': dat is grofweg het concept.

Ontdekken van een eigen bewegingstaal Voor Kalpana is Rebels' Cross een samenkomst van revolutionairen, een ontmoeting tussen drie opmerkelijke dansers: Sara Cano staat voor 'moderne dans met flamencoroots' en Sooraj Subramaniam en Kamala Devam voor Indiase en hedendaagse dans. In het stuk wil de choreografe laten zien hoe uniek deze persoonlijkheden durven te zijn en zo anderen inspireren ook hun eigen manieren te zoeken. “Sara is geen typische flamencodanseres, zij heeft echt haar eigen visie. Dat geldt eigenlijk voor hen allemaal. Van alle dansers die op het toneel staan, zal je er niet snel nog eentje vinden. Ze zijn heel specifiek in hoe ze bewegen, in hun kwaliteiten”, zegt ze. Componist Jaap van Keulen is samen met de Indiase zangeres Ambika Jois verantwoordelijk voor de muziek. In de flamencowereld is Van Keulen al bekend door zijn samenwerking met flamencodanseres en choreografe Tanja van Susteren. “Een componist die flamencomuziek kent, maar ook heel veel componeert voor hedendaagse voorstellingen. Muzikaal wordt het dus ook een mix van alle vormen die we via de lichamen gaan zien.” Rebels' Cross is het eerste stuk waarin Kalpana dans met flamenco-elementen choreografeert. Wat betekent dat voor de ontwikkeling van haar eigen bewegingstaal? “Dat ben ik echt aan het ontdekken. Ik vraag heel veel aan Sara. Wat doe je als ik dit zeg? Wat betekent dit woord? Hoe tellen jullie? Hoe dans jij op dit ritme? Het is een constant evaluerend proces, het staat nooit stil.” Zoeken naar nieuwe wegen kenmerkt het werk van Kalpana. “Mijn achtergrond is klassieke Indiase dans, maar ik ben al langer bezig om mijn eigen hedendaagse taal te ontwikkelen. Ik geloof echt in een soort kruisbestuiving tussen vormen en tussen disciplines.” Kalpana leerde van haar moeder de klassiek Indiase dansvorm Bharatanatyam, daarnaast studeerde ze klassiek- en jazzballet, hedendaagse dans en Afrikaanse dans. Als kind kwam ze ook al in contact met flamenco. “Ik ben van jongs af aan naar veel verschillende soorten dansvoorstellingen geweest, flamenco was daar ook bij.” Zelf flamencolessen volgen staat nog op haar verlanglijstje, als het even kan in Andalusië. “Ik ben nog nooit naar Sevilla geweest. Het is een van mijn dromen om daar flamenco te beleven.”

“Ik geloof echt in een kruisbestuiving tussen vormen, tussen disciplines.”

“Ik wil jóu zien” Naast verschillende soorten dans studeerde Kalpana ook antropologie. Welke invloed heeft dat op haar choreografieën? “Je doet participerend onderzoek als je antropoloog bent. Als ik een nieuw stuk maak dan gebruik ik dat ook in mijn proces, vooral in het begin. Ik ga kijken hoe de dansers functioneren en hoe ze reageren. Het is mijn reflectie op de sociologie van de dans. Jij als maker bent heel klein, maar elke keer als je een voorstelling maakt, creëer je een product dat hopelijk een effect heeft op de samenleving.” Het maken van een nieuw stuk ziet Kalpana als een ontdekkingsreis. Vooraf laat ze zich graag inspireren door boeken of films. Ze verzamelt onderwerpen waar ze naar wil gaan kijken. “Ideeën met betrekking tot choreografie, en emotionele en inhoudelijke onderwerpen. Soms zie ik ook echt een bepaald beeld voor me”, legt ze uit. Vervolgens praat ze met de uitvoerende dansers en geeft ze hen choreografie-opdrachten. Ze vindt het heel belangrijk dat de mensen met wie ze werkt allemaal hun plek krijgen binnen de voorstelling. “Om hen emotioneel ook mee te krijgen. Ik ben wel degene die de keuzes maakt, maar tegelijkertijd is het een symbiose van ieders eigenheid en inbreng.” Tegen dansers zegt ze altijd: “ik wil jóu zien. Na vijf minuten geloven mensen wel dat je goed bent. Wat ga je met de overige veertig minuten doen? Ik wil verder, ik wil juist toe naar wat je ons níet wilt tonen.” Tekst: Jorinde van den Burgh Foto’s: Ginette Lavell mundo flamenco special - 2016


mundo flamenco special - 2016


Rebels' Cross is onderdeel van een 'double bill' (twee voorstellingen op één avond) met de solo voorstelling A Palo Seco van Sara Cano. Deze voorstelling won verschillende prijzen, waaronder de Premio Suma Flamenca en de Choreografie-award bij de XXIII Certamen de Danza Española y Flamenco. Sara is een 'eclectisch gevormde' danseres, onder meer opgeleid in danza española en flamenco. Maar ze haalt haar inspiratie ook uit de Butoh, een dansvorm die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan in Japan. “Butoh is een beetje sterven en opnieuw geboren worden”, zegt Sara. Het innerlijke leven is daarbij belangrijker dan de uiterlijke verschijning. In de voorstelling zijn typische schokkerige Butoh-bewegingen te zien en doet ze een dans met waaiers geïnspireerd op de stijl en op het Japanse cultuurgoed. Butoh helpt Sara om tot haar essentie te komen, zegt ze. Want dat is A Palo Seco: dans ontdaan van alle tierelantijnen en terugkeren naar haar eigen zelf. Is A Palo Seco flamenco? “Nee”, zegt ze resoluut. “Het is moderne dans met flamencowortels.” Overigens zijn er absoluut wel flamenco-elementen: flamencozanger Alberto Funés komt mee, en Sara danst zelfs in een bata de cola. Tekst: Ginette Lavell Foto: Marcos G Punto

Rebels’ Cross / A Palo Seco tijdens de VI Flamenco Biënnale Za 14 jan Rotterdamse Schouwburg; zo 15 jan Rasa Utrecht; vr 20 jan De Lieve Vrouw Amersfoort; do 26 jan Theater aan het Vrijthof Maastricht; za 28 jan Korzo Theater Den Haag.

mundo flamenco special - 2016


“Die vrouw zit echt in mijn hart. Ze nam ons helemaal mee in het aanleren van de letra”

Veel flamenco-artiesten geven les. Dat levert een bijzonder fenomeen op: het ene moment zie je een diva, maestro of een topdanser spetteren op het podium, het volgende sta je met hem of haar in de studio pasjes te oefenen of een letra door te nemen. Alsof je aquarelles van Picasso krijgt. Bij een ster in de les Olaf de Koning begon begin deze eeuw met flamencoles en heeft een aantal keer workshops gevolgd. Zoals bij Ana Morales, een danseres die flink indruk op hem maakte. “Haar houdingen zijn zo mooi, dat blijft je echt wel bij.” Bij de vorige Flamenco Biënnale volgde hij een workshop van haar. “Het is heel bijzonder om zo'n ster in de les mee te maken. Kijk, je weet natuurlijk dat ze ook maar een gewoon mens is, maar zo in de studio maak je dat ook mee. Als je eenmaal les van iemand hebt gehad, dan geeft dat ook extra verdieping als je zo'n artiest op het podium ziet staan. Je waardeert het werk dat er achter zit nog meer. En je herkent ook meer een stijl.” Overigens vielen de lessen van Ana niet mee, vorige keer. “Het niveau was eigenlijk veel hoger dan waar ik me voor ingeschreven had. Het ging echt veel te snel. Gelukkig was Mascha Meijman aanwezig als workshopbegeleider en heeft ze me nog wat pasjes uitgelegd, zo kon ik toch de lessen blijven volgen.” Dit jaar heeft Olaf zich nog nergens voor ingeschreven. “Ik heb even een 'flamencoles-break', maar ik ga wel wat voorstellingen uit het festivalprogramma uitzoeken. Als je mooie dingen ziet, raak je vanzelf weer zo geïnspireerd dat je denkt: O, dat wil ik ook! Dus het zou me niets verbazen als daarna de flamencoschoenen weer aan gaan.” Van diva naar juf Annie Risamasu volgt zowel dansles als zangles flamenco. Ze heeft al heel wat workshops gedaan en gaat ook naar Spanje voor lessen. Vorige editie van het festival heeft ze de zanglessen van Marina Heredia gevolgd. “Op het podium is Marina een echte diva. Gekleed in prachtige gewaden, mooi opgemaakt, een stem als een klok: ze betovert het hele theater tot aan het hoogste balkon. Maar toen ik op mijn eerste lesdag te laat binnenkwam en me al geestelijk had voorbereid op een boze Spaanse furie, moest ik echt de kring rondkijken wie ze nou was. En daar zat ze: in spijkerbroek, gymschoenen, paardenstaart en met een bril op. Heel bescheiden en vriendelijk glimlachend. Dat verwacht je echt niet.” Met name de zanglessen zijn heel intiem. De groepen zijn klein en iedereen moet solo zingen. “Doodeng vond ik het. Marina zong één keer voor en toen moesten wij al, één voor één. Dan moet je jezelf echt even ergens overheen zetten.” Annie was onder de indruk van het geduld dat de zangeres opbracht en hoe ze haar best deed alles uit te leggen. “Die vrouw zit echt in mijn hart. Ze nam ons helemaal mee in het aanleren van de letra. Ze wilde echt dat we het ons eigen maakten.” Wat is het belangrijkste wat haar is bijgebleven van de les? “Oefenen, oefenen, oefenen. Veel zelf doén. Ik grijp iedere kans die ik kan en blijf studeren. Ook op de tangos de Graná van twee jaar geleden die we bij Marina geleerd hebben. Nog steeds als ik die zing, zie ik Marina voor me.”

Workshops tijdens de VI Flamenco Biënnale Nederland Dans – Manuel Liñán (Amsterdam), Leonor Leal (Groningen, Eindhoven en Amsterdam), Isabel Bayón (Rotterdam). Gitaar – Rafael Riqueni (Amsterdam). Zang – Rocío Márquez (Amsterdam). Palmas – El Oruco (Amsterdam). Informatie & inschrijven: workshops@flamencobiennale.nl

tekst en foto: Ginette Lavell mundo flamenco special - 2016


Llorando y en penitencia, A tu vera un día me fui Por ver si con mi presencia (Soleá de mi dolor) Por ver si con mi presencia Te adolecías de mi Te adolecías de mí Y no tuvistes clemencia Quisiera yo renegar Ay! Quisiera yo renegar De este mundo por entero Volver de nuevo a habitar, (Madre de mi corazón) Volver de nuevo a habitar Por ver si en un mundo nuevo (2) Existiera más verdad Huilend en vervuld van spijt Zat ik eens aan je zijde Om te zien of je, door mijn aanwezigheid, (zo eenzaam in mijn pijn) Om te zien of je, door mijn aanwezigheid, Je om mij zou bekommeren Je om mij zou bekommeren Maar je gaf geen krimp. Ik zou de hele wereld achter willen laten Ay! Ik zou de hele wereld achter willen laten En op een nieuwe willen wonen (mijn liefste moedertje) En op een nieuwe willen wonen Om te zien of in een nieuwe wereld Om te zien of in een nieuwe wereld wel ruimte is voor de waarheid. Deze letra wordt in de zangworkshop van Rocío Márquez gebruikt.

Workshop petenera (zang) Rocío Márquez ma 23 en di 24 jan Amsterdam. Inschrijven en informatie: workshops@flamencobiennale.nl

De petenera is een flamencostijl met een mysterieuze reputatie. Er zijn veel theorieën over de herkomst. Zo zou de oorsprong Sefardisch (Joods-Spaans) kunnen zijn, gezien de vele verwijzingen naar Joden en synagoges in de teksten. Volgens een andere theorie komt de petenera uit Paterna de la Rivera, een dorp in Andalusië. In Paterna woonde een mooie en begaafde cantaora, genaamd Dolores ‘La Petenera’. Zij zong petenera en zo werd haar naam aan de stijl verbonden. Een derde theorie is ontwikkeld door flamencoloog Faustino Nuñez. Hij is ervan overtuigd dat de petenera afkomstig is uit Mexico. Nuñez schrijft dat er al in 1803 in Mexicaanse geschriften aandacht wordt besteed aan de petenera. En dat er ook liederen bekend zijn uit Veracruz met eenzelfde melodieuze en harmonieuze opbouw als de petenera die wij vanuit de flamenco kennen. Het vertolken van een petenera brengt volgens sommigen ongeluk. Er zijn theorieën die beschrijven dat dit te maken heeft met de eerder genoemde Dolores '�a �etenera': iedere man die naar haar lonkte, overkwam iets vreselijks. Nu nog zijn er zangers en dansers die geen �etenera elflamenco.nl en flamencopolis.com willen uitvoeren. Isabel Bayón gebruikt dit gegeven in haar voorstellingBronnen: Dju-Dju als een van Vertaling: Veerle Sanderink de ongelukstijdingen die zij tart (door een petenera te dansen).

Tekst: Veerle Sanderink Foto: Annemiek Rooymans mundo flamenco special - 2016


De oer-Hollandse Tino van der Sman is als één van de weinige niet-Spaanse gitaristen actief aan de frontlinie van de flamenco in Andalusië. Zijn nieuwe cd Curioso Impertinente is een hommage aan Sevilla, de stad die hij al 18 jaar zijn thuis noemt. Tijdens de VI Flamenco Biënnale komt hij voor verschillende voorstellingen naar Nederland. We spreken elkaar via Skype: hij is in Sevilla, ik ben in Rotterdam. Tino komt net uit een repetitie. Hij heeft het erg druk, ondanks de economische crisis die in Spanje nog steeds voelbaar is. “Ik werk samen met dansers Anabel Veloso, Úrsula López en Leonor Leal. Ook speel ik in een theatervoorstelling. Niet alleen als gitarist, maar ook als acteur. Ik werk met jazzartiesten en ik geef videolessen via de online flamencoschool van Detmar Breuker in Córdoba. Hard werken dus, op dit moment wel zeven avonden per week. Er is weinig geld voor kunst en er zijn minder theaters om op te treden. Gelukkig speel ik ook vaak in het tablao-circuit, waar dankzij het toerisme veel werk is.” Hoe ben je met flamenco in aanraking gekomen? “Toen ik elf jaar was ging ik op gitaarles. Mijn eerste leraar was een flamencogitarist. In de les voor mij zat een vergevorderde leerling, ik hoorde daar voor het eerst soleá, alegría... Ik ging vaak een halfuurtje eerder om te kunnen luisteren. Ik vond het meteen geweldig. Mijn leraar gaf me een cassettebandje met muziek van Paco de Lucía. Dat bandje werd in de auto van mijn ouders grijs gedraaid. Maar ik kan, dertig jaar later, nog steeds niet precies verklaren waarom. Ik had geen link met Spanje, ik kom ook niet uit een muzikale familie, best bizar. Ik koos niet voor de flamenco, maar de flamenco koos mij, zeg ik weleens. Flamenco heeft veel toegevoegd aan mijn leven, ik heb het nodig om vooruit te komen als mens.”

Inmiddels speel je ruim dertig jaar flamenco en ben je een veelzijdig artiest met een eigen signatuur. Wat horen we tijdens de Biënnale van je? “Ik ga optreden met twee jazzmusici. Waaronder een oud-klasgenoot van het Rotterdams Conservatorium: trompettist Jan van Duikeren, bekend van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, Candy Dulfer en zijn eigen band. Ook bassist Aram Kersbergen van het Metropole Orkest doet mee. Het niveau van de lichting muzikanten van het conservatorium waar ik tussen zat, was heel hoog. Ik kreeg harmonielessen bij lichte muziek en zat als ‘ongeletterde flamencogitarist’ wel even te klapperen met mijn oren. Ik heb Jan twintig jaar niet gezien en Aram nog nooit, dus dat wordt leuk! Met hen zal ik eigen stukken spelen. En ik maak flamencobewerkingen van hun muziek. Ik neem ook percussionist Cepillo en zanger Vicente Gelo mee. Het is een project waar ik erg naar uitkijk.” Daarnaast speel je ook mee met het Orquesta Chekara. “Ja, dat klopt. Zij spelen Andalusi-muziek: Marokkaanse muziek met een directe link met het Moorse Spanje. Het orkest bestaat uit artiesten uit Tétouan, Spanje en uit Nederland. Bandleider Jalal Chekara is een neef van Abdessadek Chekara, die kun je beschouwen als de Camarón de la Isla van de (Arabische) Andalusische muziek. Hij heeft veel bekende Andalusi-liederen geschreven. Het zijn, net als in de flamenco trouwens, een soort jazz standards. Iedereen kent ze en kan ze meespelen. Het is heel aanstekelijke muziek met prachtige melodieën. Ik ken Orquesta Chekara via Vicente Gelo met wie ik vaak werk. Destijds heb ik hun muziek gearrangeerd voor de cd die zij in 2014 uitbrachten. Die cd heb ik ook geproduceerd. Zij werkten al langer samen met flamenco-artiesten, waaronder Enrique Morente. Tijdens de Biënnale zal als special guest flamencozanger Jeromo Segura meezingen.”

Calle Castellar, flamencobroedplaats in Sevilla.

mundo flamenco special - 2016


Gevel van Casa de la Memoria, waar Tino regelmatig optreedt.

Je hebt vorig jaar een derde eigen cd uitgebracht, Curioso Impertinente. Gaan we daar nog iets van horen? “Jazeker, daar ga ik muziek van spelen. Bijvoorbeeld met Aram. Maar het grappige is dat ik zelf een cd beschouw als een eindstation, terwijl het alle anderen het juist als een vertrekpunt zien. Ik ga als de cd af is altijd graag wat anders doen.” Wat levert het maken van een cd je dan op, als je het als eindstation ziet? “Het is een manier om mijn muziek vast te leggen precies zoals ik het zelf graag wil. Op de best mogelijk manier, met muzikanten die ik zelf kies en die precies doen wat ik wil. Dat geeft veel voldoening. En het blijft een manier om je te laten zien aan de wereld. Maar een tournee in het kader van een nieuwe cd zit er tegenwoordig gewoon niet in. Ik mag al blij zijn als een ik paar recensies krijg.” Hoe componeer je? Waar komen de ideeën vandaan? “Ik krijg meestal inspiratie van een plek waar ik ben, de omgeving speelt een rol. En bijvoorbeeld ook als ik ergens ben waar mijn gitaar heel goed klinkt. Thuis lukt het meestal niet, ik raak daar vaak snel afgeleid. Goede ideeën neem ik meestal meteen op. Vroeger onthield ik veel, ook de slechte ideeën, maar tegenwoordig ben ik alles na tien minuten al vergeten. Ik laat me ook inspireren door bijvoorbeeld een improvisatie van Herbie Hancock. Die heb ik op mijn laatste cd verwerkt tot een falseta. Ook voetenwerk van dansers inspireert me bij het maken van falsetas. En het is onmogelijk om je niet door Paco de Lucía te laten inspireren. Daar valt niet aan te ontsnappen. Daarnaast heeft het spel van Vicente Amigo veel invloed op me gehad. Ook het werk van klassieke Spaanse componisten inspireert me.”

Je woont nu 18 jaar in Sevilla. In het boekje bij je cd schrijf je dat je ergens las dat alle cellen in een menselijk lichaam zich om de zeven jaar geheel vernieuwen. Je bent dus zelf al twee keer ‘herboren’ in Spanje. Ook in figuurlijke zin? “Ik voel me hier nu thuis, maar dat heeft lang geduurd. Als buitenlander moet je je extra bewijzen. In het begin paste ik me, net als veel anderen, teveel aan. Het is niet fout, maar ik ik zie dat bij veel buitenlanders: nastreven ‘hoe het hoort’. En dat is ook goed, want dan krijg je een goede basis, maar op een gegeven moment moet je het wel los kunnen laten, anders word je een marionet van de flamenco. Er zijn veel buitenlanders die heel goed kunnen dansen, maar een gebrek aan personaliteit hebben. Juist als ze meer zichzelf durven zijn, kunnen ze iets extra’s bieden, omdát ze niet uit Spanje komen. Maar jezelf zijn is niet altijd even makkelijk, je moet wel lef hebben. De flamenco is heel krachtig, die cultuur heeft een enorme aantrekkingskracht. Het is makkelijk om daar in mee te gaan, maar je moet oppassen je niet op te laten slokken.” Het is een romantisch idee om onderdeel te kunnen worden van die cultuur. “Het is ook een vals idee, want je kunt als buitenlander nooit honderd procent deel van die cultuur zijn. Dat geeft ook niet en het hoeft ook niet. Maar als je dat loslaat, gaan er opeens heel veel deuren open. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik me in de flamencowereld nog steeds niet helemaal thuis voel. De flamencowereld is behoorlijk gesloten. En er heerst soms een folkloristische mentaliteit. De kunstvorm zelf is geen folkore, die ontwikkelt zich. Maar de houding van mensen, die is soms nogal behoudend. Flamenco-artiesten weten bijvoorbeeld heel veel over flamenco, maar over wat daarbuiten gebeurt weten ze heel weinig, het is een heel klein wereldje. Gelukkig wordt dat wereldje wat groter doordat artiesten meer reizen. Het gaat vooruit, maar het gaat heel langzaam.

“Soms is het een voordeel om een buitenlander te zijn. Daardoor verenig ik twee culturen in mij.”

mundo flamenco special - 2016


Ben je nooit ‘flamenco-moe’? “Nou, ik moet bekennen dat ik het soms lastig vind om plezier te houden in het spelen van weer een alegría, weer een soleá... Vooral met dansbegeleiding speel je vaak dezelfde dingen, terwijl ik vind dat ik iets nieuws zou moeten verzinnen. Ik zou de palos verder willen uitdiepen, nieuwe falsetas willen maken, maar ik heb er helaas te weinig tijd voor.” De flamenco is volop in beweging. Heb jij een idee waar dat heen gaat? “Dat is iets waar ik me totaal niet mee bezighoud. Ik ben ervan overtuigd dat alles wat ik doe ‘flamenco’ klinkt, omdat ik daar mee opgegroeid ben. Dat is wat in mij zit en dat bevestigen bijvoorbeeld jazzmuzikanten ook. Als ik een jazzthema speel, dan horen zij er flamenco in. Wat betreft het combineren van muziekstijlen: soms is het een voordeel om een buitenlander te zijn. Daardoor verenig ik twee culturen in mij. En ik probeer steeds meer mezelf te zijn in wat ik maak, zo onderscheid ik me. Het feit dat ik niet uit Spanje kom, maakt dat mijn composities anders zijn en dus interessant, denk ik.” Kom je ooit nog terug naar Nederland? “Nee, naar Nederland niet, maar soms denk ik er wel eens over me ergens anders, buiten Spanje, te vestigen. De druk is hier ontzettend hoog, je moet je voortdurend bewijzen en jezelf opnieuw uitvinden. Er zijn zoveel goede gitaristen... Als ik een tijdje niks van me zou laten horen, ben ik hier snel vergeten. Het zorgt ervoor dat ik het beste uit mezelf haal, dat is fijn, maar een jaartje even lekker rustig aan doen, zit er niet in. Maar Nederland, ik vind het er nu een stuk minder leuk dan toen ik wegging. De sfeer is verhard, ik voel de spanning die in de lucht hangt als ik er ben. Het is gek om van een afstand te zien dat dat tolerante land, zo wordt het ook in Spanje nog steeds gezien, zo intolerant blijkt te zijn. Is er in Spanje minder spanning? “Nou ja, in Spanje heb je andere problemen, corruptieschandalen, economische crisis. Maar in Spanje is de spanning een stuk minder. Misschien omdat we hier minder immigranten hebben en omdat er minder angst is voor de islam. Hoe dan ook, ik voel me thuis in Sevilla. Als ik in de winter naar Nederland vlieg en dan op Schiphol de kou voel...”

Tino van der Sman tijdens de VI Flamenco Biënnale Za 14 jan Rasa Utrecht Gala van de Nederflamenco Zo 15 jan Rotterdamse Schouwburg Presentatie cd Curioso Impertinente Flamenco Andalusí, met Orquestra Chekara Do 19 jan De Doelen Rotterdam; vr 20 jan Podium Mozaïek Amsterdam; za 21 jan Rasa Utrecht; zo 22 jan De Roma Borgerhout (BE).

Misschien heb je een Spaanse ziel? “Haha, nou, ik vind mezelf héél Hollands!” Je hebt geen bijnaam zoals veel Spaanse flamencoartiesten. “Nee, ik vind dat je dat niet moet doen. Misschien als het je overkomt. In Spanje word je raar aangekeken als je een bijnaam hebt als buitenlander. Op de één of andere manier accepteert men dat niet. Ik begrijp het trouwens wel als je als Nederlands artiest een bijnaam kiest. Het is vooral handig als je buiten Spanje werkt. In Nederland krijg je als flamenco-artiest makkelijker werk met een Spaanse naam dan met een Nederlandse naam. Maar ik heb altijd mijn eigen naam gebruikt.” Je bent bij jezelf gebleven. “Ik ben bij mezelf uitgekomen.” Tekst: Martijn van Hennik Foto’s Sevilla: Ginette Lavell mundo flamenco special - 2016

Tino in boekvorm

Lees in Mundo Flamenco de column Cartas de Sevilla van Tino van der Sman over zijn avonturen in Sevilla. Een selectie van zijn columns is binnenkort verkrijgbaar in een boekje. Informatie: info@flamencoagenda.nl


foto: Daniel Perez Galisteo mundo flamenco special - 2016


Niet te missen gitaristen Martijn van Hennik is gitarist en cd-recensent voor Mundo Flamenco. Hij licht een aantal gitaristen toe die u deze Flamenco Biënnale niet mag missen.

Gitaarliefhebbers komen tijdens deze editie van de Flamenco Biënnale Nederland flink aan hun trekken. Behalve ‘flamencovlerk’ Tino van der Sman (zie het interview elders in dit blad) zijn twee grootmeesters van de flamencogitaar te zien en te horen. De eerste is Pepe Habichuela (Granada, 1944), gitarist uit een beroemde zigeunerdynastie. Pepe Habichuela vertegenwoordigt 60 jaar flamencogeschiedenis. Hij was begeleider van grote zangers als Juanito Valderrama, Camarón de la Isla en Enrique Morente. Samen met Morente stond hij in de jaren zeventig van de vorige eeuw aan de wieg van de flamenco nuevo. Hij zal tijdens het festival optreden met Enrique ‘Kiki’ Morente, de zoon van inderdaad. Om naar uit te kijken is ook de double bill van Habichuela met gitarist Alfredo Lagos. Lagos is één van de interessantste gitaristen van zijn generatie. Lagos is de huiscomponist en -gitarist van danser Israel Galván. Hij zal tijdens het festival ook te horen zijn in de voorstelling Made in Jerez met onder andere zijn broer zanger David Lagos. Ook zit Santiago Lara dan naast hem op het podium, een gitarist met eveneens een indrukwekkende staat van dienst. De ware aficionado zal uitkijken naar het concert van die andere grootmeester: Rafael Riqueni (Sevilla, 1962). Na een enkele jaren van afwezigheid maakte hij in 2015 een glorieuze rentree op het podium van het Teatro de la Maestranza in zijn geboortestad. Hij gaf daar een prachtige vertolking van zijn nieuwe flamencosuite Parque de María Luisa. En alsof een concert in Nederland nog niet bijzonder genoeg is: Riqueni zal ook een aantal workshops geven. Een flamencospektakel op alle fronten valt te verwachten bij de voorstelling van zanger José Valencia met danser Antonio Canales. Valencia neemt twee gitaristen mee: zijn vaste begeleider Juan Requena, die in 2015 een indrukwekkende solo-cd uitbracht en Manuel Parilla, wiens gitaarspel diep in de Jerezaanse flamencogeschiedenis is geworteld. In de gezelschappen van de grote namen van het festival vinden we meer interessante gitaristen. Zo zal zangeres Rocío Márquez, artist in residence tijdens deze Biënnale, worden begeleid door niemand minder dan Miguel Ángel Cortés en de jonge Sevillaanse gitarist Raúl Cantizano, die tijdens dit concert elektrische gitaar speelt. Een aanrader is ook het concert van de groep Tiempos Nuevos met de Nederlandse gitarist Edsart Udo de Haes, die in 2016 zijn tweede cd Mil Familias uitbracht met daarop gitaarspel en composities van hoog niveau. Daarnaast speelt de in Nederland gevestigde María Marín klassieke Spaanse gitaar in de formatie. Ter gelegenheid van de presentatie van hun nieuwe cd zal Tiempos Nuevos optreden met onder meer saxofonist Ben van Gelder, één van de grootste jazztalenten van dit moment.

Andere snaren Naast de flamencogitaar zijn er andere snaarinstrumenten te horen tijdens dit festival. Bijvoorbeeld in El Amor Brujo, een eigenzinnig eerbetoon van de jonge, virtuoze Baskische barokgitarist en luitist Enrike Solinís aan het gelijknamige werk dat de Spaanse componist Manuel de Falla in 1914 schreef. Last but not least kunt u de uit Valencia afkomstige ‘snarentovenaar’ Efrén López bewonderen in de openingsvoorstelling van het festival. López zal daar op fretloze gitaar, rebab (Afghaanse luit), ud (luit uit het Midden-Oosten) en draailier te horen zijn als hij zangeres Rocío Márquez begeleidt in een voorstelling waaraan onder andere de Nederlandse celliste Ella van Poucke en flamencodanseres Leonor Leal meewerken.

Pepe Habichuela

Alfredo Lagos

Rafael Riqueni mundo flamenco special - 2016


Van poëtische stille dans met engelwitte bata tot brutale uitdaging met bastón: Rocío danst, glijdt, stijgt en valt. Uit de hemel? Naar de hel? Met humor grijpt ze weer de macht, virtuoos als altijd. (GL) Caída del Cielo tijdens de VI Flamenco Biënnale Di 24 jan Theater aan het Vrijthof Maastricht; za 28 jan Muziekgebouw aan ‘t IJ Amsterdam

foto: Pablo Guidali

mundo flamenco special - 2016


Met al zijn vernieuwing en moderniteit lijkt er één rode draad door deze Flamenco Biënnale te lopen: de bata de cola. Vrijwel alle dansers (en niet alleen de vrouwen) verschijnen op zeker moment op het podium in een bata. In Nederland is Mascha Meijman dé bata-specialist. Ze geeft al jaren les in het dansen met dit ‘zwierige blok aan je been’. “De bata geeft richting” Mascha Meijman: “Als je een bata aanhebt, ben je veel bewuster van alle poses. Je armen zijn iets meer naar voren gericht, waardoor je het silhouet meer in balans brengt met die lange achterkant. De bata geeft richting, je voelt je centrum beter en het is een geweldige work-out voor je buikspieren, want er is behoorlijk wat power nodig om die ‘staart’ een goede zwieper te geven.” Mascha was in opleiding bij de Fundación Cristina Heeren in Sevilla op het moment dat er een generatie was opgestaan die de bata weer begon te omarmen. “De bata stond lange tijd voor tuttigheid. Maar danseressen als Belén Maya en Eva Yerbabuena trokken de bata weer aan. Daarmee kwamen ook de vergeten stijlen weer boven: cantiñas, peteneras, caracoles, caña. Palo’s die bij uitstek geschikt zijn om te dansen met de bata, met weinig voetenwerk en veel ruimte voor de zang.” Met de komst van mannen in bata heeft deze techniek een extra impuls gekregen, zegt Mascha. “Begin jaren negentig was er natuurlijk al Joaquín Cortés die in bata op het podium verscheen. Nu is het Manuel Liñán.” Mannen in bata is helemaal geen gekke combinatie, zegt ze. “Het wordt zo een echte ‘tour de force’, de sleep wordt hoger en sneller opgetild en de snelheid ligt hoger. Mannen kunnen natuurlijk veel meer kracht zetten. Wat ik wel bij hen mis is de supervrouwelijke lichaamsvorm die ook hoort bij de bata. Mannen hebben nou eenmaal geen middel.” Mascha is aanwezig als workshopbegeleider bij de bata de cola-lessen van Manuel Liñán (14, 16 en 17 januari in Amsterdam). Verder treedt ze op (in een bata de cola) in de kindervoorstelling De Olé Olé koffer van Teresa Jaldón. Eind februari start ze weer met een nieuwe cursus bata de cola voor beginners (huurbata’s aanwezig) in Utrecht. De bata de cola loopt ook als rode draad door deze Special. Op de achtergrond van een aantal pagina’s het naaipatroon van een bata de cola. Bron: Comocubriruncuerpo.org Tekst: Ginette Lavell

mundo flamenco special - 2016


Deze Special is gemaakt door redactieleden van Mundo Flamenco en door www.flamencoagenda.nl. De productie van deze Special is mogelijk gemaakt door Flamenco Biënnale Nederland. Mundo Flamenco is hét Nederlandstalige tijdschrift over flamenco. www.mundoflamenco.nl Flamencoagenda is de complete agenda voor flamenco-evenementen in Nederland en België. www.flamencoagenda.nl Flamenco Biënnale Nederland vindt plaats aan het begin van ieder oneven jaar. Tussendoor produceert het festival ook Intermezzo’s. www.flamencobiennale.nl Redactie hoofdredactie: Ginette Lavell eindredactie: Jorinde van der Burgh Mirjam van Drecht auteurs: Jorinde van der Burgh Hannet Engel Martijn van Hennik Veerle Sanderink fotografie: Annemiek Rooymans grafische vormgeving: Penny Hagenaars Informatie over deze Special: info@flamencoagenda.nl Het kwartaalblad Mundo Flamenco wordt uitgegeven door Stichting Flamenco Benelux onder ISSN 1876-6307, bestaat uit 40 pagina’s en verschijnt 4 x per jaar. Een abonnement kost € 22,50 per jaar. Losse nummers kosten € 6. Contact: info@mundoflamenco.nl. Deze Special is verzonden aan Mundo Flamenco abonnees en wordt via de Flamenco Biënnale Nederland op het festival verspreid. Oplage Special: 2000. © Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever, fotograaf en schrijver.

Mascha Meijman Foto: Annemiek Rooymans mundo flamenco special - 2016


mundo flamenco special - 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.