RUIS&johanna
JE BEEN OF
JE LEVEN
Iedereen mist wel eens wat. Je sleutels. De bus. Of de helft van je studiepunten. Maar Johanna Annema mist een been. Een wat? Ja, een béén. Ruis luistert naar het verhaal van een positief en stralend meisje, dat vertelt over chemokuren en amputaties zonder de lach van haar gezicht af te halen.
Johanna Annema, 20 jaar en eerstejaars, kreeg kanker op haar
heelt niet altijd. Na twee maanden bleek het bot gebroken te zijn. “Mijn
veertiende. “Ik was op vakantie in Frankrijk. We bezochten
been moest eraf. Officieel had ik wel een keuze, maar als ik mijn been wilde
veel dorpjes, want ouders doen niets liever. Tijdens het lopen
houden dan zou ik het niet overleven. Dat was dus snel besloten.” Johanna’s
begon mijn knie pijn te doen. Het werd erger en erger, ik
been werd geamputeerd. “Dat was wennen zeg. Mensen staren naar je. Ik
kon geen stap meer verzetten.” Eenmaal terug in Nederland
snap heel goed dat je even kijkt, maar je kunt ook overdrijven. Iemand liep
maakte de huisarts foto’s en stuurde Johanna onmiddellijk naar
een keer tegen een lantaarnpaal op omdat hij zo naar mij keek. Eigen schuld,
het ziekenhuis. “Het was een gezwel. Ik had geen idee wat dat
ik lachte me natuurlijk kapot.”
genoeg.”
Aantrekkelijk Het been is weg, de kanker blijft. Johanna heeft uitzaaiingen in haar longen.
Kwaadaardig
De hel die chemokuren genoemd wordt is begonnen. Ziek. Misselijk. Om
Na onderzoek bleek dat Johanna een kwaadaardige vorm van
het uur kotsen. Haarverlies. “Dat was het ergste. Mijn mooie lange haar,
kanker had, die het bot in haar knie van binnenuit opvrat. “Het
helemaal weg. Mijn wenkbrauwen, mijn wimpers, alles. Ik vroeg me af of ik
bot hing aan een klein draadje aan elkaar. Ik kreeg gips om mijn
ooit nog wel aantrekkelijk zou worden.” En? Johanna lacht. “O, zeker wel.
been en moest maar hopen dat het goed kwam.” Maar hoop
Ontzettend aantrekkelijk!”
17
TEKST: LIEKE KREUZBERG, FOTO’S: MARLOUS STOCK
woord betekende, maar aan het gezicht van mijn vader zag ik