FEBEM Focus 24 NL by Go4Circle vzw/asbl

Beste Wensen

Dank u Dit is de laatste FOCUS. Zo’n 8 jaar geleden begonnen we met deze publicatie, letterlijk vanuit het niets. Het eerste nummer was slechts enkele pagina’s dik, maar het was er. Voor FEBEM was dat toen baanbrekend. De federatie had jaren niet of nauwelijks gecommuniceerd met als gevolg dat ze nauwelijks gekend of bekend was. We kunnen stellen dat de FOCUS daar verandering in heeft gebracht. Door de jaren heen groeide het uit tot een stevig ledenblad dat naar 2000 personen werd verstuurd. Alles heeft echter zijn tijd. Uit de laatste imagostudie die de federatie liet uitvoeren bleek dat, in tegenstelling tot de zeer sterk gewaardeerde elektronische nieuwsbrief FLASH, ons ledenblad wel goed werd bevonden maar niet als onmisbaar werd gezien. En wij willen enkel voor het beste gaan. Daarom en ook omdat we voelen dat de FOCUS het vooropgestelde doel heeft bereikt, nl. FEBEM bekender maken is dit het laatste nummer. Niet getreurd echter, we broeden momenteel al op iets nieuw. Hierbij gaan we vertrekken van onze elektronische nieuwsbrief, die trouwens sinds kort in een meer eigentijdse vorm is gegoten. We verkennen ook verder de wondere wereld van de sociale media. En voor alle duidelijkheid: wij stoppen niet met de FOCUS om papier te besparen. Als recyclagesector weten we maar al te goed dat op milieuvlak digitale gegevensdragers ook hun ecologische impact hebben (energie) en papier is bovendien een van de materialen die bij ons al optimaal worden ingezameld en gerecycleerd.

Mijn dank gaat echter uit naar allen die aan de FOCUS hebben meegewerkt en samen 24 nummers hebben gevuld. Speciale dank ook aan Daniëlla Segers, mijn collega uit 2004 met wie ik toen de FOCUS lanceerde. In dit laatste nummer verwennen we de lezer nog een laatste maal. Zo focussen we op de prioriteiten van de federatie voor 2013. Deze keer wordt SOREPLASTIC als lid in de kijker gesteld, een verwerker van landbouwfolies in de provincie Luxemburg. Ook het beroep van communicatieverantwoordelijken wordt in de kijker gesteld. Een niet te onderschatten functie en niet toevallig laten we hier drie dames aan het woord. De functie heeft wel wat behoefte aan diplomatie en charme! In deze laatste editie van de FOCUS blikken we graag eens terug op de allereerste editie en kijken we even wat er na 8 jaar geworden is van dossiers die toen onder de aandacht werden gebracht. Verder focussen we op de projecten CORE en SYMBIOSE, twee dossiers van de Fabriek van de Toekomst met telkens een belangrijke rol voor FEBEM. We kijken ook even naar de problematiek van stof in onze sector. Ook enkele events krijgen de nodige aandacht. Ten slotte stellen we ook graag onze nieuwe collega Kurt Ghijsbrecht aan u voor. Hiermee staan er nu al 6 personen dagelijks tot uw dienst bij FEBEM. Ten slotte nog mijn dank aan u beste lezer. Door de jaren heen kregen wij vaak positieve reacties op artikels. U smaakte ook duidelijk goed dat wij als federatie zo open waren en graag aan derden het woord gaven, ook al hadden die soms heel andere meningen dan die van FEBEM. Dat is echter een element dat wij zeker en vast ook zullen doortrekken naar ons nieuw communicatiebeleid. •

The en d

Tot lees dus!

Werner Annaert, Algemeen Directeur FEBEM

FEBEM

focus 24

bedrijvig in milieuzorg

Beste Wensen

Special edition*

Onze partners

Inhoud

02 • Dank u 06 • Evaluatie 2012 - Prioriteiten 2013 08 • Een terugblik naar de eerste FOCUS 13 • LID in de kijker: Soreplastic 14 • Kunststofverwerking en recyclage in Vlaanderen - COntrolled REcycling 16 • Symbiose, het sector-overschrijdend verbindingsplatform 18 • Interview met 3 vrouwelijke communicatie managers 22 • Euroshore: internationale workshop rond scheepsafval 24 • Recupel - gewikt en gewogen 28 • Interview Sea-Invest betreffende diffuse stofemissies 31 • Wie is Kurt Ghijsbrecht? 32 • Het belang van gecontroleerd materiaalbeheer 34 • NIMBY: een open en constructieve dialoog is cruciaal 36 • Inschrijven voor de 20 km van Brussel

FEBEM neemt in 2013 opnieuw deel aan de KOTK-actie

37 • UMIO congres: burgerparticipatie centraal thema 38 • Beroep in de kijker: Mannen zien de bulldozer als een stuk speelgoed

FEBEM-prioriteiten 2012: het einde van de tunnel is in zicht Op het einde van 2012 kunnen we vaststellen dat in heel wat dossiers die de federatie voor 2012 als prioritair heeft aanzien, er belangrijke stappen vooruit zijn gezet. Op het vlak van een goede marktwerking heeft VLAREMA de huidige taakverdeling bevestigd. Gemeenten en hun afvalintercommunales zijn opgericht voor het huishoudelijk afval en krijgen hiervoor ook verschillende administratieve versoepelingen. Het bedrijfsafval is echter geen opdracht voor hen en als ze het doen dienen ze dit apart te registreren én de volledige kosten door te rekenen. Afspraken met OVAM en VVSG zijn gemaakt om de Vlaamse gemeenten hier optimaal over te informeren en meer en meer gemeenten maken de rekenoefening. Opmerkelijk is ook dat dit jaar de omgekeerde discussie is losgebarsten. Door het positiever worden van sommige afvalstromen zien gemeenten in dat hun inwoners ermee naar private afvalbedrijven gaan waar ze voor de stromen nog een vergoeding krijgen. Het wordt een uitdaging om in 2013 dit niet afgeblokt te zien maar het anderzijds ook wel in goede banen te leiden.

“Heel wat instanties en organisaties kwamen met initiatieven om de recyclage van materialen in onze economie verder te bevorderen.” Een belangrijke stap werd gezet in de opstart van de PMD-inzameling bij bedrijven (en het verplicht maken ervan), samen met de opstart van een globale aanpak van extra selectieve inzameling aan de bron bij bedrijven. Dit kan voor onze sector heel wat nieuwe activiteiten opleveren, mits het verder oordeelkundig wordt aangepakt.

Na het inzamelen, komt het verwerken en het materiaal terug in een nieuw circuit brengen. Wat dit betreft was 2012 echt een jaar waarin het initiatieven regende. Heel wat instanties en organisaties kwamen met initiatieven om de recyclage van materialen in onze economie verder te bevorderen. Te veel om op te noemen maar jammer genoeg ook te veel die voorlopig in de goede bedoelingen blijven steken. FEBEM heeft met de opstart van enkele dossiers in de chemische sector ook willen meeduwen aan dit beleid. Het cruciale dossier van de handhaving kreeg in 2012 terug een nieuw leven. Na enkele jaren van geen of moeilijke communicatie met de milieuinspectie werden de contacten hernomen. FEBEM organiseerde ook enkele specifieke bijeenkomsten tussen handhavers, o.a. voor de bewegingen in het inert afval. Waar het jammer genoeg niet de juiste kant opging, was het volledige ondersteuningsbeleid voor energie uit afvalstoffen. Wij vragen geen specifieke voorkeursbehandeling maar snappen niet waarom de opwekking van energie uit hernieuwbare afvalstoffen niet op eenzelfde positieve manier wordt gesteund als de energieproductie uit wind- of zonne-energie. Als anderen steun krijgen, dan heeft ook onze sector er recht op. Meer zelfs, de overheid moet haar beloftes van enkele jaren geleden respecteren en kan niet tijdens de levensduur van installaties die toen werden opgericht, simpelweg van gedacht veranderen. Op Europees niveau kregen we eindelijk de eerste regels inzake End of Waste. Voor enkele metalen en voor glas kregen ze vorm. Zeker voor glas speelde FEBEM een cruciale rol. Jammer genoeg zagen we geen evolutie in onze ambitie om een Europese richtlijn inzake bodembeheer te verwezenlijken. De Europese wateren zijn daarvoor nog te diep. Positief waren ook de vele reacties van de leden op de door FEBEM ontwikkelde veiligheidsfiches. Vele praktische fiches kunnen nu door de leden gebruikt worden in het eigen bedrijf om zo de veiligheid van het personeel te verhogen. Wat de federatie zelf betreft was de prioriteit om eindelijk te zetelen in het paritair comité 142 en wonder boven wonder zijn alle beslissingen hiervoor nu genomen en zitten we eindelijk met vertegenwoordigers in dit comité. Dit heeft bijna 5 jaar geduurd… •

Prioriteiten 2013 focussen op optimale marktomstandigheden Ook in 2013 zal de focus van FEBEM liggen op een eerlijke concurrentie in de sector. Tussen privaatrechtelijke bedrijven onderling en tussen privaatrechtelijke en intercommunale bedrijven. Wij wensen ook verder de selectieve inzameling van bedrijfsafvalstoffen te bevorderen en eindelijk ook de sorteervoorwaarden vast te leggen voor het verbranden van afval. De in 2012 ingeslagen weg van het opzetten van projecten om de recyclage van materialen in eigen regio verder te ontwikkelen blijft vanzelfsprekend een prioriteit voor de federatie. Maar ook het verder ontwikkelen van de sanering van gronden, waarbij we druk zullen zetten om in alle gewesten die beleidsinstrumenten verder te ontwikkelen die hiervoor nodig zijn. Wij willen ook van de administratieve vereenvoudiging terug een groter aandachtspunt maken. Handhaving en controle krijgen ook de nodige aandacht en overleg met inspectie en andere controle- en handhavingsdiensten is al voorzien.

“De in 2012 ingeslagen weg van het opzetten van projecten om de recyclage van materialen in eigen regio verder te ontwikkelen blijft vanzelfsprekend een prioriteit voor de federatie.” Op Europees niveau zullen we de End of Waste voor papier, kunststoffen en compost/digestaat verder proberen af te werken maar ook de BREF treatment wordt heel belangrijk. Met de indiensttreding van een communicatieverantwoordelijke zet FEBEM in 2013 uiteraard nog veel meer in op de communicatie, o.a. met enkele nieuwigheden… Onze dienstverleningen zoals vertalingen, de dagelijkse krantenberichten, de opleidingen en events zullen verder worden uitgebouwd en FEBEM zoekt verder naar bijkomende diensten op maat van haar leden. Het jaar 2013 zal dus goed gevuld zijn. Mocht u nog suggesties hebben, aarzel dan niet en mail werner.annaert@febem-fege.be. •

Werner Annaert Algemeen Directeur FEBEM-FEGE

FOCUS START 2004 FEBEM maakt memorandum voor de gewestregeringen Naar aanleiding van de gewestelijke verkiezingen in 2004 had FEBEM een memorandum opgemaakt. Een weerslag van dit memorandum stond in het allereerste nummer van FEBEM FOCUS. Vandaag, 8 jaar later, is dat memorandum nog altijd verrassend actueel.

“Vandaag pleit FEBEM ervoor dat bedrijfsafval enkel kan worden beheerd door privaatrechtelijke bedrijven.” Al in 2004 pleitte de federatie ervoor om een beter gelijk speelveld te hebben tussen de bedrijven. Een aspect is ondertussen gerealiseerd en dat is de toenmalige vraag van FEBEM dat de gewestelijke overheid zich zou terugtrekken als operator in de afvalmarkt. Ook inzake de concurrentie tussen de privaatrechtelijke bedrijven zijn er heel wat goede stappen gezet, denk maar aan de afschaffing van de verlaagde heffingen. Waar echter nog werk aan de winkel is, is de concurrentie tussen privaatrechtelijke bedrijven en intercommunales. Al in 2004 pleitte FEBEM er voor dat gemeenten pas bedrijfsafval zouden kunnen inzamelen als “zij dit in een aparte structuur doen met volledige doorrekening van alle kosten en onderhevig zijn aan alle lasten die ook private bedrijven hebben”. Vandaag pleit FEBEM ervoor dat bedrijfsafval enkel kan worden beheerd door privaatrechtelijke bedrijven. Als ook dit speelveld gelijk is gemaakt, zal het FEBEM-memorandum van 2004 voor dat aspect gerealiseerd zijn.

Een ander aspect van ons memorandum was de vraag om de afvalheffingen een minder belangrijke plaats te laten innemen in de financiering van het afvalbeleid. En daarin zijn we geslaagd. Daar waar de Vlaamse afvalheffingsinkomsten in 2004 nog 44 miljoen euro waren, was dat in 2011 gedaald tot 32 miljoen euro. Terwijl het totale OVAM-budget in die tijd steeg van 44 miljoen tot 70 miljoen euro. Waar geen werk van gemaakt werd, is een door FEBEM gevraagd beter juridisch kader voor de samenwerking tussen publieke en private sector. Op Europees niveau is daar wel werk van gemaakt (verduidelijking van voorwaarden tot samenwerking) én deze discussie zal de komende jaren in alle ernst worden gevoerd over het mogelijk maken dat ook na 2018 er nog gemengde afvalintercommunales kunnen bestaan. We stellen ook vast dat de toen door FEBEM gevraagde afschaffing van monopolies in de aanvaardings- en terugnameplichten er niet gekomen is. Wellicht was het ook te veel gevraagd. Feit is dat FOST Plus, RECUPEL en co vandaag meer dan ooit in een belangrijke positie staan maar we merken wel een grotere openheid en zin voor samenwerking vanuit deze organisaties naar ons toe in vergelijking met 2004. Goed is dat er sinds dan geen soortgelijke organisaties meer zijn bijgekomen en dat organisaties zoals VALORFRIT en VALORLUB op de VALIPAC-leest geschoeid zijn, zoals door ons voorgesteld. Ten slotte vroeg FEBEM in 2004 veel aandacht voor kwaliteit. De kwaliteitsverhoging is er zeker gekomen voor de verwerking van de afvalstoffen (al kan men zich de vraag stellen of dit niet louter de verdienste is van de afvalbedrijven en hun investeringen zelf, eerder dan van overheidsmaatregelen) en voor de ingezamelde afvalstoffen (minder verontreinigd). We hebben echter de laatste jaren inzake de inzameling zelf nog weinig kwaliteitsverhogingen gezien. Vandaag nog moeten we nog altijd een gevecht voeren om bv. voor de papierinzameling bij gemeenten te kunnen werken met containers. De sterke positie van de eerder al vermelde beheersorganisaties en hun controle over de kostprijs van het afvalbeheer zijn hier uiteraard niet vreemd aan.

Een terugblik op de eerste FOCUS FEBEM focus BEDRIJVIG IN MILIEUZORG

FEBEM Focus “FEBEM, bedrijvig in milieuzorg”

VA N

Nr. 14 - Maart 2009

F E B E M

FEBEM memorandum over afval en FEBEM focus grondreiniging

Nr. 2 - maart 2005

FEBEMfocus

Nr. 9 - Juli 2007

BEDRIJVIG IN MILIEUZORG

Tijd voor een duurzame aanpak van de industriële milieusector!

BEDRIJVIG IN MILIEUZORG

FEBEM

L E D E N B L A D

Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer

#20 April 2011

focus 23

bedrijvig in milieuzorg

september 2012

FEBEM werkt samen met volgende partners:

FEBEM schrijft memorandum voor de nieuwe Federale Regering

Milieubedrijven speerpunt in Nieuw Industrieel Beleid

Samen werken ze aan een kwali-

• FEBEM en grondreiniging: een mooi verhaal • Houtafval: hernieuwbare energie • EU: “End of Waste” op de goede weg • Afvalbeheer in de Belgische havens • Lokale besturen en bedrijfsafval

teitsvolle dienstverlening voor de Belgische milieubedrijven.

Frituur Jeannine ligt niet wakker van haar afval - een dubbelgesprek met de voorzitters van FEBEM en INTERAFVAL

Sorteren aan de bron

Moet er nog slib zijn? FEBEM geeft input aan OVAM-voortgangsrapport zuiveringsslibbeleid

Belgische afvalsector economisch gezond doch opletten is de boodschap

Tweede Vlaamse Afvalcongres In de kijker: De Bree Solutions Valorfrit

▪

FEBEM en INTERAFVAL: samen voor een ambitieus afval- en materialenbeleid

▪

Nog beter advies bij bodemsaneringen?

▪

Sociaal-economische analyse van de Belgische papiersector

▪

Het beroep van preventieadviseur inde de kijker

Analyse van 11 sector

28 Zonnepanelen 44 Imagostudie

Kortom, een flink deel van het memorandum is de afgelopen 8 jaar wel degelijk gerealiseerd, maar we zullen nog wel 8 jaar nodig hebben om de resterende delen te realiseren. Geduld is een schone deugd … Miljardeninvesteringen in de afvalsector dreigen onvoldoende te renderen In de FOCUS van oktober 2004 besteedde FEBEM een volledig artikel aan de vele investeringen die haar leden de jaren ervoor hadden gedaan en de problemen die er in 2004 waren om deze investeringen te laten renderen. We overlopen hier de verschillende investeringen en kijken wat er vandaag de dag van gekomen is. Wat betreft de voorbehandelingsinstallaties was er in 2004 sprake van één realisatie (de voorbehandelingsinstallatie te Geel van de intercommunales IOK en IVAREM), maar verschillende FEBEM-leden hadden ter zake ook plannen (BIFFA, INDAVER, MACHIELS...). Deze plannen zijn uiteindelijk niet gerealiseerd en dit om verschillende redenen. De voornaamste redenen waren problemen om de nodige vergunningen te bekomen in combinatie met een hernieuwde ondersteuning vanuit het beleid voor de bouw van verbrandingsinstallaties.

FEBEM vroeg in 2004 ook al meer controle en structuur rond de export van afval om zo de positie van de verbrandingsinstallaties in eigen land niet te compromiteren. Vooral het ontbreken van een gelijk speelveld in Europa, door lokale subsidies of minder strenge controle op de exploitatie van installaties, waren ons toen een doorn in het oog. De Vlaamse overheid heeft vorig jaar inderdaad een vrij rigide systeem ingevoerd voor de export van bedrijfsafval naar buitenlandse verbrandingsinstallaties. Een ander punt waar de Vlaamse overheid de FEBEM-leden is tegemoetgekomen, is de compensatie voor het niet-aftrekbaar zijn van afvalheffingen (de heffingen betaald via privaatrechtelijke bedrijven kunnen worden vermenigvuldigd met 0,7). Wallonië is daar niet op ingegaan (daar ook minder relevant).

“Al in 2004 pleitte FEBEM voor een strategische visie op de stortplaatsen.”

Al in 2004 pleitte FEBEM voor een strategische visie op de stortplaatsen. Pas in 2012 is de Vlaamse visienota ter zake goedgekeurd. In Wallonië wordt er nog aan gewerkt.

“Daar waar we in 2004 nog stonden te roepen in de woestijn, klinkt de kreet van het materialenbeleid nu overal volop.” Hét cruciale element is echter de toenmalige vraag van FEBEM om het afvalbeleid om te vormen en niet alleen na te denken over de selectieve inzameling van afvalstoffen maar ook over het hele recyclagegebeuren en dus ook het gebruik van gerecycleerde afvalstoffen als vervanger voor primaire grondstoffen. Momenteel is het afvalbeleid helemaal de richting uitgegaan van een materialenbeleid. Daar waar we in 2004 nog stonden te roepen in de woestijn, klinkt

de kreet van het materialenbeleid nu overal volop. FEBEM mag best fier zijn over de rol die ze in deze evolutie heeft gespeeld. Hetzelfde geldt trouwens voor het beleid inzake de havenontvangstinstallaties. In 2004 pleitte FEBEM voor een totale aanpassing van het beleid zodat dit een steun zou zijn om scheepsafvalstoffen naar de Belgische havenontvangstinstallaties te laten gaan. Dit beleid is door de jaren heen inderdaad in die richting geëvolueerd. Maar overal liggen er mogelijke aanpassingen en negatieve evoluties op de loer. Ook de komende 8 jaren zullen we er moeten over waken dat investeringen die door onze sector gebeuren inderdaad kunnen renderen. De recente beslissingen inzake de groenestroomcertificaten doen alvast voor de komende jaren niet zo veel goeds vermoeden. •

Werner Annaert Algemeen Directeur FEBEM-FEGE

Wij produceren slijtdelen  Een competente contactpersoon bij u in de buurt  Meten en advies bij u ter plaatse  Alleen bij CRACO: Premium-slijtvast staal CRACOX®400 tot CRACOX®650  Altijd leveringsmogelijkheden dankzij enorme voorraad CRACO Belgïe Stefan van Marcke GSM 0498-515363 s.vanmarcke@telenet.bee

Voor een mooie en schone gemeente:

Cibeles

Het beroemde architectenbureau Ricardo Bofill ontwierp Cibeles: de fraaie afvalbak die perfect in het straatbeeld past ĂŠn het stadsleven aan kan. De geribbelde buitenkant verhindert graffiti en hechting van affiches; regenwater kan niet binnenstromen. Plaatsen van afval op de bak is onmogelijk dankzij de speciale vorm. Als optie heeft deze bak een asbak en/of een opening voor hondenpoepzakjes, alsook een opnamerand waarmee deze via inzamelvoertuigen geledigd kan worden. Ook handig: met de optionele chip kunt u de bak altijd lokaliseren, ledigingen, onderhouden, wassen en het reinigen opvolgen. Voor elke situatie de juiste oplossing Cibeles is leverbaar in volumes van 50 (met rvs asbak), 60, 80 en 120 liter (met rvs asbak), in de kleuren grijs, kaki, groen en blauw. De 50 literbak is te bevestigen aan muren en (lantaarn)palen; de andere bakken kunnen ook met een betonvoet worden verankerd. Tevens kan de Cibeles worden voorzien van een verkleinde inwerpopening, dit maakt het deponeren van huisvuil onmogelijk. Wilt u meer weten? Neem dat contact op met de afdeling Verkoop.

Plastic Omnium N.V. Ring Oost 14, B-9400 Ninove, tel: +32 (0)54 31 31 31, fax: +32 (0)54 31 31 30 E-mail: poinfo@plasticomnium.com / Internet: www.plasticomnium.be Plastic Omnium B.V. Postbus 3988, 4800 DZ Breda, tel: (0800) 542 50 55, fax: (0800) 542 50 33 E-mail: poinfo@plasticomnium.com / Internet: www.plasticomnium.nl

Dirk is goed bezig... of niet?

Ontdek de nieuwe wetgeving inzake bedrijfsafval op www.ovam.be/sorteermeer

Vanaf 1 juli 2013 wordt ook de inzameling van pmd-afval voor bedrijven verplicht, net zoals een contract met een afvalinzamelaar voor het gemengde bedrijfsafval.

“Het afvalpotentieel in Europa bedraagt ongeveer 1.400.000 ton”

LID in de kijker:

SOREPLASTIC spitstechnologie voor het recycleren van landbouwfolie

Deze gloednieuwe vennootschap, goed voor een investering van bijna 10 miljoen €, is opgericht in februari 2010. Ze is het resultaat van een partnership tussen de openbare en de privésector en heeft tot doel om jaarlijks om en bij de 20.000 ton plastic afval (LDPE) te recycleren. De site van de onderneming is gelegen in het milieubedrijvenpark van Tenneville, dat het composteercentrum, de vergistingseenheid en de stortplaats omvat. De configuratie van het industrieterrein heeft voor synergie gezorgd tussen de installaties door o.a. gebruik van warm water en afvalwaterverwerking via het zuiveringsstation van de stortplaats. De lijn omvat verschillende modules : eerste shreddering, voorwassen, scheiden van zware stukken, tweede shreddering, wassen, drogen en extrusie. Het te verwerken afval bestaat voornamelijk uit plastic landbouwafval (omwikkeling van balen, kuilfolie voor veevoeder, tunnel voor tuinbouw, grondzeil en serre). Het afvalpotentieel in Europa bedraagt ongeveer 1.400.000 ton, waarvan ongeveer 2/3 landbouwfolie, maar momenteel wordt slechts 22% daarvan gerecycleerd in 27 landen. België behaalt een recyclagepercentage van meer dan 50% maar de geproduceerde hoeveelheid blijft vandaag zwak.

Dat is de reden waarom de Ardense installatie van SOREPLASTIC zich ook naar de buitenlandse markt wendt (Frankrijk, Duitsland, Ierland en Nederland). Ze is immers logistiek goed gelegen ten opzichte van de rest van Europa. Aan de oorsprong van het project staat een vijftigjarige burgerlijk ingenieur, Vincent Sciascia, die al bijna dertig jaar actief is in de plasticsector. Hij heeft herwerkingsketens geïnstalleerd over de hele wereld, ook in China, in het kader van een door de Verenigde Naties gefinancierd project. Dankzij deze opportuniteit is hij adviseur kunnen worden voor de wereldorganisatie en heeft hij voor deze laatste reeds audits uitgevoerd op de vijf continenten. Een echte specialist die zich onlangs nog heeft ingezet voor het bepalen van de hoeveelheid plastic afval dat nog recycleerbaar is in het restafval in Vlaanderen. Vandaag, na enkele maanden operationeel te zijn, draait de fabriek 24 uur op 24 met een team van 16 werknemers. Dankzij haar optimale ontwerp stelt SOREPLASTIC dat ze de laagste energieratio in Europa heeft (KWH / Kg plastic). • Cédric Slegers Adjunct Directeur

Kunststofverwerking en kunststofrecyclage in Vlaanderen

België is wereldleider in zowel kunststofproductie met 595 kg per inwoner als kunststofverwerking met 194 kg. België vertegenwoordigt hiermee 10% van de Europese kunststofproductie en 5% van de Europese kunststofverwerking.

595

600 500 400

332

300

In België zijn een 700-tal bedrijven actief in de verwerking, waarvan 450 in Vlaanderen. Deze zorgen samen voor ongeveer 18.000 arbeidsplaatsen (24.000 in België) en vertegenwoordigen samen ongeveer €11 miljard op de handelsbalans (75% in Vlaanderen). Toch is deze sector niet zo gekend als de automobiel of metaalsector. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat binnen de kunststofverwerkende sector meer dan 80 % van de bedrijven KMO’s zijn.

“De kunststofverwerkende industrie heeft in zijn ontwikkeling van bij de start al oog gehad voor het recyclage gebeuren.” De kunststofverwerkende sector is zeer divers naar verwerkingsmethodieken (extrusie, spuitgieten, thermovormen, blaasextrusie, … ) en in heel wat sectoren actief zoals blijkt uit de grafiek hiernaast. De kunststofverwerkende industrie heeft in zijn ontwikkeling van bij de start al oog gehad voor het recyclage gebeuren, voornamelijk dan naar het opnieuw inzetten van eigen productie uitval. Dergelijke uitval wordt post-production waste genoemd. Deze afvalstroom is over het algemeen zeer zuiver (aanspuitingen bij spuitgietprocessen, opstart bij extrusie, …). Kunststofartikelen die in de markt geplaatst zijn en die einde levensduur zijn worden als post-consumer waste gekarakteriseerd.

Plastics production per capita (2010)

kg per capita

700

227

200

126 120 111 104

100

0 m

iu lg

rla

t Ne

y an

* * A* ope FT r Eu

an Fr

ain

Ita

ld ica or er W Am in t La

Fig 1 Kunststofproductie per inwoner

Plastics processing per capita (2010) kg per capita

250 194

200

140

150

120 117

100

108

105 104

0 m

iu lg

* y A* an FT NA

Ita

h et

lan

ec Cz

p ro Eu

ain

Fig 2 Kunststofverwerking per inwoner

an Fr

l Po

ite

ld rica or e W Am tin a L

COntrolled REcycling

“Met een recyclagepercentage van ongeveer 30% scoort België al zeer behoorlijk.”

Andere Land- en tuinbouw Kantoorartikelen Huishouden Medisch Technische toepassingen Meubelen Elektro

Eén van de grote voordelen van thermoplastische kunststoffen is dat zij met beperkt verlies aan eigenschappen terug ingezet kunnen worden in het productieproces. Dit geldt zowel voor post-production als voor post-consumer materialen. In België wordt bijna 95% van het kunststofafval onder één of andere vorm gevaloriseerd en daarmee is ons land één van de koplopers in Europa en in de wereld.. Met een recyclagepercentage van ongeveer 30% scoort België al zeer behoorlijk, en jaar na jaar verhoogt dit aandeel ten opzichte van energierecuperatie. De belangrijkste driver in dit proces zijn de continue stijgende grondstofprijzen en een steeds groter wordend besef dat het inzetten van recyclaat een meerwaarde betekent voor het milieu. Een sterk groeiende kennis van scheidingstechnieken en opwaarderingsystemen zorgen er voor dat het inzetten van recyclaat niet ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit van het eindproduct. Een samenwerking van alle actoren binnen de volledige keten van de kunststofindustrie, grondstofproducenten, verwerkers, ophalers en recyclagebedrijven kunnen er voor zorgen dat België zijn positie aan de wereldtop blijft behouden. •

Automobiel Bouw Verpakking

Fig 3 Kunststof afzetmarkten

Switzerland Germany Austria Belgium Sweden Denmark Norway Netherlands Luxembourg France Estonia Slovakia Italy Czech Republic Ireland Finland Hungary Spain Portugal Poland Slovenia Romania UK Latvia Lithuania Bulgaria Greece Cyprus Malta

Recycling Rate Energy Recovery Rate 0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Fig 4 Valorisatie kunststofafval

Wim Grymonprez Division Manager Flanders’ PlasticVision v.z.w. Division Vlaams Kunststofcentrum

2 symbiose 1 3

Het Vlaamse sector-overschrijdende verbindingsplatform voor de slimme valorisatie van afval en nevenstromen In januari 2013 wordt Symbiose operationeel, het Vlaamse Platform voor de valorisatie van hulpbronnen (verder wordt ‘resources’ gebruikt). In eerste instantie komen afval- en nevenstromen aan bod, in een later stadium ook andere resources (restwarmte, [innovatie]infrastructuur, logistiek, reservematerialen, vrije capaciteit, personeel, enz…). Symbiose is de implementatie in Vlaanderen van NISP (National Industries Symbiosis Program UK), aangepast aan de Vlaamse cultuur. Met zeer grote aandacht voor vertrouwelijkheid zal SYMBIOSE in Vlaanderen actief op zoek gaan naar organisaties die resources aanbieden of deze willen valoriseren. Het platform zal ook de realisering van veelbelovende geïdentificeerde symbiose projecten orkestreren teneinde nieuwe businesses te creëren. Het doel is een zo groot mogelijk aantal Vlaamse organisaties te laten participeren aan SYMBIOSE activiteiten.

“Symbiose is de implementatie in Vlaanderen van NISP (National Industries Symbiosis Program UK)” Het Symbiose team van industrieexperten zal in Vlaanderen actief op zoek gaan naar beschikbare resources of de nood aan resources aan de hand van resource-profiling, bedrijfsbezoeken, individuele en collectieve workshops, een performante en betrouwbare matchmaking databank, enz …

Carl Van der Auwera, innovatieadviseur bij essenscia, de Belgische industrie federatie voor chemie, lifesciences en kunststoffen: “Sinds 2010 probeert essenscia vlaanderen dit sector-overschrijdend platform in Vlaanderen op te zetten en nu is dat eindelijk gelukt door de steun van Agentschap Ondernemen in het kader van de VIA-subsidieoproep ‘Nieuw Industrieel Beleid’. Tegen eind 2014 willen we een performant en permanent Vlaams platform realiseren dat door alle Vlaamse stakeholders geaccepteerd en gebruikt wordt. Momenteel wordt SYMBIOSE gesteund door Agentschap Ondernemen, FEBEM, essenscia, OVAM, Plan C, Tessenderlo Chemie en van Gansewinkel maar we verwachten dat de andere industriesectoren, vele ondernemingen, kenniscentra, universiteiten en maatschappelijke middenveldorganisaties actief aan Symbiose zullen willen meewerken. We hebben een team met industrie-ervaring kunnen samenstellen en worden gecoacht door ervaringsexperten van International Synergies, de UK organisatie die dit programma al meer dan 5 jaar met zeer groot succes en positieve internationale weerklank wereldwijd implementeert. Het team zal zoveel mogelijk Vlaamse organisaties met hun resources of hun resource-noden in de Symbiose databank met elkaar matchen en zo actief resource-synergiën identificeren en orkestreren naar nieuwe business-opportuniteiten. Samen met onze partners zal actief gewerkt worden aan het verwijderen van hindernissen (technologische, legale, logistieke, …) die de realisering van synergieën in de weg staan.”

B O VA environmental consulting

Ruime ervaring en expertise in: Stortplaatsbeheer

(erkend deskundige, inrichtings- en afwerkingsplannen, ...)

Studies TOP, grondreiniging en baggerwerken

(inrichting, ...)

Afvalstoffenstudies en -beheer (optimalisatie beheer, gebruikscertificaten, ...) Haalbaarheidstudies

(milieutechn., fin.-econ., maatsch. aanvaardbaarheid, ...)

Milieueffectenrapporten

(MER, ontheffingsnota’s, ...)

Milieueffectenstudies

“Tegen eind 2014 willen we een performant en permanent Vlaams platform realiseren”

(impactbepaling, remediërende maatregelen, ...)

Milieucoördinator

(extern, bijstand, ...)

Milieuvergunning

(opmaak, begeleiding, ...)

Milieuauditing

(due diligence, compliance, ...)

Bodemstudies

(erkend Bodemsaneringsdeskundige type II)

Bodemonderzoeken

(oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken)

Bodemsaneringsprojecten Grondverzetstudies Second opinions

(ook begeleiding van saneringswerken) (technisch verslag, studie ontvangend terrein, ...) (bodemonderzoeken, milieumanagement, ...)

Authority engineering Expertise en bemiddeling

(haalbaarheid, onderbouwing, overleg overheden, ...) (conflictbemiddeling, ...)

Geert Bogaert, GSM 0495 274 185 - geert.bogaert@ecobova.be

SYMBIOSE zal een groot internationaal hefboom potentieel creëren omdat het kan participeren aan EU (en buiten de EU) programma’s rond hulpbronnen-effectiviteit: OESO en EU Horizon 2020 Resource Management projecten (o.m. SPIRE) en verschillende KIC’s (Knowledge Innovation Communities) van het EIT (Europees Instituut voor Technologie). advertentie-bova.indd 1

Symbiose startevent: 17 januari 2013 (enkel voor overheden, maatschappelijke middenveldorganisaties, leden-organisaties en organisaties die synergiën kunnen realiseren zoals technologieaanbieders, kenniscentra en universiteiten)

Symbiose workshop: 20 februari 2013 (60 geselecteerde organisaties worden uitgenodigd, waaronder 80% ondernemingen die resources aanbieden of nood hebben aan resources) •

Carl Van der Auwera, essenscia innovatieadviseur, projectleider Symbiose www.smartsymbiose.be, info@smartsymbiose.be

Wellingstraat 102 - B-9070 Destelbergen Tel. 09/328.11.40 - Fax 09/328.11.50 Wetenschapspark 1 (Greenbridge, Plassendale I) - B-8400 Oostende Tel. 059 33 92 51 - Fax 059 33 92 59

17-2-2011 13:22:46

Interview De vrouwelijke Communicatiemanager

Files zijn een fenomeen waar we mee leren leven, althans dat proberen we. Maar er zijn van die dagen…. Ik heb vandaag een afspraak met 3 vrouwen en probeer dan ook op tijd te zijn. Maar er is me eentje voor… De 2 andere dames hebben wel de eerste prijs, ongeval, file,…dus moeten we iets later starten. De koffie doet wel heel snel zijn werk, het gesprek schiet in gang en onmiddellijk snijden we een interessant thema aan met name de evolutie die de rol van de communicatiemanager de laatste jaren heeft gekend.

“Appreciatie, erkenning door zowel collegae als externen is belangrijker en zegt meer dan het woord macht” Positieve evolutie Immers onder impuls van stijgende interesse van het topmanagement (C-level) van veel bedrijven worden de functie en de rol van communicatie niet langer onderschat. Integendeel, meer en meer krijgt interne en externe communicatie een centrale plaats binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van een bedrijf en wordt het zelfs beschouwd als één van de kritische succesfactoren voor goede bedrijfsvoering. Die positieve evolutie wordt ook bevestigd tijdens dit gesprek.

Silvia: “Het klopt dat er een verbreding is opgetreden en dat het management daar voor veel tussenzit. Daar waar vroeger veeleer werd gefocust op imagovorming wordt nu ook meer aandacht besteed aan andere aspecten van communicatie, zoals bijvoorbeeld interne communicatie. En dat is een goede zaak”. Marisa voegt er terecht aan toe dat ten slotte iedereen aan communicatie doet, bottom-up en top-down. Het is belangrijk om al die vormen van communicatie op een correcte manier te kanaliseren. Marleen: “Een bijkomend positief effect van die evolutie is dat vandaag de communicatiemanager ook deel uitmaakt van het managementteam van een bedrijf. Dit betekent voor een stuk erkenning van de job. Daarnaast geeft het naar de rest van de organisatie aan dat het bedrijf veel belang hecht aan dit aspect van bedrijfsvoering en dat het er bewust tijd en geld wil in investeren. Onderschat ook de link niet tussen HR en communicatie”. “Terecht” zegt Marisa. “Iedereen, ook medewerkers hebben recht op informatie en dat werd vroeger al eens vergeten. Interne communicatie is echt wel belangrijk!”

Marisa Tondat: Adviseur Communicatie Van Gansewinkel

Opleiding Vertaler/Tolk, journalist (oa Het Volk), Consultancy (Hudson), Van Gansewinkel

Silvia Colazzo: Communications Manager Indaver

Masteropleidingen Germaanse Filologie & Communicatiewetenschap, Communicatiedienst OVAM, VLAR, Indaver

Macht Kort door de bocht betekent deze positieve evolutie meer ‘macht’ voor de communicatiemanager, niet? De 3 professionals zijn het niet met mij eens, op zich niet erg, maar ik vraag hen toch even te verduidelijken waarom die redenering niet opgaat. “Het klopt misschien dat de communicatiemanager vandaag veel meer betrokken wordt bij het dagelijks management- en beslissingsproces en dat biedt inderdaad meer mogelijkheden maar omschrijf dat nu niet als macht…” Marleen vult snel aan: appreciatie, erkenning door zowel collegae als externen is belangrijker en zegt meer dan het woord macht. Competenties Ik hoop bij de volgende topic toch stilaan de extra dimensie te vinden in het aspect “vrouwelijke” communicatiemanager vandaar dat ik op een zachte manier het thema competenties aansnijd. “Dames, noem de 5 belangrijkste competenties of eigenschappen van een (vrouwelijke) communicatiemanager.”

“Grote contrasten bestaan niet, het gaat alleen maar om nuances”

Marleen Vanhecke: Manager Communication & Marketing – Electrawinds Meester in de Audiovisuele Journalistiek & Mediakunde, journalist regionale TV, VT4, 14 j VTM (politiek journalist, nieuwsanker), Electrawinds

Het lijstje groeit snel… • Discretie • Stressbestendig • Samenwerken • Resultaatgericht • Gevoel voor timing • Taalvaardigheid • Kennis van media & communicatiemiddelen • Informeren & luisteren • Motiveren • Empathisch vermogen •… Je merkt heel snel dat deze ervaringsdeskundigen met een enorme passie over hun job praten dus ook ‘enthousiasme’ kan mooi toegevoegd worden aan het lijstje. Zou dat enthousiasme misschien het verschil maken tussen een vrouwelijke en mannelijke communicatiemanager? Nee dus, in elk geval niet doorslaggevend, wel ‘discretie en empathisch vermogen’, het harde en het zachte, dat zijn de grote verschillen volgens hen. Al moeten we dat allemaal niet altijd zo zwart/wit zien. Grote contrasten bestaan niet, het gaat alleen maar om nuances maar dat heb je in elke functie. Iedereen heeft een eigen persoonlijkheid, ongeacht de functie, en legt dan ook eigen accenten binnen het dagdagelijks functioneren.

“Voorbereiding is daarbij het sleutelwoord” Slecht nieuws De economische situatie van de laatste maanden heeft uiteraard ook impact op de rol van de communicatiemanager. “Daardoor is er zelfs een groeiend belang voor onze job” zegt Silvia. Ook het brengen van slecht nieuws hoort daar nu eenmaal bij. En die rol goed oppakken is cruciaal. “Bovendien is op dat moment een goed gevoel voor timing heel belangrijk” volgens Marleen die ook terecht aanhaalt dat ‘slecht nieuws‘ook nieuws is en daarbij is het belangrijk toekomstperspectief te bieden aan de ontvanger (stakeholders & medewerkers).

Ten slotte Een uur is zo voorbij gevlogen en het wordt stilaan tijd om af te sluiten. Wat een leuke babbel zeg! Nu is het aan mij om te communiceren. En natuurlijk heb ik de verschillende competenties in mijn achterhoofd gehouden om iets leuks op papier te zetten voor deze laatste FOCUS. Luisteren, gevoel voor timing en resultaatgericht. Bedankt dames voor jullie enthousiaste bijdrage! •

“Kortom, als je structureel gaat communiceren over slecht nieuws is het een must dat je een goed draaiboek hebt” zegt Marisa “en dat verantwoordelijkheden, volgorde & timing best op voorhand vastliggen. Voorbereiding is daarbij het sleutelwoord”.

Kurt Ghijsbrecht Adjunct Directeur Communication & projects FEBEM-FEGE

Uw rendement, ons doel DAF Advanced Transport Efficiency. Een compleet pakket innovatieve oplossingen die onze betrokkenheid onderstrepen in het streven naar maximale efficiency, optimale zuinigheid en minimale belasting van het milieu. Beleef zelf deze voordelen met de nieuwe DAF CF85 en XF105 trucks in speciale ATe uitvoering. Neem contact op met uw DAF concessiehouder of kijk op www.daf.be/ate Omdat uw rendement ons doel is.

driven by quality

www.daf.be

Euroshore is de Europese Federatie van de havenontvangstinstallaties. FEBEM is een zeer actief lid van deze federatie en Guido Van Meel die jarenlang bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen werkzaam was, is de secretaris generaal. Zoals het bijna een traditie geworden is bij Euroshore werd ook dit najaar een workshop georganiseerd.

Op 25 oktober organiseerde EUROSHORE deze druk bijgewoonde internationale workshop rond de nieuwe ontwikkelingen betreffende scheepsafval in De Ark te Antwerpen. Voor de middag werden nieuwe afvalstromen behandeld en de “best practices” voor droge en natte ladingresten besproken. Vanaf 1 januari 2013 voorziet de nieuwe bepaling van Annex 5 van het Marpolverdrag dat waswaters van droge lading enkel maar op zee geloosd mogen worden wanneer dit uitdrukkelijk toegelaten wordt. Voorheen luidde de bepaling dat wat niet verboden was, automatisch toegelaten was. Deze nieuwe verstrenging heeft tot gevolg dat bulkterminals in de toekomst de bulkcarrier in bepaalde gevallen moeten “uitwassen” en de waswaters zelf moeten behandelen of afgeven aan een gespecialiseerde verwerker. Een ander thema dat de revue passeerde: de scrubbers. Zij worden ingebouwd omdat ze toelaten dat schepen met hoogzwavelige (goedkope) brandstof kunnen verder varen. De scrubber wast namelijk de rookgassen uit zodat de strengste emissienormen kunnen gehaald worden. Hoewel de wetgeving terzake nog niet volledig op punt staat, zouden de waterige residu’s van dergelijke scrubbers waarschijnlijk afgegeven moeten worden aan een havenontvangstfaciliteit.

Vervolgens werd het probleem van ballastwater en sedimenten aangekaart. Door ballastwater in te nemen om de navigeerbaarheid van het schip te verbeteren, en het te lozen wanneer het schip lading inneemt, werden er vreemde species in de kustwateren geïntroduceerd. Een gekend fenomeen is de Chinese wolhandkrab die eind 19de eeuw in de Noordzee werd geïntroduceerd. Deze krabbensoort die met sterkere scharen is uitgerust, had een bijzondere negatieve impact op de visserij tijdens de Eerste Wereldoorlog. Om die reden voorziet een nieuwe conventie dat ballastwater moet behandeld worden op een zodanige manier dat slechts een minimum aantal species kunnen overleven. De gebruikte technieken worden door IMO getest en vervolgens goedgekeurd. Geleidelijk aan zullen dan de schepen moeten uitgerust worden met dergelijk systeem. Indien het systeem faalt dan kunnen de ballastwaters afgegeven worden aan een havenontvangstinrichting. Ook de sedimenten die neerslaan in de ballasttanks moeten zo verwijderd worden (bij periodiek onderhoud) dat het risico op introductie van vreemde species minimaal is. Nadien werd er een sessie gewijd aan het nieuwe monitoringsysteem dat EMSA (European Maritime Safety Agency) wil opzetten. Vanaf 2015 zouden de afvalnotificatie en de afvalafgifte van schepen worden opgenomen in het SAFE SEA NET systeem. Inspecteurs van havenstaatcontrole kunnen deze informatie aanvullend gebruiken om schepen te controleren die geen regelmatige afgifte doen van hun scheepsafval.

Na de middag was er een geanimeerd panel met vertegenwoordigers van de Europese reders, de havenautoriteiten, EUROSHORE, EMSA en Sea at Risks. Het bleek dat de meeste panelleden op dezelfde golflengte zaten en dat men unaniem pleitte voor een strengere controle op schepen. Tot slot lichtte de heer Prat, vertegenwoordiger van de Europese Commissie, de mogelijke herziening toe van de EU Richtlijn EC/2000/59. De verplichte impactstudie zou eind 2012 opgeleverd worden en op basis van de consultaties zou de Commissie tegen de zomer van 2013 een voorstel op tafel leggen. Afhankelijk van het feit dat de Commissie zich beperkt tot duidelijkere definities, richtlijnen en verduidelijkingen ofwel over een grondige hervorming van de wettekst zelf, worden het Europees Parlement en de Raad van Ministers betrokken bij de herziening. Gelet op de hogere afgiftes in de recente jaren in de meeste Europese havens, zou de Commissie zich kunnen beperken tot een minimale aanpassing van de Richtlijn.

Voor EUROSHORE en de nationale federaties een dossier dat van kortbij moet opgevolgd worden. Al bij al een geslaagde dag in een aangepaste omgeving, die aanleiding gaf tot een geanimeerde discussie bij de receptie. â&#x20AC;˘

Guido Van Meel Secretary General Euroshore

- gewikt en gewogen Een van de dossiers die binnen FEBEM geregeld tot besprekingen aanleiding geeft, is dat van de aanvaardingsplicht voor electrische en electronische apparaten (AEEA). Meer bepaald het betrokken beheersorganisme RECUPEL gaat binnen FEBEM vlot over de tong. We hebben met RECUPEL dan ook al een hele weg afgelegd maar de laatste jaren bleef een grondige evaluatie uit. Midden 2012 vroegen we ons dan ook af hoe onze leden nu RECUPEL en het hele systeem voor AEEA zien. We legden ons oor te luister bij ophaler en ontmantelingsbedrijven van AEEA.

“Onze leden kijken wel met enig ongemak naar de gewestelijke autoriteiten die naar hun gevoel te weinig autonoom handelen naar RECUPEL toe.” Globaal genomen is het duidelijk dat de operatoren tevreden zijn over het RECUPEL-systeem, zowel over het huishoudelijk als bedrijfsafvalluik. Sinds twee jaar is er vanuit RECUPEL ook duidelijk een grotere openheid en dialoog merkbaar naar de operatoren toe. De leden hebben het gevoel nu meer als partners betrokken te worden in de plaats van als onderaannemers. Onze leden kijken wel met enig ongemak naar de gewestelijke autoriteiten die naar hun gevoel te weinig autonoom handelen naar RECUPEL toe en om gemakkelijkheidsredenen te vaak overheidstaken willen doorschuiven naar RECUPEL (bv controle op de stromen of beheer van de informatie).

De activiteiten van RECUPEL dekken slechts een gedeelte van het beheer van AEEA. Van de 250.000 ton die potentieel zou kunnen worden beheerd, dekt RECUPEL er slechts 110.000 ton. Wettelijk gezien kan elke houder van AEEA zijn afval op een andere manier laten beheren. Hij kan kiezen om het mee te geven aan het RECUPEL-circuit maar hij kan evengoed kiezen een ander maar ook wettelijk circuit van inzameling/verwerking te volgen. We stellen vast dat de autoriteiten de houders van AEEA ertoe aanzetten om toe te treden tot het RECUPEL-systeem. Dit heeft voor de administraties immers het voordeel dat de informatie gecentraliseerd wordt bij RECUPEL en dat zij zelf dus hierin geen werk meer hoeven te steken. Maar ze binden in qua autonomie en bovendien dreig je op die manier ook in één centralistisch systeem te komen dat geen ruimte meer geeft voor alternatieven. De vraag is ook hoe RECUPEL zijn reserve van 200 miljoen euro zal aanwenden. Positief om bijkomende inzamelacties te financieren en om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen? Of negatief door bv. zelf als operator te functioneren wat voor FEBEM uiteraard absoluut onaanvaardbaar zou zijn. Bedrijfsafval Wij ramen dat jaarlijks zo’n 47.000 ton professioneel AEEA beheerd wordt buiten het RECUPEL-systeem. Het gaat daarbij om gevaarlijke afvalstoffen waarvoor er verschillende verplichtingen bestaan tot het verschaffen van informatie/rapportering naar de gewestelijke autoriteiten toe. De redenen voor deze paralelle handel zijn divers maar onze leden voelen duidelijk aan dat de drempel om in het RECUPEL-systeem te stappen administratief hoog ligt en ook financieel er niet altijd baat bij is. In het zogenaamde charter wordt voor een producent van AEEA de keuzevrijheid van de ophaler wel open gelaten (de operator moet wel erkend zijn) maar we merken dat RECUPEL dit meer wenst te gaan sturen en bv. zelf te beslissen wie er bedrijfsafval (AEEA) kan inzamelen bij de bedrijven zelf. RECUPEL stelt daarvoor eigen inzamelrecipiënten ter beschikking. Dit gaat regelrecht in tegen de gewone werking van de markt. FEBEM pleit hier voor een systeem dat identiek is aan systemen voor andere bedrijfsafvalstromen zoals PMD bedrijven (FOST Plus) en VALIPAC.

• LABORATORIA • LUCHTONDERZOEK • REACH & SDS • MILIEU-ADVIES • VEILIGHEIDSSTUDIES • GEOTECHNIEK SGS IS THE WORLD’S LEADING INSPECTION, VERIFICATION, TESTING AND CERTIFICATION COMPANY

• GELUID & TRILLINGEN

be.environment@sgs.com www.be.sgs.com

adv SGS-febem_3.indd 2

WHEN YOU NEED TO BE SURE

5/11/10 11:26

Nieuwe objectieven We kunnen tevreden zijn over de binnen het RECUPEL-systeem behaalde resultaten, maar de toekomstige uitdaging om 65% te bereiken is niet gering. FEBEM vraagt in elk geval dat er meer inspanningen worden geleverd om de dienstverlening inzake ophaling en verwerking verder omhoog te sturen, zowel inzake hoeveelheden als inzake kwaliteit van de dienstverlening. FEBEM en haar leden pleiten er in elk geval voor om de wettelijke doelstellingen van RECUPEL te verhogen en om meer aandacht te hebben voor het AEEA dat vrijkomt bij de KMO’s. Zonnepanelen Wij steunen het tot stand brengen van een andere MBO (voor PV Cycle) dan diegene betreffende de bestaande AEEA van RECUPEL. Wij geloven dat deze panelen gedemonteerd zullen worden door professionals – het zal dus gaan om bedrijfsafval en de stroom moet ook zo benaderd worden. Op dit ogenblik is het een afvalstroom met een negatieve waarde, maar dat kan en zal evolueren. Wij wensen een vrije markt te garanderen waarin meerdere operatoren/ontman-

telingsbedrijven actief zullen zijn. Bovendien kan geleerd worden uit de fouten van het verleden. Het is niet de bedoeling om een systeem op poten te zetten dat beschikt over grote reserves, wel dat investeert in inzameling en recyclage en de kwaliteit van de dienstverlening. Bijdragen die producenten moeten betalen moeten dus overeenkomen met de huidige kost. Diegene die zich van het afval ontdoet moet er ook een vergoeding voor betalen zodat de notie afval en financiering blijft bestaan. Het voorbeeld van RECYTYRE en de TL-lampen toont juist aan dat dergelijk systeem volledig tegen een normale marktwerking ingaat en tal van problemen veroorzaakt. Bovendien is er geen enkele incentive voor de ontdoener in het kader van hergebruik of preventie. Systemen zoals VALIPAC en aanverwanten (bv Clean Sites System) tonen dan weer aan dat zij voor dergelijke bedrijfsafvalstromen perfect werken. Het standpunt is integraal te lezen op de FEBEM-website en beschikbaar bij cedric.slegers@febem-fege.be

Werner Annaert en Cédric Slegers, secretariaat FEBEM-FEGE

VLAREM-uitbreiding met maatregelen tegen de verspreiding van diffuus stof Tino Mulle is als directeur Milieu en Veiligheid bij SEA-invest van bij de start betrokken bij de totstandkoming van het besluit inzake beperking diffuse stofemissies. De discussies op de overlegvergaderingen met het departement LNE, afdeling lucht, waren vaak heftig. De tekst die bij de Vlaamse Regering –bij het ter pers gaan van deze FOCUS- klaarligt ter goedkeuring, is een sterk bijgestuurde versie in vergelijking met de eerste ontwerpteksten. Niettemin legt deze wettekst een hele resem nieuwe bepalingen op inzake beperking van stofverspreiding.

“Het voorkomen van stofhinder en de bijhorende klachten is reeds jaren een belangrijk aandachtspunt binnen onze bedrijfsvoering.” F: In welke mate is de problematiek inzake diffuus stof bij SEA-invest te vergelijken met deze in de afvalsector?

TM: SEA-invest specialiseert zich in de open overslag van bulkgoederen in zeehavens. De oorsprong van de groep ligt bij droge bulkgoederen, zoals steenkool en ertsen. Ondertussen behandelt SEAInvestook grote volumes aan vloeibare goederen (minerale en plantaardige oliën) via gespecialiseerde tankterminals en beschikt het over grote geautomatiseerde koelloodsen voor het behandelen en stockeren van kiwi’s, bananen,… SEA-invest kent net

zoals de afvalsector een grote variatie aan stoffen die behandeld worden. In totaal lossen en laden wij in Vlaanderen ca. 25 miljoen ton droge bulkgoederen per jaar waarbij tot meer dan 1.000 ton goederen per uur kunnen geladen of gelost worden en beschikken we over ca. 200 ha aan opslagruimte, waarbij ca. 180 ha in open lucht. Ook het feit dat we alle soorten en maten aan schepen moeten afhandelen, zorgt ervoor dat we voor heel specifieke uitdagingen staan. F: Vormt de stofproblematiek een recent aandachtspunt voor jullie bedrijf als gevolg van de nieuwe wetgeving? TM: Zeker niet, integendeel. Nog lang voor er sprake was van een (fijn) stofproblematiek en dito actieplannen van de Vlaamse overheid, vormde het vermijden van stof een focuspunt voor onze groep. Als gevolg van de ruimtelijke ordening in Vlaanderen liggen onze twee grootste droge bulksites op amper een steenworp van woongebieden, met alle spanningen van dien. Het voorkomen van stofhinder en de bijhorende klachten is reeds jaren een belangrijk aandachtspunt binnen onze bedrijfsvoering en sinds begin jaren ’90 hebben we enorm geïnvesteerd in middelen om stofhinder te voorkomen, zowel vaste middelen zoals sproeipalen, stofafzuiging,… als mobiele middelen (sproei- en veegwagens, nevelkanonnen,…) F: Waarom was er dan toch nogal wat weerstand vanuit de industrie tegenover het initiatief van de overheid om regelgeving te ontwikkelen? TM: SEA-invest is op zich niet gekant tegen regelgevende initiatieven die een duidelijk kader scheppen en realistische verwachtingen creëren. We zijn er van overtuigd dat onze inspanningen van de voorbije 20 jaar ervoor gezorgd hebben dat we vandaag de dag al als goede huisvader optreden.

OPDRACHT: Het opwaaien van stof bekampen Er heerst echter van meet af aan onduidelijkheid over wat de overheid met deze regelgeving wenst te bereiken. Als deze wetgeving bedoeld is om stofklachten te vermijden en bedrijven te sensibiliseren, dan zal dit zeker haar effect hebben. Het is echter duidelijk dat deze regelgeving kadert in de fijn stofproblematiek waarmee Vlaanderen te kampen heeft, terwijl het absoluut niet zeker is dat het viseren van de droge bulksector op dit vlak enige verbetering zal brengen. Studies tonen immers aan dat de droge bulksector slechts een heel beperkte, lokale bijdrage heeft m.b.t. fijn stof en dan nog enkel op winderige dagen waar zich geen fijn stofprobleem in Vlaanderen stelt.

“De fijn stofproblematiek vormt een heel complex gegeven, waarbij het belang van tal van factoren niet altijd even duidelijk is.” F: Er heerst inderdaad onduidelijkheid hierover. In de toelichtende nota’s is er sprake van fijn stof, terwijl de wetgeving zelf spreek over diffuus stof. Hoe is dat te verklaren? TM: In de eerste ‘hotspotstudie’ is onderzoek gedaan naar de mogelijke bronnen van fijn stof als verklaring van de slechte luchtkwaliteit in bepaalde zones (de zogenaamde” Hotspots”). Kort gesteld heeft men de gekende, veelal geleide bronnen in een model gestopt en de berekende immissiewaarden vergeleken met de gemeten waarden. Waar deze niet overeenkwamen, werden mogelijke diffuse bronnen geïdentificeerd, die vervolgens in het model een bepaalde emissiewaarde toegekend kregen, om op deze manier de gemeten waarden voldoende dicht te benaderen. Zo werd finaal gesteld dat diffuse emissies een belangrijke bijdrage vormen inzake de fijn stofproblematiek en werden de nodige acties geïnitieerd om regelgeving te ontwikkelen.

De fijn stofproblematiek vormt een heel complex gegeven, waarbij het belang van tal van factoren niet altijd even duidelijk is. Het is de taak van de overheid om aan te tonen dat de investeringen die aan bedrijven worden opgelegd een verbetering van de luchtkwaliteit zullen opleveren. Momenteel kan echter niemand dit aantonen! Wetende dat de eerste versie van de wetgeving verregaande kosten en investeringen zou impliceren, is het niet meer dan logisch dat bedrijven zich kritisch opstellen. F: Zijn de weerhouden bepalingen in het besluit onredelijk te noemen? TM: Ik denk dat we finaal mogen stellen dat het intensieve overleg tussen de overheid en de sectoren hun nut hebben bewezen en grootste knelpunten verholpen zijn. Bovendien heeft de overheid ingezien dat veel aspecten toch wel heel bedrijfsspecifiek zijn en er dus voldoende mogelijkheid moest zijn om via de milieuvergunning afwijkingen te bekomen. F: Welke zijn de grootste moeilijkheden die je verwacht bij de implementatie van dit besluit? TM: Er zijn een aantal belangrijke uitdagingen bij de implementatie van dit besluit. Zo zullen bedrijven vanaf een bepaalde omvang een stofrapport moeten opmaken, dat als bijlage bij een milieuvergunning moet gevoegd worden (of tegen een bepaalde datum moet opgestuurd worden voor bestaande bedrijven). De vraag is of de overheden en de deskundigen die bij het stofrapport betrokken zijn momenteel over voldoende kennis beschikken om alle technische en operationele facetten bij de behandeling van goederen correct in te schatten. Tevens zal veel afhangen van de houding van de toezichthoudende overheid. Als elke stofontwikkeling op een terrein (zo goed als) onaanvaardbaar zal worden beschouwd, zijn vele activiteiten in Vlaanderen zo goed als uitgesloten, wat niet de bedoeling kan zijn. Hoe dan ook wordt de kennisopbouw bij zowel overheden als bedrijven een proces met de onlosmakelijke groeipijnen. •

Een update van de hotspotstudie heeft echter aangetoond dat de bijdrage van de drogebulksector minder belangrijk is dan oorspronkelijk ingeschat. Uit metingen blijft zelfs dat de economische crisis met een sterke terugval van behandelde producten geen merkbare invloed op de luchtmetingen heeft gehad.

Tino Mulle, SEA-Invest Mireille Verboven, FEBEM

Titech and BEST Sorting to become TOMRA Sorting Solutions

Visit our website for more information www.tomrasorting.com

Spot on! Perfect RDF bales by Bollegraaf.

At Bollegraaf we appreciate the fact that, like any other profit driven operation, the recycling industry is subject to economic drivers. Therefore, we aim to make your business as profitable as possible. Not surprisingly, the Bollegraaf solution for RDF is the very best in the market. Our balers for instance feature a pre-press flap, optional extra channel cylinders and plastic wiring, which ensure maximum capacity, the highest possible bale weight and a maximum yield. With Bollegraaf you will make the most of waste. For further information contact Bollegraaf, at +31 (0)596 65 43 33 or visit our website www.bollegraaf.com

BOL2083_adv_RDF_171x121_fc.indd 1

17-09-12 17:39

Kurt begon zijn professionele carrière in 1996 bij Infotrade, een bedrijf actief in de voorziening van financiële en marketingdata voor bedrijven. Hij doorliep er de commerciële leerschool van telemarketingverkoper tot accountmanager en leerde er de knepen van het vak. Na 3 jaar verliet hij de datawereld om op 1 april 1999 te starten “in den afval” bij van Gansewinkel in Vlaanderen als accountmanager. Daarna heeft hij verschillende commerciële functies doorlopen in Vlaanderen om begin 2005 de overstap te maken naar Wallonië als Salesmanager. De “Franstalige” markt lag hem blijkbaar want in maart 2009 vertrok hij naar Frankrijk als directeur France voor een buitenlands avontuur. Op 1 oktober laatstleden is Kurt dan gestart als Adjunct-Directeur bij FEBEM met als verantwoordelijkheden het hele communicatieluik van de federatie alsook verschillende projecten rond kunststoffen.

Wie is Kurt Ghijsbrecht? Personalia: 39 jaar getrouwd met Ines Vanbaelen 4 kindjes (Jasmine (12), Simon (7), Benjamin (2) & Camille (5 maand)) hobby: fietsen woonachtig in Leuven Opleiding: Licentiaat in de Communicatiewetenschap

Dagelijks secretariaat

Voorste rij (van links naar rechts)

Achterste rij (van links naar rechts)

Baudouin SKA: Gevaarlijk afval, treatment, Belshore (scheepsafval), Europese en internationale dossiers Secretaris-Generaal FERVER, vice president Euroshore, coordinator executive committee FEAD

Mireille VERBOVEN: Werkgroepen Bouw- en Sloopafval, CGR’s (Centra voor Grondreinigiging) en QESH (Qualty, Environment, Safety and Health)

Cédric SLEGERS: Dossiers in verband met Wallonië & Brussel, aanvaardings- en terugnameplicht niet-gevaarlijk afval, glas, banden, economische dossiers Anita COSAERT: Algemene administratie, office management & organisatie evenementen

Kurt GHIJSBRECHT: Verantwoordelijke communicatie, coördinator projecten, recyclage kunststoffen Werner ANNAERT: Algemene coördinatie, niet-gevaarlijk afval, treatment, papier, sociaal overleg & waste to energy

Het belang van gecontroleerd materiaalbeheer voor de rendabiliteit van recyclageondernemingen Gecontroleerd materiaalbeheer binnen ondernemingen actief in de recyclagesector vormt een belangrijke uitdaging vanwege de grote variëteit in samenstelling en hoeveelheid van de verwerkte materialen. Een beperkte aanpassing van de samenstelling van een materiaal kan door de combinatie van een hoge eenheidswaarde en een groot tonnage een aanzienlijke impact hebben op de rendabiliteit van de onderneming. In de huidige economische context, waarin de druk op de marges een continu aandachtspunt is, valt het belang van een gecontroleerd materiaalbeheer dan ook niet te onderschatten.

“Tekortkomingen met betrekking tot de oplevering van materiaalsamenstellingen hebben ook een impact op de verkoopkant van de onderneming.” Deloitte onderscheidt drie domeinen waarop gecontroleerd materiaalbeheer binnen recyclage ondernemingen een invloed heeft: rendement, verkoopstrategie en milieu wetgeving. Vooreerst is er de directe invloed van materiaalbeheer op het rendement van de onderneming. Hierin staat een accurate en tijdige registratie van de materiaalsamenstelling voorop. Wanneer de doorlooptijd van een analyse van grondstoffen bijvoorbeeld te lang is, dan loopt de onderneming het risico om bepaalde aankoopvoorwaarden (bv. korting in geval van verontreinigende metalen) niet tijdig te kunnen realiseren. Tekortkomingen met betrekking tot de oplevering van materiaalsamenstellingen hebben ook een impact op de verkoopkant van de onderneming. Indien de doorlooptijd van een analyse van een afgewerkt product te lang uitloopt, dan bestaat het risico dat de waarde van de afgewerkte producten onder-

32 26

schat wordt wat zich zal weerspiegelen in ondermaatse verkoopsvoorwaarden. Tot slot laten tekortkomingen bij het bepalen van de materiaalsamenstelling geen opvolging toe van de geleverde kwaliteit van de materialen per leverancier. Bijgevolg kan het aankoopbeleid van de materialen niet geoptimaliseerd worden, wat een directe impact heeft op de gerealiseerde aankoopmarges. Een accurate registratie van de materiaalsamenstelling is echter een moeilijke oefening omwille van twee redenen. Enerzijds kan de doorlooptijd van een analyse flink oplopen als gevolg van beperkte analyse mogelijkheden op vlak van volume en metaal identificatie. Anderzijds kan een accurate analyse moeilijk te bepalen zijn vanwege oorzaken die intrinsiek zijn aan het recyclage proces zoals een sterk heterogene samenstelling van inkomende materialen of tussenproducten. Omwille van deze twee redenen valt men geregeld terug op de standaard materiaalsamenstellingen in het materiaalbeheersysteem. Bijgevolg dienen de standaard materiaalsamenstellingen op frequente basis aangepast te worden op basis van historische labo analyses. De verkoopstrategie van de onderneming is een tweede domein waarop materiaalbeheer een impact heeft. Een onderneming is immers pas in staat om een productmix aan te bieden op de markt, waarbij de marges geoptimaliseerd worden, wanneer het aankoop-, het verkoopbeleid en de productieplanning van de onderneming op elkaar afgestemd zijn. In het kader van gecontroleerd materiaalbeheer onderscheiden we twee aspecten bij de productieplanning: de registratie en de monitoring van de materiaalstromen. De registratie van de materiaalstromen heeft zowel betrekking op de eerder aangehaalde registratie van de materiaalsamenstelling, als op de registratie van de materiaalhoeveelheid. Deze registratie van de materiaalhoeveelheid dient op een eenduidige wijze plaats te vinden overheen de verschillende afdelingen betrokken bij de verwerkingscyclus zoals hieronder geïllustreerd.

Een inaccurate registratie van de materiaalhoeveelheid tijdens de verwerkingscyclus en bij verplaatsingen tussen afdelingen leidt tot fluctuaties in de metaalbalans wat de accuraatheid en de consistentie van de productieplanning beïnvloedt. Onder de metaalbalans verstaan we de balans die de in-en de uitgaande materiaalstromen per metaal weerspiegelt. Bijgevolg wijzen we dan ook op het belang van de communicatie en de toepassing van een duidelijke registratieprocedure binnen de onderneming. Ook dient er gebruik te worden gemaakt van weeginstrumenten die een accurate weging toelaten en zo weinig mogelijk beroep te doen op schattingen. Een tweede aspect binnen de productieplanning heeft betrekking op de monitoring van de materiaalstromen met het oog op een tijdige identificatie en bijsturing van oorzaken van metaalbalans fluctuaties. Hierbij raden we aan op maandelijkse basis de materiaalstromen binnen de onderneming te bespreken op basis van een metaalbalans rapport dat de in/uit balans weergeeft (op afdelingsniveau) voor alle materialen en alle metalen.

“De verkoopstrategie van de onderneming is een tweede domein waarop materiaalbeheer een impact heeft.” Tot slot dient een onderneming in de recyclage sector te voldoen aan rapportagevereisten in het kader van de milieu wetgeving op vlak van verbruik en productie van materialen binnen de onderneming. Een gecontroleerd materiaalbeheer speelt hier dan ook een belangrijke rol in, gezien een onderneming die beschikt over een gecontroleerd materiaalbeheer steeds vlot en accuraat kan rapporteren over de verschillende materialen en metalen binnen de onderneming. •

Interesse in verdere informatie: Deloitte biedt een uitgebreide waaier aan materiaalbeheer gerelateerde diensten: • Documentatie van de verschillende materiaalstromen • Optimalisatie van de materiaalregistratie • Implementatie van metaalbalans en management rapportering Voor verdere informatie omtrent deze dienstverlening kan u steeds contact opnemen met wdenhaese@deloitte.com (tel: +32 476 49 66 24), lvandendooren@deloitte.com (tel: + 32 496 57 49 02) of jvanhecke@deloitte.com (tel: +32 472 73 45 20).

Joost Vanhecke  Senior Consultant | Enterprise Risk Services* * A department of Deloitte Bedrijfsrevisoren Reviseurs d’Entreprises

NIMBY: hoe kan men uit de polarisatie raken en een open en constructieve dialoog opstarten? Wanneer bedrijven hun activiteiten wensen uit te breiden of nieuwe activiteiten wensen te ontwikkelen op een bepaalde locatie, stuit dit vaak op weerstand van de lokale gemeenschap of andere belanghebbende partijen. De weerstand tegen de ontwikkeling van een activiteit of inrichting, het zogenaam NIMBY-fenomeen (not in my backyard), leidt tot situaties waarbij projecten belangrijke vertraging oplopen, geblokkeerd of zelfs afgevoerd worden. Doordacht omgaan met NIMBY vereist aandacht voor stakeholders die vaak tegengestelde belangen en verwachtingen hebben en is een essentieel onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De centrale vraag tijdens een seminarie over dit thema op 14 juni, georganiseerd door VBO en Business & Society luidde : hoe kan men uit de polarisatie raken en een open en constructieve dialoog opstarten? Sprekers en deelnemers deelden een gemeenschappelijke visie: dialoog met de stakeholders langs de hele levenscyclus van het project is de beste manier om conflictsituaties te vermijden en om een win-win te creëren voor alle betrokkenen. In de NIMBYcontext vertaalt deze win-win zich in “smart growth”, die economische expansie, levenskwaliteit, respect voor het milieu en efficiënte mobiliteit combineert. Dit is best mogelijk te bereiken indien projectontwikkelaars de volgende sleutelelementen aanhalen:

Caroline Godts Project Manager Business & Society Belgium

• De lokale context ontcijferen, met bijzondere aandacht voor aanwezige problematieken en gevoeligheden, zoals, bij voorbeeld, het gebrek aan participatieve cultuur. Dit zal ook toelaten om het project te kaderen binnen een bredere context dan enkel het belang van de projectontwikkelaars en initiatiefnemers. • Out of the box denken om alternatieven te identificeren. In bepaalde situaties kan de uitbreiding van bestaande faciliteiten of de reconversie van zgn. brownfields een betere oplossing zijn dan nieuwbouw. Dialoog met de lokale gemeenschap is de bron bij uitstek in de zoektocht naar alternatieven. Door de betrokkenheid van de stakeholders wordt immers de lokale kennis gemobiliseerd en wordt de collectieve intelligentie (van gemeenschap, projectontwikkelaars en andere stakeholdergroepen) ten volle benut om tot een optimaal resultaat te komen. Doordachte alternatieven leveren een groter draagvlak voor projectontwikkelingen. • De dialoog aangaan met stakeholders om deze in het project te engageren. Vanaf het pril begin is het van essentieel belang stakeholders te betrekken om uiteenlopende belangen te verzoenen, inzichten en inbreng te vergaren, steun te krijgen en de meest aangepaste pedagogische aanpak te vinden. Dialoog betekent ook feedback naar de stakeholders toe, zonder de indruk te geven dat de stakeholders het recht hebben om alleen en over alles te beslissen. Deze dialoog is overigens niet enkel belangrijk bij de opstart van een project. Originele oplossingen, zoals bijvoorbeeld het delen van infrastructuur met de buurt, zijn mogelijk en creeëren vertrouwen en een relatie tussen bedrijven en de buurt.

Tijdens het seminarie werden ook de conclusies van de HIVA-studie “Aanbevelingen voor een succesvol en participatief traject” (in opdracht van het VBO en Business & Society) voorgesteld, alsmede de praktijkfiches opgesteld door Business & Society Belgium. Bedrijven vinden in deze fiches aanbevelingen die hen kunnen helpen om weerstand te voorkomen of er verantwoord mee om te gaan. Doorheen vier verschillende fasen in een project, met name projectdefinitie, ontwerp en besluitvorming, realisatie en exploitatie, geeft Business & Society Belgium aan welke initiatieven een bedrijf kan nemen. Dit wordt telkens geïllustreerd met een voorbeeld.

Meer informatie en toegang tot de studie, praktijkfiches en presentaties van het seminarie via NL http://www.businessandsociety.be/nl/Knowledgecenter/MVO-themas/01-Environment/0100-General FR http://www.businessandsociety.be/fr/Knowledgecenter/Les-themes-RSE/01-Environment/0100General/ Business & Society Belgium (www.businessandsociety.be) is het referentienetwerk voor bedrijven die in samenwerking met verschillende stakeholders een inclusieve, groene en verantwoordelijke economie willen co-creëren als onderdeel van een duurzame maatschappij. •

LDR : advocaten actief in omgevingsrecht Ruimtelijke ordening en mobiliteit o.m. Ruimtelijke planning Stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen Onteigeningen Planschade en planbaten

Milieu- en energierecht Afval, bodem en grondverzet Milieuvergunning Milieueffecten- en veiligheidsrapportage Aansprakelijkheid voor milieuschade

o.m.

www.LDR.be LDR Gent Kasteellaan 141 9000 Gent Tel. +32 9 234 29 16 Fax +32 9 234 29 17

ldr_adv_177x120.indd 1

LDR Brugge Predikherenstraat 23/1 8000 Brugge Tel. +32 50 49 08 40 Fax +32 50 61 50 01

24-8-2012 11:34:47

2013

Deelname FEBEM-joggers aan de 20 km door Brussel! Net zoals dit jaar, staat de laatste zondag van mei in het nieuwe jaar, 26/05/2013, met stip aangeduid bij de FEBEM-joggers. Voor de vijfde keer op rij, zal FEBEM deelnemen aan de 20 km door Brussel met een eigen team. Werknemers van FEBEM-leden kunnen zich laten inschrijven via het FEBEM-secretariaat en zo zeker zijn van een borstnummer op deze legendarische loopwedstrijd. Het is en blijft een fantastische ervaring om samen met 30.000 gelijkgezinden te genieten van het mooie parcours doorheen Brussel. Het is soms afzien van de dorst en de hellingen, maar wat een ambiance! Niet te missen. Dus afspraak op 26/05/2013. De deelnemers kunnen alvast beginnen trainen. De voorinschrijvingen starten nu al bij mireille.verboven@febem-fege.be •

FEBEM fietst voor Kom Op Tegen Kanker

Net zoals de afgelopen twee jaar wil FEBEM in 2013 met een fietsteam deelnemen aan de 1000 KM van Vlaanderen. Deze 4daagse fietstocht in het Hemelvaartweekend (9-12 mei) is een organisatie van Kom Op Tegen Kanker. Een FEBEM-ploeg van 8 mensen legt de 1000 KM af waarbij ieder 125 km voor zijn/ haar rekening neemt. De deelnemers lossen elkaar dus af. Het is geen wedstrijd, alle teams rijden in één groep. Wel wordt de groep verdeeld in 3 snelheden (30km/u, 27 km/u en 24 km/u). De snelste groep start eerst enz… Elke deelnemer laat zich sponsoren en zo moet elk team samen 5000 euro bij elkaar pro-

beren te brengen, wat dus een goede 650 euro per persoon betekent. De interesse bij de FEBEM-leden om hieraan deel te nemen groeit en daarom hebben we ingeschreven voor 2 ploegen. We zoeken nog een 5tal fietsers! Fietst u graag en wil uw werkgever een duitje in het zakje doen voor het goede doel, neem dan zeker dit jaar nog contact op met werner.annaert@febem-fege.be. Het meedoen aan dit event is werkelijk een unieke ervaring, daar kunnen de FEBEM-leden die al deelnamen u zeker over getuigen. Alle info op www.1000km.be •

UMIO-milieucongres: burgerparticipatie vaak onderschat bij realisatie projecten

Op dit eerste echte UMIO-milieucongres stond burgerparticipatie centraal. Een thema dat voor bedrijven die projecten willen realiseren steeds belangrijker wordt. Vaak lopen projecten immers verkeerd door protesten uit de buurt of het lokaal bestuur. Verschillende sprekers vertelden hun ervaringen en de aanwezigen hoorden heel wat interessante tips. Het feit dat er “slechts” een 70-tal aanwezigen was bewees trouwens dat het belang van het betrekken van burgers bij de projecten door onze sector nog altijd zwaar onderschat wordt. Het zijn wellicht diegenen die zich er niets van aantrekken die het eerst op de barricade staan omdat in dit land “geen projecten meer kunnen worden gerealiseerd”…. De afwezigen hadden ongelijk want de goede sprekers brachten stuk voor stuk interessante verhalen. Uit de toelichtingen bleek ook dat ondanks heel wat inspanningen, er geen garanties zijn voor succes. Maar er waren wel heel wat mooie verwezenlijkingen te geven over de bouw van windmolens, afvalverwerkingsinstallaties, bodemsaneringsdossiers en gebiedsgerichte benaderingen. Tijdens het debat tussen VOKA en BBL bleek dat de twee federaties hierover best wel dezelfde ideeën hadden. Beiden benadrukten het belang van burgerparticipatie én het belang aan een voorspelbaar en transparant overheidsoptreden naar het vergunnen en toelaten van projecten. VOKA wees erop dat indien een van de partners bij projecten (overheid-bedrijf-burger) steken laat vallen, projecten in het gedrang komen.

Er moet ook steeds goed gewaakt worden over het maatschappelijk belang van projecten. Particuliere belangen van omwonenden spelen voor VOKA nog te vaak een te grote rol en overtreffen dan het maatschappelijke belang van sommige projecten. VOKA pleitte ook voor het integreren van alle beslissingen die de overheid voor projecten moet nemen in één geïntegreerde beslissing. Ook BBL gelooft in een geïntegreerd beleid waarin ook de burgers mee kunnen betrokken worden. Slotspreker Noël Slangen wees op het belang van een samenwerking tussen verschillende competenties. De tijd dat enkel ingenieurs werden losgelaten op projecten, moet achter ons liggen. Communicatie moet gevoerd worden op “ooghoogte” van de burgers zodat zij kunnen begrijpen en accepteren wat er komt. U kan deze presentaties zijn terug te vinden via de FEBEM-website. •

BEROEP in de kijker

Mannen zien de bulldozer als een stuk speelgoed Meer dan eens wordt gezegd dat de “afvalsector” een sector van mannen is. Maltha, de glaspoot van Van Gansewinkel, is daar wellicht een uitzondering op. Brenda van de Kerkhoven en Cassie Vercammen vertellen er ons alles over. Wanneer is de idee gegroeid om een opleiding te volgen voor het besturen van een bulldozer? B: Door de verminderde behoefte van een voorsorteer en een verhoging van capaciteit in Maltha Lommel, groeide de behoefte voor extra bulldozerpersoneel. Ik heb deze kans toen benut. Wat zijn de moeilijkheden van het vak? C: De opleiding was vrij uitgebreid door vb: glassoorten/opmengen/machine bediening. Nu is het echter een routine geworden, en zijn er weinig of geen moeilijkheden meer. Wat zijn de aantrekkelijke punten van het vak? B: Goede werkomstandigheden, altijd droog en warm, leuke uitdagingen, sociale omgang met collega’s en chauffeurs,werkzekerheid en doorgroeimogelijkheden Denkt u dat op een dag de mens zal vervangen worden door een machine (GPS)?

C: Nee, ik denk dat in onze functie de menselijke invloed altijd nodig zal zijn, en een meerwaarde zal blijven betekenen voor dit bedrijf.

Welke voordelen heeft een vrouw ten opzichte van een man in dit vak? B: Chauffeurs zijn vriendelijker tegen vrouwen, wij zijn voorzichtiger en wij zien meer dingen tegelijkertijd wat tijdsvoordeel oplevert t.o.v. mannen. Eric Dirkx, Directeur van de site, gaat verder Hoe hebt u twee vrouwen kunnen overtuigen om het team van Maltha te komen vervoegen in dit vrij aparte vak? Overtuigen was niet moeilijk. Deze functie kwam vrij en we hebben destijds Cassie gevraagd of ze hierin geïnteresseerd was. Maltha heeft al positieve ervaringen opgedaan met vrouwelijk bulldozerchaffeurs op andere vestigingen. Cassie wilde direct proberen. Wat zijn hun troeven in vergelijking met mannen? Vrouwen zien een bulldozer als een stuk gereedschap wat hen helpt bij het uitoefenen van hun functie. Ze rijden rustig (=minder brandstof verbruik) van A naar B, zonder lading te verliezen. Mannen zien de bulldozer soms als een stuk speelgoed, vinden het interessant om zo snel mogelijk van A naar B te rijden, knoeien hierdoor meer met hoger brandstofverbruik, meer onderhoud en grotere kans op schade. • Eric Dirckx Sitemanager Lommel Maltha

35 Beknopte historiek van Maltha De familie Maltha is in 1921 gestart met de inzameling van lege flessen in de plaats Schiedam (NL). Pas in de jaren 1970-80 werd de glasinzameling en recycling verder geprofessionaliseerd. Daarna expandeerde Maltha in Nederland en Europa door diverse bedrijven over te nemen. Beknopte historiek van de site in Lommel In 1995 werd besloten om een plant te bouwen in Kaulille die alleen vlakglas kan recycleren. In de eerste jaren werd er alleen industrieel glas verwerkt (ca. 30 kT / jr). Nu kunnen alle typen vlakglas gerecycleerd worden (industrieel, gelaagd en vervuild glas van container parken). In 2008 is er een nieuwe plant in Lommel gebouwd waar nu 1701 kT diverse soorten vlakgklas wordt gerecycleerd.

HERTSENS TRANSPORT NV

Heirbaan 9,

9150 KRUIBEKE

T 03/250.12.20 F 03/250.12.24 www.hertsens.eu info@hertsens.eu

Als het om correcte service gaat

Onze leden AFVALBEHEER Meer info op onze website! www.febem-fege.be ABa Recycling, 7822 Ghislenghien, www.abarecycling.be A&S Energie – 8780 Oostrozebeke www.a-s-energie.be A.B.R. - 1850 Grimbergen www.demeuter.be Accurec - 3980 Tessenderlo www.accurec.be AC Materials NV - 9032 Wondelgem www.acmaterials.be Adams Polendam 2340 Beerse www.adams-massenhoven.be Adensol – 9120 Beveren-Waas www.adensol.eu Aerts Jan Containerdienst 2160 Wommelgem www.aerts-containers.be

Comet Tyre Recycling 6200 Chatelet – www.cometsambre.be

Eurowaste - 2000 Antwerpen www.eurowaste.be

Bel Fibres 7022 Hyon

Corvers – 3583 Beringen www.sita.be

EVADE, 2440 Geel

Bio Oil Recycling – 8200 Brugge www.allvet.be Biomass Center 8900 Ieper www.biomasscenter.be Bionerga 3740 Bilzen / 3630 Maasmechelen www.bionerga.be BLC-group – 9600 Ronse www.containerdienst-bert.be Bongaerts Recycling – 3990 Peer BOS – 2030 Antwerpen Broeckx Plastic Recycling NL-5085 ET Esbeek www.broekcx.nl Bruco Containers – 2110 Wijnegem www.bruco-containers.com Brussel Recyclage – 1190 Brussel

Alfamet - 9200 Dendermonde www.alfamet.be

Belgian Scrap Terminal 2830 Willebroek www.belgianscrap.com

Alvin – 7012 Jemappes

Buchen Industrial Services 7170 Manage – www.buchen.net

Amacro – 1654 Huizingen www.amacro.be André Celis Containers & Recyclage 3210 Lubbeek www.celis.be Antwerp Tank Cleaning ATC 2030 Antwerpen – www.vanloon.be AOP Antwerpse Oudpapier-centrale 2660 Hoboken Aperam Stainless Belgium - Châtelet (Aperam Stainless group) 6200 Châtelet www.aperam.com Apparec - 2830 Tisselt-Willebroek www.apparec.be Assainissement Decottignies 7623 Rongy – www. vidange2000.be Atravet – 9160 Lokeren www.atravet.be

BAM Wallonie – 4053 Chaudfontaine www.bamwallonie.be

Cabay Transport 7110 Houdeng-Goegnies www.cabaytransport.be Campine Recycling 2340 Beerse www.campine.be Carmeuse – 5300 Andenne www.carmeuse.be

Despriet Gebroeders 8530 Harelbeke www.desprietgebroeders.be De Bree Solutions 9990 Maldegem www.debree.be De Coninck – 3020 Veltem www.de-coninck.be De Coster Dominique 3530 Houthalen-Helchteren www.decosternv.be De Dijcker Recycling 2860 Puurs www.ddrecycling.be De Kock E. – 3090 Overijse www.dekock.info Demets Containers – 1120 Brussel www.sita.be De Neef Chemical Processing 2220 Heist-op-den-Berg www.dncp.be De Vocht - 2840 Reet www.de-vocht.be Dilissen Transport – 3900 Overpelt www.dilissen-transport.com Doopa – 8800 Roeselare www.doopa.be D.p.l. Group 8810 Lichtervelde Duferco Diversification 7100 La Louvière www.duferco.be Ecosmart - 2870 Puurs www.vangansewinkel.com

CETB - 7141 Carnières www.sita.be

Edelchemie – 3650 Dilsen www.edelchemie.be

Chap-Yt – 2960 Sint Lenaerts www.chap-yt.eu

Ekol - 3530 HouthalenHelchteren www.ekol.be

Cimenteries CBR 1170 Brussel www.cbr.be

EKP Recycling 2860 St Katelijne Waver www.jacobsbeton.be

Cogal – 9100 St.-Niklaas www.cogal.be of www.dehon.com

Electrawinds – 8400 Oostende www.electrawinds.be

Cogetrina – 7522 Marquain www.dufour.be

Eneco België - 2800 Mechelen www.eneco.be Eurofat - 8552 Zwevegem-Moen

Fim P&R – 2260 Westerlo www.fim.be Foronex – 8710 Wielsbeke www.foronex.com Frimpex - 3370 Boutersem Garwig – 8650 Houthulst www.garwig.be Geldof - 8560 Wevelgem www.geldof-recycling.be Gemini Corporation 2050 Antwerpen www.geminicorp.be General Plastics International D-24558 Henstedt-Ulzburg http://gpigmbh.blogspot.com Geocycle - 7181 Seneffe www.geocycle.be Geo-Milieu - 2440 Geel www.geo-groep.com Gielen Container Service 3600 Genk www.gielen-recyclage.be Gilgemyn oudpapierbedrijf 8560 Wevelgem Govaerts Recycling 3570 Alken www.govaplast.com GRCT – 2270 Herenthout www.grct.be GRL - 3560 Lummen www.grl.be GRV - 8800 Roeselare www.vanheede.com G&A De Meuter 1740 Ternat www.demeuter.be HCI - 2950 Kapellen www.hci.be Hallurec F – 59250 Halluin www.plasticollect.com Henri Containerdienst 3300 Tienen www.henricontainerdienst.be High 5 recycling – 2030 Antwerpen www.high5recycling.com Holcim Belgique 7034 Obourg www.holcim.be

Hoslet - 1325 Chaumont-Gistoux www.sita.be Houtrecyclage Vandendriessche – 8900 Ieper – www.houtrecyclage.be IEH Recycling – 2310 Rijkevorsel www.iehrecyclingbelgium.com Inafzo - 8980 Zonnebeke Indaver – 2800 Mechelen www.indaver.be Ivo Van den Bosch Containerdienst 2520 Ranst www.ivovandenbosch.be Jeritop - 8760 Meulebeke www.jeritop.be Kargro Group 2920 Kalmthout www.tyreplan.be Kayak Maritime Services 2000 Antwerpen Kempisch Recyclage Bedrijf 2340 Beerse www.krb-glasscollecting.be Klerk’s Plastic Recycling (KPR) 2320 Hoogstraten www.hyplast.be Kunststof Recycling Van Werven 2350 Vosselaar – www.vanwerven.nl Lammertyn.net – 9070 Destelbergen www.lammertyn.net Laureys Peter – 9200 Dendermonde www.peterlaureys.be Lavatra – 8930 Lauwe Lhoist Recherche & Développement 1342 Ottignies – www.lhoist.com MAC – 2030 Antwerpen Machiels - 3500 Hasselt www.groupmachiels.com

PROGRA – 2235 Hulshout www.belgras.be

Romarco – 9240 Zele www.romarco.be

M.C.A. Recycling – 1190 Vorst www.mca-recycling.com

Protelux – 6880 Bertrix

Rulo – 7742 Hérinnes-lez-Pecq www.rulo.be

MCR - 2627 Schelle M.E.C. nv – 8500 Kortrijk Mels Containers, 9160 Lokeren, www.melscontainers.be Minérale - 6042 Lodelinsart Molok – 3530 Houthalen www.molok.-benelux.com

Ravago Production 2370 Arendonk www.ravago.be RCMD - 9870 Zulte www.rcmd.be R.D. Recycling – 3530 Houthalen www.rdrecycling.be Recma - 4100 Seraing Recmix – 3800 Sint-Truiden

Monseu 1440 Braine le Chateau

Recyca, 2390 Malle, www.recyca.be

MTD Milieutechnieken 2270 Herenthout www.mtd-etec.com

Renovius – 3900 Overpelt www.renovius.be

New West Gypsum Recycling 9130 Kallo – www.nwgypsum.com Norland – 5300 Andenne www.sita.be OCS - ATM - 2170 Antwerpen www.atmmoerdijk.nl Oostvlaams Milieubeheer OVMB - 9042 Gent www.ovmb.be Op de Beeck – 2288 Bouwel www.odbeeck.be

Revabo – 2990 Wuustwezel www.hensnv.be

Rumst Recycling – 2840 Rumst Rymoplast - 3920 Lommel www.morssinkhofplastics.nl SAF Recyclage - 9990 Maldegem Seos Plastic Recycling 4600 Verviers Sermar – 2600 Berchem www.sermar.be SGS Ewacs - 9120 Beveren-Melsele www.be.sgs.com

Recoval Belgium – 6240 Farciennes www.trcnv.be

SHANKS sa - 1435 Mont-St-Guibert www.shanks.be SHANKS Vlaanderen 8800 Roeselare www.shanks.be

Recupa – 1070 Bruxelles

Silvamo - 8800 Roeselare

Recup-Oil 8770 Ingelmunster

SIMS Recycling Solutions 9100 Sint-Niklaas www.sims-group.com

Recyc-Oil - 8710 Wielsbeke www.recyc-oil.be Recydel - 4020 Wandre www.vangansewinkel.com Recyfood – 3560 Lummen www.recyfood.be

SITA - 2340 Beerse www.sita.be SITA Treatment 1180 Brussel www.sita.be SITA Wallonie 4460 Grâce-Hollogne www.sita.be

Oud Papier Jozef Michel 2920 Kalmthout

Recyfuel – 4480 Engis www.recyfuel.be

Out of Use – 3200 Aarschot www.outofuse.com

Recygom – 4821 Andrimont www.sita.be

Pack2pack – 8800 Rumbeke www.pack2pack.com

Recyper - 9100 Sint-Niklaas www.sita.be

Smurfit Kappa 2170 Merksem www.smurfitkappa.com

Remo Milieubeheer - 3530 Houthalen www.groupmachiels.com

Soborel - 3550 Heusden-Zolder www.vangansewinkel.com

REMONDIS - 4041 Milmort www.remondis.be

Socaplast – 1840 Londerzeel www.socaplast.be

Papnam – 5060 Auvelais Phoenix Plus – 1348 Louvain-la-Neuve www.phoenix-plus.be

Maltha - 3920 Lommel www.maltha.nl

Pieck Containers - 3290 Tessenderlo www.sita.be

Rendac – 9470 Denderleeuw www.rendac.com

Marpobel – 2030 Antwerpen

Pirobouw - 2900 Schoten www.pirobouw.com

Repaper – 2910 Essen

Marpos – 8380 Dudzele

Plasticollect – F-59250 Halluin www.plasticollect.com

Matco - 8790 Waregem www.matco.be

Matco Glas - 8710 Wielsbeke

Plastirec – 2330 Merksplas www.plastirec.be

Resol 3581 Beverlo www.putboudewijn.be Re-Tyre – 3920 Lommel Revatech - 4480 Engis www.revatech.be

Smet Jet – 2260 Oevel www.edelweissnv.be

K WA L I T E I T O P W E G EN ROUTE POUR LA QUALITE

hoogkwalitatieve machines bedrijfszekerheid service 24/24 u. wisselstukkenbeheer onderhoud klantvriendelijkheid

machines de haut qualité fiabilité service 24/24h. gestion de pièces de rechange entretien acceuil clientèle

Geen loze woorden maar bij ons een dagdagelijkse opdracht.

Ne sont pas des vaines paroles mais notre mission journalière.

www.schmidt-belgium.be

SCHMIDT BELGIUM SCHMIDT BELGIQUE

Boomsesteenweg 74 - B 2630 Aartselaar Route de Wavre 110 - B 4280 Hannut

www.schmidt-belgique.be

Tel.: +32(0)3 458 15 85 Tel.: +32(0)19 65 76 32

Fax: +32(0)3 458 18 25 e-mail: info@schmidt-belgium.be Fax: +32(0)19 65 76 33 e-mail: info@schmidt-belgique.be

Sodever - 1420 Braine l’Alleud Soraf – 2840 Rumst www.ljanssens.be Soret – 1560 Hoeilaart

Vanheede Polymers & Compounds - 3600 Genk www.vanheede.com

Soreplastic – 6971 Champlon www.soreplastic.com

Van Moer H & Zn 9120 Melsele www.vanmoerh.be

SO.TRA.EX – 4700 Eupen www.sotraex.com

Van Pelt Containerbedrijf 2900 Schoten www.vanpelt-nv.be

Spanin – 8780 Oostrozebeke www.indaver.be Stallaert Recycling - 1800 Vilvoorde www.stallaert.be Stevan - 8860 Lendelede www.stevan.be Stora Enso Langerbrugge 9000 Gent www.storaenso.com SVK – 9100 Sint-Niklaas www.svk.be Tellgnosis 2860 Sint-Katelijne-Waver Thomé H. & Fils – 1730 Mollem TIVACO, 7522 Blandain-Tournai, www.tivaco.be Transcoma – 3600 Genk www.transcoma.be Tri-Terre SAFS – 4040 Herstal TWZ - 9940 Evergem www.twz.be Valomac 1850 Grimbergen www.sita.be Vandewiele Recycling – 8470 Gistel www.houtmolen.be Van Gansewinkel - 2870 Puurs www.vangansewinkel.com Vanheede Biomass Solutions - 7040 Quévy www.vanheede.com Vanheede Environment Group - 8940 Wervik www.vanheede.com

Vanheede Landfill Solutions- 8800 Roeselare www.vanheede.com

Van Puijfelik – NL 4815 CD Breda www.vanpuijfelik.nl

CENTRA VOOR GRONDRECYCLAGE Meer info op onze website! www.febem-fege.be Aclagro - 9032 Wondelgem www.aclagro.be Ballast NedamEnvironment 2321 Meer – www.bnee.eu Bioterra - 3660 Opglabbeek www.bioterra.be Bosatec - 3600 Genk www.groupmachiels.com

Veko Recycling – 8760 Meulebeke www.jeritop.be

Bremcon – 2070 Zwijndrecht www.bremcon.be

Van Werven Kunststof Recycling - 2350 Vosselaar www.vanwerven.nl

BSV – 8530 Harelbeke www.bsv-nv.be

Veolia ES MRC 2030 Antwerpen www.veolia-es.be Verpola - 8000 Brugge www.verpola.be Vidts Recycling – 7822 Ghislenghien www.vidtsrecycling.be Vlar Papier – 2830 Tisselt www.storaenso.com Vosselaarse Oud Papier Centrale - 2330 Merksplas www.vopc.be Vulsteke & Verbeke 8970 Poperinge www.vulsteke-verbeke.be W-cycle - 1500 Halle www.colruyt.be West Waste Treatment 8600 Diksmuide www.wwt.be WOS – 3600 Genk www.wos-genk.be

De Bree Solutions - 9990 Maldegem www.debree.be Envisan – 9308 HofstadeAalst www.envisan.com GRC-Kallo – 9130 Kallo www.decnv.com Grondreinigingscentrum Limburg 3560 Lummen www.carmans.be OCS - ATM - 2170 Antwerpen www.atmmoerdijk.nl SHANKS Vlaanderen 9042 Gent www.shanks.be SITA Remediation 1850 Grimbergen www.sitaremediation.be Stadsbader 8530 Harelbeke www.stadsbader.com

Qurius-Prodware, uw bondgenoot in informatica voor HET VERWERKEN EN RECYCLEREN VAN AFVAL

Als professional inzake het inzamelen en recycleren van industrieel afval, komt u voor grote uitdagingen te staan die een groeiende professionalisering van uw activiteiten met zich meebrengen: • Wijzigende voorschriften en richtlijnen • Strengere verplichtingen inzake veiligheid en traceerbaarheid • Verhoogde eisen van uw klanten • Druk op de prijs van de prestaties Om u te begeleiden bij het aangaan van deze uitdagingen en uw exploitatieproblemen op te lossen, hebben wij een kant-en-klare oplossing ontwikkeld: Prod’Waste & Recycling.

Prod’Waste & Recylcling, gegroeid uit de

strategische samenwerking tussen Prodware en Microsoft, is speciaal ontworpen onder Dynamics NAV om te beantwoorden aan de specifieke behoeften van uw sector. Prod’Waste & Recycling geniet ook van de totale vakkennis van uitgever Tegos (Enwis®), die aan de basis ligt van deze tool die gebruikt wordt door meer dan tweehonderd bedrijven in Europa.

De belangrijkste functies: • Beheer en optimalisatie van de ophaalrondes • Beheer van de afvalverwijdering • Beheer van de wettelijke documenten • Traceerbaarheid, analyse van de afvalstoffen • Beheer van de diensten, opslagsites • Hulp bij de besluitvorming

Prod’Waste is een “All-in-one” oplossing, een oplossing die volledig geïntegreerd is, in staat om het inzamelen, verwerken, opslaan, recycleren en verwijderen van afval te beheren. De functionaliteiten zijn aangepast aan de bijzonderheden van de verschillende soorten afval (huishoudelijk afval, industrieel afval, bouwafval, metalen, asbestverwijdering, industriële reiniging, kunststoffen, …). Deze oplossing dekt ook perfect de functies van het bedrijf: boekhouding, financiën, CRM, marketing, reporting, … Prod’Waste & Recycling is in meerdere talen te gebruiken, kan in meerdere munten rekenen en houdt rekening met meerdere wetgevingen, zodat het in meerdere landen kan toegepast worden.

Kent u QURIUS van vroeger? We maken nu deel uit van de PRODWARE GROEP

Sinds november 2011 heeft onze onderneming Prodware Belux, ontstaan uit de internationale Prodware groep, geïntegreerd. Dankzij deze samensmelting van activiteiten rond informatica-oplossingen inzake ERP en CRM, kan Qurius-Prodware nu haar diensten ontwikkelen over het hele grondgebied van België en Luxemburg. Qurius-Prodware telt vandaag de dag 65 medewerkers verdeeld over vier agentschappen (Enghien, Kontich, Herstal en Pétange). Dankzij dit gemengd karakter kunnen onze teams oplossingen implementeren zonder beperkingen op taalgebied. Ze zijn eveneens in staat om projecten van internationale omvang te behandelen, afgezien van het feit dat er Prodware-agentschappen aanwezig zijn in heel Europa (Frankrijk, Spanje, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Roemenië). De Prodware Groep is ook gespecialiseerd inzake het verwerken en recycleren van afval, evenals in duurzame ontwikkeling. Een bijkomende blijk van vertrouwen die ons in staat zal stellen om u nog beter te begeleiden bij uw ontwikkeling.

Qurius-Prodware NV | t +32 (0)3 232 54 30 | t +32 (0)2 398 18 32 | www.qurius.be | www.prodware.be

Colofon FEBEM Focus is het periodieke ledenblad van de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer. Redactie: Werner Annaert, Anita Cosaert, CĂŠdric Slegers, Baudouin Ska en Mireille Verboven, Kurt Ghijsbrecht. Lay-out: Haisja (www.haisja.be). V.U. Werner Annaert. Deze FEBEM Focus wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd en chloorvrij papier. Edition franĂ§aise sur demande.

Website

Bezoek onze vernieuwde website

www.febem-fege.be

FEBEM

vzw

Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer Buro & Design Center Esplanade 1 bus 87 • BE-1020 Brussel Tel. 02 757 91 70 • Fax 02 240 27 29 info@febem-fege.be • www.febem-fege.be