Jeugdbeleidsplan EZC '84 oktober 2015

Page 1

Jeugdbeleidsplan Voetbalvereniging EZC '84 2012 – 2017

Auteurs

Harreld van Essen Michaël Steenbergen Arthur Wiegersma

Revisie/opmaak

Maurice Schalker

Soort document

Beleidsplan

Titel

Jeugdbeleidsplan 2013-2017

Vereniging

EZC ’84

Commissie

Jeugdcommissie

Datum

Oktober 2015


Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 1. Jeugdcommissie 1.1 Samenstelling JC 1.2 Omschrijving taken JC 2. Beschrijving afdeling jeugd EZC ’84 3. Visie technisch beleidsplan 3.1 Technische commissie 3.2 Visie EZC ’84 op de jeugdcommissie 3.2.1 Algemene visie 3.2.2 Algemene uitgangspunten 3.2.3 Uitgangspunten D-, E- en F-pupillen 3.2.4 Uitgangspunten A-, B- en C-junioren 3.3 Doelstelling 3.3.1 Algemene doelstelling 3.3.2 Doelstellingen D-, E- en F-pupillen 3.3.3 Doelstellingen A-, B- en C-junioren 4. Technisch beleid 4.1 Overleg 4.2 Teamindeling 5. Opleiden 5.1 Taken en verantwoordelijkheden van de jeugdtrainers en jeugdleiders 5.1.1 De jeugdtrainers 5.1.2 De jeugdleiders 5.1.3 Opleiden trainers 5.2 Afspraken met de jeugdspelers 5.3 Materiaal voor de jeugdteams 5.3.1 De trainingen 5.3.2 De wedstrijden 6. Jeugdtraining en leeftijdskenmerken 6.1 Jeugdtraining 6.1.1 De inhoud en opbouw van een training 6.1.2 Het trainingsschema 6.1.3 Keeperstraining 6.2 Leeftijdskenmerken 6.2.1 6- en 7-jarigen(F-pupillen) 6.2.2 8- en 9-jarigen(E-pupillen) 6.2.3 10- en11-jarigen (D-pupillen) 6.2.4 12- en 13-jarigen(C-jeugd) 6.2.5 14- en 15-jarigen(B-jeugd) 6.2.5 16- en 17-jarigen(A-jeugd) 7. Overige 7.1 Aanbod activiteiten jeugd 7.2 Kampioenschappen 7.3 PR 7.4 Strafmaatregelen 7.5 Betrokkenheid Bijlage(n) 8.1 Jeugdcommissieleden 8.2 Functies

2 3 4 4 4 5 6 6 6 6 6 7 7 8 8 8 9 10 10 10 11 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 14 15 15 16 16 17 17 17 18 18 18 19 19 19


Inleiding

Voor u ligt het jeugdbeleidsplan 2013-2017 van voetbalvereniging EZC ’84 in Epe. Dit plan beoogt inzicht te geven in de organisatie van de afdeling en inhoud aan de wijze waarop de gestelde doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Dit beleidsplan heeft betrekking op de jeugdafdeling van EZC ’84 en is samengesteld door de jeugdcommissie van EZC ’84 in augustus 2013. Jaarlijks wordt de definitieve versie aan het eind van het seizoen door de jeugdcommissie geëvalueerd en indien nodig bijgewerkt. Dit beleidsplan is een plan waarin alles beschreven staat met betrekking tot de jeugd van EZC ’84. De jeugdcommissie ziet erop toe dat een ieder die werkzaam is binnen het jeugdkader van EZC ’84 zich houdt aan de afspraken die beschreven staan in dit beleidsplan.


1. Jeugdcommissie

De jeugdcommissie, hierna te noemen JC, is onderdeel van voetbalvereniging EZC ’84, die speciaal gericht is op jeugdleden van A t/m mini-F. Tot haar taken behoren alle zaken betreffende de jeugd van EZC ’84, zowel voetbaltechnische als niet-voetbaltechnische zaken. 1.1 Samenstelling Jeugdcommissie De actuele samenstelling van de jeugdcommissie vindt u achter in dit document en op de website van EZC '84: www.ezc84.nl 1.2 Omschrijving taken Jeugdcommissie Voorzitter: - Algemeen toezicht jeugdafdeling EZC ’84 - Aanspreekpunt voor hoofdbestuur en andere commissies binnen EZC ’84 - Voorzitten vergaderingen - Aanspreekpunt bij calamiteiten - Bewaking huisreglement

-

Secretaris: In- en uitgaande post Verslaglegging vergaderingen

-

Penningmeester: Financiële zaken

-

Wedstrijdsecretariaat: Veld- en kleedkamerindeling Indeling scheidsrechters Indeling bestuurskamerdiensten Behandeling oefenwedstrijden en toernooi-aanvragen Contactpersoon KNVB en andere verenigingen Roosteren trainingen Winterprogrammering zaal

-

Coördinatoren: Technische zaken Aanstelling en advisering trainers Aanspreekpunt voor trainers en leiders Elftalindeling

-

Activiteitencommissie: Jaarlijkse activiteiten: open dag, Sinterklaas, penaltybokaal Tweejaarlijkse activiteiten: tentenkamp en buitenlandtoernooi C-junioren Andere incidentele activiteiten

-

PR: Copij aanleveren aan Pr-coördinator EZC '84 Informatie voor de website aanleveren aan de Pr-coördinator EZC '84


2. Beschrijving afdeling jeugd EZC '84

EZC ’84 heeft een jeugdafdeling van ongeveer 150 leden, de afgelopen seizoenen is dit aantal leden flink gegroeid. De indeling per 2014-2015 ziet er als volgt uit:

-

1 B-team 1 meiden B-team 1 C-team 2 D-teams 1 meiden D-team 3 E-teams 2 F-teams Mini-F

De accommodatie bestaat uit een verlicht hoofdveld (kunstgras), dat tevens als trainingsveld wordt gebruikt. Hiernaast ligt een verlicht speelveld (gras). Tevens beschikken wij over 8 (in 2013 gerenoveerde) kleedkamers.


3. Visie technisch beleidsplan

3.1 Technische commissie De technische commissie bewaakt de inhoud en uitvoering van het technisch beleidsplan. De technische commissie van de afdeling voetbal bestaat uit de volgende functies:  Technisch coördinator junioren  Technisch coördinator pupillen De technische commissie komt minimaal 3 maal per jaar bijeen:  Tussen voorbereiding en aanvang competitie  Aan het einde van de 1e competitiehelft (midden december)  Aan het einde van de competitie (evaluatiemoment) 3.2 Visie EZC ’84 op de jeugdafdeling 3.2.1 Algemene visie EZC ‘84 wil een herkenbaar beleid voeren waarin de visie binnen de vereniging breed gedragen wordt. De algemene visie die EZC ’84 naar buiten toe uit wil dragen is: ‘Leren gaat boven winnen!’ EZC ’84 streeft er naar om jeugdspelers beter te maken, in eerste instantie houdt dit ‘beter maken’ in dat de speler op voetbaltechnisch gebied vooruitgang boekt. Andere aspecten van beter maken zijn: - Mentale weerbaarheid - Functioneren binnen een team (samenspel) - Overzicht binnen het veld - Fysieke ontwikkeling - Doorgaande leerlijn binnen de jeugd waarbij de ontwikkeling van de speler wordt bijgehouden. Dit wordt bijgehouden door middel van een formulier dat twee keer per seizoen door de trainer wordt ingevuld. Dit proces noemen we leren, EZC ’84 acht dit proces belangrijker dan het aspect winnen. De kwaliteit van de jeugdafdeling hangt immers niet samen met het aantal kampioenen of eindrangschikking maar met de (individuele) ontwikkeling van de spelers. 3.2.2 Algemene uitgangspunten 1. Binnen de jeugdopleiding zal de opleiding van jeugdspelers de boventoon moeten voeren en zullen de prestaties in en resultaten van wedstrijden in dienst moeten staan van die opleiding. 2. Binnen de jeugdopleiding zal er worden ingespeeld op individuele jeugdspelers, zodat een ieder zich te allen tijde gesteund weet en op zijn/haar gemak zal voelen in zijn/haar ontwikkeling. 3. Binnen de jeugdopleiding staat het voetbalbelang van de jeugdspeler boven het belang van de jeugdtrainer/jeugdleider. 4. Binnen de jeugdopleiding staan alle betrokkenen open en positief tegenover elkaar, eventuele kritiek is opbouwend van aard en wordt op het juiste moment, de juiste plaats en de juiste manier naar voren gebracht.


3.2.3 Uitgangspunten D-, E- en F-pupillen De training voor de D-, E- en F-pupillen staat in het teken van balgewenning en wedstrijdgewenning. Voor de allerkleinsten is de bal nog de grootste weerstand. Pas als een speler de bal redelijk beheerst, komen de volgende weerstanden aan de orde: de medespeler en tegenstander. De training moet deze weerstanden bevatten. Voor F-pupillen en eerstejaars E-pupillen betekent dat heel veel oefenvormen met de bal en vooral veel beweging. Deze groep leert vooral door kijken en doen, niet door luisteren. We zullen moeten kiezen voor veel spelvormen, waarin de pupillen spelenderwijs de technieken onder de knie krijgen. Het dribbelen, drijven, passen en trappen zijn de belangrijkste technieken voor deze leeftijd. Dit moet niet geoefend worden in strak voorgeschreven oefenvormen, maar juist in opdracht- en spelvormen. Op die manier kan de speler zijn fantasie en creativiteit ontwikkelen. De trainingsvorm moet in de belevingswereld van de speler liggen. Pas dan is er optimale beleving, een voorwaarde voor elke training. Bij tweedejaars E-pupillen en D-pupillen is er in het algemeen voldoende balbeheersing om in de training de weerstanden medespeler en tegenstander nadrukkelijker in te passen. In deze leeftijdsfase moet duidelijk worden dat het samenspelen de basis is voor het voetbalspel. De individuele kwaliteiten zullen in dienst moeten staan van dat samenspel. Deze bepalen mede het niveau van het samenspel. Veel oefenvormen met de bal blijven ook bij deze groep centraal staan. Daarnaast dient het grootste gedeelte van de training te worden gebruikt voor positie- en partijspelen, waarbij aan het samenspel en het creĂŤren van kansen nadrukkelijker gedacht moet worden. Het af en toe stilleggen van een spelsituatie om te laten zien wat er goed en fout gaat, kan bij deze groep beginnen. Goed leren samen spelen kan alleen geleerd worden in vormen waarbij er weerstanden zijn. Samenspel zonder tegenstander heeft nauwelijks zin. Het samenspelen in een 11 tegen 11 of 7 tegen 7 is voor veel spelers te onoverzichtelijk en dus te moeilijk. Daarom moeten we vereenvoudigen tot positiespelen 3 tegen 1, 4 tegen 2, 5 tegen 2 en partijspelen hooguit 5 tegen 5. Hierbij is het spel overzichtelijk voor de speler en wordt er sneller geleerd. Daarnaast is het hebben van veel wisselende balcontacten voorwaarde voor het leren voetballen. Dit lukt beter in kleine positie-/partijspelen dan in 11 tegen 11 of 7 tegen 7. De training van deze leeftijdsgroep hoeft ook niet steeds anders te zijn. Herhalen van veel dezelfde vormen is de basis voor beter leren voetballen. De wedstrijden zullen in het verlengde moeten liggen van de jeugdtraining. Dat wil zeggen, dat in wedstrijden vooral datgene centraal moet staan wat in de training aan de orde is geweest. Afhankelijk van de leeftijdsgroep moeten accenten worden gelegd. Tijdens wedstrijden moeten we heel gericht coachen. In wezen moeten we hetzelfde doel nastreven als de jeugdtrainer in zijn training doet. Als we van dat principe uitgaan, zal het leren voor de spelers zelf ook herkenbaarder worden. Naast dit doelgericht coachen, mogen we niet voorbij gaan aan meer algemene dingen die een rol spelen bij wedstrijden, zoals de spelregels, gedragsregels en sportiviteit en bekende technische vaardigheden. 3.2.4 Uitgangspunten A-, B- en C-junioren Uitgangspunt voor training aan A-, B- en C-junioren is vooral de wedstrijd. Datgene wat fout gaat in de wedstrijd vormt de inhoud van de training daarna. Om te zien wat er goed en fout gaat in de wedstrijd, zal de trainer de wedstrijd moeten kunnen lezen. Daarbij moet hij vooral letten op de drie belangrijkste momenten:

1. BALBEZIT Hoe is het vrijlopen bij balbezit? Zijn alle individuele acties gerechtvaardigd? Hoe is de onderlinge coaching? Zijn de passes juist of onvoldoende?

2. BALBEZIT TEGENSTANDER Wat doet de speler die het dichtst bij de tegenstander met de bal is? Wat doen de andere spelers? Doet iedereen mee, of wordt het terugveroveren van de bal aan enkele spelers overgelaten? Hoe wordt er verdedigd (afwachtend of actief)?


3. MOMENT VAN BALWISSELING Wat is de oorzaak van balverlies? Hoe reageren de spelers rondom de bal? Hoe is het vrijlopen op het moment van balverovering? Hoe verloopt de omschakeling over het algemeen? Wanneer de trainer deze analyse heeft gemaakt, zal hij een keuze moeten maken. Je kunt namelijk niet alles tegelijk in een training oefenen. De keuze voor de training moet ook duidelijk zijn voor de groep. Ook de spelers moeten inzien wat het probleem is en wat de trainer graag wil verbeteren. Het probleem dat de trainer tijdens de wedstrijd heeft gezien, zal het probleem van de spelers moeten worden. Vervolgens zal het probleem in vereenvoudigde vorm (in de wedstrijd 11 tegen 11 lukte het immers niet) op de training moeten worden aangeboden. Bijvoorbeeld als de trainer ontdekt heeft dat het samenspelen onder druk van de tegenstander slecht lukt, dan moet dit op de training worden geoefend in vereenvoudigde vorm. Dus met minder tegenstanders in een positiespel. Een probleem kan ook structureel zijn, zodat het goed is dit gedurende langere tijd op elke training te oefenen. Vooral bij C-junioren en eerstejaars B-junioren is dit vaak het geval. De trainingsvorm moet dan zo zijn, dat dit probleem verholpen wordt. Resultaten moeten vooral in deze groep niet te snel worden verwacht. Pas door herhaling en veel oefenen kan het spel verbeterd worden. De wedstrijden zullen in het teken moeten staan van hetgeen op de training aan de orde is geweest. We zullen als jeugdleider (coach) ons steeds moeten afvragen of er verbetering is waar te nemen tijdens wedstrijden. Is de wedstrijd uitgangspunt voor onze trainingen, zo is de training uitgangspunt voor de coaching bij wedstrijden. We zullen doelgericht moeten coachen n.a.v. datgene wat in trainingen geoefend is. We mogen ook hierbij niet voorbij gaan aan de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. Veel van onze coach momenten moeten daarop terug te voeren zijn. Daarnaast mogen we als jeugdleider bij wedstrijden voor A-, B- en C-junioren niet voorbij gaan aan het coachen van technische en tactische vaardigheden die bekend zouden moeten zijn. Dit vooral om terugval in vorige voetbalproblemen te voorkomen. Uiteindelijk spelen ook algemene zaken als gedragsregels, voetbalafspraken en sportiviteit een belangrijke rol in de coaching. 3.3 Doelstelling 3.3.1 Algemene doelstelling We streven ernaar om de, in hoofdstuk 3.2 beschreven, visie toe te passen in de praktijk. De trainers zijn hierin de belangrijkste schakel. Met ingang van voetbalseizoen 2013-2014 streven wij ernaar dat de trainers op de hoogte zijn van de visie binnen EZC ’84, deze dragen en toepassen in de praktijk. Onze ambitie is om alle selectie-elftallen binnen de jeugd minimaal 2 e klasse te laten spelen. Hier kan echter van worden afgeweken, zowel hoger als lager. Dit gebeurt in overleg door de jeugdcoÜrdinator en de desbetreffende jeugdtrainer 3.3.2 Doelstellingen D-, E- en F-pupillen 10- en 11-jarigen (D-pupillen): 1. Verbeteren van de technieken vanuit de E- en F-jeugd en deze uitbreiden (bv. andere vormen van passen/trappen) en extra oefenen in veel spel- en wedstrijdvormen; na het doorlopen van de D-jeugd, moeten de spelers in principe alle technische basisvaardigheden onder de knie hebben. 2. Uitbreiden van de tactische kennis rondom vrijlopen, samenspel en verdedigen. 3. Spelers aanleren hoe te handelen tijdens de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en wisseling daarvan (de bal veroveren/de bal kwijtraken). 4. Verbeteren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 5. Spelers maken kennis met de posities binnen een door de trainer bepaalde formatie(bijv. 4-4-2 ); zij weten waar de posities zich op het veld bevinden en wat er op die posities van hen verwacht wordt, er veel gerouleerd (deze doelstelling geldt voor het D-standaardteam dat 11 tegen 11 speelt in wedstrijden). 6. Na het doorlopen van de D-jeugd hebben de spelers kennis van de spelregels van het voetbal.


8- en 9-jarigen (E-pupillen): 1. Verder ontwikkelen van het balgevoel. 2. Verbeteren van de basistechnieken vanuit de F-jeugd (dribbelen/drijven en passen/trappen) en het aanleren van de basistechnieken verwerken van de bal en jongleren/koppen in speelse spel- en wedstrijdvormen. 3. Aanleren van eenvoudige tactische zaken als vrijlopen bij balbezit, overspelen (samenspel), de bal afpakken (verdedigen). 4. Strenger doorvoeren van de in de F-jeugd aangeleerde spelregels. 6- en 7-jarigen (F-pupillen): 1. Ontwikkelen van balgevoel in alle mogelijke situaties (gooien, vangen, trappen enz.) 2. Aanleren van de basistechnieken dribbelen/drijven en passen/trappen in speelse oefenvormen. 3. Hanteren van de eenvoudigste spelregels: de inworp, de hoekschop, de vrije trap en de ‘doeltrap’. 3.3.3 Doelstellingen A-, B- en C-junioren 16- en 17 -jarigen (A-junioren): 1. Optimale toepassing van alle technische vaardigheden en spelregels in veel spel- en wedstrijdvormen. 2. Streven naar optimale kennis en toepassing op gebied van techniek en tactiek; telkens verwijzen naar de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 3. Optimaliseren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 4. Spelers kennen de taken binnen een door de trainer bepaalde formatie(bijv. 4-4-2) en kunnen hieraan goed invulling geven; elke speler heeft een min of meer vaste positie in deze formatie en kan daarnaast nog op een aantal andere posities uit de voeten. 14- en 15-jarigen (B-junioren): 1. Verbeteren van technische vaardigheden en tactische kennis in veel spel- en wedstrijdvormen; telkens refereren naar de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 2. Optimaliseren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 3. Uitbreiden van de ‘tactische kennis’ van spelregels. 4. Spelers kennen de taken binnen een door de trainer bepaalde formatie(bijv. 4-4-2) en kunnen hieraan goed invulling geven; een aantal spelers heeft al een min of meer vaste positie in deze formatie (de sleutelposities op de lengteas), andere spelers wisselen van positie. 12- en 13-jarigen (C-junioren): 1. Verder verbeteren van alle technische vaardigheden door het spelen van veel spel- en wedstrijdvormen(bv. pass over lengte uitbreiden, wreeftrap). 2. Verbeteren van de tactische kennis van de spelers, betrekking hebbende op de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 3. Verbeteren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 4. Uitbreiden van kennis van alle spelregels en het toepassen (mogelijkheden) en uitvoeren ervan in wedstrijden. 5. Spelers kennen de taken binnen een door de trainer bepaalde formatie(bijv. 4-4-2) en kunnen hieraan goed invulling geven; er wordt nog vaak gewisseld van veld positie, zodat de spelers meerdere posities leren kennen.


4. Technisch beleid

4.1 Overleg De jeugdcoördinatoren hebben minimaal één keer per drie maanden een gesprek met de jeugdtrainers/jeugdleiders afzonderlijk. In dit gesprek wordt gekeken naar de vorderingen van het betreffende jeugdteam in de voorbije maanden en wordt een globale planning gemaakt voor de trainingen en wedstrijden in de volgende drie maanden. Als de trainer er behoefte aan heeft kan oefenstof door de jeugdcoördinatoren worden aangedragen. Op die manier werken de trainer en leiders samen met de jeugdcoördinatoren aan een plan voor hun spelersgroep. Indien er knelpunten zijn kunnen die ook in dit gesprek aan de orde worden gesteld. 4.2 Teamindeling De teamindeling binnen de jeugdopleiding wordt gebaseerd op de leeftijd van de spelers. Dit om spelers zoveel mogelijk met vrienden en klasgenoten te laten samenspelen. Op die manier proberen we jeugdspelers in een team bijeen te houden gedurende langere tijd. In het verleden is gebleken dat dat een positieve uitwerking kan hebben op zowel het plezier in het spel als de kwaliteit van het voetbal. Vanuit opvoedkundig en voetbaltechnisch oogpunt moet dat dan wel verantwoord zijn. Een speler is er niet bij gebaat als hij/zij te laag of te hoog wordt ingedeeld. Pas als er binnen een bepaalde leeftijdscategorie teveel spelers van dezelfde leeftijd rondlopen, gaan we over op een vorm van selecteren. Wanneer er gebruik zal worden gemaakt van dispensatiespelers, zal dit in overleg met de ouders gebeuren. In overleg met de betrokken jeugdtrainers/jeugdleiders zal ruim voor aanvang van elk nieuw seizoen besproken worden hoe de nieuwe teamindeling er uit zal moeten komen te zien. Na dit overleg stelt de jeugdcommissie de teams samen voor het volgende voetbalseizoen. De jeugdcoördinator is te allen tijde degene die verantwoordelijk is voor de definitieve indeling. Trainingen van teams vinden plaats volgens een vast rooster, welke aan het begin van het seizoen wordt vastgesteld.


5. Opleiden

5.1 Taken en verantwoordelijkheden van de jeugdtrainers en jeugdleiders Het spreekt voor zich dat voor het verkrijgen van een goede jeugdopleiding en een waterdicht overleg goede onderlinge afspraken moeten gelden tussen alle medewerkers binnen de jeugdafdeling. Alle jeugdcommissieleden, jeugdtrainers en jeugdleiders moeten zich daarvoor goed bewust zijn van de taken en verantwoordelijkheden, die zij op zich hebben genomen toen zij onze voetbaljeugd gingen begeleiden. In de afspraken die met de jeugdspelers gemaakt worden aan het begin van het voetbalseizoen vervullen alle kaderleden uiteraard een voorbeeldfunctie. Afspraken die je maakt met je jeugdspelers dienen hoe dan ook door de jeugdtrainer of jeugdleider zelf te worden nagekomen. Pas dan kan er van een correcte begeleiding sprake zijn. Verder is het belangrijk, mede vanuit onze uitgangspunten en doelstellingen gezien, dat alle kaderleden positief tegenover elkaar en tegenover hun jeugdspelers en de club staan. Iedereen probeert zich voor honderd procent in te zetten voor onze jeugd en een stuk waardering daarvoor is op zijn plaats. Uit ervaring is gebleken dat een positieve houding naar elkaar toe uiteindelijk het beste resultaat oplevert. Natuurlijk valt er op een plaats waar veel mensen samen aan iets werken ook vaak het een en ander te bespreken. In alle gevallen, maar vooral in de gevallen waarin het personen betreft, zal dit moeten worden gedaan op het juiste moment, de juiste manier en de juiste plaats. Met andere woorden in een open gesprek met de betrokkene(n) zelf. Met het oog op het technische gedeelte van onze jeugdopleiding zijn er voor de jeugdtrainers en jeugdleiders vanzelfsprekend ook een aantal taken en verantwoordelijkheden weggelegd. 5.1.1 De jeugdtrainers De jeugdtrainer kiest de oefenstof voor zijn trainingen. Hij is verantwoordelijk voor een zeer plezierige voetbalopleiding en een goede vooruitgang van zijn jeugdspelers op voetbaltechnisch en voetbal tactisch gebied. Het is belangrijk de oefenstof dusdanig te kiezen dat de doelstellingen voor de betreffende leeftijdsgroep in de loop van het voetbalseizoen bereikt kunnen worden. Hierin is overleg met de jeugdcoördinatoren en andere jeugdtrainers natuurlijk vaak zeer verhelderend en handig. 5.1.2 De jeugdleiders De jeugdleiders zullen garant moeten staan voor een optimale begeleiding van de aan hen toevertrouwde jeugdspelers. Keuzes over het maken van opstellingen, het maken van aanvullende afspraken, het vergeven van het aanvoerderschap in een team, het ‘lenen’ van spelers, enz. worden zeer bewust en in goed overleg met de trainers (junioren) gemaakt. Ervoor zorgen dat alle spelers het goed naar de zin hebben is een voorname taak van de jeugdleider. Zorgen voor een stijgend voetbaltechnisch en voetbal tactisch niveau bij alle jeugdspelers hangt daarmee samen. 5.1.3 Opleiden trainers Om aan het beleidsplan uitvoering te geven, zullen we over trainers moeten beschikken met de juiste opleidingen, dan wel te zorgen dat onze huidige trainersstaf zo snel mogelijk over de juiste opleidingen en de daarbij behorende kennis beschikt. Het is wenselijk, dat onze trainers voor de verschillende leeftijdscategorieën op het volgende opleidingsniveau zitten: Voor de F-pupillen trainerscursus F-pupillentrainer Voor de E- en D-pupillen trainerscursus Jeugdvoetbal trainer(JVT) Voor de C- en B-junioren trainerscursus Jeugdvoetbal trainer( JVT) Voor de A-junioren trainersdiploma Trainer/coach III Voor de keeperstrainers trainerscursus Keeperstraining


5.2 Afspraken met de jeugdspelers Binnen de jeugdopleiding is het belangrijk om goede afspraken te maken met de jeugdspelers. Deze afspraken worden door de jeugdtrainer met de spelers besproken in een teamgesprek tijdens de eerste training waarop alle spelers van de groep aanwezig zijn. Bij het teamgesprek zijn behalve de trainer en zijn spelers ook de leiders van het team present. Voor het teamgesprek zal tamelijk veel tijd moeten worden uitgetrokken, zodat de afspraken goed en rustig kunnen worden doorgesproken. Belangrijk is ook de reacties en meningen van de spelers te laten gelden en hen in het gesprek actief te betrekken. Na afloop van het teamgesprek moeten de afspraken volledig duidelijk zijn, zodat in de begeleiding gedurende de rest van het seizoen steeds consequent naar wat is afgesproken kan worden terugverwezen. Het gesprek is een belangrijk onderdeel in ons streven naar een optimale begeleiding van onze jeugdspelers. De afspraken hebben betrekking op een vijftal deelgebieden: 1. Seizoen verwachting. 2. Afspraken m.b.t. de trainingen. 3. Afspraken m.b.t. de wedstrijden. 4. Gedrag en omgang. 5. Persoonlijke wensen van jeugdtrainer/jeugdleider. Hierna worden de afzonderlijke deelgebieden puntsgewijs toegelicht en uitgewerkt. 1. Seizoen verwachting - De trainer/leider geeft zijn/haar mening over verwachtingen t.a.v. prestatie en plaats op de ranglijst; de spelers worden niet opgezadeld met te hoge verwachtingen; - Verwachtingen over sfeer binnen het team, trainingsopkomst, inzet tijdens trainingen en wedstrijden, leerproces in een seizoen, enz. worden kenbaar gemaakt. 2. Afspraken m.b.t. de jeugdtrainingen - Afmelden ruim van tevoren bij de trainer (ĂŠĂŠn adres en telefoonnummer), uiteraard zo min mogelijk; - Bij niet afmelden volgt na de eerste keer geen strafmaatregel, maar wordt er met de speler op een correcte manier gepraat over het probleem; bij herhaaldelijk niet afmelden kan worden overgegaan tot een strafmaatregel; afmelden is een fatsoen kwestie, want voetbal is een teamsport; 3. Afspraken m.b.t. de wedstrijden - Afmelden voor wedstrijden moet tot de hoge uitzonderingen behoren, voetbal is een teamsport! - Afmelden dient te gebeuren bij de trainer, anders bij de elftalleider. - Wanneer een speler geen scheenbeschermers draagt, zal hij niet mogen spelen. De leiders/trainers dienen hier op toe te zien. 5.3 Materiaal voor de jeugdteams 5.3.1 De trainingen Elk team heeft de beschikking over een container met ballen. Hesjes en pylonen/dopjes zijn voor gemeenschappelijk gebruik. Het materiaal dat gebruikt wordt tijdens de jeugdtrainingen wordt na afloop van de training door spelers en jeugdtrainer opgeruimd. De spullen worden op de juiste plek teruggebracht. Belangrijk is het na afloop het aantal trainingsballen even te controleren. De jeugdtrainer is verantwoordelijk voor het opruimen van het trainingsmateriaal. 5.3.2 De wedstrijden De teamleiders krijgen een waterzak met bidon van de jeugdcommissie. Verder kunnen de jeugdleiders gebruik maken van de reserveshirts, indien de tegenpartij in het geel speelt, en van een aantal trainingsballen t.b.v. de warming-up van hun team. De jeugdleider zelf zorgt ervoor dat het materiaal na gebruik weer op de juiste plaats terug komt.


6. Jeugdtraining en leeftijdskenmerken 6.1 Jeugdtraining

6.1.1 De inhoud en opbouw van een training De inhoud van de training wordt op grond van de te bereiken doelstellingen vastgesteld. De trainer dient van te voren te hebben uitgemaakt wat hij de spelers tijdens de eerstkomende training wil bijbrengen. Planning en voorbereiding van de training zijn enorm belangrijk. We gaan uit van de volgende sleutelvragen: 1. Waar moet ik beginnen (beginsituatie)? 2. Wat wil ik bereiken (doe!)? 3. Hoe kan ik de training geven (wat en hoe)? 4. Met welk resultaat heb ik de training gegeven (evaluatie)? Bij het maken van een training houdt de trainer verder rekening met de omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het verloop van de training. Als het erg slecht weer is, zal de training er anders uitzien dan bij droog weer met een lekkere temperatuur. Andere factoren waar de trainer rekening mee moet houden zijn: - de accommodatie (bijv. grootte en aard van het veld); - het materiaal (ballen, pylonen, hesjes, doeltjes); - aantal spelers dat komt trainen; - beschikbare tijd; - motivatie van de groep; - de beginsituatie van de groep (zie sleutelvraag 1); - de resultaten/stand in de competitie. De meest globale aanduiding van de opbouw van een training is: 1. Inleiding (warming-up): leuke spelvorm(en) om de spelers lichamelijk en geestelijk in de sfeer te brengen voor de rest van de training (ca. 10 - 20 minuten). 2. Kern 1 (leergedeelte): spel- of wedstrijdvorm(en), waarin de doelstelling(en) van de training duidelijk tot uiting komt; afhankelijk van de doelstelling(en) worden accenten gelegd (ca. 20-30 minuten). 3. Kern 2 (toepassing): afrondende spel- of wedstrijdvorm waarin wat er geleerd is in kern I wordt toegepast en herhaald (ca. 20 - 30 minuten). 6.1.2 Het trainingsschema Uitgaande van wat er in de vorige paragraaf staat, kunnen we een schema samenstellen dat door de jeugdtrainer te gebruiken is om zijn trainingen voor te bereiden. Beginsituatie: Om welk team gaat het? Waar moet ik beginnen, wat weten/kunnen de spelers al? Hoofdaccent: Waar gaat de training over, bijv. passen en trappen, koppen op doel, vrijlopen van de verdedigers, positiespel van de aanvallers? Doelstelling: Wat wil ik verbeteren? Wat moeten de spelers na mijn training weten/kunnen? Trainingsvorm:

Organisatie:

I Opmerkingen:

Inleiding:

Welk materiaal gebruik ik?

Wat zeg ik tegen mijn spelers?

Welke spelvorm kies ik?

Hoe zet ik het materiaal neer?

Hoe zijn de spelregels?

Kern 1:

Welk materiaal gebruik ik?

Hoe zijn de spelregels?

Welke spelvorm of oefenvorm kies ik? Hoe ziet het speelveld er uit?

Welke aanwijzingen geef ik mijn spelers? Wat wil ik bereiken, wat moeten de spelers leren?

Kern 2:

Hoe zijn de spelregels?

Welk materiaal heb ik nodig?

Partijspel: welk soort partijspel kies ik? Hoe is de veldopstelling?

Welke aanwijzingen geef ik mijn spelers?


Evaluatie: Zijn de spelvormen die ik heb gekozen goed gelukt? Hebben mijn spelers plezier gehad? Hebben mijn spelers geleerd wat ik hen wilde leren? Waarmee ga ik de volgende keer verder? Het is voor de jeugdtrainer belangrijk te weten wat hij met de training wil. Alleen als de jeugdtrainer weet wat hij in de training wil bereiken, kan er doelgericht worden gewerkt. Dat doelgericht werken is belangrijk voor de opleiding van de jeugdspelers. De jeugdtrainer zal dan ook goed na moeten denken over zijn trainingsprogramma. Na de training is het goed om na te denken over de gegeven training. Daarmee wordt eigenlijk het startschot gegeven voor de volgende training. 6.1.3 Keeperstraining We beginnen waar mogelijk met keeperstraining in de F-jeugd. Vanaf dat moment zullen alle technische- en tactische vaardigheden van het keepen volgens een bepaald plan worden aangeleerd. 6.2 Leeftijdskenmerken 6.2.1 6- en 7-jarigen (F-pupillen) Algemeen: Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Te speels om zodanig te voetballen als ouderen dat van hem/haar verlangen. Individueel gericht: geen gevoel om dingen samen te doen. Training en begeleiding: ‘Wennen door spelen’. Kinderen in de F-leeftijd moeten het voetballen nog helemaal leren spelen. Ze moeten wennen aan de dingen die typisch voetbaleigen zijn, zoals: de bal, medespelers, tegenstanders, scoren, regels, beperkte ruimte. De jongste voetballertjes helpen we om het ‘in het wilde weg’ tegen de bal trappen, langzamerhand te veranderen in "doelgericht spelen". We moeten ze daarvoor wel de tijd geven. De F-speler moet wennen aan het ‘gedrag van de bal’ onder alle omstandigheden. Het verbeteren van de voetbal prestaties van F-spelers staat dan ook in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. De beste manier om dat balgevoel te ontwikkelen is ‘veel voetballen’: zo vaak mogelijk de bal raken onder steeds weer andere omstandigheden. Dus eigenlijk geldt: veel contacten met de bal in voetbalsituaties. Dat betekent niet alleen maar partijtjes spelen. Dat zou de spelers op den duur gaan vervelen en het zou de trainer weinig gelegenheid bieden om de voetbalprestaties van de spelers positief te beïnvloeden. Wanneer we F-spelertjes enerzijds willen laten voetballen en dat anderzijds niet alleen met partijvormen willen doen, dan zullen we oefenvormen moeten vinden die passen bij de belevingswereld van kinderen van 6 en 7 jaar. Een beetje spannend, een beetje avontuurlijk, maar ook speels en vooral ruimte laten voor eigen ontdekkingen. Kenmerken van wedstrijden F-pupillen: Alle spelertjes op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en een of twee spelers die bij voortdurende herhaling worden gemaand achter te blijven. Van voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt soms half of helemaal niet geraakt. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes achter een bal aan. 6.2.2 8- en 9-jarigen (E-pupillen) Algemeen: Al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Ziet het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen. Kan het opbrengen om wat langer eenzelfde oefening uit te voeren. Training en begeleiding: ‘Wennen door spelen’. Het gevoel voor de bal is in deze leeftijdsklasse al veel beter dan bij de F'jes. De balbehandeling houdt daarmee gelijke tred. Maar ook voor de E'tjes geldt dat ze zullen moeten voetballen om voetballen onder de knie te krijgen. In de wedstrijden kan dit het best met zeven tegen zeven. Evenals bij de F-pupillen is een half speelveld


hiervoor het meest geschikt. Zoals gezegd blijft de bal ook voor de E-pupillen de grootste problemen opleveren. Het parool luidt: laat ze wennen aan de bal via speelse spel- en wedstrijdvormen. Daarmee wordt de ontwikkeling technisch gezien bevorderd. Meer dan F-pupillen zijn E-pupillen geneigd zelf op avontuur te gaan en zelf te ontdekken wat ze met de bal kunnen doen. Stel ze daartoe in de gelegenheid. Dit is een leeftijdsfase die zich er uitstekend toe leent dat jonge voetballers technische vaardigheid zelf onder de knie krijgen. De trainer dient hiermee tijdens de training rekening te houden. Kenmerken van wedstrijden E-pupillen: De eerste vormen van samenspel worden hier zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven en een schot op doel. 6.2.3 10- en 11-jarigen (D-pupillen): Algemeen: Meer geneigd zich te meten met anderen. Kan het aan om in teamverband een doel na te streven. Beheerst de eigen bewegingen en is bewust bezig zijn prestatie op te vijzelen. Training en begeleiding: ‘Leren door spelen’. Een belangrijke periode in de ontwikkeling van het kind, dus de voetballer. De ideale leeftijd om het beheersen van de bal in de diverse voetbalsituaties onder de knie te krijgen. Het is in deze leeftijd vrij gemakkelijk voor de trainer om de relatie tussen het moment van de wedstrijd en de training aan te geven. Ze zijn leergierig, ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren. Vaak gaat dat gepaard met het zoeken naar een idool. Ze heten vooral in deze leeftijd tijdens het partijtje Messi en Ronaldo. Het verdient dan ook aanbeveling de naam van een topspeler in een voorbeeld te noemen. Deze jongens hebben ook veel meer begrip waarom er dient te worden vrijgelopen bij balbezit. Tijdens de momenten dat ze de bal niet in de ploeg hebben zijn ze vaak uit zichzelf bereid de tegenstander te dekken. Gedurende de training dient men hieraan aandacht te besteden. Kenmerken van wedstrijden D-pupillen: Een balbehandeling die erop begint te lijken. Samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Een begin van faalangst is hier soms eveneens waarneembaar. De voornaamste weerstanden voor de D-pupil zijn het passeren van de tegenstander en het veroveren van de bal. 6.2.4 12- en 13-jarigen (C-junioren) Algemeen: Vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich. Geldingsdrang en de drang zich te vergelijken met anderen nemen toe. In deze leeftijd kan zich een groeispurt voordoen en kondigt zich het begin aan van de puberteit. Aan C-junioren kunnen met betrekking tot verdeling van taken binnen het team voorzichtig eisen worden gesteld. Training en begeleiding: ‘Benaderen van de wedstrijd’. Meer dan ooit kan hier de wedstrijd dienen als uitgangspunt voor de training. De trainer/coach doet er verstandig aan oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die jongens en meisjes juist op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommigen stakerig en slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder goed gaan voetballen. In de beoordeling dient hiermee rekening te worden gehouden. Het is van tijdelijke aard en opmerkingen dat de speler in kwestie niet kan voetballen, moeten dan ook met een korreltje zout worden genomen. C-junioren zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachtingen niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijn sfeertje neer te zetten met oefeningen die erop gericht zijn vanuit momenten in de wedstrijd technische en tactische zaken nog meer te verbeteren. Niet te gaan grijpen naar extra trainingen zoals krachttraining (‘hij is te slap’) en looptraining (‘hij loopt als een bonenstaak’). Geduld is vooral op dit moment een schone zaak. Kenmerken van wedstrijden C-junioren:


De C-speler is voornamelijk bezig met wat zich bij de pupillen begon te ontwikkelen: vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer; er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Men ziet hier ook in verdedigend opzicht verbetering. Het komt minder vaak voor dat een aantal spelers zich met één tegenstander bezig houdt. De taken die aan bepaalde posities kleven worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt. 6.2.5 14- en 15-jarigen (B-junioren) Algemeen: Groei in de lengte zet door. Minder controle over ledematen lijkt daarvan het gevolg. Maar ook alle kenmerken van de puberteit, zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid. Niettemin is winnen belangrijker dan ooit. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij op zoek is naar de eigen grenzen. Training en begeleiding: ‘Presteren in de wedstrijd’. Ook bij B-junioren kan de jeugdtrainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van groeispurt. Toch leent deze categorie er zich goed voor juist het voetballen zelf te verbeteren. Voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de C'tjes. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in het elftal en bijbehorende taken). In deze leeftijd kunnen jongelui verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen zij dit ook aan. Kenmerken van wedstrijden B-junioren: De B-junior is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant-voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. Hij moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren. 6.2.6 16- en 17-jarigen (A-junioren) Algemeen: Zowel lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijkere benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal de keus gemaakt voor prestatieve of voor gezelligheidssport. Training en begeleiding: ‘Streven naar optimale prestatie’. De fase van volwassenheid. Een meer bewuste en meer evenwichtige houding is kenmerkend in deze categorie. De speler streeft zichtbaar naar verbetering van zijn prestaties. Geldingsdrang en zucht naar erkenning zijn ook opvallend. Er kan veel aandacht worden besteed aan de tactiek van het elftal evenals de taak van elke speler afzonderlijk. Hier is de relatie met de wedstrijd eigenlijk het meest voor de hand liggend. Kenmerken van wedstrijden A-junioren: Beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A-junior volleerd is, kan worden gesteld dat het aan de andere kant een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat zo kenmerkend is voor de B-junior maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere eigen controle.


7. Overige

7.1 Aanbod activiteiten jeugd  Open dag/avond Dit is de start van het seizoen voor de pupillen, ook is deze dag bedoeld om nieuwe leden te werven.  Penaltybokaal Ieder jaar wordt er door de A- t/m E-jeugd gestreden om de penaltybokaal.  Sinterklaasfeest Ieder jaar komt Sinterklaas met zijn zwarte Pieten op bezoek bij de F-pupillen van EZC ’84.  Buitenland toernooi Één keer in de twee jaar wordt er een buitenlandtoernooi georganiseerd voor de C-junioren, mits er voldoende draagvlak voor is.  Tentenkamp Één keer in de twee jaar wordt er, als afsluiting van het seizoen, een tentenkamp georganiseerd voor de E- en F-pupillen.  Zaal-/wintercompetitie Elk jaar wordt bekeken of er meegedaan wordt aan de zaal-/wintercompetitie.  Toernooien Er is voor ieder jeugdteam aan het einde van het seizoen de mogelijkheid om deel te nemen aan een toernooi.  Pupil van de week Bij iedere thuiswedstrijd van het eerste elftal is er een speler uit de E-pupillen ‘pupil van de week’. De desbetreffende pupil wordt ruim van tevoren ingelicht door middel van een brief.  Voorjaarsverloting Ieder jaar is er een voorjaarsverloting.  Worstactie Ieder jaar is er een worstactie. 7.2 Kampioenschappen Beleid van EZC’84 bij het behalen van een kampioenschap of het winnen van de KNVB beker door een jeugdteam. De volgende zaken worden door de club ter beschikking gesteld:       

Per lid van het team € 5,De huur van de kar Muziekcomputer Spandoeken voor de kar. Event-vlaggen Geel/ blauwe vlaggetjes Bosje bloemen voor de leiders en trainers t.w.v. € 7,50 per stuk

Het reserveren van de kar (van de fam. Vosselman) kan in overleg met Gerwin de Weerd of zijn opvolger. Het versieren van de kar en het organiseren van het kampioensfeest is in handen van de leiders/ouders van het betreffende team. (Let op: Er dient zelf een chauffeur te worden geregeld) Alle bovengenoemde zaken kunnen de leiders/ouders in ontvangst nemen na een afspraak te hebben gemaakt met een lid van de jeugdcommissie. Ook het inleveren van de geleende spullen zal weer plaatsvinden na het maken van een afspraak met een lid van de jeugdcommissie. De beschikbaar gestelde € 5,- per lid kan besteed worden naar eigen inzicht, zoals een beker, vaantje, T-shirt of een patatje. Er zal een bonnetje ingediend moeten worden bij de penningmeester van de jeugdcommissie, die er voor zal zorgen dat deze wordt uitbetaald. Wanneer er meer kosten zijn gemaakt dan de som van € 5,- per lid zullen deze kosten moeten worden betaald door de ouders.


De bossen bloemen voor de leiders/trainers van het betreffende team, zullen worden gekocht door een lid van de jeugdcommissie en worden overhandigd bij de huldiging. 7.3 PR Bij sponsoring van een team, kampioenschappen en andere activiteiten zorgt het PR-lid dat betreffende informatie wordt aangeleverd bij de Pr-cรถordinator van EZC '48 voor plaatsing op de website en een stukje en een foto voor de regionale weekkranten. 7.4 Strafmaatregelen Bij ongewenst gedrag wordt het hoofdbestuur ingeschakeld en bepaalt zij de strafmaatregel. 7.4 Betrokkenheid De jeugdcommissie streeft er naar om (jeugd)leden permanent te betrekken bij EZC '84. Dit kan door actief te benaderen om spelers van de hogere jeugdelftallen voor bijvoorbeeld scheidsrechter, trainer en als vrijwilliger bij bijvoorbeeld jeugdactiviteiten. Ook ouders zijn onmisbaar binnen de vereniging. Ook daarin kan actief worden gehandeld.


8. Bijlage(n)

8.1 Jeugdcommissieleden Daniëlle de Graaf Wilbrand Oonk Gerwin de Weerd Cindy van Laar Frank Vijge René de Weerd Harry Langendonk Kim Weenk Martin van Voorst Thomas van Huffelen Jan Hendrik van Laar

danielle-ezc@hotmail.com oonkepe@upcmail.nl gwdeweerd@outlook.com cvlaar@kpnmail.nl frank_vijge@msn.com renedeweerd@hotmail.com info@installatiebedrijfberkhoff.nl kim.weenk@gmail.com vo153507@telfortglasvezel.nl thomasvanhuffelen@hotmail.nl cvlaar@kpnmail.nl

06-23990885 06-22571441 06-31915700 06-21895497 06-57558977 06-55154521 06-13467233 06-43051748 06-23634729 06-30338262 06-20408525

Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid

8.2 Functies Wedstrijdsecretariaat Jeugdcoördinatoren

: :

Activiteitencommissie Aanspreekpunt nieuwe leden

: :

Aanspreekpunt Kleding Contactpersoon Scouting

: :

Cindy van Laar / Frank Vijge / Danielle de Graaf Jan Hendrik van Laar Frank Vijge René de Weerd Harry Langendonk Wilbrand Oonk Martin van Voorst Kim Weenk / Thomas van Huffelen Wilbrand Oonk Cindy van Laar Danielle de Graaf Harry Langendonk

B-Jeugd C-Jeugd D-Jeugd E-Jeugd F-Jeugd Meisjes-Jeugd Jongens Meisjes


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.