// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD BELEGGEN Door Jeroen Mol
Veel beleggers vinden duurzaamheid en maatschappelijk rendement net zo belangrijk als financieel rendement. Maar waar EU-regelgevers dit principe zo veel mogelijk in beleid proberen te verankeren, denken Amerikanen daar heel anders over, zo blijkt uit een nieuw verschenen boek. Afgelopen december verscheen het eerste deel van een nieuwe memoriereeks ‘Pensioenfonds, verzekeraar en maat schappelijk verantwoord beleggen’ bij Kluwer. Het is een klein boekje van 48 pagina’s, geschreven voor cursisten van het Instituut voor Pensioeneducatie (IVP). Het boek behandelt aan de hand van bijdragen van verschillende experts drie aspecten van ESG: het boek gaat in op de vraag of ESG een mythe is, het behandelt EU-regulering en het bespreekt het imple menteren van ESG in de portefeuille. Onno de Lange, secretaris IVP, geeft aan welke EU-wetgeving pensioenfondsen en verzekeraars kunnen verwachten. Zo dient er een standaard voor groene obligaties te komen en krijgen duurzame beleggings fondsen een kwalificatie ten aanzien van duurzaamheid. Ook onderzoekt de EU mogelijkheden om groene beleggingen een impuls te geven. In het bijzonder wordt aandacht gevraagd voor een door pensioenfondsen te ontwikkelen beleid op het gebied van belastingontwijking en -ontduiking bij ondernemingen waarin wordt belegd. Randy Caen legt in zijn bijdrage uit wat er komt kijken bij het implementeren van maatschappelijk verantwoord beleggen in de portefeuille. Dat is behoorlijk wat, ook al omdat uit onderzoek blijkt dat er geen ‘beste manier’ is om ESG te integreren in het beleggingsbeleid.
Tegenover deze Europese benadering staat de visie van de Amerikaan Don Watkins. Volgens hem heeft het begrip ‘duurzaamheid’ zijn oorsprong in de milieubeweging. In zijn controversiële bijdrage stelt hij dat ESG-regulering niet in het belang is van de pensioenfondsen. Een ultrarechtse Amerikaanse benadering dus. Watkins heeft (tot voor kort) tien jaar voor het neo-liberale Ayn Rand Institute gewerkt. Hij ziet een ’ESG-paradox’, waarbij ondernemingen volgens hem louter gericht zijn op winstmaximalisatie en de regelgever ESG-overwegingen bij
beleggers voorschrijft in het belang van financiële prestaties van ondernemingen. Hij concludeert dat ondernemingen en beleggers geld hebben laten liggen. Enige nuancering ontbreekt hierbij volledig. Het is in mijn ogen in het geheel geen paradox. In Europa kennen we een georiënteerde markteconomie en ‘duurzaam ondernemen’ à la DSM. Er bestaat zowel maatschappe lijk als financieel rendement en beide vormen van rendement kunnen aan elkaar gekoppeld zijn in plaats van tegengesteld, zoals Watkins denkt. Hij spreekt van een ‘ESG-beweging’, een term die volgens hem afkomstig is uit het (linkse) intellectuele milieu. Volgens Watkins zijn beursgeno teerde ondernemingen steeds vaker afhankelijk van regulerende staten, die geen verantwoording afleggen en wier standaarden worden gevormd door antikapitalistisch egalitarisme (wat zich bijvoorbeeld uit in inkomensgelijkheid). Van risicoreductie als gevolg van ESGbeleid heeft Watkins kennelijk nog nooit gehoord, want het wordt niet behandeld in zijn bijdrage. Watkins lanceert tal van stellingen die illustreren dat er in de VS nog steeds vreemde opvattingen bestaan over ESG. Ook rept deze opportunist met geen woord over het Akkoord van Parijs of de SDGs van de VN. De VS scoort in die SDG-ranking overigens bijzonder zwak (35-ste), als een soort ontwikkelingsland. It’s a bloody shame. «
Dit artikel is geschreven door Jeroen Mol, PR/IR Consultant en Investment Writer. NUMMER 1 / 2020
FINANCIAL INVESTIGATOR
67